preek Joh.4vs43tot57 - Hans-Jan Roosenbrand
preek Joh.4vs43tot57 - Hans-Jan Roosenbrand
preek Joh.4vs43tot57 - Hans-Jan Roosenbrand
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Preek over Johannes 4:43-57<br />
Gemeente van de HEER Jezus Christus, gasten en luisteraars<br />
[dia 1] Vandaag het vervolg op het Bijbelgedeelte van twee weken geleden,<br />
toen we stilstonden bij het gesprek tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw.<br />
Jezus was daar – in Samaria – op weg naar Galilea. Uiteindelijk was daar een<br />
heel dorp bij Jezus gekomen na het getuigenis van de vrouw: ‘Hij weet alles van<br />
mij.’ (vers 39). Daarna was Jezus nóg twee dagen gebleven. [dia 2] In vers 42<br />
staat uiteindelijk heel veel zeggend dat er ‘nog veel meer mensen’ tot geloof<br />
kwamen ‘door wat Hij zei;’ zij zeiden: ‘we hebben hem zelf gehoord en we<br />
weten dat hij werkelijk de redder van de wereld is.’<br />
Veelzeggend, wat Jezus gaat nu dan toch door naar Galilea – naar Kana om<br />
precies te zijn – en daar waren eerder ook al massa’s mensen op de been<br />
gekomen (hoofdstuk 2: bruiloft in Kana). De afsluitende conclusie was toen dat<br />
daar niet veel mensen tot geloof kwamen: [dia 3] ‘Dit heeft Jezus in Kana, in<br />
Galilea, gedaan als eerste wonderteken; hij toonde zo zijn grootheid en zijn<br />
leerlingen geloofden in hem.’ Zie je het verschil? In Kana geloven alleen de<br />
leerlingen, in Sichar een heel dorp. [even wachten, dan dia 4 – leeg scherm]<br />
De gebeurtenissen in Kana stellen ons – vooral tegen de achtergrond van wat<br />
er in Sicher gebeurde – voor de vraag hoe het komt daar (maar ook hier) zo<br />
weinig mensen geloven. De vorige keer heb ik dat al gezegd: wat zou het mooi<br />
zijn als de mensen rijen dik voor onze deuren zouden staan omdat ze van jou<br />
en mij gezien, gehoord hebben dat ook wij iemand kennen die alles van ons<br />
weet. En dat ze nu ook zelf komen luisteren naar het Woord van onze HEER.<br />
Zoals de mensen van Sichar.<br />
Er komen wel mensen, maar het zijn eerder strohalmen dan schoven – geen<br />
bundels nieuwe gelovigen, maar enkelingen. Vandaag gaan we daar over<br />
nadenken. Hoe kan het dat evangelisatie, verkondiging, in ónze tijd en plaats,<br />
zo weinig resultaat oplevert. Zelfs de kerken die het meest hard groeien, halen<br />
misschien groeipercentages van 10% per jaar. Peanuts vergeleken met wat er<br />
in Sichar gebeurde. Dat is één. We gaan ook nadenken over de vraag hoe het<br />
kan dat er in de kerk ongeloof is. En tot slot staan we stil bij wat echt geloof is<br />
en hoe dat zich ‘gedraagt’.
