Zienswijze voorontwerp BP Buitengebied Nederweert

Gemeente Nederweert
t.a.v. het College van Burgemeester en Wethouders
Postbus 2728
6030 AA Nederweert
Roermond: 1 juli 2008
Betreft: inspraak voorontwerp bestemmingplan buitengebied Nederweert
Van: mw. mr. Lieveke Duijvestijn
Kenmerk: 08.152 /LD / 292.14.4
Bijlage:
Geachte College,
Bij deze maakt de Stichting milieufederatie Limburg, mede namens de Vogelwerkgroep Nederweert
en IVN Weert e.o. gebruik van de inspraakmogelijkheid inzake bovengenoemd bestemmingsplan .
Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het voorontwerp (VBBN-2008). Een aantal
suggesties en ideeën welke door ons zijn ingebracht naar aanleiding van de eerste versie in 2007, zijn
deels overgenomen (oa een verwijzing naar het concept kwaliteitsplan Natuur en Landschap, van
2008), maar vragen ons inziens om een stevigere uitwerking. Onze zienswijze is opgebouwd rond 3
thema’s :
• Ontwikkelingsplanologie, ook voor Natuur en Landschap
• Kleine Landschapselementen
• Detailopmerkingen
1) Ontwikkelingsplanologie, ook voor Natuur en Landschap
Het VBBN-2008 is gebaseerd op ontwikkelingsplanologie, daar is ons inziens niets mis mee.
Maar als deze aanpak breed wordt toegepast op de agrarische sector, dan steekt de
ontwikkelingsvisie rond Natuur en Landschap, met name als het gaat om niet door Rijk en Provincie
aangewezen terreinen, hier zeer schraal tegen af.
Wij vragen met klem om het concept Kwaliteitsplan Natuur en Landschap van de Gemeente (een
prima verhaal van 2008, dat alleen geen status heeft omdat het (nog) niet geaccordeerd is door de
Gemeenteraad) en de financiering hiervan (bv via Groenfonds) verder uit te werken in het
bestemmingsplan.
Uit het VBBN-2008 is daarnaast onduidelijk hoe de privaatrechtelijke overeenkomst met betrekking tot
de kwaliteitsbijdrage tussen de gemeente en de initiatiefnemer zal worden vormgegeven en zal
worden nagekomen. Tevens is daarbij onduidelijk of de tegenprestatie die thans in natura wordt
geregeld alleen in de vorm van natuur wordt gerealiseerd en zo ja waar deze realisering dient plaats
te vinden. Ook voor een derde, zoals een natuurorganisatie moet duidelijk zijn hoe en waar de
tegenprestatie zal worden gerealiseerd. Het verdient dan ook aanbeveling betreffende

elanghebbende (vertegenwoordiging van natuurgelding) in het voortraject in te schakelen zodat bij
het vergunnen van een dergelijk initiatief eventuele procedures achterwege kunnen blijven.
2) Kleine landschapselementen ook belangrijk
Op de kaarten ontbreken nagenoeg alle kleine landschapselementen. Kleine bosjes of beplantingen
van meer dan een hectare zijn niet terug te vinden. Dit geldt bv voor gebiedjes zoals de Meiberg, de
lindenbeplanting aan de Houtsberg bij het Sarsven, de singel bij de Hulsenlossing / Visdijk. Er zijn
echter nog tal van andere elementen die niet op de kaart staan. Kleine landschapselementen zijn
enorm belangrijk voor de aankleding, cultuurhistorie en ecologie van een gebied. Te meer daar in de
toelichting wordt gesteld dat het behoud van landschapselementen is opgenomen in de
doelomschrijvingen van de gebiedsbestemmingen, waarbij een koppeling is gemaakt tussen de
plankaarten en de luchtfoto’s. De luchtfoto’s kunnen daarmee als uitgangspunt dienen bij het bepalen
welke landschapselementen aanwezig zijn. Blijkbaar zijn bij het koppelen van de luchtfoto’s aan de
plankaarten landschapselementen over het hoofd gezien. Wij vragen om deze gegevens correct op de
kaart in te tekenen, als waardevolle landschapselementen. De stichting Instandhouding Kleine
Landschapselementen in Limburg (IKL) beschikt overigens ook over deze gegevens.
3) Detail opmerkingen
• Gebieden als het dal van de Rietbeek en het Bientje zijn overduidelijke beekdalen. Ze zijn
fysiek en hydrologisch aanwezig en dankzij het niet al te intensieve grondgebruik zijn hier nog
prachtige zichtlijnen aanwezig. Bij de Rietbeek projecteert de gemeente een bouwblok dwars
over de beek en wordt er ruimte voor een nieuwe truffelkwekerij geschapen op een plaats
waar dit volgens ons echt niet past.
• De begrenzing rond de Banen is logisch qua POL indeling. Hier is echter ook een
hydrologische bufferzone en een extensiveringgebied aangegeven. Door op deze zones te
anticiperen door dit agrarisch gebied met waarden ontwikkelingszone groen te maken wordt
recht gedaan aan de bescherming die dit Natura 2000 gebied heeft.
• Wij willen u de suggestie doen vast te anticiperen op de plannen rond de crossbaan. De
inrichting immers wordt al uitgewerkt en de grondaankoop is reeds uitgevoerd.
• Wat ons betreft is er een onduidelijke situatie rond de kas op de Leveroyse dijk. Deze plek
heeft u eerder zo menen wij de bestemming glastuinbouw gegeven. Hierdoor zou het areaal
glas op deze plek aanzienlijk kunnen toenemen.
• Op pagina 39 van de toelichting staat u toe dat teeltondersteunende maatregelen tot 2,5
meter hoogte toegestaan zijn in heel het agrarisch gebied. Hierdoor gaat de openheid verloren
en wordt het landschap visueel aangetast. Andere teeltondersteunende maatregelen die u
toestaat (p 64) pakken nadelig uit voor soorten die het agrarische gebied als verbindingszone
of foerageergebied gebruiken. Dit geldt ook voor de intensieve teelten. Deze pakken nadelig
uit voor zoogdieren zoals dassen en vogels. Dit probleem lijkt oplosbaar door kwetsbare

