Samenvatting 2011-2012 Financieel Management - Studiant
Samenvatting 2011-2012 Financieel Management - Studiant
Samenvatting 2011-2012 Financieel Management - Studiant
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Inhoud<br />
Inhoudsopgave<br />
1 Inleiding ......................................................................................................................................3<br />
1.1 Waarom financieel management? .......................................................................................3<br />
1.2 Inhoud .................................................................................................................................3<br />
2 Kostenanalyse .............................................................................................................................3<br />
2.1 Inleiding ..............................................................................................................................3<br />
2.2 BEGRIP “KOSTEN” ................................................................................................................3<br />
2.2.1 Definitie .......................................................................................................................3<br />
2.2.2 Kostenindeling .............................................................................................................3<br />
2.2.3 Kosten en uitgaven ......................................................................................................4<br />
2.2.4 Kosten en onkosten .....................................................................................................4<br />
2.3 KOSTENSOORTEN ................................................................................................................4<br />
2.3.1 Arbeid ..........................................................................................................................5<br />
2.3.2 Grond- en hulpstoffen..................................................................................................6<br />
2.3.3 Duurzame productiemiddelen......................................................................................7<br />
2.3.4 Grond ........................................................................................................................ 10<br />
2.3.5 Diensten van derden .................................................................................................. 10<br />
2.3.6 Belastingen ................................................................................................................ 10<br />
2.3.7 Rentekosten .............................................................................................................. 11<br />
2.4 CONSTANTE EN VARIABELE KOSTEN .................................................................................. 11<br />
2.4.1 Inleiding ..................................................................................................................... 11<br />
2.4.2 Constante kosten ....................................................................................................... 11<br />
2.4.3 Variabele kosten ........................................................................................................ 12<br />
2.5 INTEGRALE KOSTPRIJSBEREKENING ................................................................................... 12<br />
2.5.1 Variabele kosten ........................................................................................................ 13<br />
2.5.2 Constante kosten ....................................................................................................... 13<br />
2.5.3 Standaardkostprijs ..................................................................................................... 13<br />
2.6 VERSCHILLENANALYSE ....................................................................................................... 14<br />
2.6.1 Bezettingsverschillen ................................................................................................. 14<br />
2.6.2 Prijs- en hoeveelheidverschillen ................................................................................. 15<br />
2.6.3 De betekenis van de verschillenanalyse...................................................................... 16
2.7 Directe en indirecte kosten ................................................................................................ 16<br />
2.7.1 Verbijzonderingsmethoden ........................................................................................ 17<br />
2.8 BREAK-EVENOMZET en BREAKEVENAFZET ......................................................................... 19<br />
2.8.1 Inleiding ..................................................................................................................... 19<br />
2.8.2 BEA & BEO ................................................................................................................. 20<br />
2.8.3 Contributiemarge....................................................................................................... 20<br />
2.8.4 Veiligheidsmarge ....................................................................................................... 21<br />
2.9 DIRECT COSTING ................................................................................................................ 21<br />
