10.07.2015 Views

Kader primair 4 (2005-2006). - Avs

Kader primair 4 (2005-2006). - Avs

Kader primair 4 (2005-2006). - Avs

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >Lumpsum en speciaal (basis)onderwijsSteeds vaker worden AVS adviseurs via de Helpdesk en tijdens de Veldbenadering lumpsumgeconfronteerd met specifieke knelpunten rond de invoering van lumpsum in het speciaal onderwijs,het speciaal basisonderwijs en het praktijkonderwijs. Er zijn steeds meer vermoedens, gevoelens enberekeningen in het veld die bevestigen dat er in de rekenregels te weinig oog is voor specifiekesituaties in het speciaal onderwijs.De AVS wil die specifieke situaties in hetspeciaal onderwijs op het spoor komen.Daarom organiseren we een bijeenkomst opvrijdagmiddag 16 december om 14.30 uurin Hogeschool Domstad te Utrecht. Tijdensdeze bijeenkomst willen we de specifiekeeffecten van lumpsum voor het speciaalonderwijs achterhalen en nagaan of ersprake is van een algemeen knelpunt.Als dat zo is, zal de AVS zich inzettenvoor een structurele oplossing van dieknelpunten. U kunt op twee manieren meewerkenaan deze inventarisatie:1. Deelnemen aan de bijeenkomst van16 december. Op deze manier kunt u uweigen knelpunten inbrengen en aangevenof er sprake is van een algemeen probleemdat specifiek is voor het speciaal onderwijs.Meld u aan bij de AVS, Jos Hagens,j.hagens@avs.nl. U krijgt een bevestigingen routebeschrijving toegestuurd. Geef zomogelijk ook uw knelpunten alvast door.2. Uw knelpunten per e-mail inbrengen,zodat deze meegenomen kunnen wordentijdens de bijeenkomst op 16 december.Mail uw knelpunten naar de AVS, JosHagens, j.hagens@avs.nl Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >Fpu’ers als ervaren begeleidersHet project dat fpu’ers inzet als ervaren begeleiders van startende directeuren of leerkrachten gaatin <strong>2006</strong> haar vierde jaar in. U als schoolmanager kunt daarvan profiteren door tegen acceptabele kosteneen door de AVS geschoolde begeleider in uw school in te zetten.De AVS traint de ervaren (ex-)leerkrachtenen directies oftewel ‘fitte vutters’ in begeleidingen coaching, vaardigheden, goed communicerenmet de cliënt, observatietechniekenen privacy regels. Omdat de fpu’er zelfgrotendeels het contact onderhoudt metopdrachtgevers wordt er ook aandachtbesteed aan het maken van zakelijkeafspraken (bijvoorbeeld over uurtarief envergoeding reiskosten) en het opstellen vaneenvoudige contracten. De AVS draagt zorgvoor kwaliteitsbewaking en eindevaluatievan de begeleidingstrajecten. Als u alsschoolmanager bij u werkzame oudere leerkrachtenof aanstaande fpu’ers als begeleidersop uw eigen school wilt inzetten, wijshen dan op deze (gratis) training. De AVSdenkt mee over hoe deze begeleiding dooroudere werknemers structureel in te beddenbinnen uw schoolorganisatie.Bent u of kent u een aanstaande fpu’er, diebeschikt over mogelijkheden om ingezet teworden als begeleider van (nieuw) onderwijspersoneel,dan kunt u dat kenbaarmaken aan de AVS. Vanuit het project wordtcontact met u opgenomen voor een kennismakingsgesprek.Deelname aan dit projectbrengt voor u geen kosten met zich mee.Trainingsdata: 15 en 16 februari <strong>2006</strong>Projectcoördinator: Magda SnijdersProjectmedewerker: Hélène van EekelenAanmelden: AVS, projectsecretariaat Barryvan Ravenstein, b.vanravenstein@avs.nl ofvia het AVS Scholenportaal, www.avs.nl >Werkgeverszaken > Personeelsbeleid >ProfessionaliseringVoor meer inhoudelijke informatie over ditproject kunt u terecht bij de AVS, MagdaSnijders, m.snijders@avs.nl December <strong>2005</strong> > 7


Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >Vroeg beginnen essentieelvoor achterstandenbestrijdingDe projectgroep Wsns-oab gaf opdracht om de ontwikkelingen op het gebied van onderwijsachterstanden inkaart te brengen. Voetsporen <strong>2005</strong>, het jaarlijkse bericht over het onderwijsachterstandenbeleid, vermelddeonlangs de stand van zaken over onder meer Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), schakelklassen en hetOnderwijskansenplan.VVE werpt veel vruchten af. Uit onderzoekdat in Nederland en in het buitenland is uitgevoerdblijkt dat VVE-programmma’s eengroot effect hebben op de cognitieve en detaalontwikkeling van kinderen. Dit geldt metname voor kinderen in achterstandssituaties.In het buitenland zijn opvang, zorg eneducatie integraal in kindercentra ondergebracht,een systeem dat volgens de onderzoekersook in Nederland zou moeten wordeningevoerd. Het educatieve aanbod inde peuterspeelzalen is van goede kwaliteit.Schakelklassen zijn in de huidige vormeen nieuw fenomeen. Momenteel vinden25 pilots plaats in de vier grote steden enin middelgrote en kleinere gemeenten.De uitvoering van deze pilots verloopt nietprobleemloos, maar ligt wel op schema.De schakelklas kan een krachtig instrumentworden voor het verbeteren van taalvaardigheid,mits gemeenten en besturen gezamenlijkeen integrale visie op taalbeleidontwikkelen.In de vier grote steden is het vierjarigeOnderwijskansentraject inmiddels afgesloten.De ervaringen zijn positief, het onderwijskansenplandraagt duidelijk bij aan eendoelgerichte en planmatige aanpak vanonderwijsachterstanden. Leerkrachtvaardighedenzijn verbeterd en de school heeft eenduidelijker visie.Over de vraag of zorgbeleid en achterstandenbeleidvolledig geïntegreerd moetenworden, lopen de meningen uiteen. Wel isduidelijk dat de beleidslijnen elkaar versterken,bijvoorbeeld bij de professionalisering.Het accent van de projectgroepWsns-oab, ingericht om meer samenhangtussen de beleidslijnen aan te brengen, ligtop de onderwijspraktijk. Maar ook hetbestuurlijke niveau verdient aandacht,aldus Voetsporen.De projectgroep Wsns-oab coördineert delandelijke activiteiten rond het onderwijsachterstandenbeleiden heeft daarnaast alsdoel meer samenhang tot stand te brengentussen het onderwijsachterstandenbeleiden het traject Wsns+. De projectgroepWsns-oab bestaat uit vertegenwoordigersvan de organisaties voor besturen enmanagement in het onderwijs (waaronderde AVS) en een waarnemer van de Verenigingvan Nederlandse Gemeenten.


Illustratie Jos Collignon<strong>Kader</strong> Primair > December <strong>2005</strong> > 9


Foto: Gooilandschool Bussum> Thema Onze kinderen”Hoogopgeleide ouderswillen het liefst meebesturen”> Hoe betrokken zijn ouders bij de school?Betrokkenheid van ouders is een heikel onderwerp. Moet de ene school ouders bijnaletterlijk over de drempel heen helpen, een andere school heeft in een mum van tijdouderraad, schoolreiscomité en luizenmoederclubje gevuld en kan verzekerd zijn van eengroepje kritische ‘meebestuurders’. Het lijkt bijna wel of ouderbetrokkenheid óf te weinigóf juist teveel voorkomt op scholen. Grofweg is voor laagopgeleide ouders de school eeninstituut ver weg en weten hoogopgeleide ouders de school juist wel te vinden.> Tekst Larissa Pans10 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


Foto: ’t Meesterwerk SchiedamIn de ouderkamer van ’t Meesterwerkkunnen ouders onder andere samen cursussen volgen.wordt behandeld, hoef ik mijn neus er niet in testeken. Bij problemen laten ouders zeker hun stemhoren. Velen zijn welbespraakt. Onze school is eenredelijke eliteschool met veel begeleiding en veelextra’s na schooltijd. Het moeilijke vind ik dat je alsmedezeggenschapsraad geen reëel beeld krijgt van hetfunctioneren van leraren en je wilt toch de vinger aande pols houden. In het bedrijfsleven kun je mensenveel gemakkelijker ontslaan, in het onderwijs gaat datniet, ook niet als je veel klachten van ouders binnenkrijgt.Hoogopgeleide ouders willen het liefst meebesturen.Al die gehaaide dames en heren van rond deveertig tegenover een leerkracht van in de twintig…Dat lijkt me verschrikkelijk moeilijk. Petje af.”De ‘zwarte’ schoolEen frisse school in Schiedam en een uitnodigendschoolplein in een grauwe buurt vol wederopbouwflatsmet schotelantennes. Turkse, Marokkaanse enSurinaamse kinderen spelen vol overgave. Enkeleouders zitten op bankjes op het plein.Directeur Ton Claassens en Paula Klarholz, coördinatoronderbouw en PeuterPlus van basisschool ’t Meesterwerk(258 leerlingen, waarvan vier ‘autochtoon’)Klarholz: “Veel allochtone ouders hebben binnen huncultuur niet geleerd om mondig te zijn tegenover deschool. Wij zijn in hun ogen een instituut waar menweet hoe het moet. Al moet ik zeggen dat veel ouderswel open zijn en als je een activiteit aanbiedt, zijn zegretig. Het is geen desinteresse; ze zijn gewoon nietzo opgevoed.”Claassens: “Op school hanteren wij de gouden driehoekdie ouders, leerlingen en leerkrachten omvat.Je kunt het als school beslist niet alleen. Wij hebbeneen ouderkamer ingericht waar ouders koffie kunnendrinken, met elkaar en met de school in contactkomen en cursussen kunnen doen. Die cursussenworden goed gevolgd, we bereiken zo’n 60 procentvan de ouders. Zo hebben ouders laatst een cursusbeeldende vorming gedaan en bieden we ook cursus-sen Nederlands, ICT en opvoeden aan. We vertellenouders over de bibliotheek, het wijkcentrum of wat jemet je kind doet in de herfst, bijvoorbeeld kastanjeszoeken in het bos. Onze filosofie is: als je ouders ‘rijker’maakt, worden hun kinderen het ook.”Klarholz: “We geven onze leerlingen ook een rugzakjemee met een lesbrief daarin, een soort opdrachtvoor ouder en kind. Het mág, ze hoeven het niet tedoen. Een opdracht kan zijn dat je ouders leert voorlezen.Ze leren om vragen te stellen aan hun kinderentijdens het voorlezen en ook om hun gevoelensin het Nederlands uit te drukken. En wij kunnen erweer op voortborduren in de les.”Claassens: “Je moet in gesprek gaan met ouders opeen niet-oppervlakkige manier. Bij het intakegesprekzeggen we ook: we verwachten wel van u dat we hetsamen doen. Samen halen we het beste uit uw kind.Wij moeten ook duidelijk maken dat een oudergesprekbelangrijk is. Als het strookje voor een gesprekniet is ingevuld, bellen we na. Ook zijn veel oudersgeneigd hun kinderen mee te nemen naar de oudergesprekkenof een oudere broer of tante te sturen.Wij moeten heel duidelijk zijn: op zo’n avond is eropvang op school voor kinderen en we willen datde vader of moeder komt. Ouderbetrokkenheid gaathier in stapjes.“Veel ouders zijn verlegenen hebben niet zoveel socialecontacten.”Klarholz: “Ouders leven hier in een wereld die delaatste tijd toch redelijk vijandig is tegen allochtonen.De school moet een veilige plek zijn waar jegraag komt en je goed voelt. We hebben toen wehet schoolplein opnieuw inrichtten veel bankjesgeplaatst. Ouders stonden vaak buiten het hek tewachten, nu zitten ze gezellig te keuvelen op hetschoolplein.”Claassens: “We zitten op een heel laag niveau vanouderbetrokkenheid. Het gaat vooral over het verlenenvan hand- en spandiensten. Het is lastig om hetop een hoger niveau te tillen. Voor mij is het vrijgemakkelijk leidinggeven. Ik leg mijn meerjarenplanvoor en iedereen vindt het prima. Dat is heel overzichtelijk,maar ik wil meer. Als we met de cursussendoor blijven gaan, zullen er zeker ouders zijn diekomen ‘bovendrijven’. Misschien kunnen we ze ookwel zelf opleiden voor de medezeggenschapsraad. Ikhoef geen apart orgaan voor allochtone ouders. Laatons de vrijheid om met onze ouders te groeien.”In de ouderkamer zitten op gerieflijke banken Ayfer Aydogdu(drie kinderen op school en ouderassistent van ‘t Meesterwerk),Linda Montfoort (drie kinderen, waarvan 1 in hetspeciaal onderwijs) en Gulhan Korkmaz (één kind, verzorgster12 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


