DE INGENIEUR.
DE INGENIEUR.
DE INGENIEUR.
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
heuvelreeksen van Mirzapoore uitgezonderd — meer dan 40 mijlen<br />
{64 kilom.) van een spoorwegstation was verwijderd.<br />
De oppervlakte van het land, dat in 1858 uit kanalen, dus<br />
met uitzondering van de vergaarkommen, werd bevloeid bedroeg<br />
1V 2<br />
millioen acres of ruim 600,000 H.A. In 1886/87 bedroeg de<br />
geheele oppervlakte van het land dat uit publieke irrigatiewerken<br />
werd bevloeid 10,951,000 acres of bijna 6'/ 4<br />
millioen H.A.;<br />
daaraan was ten koste gelegd een kapitaal van 26,000,000 £,<br />
benevens groote sommen aan jaarlijksche inkomsten ontleend.<br />
De meerdere waarde van den oogst als een gevolg der irrigatiewerken<br />
van staatswege ondernomen, werd in het genoemde jaar<br />
geschat op 14,500,000 £.<br />
Aan eene opsomming, zelfs maar der groote werken die<br />
hiervoor moesten worden uitgevoerd, kan hier geen sprake zijn;<br />
wanneer ik er toch enkele noem blijft dus ook in dit opzicht<br />
mijne mededeeling zeer onvolledig.<br />
Van de talrijke groote bruggen kies ik die over den Indusbij<br />
Astock, in de nabijheid der samenvloeiing van eerstgenoemde met<br />
de rivier van Oaboel; die over de Hooghly boven Calcutta onder<br />
den naam van «Jubileebridge algemeen bekend en die over den<br />
Indus bij Sukkur (1).<br />
Tot de meest belangrijke spoorwegwerken kunnen verder gerekend<br />
worden te behooren: het station van den Great Indian<br />
Peninsular Railway te Bombay, het gedeelte van den spoorweg<br />
met de steile hellingen van den Bohre-Ghat tusschen Bombay<br />
en Poona, dat reeds tot de oudere werken behoort en een deel<br />
van den spoorweg naar Quetta, deel uitmakende van den North<br />
Western Railway, dat in latere jaren werd gebouwd.<br />
Tot de oudere kanalen en irrigatiewerken behooren: de<br />
Cauvery en Godavery irrigatiewerken, de oude Jumnakanalen,<br />
de Sindkanalen, het Gangeskanaal, het Baree Doabkanaal,<br />
het Kistna en Palar irrigatiesysteem, en de vergaarkommen in<br />
Madras en andere provincies. Werken van lateren tijd zijn: het<br />
Sirhindkanaal, het Sonekanaal, de Orissakanalen en bedijkingen,<br />
het kanaal van den beneden Ganges, het Agrakanaal,<br />
het Toongabhadrakanaal, de Punjab-inundatiekanalen, kleinere<br />
irrigatiewerken in Bombay, de Irrawaddy- en Sittangindijkingen,<br />
de Damoodur- en Hooghlyindijkingen, de Midnaporekanalen, de<br />
kanalen en rivierverbeteringen van Centraal Bengalen, het Buckinghamkanaal,<br />
het Pequkanaal en het Betwakanaal (2).<br />
Enkele woorden zullen voldoende zijn om aan te toonen welke<br />
buitengewone moeilijkheden bij den aanleg van sommige dezer<br />
werken moesten worden overwonnen.<br />
Aangaande de bovengenoemde spoorwerken bij Quetta vermeldt<br />
het jaarverslag der Indische spoorwegen over 1886 o. a.<br />
«Van 8 Mei 1886 of van mijlpaal 175 werd onafgebroken en<br />
zonder dat zeer groote terreinbezwaren te overwinnen waren,<br />
met het spoorleggen voortgegaan, waardoor Harnai op 1 Juli<br />
1886 en mijlpaal 201 op 1 Augustus van dat jaar werden<br />
bereikt. De hitte was gedurende al dien tijd verschikkelijk en zoo<br />
afmattend, dat het dikwijls onmogelijk scheen om met het werk<br />
voort te gaan. Het dirigeerend personeel leed vreeselijk aan<br />
koortsen; de ploegen met het spoorleggen belast moesten feitelijk<br />
