07.03.2015 Views

Doe maar gewoon ...

Doe maar gewoon ...

Doe maar gewoon ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3.5.2 Een kijkje in de integratieklas<br />

Muziekles<br />

In de integratieklas zitten 10 kinderen in een kring, 6 jongens en 4 meisjes. De meeste<br />

leerlingen hebben het syndroom van Down. Ze zijn tussen de 13 en 19 jaar oud. De oudste<br />

leerling is er niet: hij is op stage.<br />

De leerlingen zitten rondom de muziekleraar. In het midden ligt op een kleedje een aantal<br />

instrumenten, voornamelijk Orff-instrumentarium (allerlei soorten slagwerk). De docent<br />

en onderwijsassistente van de integratieklas zitten ook in de kring. De muziekleraar heeft<br />

slagstokjes in zijn hand, één van zijn leerlingen ook. De leerling moet het ritme van de<br />

docent nadoen. We zien één van de autistische leerlingen aan het werk: een vlotte jongen<br />

waar uiterlijk niets aan te zien is, hij kan het moeilijke ritme goed nadoen. Daarna mogen<br />

de andere leerlingen. Iedereen komt aan de beurt. De docent differentieert naar tempo<br />

en moeilijkheid van ritme. De muziekleraar laat ieder kind een ritme natikken. Hij houdt<br />

daarbij rekening met de verschillen tussen leerlingen en past de moeilijkheidsgraad<br />

van de ritmes daarop aan. Wanneer iemand een foutje maakt, gaat hij terug naar een<br />

gemakkelijker ritme en herhaalt dat tot de leerling het goed natikt. Wanneer dat lukt, juicht<br />

de hele groep. Ze leven erg met elkaar mee. Een leerling die liever niet natikt laat hij zelf het<br />

ritme aangeven. Hij tikt dat na. Later lukt het toch om haar een ritme te laten natikken. Hij<br />

neemt elke leerling serieus en laat ieder kind goed tot zijn recht komen.<br />

Opvallend is dat iedereen stil is als een ander het ritme moet slaan. Dat moet ook wel, want<br />

het naslaan van een ritme vereist aandacht en concentratie.<br />

De docent pakt zijn gitaar en zingt een lied voor. Het is een lied dat de meesten kennen en<br />

dat in de reguliere afdeling van de school ook wordt gezongen. Ook bij de muzieklessen<br />

probeert men zo veel mogelijk aan te sluiten op het reguliere programma van de Vrije<br />

School en op de thema’s die in de periode behandeld worden. De leerlingen zingen na <strong>maar</strong><br />

hebben in hun enthousiasme ook de neiging om met de docent mee te gaan zingen. Dat<br />

is niet de bedoeling. De docent legt uit wat wel de bedoeling is en daarna gaat het volgens<br />

plan. Leerlingen zingen enthousiast mee. Bij het zingen zien we veel verschil in wat de<br />

leerlingen kunnen: wel of niet de woorden zingen, wel of niet articuleren, wel of geen maat<br />

of toon kunnen houden. Voor de beleving van de muziek maakt het niet uit: ze hebben<br />

plezier, leren iets en moeten (hoe klein ook) iets presteren en worden serieus genomen.<br />

Het is duidelijk dat de leerlingen gewend zijn om regels te horen, met uitleg, en hun gedrag<br />

daaraan aan te passen. Wanneer de leerlingen later ook met het Orff-instrumentarium<br />

mogen meespelen, is hun enthousiasme niet meer te stuiten. De leerlingen mogen zelf een<br />

muziekinstrument uitzoeken dat ze tijdens het zingen mogen bespelen. Er is geen ruzie<br />

wie welk instrument mag. Ze vinden het tegelijkertijd zingen en spelen erg moeilijk, een<br />

90<br />

doe <strong>maar</strong> <strong>gewoon</strong> ...

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!