Vorming is geen bandwerk! - Netwerk Tegen Armoede
Vorming is geen bandwerk! - Netwerk Tegen Armoede
Vorming is geen bandwerk! - Netwerk Tegen Armoede
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VORMING IS GEEN BANDWERK<br />
<strong>Vorming</strong> geven over armoede met mensen in armoede<br />
1
Inhoudstabel<br />
INLEIDING ..................................................................................................... 3<br />
1 <strong>Armoede</strong> In-zicht ........................................................................................................ 4<br />
2 <strong>Vorming</strong>.......................................................................................................................... 4<br />
2.1 V<strong>is</strong>ie ......................................................................................................................... 4<br />
2.1.1 <strong>Vorming</strong> als onderdeel van structurele armoedebestrijding............... 4<br />
2.1.2 Noodzakelijke inbreng van mensen die in armoede leven.................... 6<br />
2.1.3 Onze kijk op vorming.................................................................................... 7<br />
2.2 De ‘onderlinge dialoog’ ........................................................................................ 8<br />
2.2.1 Samen vorming geven ................................................................................... 9<br />
2.2.2 Afstemming van verwachtingen .............................................................. 10<br />
2.2.2.1 Verwachtingen van de medewerker................................................. 11<br />
2.2.2.2 Verwachtingen van mensen die in armoede leven........................ 13<br />
2.3 Fasen van vorming geven .................................................................................. 15<br />
2.3.1 De ‘voorfase’ : wat vooraf gaat aan de vorming ................................... 15<br />
2.3.1.1 Kijk op mensen die in armoede leven ............................................... 17<br />
2.3.1.2 Valkuil ..................................................................................................... 18<br />
2.3.1.3 Rol als medewerker ............................................................................. 20<br />
2.3.2 De vorming ................................................................................................... 22<br />
2.3.2.1. De voorbereiding .................................................................................... 22<br />
2.3.2.2. Tijdens de vorming ................................................................................ 27<br />
2.3.2.3. Nabespreking .......................................................................................... 27<br />
2.3.3. De opvolging................................................................................................ 28<br />
3 Besluit .......................................................................................................................... 31<br />
4 Contactgegevens........................................................................................................ 32<br />
2
INLEIDING<br />
<strong>Armoede</strong> In-zicht <strong>is</strong> het vormingsproject van Welzijnszorg vzw en Vlaams<br />
<strong>Netwerk</strong> van verenigingen waar armen het woord nemen. In december 2005<br />
<strong>is</strong> <strong>Armoede</strong> In-zicht gestart en hebben we ons vooral geconcentreerd op het<br />
uitwerken en geven van vormingen. Dit leidde tot 12 vormingspakketten die<br />
gebundeld zijn en bij ons opgevraagd kunnen worden.<br />
De bas<strong>is</strong> <strong>is</strong> gelegd. Maar hoe ga je hier als vereniging of welzijnsschakel nu<br />
mee aan de slag? Waar kan je zoal rekening mee houden? Wat zijn zaken die<br />
je kunnen helpen of ju<strong>is</strong>t niet?<br />
Deze brochure kan een wegwijzer zijn voor diegenen die samen met mensen<br />
in armoede vorming willen geven. Anderzijds kan deze brochure diensten een<br />
interessante inkijk geven op wat er aan een vorming vanuit de verenigingen en<br />
welzijnsschakels vooraf gaat.<br />
We staan niet stil bij de inhoud van de vormingen, daarvoor ontwikkelden we<br />
de vormingspakketten. We staan stil bij het proces. De weg die dient<br />
bewandeld te worden, die volgens onze ervaring noodzakelijk <strong>is</strong> om in<br />
samenspraak (medewerkers/vrijwilligers en mensen die in armoede leven) een<br />
kwaliteitsvolle vorming te geven. Een vorming die door deelname aan de<br />
dialoog een gelijkwaardigere positie beoogt voor de deelnemers.<br />
Veel succes!<br />
Het <strong>Armoede</strong> In-zicht team<br />
3
1 <strong>Armoede</strong> In-zicht<br />
<strong>Armoede</strong> In-zicht <strong>is</strong> een gezamenlijk project van het Vlaams <strong>Netwerk</strong> van<br />
Verenigingen waar armen het woord nemen en Welzijnszorg vzw, dat<br />
ondersteund werd door Cera en kabinet Welzijn.<br />
<strong>Armoede</strong> In-zicht vertrekt vanuit de vaststelling dat armoede en uitsluiting<br />
toenemen in onze samenleving. De communicatie tussen armen en niet-armen<br />
verloopt stroef. De stempel die op mensen in armoede kleeft, belemmert hun<br />
groeikansen.<br />
<strong>Armoede</strong> <strong>is</strong> een geheel van uitsluitingen. <strong>Armoede</strong> In-zicht wil inzicht<br />
bevorderen in deze uitsluitingmechan<strong>is</strong>men en vertellen hoe mensen in<br />
armoede die situatie beleven. <strong>Armoede</strong> In-zicht wil via vorming<br />
kortsluitingen tussen armen en niet-armen blootleggen en op die manier<br />
werken aan een duurzamere dialoog.<br />
2 <strong>Vorming</strong><br />
2.1 V<strong>is</strong>ie<br />
2.1.1 <strong>Vorming</strong> als onderdeel van structurele armoedebestrijding<br />
Met onze vormingen willen we kenn<strong>is</strong> verspreiden over wat het <strong>is</strong> om in<br />
armoede te moeten leven in België, zowel bij de rechtstreeks betrokken<br />
hulp- en dienstverleners, als bij de algemene bevolking.<br />
Als organ<strong>is</strong>aties, overheden en diensten structureel en efficiënt willen<br />
bijdragen aan armoedebestrijding en/of hun dienstverlening toegankelijk<br />
willen maken voor mensen in armoede, dan dienen ze de armoedeproblematiek<br />
te kennen. Dienstverleners, hulpverleners en beleidsmakers hebben echter<br />
vaak niet de mogelijkheden of de ju<strong>is</strong>te kenn<strong>is</strong> en vaardigheden.<br />
4
<strong>Vorming</strong> <strong>is</strong> daarom een essentieel onderdeel van armoedebestrijding. Inzicht<br />
in hoe maatschappelijke structuren armoede in stand houden en<br />
reproduceren, <strong>is</strong> allereerst belangrijk. Met vorming willen we de stempel die<br />
op mensen in armoede gedrukt wordt zichtbaar maken en aanklagen.<br />
Verder <strong>is</strong> inzicht van de impact van armoede op de verschillende<br />
levensdomeinen nodig. Ook <strong>is</strong> het aanvoelen en aanbrengen van de gevolgen op<br />
de zelfwaarde, de persoons- en relatieontwikkeling en hoe mensen in<br />
armoede deze positie ervaren in de maatschappij belangrijk. De ‘binnenkant’<br />
van armoede.<br />
Organ<strong>is</strong>aties, overheden en diensten dienen bewust te zijn van hun eigen kijk<br />
op (de oorzaken van) armoede en hoe deze kijk hun handelen en denken<br />
beïnvloedt.<br />
Via vorming wordt meer inzicht geboden in de leefwereld van mensen in<br />
armoede en de link gemaakt met de doelstellingen, beperkingen en<br />
mogelijkheden van de deelnemers en respectievelijke diensten.<br />
Deze vorming heeft als doel om te komen tot begrip voor elkaar. Dit <strong>is</strong> nu<br />
vaak niet het geval omwille van de ‘m<strong>is</strong>sing link’. De zogenaamde ‘m<strong>is</strong>sing link’<br />
gaat over de onbekendheid bij diensten en organ<strong>is</strong>aties met de leefwereld<br />