in een verpleeghuis) aan de koffie. Aan de muren hangende schilderijen die ouders gemaakt hebben en een oostersespiegel met gekleurde steentjes.Aydogdu: “Elke ochtend zit ik hier koffie te drinkenmet een aantal ouders. De ouderkamer is bedoeld omouders gemakkelijker de school in te krijgen en omze het gevoel te geven dat de school ook een stukjevan hen is. Veel ouders zijn verlegen en hebben nietzoveel sociale contacten. Ouders vragen eerder dingenaan mij, want ze durven het vaak niet aan deleerkracht te vragen. Door de ouderkamer en deprojecten komen ze naar school. We organiserenook uitjes met de ouders, binnenkort gaan we naareen tentoonstelling over Marokkaanse kunst.”Korkmaz: “Ik maak opdrachten met mijn zoon enhet is heel leuk om met hem te werken. Je ziet hoever je kind is op school. Als ze meedoen, krijgen ze eensticker van Ayfer, dat willen alle kinderen heel graag.”Montfoort: “Je komt in contact met je kind. Ik heblaatst een leesverhaal gedaan over Assepoester. Mijnzoon wordt dan helemaal spontaan en vertelt vanalles.”Aydogdu: “Je merkt hoe belangrijk voorlezen is en ookhoe leuk het is. Met een ouderproject leer je hoe je eenverhaal spannend maakt en hoe je erover kan pratenmet je kind. We willen dat ouders leren om hun kindzelfstandig en zelfverzekerd te maken. Als mijn kindlekker in zijn vel zit, presteert hij ook goed. Er zijnhier echt wel kinderen die naar havo en vwo gaan.”Korkmaz: “Maar het moet wel in je kind zitten.Al kan de school helpen om je kind beter te latenwerken in de klas. Als er iets met mijn zoon is,krijg ik meteen een brief. Dat is netjes.”Montfoort: “Als een kind moeite heeft, wordt hetgeholpen. Er wordt hier ook veel getoetst, dat is goed.De school doet zijn best, zeker weten. Er wordt goednaar ons geluisterd. En door de Nieuwsflits blijvenwe op de hoogte van wat er speelt op school.”De onderwijsexpertZeki Arslan is onderwijscoördinator bij FORUM, kenniscentrumvoor multiculturele ontwikkeling“De Nederlandse onderwijstraditie is dat oudersbetrokken zijn bij de school van hun kind. De werkelijkheidis dat managers ouderbetrokkenheid lastigbeginnen te vinden. Ik maak me zorgen over de informatiedie ouders krijgen. Als het slecht gaat met eenschool krijgen ze dat niet te horen. Over de financiëlegang van zaken krijgen ouders weinig informatie ofjuist heel ingewikkelde berekeningen waar ze niksvan snappen, terwijl ze toch meebetalers van hetonderwijs zijn. Lumpsum, kwaliteit en schaalvergrotingzijn allemaal discussies die niet met ouders gevoerdworden en dat vind ik ontzettend jammer.Laagopgeleide, allochtone ouders zijn vaak niet weerbaargenoeg tegen het schoolmanagement. Ze sprekenhun taal niet. En managers zijn niet geëquipeerdom met ouders te praten, maar ze moeten wel verant-“Soms moet je onorthodoxe methoden gebruiken om je doelgroepte bereiken”, aldus Zeki Arslan van FORUM.woording afleggen aan ouders. Een ander probleem isdat bij scholen in achterstandsbuurten het onderwijspersoneelen de managers vaak ergens anders wonen,zij hebben geen sociale binding met de bewoners en deomgeving. Ze komen elkaar niet tegen. De communicatieloopt stroef. Allochtone ouders weten niet wat hunmogelijkheden zijn, mailen niet naar de directeur ofkijken niet op de site van de school. Er is veel budgetvoor onderwijsachterstandenbeleid, maar wat hebbenscholen eigenlijk gedaan aan ouderbetrokkenheid? Erzijn vier erkende ouderorganisaties, maar daar hebbenmigrantenouders geen plek in. Ze bekommeren zichniet om hen en hun belangen. Een grote groep oudersis onzichtbaar, terwijl er genoeg problemen spelen:taalachterstand, schooluitval, kiezen van een goedevervolgopleiding, enzovoort. FORUM heeft net eenproject afgesloten, ‘Een goede start’, waarin we meteen bus langs allerlei plaatsen gingen om de Voor- enVroegschoolse Educatie (VVE) onder de aandacht tebrengen van allochtone ouders. Soms moet je onorthodoxemethoden gebruiken om je doelgroep te bereiken.“Allochtone ouders mailenniet naar de directeur.”Maar ik verwacht niet alleen wat van scholen. Scholenhebben ook het recht om ouders aan te spreken ophun betrokkenheid. Ouders moeten meehelpenop school, meedenken met hun kind. Als het nodig is,moeten ouders desnoods met drang en dwang bij deschool betrokken worden. Zij moeten hun kind nietzonder ontbijt naar school sturen, niet zomaar drieweken eerder in de zomer op vakantie gaan of zichniet bezig houden met de onderwijsontwikkeling vanhun kind. Als ouders actief meedoen, leidt dat ook totbetere onderwijsresultaten van hun kind. Ouders moetenhun opvoedende rol waarmaken en we moetenmigrantenouders serieus nemen. Wij mogen dieouders níet met rust laten.” December <strong>2005</strong> > 13


Thema Onze kinderen> Tekst Andrea LinschotenOnderwijskansen– wat nu?> Opbrengsten, bevindingen en verwachtingenIn 2000 is met het Onderwijskansenplan een schoolspecifieke benadering geïntroduceerdvoor het bestrijden van achterstanden. Er kwam extra geld beschikbaar voor scholen dievoldeden aan bepaalde criteria. De AVS is benieuwd naar de opbrengsten van dezeaanpak. Drie schoolleiders van onderwijskansenscholen vertellen over hun bevindingenen kijken vooruit naar de toekomst van het onderwijsachterstandenbeleid.“Structureel werken aan vernieuwing”Het is pauze. Op het schoolplein lopen de kinderen met een gezonde bruine boterham.De ramadan is voorbij, het Suikerfeest net geweest. Binnen staat naast de koffie een schaaltjemet zoetigheid. Zoals elk jaar hebben de moeders weer een overvloed aan lekkernijen gemaakt.De Zeven Gavenschool in de wijk Kanaleneiland in Utrecht heeft 260 leerlingen, allemaal vanallochtone afkomst.Als schoolleider Bert Brouwer terugkijkt op de vierjaar als onderwijskansenschool, is hij best tevreden:“Vanuit het Onderwijskansenplan hebben we allerleitrajecten ingezet, waar we nu, onder de vlag van hetLokaal Onderwijs Achterstandenbeleid (LOA), meedoorgaan. Zo zijn we bezig met vernieuwing van dewoordenschatdidactiek, maar ook met de sociaalemotioneleontwikkeling, het leesonderwijs, hetwerken in hoeken in groep 3 en de opzet van eentaal- en rekencircuit voor groep 2. Daarnaast hebbenwe, samen met Welzijn en twee buurtscholen, zesvoorschoolgroepen opgezet en binnen de onderbouwde Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) vorm gegeven.Ook doen we aan de verlengde schooldag enproberen we dat te koppelen met het aanbod vanandere scholen in de buurt. Ten slotte zijn we bezigmet het implementeren van allerlei ouderbetrokkenheidsprojectenzoals ‘rugzak’ (ouders van Turkse en14 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


