07.07.2015 Views

de preek - Hans-Jan Roosenbrand

de preek - Hans-Jan Roosenbrand

de preek - Hans-Jan Roosenbrand

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Op reis naar Jeruzalem (Lucas 9).Ik ga op reis en ik neem mee … kennen jullie dat spelletje? We gaan vanmorgen opreis. Ik heb een koffer meegenomen. Wat zou jij meenemen als je op reis gaat? […]Jezus geeft aan zijn 12 apostelen (gezon<strong>de</strong>nen) <strong>de</strong> opdracht om op reis te gaan. Heteerste dat opvalt is dat zij heel veel dingen van Jezus juist níet mogen meenemen. Ikga op reis en ik laat achter … mijn stok. Een reistas met brood of geld. Extra kleren.Maar wat nemen ze dan wel mee? Eens kijken wat er in <strong>de</strong> koffer zit. Hé, een bijbel.Jezus zegt tegen zijn leerlingen dat ze moeten meenemen: het goe<strong>de</strong> nieuws over hetkoninkrijk van God (vs. 2, 6). En dat staat hierin. Ook <strong>de</strong> macht en het gezag waarmeeJezus zijn apostelen op weg stuurt zit in dat woord, in Jezus’ opdracht.Het goe<strong>de</strong> nieuws van het koninkrijk van God is alles dat nodig is om te wetenon<strong>de</strong>rweg. Eigenlijk zegt Jezus dus tussen <strong>de</strong> regels door dat het belangrijkste dat zijnapostelen moeten meenemen, geloof is. Geloof en vertrouwen. Dat heb je nodig alsje on<strong>de</strong>rweg afhankelijk bent van an<strong>de</strong>ren en alleen een bijbel mee mag nemen!Nu iets an<strong>de</strong>rs. Het is een heel gevaarlijke reis! Dat kan je merken aan <strong>de</strong> interessevan Herodus. 1 Híj begrijpt onmid<strong>de</strong>llijk <strong>de</strong> bedoeling. Hij voelt <strong>de</strong> dreiging. ‘Johannesheb ik laten onthoof<strong>de</strong>n, wie is dan <strong>de</strong>gene over wie is <strong>de</strong>rgelijke dingen hoor?’ (vs.9). Jezus loopt, doet en praat als een koning. Weliswaar niet heel rechtstreeks. Maar<strong>de</strong> bedoeling is toch dui<strong>de</strong>lijk. 12 apostelen, alleen al <strong>de</strong> aanstelling ervan is eenstatement van jawelste. Een troonre<strong>de</strong> (Lucas 6). Jezus is <strong>de</strong> nieuwe koning. Hij stuurtzijn herauten alvast vooruit. Jeruzalem, here I come!De reis gaat, zoals straks zal blijken, naar Jeruzalem. Het is een koningsreis, wantJeruzalem is <strong>de</strong> koningsstad. Misschien kennen jullie het verhaal van die an<strong>de</strong>remessias, David, die ook op weg was naar Jeruzalem (2 Sam. 5-7)? Vorige week zongenwe psalm 122: <strong>de</strong> zetels van het recht staan in Jeruzalem. Daar staat het huis vanDavid, <strong>de</strong> tempel van God.We gaan dus op reis. Met als belangrijkste kofferinhoud <strong>de</strong> bijbel (het goe<strong>de</strong> nieuwsover Gods koninkrijk). De reis is gevaarlijk. En we gaan naar Jeruzalem. Nu iets over<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> taken on<strong>de</strong>rweg. De leerlingen van Jezus wor<strong>de</strong>n vooruit gestuurd.1 Vgl. Lucas 23:8