2.9.1 Voordelen .................................................................................................................. 21<br />
2.9.2 Nadelen ..................................................................................................................... 21
<strong>Samenvatting</strong> FIM<br />
1 Inleiding<br />
1.1 Waarom financieel management?<br />
<strong>Samenvatting</strong> artikel “Facility Manager scoort met Financiele kennis”<br />
· Belangrijk om kosten te verantwoorden tov personeel/management<br />
· Vroeger was hij fin. Directeur<br />
· Finan. Infoà boekhouding<br />
NEN 2748: Kostenrubricering die door/voor iedereen gebruikt kan worden in facility sector<br />
1.2 Inhoud<br />
Wat zijn 3 redenen om kostprijzen te berekenen?<br />
· Doorbelasten mogelijk maken<br />
· Benchmarken met anderen<br />
· Eigen kosten te interpreteren<br />
Wat is benchmarken?<br />
Cijfers vgl. met andere bedrijven<br />
è Gebruik van kengetallen: m²/FTEà zo berekenen per lokaalà dan vgl.<br />
Wat is doorbelasten.<br />
De kost toerekenen aan de afdeling die de kost veroorzaakt<br />
2 Kostenanalyse<br />
2.1 Inleiding<br />
2.2 BEGRIP “KOSTEN”<br />
2.2.1 Definitie<br />
Wat zijn kosten?<br />
Hoeveelheid aangewende productiemiddelen x prijs<br />
2.2.2 Kostenindeling<br />
Hoe worden de kosten ingedeeld?<br />
1. Naar kostensoorten<br />
Vb. Arbeidskosten, kosten van diensten aan derden
2. Naar hun relatie met de productieomvang<br />
Vb. Variabel, Constante<br />
3. Naar de wijze waarop ze kunnen worden toegerekend aan een dienst of product<br />
Vb. Direct of indirect<br />
4. Naar kostenplaats<br />
Vb. Magazijn, kantoor<br />
5. Naar tijdstip van calculatie<br />
Vb. Voorcalculatie, nacalculatie<br />
6. Naar hun relatie tot alle of een gedeelte van de geleverde prestaties<br />
Vb. Integrale, differentiële<br />
2.2.3 Kosten en uitgaven<br />
Wat is het verschil tussen kosten en uitgaven?<br />
Kosten: treden altijd op voor zover in het productieproces productiemiddelen worden opgeofferd.<br />
Uitgaven: hebben te maken met de betaling van de productiemiddelen<br />
Vb. pag 11<br />
2.2.4 Kosten en onkosten<br />
Wat zijn onkosten?<br />
Kosten die vermeden konden worden, ze worden niet doelmatig gepland.<br />
è Directe en indirecte kosten<br />
2.3 KOSTENSOORTEN<br />
Vanuit de aard van het productiemiddel waaruit kosten voortvloeien<br />
à Kosten worden ingedeeld naar gelang ontstaan vanuit<br />
Voorbeeld:<br />
· Kosten van arbeid<br />
· Kosten van grond- en hulpstoffen<br />
· Kosten van duurzame productiemiddel<br />
· Kosten van grond<br />
· Kosten van diensten aan derden<br />
· Kosten van belasting<br />
· Kosten van rentekosten
2.3.1 Arbeid<br />
Wat is arbeid?<br />
Een menselijke inspanning die bijdraagt aan het productieprocesà Dienstverlenend<br />
Beloning voor arbeid?<br />
Afh. van de tijd die men werkt(tijdloon)<br />
è Vroeger stukloon: Een beloning per geleverde prestatieà Geen werk, geen arbeidskost<br />
è Stukloon is enkel bruikbaar: als de prestaties goed meetbaar zij en door de werknemer zelf in<br />
grote mate te bepalen zijn.--> productieve uren speelt dan een rol<br />
Wat is een leegloop?<br />
Er is tijdelijk geen werk voorhanden, stille uren<br />
Wat is de arbeidskost per eenheid?<br />
Hoe lang werkt een werknemer om een product of een onderdeel te vervaardigen bij een redelijke<br />
inspanning<br />
Hoe worden loonkosten bepaald?<br />
Tussen WG en WN in de betreffende branche en is vastgelegd in CAO<br />
Voorbeelden arbeidskosten?<br />
· Loonkosten<br />
· Vakantiegeld<br />
· Sociale lasten<br />
· Wervingskosten<br />
· Reiskosten<br />
Nettoloon: Het bedrag dat de WN op zijn bank krijgt overgemaakt<br />
Brutoloon: Verantwoord op de loonstrook<br />
Schematisch!!<br />
Nettoloon<br />
+ Sociale premies WN<br />
+ Loonbelasting WN<br />
=Brutoloon<br />
+ Sociale premies WG<br />
+ Overige kosten<br />
= Arbeidskosten
Wat zijn dus arbeidskosten?<br />
Brutoloon en werkgeversaandeel + aantal overige kosten<br />
Leg uit “ Arbeidskosten zijn aanzienlijk meer dan het brutoloon en de WGlasten”<br />
Afhankelijk van het type arbeidsrelatie zijn er de volgende extra kosten:<br />
· Wervingskosten/ontslagkosten<br />
· Introducite- en inwerkkosten<br />
· Opleidings-/bijscholingskosten<br />
· Reiskosten woon –werkverkeer<br />
· Overlegkosten<br />
· Overheadkosten<br />
Arbeidsvoorwaarden aanpassen aan de toenemende concurrentie en krapte op de arbeidsmarkt?<br />
· Primaire arbeidsvoorwaarden(o.a. cao-afspraken) blijven ongewijzigd<br />
· Secundaire arbeidsvoorwaarden zijn essentieel voor de profilering van het bedrijf<br />
è Opleidingsmogelijkheden, flexibele werktijden, carrièremogelijkheden<br />
è Voorzien van sec. arbeidsvoorwaarden à kostenstijging vb. personeelkosten<br />
2.3.2 Grond- en hulpstoffen<br />
Van wat zijn de kosten van grond afh?<br />
Plaats van gebruikà Grond brengt meestal geen kosten met zich mee omdat grond niet<br />
onderhouden hoeft te worden.<br />
Wat zijn grond- en hulpstoffen?<br />
De materialen en middelen die worden aangewend bij het bedrijfsproces.<br />
è Materialen en middelen worden in 1 productiegang verbruikt.<br />
Voorraadprincipes?<br />
LIFO= Last in First Out<br />
FIFO= First in First Out<br />
JIT= Just in time: Bestelling als je ze nodig hebt<br />
<strong>Samenvatting</strong> grond- en hulpstoffen?<br />
Bestaan uit de inkoopprijs van de desbetreffende stoffen en de voorraadkosten.<br />