stelt Brouwer. Veel ouders vallen uit bij de inburgeringscursusen er komen steeds weer ‘nieuwe’ moedersuit het Marokkaanse Rif-gebergte die geenNederlands spreken en dus ook hun kinderen geenNederlands kunnen leren.WachtlijstenDe gelden voor onderwijsachterstanden zijn andersingevuld. Brouwer is er niet blij mee: “Wat betreftVVE zullen wij in onze wijk niet veel geld meer krijgen.De gemeente Utrecht heeft met zes groepen voordrie scholen in de afgelopen jaren al veel op datgebied geïnvesteerd in Kanaleneiland. Er zit voorlopigniet veel meer in, hoewel er in de wijk nog steedswachtlijsten zijn voor driejarigen. Slechts de helftvan de kinderen uit de wijk kan een plekje krijgen opde voorschool. Ik ben bang dat nieuwe gelden voorVVE nu eerst gebruikt gaan worden voor andere wijken,die in een nog slechtere positie zitten. Verbeteringof versterking van de schakelklassen of de veiligheidop het VMBO zal de kwaliteit van onsachterstandenbeleid niet verhogen.”Bert Brouwer:“Vooral het systematisch werken aanonderwijsverbetering vind ik positief.”Marokkaanse kleuters krijgen via hun kind informatiethuis in een rugzakje over hoe ze moeten omgaanmet bepaalde werkbladen), ’overstap’ (taallesprojectwaarmee thuis wordt geoefend), informatieochtenden,opvoedingscursussen en Nederlandse les voormoeders.”Met name het structureel werken aan vernieuwingenheeft Brouwer als positief ervaren. De school is in2000 gestart met een gedegen schoolanalyse. Vandaaruit is men gaan reflecteren op tegenstrijdigheden,zwaktes en lacunes. Daarna heeft de school prioriteitengesteld en deze SMART benoemd. Ook zijn zeduidelijk omschreven in overzichtelijke matrixen,met doelen, activiteiten, financiële middelen, verantwoordelijkhedenen evaluatie. Aan het eind van hetvierjarige traject is er weer een analyse gemaakt,waarin Brouwer de vooruitgang kon zien. Bovendienwas deze analyse de grondslag voor zijn huidige LOAplan.Als onderwijskansenschool had Brouwer definanciële mogelijkheden om daadwerkelijk in te voerenen aan te schaffen wat hij gepland had. Bovendienhad hij regelmatig op managementniveau overlegmet de andere zeven OK-scholen in de stad. Diebijeenkomsten (om de zes á zeven weken) vond hijinspirerend en ondersteunend.In vier jaar is er veel bereikt en veel in gang gezet.Maar nu het onderwijskansenproject is afgelopen, ishet de vraag hoe deze veranderingen te behouden.Brouwer: “Na 2004 mis je ineens het geld en de formatie.Nu moet je de vernieuwingen doorzetten,maar dan zonder extra mogelijkheden. Ik merk al dathet overleg met de andere scholen verwatert; iedervervolgt zijn eigen weg. Je staat meer alleen. En doorhet weghalen van de OALT-leerkrachten en ID-banenis het vrijwel onmogelijk om op alle terreinen evenactief te blijven. Met name bij de onderdelen taalondersteuningen ouderbetrokkenheidsprojecten hebbenwe een stap terug moeten doen. Tijdens de KoersPO-gesprekken liet de minister weten dat zij dezeprojecten niet meer nodig vindt, zeker niet in deeigen taal. Want over twee jaar moet iedereen tochNederlands kunnen spreken, na de inburgeringscursus.De praktijk laat natuurlijk heel iets anders zien”,De komende jaren gaat Brouwer geen nieuwe zakenaanpakken. “We gaan door met de punten van deafgelopen jaren. Maar dan allemaal wel wat minder.Ik ben blij als we alle trajecten kunnen doen. Ik verwachtook geen grote verbeteringen bij onze leerlingen.Het niveau van instroom gaat naar beneden,mede door de wachtlijst bij de VVE. Maar ik heb hogeverwachtingen van de kinderen die wel op de voorschoolgezeten hebben. Zij zijn taalvaardiger, maarook sociaal vaardiger. Met alle inspanningen ben ikblij als het niveau van de uitstromers niet lager wordt.Dat lijkt vreemd, die discussie hoor ik vaak: ‘Er is tochzoveel geld ingepompt?’. Maar om de verbeteringen tehandhaven, blijft geld gewoon hard nodig.”Brouwer heeft vier interessante jaren achter de rug.“Ik zag er wel tegenop en er werd heel veel van jegevraagd. Maar ik heb er ook veel van opgestoken.Vooral het systematisch werken aan onderwijsverbeteringvind ik positief. We hebben vier jaar in dediepte geïnvesteerd. Nu moeten we zien dat we hetmet de reguliere middelen voortzetten.”><strong>Kader</strong> Primair > December <strong>2005</strong> > 15


“Je mist het geld en de formatie”Doreen Rambags is sinds twee jaar directeur van obs ’t Spectrum in Amersfoort. De basis van deonderwijsachterstandenaanpak is de afgelopen jaren gelegd. “Onze visie is dat het in de klasmoet gebeuren”, stelt Rambags. “De klassengrootte is daarbij cruciaal. De groepen 1 tot en met 4houden we bewust klein. Als je de basis goed legt, werkt dat door in de bovenbouw. Hier zullenwij altijd aan vasthouden, ook als we minder geld te besteden hebben.”Veel initiatieven zijn volgens Rambags trouwens wel tehandhaven: “Zaken kosten niet zozeer veel geld, maarvooral veel tijd, energie en vasthoudendheid. Als wenu door minder geld in de problemen zouden komen,ga ik op zoek naar andere wegen. Kijken of ik vrijwilligerskan vinden of ik klop aan bij de gemeente. Zo zijnwe nu met een sportproject bezig voor kinderen vanaftien jaar. Dat doen we samen met de gemeente. Kinderenkrijgen dan een uur per week de kans om met eensport kennis te maken. Geld dat eerst van het ministeriekwam, komt nu van de gemeente. Het is vooralzaak om de juiste mensen mee te krijgen. Je blijft weliswaarafhankelijk van subsidies en je probeert alles zostructureel mogelijk te maken. Maar je doet wat jekunt en alles wat lukt, is de moeite waard. Ook al ishet soms voor kortere duur. ”en veel energie gestoken in de communicatie met deleerlingen, leerlingen onderling en ook met deouders. We hebben nu bijvoorbeeld een ouderwerkgroepen contactouders voor elke groep.” De directeuris ook enthousiast over het project ‘Gast in deklas’, waarbij ouders één dagdeel in de groep van hunkind meedraaien. “Het is een groot succes, met eenopkomst van ruim 80 procent. Dan blijkt dat debeeldvorming toch vaak te negatief is. Ik wil daaromook de goede resultaten laten zien. Leerkrachten diewel eens een negatieve ervaring hebben gehad, verzuchtensoms dat iets geen zin heeft ‘omdat deouders toch niet meedoen’. Maar die beeldvormingmoet echt veranderen, het is veel positiever.”Die beeldvorming is ook een belangrijk aandachtspuntin de toekomst. “Het liefst zou ik geld willenDoreen Rambags:“Zaken kosten vooral veel tijd, energie envasthoudendheid.”Geld is natuurlijk handig, maar niet alles is dus ingeld uit te drukken. “Soms doe je de dingen gewoonomdat ze noodzakelijk zijn. Zoals een informeel overlegmet de schoolarts, bij de koffieautomaat. Dat pakkenwe even mee, zonder direct uren te schrijven.Maar de samenwerking met andere instanties is weleens lastig. Stichting Welzijn Amersfoort werktalleen met uren. Dat zie ik ook wel als bottleneck voorde Brede School. Daar is veel overleg voor nodig,maar sommige instanties geven gewoon aan dat zegeen tijd hebben.”Rambags heeft met haar team de afgelopen tijd keihardgewerkt. “We hebben risico’s genomen en datbegint nu zijn vruchten af te werpen. We hebbenhard gewerkt aan de professionalisering van het teamhebben om kunst in de school op te hangen. Aan deene kant wil ik de kinderen in een fysiek rijke omgevingandere kunstuitingen dan uit hun eigen cultuuraanbieden. Tegelijkertijd bepaalt die kunst heel erghoe mensen tegen je school aankijken. Vorig jaarhadden we vanwege een feestweek acht weken langgratis kunst met als thema ‘Circus aan de muur’. Jemerkt toch dat de mensen die je gebouw binnenkomende school heel anders inschatten dan wanneerze een oud en rommelig gebouw zien.”Rambags ziet voor haar school nog wel knelpunten inde toekomst: “Dan denk ik aan het gemeentelijkbeleid, zoals huisvesting en spreidingsbeleid. En hetaannamebeleid bij scholen in dezelfde wijk vergt ookaandacht. Helaas vinden sommige ouders onze school16 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


te ‘zwart’ en melden hun kind bij een andere schoolaan. Die komt dan vervolgens bij ons hulp vragen hoeze moeten omgaan met die jonge kinderen die nognauwelijks Nederlands spreken. Maar waarom nemenze die kinderen dan aan? Je moet niet alleen kijkennaar de aantallen, maar ook naar wat het kind nodigheeft”, pleit Rambags.“Politiek is dubbelhartig”Gerrit Vierboom is projectdirecteur Openbaar Primair Onderwijs in Deventer. Daarvoor was hij vijfjaar directeur van het Mozaïek, een ‘zwarte’ basisschool.Succesfactoren voor onderwijskansenaanpak zijn volgensVierboom een heldere missie en (mens)visie,gecombineerd met een SMART-aanpak. Vierboom:“Vanzelfsprekend begint dat bij de schoolleider en deleerkrachten. In voornoemde volgorde. Als de schoolleiderer niet in gelooft, komt er verder ook niets vanterecht. De ‘human factor’ geldt altijd zowel voorbedrijven, ondernemingen als instellingen. Daar moetdus altijd veel aandacht voor zijn. Helderheid overwaar je heen wilt, SMART geformuleerd, en er plezierin hebben, zijn doorslaggevend voor succes.”Scholen en gemeentes die onderwijsachterstandenten, zou ik zeggen. Dat kan veel en veel beter. Of doetde minister ook haar eigen afwas op het ministerie?Maar over het verdwijnen van de OALT-leerkrachten ishij minder pessimistisch: “Dat leverde veel te weinig opin verhouding tot de investering. Ze werden als leerkrachtenbetaald, maar hadden vaak niet dat niveau.Ook hadden ze lang niet altijd een integrale plek in descholen. Dus de opbrengsten waren vaak niet duidelijken werden meestal ook niet gemeten.”Over de nieuwe gewichtenregeling kan hij zich welweer opwinden: “Ik vind het een belachelijke regelingzonder flankerend beleid in de zin van verplichtingGerrit Vierboom:“Er moet veel meer ondersteuning komenom de leerkrachten echt met hun vakbezig te laten zijn.”willen aanpakken, moeten regelmatig opboksen tegenbeslissingen uit Den Haag. Vierboom stelt: “De politiekis vaak dubbelhartig: ze wil autonomie voor descholen, maar schrijft dan weer regelingen tot indetail voor, zoals bij de schakelklassen. Hoewel onderwijsachterstandennog wel op de politieke agendastaan, laat de vertaling nogal eens te wensen over. Datis de taak van besturen en directies. Daar is nog veelte winnen.”Vierboom kijkt met gemengde gevoelens naar de bezuinigingen,waardoor bijvoorbeeld ID-banen verdwijnen:“Met name in het <strong>primair</strong> onderwijs moet veelmeer ondersteuning komen om de leerkrachten echtmet hun vak bezig te laten zijn en niet met afwassenen kopiëren. Neem het onderwijs serieus op die pun-tot spreiding. Een school kan er niets aan doen dat hij‘zwart’ wordt, maar wordt wel gestraft met een korting.Wat een cynisme! Zorg er via de Inspectie voor dat scholeneen heldere missie en visie hebben met uitgewerktemaatregelen. Dan verbetert de kwaliteit van het onderwijs.De bezuinigingen van honderd miljoen euro op onderwijsachterstandenzijn weliswaar teruggefloten, maarvervolgens wel heel anders ingevuld. Bijna al het geldgaat naar VVE, schakelklassen en veiligheid op hetVMBO. Hier geldt weer het verhaal van de dubbelhartigheid:autonomie beloven en vervolgens voorschrijvenhoe het moet. Dat riekt naar de drang tot scoren bijkamerleden en minister. Verantwoording vind ik prima,maar laat ons dan ook ons eigen beleid maken.” December <strong>2005</strong> > 17