van mensen in armoede. Echter ook mensen die verplicht zijn om in armoede<br />
te leven hebben weinig kenn<strong>is</strong> van de werking van diensten en kunnen zich<br />
moeilijk toegang tot onze maatschappij verschaffen. Dit resulteert<br />
ondermeer in weinig of <strong>geen</strong> zicht hebben op hoe de diensten, organ<strong>is</strong>aties<br />
en de maatschappij op zich functioneren.<br />
De m<strong>is</strong>sing link gaat dus ook over het zich niet bewust zijn van dit niet<br />
bekend zijn met al die aspecten van elkaars leefwereld. Dit omvat vele<br />
domeinen waaronder gevoelens, verwachtingen, waarden, normen,<br />
denkpatronen en oplossingstrategieën. Deze m<strong>is</strong>sing link leidt tot wederzijds<br />
onbegrip. Het leidt ook tot een wederzijds niet herkennen van mekaars<br />
talenten.<br />
Deze vormingen proberen daarom dialoog op te zetten tussen diensten,<br />
organ<strong>is</strong>aties en mensen in armoede. Zowel bij mensen in armoede als bij<br />
talrijke instanties bestaat immers de behoefte om beter te communiceren<br />
met elkaar. Communicatie tussen diensten, middenveldorgan<strong>is</strong>aties en mensen<br />
5
in armoede kan leiden tot wederzijds begrip, kan uitsluitingsmechan<strong>is</strong>men<br />
blootleggen en voorkomen.<br />
Deze vorming beoogt gelijkwaardigheid tussen mensen in armoede en nietarmen.<br />
De vorming heeft ook als doel om te sleutelen aan een positieve en<br />
respectvolle houding ten opzichte van iedereen die met armoede in aanraking<br />
komt.<br />
2.1.2 Noodzakelijke inbreng van mensen die in armoede leven<br />
Mensen die in armoede leven, zijn voor ons diegenen die de expert<strong>is</strong>e<br />
hebben over het leven in armoede.<br />
Zij weten wat het <strong>is</strong> om dagdagelijks te moeten overleven, het steeds<br />
moeten opbotsen tegen een muur van ongeloof.<br />
<strong>Armoede</strong> In-zicht vindt het dan ook belangrijk dat mensen in armoede<br />
deelnemen aan de vormingen, dat hun ervaringen een rode draad vormen door<br />
het ganse vormingsproces. Hun inbreng <strong>is</strong> voor ons essentieel.<br />
We stellen vast dat de inbreng van mensen in armoede aan de vorming een<br />
grote meerwaarde heeft. De vormingen beklijven meer en de zo<br />
onderschatte ‘binnenkant’ van armoede wordt zichtbaar. Enerzijds wordt het<br />
voor de deelnemers plotseling heel concreet, anderzijds werkt het samen<br />
vorming geven voor mensen in armoede armoedebevrijdend. Mensen in<br />
armoede kunnen zo in dialoog treden met anderen en krijgen een beeld van<br />
wat er zich aan ‘de andere kant’ afspeelt. Ze kunnen eigen competenties<br />
ontdekken en ontwikkelen.<br />
Ook als tandempartners groei je meer naar elkaar toe. Het samen in gesprek<br />
gaan over de vorming, het voorbereiden, inspelen op elkaar tijdens de<br />
vorming en het evalueren biedt echt wel wat mogelijkheden.<br />
6
“Doordat ik nu al een paar keer mee vorming ben gaan geven,<br />
heb ik ook al wat geleerd. Nu sta ik meer stil bij wat die<br />
hulpverleners allemaal moeten doen, ik krijg ook een beter<br />
zicht op hoe sommige diensten werken. In het begin durfde ik<br />
niet al te veel zeggen. Ze hebben nooit naar mij gelu<strong>is</strong>terd,<br />
waarom zouden ze dit dan nu doen. Ik voel me wel wat sterker om zaken te<br />
gaan vragen. Ik merk dat hulpverleners ook maar mensen zijn en het niet<br />
altijd slecht met ons voor hebben.”<br />
2.1.3 Onze kijk op vorming<br />
Onze vormingen hebben als doel deelnemers over armoede te doen nadenken,<br />
het eigen handelen in vraag te stellen.<br />
We creëren hiervoor een plek waar beiden (deelnemers en mensen met<br />
armoede-ervaring) op een gelijkwaardige manier in dialoog kunnen gaan. Op<br />
deze manier kan het ‘wij – zij denken’ doorprikt worden en creëren we de<br />
mogelijkheid om eigen ervaringen en inzichten te toetsen en te verbreden.<br />
Ook streven we naar een interactieve vorming, het in dialoog gaan over<br />
‘armoede’, met als vertrekpunt het geloof in ieders krachten, aandacht voor<br />
het ‘groeiproces’ en ruimte voor persoonlijke inbreng.<br />
“Soms verwachten dienstverleners dat ze de oplossing in hun<br />
zak hebben zitten. Was dat maar zo dan waren al mijn<br />
problemen al lang opgelost. Ze moeten weten dat armoede voor<br />
iedereen anders <strong>is</strong>.”<br />
“Met wat ik tijdens de vorming leer, bedenk ik mij dat je deze<br />
vorming ook eens aan mijn bazen moet geven.”<br />
Met vorming over armoede bieden we inzichten aan, waarmee de deelnemers<br />
in de eigen werkcontext aan de slag kunnen gaan. We real<strong>is</strong>eren ons dat we<br />
<strong>geen</strong> kant-en-klare oplossingen aanreiken.<br />
7
We willen mensen doen nadenken, hen laten stilstaan bij eigen kijk en<br />
handelen, door effecten rond armoede ook in een maatschappelijke context<br />
te plaatsen.<br />
We willen werken op verschillende niveaus. Op individueel niveau (Hoe zie ik<br />
armoede?), op organ<strong>is</strong>ator<strong>is</strong>ch/dienst niveau (Hoe kan ik als werker aan de<br />
slag gaan? Hoe kunnen we drempels verlagen?) en maatschappelijk niveau<br />
(Welke maatschappelijke uitsluitingsmechan<strong>is</strong>men spelen een rol?).<br />
“1 + 1 = 2 , dat <strong>is</strong> duidelijk. Dat weet iedereen. Dat hebben we<br />
allemaal in school geleerd. Maar armoede heeft duizenden<br />
gezichten. Mensen hiervan bewust maken <strong>is</strong> al een hele weg!”<br />
2.2 De onderlinge dialoog<br />
De ervaring leert ons dat een vormingsvraag snel moet beantwoord worden<br />
en niet altijd rekening houdt met de tijd en energie die dit vraagt. We<br />
kennen het waarschijnlijk allemaal: “We kunnen of mogen deze kans niet<br />
laten liggen.” Deze dynamiek heeft zowel positieve als negatieve kanten.<br />
Snel besl<strong>is</strong>sen kan ervoor zorgen dat de schroom bij het geven van vorming<br />
sneller overwonnen wordt. ‘Nood breekt wet’ zegt men, maar let erop dat<br />
mensen in armoede een volwaardige plaats in de vorming dienen in te nemen.<br />
Je moet op gelijke snelheid komen. Voorkom dat mensen in armoede niet het<br />
5 de wiel aan de wagen worden.<br />
Een open dialoog tussen mensen in armoede en de (vormings-)medewerker<br />
dient aan de bas<strong>is</strong> te liggen en <strong>is</strong> voor ons fundamenteel wanneer je samen<br />
vorming wil geven.<br />
Tijd, formele en informele babbels, openstaan voor elkaar. We kunnen dit<br />
niet genoeg beklemtonen.<br />
Dit vraagt veel inzet van mensen in armoede, medewerkers en de<br />
verenigingen:<br />
- Er moet tijd zijn om elkaar te leren kennen en onderling vertrouwen op<br />
te bouwen.<br />
- Verwachtingen moeten op elkaar afgestemd worden.<br />
- Medewerkers en mensen in armoede moeten zich als tandem ‘bloot’<br />
geven aan elkaar.<br />
8
2.2.1 Samen vorming geven<br />
Ervaringen en belevingen van mensen in armoede hebben een belangrijke<br />
meerwaarde en moeten geïntegreerd worden in het vormingsaanbod.<br />
Hiervoor moeten medewerker en mensen in armoede als tandem goed op<br />
elkaar afgestemd zijn. Je moet weet hebben van elkaars zwakke en sterke<br />
kanten. Je moet weet hebben van mogelijke pijnpunten of sterktes.<br />
Samen vorming geven vraagt onderling vertrouwen, je bloot geven, je<br />
ervaringen delen met anderen vraagt veel van zowel medewerker als mens in<br />
armoede. Dit gebeurt niet vanzelf. Hierop gaan we in deze brochure dieper<br />
op in.<br />
Samen vorming (medewerker/ mensen die in armoede leven) geven vergt veel<br />
van de relatie tussen medewerker en mensen in armoede. Mensen in armoede<br />
geven zich niet zomaar. Velen van hen hebben negatieve ervaringen waarbij<br />
gegeven informatie of gesteld vertrouwen m<strong>is</strong>bruikt werd. Hiervoor moet<br />