Waarom brengt een voorraad risico’s en kosten met zich mee?<br />
· Kosten van het ruimtebeslag, rentekosten, beheerskosten<br />
· Risico van beschadiging, bederf, vernieling, veroudering<br />
· Inkoopkosten, bestelkosten en voorraadkosten kunnen soms hoog oplopen
2.3.3 Duurzame productiemiddelen<br />
2.3.3.1 Inleiding<br />
Wat zijn duurzame productiemiddelen?<br />
Als productiemiddelen zoals gebouwen, machines, inventaris, transportmiddelen, immateriële zaken<br />
als octrooien en goodwill meer dan 1 productieproces meegaan<br />
Uit wat bestaan de kosten van een duurzaam productiemiddel?<br />
· Afschrijvingen, rentekosten en complementaire kosten<br />
2.3.3.2 Afschrijvingskosten<br />
Wat is een afschrijving?<br />
Door gebruik , slijtage en veroudering van de duurzame productiemiddelen verminderen ze elk jaar<br />
in waarde,deze waardevermindering= Afschrijving<br />
Welke 4 soorten afschrijvingsmethoden hebben we?<br />
· Lineaire methode<br />
è Vast afschrijvingsbedrag<br />
· Progressieve methode<br />
è Elk jaar stijgen<br />
· Degressieve methode<br />
è Elk jaar dalen<br />
· Gebruiksmethode<br />
è De gebruikelijkeà gebruiksduur wordt in rekening gebracht<br />
IN ONZE CURSUS:<br />
- Lineaire: Afschrijven met vast percentage van de aanschafwaarde<br />
- Degressief: Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde<br />
Met wat houden we rekening?<br />
De aanschafwaarde, restwaarde, levensduur<br />
ARTIKEL: INVESTERINGEN: KOSTEN EN AFSCHRIJVINGEN<br />
Welke soorten activa hebben we?<br />
Immateriële, financiële, materiële<br />
IM: Goodwill of octrooi<br />
FIN: Dochtermaatschappij<br />
M: Machine
Wat is er belangrijk i.v.m. afschrijvingsmethode?<br />
Gedurende de gebruiksduur van het goed wordt er niet van methode gewijzigd.<br />
è Uitzonderlijke gevallen: toegestaan<br />
è Stelselwijziging<br />
Wat is de aanschafwaarde?<br />
Het bedrag dat voor het duurzame productiemiddel wordt betaald bij aanschaf.<br />
è AKP+ aankoopkosten( installatie, transport)<br />
Wat is de restwaarde?<br />
Het bedrag het duurzame productiemiddel aan het einde van de gebruiksperiode nog oplevert als<br />
het duurzame productiemiddel wordt verkocht.<br />
Wat is de technische levensduur?<br />
De periode waarin een duurzaam productiemiddel technisch gezien in staat is de gevraagde<br />
prestaties te leveren<br />
Wat is de economische levensduur?<br />
De periode waarin het economisch gezien verantwoord is een duurzaam productiemiddel te<br />
gebruiken.<br />
Wat is de jaarlijkse afschrijving?<br />
Het bedrag dat de waardevermindering van het duurzame productiemiddel in het betreffende jaar<br />
weergeeft<br />
FORMULE: (Aanschafwaarde-Restwaarde)/ Economische levensduur<br />
Wat is het jaarlijks afschrijvingspercentage?<br />
De jaarlijkse afschrijving, uitgedrukt in procenten van de aanschafwaarde<br />
FORMULE= jaarlijkse afschrijving/aanschafwaarde x 100%<br />
Wat is de boekwaarde?<br />
De aanschafwaarde verminderd met het bedrag van de afschrijving<br />
OEF!!<br />
2.3.3.3 Rentekosten<br />
Wat zijn rentekosten?<br />
Kosten die we moeten betalen bij aanwending van vreemd vermogen
Wat is het Rente principe?<br />
Bij het aanwenden van EV missen we de renteopbrengst van het geïnvesteerde vermogen die we wel<br />
hadden kunnen ontvangen bij een rentegevende beleggingà Rente die we missen is een kostenpost<br />
Hoe bereken we de rentekosten?<br />
1. Rente over de boekwaarde aan het begin van het jaar<br />
2. Rente over het gemiddeld geïnvesteerde vermogen of over de gemiddelde boekwaarde<br />
gedurende de geplande periode<br />
Geïnvesteerd vermogen?<br />
(Aanschafwaarde+ Restwaarde)/2<br />
Rente geïnvesteerd vermogen?<br />
(Aanschafwaarde+Restwaarde)/2 x rentepercentage<br />
OEF<br />
2.3.3.4 Complementaire kosten<br />
Wat zijn complementaire kosten?<br />
Kosten van een duurzaam productiemiddel behalve: afschrijvingskosten en rentekosten<br />
Oef pag 21!<br />
2.3.3.5 Berekenen van de economische levensduur<br />
Wat is het verschil tussen economische en technische levensduur?<br />
Economische is korter dan de technischeà door bijkomende kosten of complementaire kosten<br />
Complementaire kosten: Kosten om een duurzaam productiemiddel te laten werken, zoals<br />
onderhoud, energieverbruik..<br />
Economisch levensduur: Niet economisch verantwoord<br />
Technische levensduur: Tot levensduur is bereikt, machine produceert niet meer
2.3.4 Grond<br />
Uit wat bestaan kosten van grond?<br />
Rentekosten of uit pacht<br />
Wat is grond?<br />
Geografische ruimtebeslag door het bedrijf<br />
Eigenschap: De grond verminderd niet in waarde door het gebruikà eeuwigdurend<br />
productiemiddelà geen afschrijving<br />
Kosten van grond hangen af van?<br />
Sterk plaatsgebonden<br />
Winkels: veel per m²<br />
Industrieterrein aan snelweg: minder per m²<br />
è Keuze van een vestigingsplaats is voor dienstverlenende bedrijven belangrijkà goede<br />
bereikbaarheid voor de klant speelt belangrijke rol<br />
2.3.5 Diensten van derden<br />
Wat zijn diensten van derden?<br />
Deze kosten zijn direct afleesbaar van de rekening van het dienstverlenend bedrijf.<br />
Kosten voor het inroepen van de hulp van derden: onderhoud, adviezen, schoonmaak<br />
Vraag die centraal staat: Uitbesteden of zelf doen<br />
è Op maat aankoopbaar<br />
2.3.6 Belastingen<br />
Welke soorten belastingen hebben we?<br />
· Belasting op winst<br />
· BTW<br />
· Kostprijsverhogende belastingen<br />