Deze vragen komen op uit de tekst van vanochtend. Jezus gaat heel bewust<br />
laten zien wat echt geloof is. We beginnen bij de eerste verzen. De verbinding<br />
tussen vers 43, 44 en 45, lijkt wat stroef. Jezus trok verder naar Galilea (daar<br />
kwam Hij vandaan), staat er, want Hij had zelf gezegd dat een profeet in zijn<br />
vaderland niet wordt vereerd. En dan verder staat er dat de Galileeërs Hem<br />
toch gastvrij ontvangen. Om te beginnen de overgang van vers 43 naar vers 44.<br />
Een profeet is in zijn vaderland/stad niet welkom. 1 Dat betekent: Hij als<br />
persoon was daar misschien wel welkom, maar zijn boodschap niet. Jezus de<br />
timmerman, oké. Jezus de profeet, nou nee.<br />
[dia 5 - titel] Waarom gaat Jezus nu naar Galilea, omdat Hij daar als profeet<br />
niet welkom is? Dat lijkt vreemd. Er zijn een paar suggesties gedaan om de<br />
spanning tussen deze verzen op te lossen:<br />
• [dia 5.1] Sommigen vertalen het woordje ‘want’ met: ‘alhoewel’<br />
(bijvoorbeeld de Willibrordvertaling);<br />
• [dia 5.2] Anderen zeggen: Johannes bedoelt hier met vaderstad niet<br />
‘Galilea’ maar Jeruzalem, waar het huis van zijn Vader (de tempel) staat;<br />
• [dia 5.3] Of, iets subtieler, Johannes bedoelt dat Jezus alleen in Nazareth<br />
onwelkom was en dat Hij dáárom naar Kana, een andere stad in Galilea,<br />
gaat.<br />
Ik denk dat we er met deze opties niet uitkomen. Er zijn bijvoorbeeld geen<br />
aanwijzingen in de tekst dat Jezus met ‘vaderstad’ iets anders bedoelt dan het<br />
gebied Galilea. Blijven we dus zitten met die rare verbinding tussen vs. 43 en<br />
vs. 44.<br />
Dat betekent dat Jezus hier bewust naar een plek gaat, waarvan Hij weet dat de<br />
mensen Hem daar zullen afwijzen. Dat wil zeggen: zijn boodschap. Vers 45<br />
bevestigt ons in dat vermoeden, want daar staat dat de Galileeërs Hem<br />
weliswaar gastvrij ontvangen, [dia 5.4] maar dat dat was omdat ze alles gezien<br />
hadden wat Hij eerder op het feest in Kana had gedaan (je weet wel: water in<br />
wijn).<br />
1 Het Griekse patris betekent eigenlijk ‘vaderstad’, maar kan in dit verband – het gaat om de landstreek Galilea<br />
– goed vertaald worden met vaderland (of: ‘thuisland’).
Jezus wil hier heel bewust laten zien dat de interesse van de mensen in Kana<br />
geen gelovige interesse was. Maar een interesse in bijzonderheden, water in<br />
wijn, genezingen. We hebben daar vorig jaar ook bij stil gestaan n.a.v. Marcus.<br />
Jezus’ tekenen waren populair, maar zijn boodschap werd meestal afgewezen.<br />
[dia 6 – leeg scherm]<br />
Ik denk dat dit iets zegt over de manier waarop het evangelie ook vandaag bij<br />
veel mensen landt. Waarom komen zo weinig mensen tot geloof? Niet alleen<br />
omdat mensen (wij) het te goed hebben. Dat ook. Maar we moeten iets anders<br />
niet vergeten. De wereld waarin wij Gods boodschap verkondigen, staat niet<br />
blanco tegenover het evangelie. Niet neutraal. Ontzettend veel mensen<br />
hebben in hun leven de bewuste keuze gemaakt om níet te geloven. Ze hebben<br />
zich afgekeerd van de levende God. Zij hebben dat zelf gedaan, of hun ouders.<br />
In het Oude Testament kan je lezen dat zo’n houding gevlogen heeft. 2<br />
Evangelisatie in onze tijd, in onze plaats is daarom eerder sprokkelwerk dan het<br />
binnenhalen van grote, dikke schoven. Dat betekent niet, dat de kerk niet hoeft<br />
te verkondigen. Bedenk, dat Jezus zelf naar een plaats ging waar veel mensen<br />
bewust niet in Hem geloofden. Maar alleen wonderen en tekenen wilden zien.<br />
Jezus maakt duidelijk dat dat niet de interesse is waarnaar Hij op zoek is.<br />
Wat God dan wél wil, daar kom ik straks op terug. Voor mij als predikant<br />
betekent het in ieder geval dat ik hierop deze plek bewust niet uitgebreid vertel<br />
van Gods grote wonderen in míjn leven. Ik weet dat er kerken zijn en<br />
voorgangers die dat wel graag doen. Natuurlijk noem ik die momenten wel<br />
eens, maar ik maak er geen kernmomenten van in de verkondiging die mij is<br />
toevertrouwd. Ik zou dat wel kunnen doen. Dan zou ik vertellen van<br />
verschillende genezingen, van onverwachte zwangerschappen, hoe wonderlijk<br />
God ons soms voorzag van hele concrete dingen. Van bijzondere momenten die<br />
God gebruikte in mijn roeping tot deze dienst (van predikant).<br />
Waarom doe ik dat niet? Omdat de boodschap van God niet is, jullie allemaal<br />
zulke dingen gaan meemaken. Waarom niet? Omdat God dat niet kan of wil?<br />
Helemaal niet. Maar omdat Gods boodschap daar helemaal niet over gaat. Ik<br />
weet niet wat God met iedereen persoonlijk voor heeft. Maar ik weet wel van<br />