Thema Onze kinderenFoto’s: Will GeurdsMondige kinderenbeslissen mee op school> Leren vergaderen als volwassenenGevraagd of ongevraagd de school advies geven. Meebeslissen over zaken die je als kindaangaan. Leren vergaderen ‘ zoals volwassenen het ook doen’. Dat is het idee achter deKinderraad op Montessorischool Valkenbos in Den Haag. Hoe verloopt zo’n Kinderraadop school, wat is het belang voor de school en wat is de rol van de begeleidende ouder?En, wat vinden de kinderen er zelf van?> Tekst Winnie Lafeber18 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


De Kinderraadvergadering gaat er voor kinderen van8 tot 12 jaar gestructureerd aan toe. De agenda heeftpunten die je ook op een vergadering voor volwassenentegenkomt. Begeleidend ouder Marianne Lingerlegt nog even uit hoe het vergaderen in z’n werkgaat: “De kinderen die hun vinger opsteken krijgenom de beurt het woord van de jonge voorzitter enluisteren eerst naar het idee van een ander, voor zehun mening geven.” Voorzitter is de tienjarige Lizet,die netjes de vergadering opent. Van elke vergaderingwordt een verslag gemaakt, maar dat is bij de vorigeoefenvergadering niet gebeurd. Er is toen gesprokenover het mooier maken van de gangen, bijvoorbeelddoor ze te schilderen, en het ‘tassenprobleem’. Er isweinig plek voor de tassen en de kinderen struikelener soms over. De binnengekomen post is het volgendepunt; een vraag van Meester Wil, de directeur. Hijmailt dat de vorige Kinderraad iets wilde doen vooreen goed doel. Zelf had hij het idee iets met kerstkaartente doen, wat vindt de Kinderraad daarvan?StemmenMeer dan een half uur discussiëren de kinderen overdit onderwerp en doen allerlei suggesties. Vaak wachtenze netjes tot ze de beurt krijgen, maar soms is dediscussie zo verhit dat ze voor hun beurt praten. Sommigenhebben andere ideeën, zoals snoepjes verkopenof dakpannen schilderen. Uiteindelijk stelt devoorzitter voor te stemmen over het beste idee enwint unaniem het idee van de kerstkaarten. De meestekinderen vinden dat dit ook sinterklaas-, herfst- ofgewone kaarten kunnen zijn. Andere vragen die devoorzitter netjes aan de groep voorlegt, gaan overwelk onderwerp er op de kaarten komt, wanneerdeze gemaakt moeten worden en hoeveel, in een pakketjeof los, wat ze moeten kosten enzovoort. Over dekosten zijn de meningen verdeeld (die lopen uiteenvan 10 cent per kaart tot 1 euro). De kinderen vinden,na een volgende stemronde, dat de verkoopprijs vanvijf kaarten een euro moet zijn en die van een lossekaart 25 cent. Begeleidend ouder Linger stipt nogeens aan, dat het belangrijk is hoe je dit straks uitlegtaan de klas. “Als je goed vertelt waarom het leuk enbelangrijk is, willen de kinderen in de klas ook meedoen.”Over het goede doel zijn de kinderen het eens,blijkt uit de stemmen. Het geld moet naar de mensendie het moeilijk hebben door de aardbeving in Pakistan.‘Doe-briefje’Vanwege de tijd – de vergadering duurt maximaaleen uur – maant Linger de voorzitter naar het volgendeagendapunt te gaan, het opknappen van de gangen.Maar voor dit punt is er niet veel tijd, dus devoorzitter vraagt de kinderen of dit de volgende vergaderingbehandeld kan worden. De meeste kinderenstemmen voor. Dan moet het ‘doe-briefje’ gezamenlijkingevuld worden: wie doet wat de volgende keer,>Lizet[10 jaar, groep 7, voorzitter]“Ik vind het leuk voorzitter te zijn en verantwoordelijkheid opme te nemen en aandacht te krijgen. Ik vond alle ideeën vandeze vergadering wel interessant. Twee jaar geleden zat ikook in de Kinderraad, maar dit is de eerste keer als voorzitter.Ik leer vergaderen, dingen regelen en ik leer voorzitten. DeKinderraad is belangrijk voor dingen die goed en snel geregeldmoeten worden. Ik heb ook dingen bedacht, zoals degordijntjes voor de kastjes. Ik vind het heel leuk op school enblijf hier totdat ik naar de middelbare school ga.”Pieter[10 jaar, groep 7,penningmeester]“Ik wilde graag wat veranderen en ik had ideeën, daaromwilde ik in de Kinderraad. Bijvoorbeeld over de wc’s en meergym, ik wil liever een uur in plaats van 40 minuten gym. Jeleert hoe je moet discussiëren en dat je goed moet luisterennaar anderen. De directeur luistert goed naar ons, maar somsdoet hij iets niet, als het echt niet kan. Ik vind de sportdagop school erg leuk.”<strong>Kader</strong> Primair > December <strong>2005</strong> > 19


Van Overloop: “Het idee van de Kinderraad is vanuitde kinderen zelf ontstaan. Een aantal kinderen merktedat er veel over hen gepraat werd, in vergaderingen,ouderraad en medezeggenschap, maar niet methen. Toen is een groepje kinderen naar een ouder vande medezeggenschap gestapt en is daarover gepraat.De Kinderraad bestaat sinds november 2001. Wijwaren een van de eersten toen. Ik denk dat het nogsteeds niet veel voorkomt.” Linger: “Het is iets heelbijzonders.”advertentieAdvies gevenDe Kinderraad kan de directeur, het schoolteam, deOuderraad en de MR gevraagd en ongevraagd adviesgeven. Van Overloop: “Gevraagd advies zijn vragenvanuit de school, bijvoorbeeld een goed doel bedenkenvoor een actie. Ongevraagd advies zijn eigen puntenwaar de kinderen mee komen. Ze komen met goedeideeën, zoals de vieze toiletten opknappen. Zebedenken dan allerlei dingen, zoals het ophangen vanaffiches (‘Houd het netjes!’), en het schilderen vanmuren en in de toiletpotten (‘Mik op mijn neus’). Zewilden vloeibare in plaats van vaste zeep en hebbenzelfs een brief naar het bestuur geschreven over devloer.”“De kinderen leren mondigen zelfstandig te zijn.”De kinderen beslissen dus mee over dingen die hendirect aangaan. Dit past volgens de directeur ook inde visie van een Montessorischool. “De kinderenleren mondig en zelfstandig te zijn.” Linger merktook dat de kinderen goed opletten en vaak op kleinedingen letten die volwassenen over het hoofd zien.“Toen er een tegeltje op het schoolplein gevaarlijk loslag, hebben ze dat direct gezien en gemeld.”Ouder als coachLinger heeft drie kinderen op deze school. De schoolkiest bewust voor een ouder als coach en zet geenleerkracht van de school in, omdat de kinderen danvrijer zijn om te zeggen wat ze willen zeggen. Bovendienis er geen extra formatie om leerkrachten hiervoorvrij te maken. Soms komt de directeur even bijde Kinderraad langs om wat te vertellen. Na de Kinderraadvergaderingkaarten de kinderen het zelf inde klas aan en peilen ze de meningen van de anderekinderen. De leerkracht krijgt ook het verslag van deKinderraad en kan eventueel bijsturen in de klas.Leert de directeur zelf nog iets van de Kinderraad?Van Overloop: “Ik leer van de kinderen dat ze altijdfris tegen dingen aankijken. Alles kan. Ze zien geenbelemmeringen. Soms moeten ze geremd worden, alsiets echt niet kan.” Alberts-Nienhuis > Canon > Cogas> Heutink > Kluwer > Koks Gesto > OHRA > TICC> Douwe Egberts Coffee CareVeel scholen samen kunnen beter en goedkoper inkopen.Met het oog op hoge kwaliteit en een lage prijs.Kijk op www.avs.nl voor meer informatie.<strong>Kader</strong> Primair > December <strong>2005</strong> > 21