De 12 apostelen zijn <strong>de</strong> grondstenen van het nieuwe, hemelse Jeruzalem (Op. 21:14).Zij hebben een bijzon<strong>de</strong>re taak, een speciale missie. Het zijn, net als <strong>de</strong> 72, waaroverje in Lucas 10 kunt lezen, herauten. Later wor<strong>de</strong>n er vanuit <strong>de</strong> gemeente vanAntiochië opnieuw zen<strong>de</strong>lingen weggestuurd. Zo zijn er altijd mensen met eenspeciale taak, om het goe<strong>de</strong> nieuws van Gods koninkrijk te verkondigen. Ze zijn voorhun levenson<strong>de</strong>rhoud afhankelijk van <strong>de</strong> gastvrijheid van an<strong>de</strong>ren. Dat is niet alleeneen gunst, zegt Jezus. Dat is hun goed recht. De arbei<strong>de</strong>r is zijn loon waard (Luc.10:7). Ze doen gevaarlijk werk, in <strong>de</strong> frontlinie van Gods koninkrijk.Toch zijn we ergens ook allemaal op reis. Als je wilt weten hoe moet je niet alleenkijken naar <strong>de</strong> twaalf maar ook naar <strong>de</strong> 5000 die Jezus volg<strong>de</strong>n. Wat zit er nog meerin m’n koffer? Een zilveren servies! Daarmee vieren we avondmaal. In die groepen dieJezus op aar<strong>de</strong> verzamelt, <strong>de</strong>len mensen hun leven met elkaar door te ontvangen.Het brood en <strong>de</strong> vissen die door <strong>de</strong> apostelen zijn ingezameld bij <strong>de</strong> mensen zelf (zowerken <strong>de</strong> ambtsdragers in het herkennen van <strong>de</strong> gaven van gemeentele<strong>de</strong>n!) gaandoor Jezus’ han<strong>de</strong>n en wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r dankzegging gebroken.Dat is een dui<strong>de</strong>lijke hint, een verwijzing naar <strong>de</strong> instelling van het Heilig avondmaal.We kunnen ervan leren dat als we als gemeente samen op weg zijn en als we het van<strong>de</strong>ze twee dingen echt verwachten, komt het goed. Er ontstaat gemeenschap – Lucasvertelt: groepen van 50. Er is zelfs over voor an<strong>de</strong>ren![Lucas 9:18-43a]We gaan ver<strong>de</strong>r op reis. Wat nu volgt, is eigenlijk alleen een ver<strong>de</strong>re uitwerking vanwat we tot nu toe hebben geleerd. Maar Jezus maakt het nóg dui<strong>de</strong>lijker. Hetvolgen<strong>de</strong> voorwerp dat ik het meengenomen, gaat ons daarbij helpen. Wat is het?Een microfoon.Jezus vraagt aan zijn leerlingen, die dus met Hem on<strong>de</strong>rweg zijn: ‘wie zeggen <strong>de</strong>mensen dat Ik ben?’ Johannes <strong>de</strong> Doper, Elia, een ou<strong>de</strong> profeet. Met an<strong>de</strong>rewoor<strong>de</strong>n: zeker niet <strong>de</strong> minste! En jullie, zegt Jezus tegen zijn leerlingen, wie zeggenjullie dat Ik ben? En dan ontlokt Jezus aan Petrus een belij<strong>de</strong>nis: ‘<strong>de</strong> door Godgezon<strong>de</strong>n Messias’.Toch verbiedt Jezus Petrus dit tegen iemand te zeggen. Waarom? Nou, lees hetvervolg. Petrus heeft alleen het eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> boodschap nog begrepen. Ditrechtstreeks tegen ie<strong>de</strong>reen zeggen zou in <strong>de</strong> tijd van Jezus gelijk staan aan hetuitroepen van een bloedige opstand.