Wat zijn kostprijsverhogende belastingen?<br />
Indirecte, objectieve belastingenà op diensten en goederen<br />
(Accijnzen en invoerrechten)<br />
Wat is BTW?<br />
Indirecte belastingà Belasting op toegevoegde waarde
à Op producten die niet van primair levensbelang zijn<br />
Wat is belasting op winst?<br />
Een directe belasting : Vermogens- en inkomensbelasting<br />
à Op natuurlijke personen<br />
Van wat zijn alle belastingen afhankelijk?<br />
Tariefstelling van de overheid: Onroerende voorheffing, zuiveringslasten<br />
Wat is de eigenschap van deze kostenpost?<br />
Onvermijdelijkà deze belastingen worden opgenomen in de kostprijs van producten/diensten<br />
Maar!<br />
Er zijn ook belastingen die geen kostenpost zijn.<br />
BTW= hoort niet tot kostprijs maar is een verkoopprijsverhogende belasting<br />
Winstbelasting= De belastingheffing is afhankelijk van het bedrijfsresultaat<br />
è Creatief omspringen met laag houden van bedrag aan winstbelasting door kunstmatig<br />
verhogen van de kosten<br />
2.3.7 Rentekosten<br />
Hoe komen we aan rentekosten?<br />
Men gebruikt vermogenà financieringkost<br />
Bij VVà betalen van rente<br />
Bij EVà verkrijgen van rente<br />
2.4 CONSTANTE EN VARIABELE KOSTEN<br />
2.4.1 Inleiding<br />
Hoe kan men de kosten onderverdelen i.v.m. productieomvang?<br />
· Constante kosten: Kosten afh. van productieomvang<br />
· Variabele kosten: Kosten die variëren als de productieomvang verandert<br />
àVan belang bij kostprijsberekeningen<br />
2.4.2 Constante kosten<br />
Wat zijn constante kosten?<br />
Kosten die samenhangen met een bepaalde productiecapaciteit
Kosten die gedurende een bepaalde periode onafhankelijk zijn van de bezettingsgraad<br />
Vaste kosten : Ze reageren niet op verandering in productieomvang of in bedrijfsdrukte<br />
Vb. Grond, gebouwen, machines<br />
Wanneer veranderen constante kosten?<br />
· Een verhoging van het rentepercentage<br />
· Prijswijziging tijdens periode: Huurverhoging van pand, verhoging loonkosten door CAOstijging<br />
Waarom zegt men soms “Constante kosten= capaciteitskosten”?<br />
Soms veranderen de constante kosten door een verandering van de omzet<br />
è Omzet neemt zo sterk toe dat capaciteitgrens wordt overschreden<br />
2.4.3 Variabele kosten<br />
Wat zijn variabele kosten?<br />
Kosten die wel wijzigen als de productie omvang verandert.<br />
Bij een hogere of lagere bezettingsgraag(capaciteitsbenutting) zijn de variabele kosten ook meer of<br />
minder.<br />
Van wat zijn de variabele kosten nog afh?<br />
Hoeveelheid producten die men maakt.<br />
Voorbeelden: Energie-, materiaal-, en grondstoffenverbruik en stukloon van medewerkers<br />
Stukloon: Hoe meer stukken , hoe meer loon<br />
2.5 INTEGRALE KOSTPRIJSBEREKENING<br />
Wat is de integrale kostprijsberekening?<br />
Alle kosten van de productie bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal producten.
Nadeel: Houdt geen rekening mee dat een gedeelte van de totale kosten een constant karakter heeft<br />
en dat een ander deel variabel is.<br />
è Elke periode een andere integrale kostprijs<br />
2.5.1 Variabele kosten<br />
Wat zijn variabele kosten?<br />
Totale Variabele kosten/ Werkelijke productie<br />
TVK/ WP<br />
Wat is het karakter van variabele kosten?<br />
Normatief en taakstellend: Het zijn de toegestane variabele kosten per eenheid product<br />
è De variabele kosten per eenheid mogen achteraf niet hoger worden dan de vooraf<br />
berekende variabele kosten per eenheid product<br />
2.5.2 Constante kosten<br />
Wat zijn constante kosten?<br />
TCK/NP<br />
Totale constante kosten/ normale productie<br />
2.5.3 Standaardkostprijs<br />
Wat is de standaardkostprijs?<br />
De som van de noodzakelijke of toegestane constante en variabele kosten per eenheid product.<br />
Wat is het doel van standaardkostprijsberekening?<br />
· Grondslag voor de verkoopprijs: VKP = SKP + WINSTMARGE(BTW)<br />
· Maatstaf voor kostenbewaking en resultatenanalyse<br />
· Norm waaraan de diensten van derden kunnen worden afgemeten<br />
· Nagaan of winst wordt gehaald of verlies op een specifieke transactie
2.6 VERSCHILLENANALYSE<br />
Wat is de standaardkostprijs?<br />
Voorcalculatie<br />
Wat is voorcalculatie?<br />
Kostenberekening die gemaakt wordt voor aanvang van de productie<br />
Wat is de nacalculatie?<br />
De werkelijke verbruikte hoeveelheden en de werkelijke betaalde prijzen zijn dan bekend.<br />
Wat is het verschil tussen voor- en na calculatie?<br />
Calculatieverschil: budgetverschil of begrotingsverschil<br />
Welke verschillen kunnen optreden tussen de werkelijke kosten en de standaardkostprijs?<br />
· Bezettingsverschillen<br />
· Prijsverschillen<br />
· Hoeveelheidsverschillen<br />
2.6.1 Bezettingsverschillen<br />
Wanneer zijn er bezettingsverschillen?<br />
è Deze treden op vanwege de wijze van berekenen van de vaste kosten<br />
= Wanneer de werkelijke productieomvang kleiner is dan de NP, worden de CK per eenheid product<br />
niet vaak genoeg in de kostprijs opgenomen om het totale bedrag van de CK te dekken<br />
Hoe noemt men tekort aan kostendekking?<br />
Onderbezettingverlies: WPNP, worden de CK per eenheid product te vaak doorberekend in de kostprijs. Het<br />
totale bedrag aan doorberekende kosten vormt een groter bedrag dan de TCK in werkelijkheid<br />
Hoe noemt men het overschot aan C kostendekking?<br />
Overbezettingwinst: WP>NP<br />
Wat is de formule van het bezettingverschil?