het nodige respect worden getoond. Je kan en mag niet verwachten dat<br />
iemand zijn lief en leed zomaar te grabbel gooit.<br />
De weg die samen binnen de vereniging of welzijnsschakel en in de contacten<br />
met anderen wordt afgelegd, vormt in vele gevallen al een sterke bas<strong>is</strong>. Als<br />
medewerker heb je zicht op problemen, hoe een persoon sommige zaken<br />
ervaart en hiermee omgaat. Als bezoeker heb je een goed zicht op de manier<br />
hoe de medewerker met je omgaat, wat je van hem kan verwachten, hoe hij<br />
zaken opneemt of met je bespreekt. Hierdoor kan onderling een sterkere<br />
vertrouwensband of een goede verstandshouding ontstaan.<br />
“Ik weet dat je in het begin tegen mij ook niets zei en dat je<br />
me niet vertrouwde.”<br />
“Maar ik vond het ju<strong>is</strong>t goed dat jij niet begon te v<strong>is</strong>sen en<br />
informatie begon los te peuteren. Want dan was ik zeker toe<br />
geslagen.”<br />
“Ik dacht dit wel, maar het <strong>is</strong> niet altijd gemakkelijk. Soms weet ik niet goed<br />
hoe ik moet reageren. Iedereen <strong>is</strong> ook anders.”<br />
Wanneer ook het onderling handelen, het met elkaar omgaan (tussen<br />
medewerker en persoon in armoede) onder de loep kan genomen worden,<br />
9
ontstaat er nog een sterkere wederkerigheid. Het wordt nog intenser,<br />
wanneer deze ervaringen kunnen ingebracht worden tijdens een vorming.<br />
Maar laat deze dialoog niet aan het toeval over. Vooraleer je samen vorming<br />
geeft, <strong>is</strong> het belangrijk om hierover aan tafel te zitten. Het <strong>is</strong> belangrijk om<br />
stil te staan bij het samen op weg gaan. Wat je van elkaar leert. Wat samen<br />
vorming geven voor ieder betekent.<br />
Veeg dit niet zomaar van tafel. Creëer ruimte om hierover in gesprek te<br />
gaan.<br />
Het samen op weg gaan en onderling ook de nodige tijd nemen om te blijven<br />
stilstaan bij zaken die moeilijk of ju<strong>is</strong>t goed liepen. Het fragiel evenwicht<br />
tussen het krachtenperspectief en zorgzaam zijn <strong>is</strong> een belangrijk<br />
aandachtspunt.<br />
Durven praten over je onzekerheden als medewerker, je zorgen en<br />
bedenkingen bespreken en toetsen bij de anderen creëert ruimte tot dialoog,<br />
tot het dichter bij elkaar komen van medewerkers en mensen die in armoede<br />
leven.<br />
“Ik ben eens een keer onderuitgegaan tijdens een vorming.<br />
Wat die persoon toen zei, dat heeft mij heel diep geraakt. Ik<br />
ben even naar buiten gegaan. Een ander groepslid van de<br />
vereniging <strong>is</strong> even meegegaan. Ik w<strong>is</strong>t dat de medewerker op<br />
dat moment moeilijk kon komen. We hebben er erna wel over<br />
gepraat. Hij zei dat hij het heel vervelend vond en niet had zien aankomen.<br />
Ik w<strong>is</strong>t niet dat dit mij nog zo raakte. Maar ja.”<br />
Je kan niet in de toekomst kijken. Je kan veel trachten te voorkomen, maar<br />
je kan niet toveren. Ook dit moet je ten aanzien van elkaar durven toegeven.<br />
2.2.2 Afstemming van verwachtingen<br />
Het <strong>is</strong> goed om vooraf een aantal verwachtingen onderling uit te klaren.<br />
Zowel de medewerkers als mensen die in armoede leven hebben hierop een<br />
eigen kijk. Uit gesprekken op de overleggroep <strong>Vorming</strong> binnen het Vlaams<br />
<strong>Netwerk</strong> waarin zowel medewerkers als mensen in armoede aanwezig zijn,<br />
10
kunnen we leren dat de voorgestelde voorwaarden, niet eenzijdig kunnen<br />
opgelegd worden door medewerkers.<br />
Oorspronkelijk dachten we enkel de verwachtingen ten aanzien van mensen in<br />
armoede te moeten uitklaren. Maar dit klopte niet. Mensen in armoede<br />
hebben eveneens verwachtingen naar de medewerker, ook hier moet de<br />
nodige aandacht aan besteed worden. Gesprekken tussen medewerkers en<br />
mensen in armoede over dit alles zijn in ieder geval van groot belang.<br />
De onderlinge uitw<strong>is</strong>seling, het aftoetsen, bespreken en leren van elkaar,<br />
maakt dat het samen geven van vormingen nog sterker wordt. We willen dit<br />
ook expliciet benoemen. Het samen geven van vormingen houdt in dat er<br />
zowel gepraat en overlegd wordt over ‘wat gaan we vertellen’ (het inhoudelijk<br />
niveau) als wat we kunnen ‘verwachten van elkaar’ (het relationeel niveau).<br />
We plaatsen de beide niveaus dan ook in het grotere geheel, die we de<br />
onderlinge dialoog noemen. In dit groter geheel leer je elkaar kennen, bouw<br />
je onderling vertrouwen op. Dit niet enkel door met elkaar te praten, maar<br />
eveneens door met elkaar aan de slag te gaan.<br />
Inhoudelijk<br />
ONDERLINGE<br />
DIALOOG<br />
Relationeel<br />
2.2.2.1 Verwachtingen van de medewerker<br />
Hieronder formuleren we vier verwachtingen waarover best een gesprek<br />
wordt gevoerd. Deze verwachtingen werden vooral geformuleerd door de<br />
medewerkers. Aansluitend formuleren we verwachtingen van mensen die in<br />
armoede leven. Beiden zijn even belangrijk. We geven deze twee kijken mee,<br />
maar zij vormen één geheel ter bespreking.<br />
11
1. <strong>Armoede</strong> <strong>is</strong> een onrecht<br />
Met deze vormingen willen we armoede bespreekbaar maken. Door het<br />
inbrengen van het leefwereldperspectief van mensen in armoede willen we de<br />
dienstverlening van organ<strong>is</strong>aties verbeteren. Mensen in armoede brengen<br />
eigen ervaringen en zienswijzen in om de vaardigheden en de houding van<br />
medewerkers bij te sturen.<br />
Zowel de medewerker als mensen die in armoede leven die mee vorming willen<br />
geven moeten geloven in het feit dat armoede een onrecht <strong>is</strong>.<br />
2. <strong>Armoede</strong> in brede zin<br />
Ieder moet armoede in een ruimer perspectief willen en kunnen plaatsen.<br />
<strong>Armoede</strong> <strong>is</strong> meer dan een centenkwestie. Kenn<strong>is</strong> hebben over de<br />
uitsluitingsmechan<strong>is</strong>men die werken in onze maatschappij en structuren <strong>is</strong><br />
een pluspunt. Het samenwerken in de vereniging/welzijnsschakel biedt<br />
hiervoor een uitstekende bas<strong>is</strong>.<br />
3. Geloof in tandemwerking<br />
Zowel de medewerker als mensen in armoede moeten geloven in de<br />
meerwaarde van het inbrengen van armoede-ervaringen.<br />
Je moet <strong>geen</strong> opgeleide ervaringsdeskundige in de armoede en sociale<br />
uitsluiting zijn. Van mensen die in armoede leven verwachten we dat ze samen<br />
met de medewerker en/of opgeleide ervaringsdeskundige de kloof tussen<br />
verschillende leefwerelden bespreekbaar willen maken, dit vanuit ieders<br />
achtergrond en ieders eigenheid. Hierover in dialoog willen gaan biedt<br />
leerkansen voor de deelnemers.<br />
4. Geloven in de dialoog<br />
Het <strong>is</strong> belangrijk dat je belang hecht aan deze uitw<strong>is</strong>seling en gelooft dat je<br />
kan leren van elkaar.<br />
“Ik weet nog goed, die eerste keren… Ik heb nogal op mijn tong<br />
moeten bijten. Ik weet dat zij komen om iets bij te leren. Ik<br />
weet dat ik hen de kans moet geven om hun gedacht te zeggen.<br />
Dat <strong>is</strong> niet altijd makkelijk. Soms maken ze me zo kwaad, ik<br />
hoor ze dan dingen zeggen die ik zo dikwijls moet horen. Dat<br />
raakt mij! Blijf dan maar rustig. Ik moet mijn kwaadheid wel wat kunnen<br />
inslikken. Ik mag mijn gedacht wel zeggen, maar moet er zelf wel op letten<br />
dat ik hen niet alleen aanval, maar ook vertel waarom ik zo kwaad ben.”<br />
12
2.2.2.2 Verwachtingen van mensen die in armoede leven<br />
Uit de gesprekken met mensen die reeds mee vorming geven en tijdens de<br />
overleggroep <strong>Vorming</strong> <strong>is</strong> gebleken en bevestigd dat ook mensen in armoede<br />
verwachtingen hebben en dat deze verwachtingen evenzeer uitgeklaard<br />
dienen te worden.<br />
Mensen die in armoede leven w<strong>is</strong>ten in het begin niet wat er van hen<br />