Petrus moet nog iets leren. Iets heel belangrijks. De Messias, <strong>de</strong> Mensenzoon, zal veelmoeten lij<strong>de</strong>n, verworpen wor<strong>de</strong>n én gedood. Dán zal Hij opstaan. Niet eer<strong>de</strong>r. Dat isniet alleen een les voor <strong>de</strong> leerlingen over Jezus. Uit het vervolg blijkt dat het ook eenles is voor <strong>de</strong> leerlingen, over <strong>de</strong> leerlingen zelf.Wie Mij volgt, zegt Jezus, gaat óók die weg. ‘Wie achter mij aan wil komen, moetzichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen. Want ie<strong>de</strong>rdie zijn leven wil behou<strong>de</strong>n, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille vanmij, zal het behou<strong>de</strong>n.’ (vs. 23-24).Deze microfoon staat voor het Woord van Jezus in <strong>de</strong> praktijk. Oké, we hebben <strong>de</strong>bijbel in onze bagage. Maar wat betekent dat in <strong>de</strong> praktijk? Wil je nu <strong>de</strong> minste zijnen zo straks <strong>de</strong> overwinning halen? Of wil je nu je overwinningen – je eigenovertuiging, je eigen gelijk – en straks <strong>de</strong> minste zijn? Zeg het maar.Dat is ook <strong>de</strong> schitteren<strong>de</strong> logica achter vers 26: ‘Wie zich schaamt voor mij en mijnwoor<strong>de</strong>n (dat gaat dus over <strong>de</strong> uitwerking van Jezus’ woor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> praktijk van jeleven: wil je <strong>de</strong> minste zijn?) zal merken dat <strong>de</strong> Mensenzoon zich ook voor hemschaamt, wanneer Hij komt in <strong>de</strong> stralen<strong>de</strong> luister die hemzelf, <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> heiligeengelen omgeeft.’Over stralen<strong>de</strong> luister gesproken. Tijd voor het volgen<strong>de</strong> voorwerp. Een zonnebril.Altijd handig als je op reis gaat. Maar ook dit voorwerp staat ergens voor. Als Petrus,Johannes en Jakobus opschrikken uit een diepe slaap (ze hebben er een handje vanom op beslissen<strong>de</strong> momenten in slaap te vallen!) dan zien ze Jezus, in stralend wittekleding. Pratend met Mozes en Elia, ook in hemelse luister.Wat gebeurt hier? God gunt <strong>de</strong> leerlingen van Jezus een panorama, een overzichtover het grotere geheel. Iets dat je niet dagelijks ziet. Een echte bergtopervaring. Watzien ze? Jezus staat in lijn met Mozes en Elia, twee van <strong>de</strong> grootste profeten tot dantoe in Gods koninkrijk.Maar dan. Van <strong>de</strong> stralen<strong>de</strong> zon staan ze opeens weer in <strong>de</strong> schaduw van <strong>de</strong> wolk, endaarna in <strong>de</strong> alledaagse werkelijkheid van mensen die schreeuwen om hulp (v/a vs.37). Die twee verhalen horen bij elkaar. Lucas vertelt ze niet voor niets in één a<strong>de</strong>mdoor.Dat is om aan te geven hoe het gaat als je met Jezus op reis bent. Er zijn van diemomenten dat je het heel hel<strong>de</strong>r ziet. Dat je leeft in Gods stralen<strong>de</strong> aanwezigheid. Jemerkt het aan alles. Aan <strong>de</strong> zon, een lied, een gesprek op je werk. Soms krijg je eenblik op het geheel. Een panorama, een bergtopervaring.


Maar een volgend moment rij je zo een tunnel in, terwijl je je zonnebril nog op hebt.En dan moet je oppassen dat je geen brokken maakt. De leerlingen (misschien<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> drie?) had<strong>de</strong>n geprobeerd een jongen te genezen maar het was hen nietgelukt. Wat doe je dan? Op die momenten dat alles dat je meemaakt voor je gevoelvloekt met <strong>de</strong> aanwezigheid, <strong>de</strong> glorie van God.De slotconclusie van dit ge<strong>de</strong>elte staat na afloop van bei<strong>de</strong> verhalen in vers 42: ‘allenwaren met stomheid geslagen vanwege <strong>de</strong> grootheid van God.’ Maar <strong>de</strong> les is dat om<strong>de</strong> grootheid, <strong>de</strong> glorie van God in dit leven te zien je een bril met mee-kleuren<strong>de</strong>glazen nodig hebt. God is er toen je zo ontroerd was. God is er ook als je aan hetein<strong>de</strong> van je krachten bent. Als je Hem niet merkt of ziet.Jezus maakt een veelzeggen<strong>de</strong> opmerking over het zien van het koninkrijk van Godin vers 27: ‘Ik verzeker jullie dat sommigen die hier aanwezig zijn niet zullen stervenvoor ze het koninkrijk van God hebben gezien.’ Waar heeft Jezus het over? Ik ben ervan overtuigd dat Jezus het hier heeft over <strong>de</strong> dag waarop Hij als Koning verhoogd zalwor<strong>de</strong>n … aan het kruis. Op die an<strong>de</strong>re heuvel, net buiten Jeruzalem. Op Golgota.Daar wordt zijn glorie onthuld in <strong>de</strong> ontluistering van alle pracht. In spot en lij<strong>de</strong>nwordt <strong>de</strong>ze Messias groot. Let op: waar praatten Jezus, Mozes en Elia over? OverJezus’ levensein<strong>de</strong> 2 in Jeruzalem! Dat is het grote doel.Het <strong>de</strong>len in spot, lij<strong>de</strong>n, vertwijfeling (waar is God?!) is dus niet iets wat er soms bijkomt in het leven van christenen. Het hoort erbij. Het is er een wezenlijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elvan. An<strong>de</strong>rsom gezegd: waar niet wordt gele<strong>de</strong>n, waar alles gladjes verloopt, daar isGods koninkrijk niet zichtbaar![Lucas 43b-62]Wat gebeurt er nog meer, on<strong>de</strong>rweg? Ik heb nog twee voorwerpen. Allereerst: eenpassagierslijst (gemeentegids). We zijn samen on<strong>de</strong>rweg. Leuk hè? Maar wacht. Dat ishelemaal niet altijd leuk!Samen on<strong>de</strong>rweg is samen ruzie maken. Gegaran<strong>de</strong>erd. Lees maar in vers 46. Deleerlingen begonnen te re<strong>de</strong>twisten. Zeg maar gerust: bekvechten. Over wie <strong>de</strong>belangrijkste was. Over <strong>de</strong> invulling van <strong>de</strong> ambten, zeg maar. En dat is nog niet eenshet minst belangrijke on<strong>de</strong>rwerp waarover je in <strong>de</strong> kerk van mening kun verschillen!2 Lett. e;xodoj (exodus).