iedere maand door nieuwen toevoer uit Indië worden vernieuwd,<br />
daar zij wegslonken ten gevolge van koortsen, dyssenterie<br />
en scheurbuik. Evenzeer hadden de brugmonteurs te lijden, zoodat<br />
zij gedurende 4 maanden tweemaal uit Indië moesten vervangen<br />
worden. Op 1 November 1886 bereikte het kopspoor mijlpaal<br />
224, waarbij verscheidene overgangen waren aangetroffen, waarbij<br />
zware brugliggers moesten worden opgesteld en moeilijke fundeeringen<br />
moesten worden gegraven. Hoewel in de hooger gelegen<br />
streken de hitte eenigszins afnam, werd het werk door<br />
het buitengewoon ongezonde klimaat toch vertraagd; geheele<br />
ploegen van werklieden werden gelijktijdig door koortsen, dyssenterie<br />
en scheurbuik ongeschikt om te werken.<br />
Men kan wat de eigenlijke uitvoering betreft aannemen, dat<br />
met den bouw van den spoorweg van Sibi over Harnai naar<br />
Quetta, lang 155 mijlen (250 kilometers), werd aangevangen op<br />
1 Juli 1889. De lijn heeft het nadeel dat het benedengedeelte<br />
des zomers in zulk een heet, en het bovengedeelte des winters<br />
in zulk een koud klimaat is gelegen, dat feitelijk gedurende de<br />
helft van het jaar, vooruitgang op het terrein wordt verhinderd.<br />
Dit gedeelte werd voor exploitatie opengesteld als een spoorweg<br />
met ijzeren bruggen, ijzeren bovenbouw en tunnels in 32 1 / 2<br />
(1) De laatstgenoemde brug volgens het cantilever systeem gebouwd,<br />
heeft eene wijdte van 790 Eng. voeten (241 meter) in den dag en is<br />
grootendeels uit staal vervaardigd, dat er tot een gewicht van 3300<br />
Eng. tonnen in voorkomt.<br />
(2) Memorandum on some of the results of Indian Administration,<br />
during the past thirty years of British Rule in India. 1889.<br />
•26<br />
maand, overeenkomende niet een voortgang van bijna 5 mijlen<br />
(8 kilometers) per maand, in een bergachtige streek, waar intusschen<br />
de technische moeilijkheden, hoe groot ook op zich zelf,<br />
nochtans misschien niet den grootsten hinderpaal vormden om<br />
vlug te kunnen werken.<br />
Moge eene dergelijke opeenhooping van bezwaren, als hier<br />
werd aangetroffen, ook tot de zeldzame uitzonderingen behooren,<br />
dat in Britsch-Indië dikwijls de moeilijkheden worden overtroffen,<br />
waarmede de ingenieur en aannemer in Europa kunnen hebben<br />
te kampen, lijdt geen twijfel.<br />
Zij, die het weten te waardeeren, dat een volk, dat nog zoo<br />
goed de kunst onzer voorouders, het «faire grand» — zij het<br />
ook «sans grandeur» — blijkt te verstaan, zich tevens niet<br />
schaamt over zijne misslagen, doch die openlijk erkent, zullen aan<br />
dat volk ook het trotsche bewustzijn niet misgunnen, dat spreekt<br />
uit de woorden van sir EDWARD WILLIAM WATKIN :<br />
»A11 honour to our countrymen, who can trample on such<br />
sdifficulties."<br />
18-4-10-'91. R. A. I. S.<br />
AANTEEKENINGEN UIT TECHNISCHE TIJDSCHRIFTEN.<br />
ENGINEERING, Juli 1891.<br />
(Bewerkt dooi' H. REINHOLD).<br />
Vouwklapbrug te Chicago.<br />
Een origineel en daarbij zeer practisch soort van brug, is de vouwbrug,<br />
door de heeren SHAILER en SCHNIGLAU te Chicago gebouwd over<br />
de Chicagorivier te Chicago.<br />
Het is een dubbele brug en elke klep bestaat uit twee stukken<br />
waarvan het achterste op de gewone wijze als de klep van een basculebrug<br />
om een as kan draaien en door een sector met tanden bewogen<br />
wordt. Aan de voorzijden van deze achterste kleppen zijn de<br />