verwacht werd.<br />
“Je kan veel praten over het geven van vormingen, maar je<br />
leert vooral uit het doen.”<br />
In het begin zijn veiligheid, vertrouwen en groepsgeest (het groepsgevoel)<br />
van zeer groot belang. Ook weten wat er tijdens de vorming te gebeuren<br />
staat en wat er van je verwacht wordt, dient op voorhand besproken te<br />
worden.<br />
Zo groeit stapsgewijs het eigen zelfvertrouwen en krijg je ook een beter<br />
beeld van wat er van je verwacht wordt. Wanneer je betrokken wordt, dan<br />
ontstaat er iets, waar je als mens in kan groeien.<br />
1. Veiligheid<br />
Het <strong>is</strong> nodig om samen afspraken te maken over en van elkaar te weten wat<br />
we verstaan onder:<br />
- respect<br />
- gevoelens respecteren<br />
- eigen grenzen kunnen stellen<br />
- ervaringen centraal, we moeten <strong>geen</strong> oplossingen zoeken voor<br />
problemen<br />
- elkaar niet uitlachen<br />
- serieus nemen van ieders ervaring<br />
- als mens serieus genomen worden<br />
13
2. Vertrouwen<br />
Dit moet kunnen groeien. Vertrouwen in de medewerker, maar ook in de<br />
andere mensen die mee vorming geven. Mensen halen aan dat je <strong>geen</strong> vorming<br />
mee kan geven als je elkaar niet kent. Elkaar kennen en weten wat je van<br />
elkaar kan verwachten tijdens een vorming, zorgt er ook voor dat je meer<br />
ruimte krijgt om dingen te zeggen en eigen ervaringen of mening in te<br />
brengen. Er werd ook aangehaald dat door het samen nadenken over de<br />
vormingen, over het<strong>geen</strong> zeker moet ingebracht worden en wat niet, het<br />
onderlinge vertrouwen groeit. De groepsvorming werkt ook hier als stimulans.<br />
3. Groepsgeest<br />
Het groepsgevoel wordt ook bij het geven van vormingen als belangrijk<br />
ervaren. Als mensen in armoede deelnemen aan een vorming willen zij als<br />
groep kunnen uitw<strong>is</strong>selen en elkaars ervaringen horen. Dus <strong>is</strong> het goed om<br />
regelmatig, los van een vormingsvoorbereiding, tijd te nemen om met elkaar<br />
van gedachten te w<strong>is</strong>selen over het geven van vormingen en wat dit voor<br />
ieder betekent. Maar ook willen mensen in armoede tijdens de vorming een<br />
groep vormen met de deelnemers. Zij willen niet als extra aanzien worden, zij<br />
willen het hele vormingsproces mee dragen. Zij kiezen er niet voor om bv<br />
maar een halve dag deel te nemen om ervaringen in te brengen en dat nadien<br />
de vorming zonder hen voortgaat.<br />
Tevens verwachten zij tijdens de vorming er niet alleen voor te staan. Een<br />
groepje van 3 mensen met armoede ervaring wordt als het meest optimaal<br />
ervaren. Zo kan men op elkaar terugvallen en steun vinden bij elkaar.<br />
“Je zou kunnen zeggen dat je niet als tandem op stap gaat. Op<br />
een tandem kunnen maar twee personen zitten, maar dat je<br />
met een grote go-cart op weg gaat. Die go-cart die je aan de<br />
zee veel ziet.”<br />
Deze verwachtingen van beiden (medewerkers en mensen die in armoede<br />
leven) mogen er niet voor zorgen dat de drempel zo hoog gelegd wordt dat<br />
niemand kan instappen. Zij dienen als leidraad voor een gesprek, waarin<br />
medewerkers en mensen in armoede zich engageren om hier samen aan de<br />
slag te gaan.<br />
We hopen dat deze verwachtingen jullie gespreksstof levert om van te<br />
vertrekken. Om de onderlinge uitw<strong>is</strong>seling te voeden.<br />
14
2.3 Fasen van vorming geven<br />
Er zijn verschillende stappen verbonden aan het vorming geven. Met deze<br />
brochure richten we ons vooral op de voorfase en de opvolging, en de<br />
mogelijke effecten.<br />
We zijn allemaal zo resultaatsgericht bezig. Natuurlijk moeten de vormingen<br />
inhoudelijk goed zijn.<br />
Met deze brochure willen we vooral aandacht vragen voor het procesmatige,<br />
de fundering, de bas<strong>is</strong> van het participatief vormingswerk. We kunnen dit<br />
niet genoeg onderlijnen. In deze brochure gaat het niet over praten over,<br />
maar praten met mensen in armoede over het geven van vormingen.<br />
2.3.1 De voorfase: wat vooraf gaat aan de vorming<br />
In de nieuwe besluiten van de Vlaamse overheid wordt er van de Verenigingen<br />
waar armen het woord nemen verwacht dat ze in dialoog treden met de<br />
samenleving. Dit wordt concreet vertaald in naast het aangaan van<br />
dialoogmomenten op bas<strong>is</strong> van het beleidsdossier, het geven van minstens<br />
drie vormingen aan derden op jaarbas<strong>is</strong>.<br />
Ook in de samenleving krijgt de thematiek ‘armoede’ meer aandacht. Veel<br />
diensten en organ<strong>is</strong>aties worden aangezet om zich open te stellen voor<br />
mensen in armoede. Diensten en organ<strong>is</strong>aties zoeken ondersteuning en willen<br />
armoede uitsluiten. Zij doen meer en meer een beroep op de ervaringen van<br />
de verenigingen, op het ‘materiaal’ dat er verzameld, besproken en gemaakt<br />
wordt.<br />
Hoe ga je, als vereniging, hiermee om? Welke plaats heeft vorming<br />
binnen je vereniging? Is er nog genoeg tijd en ruimte om de<br />
bas<strong>is</strong>opdrachten te volbrengen? Hoe kunnen deze op elkaar afgestemd<br />
worden?<br />
Het <strong>is</strong> belangrijk dat je hier vooraf goed over nadenkt. Dat je tijd neemt om<br />
met mensen in armoede hierover het gesprek aan te gaan. Zo kan je ervoor<br />
zorgen dat je niet overrompeld wordt door vormingsvragen, maar dat je hier<br />
bewust en voorbereid mee kunt omgaan.<br />
15
Dus denk eerst na. Overleg, bespreek je vragen en bezorgdheden met de<br />
bezoekers van je vereniging/welzijnsschakel. Besl<strong>is</strong> samen welke plaats<br />
vorming in de werking inneemt. Doe dit samen want betrokkenheid van<br />
mensen in armoede <strong>is</strong> onontbeerlijk.<br />
Bespreek dit ook intern, in de vereniging/welzijnsschakel. Volg eveneens de<br />
besluitvormingsprocedures die bestaan in je organ<strong>is</strong>atie. Doe dit niet<br />
overhaast, maar zorg dat je tot afspraken komt.<br />
Hierbij willen we verenigingen/welzijnsschakels enkele vragen meegeven die<br />
als leidraad kunnen dienen:<br />
- Hoe gaan we ons verhouden ten aanzien van de verwachtingen van de<br />
overheid/samenleving? Wat vinden we als vereniging/welzijnsschakel<br />
van vorming? Vinden we dit onze opdracht of eerder een verplichte<br />
opgave?<br />
- Hoeveel tijd en energie kunnen we hiervoor vrijmaken? Het opzetten<br />
van vorming vraagt meer tijd dan het geven van vorming op zich. Weet<br />
dat de voorbereiding, het geven, het volgen en evalueren een intensief<br />
gegeven <strong>is</strong>.<br />
- Zijn er nog andere prioriteiten in de werking, hoe worden deze op<br />
elkaar afgestemd? Kunnen we dit combineren met onze andere<br />
bas<strong>is</strong>opdrachten?<br />
- Als vorming één van de opdrachten wordt, wie kan dit binnen de<br />
vereniging/welzijnsschakel opnemen? Heeft deze persoon ook genoeg<br />
tijd?<br />
Indien je vorming serieus wil nemen, adv<strong>is</strong>eren we je om een werkgroep<br />
‘<strong>Vorming</strong>’ op te richten. Zo kan het vormingstraject op regelmatige bas<strong>is</strong>,<br />
samen met mensen uit de vereniging/welzijnsschakel (die interesse hebben in<br />
het mee geven van vormingen), verder uitgewerkt worden.<br />
<strong>Vorming</strong> <strong>is</strong> een manier om naar buiten te treden. Het kan een uithangbord van<br />
je werking zijn, een manier om te tonen wat er in de<br />
vereniging/welzijnsschakel allemaal gebeurt. Het <strong>is</strong> ook een manier om<br />
serieus genomen te worden. <strong>Vorming</strong> geeft mee een gezicht aan de werking.<br />
Dit laat je best niet aan het toeval over.<br />
16
Je moet het geven van vorming niet opblazen of groter maken dan het <strong>is</strong>. Je<br />
moet je er wel bewust van zijn dat het geven van een vorming een ander<br />