<strong>Samenvatting</strong> bezettingsverschillen?<br />
Bezettingsverschillen betreffen dus de benutting van de capaciteitsbepalende factoren<br />
2.6.2 Prijs- en hoeveelheidverschillen<br />
Wanneer treden deze verschillen op?<br />
Bij nacalculatie van de variabele kosten per eenheid product<br />
Hoe wordt prijsverschil berekend?<br />
Over de werkelijk verbruikte hoeveelheden materiaal en arbeid<br />
Hoe worden prijsverschillen duidelijk?<br />
Wanneer men de werkelijke inkoopprijzen of de loontarieven vergelijkt met de prijzen die in het<br />
budget of in de standaardkostprijs zijn gebruikt<br />
Wat is de formule van het prijsverschil?<br />
Hoe worden de hoeveelheidverschillen duidelijk?<br />
Door de hoeveelheden verbruikte materialen of het aantal gewerkte manuren te vergelijken met de<br />
gebudgetteerde hoeveelheden<br />
Wat is de formule voor het hoeveelheidverschil?<br />
<strong>Samenvatting</strong> prijs en hoeveelheidverschil<br />
Het betreft het werkelijke verbruik van materialen, energie, machine-uren, manuren en dergelijke<br />
ten opzichte van normverbruik.<br />
àLet erop dat de hoeveelheidafwijkingen tegen standaardprijzen of voorgecalculeerde prijzen<br />
worden omgerekend in geld.
2.6.3 De betekenis van de verschillenanalyse<br />
De nacalculatie heeft betrekking op?<br />
De directe kosten die op een afdeling gemaakt worden.. De indirecte kosten blijven buiten<br />
beschouwing.<br />
De prijs- en hoeveelheidverschillen hebben betrekking op?<br />
Variabele kosten<br />
Bezettingsverschillen hebben betrekking op?<br />
Constante kosten<br />
Wat zijn mogelijke afwijkingen tussen voor- en nacalculatie?<br />
è Prijsverschillen: Inflatie/deflatie of een foutief inkoopbeleid<br />
è Efficiencyverschillen: Organisatie op de afdeling of in het gebrek aan controle op<br />
productiviteit en materiaalgebruik<br />
è Bezettingsverschillen: Foute calculatie van de bezettingsgraad of dat er ernstige storingen in<br />
de apparatuur zijn opgetreden<br />
2.7 Directe en indirecte kosten<br />
Constante en variabele kosten zijn gebaseerd op?<br />
Productiecapaciteit<br />
Direct en indirecte kosten zijn gebaseerd op?<br />
Als er wel of niet een direct verband is tussen kosten en het product waarvoor die kosten zijn<br />
gemaakt<br />
Wat zijn directe kosten?<br />
Kosten die rechtstreeks worden gemaakt voor een bepaald product, productgroep of afdeling<br />
Vb. Grondstofverbruik bij productieondernemingen, inkoopprijzen van verkochte artikelen<br />
Wat zijn indirecte kosten?<br />
Kosten die niet rechtstreeks worden gemaakt voor een bepaald product, productgroep of afdeling<br />
Deze zijn niet exact per product, productgroep of afdeling te bepalen<br />
Vb. Reclamekosten, huisvestingskosten<br />
Wat is verbijzonderen?<br />
Indirecte kostenà geen of minder verband met product, productgroep en afdeling<br />
Bedrijfseconomisch gezien is het wel zinvol om te proberen om de indirecte kosten zo nauwkeurig<br />
mogelijk te bepalen. We merken dat met een opslag op de directe kosten
Het toekennen van deze opslag = verbijzonderen<br />
2.7.1 Verbijzonderingsmethoden<br />
Welke soorten verbijzonderingsmethoden hebben we?<br />
· Delingscalculatie<br />
· Opslagmethoden<br />
· Kostenplaatsmethode<br />
· Activity-based costing<br />
2.7.1.1 Delingscalculatie<br />
Wat is de delingscalculatie?<br />
Totale kosten delen door het totaal aantal producten dat in de betreffende periode is gemaakt<br />
Totale kosten/aantal stuksà bij 1 soort product<br />
2.7.1.2 Opslagmethode<br />
Opslagmethode of toeslagcalculatie<br />
Hoe werkt de opslagmethode?<br />
Indirecte kosten worden verdeeld volgens het causaal verband dat bestaat /vermoed wordt tussen<br />
de basis van de verdeling en de te verdelen kosten.<br />
è Er moet worden getracht de kosten zo te verdelen dat elk product belast wordt met de<br />
kosten die het werkelijk veroorzaakt<br />
è Indirecte kosten worden dan omgeslagen tot een bep. Product aan de hand van 1 of meer<br />
verdeelsleutels<br />
Welke 2 soorten opslagmethodes kennen we?<br />
· Enkelvoudige of primitieve opslagmethode<br />
· Meervoudige of verfijnde opslagmethode<br />
Wat is de enkelvoudige opslagmethode?<br />
Een eenvoudige methode om de indirecte kosten te verbijzonderen naar de diverse producten<br />