voorste kleppen draaibaar bevestigd.<br />
Ter weerszijde van de kleppen bevindt zich aan eiken oever een<br />
kolom of toren van licht vakwerk van hoekijzer. Wanneer de brug<br />
neergelaten is zijn de voorste kleppen elk met vier schuine draagkabels<br />
aan de boven de brug twee aan twee vereenigde torens opgehangen.<br />
Worden nu de achterste kleppen opgedraaid dan slaan de voorste<br />
kleppen daartegen aan, zoodat de geheele ruimte tusschen de twee<br />
paar torens (18.9 M.) voor de scheepvaart open is en ruimte biedt<br />
voor het passeeren van 2 schepen.<br />
Door een bijzonder ingerichten evenwichtstoestel zijn de ongelijke<br />
momenten zoodanig opgeheven dat één man aan elke zijde van het<br />
water de brug bedienen kan. De geheele breedte van de rivier is ter<br />
plaatse van de brug 45.75 M. De breedte van de brug is op het rijvlak<br />
6.40 M. en aan weerskanten daarvan is een trottoir van 1.68 M.<br />
De kosten hebben bedragen f38400; dit wordt laag genoemd.<br />
De ontwerper was de heer HARMAN, Directeur van de Chicago<br />
scheepssleep-maatschappij.<br />
(«Engineering» 24 Juli.)<br />
Baggergrond-transportinrichting van John Price.<br />
Terwijl hier te lande langzamerhand voor het transport van baggerspecie<br />
van den baggermolen naar den aangrenzenden wal het systeem<br />
algemeen geworden is, de specie met veel water te verdunnen en dan<br />
door een buis met geringe helling te laten wegloopen, of anders de<br />
specie in bakken te vervoeren naar een elevator of jacobsladder welke<br />
zich hetzij op vaste palen of op een drijvenden ponton op één plaats<br />
bevindt, heeft de heer JOHN PRICE, de aannemer van een gedeelte van<br />
het Manchesterkanaal, een transporteur geconstrueerd tot het verwijderen<br />
van de droge specie uit den stortbak naar den wal welke zeer<br />
goed voldoet. Het is een ligger welke op twee pontons drijft en waaraan<br />
aan één eind een ladder aansluit die door een mast met spantouwen<br />
gedragen wordt en naar het beloop van den oever gesteld kan<br />
worden. De mast bevindt zich op één der pontons. Een ketting zonder<br />
eind, bekleed met een houten band of vloer, loopt rondom ligger<br />
en ladder en wordt voortdurend daaromheen bewogen door een<br />
stoommachine die zich op den anderen ponton bevindt. Alles wat op<br />
den houten vloer geworpen wordt, wordt op deze wijze naar den wal<br />
gebracht en valt van het eind van de ladder daarop neer of wel in<br />
spoorwagens welke op den wal geplaatst zijn.<br />
Naast dezen toestel ligt de baggermolen, die liefst vooruit moet baggeren<br />
en achteruit moet storten waardoor hij gelegenheid heeft heen<br />
en weer te zwenken en de vaart over de geheele breedte op diepte te<br />
brengen terwijl de stortbak zich steeds op den vloer of band ontlast.<br />
Daarbij wordt voortdurend de noodige ruimte en diepte gevormd<br />
noodig voor de beide pontons. Deze toestel wordt afgebeeld en uitvoerig<br />
beschreven in «Engineering» van 24 Juli.<br />
Peilglasinrichting van Morison.<br />
Bij hooge stoomdrukken die tegenwoordig meer algemeen worden,<br />
vermeerdert het gevaar van peilglasspringen en in dat geval is het<br />
dikwijls moeielijk tijdig genoeg de kranen te sluiten. Om dit bezwaar<br />
te voorkomen heeft de heer MORISON een inrichting bedacht die eenvoudiger<br />
is dan de meeste der tot dit doel gedane uitvindingen. Het<br />
peilglas is in de gewone vattingen aangebracht; deze bevatten de af-