streven <strong>is</strong> dan bv een actiemoment. Je legt andere accenten.<br />
Het geven van vormingen in samenspraak en directe betrokkenheid van<br />
mensen in armoede <strong>is</strong> en blijft een zoekproces. De kracht van deze manier<br />
van werken <strong>is</strong> dat er niet gepraat wordt over mensen in armoede, maar met<br />
mensen in armoede. Dit <strong>is</strong> een belangrijk statement. De dialoog <strong>is</strong> belangrijk.<br />
Op deze manier kun je eveneens het vooroordeel ‘mensen in armoede kunnen<br />
niets’ doorbreken.<br />
“Met de verenigingen vragen we al jaren om niet boven de<br />
hoofden van mensen te praten, om de beleving en ervaringen<br />
van mensen in armoede mee te nemen bij de besluitvorming.<br />
Om mensen in armoede ernstig te nemen. Met deze manier van<br />
vorming geven, doen we zelf wat we verwachten van anderen.”<br />
Met <strong>Armoede</strong> In-zicht geloven we in de krachten van mensen, geloven we dat<br />
ieder van ons wil groeien en uit opgedane ervaringen weer nieuwe kenn<strong>is</strong><br />
opbouwt (het krachtenperspectief). Met <strong>Armoede</strong> In-zicht willen we<br />
eveneens oproepen tot zorgzaamheid.<br />
2.3.1.1 Kijk op mensen die in armoede leven<br />
Als je een vorming wilt geven over armoede, <strong>is</strong> het belangrijk zelf even stil<br />
te staan bij je eigen kijk op armoede en mensen in armoede. Zowel voor<br />
verenigingen waar armen het woord nemen en welzijnsschakels, als<br />
medewerker en mensen die in armoede leven <strong>is</strong> het zinvol om eens te stil<br />
staan bij de volgende punten:<br />
- Hoe kijken we, ik, naar mensen die in armoede leven?<br />
- Hoe gaan we, ik, binnen onze eigen werking om met dit<br />
‘krachtenperspectief’ en ‘het zorgzaam zijn’?<br />
- Sluit dit aan bij de v<strong>is</strong>ie op armoede die de vereniging/welzijnsschakel<br />
hanteert?<br />
Samen over deze vragen nadenken en een gesprek aangaan <strong>is</strong> zeker een must.<br />
17
“Voor ik in de vereniging kwam, dacht ik dat alles mijn eigen<br />
schuld was. Ik botste constant. Door samen te komen in groep<br />
heb ik gemerkt dat dit niet alleen mijn probleem <strong>is</strong> en dat veel<br />
mensen deze problemen meemaken. Ook zij die in de<br />
vereniging werken hebben mijn ogen geopend. Zij geloven in<br />
mij. Zij steunen mij in mijn stappen die ik nu zet, ook al maak ik nog steeds<br />
fouten.<br />
Nu denk ik dat ik wel iets kan vertellen over mijn ervaringen. Het doet me<br />
deugd wanneer ik anderen kan helpen. Ik had nooit gedacht dat ik samen aan<br />
een tafel zou zitten met mensen die iets willen leren uit mijn m<strong>is</strong>erie. Ik<br />
denk dan soms dat mijn m<strong>is</strong>erie dan toch nog voor iets goeds gediend heeft”<br />
2.3.1.2 Valkuil<br />
Mensen in armoede een plaats geven in de vorming, hen de dialoog laten<br />
aangaan met de deelnemers <strong>is</strong> belangrijk maar een valkuil <strong>is</strong> dat mensen in<br />
armoede zich kwetsbaar moeten opstellen en dat ze soms gekwetst worden<br />
in het proces.<br />
Je kan niet 100% zeker zijn dat het fragiel, broze evenwicht tussen delen<br />
van kenn<strong>is</strong> en het geconfronteerd worden met eigen zeer (negatieve<br />
ervaringen) bewaard wordt. Dit <strong>is</strong> één van de valkuilen waar we rekening mee<br />
moeten houden.<br />
Moeten we mensen die in armoede leven afschermen? Moeten we hen altijd<br />
bevestigen in eigen ervaringen of vooroordelen? Moeten we de dialoog<br />
vermijden om mensen die in armoede leven te beschermen? We geloven van<br />
niet.<br />
Mogen we hen vragen te geloven dat andere mensen willen bijleren,<br />
openstaan voor nieuwe kenn<strong>is</strong> en inzichten? We denken van wel!<br />
Wanneer mensen in de vereniging/welzijnsschakel mee aan de slag gaan, hun<br />
eigen leven en problemen in de hand nemen en zoeken naar oplossingen en<br />
alternatieven, dan hebben zij iets te bieden. Deze ervaringen en kenn<strong>is</strong> zijn<br />
van onschatbare waarde om tijdens de vormingen in te brengen. Wat het<br />
betekent om in armoede te leven, kan niet door anderen ingebracht worden<br />
en geeft een diepere dimensie aan je vorming.<br />
18
Maar… Tijdens vormingen kunnen zeer kwetsende ervaringen terug<br />
opgerakeld worden of mensen geraakt worden in hun zijn. We moeten ons<br />
real<strong>is</strong>eren dat we dit niet steeds kunnen vermijden. Als werking moet je je<br />
hiervan bewust zijn en als je samen aan de slag gaat hier rekening mee<br />
houden.<br />
Zoals reeds eerder vernoemd moet er een constante aandacht zijn voor<br />
moeilijke momenten tijdens vormingen. Dit zowel in de voorfase, tijdens de<br />
vorming als tijdens de nabespreking en opvolging.<br />
Waar mensen met elkaar in gesprek gaan en de ruimte gecreëerd wordt om<br />
vooroordelen te bevragen, ontstaat de kans dat mensen gekwetst worden.<br />
We denken dit niet volledig te kunnen vermijden, maar dit moet op voorhand<br />
benoemd en besproken worden. Op deze manier dien je naast de<br />
verwachtingen ook stil te staan bij en tijd te maken voor de persoon/de mens<br />
tijdens het geven van vormingen:<br />
- Wat kunnen we afspreken zodat je je kan beschermen tegen of<br />
tijdens moeilijke momenten?<br />
- Wat zijn voor jou moeilijk bespreekbare onderwerpen?<br />
- Wat verwacht je van de medewerker wanneer je blokkeert of het<br />
onderwerp te gevoelig ligt?<br />
- Kunnen we iets afspreken om tijdens de vorming rekening te houden<br />
met elkaar?<br />
“Het was voor mij wel een voordeel dat we elkaar al een lange<br />
tijd kenden. Binnen de vereniging hebben we samen al wel wat<br />
gedaan. Ik weet hoe jij op de zaken reageert en ik heb het<br />
gevoel dat je me niet in de steek zal laten. Ik weet<br />
ondertussen ook wel dat je me niet kunt beschermen tegen alle<br />
kwaad of vooroordelen, maar ik weet wel dat je me niet in de steek zal laten.<br />
Ook al moet je eerst lu<strong>is</strong>teren naar de anderen. Ik heb er wel vertrouwen in.”<br />
Als vereniging/medewerker, maar ook als persoon die in armoede leeft moet<br />
je je engageren om samen op weg te gaan. Om tijdens de vormingen rekening<br />
te houden met ieders gevoelens en kwetsbaarheid. Je moet als medewerker<br />
ervan bewust zijn dat dit niet gemakkelijk <strong>is</strong> en dat tijdens de vormingen<br />
mensen kunnen gekwetst worden. Het <strong>is</strong> belangrijk dat mensen die in<br />
19
armoede leven weten dat je <strong>geen</strong> waterdichte garanties hebt. Het benoemen<br />
en een gesprek hierover aangaan <strong>is</strong> het minimale wat je kan doen en wordt als<br />
zeer belangrijk ervaren.<br />
We gaan ervan uit dat je je engageert om samen aan deze weg te timmeren<br />
en er op moeilijke momenten voor elkaar te zijn. Kwetsuren tegen houden<br />
kunnen we niet, anderzijds hebben we reeds geleerd dat mensen ook zelf<br />
lessen trekken uit zulke situaties.<br />
“Ik weet wel dat jullie mij willen beschermen en dat ik tijdens<br />
een vorming niet het achterste van mijn tong moet laten zien.<br />
Maar jullie vergeten soms wat het voor mij betekent om mee in<br />
gesprek te mogen gaan met die hulpverleners, ik haal daar ook<br />
veel kracht uit! Ik leer ook heel veel uit wat de anderen<br />
zeggen. Soms kan het ook veel pijn veroorzaken, maar op het einde van de rit<br />
ben ik toch content dat ik dit mee kan en heb mogen doen.”<br />
2.3.1.3 Rol als medewerker<br />
Het <strong>is</strong> belangrijk om als werking stil te staan bij je eigen mogelijkheden.<br />
Soms hou je de boot af omdat je al snel denkt dit niet te kunnen, niet over<br />
de nodige competenties te beschikken. Ook als werking heb je verwachtingen<br />
naar de medewerker die samen met mensen in armoede vorming geeft.<br />
Dat je twijfelt aan je competenties of dat er m<strong>is</strong>schien te hoge<br />