è Indirecte kosten worden uitgedrukt in 1 percentage van de totale directe kostenà 1 opslag<br />
verdeeld over de producten of afdelingen<br />
Wat is de kostprijs van een artikel?<br />
KP= DK +IDK<br />
Formule:<br />
Indirecte kosten/ Totale directe kosten<br />
VB. Loon = Ind K/ Directe loon K
Wat is de meervoudige of verfijnde opslagmethode?<br />
Eenvoudig methode: 1 opslag% voor alle indirecte kostenàonnauwkeurigà foutieve<br />
kostberekeningen<br />
Meervoudig: de indirecte kosten in verschillende groepen verdeeld en via meerdere<br />
opslagpercentages aan de artikelen toegerekend.<br />
2.7.1.3 De kostenplaatsen- of productiecentramethode<br />
Wat is een kostenplaats of productiecentrum?<br />
Een verzameling van alle indirecte kosten die met de uitoefening van een bepaalde functie in de<br />
onderneming samenhangen<br />
Hoe worden de kostenplaatsen ingedeeld?<br />
1. Hulpkostenplaatsen<br />
Geen concreet aanwijsbare afdelingen in het bedrijf maar kostengroeperingen die ten behoeve van<br />
de kostenverbijzondering worden gemaakt vb. huisvesting<br />
2. Zelfstandige kostenplaatsen<br />
Dit zijn reëel bestaande afdelingen of onderafdelingen welke echter niet rechtstreeks aan de<br />
productie deelnemen, maar daaraan diensten verlenen vb. Onderhoud<br />
3. Hoofdkostenplaatsen<br />
Dit zijn afdelingen of onderafdelingen waarin het eigenlijke productieproces plaatsvindt vb.<br />
fabricage- en de verkoopafdeling<br />
Wat is een kostendrager?<br />
De producten die door de onderneming geproduceerd worden<br />
è Directe kosten( directe grondstof en directe arbeid) worden zoveel mogelijk direct naar de<br />
kostendragers toegerekend. De toerekening van de indirecte kosten aan de uiteindelijke<br />
kostendragers vindt stapsgewijs plaats<br />
Wanneer is een bepaalde omslagsleutel aangewezen?<br />
· Directe grondstofkosten<br />
· Directe arbeidskosten<br />
· Directe machinekosten<br />
· Hoeveelheid directe grondstoffen<br />
· Hoeveelheid geproduceerde artikelen<br />
· Uren directe arbeid<br />
· Aantal machine-uren arbeid<br />
ð UITLEG PG 48
2.7.1.4 Activity based-costing<br />
Wat is activity bases-costing?<br />
Een nog verfijndere methode om de indirecte kosten toe te rekenen.<br />
Bij ABC: de indirecte kosten over de producten verdeeld in verhouding tot het gebruik van de<br />
verschillende activiteiten die verricht moeten worden om het product en/of order te produceren en<br />
te verkopen<br />
Hoe start men ABC?<br />
Het vaststellen van de verschillende activiteiten waarvoord de indirecte kosten gemaakt worden.<br />
è Activiteiten zijn oorzaak van ontstaan van de indirecte kosten<br />
Leg de werking uit van ABC?<br />
Alle indirecte kosten die met een bepaalde activiteit samenhangen worden verzameld in een cost<br />
pool.<br />
Costpool (= indirecte kosten per activiteit)<br />
Costdriver (= verdeelsleutel per activiteit)<br />
Wat zijn de voordelen van abc?<br />
· Integrale kostprijs van de producten nauwkeurig berekend worden<br />
· Oorzaken van de kostenverschillen tussen de verschillende producten zijn duidelijker<br />
Wat zijn de nadelen van abc?<br />
· Complexiteit van het systeem<br />
· Veel informatie verzamelen<br />
· Ingewikkelde kostenregistratie<br />
· Hogere administratie kosten<br />
2.8 BREAK-EVENOMZET en BREAKEVENAFZET<br />
2.8.1 Inleiding<br />
Wat is het break-even punt?<br />
De productie of omzet die een bedrijf moet behalen om de kosten te kunnen dekken ofwel om quitte<br />
te spelen<br />
= bedrijfsminimum, kritische omzet of omslagpunt<br />
è Kan in euro’s en in hoeveelheden<br />
BEO: Break-even punt in euro’s
Wat is de BEA?<br />
De hoeveelheden(aantallen) die geproduceerd en verkocht dienen te worden om quitte te spelen<br />
2.8.2 BEA & BEO<br />
Wat is BEO?<br />
De omzet waarbij de opbrengsten gelijk zijn aan de gemaakte kosten<br />
Wat is BEA?<br />
De afzet of productie waarbij geen winst of verlies wordt gemaakt<br />
FORMULES!!<br />
2.8.3 Contributiemarge<br />
Wat is de contributiemarge?<br />
Verkoopprijs per stuk- variabele kost per stuk:<br />
= dekkingsbijdrage<br />
Wat is de totale contributiemarge?<br />
Afzet x contributiemarge<br />
Wanneer maakt de onderneming geen winst of verlies?<br />
Totale contributiemarge= TCK<br />
FORMULE!
