Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Niveau van de leerlingen<br />
Op de speciale scholen voor blinde en slechtziende leerlingen wordt vooral onderwijs op<br />
vmbo niveau aangeboden en sinds kort ook heel incidenteel op havo niveau.<br />
In het reguliere voortgezet onderwijs worden dit schooljaar ongeveer tweeenveertig brailleleerlingen<br />
begeleid, waarvan ongeveer tien op havo en zeventien op vwo-niveau.<br />
Een brailleleerling zit vaak op een lager niveau dan hij of zij intellectueel zou aankunnen.<br />
Vooral op het exacte vlak krijgt de brailleleerling vaak (veel) te weinig aangeboden. De<br />
keuze tussen het volgen van onderwijs op een speciale school en een reguliere school is<br />
niet altijd eenvoudig. De docenten op de speciale school hebben de expertise wat betreft<br />
het werken met de brailleleerlingen, <strong>maar</strong> zijn vaak geen vakdocenten. Bovendien is<br />
het gemiddelde niveau van de leerlingen op een speciale school vaak laag, waardoor de<br />
kans erg groot is dat een potentiële havo of vwo-leerling niet uitgedaagd wordt en onder<br />
zijn of haar niveau gaat presteren. In het reguliere onderwijs heb je te kampen met de<br />
onervarenheid van de docent met het lesgeven aan een brailleleerling. Ook de houding van<br />
de docent naar een leerling met een beperking kan soms wat onhandig zijn. Denk dan aan<br />
leerlingen die gematst worden bij de beoordeling of bijvoorbeeld nooit straf krijgen.<br />
Soms slaat de (reguliere) docent de plank ook volledig mis. Zo gaf A een voorbeeld van een<br />
braille-leerling die een slechte Engelse uitspraak had en daarvoor vrijstelling kreeg. Alsof er<br />
een relatie is tussen het spreken van Engels en blind-zijn.<br />
Tijd<br />
In het regulier primair onderwijs hebben de (braille)leerlingen meestal les van één<br />
docent. Daarnaast krijgt de school, vanuit het ministerie, 8 uur per week voor de specifieke<br />
begeleiding van deze leerling. Er is dus relatief veel tijd voor docenten om de leerling en zijn<br />
beperking te leren kennen en de aandacht te geven die nodig is. De scholen voor voortgezet<br />
onderwijs krijgen slechts anderhalf uur per week voor de brailleleerling. Deze tijd moet<br />
verdeeld worden over een flink aantal docenten/vakken. Er blijft per saldo dus erg weinig<br />
tijd over voor bijvoorbeeld de extra ondersteuning in het vak wiskunde. Terwijl een uur<br />
extra ondersteuning per week toch zeker wenselijk is.<br />
Aanpassingen in inhoud en uitwerking<br />
Enkele, door veel docenten als onoverkomelijk geziene, obstakels in de wiskunde zijn: de<br />
grafische rekenmachine, de tekeningen van driedimensionale figuren, het werken met<br />
tabellen, de notatie van wiskundetekens en het tempo van werken van de brailleleerling.<br />
Er is voor brailleleerlingen wel een grafische rekenmachine op geluid ontwikkeld, <strong>maar</strong><br />
deze moet in Nederland nog goed uitgetest worden. Tekeningen zijn sowieso vaak lastig te<br />
‘lezen’. Een goede beschrijving bij een tekening kan wel helpen.<br />
De brailleerlingen werken met een laptop met brailleleesregel. Zij maken gebruik van<br />
digitale boeken en schriften. De boeken worden omgezet door Dedicon.<br />
126<br />
doe <strong>maar</strong> <strong>gewoon</strong> ...