Daarop maakt Jezus eens en voor altijd dui<strong>de</strong>lijk wie in zijn koninkrijk het belangrijkstis. Let op <strong>de</strong> formulering van vers 48: God openbaart zich in Jezus (een mens!) enJezus openbaart zich in <strong>de</strong> meest eenvoudige van die mensen (een kind!). Jezusbeslecht <strong>de</strong> ruzie dan ook als volgt: ‘Wie <strong>de</strong> kleinste on<strong>de</strong>r jullie allen is, die iswerkelijk groot.’Een an<strong>de</strong>r misverstand betreft <strong>de</strong> verhouding tot buitenstaan<strong>de</strong>rs. Op reis kom je,ook als gemeente, allerlei soorten mensen tegen. Mensen die in Jezus’ naam<strong>de</strong>monen uitdrijven maar Jezus niet – op onze manier – volgen. Jezus relativeert danniet zijn eigen organisatie, zijn manier van kerk-zijn, maar is toch flexibel in <strong>de</strong> maniervan omgaan met an<strong>de</strong>ren. Wie niet tegen jullie is, is voor jullie. 3 Hoe kan dat?Jezus bedoelt niet dat het niet uitmaakt bij welke kerk je je aansluit of dat ie<strong>de</strong>reenzijn eigen weg maar kan gaan. Maar het is wel een reality check: Jezus is allang blijdat er nog mensen zijn die Hem volgen, op weg naar Jeruzalem! Het is eenwaarschuwing. Niet <strong>de</strong> optimistische variant (niet ie<strong>de</strong>reen die roept Here Here zalhet koninkrijk van God binnengaan, Mat. 7:21). Maar we <strong>de</strong> realistische. Godskoninkrijk laat zich nooit opsluiten in een kerkelijke organisatie. Niet in activiteiten.Niet in lidmaatschap. On<strong>de</strong>rweg ontmoet je zowel onverwachte tegenstan<strong>de</strong>rs alsonverwachte me<strong>de</strong>stan<strong>de</strong>rs!Dan heb je ook nog mensen die tegen zijn. Samaritanen, in Lucas 9. Op zich albijzon<strong>de</strong>r dat Jezus hen ook bezoekt. 4 Maar als blijkt dat ze Jezus niet willenontvangen, willen Jakobus en Johannes vuur uit <strong>de</strong> hemel roepen om hen te verteren.Je <strong>de</strong>nkt nu vast … huh? Maar <strong>de</strong>nk nog eens na. Jakobus en Johannes waren zichheel bewust van hun missie in dienst van <strong>de</strong> Messias, op weg naar Jeruzalem. Zebeschouw<strong>de</strong>n zichzelf als wegberei<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> traditie van Elia.Maar Jezus wijst ze streng terecht. Dat heeft te maken met het laatste voorwerp datik vanmorgen heb meegenomen. Een routekaart (beetje ou<strong>de</strong>rwets, dat geef ik toe).Waar gaat <strong>de</strong> reis heen? Naar Jeruzalem. Om van <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n weggenomen(vs. 51). Om verworpen te wor<strong>de</strong>n, uitgeleverd en gedood. Dat is het doel van <strong>de</strong> reis.Houd dat goed in <strong>de</strong> gaten. Jezus laat het gebeuren. Hij laat zich verwerpen, afwijzen.Denk aan <strong>de</strong> vorige keer: daar zijn <strong>de</strong> mensen vrij in.3 Volgens sommige handschriften en vertalingen: ‘tegen ons … voor ons.’4 Van Bruggen merkt op dat het nu voor <strong>de</strong> Samaritanen makkelijker was gewor<strong>de</strong>n om Jezus te aanvaar<strong>de</strong>nomdat Hij inmid<strong>de</strong>ls als dissi<strong>de</strong>nt werd beschouwd binnen het Joodse volk (Lucas, CNT-serie, pag. 209).