Gods evangelie. Dat Jezus kwam om mensen te verzoenen met God.<br />
2 Bijv. Deuteronomium 5:9.
Mensen, die daar helemaal niet op zaten en zitten te wachten. Dat is echt<br />
waar. Dacht je dat de Samaritaanse zat te wachten op een ontmoeting met<br />
háár Messias? Of die man, waar we het straks over gaan hebben, op geloof en<br />
bekering?<br />
Welnee! Zij was op zoek naar geluk in relaties. En hij naar genezing voor zijn<br />
zoon. Maar Jezus geeft iets anders: genezing van de relatie met God. Daar gaat<br />
het om. En onze problemen dan? Zijn die niet belangrijk genoeg? Tuurlijk wel!<br />
Vertel ze maar aan elkaar en aan God. Bidt voor alles dat je denkt nodig te<br />
hebben en dank God voor alles dat je van Hem krijgt. Maar verlies niet uit het<br />
oog dat jouw en mijn grootste probleem is dat we zonder God voor eeuwig<br />
verloren gaan!<br />
Bedenk dat Jezus bewust naar die plaats ging, waarvan Hij wist dat de mensen<br />
Hem juist dáár zouden afwijzen. Daarin – in die manier van doen – werd<br />
duidelijk wie Hij is. ‘Hij kwam naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren<br />
hebben Hem niet ontvangen.’ (Johannes 1 vers 11) De mensen hebben Hem<br />
niet alleen niet geloofd. Ze hebben Hem belachelijk gemaakt, uiteindelijk zelfs<br />
gekruisigd. En in zijn geduldige, volhardende zelfovergave voor niet-gelovige<br />
mensen werd pas echt duidelijk wie Hij was en is: een redder voor mensen die<br />
vanuit zichzelf helemaal niet op Hem zitten te wachten! Zou dat niet pas echt<br />
tot eer van God in eeuwigheid zijn? Als je dat gelooft?!<br />
Mensen zitten zichzelf helemaal niet te wachten op Jezus Christus. We zagen<br />
vorige keer al bij de Samaritaanse vrouw, Gods antwoord – Jezus Christus –<br />
macht vaak niet met onze vragen. De crux is dat wij dan moeten leren inzien<br />
dat er niks mis is met Gods antwoord, maar met onze vragen!<br />
Laten we er eens bij stil staan, dat is het tweede punt, hoe het komt dat er<br />
zoveel ongeloof is, ook binnen de kerk?<br />
Jezus, en ik val maar meteen met de deur in huis, weet wel waaraan dat ligt. In<br />
Johannes 2:23-25: [dia 7] ‘Toen Jezus op Pesach in Jeruzalem was, kwamen<br />
veel mensen tot geloof in zijn naam, omdat ze de wondertekenen zagen die hij<br />
deed. Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat hij hen allemaal kende,<br />
en niemand hoefde hem iets over de mens te vertellen, want hij wist zelf wat<br />
er in een mens omgaat.’ [dia 8 – leeg scherm]
Mensen zijn best geïnteresseerd in God, in geloof, in religie, in religieuze kennis<br />
of ervaringen, in Jezus, zolang ze er zelf baat bij hebben. In Kana kwamen de<br />
mensen voor meer wijn. Later voor meer spektakel. Voor een beetje vermaak.<br />
Voor het oplossen van – echte, maar wel tijdelijke – vragen en problemen.<br />
Zoals gezondheid. Wij – mensen – zijn steeds geneigd om onszelf als<br />
uitgangspunt te nemen en zo God te gebruiken voor onze behoeften: Ik heb<br />
een probleem – mijn leven is zo’n sleur, ik heb geen werk, ik ben ziek … God<br />
wilt U mijn problemen oplossen?<br />
Maar Jezus draait de zaken om. Net als bij de Samaritaans vrouw (de oplossing<br />
van jouw probleem is niet nog een relatie met mannen, maar een relatie met<br />
God!) zijn onze problemen vaak symptomen. Het echte probleem – het<br />