locaties die nu een agrarische aanduiding hebben om te zetten naar een agrarische met
natuurwaarden en deze mogelijkheid niet meer van toepassing te laten zijn op deze categorie.
• U bent van plan windturbines toe te staan tot 20 meter hoogte op de LOG’s. Wij wijzen u erop
dat de LOG’s grenzen aan open gebieden die voor vogels belangrijk zijn. Wij zijn bang dat
windmolens van deze hoogte veel slachtoffers onder vogels zullen gaan maken. Ook al heeft
de provincie geen gebieden aangewezen waar clustering van minimaal drie windturbines
mogelijk is, gelet op de nieuwe Wro zal dit wel in het bestemmingsplan geregeld moeten zijn.
• Op pagina 13 van de toelichting ontbreekt in de beschrijving dat het hier gaat om
zwakgebufferde vennen die onder Natura 2000 wetgeving vallen.
• De begrenzing van de hondensport aan de Banendijk komt niet overeen met de inrichting van
het terrein.
• Ten slotte vragen wij nog om verduidelijking inzake de volgende terminologie.
In artikel 1.1.13 bijgebouw. Het verdient aanbeveling ook de functie van het gebouw mee te
nemen naast de constructie of afmetingen.
In artikel 1.1.14 bijzondere doeleinden. Hierin ontbreekt de term maatschappelijk. Te meer
daar in andere opvolgende artikelen, zoals artikel 3.2.6 de term maatschappelijk wel wordt
genoemd. Er kan ook een aanvullend artikel komen waarbij de term maatschappelijk wordt
omschreven.
In artikel 3.1 worden de begrippen straalpad en molenbiotoop gebezigd. Het verdiend
aanbeveling deze begrippen de definiëren in bijvoorbeeld artikel 1.
Ook is de terminologie met betrekking tot watergang, kanaal en waterstaat niet duidelijk. Dit
zou verduidelijkt kunnen worden door deze begrippen te definiëren.
• Op bijvoorbeeld plankaart 1 is in de bestemming Natuur een paars omlijnd vlak ingetekend
grenzend aan een functie SA-IV. Dit paars omlijnd vlak heeft geen specifieke
functieaanduiding gekregen. Het kan ons inziens niet de bedoeling zijn dat dit vlak ook als
functieaanduiding SA-IV krijgt. De gronden met de bestemming Natuur dienen ons inziens niet
voor (uitbreiding) SA-IV gebruikt te worden.
Ten slotte willen wij nog het volgende benadrukken.
Nogmaals verzoeken wij om een verdere implementatie van het concept Kwaliteitsplan Natuur en
Landschap van de Gemeente in het onderhavige bestemmingsplan.
Daarnaast dienen met het oog op de nieuwe Wro zeker ook de provinciale doelstellingen uit het POL
2006 expliciet in het bestemmingsplan te zijn gewaarborgd. Daar het POL 2006 vanaf vandaag alleen
nog maar zelfbindend is.
Tevens willen wij met klem verzoeken om via het bestemmingsplan de emissie van de agrarische
sector in Nederweert substantieel te verlagen. De agrarische sector in Nederweert draagt immers zeer
significant bij aan de veel te hoge NH3 concentraties in Nederweert hetgeen schadelijk is voor onder
meer de Groote Peel en niet is aangetoond dat stalinnovatie de oplossing is.

Wij verzoeken u met ons te overleggen op welke wijze de genoemde zorgpunten opgelost kunnen
worden en dit overleg tijdig in te plannen. Wij hebben via uw medewerkster mevr. Philips begrepen dat
de mogelijkheid hiervoor na 3 juli bestaat.
Met vriendelijke groet,
Stichting Milieufederatie Limburg,
Ir. J.H. Heijnen
Directeur