2.8.4 Veiligheidsmarge<br />
Wat is de veiligheidsmarge?<br />
Het percentage waarmee de omzet mag dalen zonder dat er verlies wordt geleden<br />
è Geeft aan hoeveel de omzet mag dalen voordat een ondernemer verlies maakt<br />
2.9 DIRECT COSTING<br />
Wat is direct costing?<br />
Alleen de variabele kosten toe te rekenen aan de productie. De CK worden rechtstreeks ten laste<br />
gelegd van de resultatenrekeningà geen probleem met VDS<br />
Brutoresultaat= contributiemarge<br />
àBedrag dat in de eerste plaats kan aangewend worden om de CK te dekken<br />
2.9.1 Voordelen<br />
Wat zijn de voordelen van direct costing?<br />
· Uitschakeling van arbitraire kostenomslag à vruchtbare benadering van het verkoopbeleid<br />
· De redenering die men volgt bij toepassing van de direct costingmethode heeft ook geleid tot<br />
het opzetten van de knelpuntcalculatie<br />
2.9.2 Nadelen<br />
· Het onderscheid tussen constante en variabele kosten is in de praktijk niet altijd gemakkelijk<br />
te maken<br />
· Beslissingen op LT , rekening houden met de meeste CK. Op LT zijn deze CK ook variabel en<br />
beheersbaar
3 Opbrengstenanalyse<br />
3.1 Inleiding<br />
Hoe worden organisaties beoordeelt?<br />
Op de mate waarin ze hun doelstelling bereiken, de mater waarin ze effectief zijn<br />
Hoe gebeurt dit bij ondernemingen?<br />
Af te leiden uit RR. O-K= winst of verlies<br />
è Streeft naar winst/omzet maximalisatie<br />
Hoe gebeurt dit bij nonprofit?(WFF,Rode kruis)<br />
è Maatschappelijk en milieubelang<br />
K zijn veelal meetbaar. Maar het in geld uitdrukken van de O is moeilijk, omdat er geen winststreven<br />
is en er meestal geen dekkende prijs wordt betaald door de consument.<br />
è Bepaald dienst/goed voor bepaalde geldsom voor maatschappijà winst streven is nt nodig<br />
Wat is efficiency?<br />
Doelmatigheid. Prestaties worden bereikt door gebruik te maken van zo weinig mogelijk middelen.<br />
Formule: Efficiency= Geplande kosten/ werkelijke kosten<br />
Wat is effectiviteit?<br />
Doeltreffendheid. Dit is de mate waarin het nagestreefde effect bereikt is.<br />
Formule: Effecitiviteit: Werkelijk effect/ gepland effect<br />
Wat is rendement?<br />
De verhouding tussen de werkelijke effecten en de aangewende middelen<br />
Formule: Rendement: Werkelijk effect/werkelijke kosten<br />
3.2 OPBRENGST VAN EEN ONDERNEMENING<br />
Hoe worden de input, output en effect uitgedrukt in onderneming?<br />
In geldàHet eindproduct van een onderneming wordt verkocht op de markt<br />
è Dienst moeilijker dan product<br />
è Dienst is subjectief<br />
Hoe worden de O van een onderneming bepaald?<br />
Door te kijken naar de verkoopcijfers en de kostenbeheersing. O van de onderneming blijkt uit de<br />
omzet
Omzet= VKP x aantal verkochte producten/dinesten<br />
Wat laat de omzet zien?<br />
Laat duidelijk zien of de onderneming effectief is geweest<br />
Wat zijn de kenmerken van de omzet?<br />
Sterk afhankelijk van ontwikkelingen op de markt. Door acties van concurrenten of de opkomst van<br />
nieuwe verwante producten kan de prognose in de war gestuurd worden<br />
Wat is de omzetprognose?<br />
Verschillende manieren om te verklaren waarom omzet stijgt/daalt<br />
è Crisis<br />
Maar! Omzetcijfers zeggen onvoldoendeà om een waarde toe te kennen aan de omzet moet ook de<br />
efficiency meegewogen worden.<br />
Hoe wordt een rendement dus bepaald?<br />
Een onderneming wordt dus bepaald door zowel efficiency als effectiviteit. De O laten zich aflezen uit<br />
de RR.<br />
3.3 DE BATEN BIJ NON-PROFITORGANISATIES<br />
3.3.1 Baten zonder prijsmechanisme<br />
Wat zijn baten?<br />
“opbrengsten” bij non-profitorganisaties<br />
Wat zijn lasten?<br />
“kosten”<br />
Wat zijn baten?<br />
Geheel van resultaten van activiteiten die de organisaties heeft uitgevoerd. De input is ook bij een<br />
non-profitorganisatie eenduidig meetbaar en uit te drukken in geld.--> lasten<br />
Lasten zijn makkelijk meetbaar<br />
Baten moeilijk meetbaar<br />
Hoe is het effect van de output?<br />
Niet meetbaar in geld omdat consument meestal geen prijs betaalt voor de dienstenà<br />
prijsmechanisme ontbreekt<br />
Wat zijn bemoeigoederen?