Thema Onze kinderenHoe kijken kinderen eigenlijk aantegen de directeur van hunschool? <strong>Kader</strong> Primair vroeg ditte laten zien in een tekening oftekst. De brieven en e-mails overde man of vrouw die ‘de juffen enmeesters regelt in het kantoortje’stroomden binnen.Romy van der Helm, 8 jaarWarinschool in Nederhorst den BergDe baas van mijn school heet geloof ik Peter. Hijheeft een bril op en werkt in groep 8. Hij is de baasmaar ik weet eigenlijk niet waarom. Hij studeert veelin zijn eigen lerarenkamertje. Eigenlijk weet ik nietmeer over hem te vertellen. Ik zie hem soms in degang op school. Hij praat nooit tegen mij of zo… dus ikweet niet of hij streng is.Ik ben Jeffrey Roest (8 jaar) en ik ga wat vertellenover Christa Post. Zij is directrice op de Wervelingin Soest.Ik vind haar liever dan de oude directeur. Ik vind haareer soms leuk uitzien. De ene keer heeft ze iets roodsaan en de andere keer iets geels. Ze zorgt dat dingenop school geregeld word. Ja, ze is aardig, maar kan ookheel streng zijn vooral op de meesters en juffen. Ikzie haar niet zo vaak. Juf Christa geeft geen les opschool, want ze is druk met andere dingen. Ik weetniet hoe je merkt dat ze directrice is. Op haar werkplekvind je een tafel, 2 computers, en 2 stoelen.Timon Kolsteren 10 jaarOpenbare basisschool de Heerevelden, TilburgMijn directeur heet Huub van Eijk. Ik zie hem nietecht vaak op school, omdat ik in een ander gebouw zit.Wij zitten in de dependance. Huub heeft grijsachtighaar en hij is niet dik en niet dun… een beetje gezet.Hij heeft meestal een blouse aan met een blauwe ofzwarte broek. Ik weet niet of hij aardig is, maar ik denkhet wel. Hij geeft kinderen geen les, maar zit de heledag op zijn kantoor en loopt een beetje rond. Verderweet ik eigenlijk niks meer over hem te zeggen.Kinderen over hun schoolleiderMeester JosMeester Jos is ardig en doet leuke dingen. hij zinkt bijvoor beeltEngelsen liedjes. Hij is vrolijk en heeft vaak een spijkerbroek aan,met een over-hemd, aan. en hij is best wel oud.Ons baas van onze school regelt altijd nieuwe speeltoestellen,en dt er nieuwe boeken komen en zijn hobbie is treinen.Als de ruit is in geslagen dan koopt meester Jos nieuwe.Hij heeft een bureau eneen stoel een komuter, mappen en eenselderij bij de kluter hal.Ik kom meester Jos tegen als ik de klassen rond ga.Eva Kop, 10 jaar, De Klim-op wijkbij duur stede.De tekening van meester Jos is gemaakt door mijn zusje Iris.Zij is 10 jaar.22 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


Meester Rob en dekrakkemikkerige schoolDe directeur van mijn school heet meester Rob. Hij is lang en dun.Ik zie hem soms op school omdat hij ook directeur is van een andereschool. In ons krakkemikkerige schooltje is pas brand geweest.Onze eigen school wordt afgebroken, omdat er een nieuwe gebouwdwordt. In het deel dat wij nu zitten is hij altijd heel druk. Er is netbrand geweest dus veel rommel. Er is ook lekkazje en de computersdoen het niet. Meester Rob heeft zijn eigen kamertje. Dat is nu somswel rommelig. Hij geeft geen les aan kinderen. Hij is best aardig.Thomas Steijn.Ichthusschool in de Hilversumse meentDe tekening van meester Rob is gemaakt door mijn zusje Eva.Zij is 5 jaar.Juffrouw WinnyZe is al wat ouder, ze heeft een bril op, grijs-wit haar(Een beetje steil haar) ze draagt meestal sjieke kleren en zeheeft altijd zwarte schoenen aan.Ik krijg geen les van haar, maar wel muziekles van deAdjunct-directeur.Ze zit meestal in haar kamer, maar ze komt soms dingen vertellenin de klas.In haar kamer is: een bureau met een computer, er staan eenhele boel kasten met mappen erin, en er is blauwe vloerbedekkingZe regelt schoolreisjes, als er iemand vragen heeft danbeantwoordt ze die vragen. ze zit vaak aan de telefoon om alleste regelen.Ze is wel lief, want je krijgt stickertjes als je jarig bent. Ze is niet zostreng. Ik zie haar vaak in de gangen (maar niet als ze ziek is, zoalsnu, wat ik erg jammer vind).Fanouritza Immetje Dam, 8 jaarLudgerusschool<strong>Kader</strong> Primair > December <strong>2005</strong> > 23


Thema Onze kinderen> Tekst Daniëlle AretsBouwstenenvan het nieuwe leren> De basis van een verzamelbegrip‘Het nieuwe leren’ is in no time een huis-, tuin- en keukenbegrip geworden. Iedereen diewat met onderwijs te maken heeft, lijkt er een mening over te hebben. Het nieuwe lerenis daarmee een verzamelbegrip dat op talloze manieren ingevuld wordt: authentiek leren,contextueel leren, werkplekleren, duaal leren, ervaringsgericht onderwijs etcetera.Toch is er een aantal basisbegrippen, de bouwstenen, die steeds weer terugkomen.We hebben ze voor u op een rijtje gezet.Kinderen willen lerenDat kinderen niets zouden willen leren is eengedachte die we regelmatig uit de mond van gefrustreerdeleerkrachten horen. Maar niet uit de mondvan oud APS-directeur Alex van Ernst. Van Ernst isde Nederlandse goeroe van het nieuwe leren. In zijnboek ‘Koop een auto op de sloop’ beschrijft hij datkinderen een aangeboren behoefte hebben om teleren, maar dat het huidige onderwijs die natuurlijkedrang onderdrukt. Onder andere proefwerken ententamens werken demotiverend, omdat kinderendan ‘moeten leren’. Zodra kinderen echt ergens ingeïnteresseerd zijn, willen ze ook leren. Van Ernstonderstreept dat in zijn boek met het aansprekendevoorbeeld waarbij jongeren een auto op de sloopkopen en deze vervolgens opknappen en via hetInternet verkopen. Gedurende het hele stadiumvan aankopen tot opknappen en verkopen warende jongeren zeer gemotiveerd tot leren.De gedachte dat je aan moet sluiten bij de motivatievan kinderen is niet nieuw. Verschillende onderzoeksstromingenhebben laten zien dat het leerprocesbeter kan plaatsvinden als men direct aansluit bijde interesses en behoeftes van het kind. Zo stelt psychiaterWilliam Glasser dat kinderen gedreven wordendoor vijf basisbehoeften (overleving, plezier,macht, opname in de groep en vrijheid) en dat gebrekaan motivatie niets anders is dan een mismatch tussenhet onderwijsaanbod en de actuele basisbehoeftenvan het kind. Ook de moderne benadering van hetBrain-based learning, die zich baseert op onze kennisvan het functioneren van de hersenen, gaat er vanuitdat kinderen altijd willen leren, tenzij ze daarinbelemmerd worden door bijvoorbeeld angst. Kinderenzullen dus altijd gemotiveerd zijn om te leren alsde omstandigheden goed zijn.24 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


Het nieuwe lerenHet nieuwe leren is een verwarrende term. Nieuw iseigenlijk niet het leren, maar vooral onze opvattingenover leren. Ontwikkelingen in de neurobiologieen psychologie hebben ons meer inzicht gegeven inde manier waarop onze hersenen informatie verwerken.Zo blijkt onder andere dat onze hersenen meerdingen tegelijk kunnen en dat we het beste zakenonthouden als ze aansluiten bij wat we willen leren.In onze huidige informatiemaatschappij zijn datandere vaardigheden dan voorheen. De nieuwewereldburger heeft behoefte aan nieuwe vormen vankennis vergaren en het nieuwe leren probeert daarop in te spelen.De theoretische basis voor het nieuwe leren is hetsociaal constructivisme. Het belangrijkste inzicht isdat leren een sociaal en actief proces is. We lerenvooral wanneer we zelf actief bezig zijn met de lesstofen als we nieuwe kennis in verband kunnenbrengen met reeds aanwezige voorkennis. Er is dusniet zoiets als objectieve kennis, want iedereenmaakt op basis van zijn unieke achtergrond eigenkeuzes en construeert daarmee de context waaringeleerd wordt. Kinderen moeten daar uiteraard welbij geholpen, ondersteund of gecoacht worden doorvolwassenen, maar ook door medeleerlingen. Lerendoe je namelijk met en van elkaar. Door de kunst afte kijken van volwassenen of te spelen met andereleerlingen verwerf je nieuwe kennis.Spelend op wegnaar volwassenheidSpelen stelt kinderen in staat om regels te ontdekkendie bij sociale rollen horen, aldus de Russische psycholoogLev Vygotski (1896-1934). Alles wat een kindleert, gebeurt binnen het kader van zijn omgeving encultuur, stelde Vygostki, die daarom ook wel als degeestelijk vader van het sociaal constructivismewordt gezien. Volgens Maria Janssen (‘De geur vankoekjes, sociaal constructivisme in de praktijk’) zit ereen opmerkelijk patroon in het ‘spelen’ van kinderen.Alle kinderen nemen graag de telefoon op, vindenhet leuk om te helpen stofzuigen, met een computerte werken, met sleutelbossen te spelen, metdingen te rijden en koekjes te bakken. Kortom activiteitendie direct te maken met de wereld van volwassenen.Kinderen imiteren in hun spel dan ook vaakde ‘grotemensenwereld’. Een idee dat gesteund wordtdoor de theorie van het observationeel leren. DeCanadese onderzoeker Bandura, grondlegger vandeze theorie, deed onderzoek waaruit blijkt dat weheel veel kunnen leren door anderen te imiteren ente observeren.Heterogene groepenOmdat je in het echte leven ook niet gegroepeerdwordt op leeftijd, zijn gemengde klassen (leeftijd,sekse, achtergrond) volgens de Amerikaanse psycholoogPeter Gray erg wenselijk. Heterogene groepenbieden meer mogelijkheden om elkaars ‘gelijken’ tevinden. Een kind dat op een bepaald vakgebied zijnleeftijd ‘vooruit’ is, kan daardoor makkelijker eengelijkgestemde vinden. En zwakkere leerlingenraken, door de interactie met jongere kinderen, mindersnel geïsoleerd. Tot slot geven heterogene groepenniet alleen de mogelijkheid om te leren vananderen, maar ook om kennis door te geven aananderen. Uit recent promotieonderzoek van docenteen onderwijskundige Henny van de Meijden blijkt datleerlingen die veel uitleg geven aan klasgenoten debeste studieresultaten halen: “Aan anderen verwoordenwat je weet, leidt tot een hogere mate van kennisconstructiedan voor jezelf weten wat je zou kunnenverwoorden.”<strong>Kader</strong> Primair > December <strong>2005</strong> > 25