En daar is Jezus vrij in. Dit is zijn weg – <strong>de</strong> weg van het koninkrijk van God. Dit is Godsplan: op weg naar het hemelse Jeruzalem, zeker! Maar langs Golgota. Het is geentussenstop. Daar begint het koninkrijk zichtbaar te wor<strong>de</strong>n. Waar gebloed wordt,daar begint Gods koninkrijk.Houd dus ook nu op reis het doel voor ogen. Het is een koningsreis, maar geenoverwinningsreis op <strong>de</strong> manier die wij vaak verwachten. Jezus heeft zelf gezegd tegeneen van <strong>de</strong> koningen van <strong>de</strong>ze wereld dat zijn koninkrijk niet van <strong>de</strong>ze wereld is (Joh.18:36). Wij zijn, en blijven tot op <strong>de</strong> dag dat Jezus terugkomt om zijn koninkrijk<strong>de</strong>finitief hier op aar<strong>de</strong> te vestigen, vreem<strong>de</strong>lingen.Tot slot, Jezus zegt drie dingen over wat het betekent als je Hem wilt volgen. 1) WieMij wil volgen heeft geen rust, geen blijven<strong>de</strong> plaats op aar<strong>de</strong>. Hij of zij is eenvreem<strong>de</strong>ling; 2) Wie Mij wil volgen moet prioriteiten stellen. Zelfs een belangrijkeplicht als je va<strong>de</strong>r begraven, wordt onbelangrijk. We weten van Jezus dat Hij positiefstond tegenover <strong>de</strong> zorg voor familie. Er zit dus ook iets in van: <strong>de</strong> beste zorg die jeaan familie kan beste<strong>de</strong>n ís door zelf Jezus volgen. Het koninkrijk van Godverkondigen (vs. 60). Laten <strong>de</strong>genen die dood zijn omdat ze Jezus niet volgen, huneigen do<strong>de</strong>n begraven. Maar laten <strong>de</strong>genen die eeuwig leven hebben omdát ze Jezusvolgen, dat goe<strong>de</strong> nieuws dan aan ie<strong>de</strong>reen vertellen zodat ie<strong>de</strong>reen (ook hun eigenfamilie) ook eeuwig leven heeft!En 3) Jezus volgen is vooruit kijken. Als je ergens wilt komen moet je vooruit kijken.Het heeft geen zin om op <strong>de</strong>ze kaart te kijken hoe je ergens gekomen bènt. Kijk lieverwaar je morgen heen moet. De man die afscheid wil nemen van zijn familie, begrijptheel goed wat het betekent om Jezus te volgen. Dat Jezus’ familie belangrijker is dandie van hemzelf. Hij heeft zijn prioriteiten scherp. Maar Jezus is nog scherper: wie opweg naar het hemelse Jeruzalem achteruit kijkt, is niet geschikt voor het koninkrijkvan God! Maar wie vooruit kijkt en Jezus volgt, die is op weg naar het hemelseJeruzalem![amen]

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!