verwachtingen gesteld worden, mogen <strong>geen</strong> obstakel zijn of blijven.<br />
Natuurlijk worden er verwachtingen gesteld als je als<br />
vereniging/welzijnsschakel vorming geeft, ook als vereniging/welzijnsschakel<br />
kan je deze verwachtingen zo groot maken, waardoor je niet meer aan de<br />
slag durft.<br />
Is er niemand binnen de vereniging/welzijnsschakel die ervaring heeft in het<br />
geven van vormingen? Bouw dan stapsgewijs deze kenn<strong>is</strong> op. Bekijk wat je<br />
hier als werking voor nodig hebt. Informeer je bij andere werkingen. Soms<br />
lijkt het alles of niets te zijn, maar Rome <strong>is</strong> ook niet in één dag gebouwd.<br />
Stel een stappenplan op, investeer en informeer je!<br />
20
- Wees je bewust van je rol als medewerker. Als het over vorming gaat,<br />
wat wordt er dan van wie verwacht?<br />
- Welke rol heeft de groeps-/bas<strong>is</strong>werker? Wat <strong>is</strong> gelijklopend en<br />
verschillend met het geven van vorming?<br />
- Er <strong>is</strong> een verschil van inbreng en afspraken wanneer je naar de<br />
burgemeester stapt om meer aandacht te vragen voor speelpleintjes,<br />
… dan mee het woord nemen in een vorming.<br />
“Als groepswerker probeer ik tijdens de samenkomsten ervoor<br />
te zorgen dat iedereen zijn zeg kan doen. Dat er naar elkaar<br />
gelu<strong>is</strong>terd wordt. Dat ieders mening gerespecteerd wordt. Ik<br />
ben er dan voor alle deelnemers aan deze vergadering.<br />
Wanneer ik vorming geef ben ik vooral bezig met de inhoud.<br />
Wat moeten we de curs<strong>is</strong>ten meegeven, hoe kunnen we hen aan het denken<br />
zetten. Ik streef er vooral naar dat zij op het einde van de vorming iets<br />
bijgeleerd hebben over armoede. Ik heb ook aandacht voor het respectvol<br />
omgaan met elkaar. Van mijn tandempartners (mensen in armoede) verwacht<br />
ik tijdens de vorming dat zij mee deze weg bewandelen. Dat ze er mee van<br />
uitgaan dat deze curs<strong>is</strong>ten komen om iets te leren. Voordien nemen we de<br />
tijd voor elkaar, maar tijdens de vorming richt ik mij toch het sterkst op de<br />
curs<strong>is</strong>ten.”<br />
“Ik ken de groepswerker nu al wel een paar jaar. Vooraleer we<br />
vorming gingen geven aan de VDAB, hebben we een heel<br />
gesprek gehad. Hij zei dat hij tijdens de vorming er vooral was<br />
voor de curs<strong>is</strong>ten. Dat hij zorg wil dragen, dat er respectvol<br />
gelu<strong>is</strong>terd wordt naar ieders inbreng. Ik vond dit wel raar,<br />
maar eigenlijk doet hij tijdens de vorming met de curs<strong>is</strong>ten wat hij tijdens<br />
de groepsbijeenkomsten voor de groep doet. Ik ben blij dat we het daar over<br />
gehad hebben. Ik zou mij m<strong>is</strong>schien anders op een bepaald moment in de<br />
steek gelaten hebben kunnen gevoeld.”<br />
We vinden het belangrijk dat de rol van de medewerker uitgeklaard en<br />
uitgesproken wordt. Dat hier vooraf bij stil gestaan wordt.<br />
21
2.3.2 De vorming<br />
Bij het geven van een vorming komt heel wat kijken. We onderscheiden drie<br />
belangrijke stappen. De voorbereiding, het geven van de vorming en de<br />
nabespreking.<br />
De vormingsmodules die gemaakt werden door <strong>Armoede</strong> In-zicht kunnen<br />
gebruikt worden als bas<strong>is</strong>. Maar de praktijk leert ons dat iedere<br />
vormingsvraag het best op maat beantwoord wordt. Dat de inhouden/kaders<br />
onderbouwd moeten worden met de ervaringen/kijken van zowel de mensen<br />
die in armoede leven (die mee vorming geven) als de dynamiek binnen de<br />
vereniging/welzijnsschakel. <strong>Vorming</strong> <strong>is</strong> dus <strong>geen</strong> <strong>bandwerk</strong>.<br />
Bij deze drie stappen formuleren we enkele aandachtspunten /tips. Dit deel<br />
dient verder uitgewerkt.<br />
2.3.2.1. De voorbereiding<br />
Bij de voorbereiding komen verschillende aspecten kijken.<br />
- De vormingsaanvraag moet duidelijk zijn. Het voor wie, waarover en<br />
waarom?<br />
- De inhoud moet vooraf doorgepraat en afgestemd worden op de ervaringen<br />
van zij die mee de vorming geven.<br />
- Wat <strong>is</strong> er nodig om je goed te voelen tijdens een vorming?<br />
- Van getuigen tot verwoorden van eigen kijk.<br />
Aan wie, waarover en waarom?<br />
Dit zijn drie vragen die naar onze mening bij iedere voorbereiding aan bod<br />
moeten komen. Deze vragen geven je ook een kader om stil te staan bij<br />
ieders verwachtingen en de kans om deze op elkaar af te stemmen. Dit dus<br />
niet enkel met de vormingaanvrager, maar ook dienen deze vragen intern en<br />
samen besproken te worden.<br />
De uitw<strong>is</strong>seling hierover geeft ieder (medewerker, mensen die in armoede<br />
leven en mee vorming geven) de kans om ook de onderlinge verwachtingen op<br />
elkaar af te stemmen.<br />
Aan de inhoudelijke invulling van de vorming gaat deze uitklaring vooraf.<br />
Naast de verwachtingen van de vormingsaanvrager dienen de eigen<br />
verwachtingen benoemd te worden. Dit eerst en vooral ten aanzien van de<br />
22
vormingsaanvrager maar eveneens in functie van het samen vorming geven.<br />
Het zijn zaken die niet over het hoofd mogen gezien worden;<br />
Met de vormingsaanvrager kan dit via mail of telefoon, maar het kan ook<br />
aangewezen zijn om op voorhand een afspraak te maken om deze<br />
‘vormingsverwachtingen’ uit te klaren.<br />
Deze informatie vormt een goede bas<strong>is</strong> om de vorming voor te bereiden.<br />
Niet alleen voor de medewerker, maar eveneens voor die mensen die mee<br />
vorming gaan geven. De verwachtingen dienen in de voorbereiding samen<br />
besproken te worden.<br />
- Aan WIE je vorming gaat geven, voor wie <strong>is</strong> de vorming bedoeld?<br />
Deze vraag dien je jezelf te stellen om de vorming goed te kunnen<br />
voorbereiden maar ook om na te gaan wat je van de vorming mag verwachten.<br />
Het <strong>is</strong> een groot verschil als je aan hulpverleners, leerlingen 6de studiejaar,<br />
leraren in opleiding of … vorming gaat geven. Het <strong>is</strong> goed om je hiervan<br />
bewust te zijn.<br />
- Het onderwerp WAAROVER de vorming dient te gaan verdient eveneens de<br />
nodige aandacht. Hebben we genoeg ervaring bij dit onderwerp?<br />
Wanneer het thema aansluit bij je eigen ervaringen dan zal de vorming<br />
sterker zijn.<br />
Het kan een keuze zijn om enkel vormingen te geven over die onderwerpen<br />
die in de vereniging besproken worden.<br />
Zeg dus niet overal ja op, maar bekijk onderling of je op de vraag en de<br />
verwachtingen van de vormingsaanvrager een antwoord kan geven.<br />
- Het WAAROM je vorming gaat geven. Wat wil je met de vorming bereiken?<br />
Ook dit <strong>is</strong> een aandachtspunt in de voorbereiding.<br />
Wil je bv mensen laten stilstaan bij armoede en hun vooroordelen of wil je bv<br />
dieper ingaan op de houding van deelnemers. Dit maakt dat je andere zaken<br />
opneemt in de vorming en andere verwachtingen voorop stelt.<br />
In het begin (enkele jaren geleden) stond ik hier niet bij stil.<br />
Ik ging ervan uit dat bij de voorbereiding het bespreken van<br />
deze verwachtingen <strong>geen</strong> meerwaarde betekende. Ik wilde de<br />
groepsleden hier niet mee overvallen of lastigvallen. De<br />
inhoudelijke uitwerking was mijn uitgangspunt. Ik heb geleerd<br />
met schaai en schande dat er m<strong>is</strong>verstanden rijzen wanneer je hier niet over<br />
23
praat. Ik weet nog een keer dat mensen van de groep ervan uitgingen dat er<br />
automat<strong>is</strong>ch naar hen gelu<strong>is</strong>terd ging worden. En dat de deelnemers<br />
openstonden voor onze kijk. Dit was echter niet het geval. We werden ju<strong>is</strong>t<br />
gevraagd om hen te laten zien dat niet iedereen op dezelfde manier naar de<br />
wereld kijkt.<br />
Tijdens deze vorming hadden er verschillende conflicten plaats die vooral de<br />