Diensten waarvan de overheid het vanuit het maatschappelijk belang wenselijk vindt dat zoveel<br />
mogelijk burgers er gebruik van (kunnen) maken.<br />
Vb. Medische keuringen, inentingen<br />
Wat is het beoogde effect?<br />
Tevreden consument + gewenst maatschappelijk effect<br />
Wat zijn collectieve goederen?<br />
Goederen die iedereen gebruikt maar er niet graag voor betaald, indien wel, zo weinig mogelijk<br />
Vb. Service flat, OCMW<br />
3.3.2 Meetproblemen<br />
Wat doet een NPO?<br />
Verlenen overwegend diensten<br />
Wat is het effect en waardering van deze output?<br />
Moeilijk objectief meetbaar en afhankelijk van subjectieve waarneming van de client<br />
Wat zegt de bezettingsgraad?<br />
Hoeveel mensen maken gebruik van mijn dienst<br />
Slechte dienstverlening: Lage BZTGRD + Lage omzet<br />
BESLUIT<br />
Slechte of niet relevante dienstverlening leidt bij NPO dus niet automatische tot een lage<br />
bezettingsgraaf of een lage omzet<br />
Hoe kan de baten beter meetbaar maken?<br />
· Het gebruiken van kengetallen<br />
· De kostenbatenanalyse<br />
3.3.2.1 Baten meten met kengetallen<br />
Wat zijn kengetallen?<br />
Verhoudingsgetallen waarmee een bepaald kenmerk van de organisatie gemeten wordt en op grond<br />
waarvan sturing van activiteiten mogelijk wordt.<br />
è Relatie wordt gelegd tussen 2 of meer factoren die karakteristiek zijn voor de organisatie of<br />
voor een activiteit
Welke soorten kengetallen bestaan er?<br />
1. Financiële kengetallen: meten de relatie tussen de ingezette gelden en de geleverde<br />
prestaties. Vb. Kosten per cursist bij een opleidingsplan<br />
2. Personele kengetallen: meten de relatie tussen de inzet van personeel en de geleverde<br />
prestaties. Vb. Aantal cliënten/personeelsbezetting<br />
3. Materiële kengetallen: meten de relatie tussen de inzet van materiële middelen en de<br />
geleverde prestatie. à geschikt om de efficiency te meten en te bewaken Vb. Het aantal<br />
passagiers per ingezette autobus<br />
4. Prestatiekengetallen : meten de eigenschappen van de geleverde output vb. een bib moet<br />
minstens 50 boeken per week uitlenen per 1000 inw<br />
Wat is effect van kengetallen?<br />
Een organisatie meetbaar te maken en te spiegelen aan een norm<br />
è Elk kengetal moet een voorbehoud gemaakt worden<br />
è Een kengetal drukt kwalitatieve eigenschappen in kwantitatieve termen uit<br />
3.3.2.2 Baten meten het kosten-baten analyse<br />
Leg de “kosten-baten” analyse uit?<br />
Hierbij spelen de kosten van het “second-best” alternatief een belangrijke rol.<br />
Wat laten kosten-batenanalyse zien?<br />
Het uitvoeren van de maatregelen aantrekkelijk is..: ‘Opbrengst is groter dan de kosten van de<br />
maatregelen<br />
Wat wordt er nagegaan in de kosten baten analyse ?<br />
Welke van de 2 of meer alternatieven gekozen moeten worden<br />
“Wat het mij kost en wat het mij opbrengt”<br />
3.3.3 Baten en budgetfinanciering<br />
è Non- profitsector<br />
Wat is budgetfinanciering?<br />
Een maximumbedrag wordt toegekend aan de instellingen ten behoeve van een bepaald niveau van<br />
activiteiten en/of prestaties.<br />
è Geeft een nieuwe relatie aan tussen een instelling en de subsidiegever in de non-profit<br />
wereld.
è Instellingen die effectief en efficiënt worden beloond en ineffectieve en inefficiënte<br />
instellingen zelf de financiële gevolgen moeten dragen<br />
Wat wordt met budgetfinanciering bedoeld, voorop gezet?<br />
De presentaties worden voorop gezet<br />
3.3.3.1 Input-budgettering: Op aanwezige koppen<br />
Wat is input-budgettering?<br />
· De subsidie is gericht op de aanwezige capaciteit en de gebruikte middelen<br />
· Budget wordt vastgesteld op basis van een normering van de hoeveelheid personele en<br />
materiële middelen<br />
· Het onderhandelingsproces is vooral strijd om middelen, zonder dat over de tegenprestatie<br />
wordt gesproken<br />
· Er is geen bevoegdheid om te schuiven tussen kostensoorten<br />
Waar toepassing?<br />
Gehandicaptenzorg, in de psychiatrieà omdat de activiteiten en prestaties nauwelijks meetbaar zijn.<br />
3.3.3.2 Troughput-budgettering: Productieproces<br />
Wat is troughput-budgettering?<br />
Stelt niet de middelen maar de activiteiten centraal. Instellingen worden hierdoor op een meer<br />
bedrijfsmatige manier gefinancierdà Omdat er een relatie gelegd wordt tussen middelen en uit te<br />
voeren activiteiten<br />
· De subsidie is gericht op het uitvoeren van activiteiten en werkzaamheden<br />
· Budget bestaat uit een aantal activiteiten vermenigvuldigd met een normprijs<br />
· Geldverschaffer vertaalt vooraf vooraf het beleid in een aantal concrete activiteiten<br />
· De instelling is verantwoordelijk voor uitvoering van activiteiten, maar niet voor het<br />
bereiken van beleidsdoelstellingen<br />
Waar toepassing?<br />
In de welzijnssector en binnen het politiewezen wordt veelal voor de trough-put- subsidie gekozen,<br />
waarbij de overheid in staat is om de kwaliteit van de uit te voeren zorg te definiëren en te bewaken<br />
3.3.3.3 Ouput-budgettering<br />
Wat is output?<br />
Deze vorm stelt de prestatie in de non-profit wereld centraal<br />
· Subsidie is gericht op daadwerkelijke prestatie. Het budget wordt vastgesteld door een<br />
bepaald normbedrag te vermenigvuldigen met het aantal gewenste prestaties<br />
· Deze prestaties zijn rechtstreeks uit de doelstellingen af te leiden.<br />
· Instelling kiest zelf middelen en activiteiten. Kostenposten zijn dus verschuifbaar.<br />
Overschotten mag men behouden, tekorten moet men zelf aanvullen<br />
· Instelling is zelf verantwoordelijk voor het bereiken van de beleidsdoelen
Waar toepassing?<br />
Onderwijs, subsidie op basis van afgestudeerde cursisten<br />
Ondernemingen: RR aan aandeelhouders<br />
NPO: subsidieaanvragen aan de geldverschaffers in de vorm van begroting<br />
è Bij input-budgettering ligt de nadruk op de kosten en kan volstaan worden met de volgende<br />
presentatie