probleem dat niemand wil weten maar waarvoor God een oplossing geeft – is<br />
dat je een zondaar bent die in de ogen van God niet kan bestaan. Jezus leert<br />
ons vragen om genezing van zonden. Van een verkeerd hart.<br />
Hoe het kan dat er ook binnen de kerk ongeloof is? Snap je dan niet dat wij –<br />
binnen én buiten de kerk – dezelfde soort mensen zijn. Die leven in dezelfde<br />
wereld? Denk maar niet dat dat vroeger veel anders was dan nu: dit is een<br />
wereld die vooral geïnteresseerd is in de buitenkant. In de symptomen, niet in<br />
de oorzaak.<br />
Later zou Jezus, we staan daar volgende week bij stil, tegen de Farizeeën<br />
zeggen: ‘Was u maar blind,’ zei Jezus, ‘dan zou u zonder zonde zijn. Maar u<br />
beweert dat u kunt zien, en dus blijft uw zonde.’ M.a.w.: mankeerde er maar<br />
wat aan je, dan zou je door hebben dat Ik je kan genezen. Maar als je<br />
hardnekkig blijft weigeren dat er iets aan de hand is, kan Ik niks voor je doen.<br />
Jezus zegt dat een profeet in zijn vaderstad niet geëerd wordt. Dat is een<br />
woord voor kerkmensen. Het wil zeggen dat (juist) ook bekendheid met Jezus<br />
kan geloof in God in de weg staan. Hoe kan dat?<br />
• Doordat je denkt dat jij bijzonder bent en méér verdient. Denk aan de<br />
vraag van de moeder van de zonen van Zebedeüs. 3 Dat je, je<br />
kerklidmaatschap gebruikt voor meer aanzien in deze wereld. Van<br />
dezelfde houding geeft de oudste zoon in de gelijkenis van de verloren<br />
3 Matteüs 20:20.
zoon blijk. Die houding, die kan erin zitten. Zo dicht bij Jezus en tegelijk<br />
zo ver van Hem verwijderd. Denk daar maar kritisch over na. Het leert je<br />
ook anders kijken naar een kerk die kleiner wordt. het maakt – terecht –<br />
bescheiden.<br />
• Maar het kan ook door overbekendheid met Jezus. Dat zei Nathanaël, en<br />
dat zeiden ook de Schriftgeleerden. We kennen Hem toch? We weten<br />
toch wie zijn vader en moeder zijn? 4 Kan er uit Nazareth iets goeds<br />
komen? 5 Ze waren bekend met Jezus als persoon, maar niet met Hem als<br />
redder van de wereld. Kan dat hier ook? Dat je zegt: Jezus, oh, die ken ik.<br />
Dat is de zoon van God. 100% God en 100% mens, samen met de Heilige<br />
Geest één enig God … die leeft en regeert in eeuwigheid? Maar dat je je<br />
tegelijk niet persoonlijk onderwerpt aan Hem. Als Hij de Redder van de<br />
wereld is, waarom buig jij dan niet voor Hem? Waarom bekeer je je niet<br />
haastig?<br />
Jezus weet wat er in jouw hart leeft. Maar Hij laat het daar niet bij zitten. Hij<br />
laat ook zien hoe het wél moet. Wat geloof écht is. Echt geloof. Dat kan je zien<br />
aan die wanhopige man uit Kafarnaüm. 25 km bergop gelopen komt hij naar<br />
Jezus toe. Zijn zoon is ziek. Hij ligt op sterven. ‘HEER, kom alstublieft met mij<br />
mee!’<br />
Is dat geloof? Niet echt. De man heeft ook iets nodig, waarvoor Hij Jezus wil<br />
gebruiken. Jezus zegt dat ook eerlijk: zonder tekenen en wonderen geloven<br />
jullie niet! Maar toch de man houdt vol. Heer, alstublieft, voordat hij sterft!<br />
Kom met mij mee!<br />
En dan zegt Jezus: ‘ga naar huis, uw zoon leeft.’ Op de één of andere manier<br />
gelooft deze man Jezus op zijn Woord. Het heeft iets te maken, denk ik, met<br />
zijn hulpeloosheid. Maar vooral ook: met dat Woord, dat met kracht uit de<br />
mond van Jezus komt. Als het kwartje later valt, komt hij met zijn huisgenoten<br />