vooroordelen van de deelnemers duidelijk maakten. Ik had dit verwacht en<br />
vond dit niet zo negatief. Dat was uiteindelijk de bedoeling van de vorming,<br />
voor enkele groepsleden was dit niet zo makkelijk. Zij konden die uitspraken<br />
van de deelnemers niet plaatsen. Tijdens de nabespreking hebben we hier<br />
lang bij stilgestaan. We spraken af om in de toekomst bij de voorbereiding<br />
hierover ook het gesprek aan te gaan.“<br />
De inhoud en ieders inbreng moet vooraf doorgepraat worden<br />
Over inhoud en inbreng werden volgende zaken geformuleerd door mensen in<br />
armoede die deelnemen aan de vormingen. Zij verwachten een goede<br />
voorbereiding en nabespreking waar ieder zijn hart kan luchten, vragen kan<br />
stellen of feedback kan krijgen.<br />
1. Inhoud<br />
Het <strong>is</strong> belangrijk om op voorhand een goed overzicht te hebben van wat er<br />
tijdens de vorming wordt gepland. Ook <strong>is</strong> het goed om bepaalde theoret<strong>is</strong>che<br />
kaders op voorhand door te praten. Mensen hebben anders het gevoel dat ze<br />
er voor niets bijzitten. Het hebben van deze informatie vinden ze zeer<br />
belangrijk. Onderling hierover van gedachten w<strong>is</strong>selen <strong>is</strong> tevens een goede<br />
manier om je concreet voor te bereiden op mogelijke vragen of om te weten<br />
waar er tijdens de vorming rekening mee moet gehouden worden.<br />
2. Inbreng<br />
Het <strong>is</strong> goed om hierbij op voorhand stil te staan. Het <strong>is</strong> goed dat de<br />
medewerker verwoordt wat hij verwacht. Zeker in het begin <strong>is</strong> het<br />
belangrijk om samen eens te oefenen. “Wat zou je hierop kunnen of willen<br />
zeggen?”. “Mag ik vragen of jij naar de ouderavond gaat in de school van je<br />
kinderen, en waarom wel of niet?”.<br />
Door hier samen (medewerker en mensen in armoede) tijd voor te maken,<br />
geraak je meer en meer op elkaar afgestemd en groeit ook de onderlinge<br />
betrokkenheid.<br />
24
Van getuigen tot het verwoorden van eigen kijk…<br />
De inbreng en deelname van mensen in armoede aan de vorming kan op<br />
verschillende manieren ingevuld worden:<br />
- Mensen in armoede kunnen een getuigen<strong>is</strong> of een armoede-ervaring<br />
inbrengen op een welbepaald moment in de vorming<br />
- Hij of zij kan haar of zijn ervaring en v<strong>is</strong>ie meedelen op een<br />
vastgelegd moment. Om dan hierover in gesprek te gaan met de<br />
curs<strong>is</strong>ten. (Je kan dit dan concreet voorbereiden)<br />
- Je kan als persoon in armoede de werker de toestemming geven om<br />
naar je mening, ervaringen of beleving te vragen op een moment dat<br />
een vooraf afgesproken onderwerp aan bod komt.<br />
- Maar je kan op elk moment zelf het woord vragen om eigen<br />
ervaringen, kijk en beleving in te brengen, wanneer het je belangrijk<br />
lijkt.<br />
Wij willen <strong>geen</strong> rangorde inbrengen. Het <strong>is</strong> wel belangrijk om hier (zeker in<br />
het begin) bij stil te staan. Sommige mensen zoeken meer zekerheid en<br />
anderen willen liever op hun eigen manier op de zaken inspelen. Ook hier<br />
dient er op maat gewerkt te worden. Verschillende p<strong>is</strong>tes zijn dus<br />
tegelijkertijd mogelijk.<br />
Essentieel hierbij <strong>is</strong> dat de mensen met armoede-ervaring een goed zicht<br />
hebben op de inhoudelijke planning van de vorming. Dat zij weten wanneer<br />
welke thema’s, opdrachten, theorieën, … aan bod komen. Wat er afgesproken<br />
werd en wat er van hen verwacht wordt.<br />
Het <strong>is</strong> belangrijk dat de werker zich ook aan deze afspraken houdt en<br />
wanneer hij wil afwijken van de vooropgestelde planning, dit ook kort<br />
overlegt met hen.<br />
Naast een goede voorbereiding kan het werken met een ppt-presentatie<br />
(PowerPoint) ook voor mensen in armoede een meerwaarde betekent. Zo<br />
kunnen zij de structuur van de hele vormingsdag mee opvolgen.<br />
“De eerste keren dat ik mee vorming ging geven, hadden we<br />
alles uitgeschreven en las ik m’n tekst voor. Dit gaf me meer<br />
zekerheid. Ik w<strong>is</strong>t die eerste keren niet hoe ik eraan moest<br />
beginnen en wat ik ervan moest verwachten. Nu voel ik me<br />
zekerder en probeer ik m’n verhaal op mijn manier te vertellen.<br />
25
Ik vind het nu ook makkelijker wanneer we een gesprek kunnen hebben met<br />
de curs<strong>is</strong>ten, maar in het begin was het wel anders.”<br />
Wel willen we oproepen om tijdens de vorming ‘de dialoog’, de interactie<br />
tussen mensen in armoede en curs<strong>is</strong>ten zoveel als mogelijk te stimuleren. Een<br />
vorming kan voor ons niet enkel bestaan uit het brengen van getuigen<strong>is</strong>sen.<br />
Er dient ruimte voor uitw<strong>is</strong>seling en dialoog te zijn. Een getuigen<strong>is</strong> in een<br />
vorming mag niet iets stat<strong>is</strong>ch worden, niet op zich staan. Een getuigen<strong>is</strong><br />
wordt gebracht vanuit een ervaring. Het <strong>is</strong> belangrijk om over deze<br />
ervaring/beleving in dialoog te gaan.<br />
Het zijn ju<strong>is</strong>t deze uitw<strong>is</strong>selingsmomenten die een grote meerwaarde<br />
betekenen. Het zijn momenten die beklijven en de curs<strong>is</strong>ten aan het denken<br />
zetten.<br />
Het <strong>is</strong> de rol van de werker en/of ervaringsdeskundige om deze dialogen te<br />
begeleiden en daar waar er kortsluitingen ontstaan om toelichting te vragen<br />
of vanuit eigen kader een terugkoppeling te maken.<br />
Een ander aandachtspunt voor ieder van ons <strong>is</strong>: ‘Hoe breng je gepast iets in?’.<br />
Sommige ervaringen zijn overweldigend. Andere momenten kan er een gevoel<br />
ontstaan bij de deelnemers van ‘Dat <strong>is</strong> een goeie arme.’, wanneer medeleven<br />
de bovenhand neemt. Op zichzelf <strong>is</strong> hier m<strong>is</strong>schien niets m<strong>is</strong> mee. Maar het<br />
blijft belangrijk om vanuit de individuele getuigen<strong>is</strong> genoeg ruimte te<br />
creëren om te komen tot de maatschappelijke uitsluitingsmechan<strong>is</strong>men, waar<br />
mensen in armoede mee geconfronteerd worden. Een getuigen<strong>is</strong> kan zo<br />
beklijvend zijn, dat deelnemers deze verbreding niet meer kunnen zien of<br />
maken.<br />
“Ik versta die mevrouw wel. Ik zou in haar plaats ook niet<br />
meer naar school gaan. Maar al die andere die dat niet hebben<br />
meegemaakt, waar zitten die dan?”<br />
Wat <strong>is</strong> er nodig om je goed te voelen in een vorming?<br />
Zelf grenzen stellen. Het <strong>is</strong> belangrijk om bij de voorbereiding ook afspraken<br />
te maken over ieders inbreng. Als je mee vorming geeft wil dit niet zeggen<br />
26
dat je alles moet vertellen. Om je goed te voelen moet je ook grenzen<br />
mogen/durven/kunnen stellen.<br />
Dit <strong>is</strong> niet voor iedereen even makkelijk. Want wat <strong>is</strong> grenzen stellen? Het <strong>is</strong><br />
dikwijls door over de grens te gaan, dat je je grenzen leert kennen. Dus een<br />
negatieve ervaring kan ook positieve gevolgen hebben.<br />
Belangrijk <strong>is</strong> dat door het samen geven van vormingen, dat er kansen gegeven<br />
en gecreëerd worden. Kansen vanuit een krachtenperspectief. Kansen die<br />
mensen kunnen nemen. Dit houdt eveneens in dat mensen leren en dat falen in<br />
de enge beteken<strong>is</strong> van het woord hier niet op zijn plaats <strong>is</strong>. De nodige<br />
veiligheid dient mee ingebouwd te worden.<br />
Belangrijk <strong>is</strong> ook dat je de dingen ten aanzien van elkaar durft benoemen.<br />
Verwachtingen dienen uitgesproken te worden en in deze context moet je de<br />
vorming kunnen evalueren en bijsturen.<br />
2.3.2.2. Tijdens de vorming<br />
Het <strong>is</strong> belangrijk om tijdens de vorming te kunnen terugvallen op die<br />