Docent als coachHet nieuwe leren impliceert automatisch een nieuwerol voor leerkrachten. Niet langer is hij of zij degenedie voor de klas kennis tentoonspreidt; de nieuwe rolis die van een coach. De leerkracht stimuleert enmotiveert de individuele leerprocessen en probeertsteeds weer aansluiting te zoeken bij de belevingswereldvan het kind. In dit verband is het onderzoek vanVygotski interessant. Hij ontwikkelde de begrippen‘zone van actuele ontwikkeling’ (datgene wat eenkind zelfstandig, zonder begeleiding kan) en ‘zonevan proximale ontwikkeling’ (de functies en activiteitendie een kind alleen maar met hulp van een competenteander kan uitvoeren). Leerkrachten moetenvolgens Vygotski hun hulp voortdurend aanpassenaan het ontwikkelingsniveau van het kind, en hetondersteunen (coachen) bij dingen die binnen zijnof haar zone van proximale ontwikkeling liggen.Samenwerkend leren dus, zoals we ook bij ‘heterogenegroepen’ zagen.Leren in een contextAls je weet dat je volgend jaar in een Spaanstalig landgaat studeren, ga je hard aan de slag met het lerenvan de Spaanse taal. Er is een directe behoefte om dievaardigheid te leren. Soms is die directe behoefte erniet, maar wordt onze interesse gewekt doordat hetonderwerp aanhaakt bij eerdere ervaringen, herkenbaaris of een emotie oproept (Maria Janssen in ‘Degeur van koekjes’). Kinderen willen dingen leren dievoor hen betekenisvol zijn (zie bouwsteen ‘Kinderenwillen leren’). Aan het leren van de Spaanse taal zullenze misschien nu nog niet veel hebben, maarEngels kan handig zijn voor het begrijpen van computerspelletjes.Leerkrachten moeten proberen teachterhalen, door goed te observeren en te communiceren,wat kinderen willen leren. We hebben algezien dat activiteiten van volwassenen, bijvoorbeeldkoken, een grote aantrekkingskracht hebben op kinderen.Een kookles op school is in het nieuwe lerendan ook geen uitzondering. Uit onderzoek van RobertJan Simons blijkt bovendien dat kennis die uit depraktijk geleerd wordt veel beter beklijft (80 procent)dan kennis die je leert in een andere context dan desituatie waarin je deze nodig hebt (20 procent).MaatwerkEen van de belangrijkste veranderingen van het nieuweleren ten opzichte van het ‘oude’ leren is dat deuniformiteit van de lesstof overboord is gegooid. Ditis gebaseerd op het inzicht dat ieder kind uniek is endus ook op een unieke wijze leert. Kinderen moetendaarom zelf kunnen kiezen wat ze willen leren. Maarook op welk moment ze wat willen leren. Ieder mensheeft een eigen ritme. Waarom zouden kinderengedwongen moeten worden om ’s ochtends metrekensommen te starten, terwijl ze juist verdiept zijnin het lezen van een boek? En als een kind op hetgebied van rekenen zijn leeftijd ver vooruit is, waaromzou hij of zij dan niet een aantal taken vooruitwerken? Dat heeft uiteraard gevolgen voor de inrichtingvan de school.Er moet immers wat te kiezen zijn en de geijkte klaslokalenhebben geen ruimte voor én een speelhoekén een computerhoek én een fornuis.Leerwerkplaatsen, waarbij klaslokalen wordensamengevoegd tot één grote ruimte met diverse werkplekken,zijn dan ook geschikt voor het nieuwe leren.Het overboord gooien van de uniforme lesstof haaktaan bij resultaten uit het neurobiologisch onderzoek,die aantonen dat de hersenen van elk mens uniekzijn. Onderwijstheorieën die zich baseren op deneurobiologie, zoals het Brain-based learning, adviserendan ook maatwerk te leveren in het onderwijs. Ookpleiten deze theorieën ervoor dat kinderen helemaalmoeten kunnen opgaan in een leerervaring (gearrangeerdeonderdompeling). Daarvoor is een klaslokaalmet verschillende hoeken natuurlijk uitermategeschikt.26 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


Tekst Vanja de GrootToezicht op maat> TOM-scholen hebben behoefte aan nieuw toetsingskaderTeamonderwijs Op Maat (TOM) wil samen met de Inspectie en scholen zoeken naareen nieuw toetsingskader dat de kwaliteit van het onderwijs waarborgt. TOM- en anderevernieuwingsscholen ervaren dat het bestaande kader niet meer past. Waarom nieten hoe zou het dan wél moeten?Belangrijk uitgangspunt voor een nieuw toetsingskaderis volgens TOM dat de school zélf verantwoordingaflegt aan de samenleving, aan zowel ouders alsInspectie. De school kiest daarvoor zelf instrumentendie ter goedkeuring en eventueel aanvulling voorgelegdworden aan de Inspectie. <strong>Kader</strong> Primair vroegdrie schoolleiders wat er mis is met het huidige toetsingskader,naar hun visie op kwaliteitszorg en hoehet in hun ogen beter kan.Huidige toetsingskader”Het hangt af van de onderwijsinspecteur of hij ofzij bereid is zich in te leven in wat wij op onze schoolaan onderwijsontwikkeling doormaken,” meent Lambertvan der Ven, directeur van basisschool de Uilenspiegel:“Hierin hebben wij uitersten ontmoet. Hetmeest stuitend was de opmerking van één van deinspecteurs op onze school: ‘Uw kinderen en leerkrachtenmaken samen een prachtig pedagogischeklimaat, maar daar kom ik vandaag niet voor.’ Vervolgensvulde deze inspecteur zijn lijstje in waarmee hijonze school wilde beoordelen, zonder rekening tehouden met waar wij mee bezig zijn!”Hanneke Lokhoff, directeur van de Romeroschool inHeusden, vindt het positief dat de Inspectie meedenkten rekening houdt met de kinderen en debuurt waarin de school gesitueerd is, maar veroordeelthet eveneens dat er nog steeds gewerkt wordtmet landelijke normeringen en aftekenlijsten. EdBooms, directeur van obs de Torenuil in IJsselstein,vult aan: “Het is altijd prettig om gratis advies te krijgenvan mensen die er verstand van hebben. Menkijkt echter niet altijd of het toetsingkader strooktmet de schoolontwikkeling. Te vaak overheerst hetgevoel dat de schoolontwikkeling in het toetsingskadermoet passen. Uniforme toezichtregels verhoudenzich niet altijd tot een diversiteit aan schoolontwikkelingen.”Bij het lezen van het Toezichtkader Primair Onderwijs<strong>2005</strong> (TPO) viel Booms en zijn collega’s – recentbezocht door de Inspectie – een aantal zaken op diebelangrijk zijn voor TOM-scholen. In het toezichtkaderwordt gesproken over ‘meer ruimte voor variëteit enmaatwerk, waarbij elke school de ruimte krijgt voor eigen28 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


advertentie30 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


Vervolg van pagina 29De Uilenspiegel is vanuit het Ervaringsgericht Onderwijs(EGO), uitgangspunt voor de kwaliteitszorg op deschool, in gesprek met de Inspectie over een nieuwtoetsingskader voor het EGO. “Aan dit toetsingskaderwordt al druk gewerkt. Kernpunten zijn het meedenkenvanuit de ervaringsgerichte gedachte en beoordelenof de school haar eigen kwaliteitscontrole goeduitvoert. Dit kader komt binnenkort beschikbaar,”vertelt Van der Ven.Afrekenen“Laat de Inspectie afstappen van het 'oude' toetsingskaderdat nu niet meer past,” vindt Lokhoff. “Kijknaar voorbeelden van andere landen hoe het daarwerkt. Het is heel goed dat er in Nederland eenorgaan is dat onderzoekt en toetst of er goed onderwijswordt gegeven, daar is niet mis mee. Als ik kijknaar mijn eigen rol dan ben ik zo trots op de Romeroschooldat ik graag verantwoording afleg aan deInspectie. Ook wil ik als voorbeeld dienen voor anderescholen. Ik wil er echter nadrukkelijk niet op wordenafgerekend als er eens een jaar laag gescoord wordt opde Citotoets, terwijl alles uit de kast is gehaald om hetbeste uit de leerlingen naar boven te halen. De schoolzal dan uit moeten leggen wat er allemaal gedaan is,maar moet geen onvoldoende krijgen.”Van der Ven valt bij: “Wij willen de flow in onze ontwikkelingniet laten ‘verstoren’ door een inspecteurdie alleen vanuit zijn kader denkt. Hierover ga ikvooraf met de inspecteur in gesprek.”Tot slot stelt Booms: ”Ondanks alle inspanningen vande Inspectie blijkt het moeillijk om de eigen term‘Stimulerend toezicht’ tot uitvoer te brengen. Stimulerenvoelt helaas nog teveel als ‘afrekenen’. Het principemoet juist zijn: There is no failure, only feedback.” December <strong>2005</strong> > 31


Tekst Bert NijveldOuderlobbytegen ‘witte vlucht’> “School moet goede afspiegeling zijn van de buurt”Veel scholen die, gezien hun leerlingenpopulatie, geen goede afspiegeling vormen van dewijk waarin zij gevestigd zijn, ondernemen initiatieven om daar verandering in te brengen.Basisschool Corantijn in het Amsterdamse stadsdeel de Baarsjes vierde onlangs de eerstesuccessen. Dankzij een intensieve ouderlobby keert het tij.Als de Amsterdamse wethouder Aboutaleb de taartaansnijdt, moet hij lachen om het grapje dat hij volgenseigen zeggen alleen zelf kan maken. “Ik kan nietgoed met een mes omgaan, daarvoor moet je eenTurkse wethouder hebben”, grinnikt hij. Ondanks despreekwoordelijke mannen met de oortjes die stoervoor de ingang van de Corantijn hebben postgevat, isde sfeer in het lokaal waar de feestelijke bijeenkomstplaatsvindt ontspannen. Moeders met jonge kinderen(dat laatste was eigenlijk niet de bedoeling, vertrouwtdirecteur Minke Westveer ons later toe) en de uitgerukteplaatselijke media zorgen voor een levendigdecor. De taart was het gevolg van een afspraak die delobbygroep met zichzelf had gemaakt. De aanmeldingvan de eerste vijftien kinderen uit autochtone gezinnenzou gevierd gaan worden. Gezeten in een grotekring vertelt iedere aanwezige wat zijn of haar rolwas in de ouderlobby of waarom voor basisschool Corantijngekozen is. De wethouder is scheutig met loftuitingenen met het aanbieden van subsidies uit allerleipotjes. Vooral het idee van Margreth Hoek,lobbyouder van het eerste uur, om een lobbydraaiboekte vervaardigen valt in goede aarde. Goodpractice doet goed volgen, is de gedachte.Culturele matchVoordat de toestroom van kinderen op gang kwam,werd de Corantijn door het dalende leerlingenaantalin haar voortbestaan bedreigd. Toen Minke Westveerin 1997 directeur werd had de Onderwijsinspectie neteen slecht rapport over de school afgegeven. Zij zagin het bevorderen van de kwaliteit dan ook een eersteprioriteit. Een voorschool werd in het leven geroepenOnder toeziend oog van directeur Minke Westveldsnijdt wethouder Aboutaleb de taart aan.Foto: Bert Nijveld32 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