tot geloof.<br />
4 Johannes 6:42.<br />
5 Johannes 1:47.
Wat is geloof en wat wil God van ons? Ten eerste dat wij beseffen hoe<br />
hulpeloos we zijn zonder het werk van Jezus. Hoe afhankelijk van Hem we zijn.<br />
En ook: hoe we niets verdienen. De man wordt door Johannes in verband<br />
gebracht met het hof van de koning: Herodes. Je weet wel, die sliep met de<br />
vrouw van zijn broer en Johannes had laten gevangenzetten. En later<br />
onthoofden. Deze man verdient niks. Dat over onze houding.<br />
Nu het geloof zelf. Het geloof is niet die afhankelijke houding (zondebesef).<br />
Geloof zélf is een direct gevolg van Jezus’ Woord. Niet andersom! Zo staat het<br />
er duidelijk! Het is gevolg van het Woord dat moeiteloos 25 km verder z’n werk<br />
doet. Zo sterk.<br />
En daarom kan ik opgewekt eindigen. Het ligt niet voor de hand dat hele<br />
volksstammen zich zullen bekeren door ons werk. Het ligt zelfs niet voor de<br />
hand jij, dat u en ik dat doen. Jezus weet, wat er in ons hart leeft. Maar zijn<br />
Woord is sterk en krachtig. Het kan mensen uit de doodsslaap van deze tijd<br />
wakker schudden. Getuig daar maar van. Doe het vrijmoedig.<br />
Ik zei net iets over wonderen en dat het daar niet om gaat. Dat ging over de<br />
prediking, over de verkondiging. Maar waarom zouden jij en ik in ons<br />
persoonlijke leven niet vrijmoedig daarvan getuigen? Dat is: Gods Naam in<br />
verband brengen met onze successen en teleurstellingen? Met ziekte en<br />
gezondheid. Ervan getuigen dat Hij ons vormt in goede dagen en in kwade<br />
dagen? Dat Hij daarboven staat.<br />
Schaam je niet. Wees altijd bereid te getuigen van de hoop die in je leeft. Dat<br />
geldt ook voor mij. Wil je meer weten van hoe ik God ervaren heb vertel ik daar<br />
graag over. Dan hoor ik het graag van jou. Net zoals de man uit Kafanaüm met<br />
zijn huisgenoten in gesprek gaat over wat er is gebeurd. Zoiets.<br />
Er is, tot slot, drie keer sprake van geloof in het gedeelte dat wij gelezen<br />
hebben. Eerst in vs. 48: een geloof dat zoekt naar tekenen en wonderen is geen<br />
echt geloof. Interesse, hoogstens. Dan vers 50: Als mensen luisteren naar Gods<br />
Woord, dan komt er – als gevolg daarvan - echt geloof. En dan vers 53, een<br />
bemoediging. Dat geloof dat door God zelf is voortgebracht, heeft de neiging<br />
zich te verspreiden. Kleinschalig, misschien. Of nee. Meer als een lopend<br />
vuurtje. Of een veenbrand. Nauwelijks te zien: het vuur zelf. daarvoor moet je<br />
komen kijken en luisteren. Maar de rook!
[We zingen psalm 33]