afspraken die in de voorbereiding gemaakt werden.<br />
Het <strong>is</strong> belangrijk dat mensen in armoede die mee vorming geven de eigen<br />
grenzen blijven bewaken. Afspraken tussen medewerker en mensen in<br />
armoede moeten tijdens de vorming ju<strong>is</strong>t nageleefd worden. Het kan niet zijn<br />
dat je als medewerker de mensen in armoede in de kou laat staan. Anderzijds<br />
<strong>is</strong> het eveneens belangrijk dat het duidelijk <strong>is</strong> dat je als medewerker, maar<br />
ook als mensen in armoede in vormingen een andere rol opneemt.<br />
De zorg voor de deelnemers en het creëren een leermoment staat centraal.<br />
2.3.2.3. Nabespreking<br />
Neem de tijd na een vorming om hierover te praten. Niet enkel over de<br />
inhoud: hebben de deelnemers iets opgestoken of wat <strong>is</strong> er van onze inbreng<br />
naar ons aanvoelen blijven hangen.<br />
27
In die zin kan het een meerwaarde zijn om een evaluatieformulier te laten<br />
invullen. Zo krijg je directe feedback van de deelnemers en dit geeft extra<br />
stof tot gesprek tijdens de nabespreking.<br />
Daarnaast <strong>is</strong> er ook tijd nodig om te praten over eigen ervaringen,<br />
bedenkingen, frustraties of kijken/vooroordelen over deelnemers. Zowel als<br />
medewerker als mensen in armoede die mee de vorming geven hebben<br />
indrukken over de deelnemers. Indrukken gebaseerd op inbreng en houding.<br />
Hier <strong>is</strong> niets m<strong>is</strong> mee. Soms zullen deze indrukken gelijklopend zijn, dan<br />
geeft dit ruimte tot ontlading en onderlinge (h)erkenning. Maar anderzijds<br />
kan dit ook aanleiding zijn voor een onderling gesprek over verschillende<br />
interpretaties, invulling van het<strong>geen</strong> je ziet, gehoord en gevoeld hebt.<br />
Het <strong>is</strong> ook belangrijk om niet enkel direct na de vorming tijd te voorzien om<br />
hierover van gedachten te w<strong>is</strong>selen. Het <strong>is</strong> ook goed om later, zeker wanneer<br />
je een volgende vorming voorbereidt even terug te grijpen naar eerdere<br />
ervaringen en deze opnieuw te bespreken.<br />
Je kan hierover niet genoeg praten. Zowel formele, afgesproken momenten<br />
(vergaderingen) als informele momenten (tijdens pot en pint/ tussendoor in<br />
de werking) zijn belangrijk.<br />
2.3.3. De opvolging<br />
Uit verschillende gesprekken en onze eigen ervaring stellen we vast dat er<br />
een bewustwording plaatsvindt langs de twee kanten.<br />
Deze manier van vorming geven <strong>is</strong> niet alleen belangrijk voor de deelnemers,<br />
maar zij heeft eveneens gevolgen/effecten voor mensen die in armoede<br />
leven.<br />
Mensen die in armoede leven geven aan dat ze door het meegeven van<br />
vormingen mondiger worden. Tijdens de vormingen krijgen zij zelf meer<br />
inzichten, bv hoe het er in een school of in de hulpverlening aan toe gaat.<br />
Hierdoor kan er meer begrip ontstaan bij mensen in armoede voor de<br />
anderen, zij kunnen door hierover in dialoog te gaan, situaties anders gaan<br />
inschatten.<br />
Maar dit merk je pas achteraf. Mensen met armoede-ervaring halen aan dat<br />
je deze meerwaarde alleen maar kan ervaren en dat je dit niet op voorhand<br />
kan meegeven. “Als je dit op vooraf zegt, geloven we dit toch niet!” Door mee<br />
vormingen te geven ervaren mensen in armoede dat ze krachtiger worden. In<br />
28
verschillende gesprekken geven zij aan dat ze door het mee geven van<br />
vormingen ook de andere kant leren kennen, bv taken en frustraties bij<br />
maatschappelijk ass<strong>is</strong>tenten van OCMW.<br />
Mensen die in armoede leven halen aan bewuster met een aantal zaken om te<br />
gaan.<br />
In de overleggroep ‘<strong>Vorming</strong>’ leeft de vraag: worden mensen die mee vorming<br />
geven ‘krachtiger’ of eerder ‘bewuster’? Er werd aangehaald dat mensen die<br />
in armoede leven niet automat<strong>is</strong>ch beseffen dat ze in armoede leven.<br />
Wanneer mensen in armoede zich hier niet van bewust zijn of hiervoor hun<br />
ogen sluiten dan kan deze manier van werken veel wakker maken. Hier moet<br />
je aandacht voor hebben.<br />
Het zich bewust worden van de eigen leefwereld. De verschillen met anderen<br />
vanuit de armoedecontext zien, maakt dat jezelf ook gaat stilstaan bij de<br />
eigen situatie. Dit <strong>is</strong> niet negatief, maar kan wel heel confronterend zijn.<br />
Hier dien je aandacht en de nodige zorg voor te hebben.<br />
Daarom <strong>is</strong> het belangrijk dat mensen al een tijdje meewerken in de<br />
vereniging/welzijnsschakel. Dat je onderling al genoeg gepraat hebt over wat<br />
het betekent om in armoede te leven, de verschillende<br />
leefwereldperspectieven (dat jij als medewerker een ander referentiekader<br />
hebt, niet beter of slechter maar een ander), …<br />
Door het samen geven van vorming leer je beiden (medewerker en mensen in<br />
armoede) de ‘andere kant’ beter kennen. Zo kan je mogelijks meer begrip<br />
krijgen voor de hulpverlener. Mensen gaan anders zien naar diensten, de<br />
maatschappij. Maar ook als medewerker leer je mensen in armoede beter<br />
begrijpen.<br />
Maar anderzijds schept dit verwachtingen. “Ik wil dat mijn hulpverlener<br />
respectvol met mij omgaat!”.<br />
Wanneer een dienst of de maatschappij hierin niet mee evolueert of mensen<br />
blijft uitsluiten, dan kan dit zeer frustrerend werken. Je kan je dan nog<br />
meer afgewezen voelen. Ook in de opvolging dien je hier onderling aandacht<br />
voor te hebben.<br />
Mensen die al langer mee vormingen geven, zeggen dat de veranderingen<br />
dikwijls maar heel klein zijn. En dat dit vragen oproept. “Is het dat maar wat<br />
we bereiken?”<br />
29
Het <strong>is</strong> belangrijk om hierover een gesprek aan te gaan en op zoek te gaan<br />
naar die veranderingen (hoe klein ook…) en die te blijven benoemen.<br />
Ook moet er de nodige aandacht zijn voor de ‘onmacht’ die men ervaart in<br />
het dagdagelijkse leven. Het kan zijn dat die door het geven van vorming<br />
meer in beeld komt. Een onmacht die dikwijls door werkers gedeeld wordt.<br />
Mensen in armoede halen aan dat je door het mee geven van vormingen soms<br />
ook veranderingen beter kan zien.<br />
“Doordat je meer en meer bewust wordt van armoede, kan je<br />
meer greep krijgen op je eigen leven. Op termijn ga je ook<br />
meer openstaan. Het doet je ook goed wanneer je dit ervaart.”<br />
30
3 Besluit<br />
Gaan we samen vorming geven?<br />
Er komt meer bij kijken dan je denkt. Deze brochure wil een leidraad, een<br />
wegwijzer zijn.<br />
We willen er de aandacht op vestigen dat je niet alleen moet stilstaan bij de<br />
inhoud; ‘Wat gaan we vertellen!’, maar dat je evenveel en m<strong>is</strong>schien zelfs nog<br />
meer tijd moet vrijmaken om te werken aan ‘de onderlinge dialoog’.<br />
Mensen in armoede en medewerkers van de vereniging of welzijnschakel<br />
moeten de tijd nemen om samen aan de slag te gaan.<br />
Neem samen deze brochure door. Bespreek onduidelijkheden, verwachtingen<br />
en formuleer samen tips hoe je onze aandachtspunten kan meenemen in de<br />
eigen werking.<br />
Werk samen aan deze band, de onderlinge relatie. Dit <strong>is</strong> nodig om vorming<br />
over armoede, een thema dat ons allen nauw aan het hart ligt, op een<br />
correcte en respectvolle manier te geven.<br />
Onthoud: ‘<strong>Vorming</strong> <strong>is</strong> <strong>geen</strong> <strong>bandwerk</strong>’.<br />
31
4 Contactgegevens<br />
Vlaams <strong>Netwerk</strong> van verenigingen waar armen het woord nemen:<br />
Stef Jor<strong>is</strong>sen<br />
stef.jor<strong>is</strong>sen@vlaams-netwerk-armoede.be<br />
0473 42 22 24<br />
Welzijnszorg:<br />
Cindy Put<br />
cindy.put@welzijnszorg.be<br />
02 54 82 688<br />
Danny Horemans (opgeleide ervaringsdeskundige)<br />
danny.horemans@welzijnszorg.be<br />
02 54 82 674<br />
32