en met het onderwijsprogramma Kaleidoscoop werdeen betere doorgaande lijn gerealiseerd. Dit leidde alsnel tot goede resultaten. Maar niet tot groei. Westveer:“Eigenlijk waren we ons achterstandsimago aanhet versterken, terwijl groei vooral van de autochtonegezinnen moest komen. Dit deel van de Baarsjesheeft een gemengde populatie, maar de mensen kwamenniet. Toen ging ik me realiseren dat ik een probleemhad. Het werd mij duidelijk dat ik alleen groeizou kunnen bewerkstelligen als ik een andere doelgroepzou aanspreken. Met kwaliteit alleen ben je ernog niet. Het is wel een argument, maar komt niet in“Met kwaliteit alleen ben jeer nog niet.”de eerste plaats. Ouders zoeken vooral een culturelematch. De sfeer moet passen bij wat ze gewend zijnen prettig vinden.”Westveer organiseerde informatieavonden en verspreiddefolders in de wijk. Alles met weinig effect.Uit gesprekken die zij voerde kwam wel naar vorendat ouders zich meer verantwoordelijk zijn gaan voelenvoor de tweedeling in de maatschappij. Het ‘opofferen’van de kinderen aan het verbeteren van desituatie wordt echter als een brug te ver gezien.De kentering kwam toen enkele ouders elkaar vondenin het opzetten van een lobbygroep. Elke ochtendmet de kinderen op de fiets de wijk uit, terwijler een kwalitatief goede en gezellige buurtschool oploopafstand is, vonden zij uiteindelijk toch geen goedezaak. Westveer: “Je moet welwillend zijn en zo’noudergroep zeer serieus nemen, anders beginnen zeer niet aan. Als ze merken dat je enthousiast bent, zeserieus neemt, ondersteunt en bereid bent er tijd engeld in te stoppen, dan gaat het lopen. Intensief contactis heel belangrijk.”kreeg een lobbygroep van kansrijke gezinnen opbezoek die zich ofwel gezamenlijk op een school wildeinschrijven, ofwel zelf een school wilde stichten.“Ik heb zeker tweewekelijks overleg met ze gehad”,vertelt hij. “Ze waren goed georganiseerd. Er was eenonderwijscommissie, een gebouwcommissie, een personeelscommissieen zo meer. Wat desondanksopviel, was dat mensen eigenlijk weinig weten overhet onderwijs. Ze kennen de school uit hun eigenjeugd en gaan ervan uit dat er sindsdien weinig veranderdis. Ze waren aangenaam verrast door onzeprofessionaliteit.” Al snel bleken vragen minder overonderwijsconcepten en dergelijke te gaan, maar meerover de sfeer. “Veel heeft te maken met emotie”,weet Adriaansen uit de opgedane ervaring. “Het moettastbaar en zichtbaar worden dat hun kinderen opeen ‘ons-soort-mensen’ school zitten.” Uiteindelijkweet hij de groep tot aanmelding te bewegen. Aanvankelijkorganiseerde hij inschrijfavonden waarbijouders hun kinderen collectief konden inschrijven,inmiddels is dat niet meer nodig. “Onze zorg is nudat we gemengd willen blijven, een afspiegeling vande wijk”, aldus de directeur.Terug naar de feestelijke bijeenkomt in de Corantijnwaar de discussie een levendig karakter krijgt. Aboutalebmaakt nogmaals duidelijk dat hij niet tegen een‘witte’ of tegen een ‘zwarte’ school is, maar dat deschool een goede afspiegeling moet zijn van de wijk.Kinderen gedijen het best in hun eigen omgeving,waar ze leren omgaan met elkaar. Maar juist datomgaan met elkaar valt in de praktijk nogal tegen.Buiten schooltijd zien de kinderen uit de verschillendeculturen elkaar weinig. Bij elkaar thuis spelen is ervaak niet bij. Meer dan om geldstromen en subsidiesgaat het om de bereidheid van ouders elkaar te ontmoeten.Ouders moeten dat zelf organiseren. Maarde eerste stap is gezet, daar is iedereen het wel overeens. Lobbyouder Margreth Hoek: “Als we de vijftigprocent bereiken, gaan we weer taart eten.” December <strong>2005</strong> > 33


Tekst Vanja de GrootSport in de buurt> BOS-impuls: subsidie voor activiteiten onder en na schooltijdBOS staat voor Buurt, Onderwijs en Sport en is de naam van een stimuleringsmaatregeldie het ministerie van VWS in samenwerking met OCW eind 2004 heeft ingesteld.Gemeenten kunnen samen met scholen, buurt- en sportorganisaties aanvragen indienenvoor projecten die bedoeld zijn om ontwikkelingsachterstanden onder jeugd tussen de4 en 19 jaar op te lossen of te voorkomen.Diverse scholen verspreid over het land zijn, samenmet andere betrokken partijen binnen de gemeenten,inmiddels al actief bezig met de uitvoering van uiteenlopendeBOS-projecten. Iedere school geeft op zijneigen manier invulling aan de stimuleringsmaatregelvan het ministerie. Dit gebeurt aan de hand van eenvooraf geformuleerde probleemstelling. Hoe kan mendoor het integraal aanbieden van sport-, culturele,educatieve, zorg- en voorlichtingsactiviteiten bijdragenaan het voorkomen of wegwerken van ontwikkelingsachterstanden?Tegelijkertijd zou hierdoor deleefbaarheid en sociale cohesie binnen de wijk moetenverbeteren. <strong>Kader</strong> Primair vroeg scholen in Ede,Venlo en Haarlem, met een goedgekeurde aanvraag,naar hun ervaringen met de BOS-impuls tot nu toe.Doelgerichte aanpakIn Ede werd in 2004 al het startsein gegeven voor hetpilotproject School en Partners. Twee scholen in dewijk Veldhuizen stelden samen met organisaties op hetgebied van welzijn, sport, cultuur en zorg een gezamenlijkactiviteitenprogramma op. Dit schooljaar krijgthet project, dat tevens onderdeel is van het StedelijkOntwikkelingsprogramma Ede (SOE), een vervolg.Belangrijkste uitgangspunt is het bieden van ontwikkelingskansenaan alle kinderen in de wijk. Kinderendie (dreigen) achter te blijven in hun ontwikkelingkrijgen daarbij extra aandacht. Directeur Bert Hardemanzit namens basisschool De Dillenburg in de projectgroepSchool en Partners. “In vergelijking met heteerste pilotjaar, dat vrij breed georiënteerd was, is erdit jaar meer specifieke aandacht voor kinderen meteen dreigende of bestaande ontwikkelingsachterstand.Door die doelgerichtere aanpak verwacht ik datwe de kinderen die er echt belang bij hebben, beterkunnen bereiken.”Vanaf dit schooljaar zijn in Ede-Veldhuizen verschillendeSchool en Partner-activiteiten gestart. Zo is erhuiswerkbegeleiding voor groep 8 en de brugklas,een leesstimuleringsproject in samenwerking met debibliotheek, voor- en vroegschoolse educatie in hetlogeerkofferproject, diverse sportclinics en ClubExtra: motorische remedial teaching specifiek voorkinderen met een bewegingsachterstand.Directeur Hardeman wijt het gebrek aan(bewegings)activiteiten door kinderen in de wijkVeldhuizen aan te weinig knowhow en financiëlemiddelen onder de bevolking in de wijk. Ook de liggingaan de rand van de stad speelt een rol. “Door deafstand moet men (nog) meer moeite doen om bijvoorbeeldbij een sportvereniging te komen.” Hardemanvindt dat het stimuleren van kinderen tot dezeactiviteiten niet alleen een taak is van de ouders.“Het moet een wisselwerking zijn tussen school en34 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


zijn vier basisscholen betrokken, waaronder Obs DeRegenboog en sbo school De Schans. Peter van Soestis als vakleerkracht bewegingsonderwijs verbondenaan de beide scholen. Daarnaast maakt hij deel uitvan een breed beweegmanagementteam, dat verantwoordelijkis voor de uitvoering van de activiteitenbinnen dit BOS-project. Van Soest verwacht dat Xiejezeker haar vruchten af zal werpen: “De kracht vanhet project is het brede draagvlak. Er werken zoveelpartijen samen, dat het wel aan moet slaan. Het brededraagvlak maakt het mogelijk om naast sport- enbeweegdoelen ook gezondheids- en welzijnsdoelen nate streven. In het beweegmanagementteam zitten bijvoorbeeldook een sociaal-cultureel werker, een GGDconsulenten een wijkagent.”Het Xieje-project bestaat onder andere uit het lespakketKies voor Hart en Sport. Daarnaast organiseerthet beweegmanagementteam schoolsport, sportadviestesten,extra bewegingslessen voor kinderen meteen motorische achterstand en naschoolse activiteitendie de leefbaarheid in de wijk kunnen bevorderen.Het Xieje-kompas is een evaluatieonderzoek ominzicht te krijgen in de achterstanden bij kinderenvan groep 5 tot en met 8. Het kompas geldt tegelijkertijdals nulmeting voor het Xieje-project. Jaarlijksworden de verschillende deelprojecten beoordeeldop hun doel- en jeugdgerichtheid en lokale samenouders.Kinderen brengen per slot van rekening heelwat uren per dag door in de klas.” Het betrekken vande ouders of verzorgers bij School en Partner-activiteitenis dan ook een belangrijk uitgangspunt in hetproject. Er zijn inloopochtenden, themaochtenden enouders zijn vaak medebegeleiders bij de activiteiten.Hardeman bakent de grenzen van de school binnenhet project duidelijk af. “De betrokken partijen binnenSchool en Partners moeten doen waar ze goed inzijn. Voor de school is dat op de eerste plaats onderwijsgeven. Voor een kookcursus hebben we bijvoorbeeldgeen faciliteiten. Die taak ligt meer bij debuurt- of welzijnsorganisatie.”Hardeman vindt het project School en Partners eenuitstekende methode om kinderen met (dreigende)ontwikkelingsachterstanden te helpen. Hij staat ookpositief tegenover het principe van de Brede School:“Het heeft een meerwaarde voor de kinderen en daargaat het uiteindelijk toch om!”Sociaal-economisch probleemIn maart <strong>2005</strong> begon men in Venlo in het kader vande BOS-impuls met de uitvoering van het Xieje-project.De activiteiten spelen zich af op en rond deschool, op speelplekken in de wijken en bij sportverenigingen.In de wijk Blerick is vanaf begin ditschooljaar een begin gemaakt met dit project. Daarbij ><strong>Kader</strong> Primair > December <strong>2005</strong> > 35


advertentie36 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


Vervolg van pagina 35werking. Aan de hand van de resultaten kunnen specifiekvoor de doelgroep sportstimuleringsarrangementenontwikkeld worden.Van Soest vindt het terecht dat er vanuit het onderwijsinitiatieven worden genomen om sport dichterbij de kinderen te brengen. “De wijk heeft in verhoudingveel allochtone achterstandsleerlingen. Vaakontbreekt binnen deze gezinnen de kennis en hetgeld om de weg naar een sportvereniging te vindenen te financieren. Het is eigenlijk een sociaal-economischprobleem. Door het goede voorbeeld te geven,zal dit initiatief op den duur door de ouders of kinderenzelf worden overgenomen”, hoopt de vakleerkrachtbewegingsonderwijs.Vanaf 1 november heeft de wijk Blerick een BredeSchool, onder andere voorzien van een grote sporthal.Veel BOS-activiteiten kunnen zo onder één dakplaatsvinden.Blijvend beschikbaarIn Haarlem bevindt het BOS-project zich nog in deplanfase; het kreeg pas in april <strong>2005</strong> subsidie toegewezen.Deelprojecten die op stapel staan zijn onder meerSport in de wijk en naschools sporten, Sport engezondheid, Sport en leefbaarheid/respect, Sport enkinderopvang en Jeugdparticipatie. Ruud Barnhoorn isdirecteur van basisschool Franciscus Xaverius in deEuropawijk-Molenwijk en zit in de stedelijke coördinatiegroepBOS. Over de rol van de school in het BOSprojectvertelt hij: “Bij projecten voor onze doelgroep,zijn we altijd betrokken bij het bekendmaken van deactiviteiten. Naast bekendmaken proberen we de kinderenook te motiveren om aan activiteiten mee tedoen. Zo mogelijk maken wij in onze organisatie urenvrij om de coördinatie tot stand te brengen en stellenwij accommodatie beschikbaar, zoals de gymzaal ofspeelzaal. Ook vindt er binnen het Brede School overlegen het directeurenoverleg afstemming plaats.”Barnhoorn probeert de kinderen te bereiken die weinigbewegen. Het is op dit moment echter niet zo datkinderen geselecteerd worden voor bepaalde activiteiten.Deze zijn voor iedereen toegankelijk. ”Uit onderzoekin Haarlem blijkt dat er niet minder gesportwordt, maar wel anders. Met name teamsporten hebbente maken met een terugloop van leden. Maar hetsportaanbod voor kinderen is de afgelopen decenniafeitelijk alleen maar toegenomen. De bereikbaarheidvan de sporten is wel verminderd.” Barnhoorn noemthiervoor als oorzaken de financiële situatie binnengezinnen, het maken van andere keuzes (bijvoorbeeldde computer), minder ondersteuning door ouders alsgevolg van hun eigen drukke agenda, de terugloopvan vrijwilligers bij sportclubs, hogere eisen dieouders stellen aan de voorzieningen en de nieuwepositionering van sport binnen Haarlem (fusies enhet herinrichten van complexen). Daarnaast signal-eert de directeur van het Franciscus Xaverius: “Spelenop straat is minder goed mogelijk. De ruimte is tebeperkt door toenemend verkeer. Ook zijn de voedingspatronenin gezinnen nogal veranderd.”Op de vraag tot hoever de verantwoordelijkheid van deschool reikt antwoordt Barnhoorn: “Ouders van onzeschool zijn heel divers qua achtergrond en visie oponderwijs en samenleving. Vanuit ónze visie op onderwijsen samenleving vinden wij het onze taak om kinderenin ieder geval in aanraking te laten komen methet sportaanbod. Daarnaast is het altijd de taak vanhet onderwijs geweest om kinderen kennis bij te brengenals het gaat om voeding.”Barnhoorn verwacht over twee jaar nog geen zichtbaarresultaat te zien van de BOS inspanningen als het gaatom deelname aan georganiseerde sport, verminderingvan het aantal kinderen met overgewicht en socialeverbetering in de wijk. “Hiervoor is een langere periodevan aanbod en volgen noodzakelijk. Daarbij heb ikde overtuiging dat op deze terreinen op termijn resultatengeboekt kunnen worden. Belangrijk is daarbijwel dat goede voorwaarden blijvend beschikbaar zijn.”Vanuit een bepaalde visie op onderwijs en samenlevingis de Franciscus Xaveriusschool al vier jaar bezigom zich te ontwikkelen vanuit een Brede Schoolgedachte. Daarbij zijn gezien de situering van deschool het achterstands-, zorg-, opvang- en buurtprofielvan belang. Het BOS-project sluit goed aan bij dezegedachte.Aanvragen kleinere gemeentenTot 1 april <strong>2006</strong> kunnen aanvragen voor de derde rondevan de BOS-impuls worden ingediend. De projectenduren twee tot vier jaar, waarbij per jaar maximaal50.000 euro ter beschikking staat. Op dit momentbekijkt VWS of er na 1 april <strong>2006</strong> ook nog ruimte isvoor het indienen van nieuwe aanvragen. Vooralomdat kleinere gemeenten wat achterblijven met hetaanvragen van BOS-projecten. Schoolleiders die geïnteresseerdzijn kunnen hierover contact opnemen methun gemeente.Meer informatie“Vaak ontbreekt de kennisen het geld om een sportverenigingte vinden en tefinancieren.”Voor gratis informatie en advies over de BOS-impulsstimuleringsregeling van VWS kunt u contact opnemen methet Expertisecentrum Brede School van NIZW Jeugd, tel. 030-2306453. Kijk ook eens op www.bosimpuls.nl enwww.bredeschoolnizw.nl<strong>Kader</strong> Primair > December <strong>2005</strong> > 37


School forLeadershipSchrijf u nu in: de opleidingssubsidie voor startende directeuren is nog steeds van kracht!Februari <strong>2006</strong>Opleiding/training Data Trainer/adviseur Prijs leden/niet-ledenOmgaan met verschillen in je team 14 februari Jan Tolhuijs 250/350 euroTransparant en doelgericht inspelen op de diversiteit binnen de organisatie.Het behalen van je organisatie- en persoonlijke doelen 9 en 10 februari Tom Roetert 850/950 euroTweedaagse waarin strategieën centraal staan om gestelde doelen ook daadwerkelijk te bereiken.ICT: leer het me zelf te doen 10 februari Ad van der Staak/Jos Kooij 250/350 euroVanuit de kracht en energie van de eigen organisatie werken aan ICT-onderwerpen.Persoonlijke effectiviteit en inspirerend leiderschap 9 en 10 februari Trieneke van Manen 850/950 euroGericht op het verbeteren van de kwaliteit van je persoonlijk leven en van de organisatie.Vrouwen in de schoolleiding 1, 2 en 3 februari Magda Snijders 1050/1150 euroInzicht in de voor- en nadelen van vrouwzijn in een leidinggevende functie in het onderwijs.Inschrijven kan bij de AVS, Corrie de Beer, c.debeer@avs.nl of via het AVS Scholenportaal: www.avs.nl.Minileergang FinancieelManagement in het lumpsumtijdperkPiet de VriesBertus BosBegin <strong>2005</strong> is door de AVS het boekje ‘Sturen met geld’uitgebracht. De auteur van het boekje, Marcel Verbart,heeft daarin de basisbeginselen voor financieel managementin het <strong>primair</strong> onderwijs beschreven. De inhoud vandeze publicatie vormt de leidraad voor de minileergangFinancieel Management in het lumpsumtijdperk. Tijdensdrie studiedagen zullen aspecten als balans, exploitatierekening,financiële kaders, begroten, budgetteren enfinanciële verantwoording aan de orde komen. Daarnaastzullen deelnemers kennis maken en actief gaan werkenmet de bij het boekje gevoegde begrotingstool.De minileergang wordt in twee trajecten aangeboden.Trainer/adviseur: Piet de Vries, Bertus Bos en Jurrie van de BeekData: Traject 1 > 18 januari, 15 februari en 15 maart <strong>2006</strong>Traject 2 > 8 februari, 8 maart en 5 april <strong>2006</strong>Locatie: in Utrecht of directe omgevingPrijs leden/niet-leden: 650/750 euroAanmelden: AVS, Corrie de Beer, c.debeer@avs.nlWegens succesgeprolongeerdMinileergang Startende directeurenAagje VoordouwNet begonnen als directeur of leidinggevende in het <strong>primair</strong>onderwijs voor minimaal drie dagen per week? Ofgaat u binnenkort beginnen in deze functie? De AVS startin februari <strong>2006</strong> een nieuwe minileergang speciaal voorstartende directeuren. Centraal staat de kennismaking metpersoonlijk leiderschap, personeelsbeleid (zowel de wetenregelgeving als het integraal personeelsbeleid), financieelbeleid en onderwijskundig leiderschap. De cursusbestaat uit vijf dagen en heeft al eerder bewezen eenprima begin te zijn voor startende directeuren.Een aanrader is om deze cursus te combineren metcoaching, zo kunt u uw praktijkvragen delen met een van dedeskundige coaches van de AVS. Tip: maak gebruik van desubsidiemogelijkheid! Iedere startende directeur kan 6000euro ontwikkelsubsidie aanvragen voor een gedegen start.Trainer/adviseur: Aagje VoordouwData: 9/2, 16/3, 13/4, 11/5 en 8/6Locatie: AVS, UtrechtPrijs leden/niet-leden: 1100/1500 euroAanmelden: AVS, Corrie de Beer, c.debeer@avs.nl38 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


De AVS School for Leadership en Interstudie presenteren vanafjanuari <strong>2006</strong> de opleiding:Leidinggevenaan bovenschoolseen complexeorganisatiesOok voor brede scholen en speciaal onderwijsadvertentieSchrijf u nu in; er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar!(modules zijn ook los te volgen)Kijk voor meer informatie en de data op www.avs.nl >Professionalisering > School for Leadership> Aanbod <strong>2005</strong>-<strong>2006</strong> 39


advertentieadvertentie40 < December 2004 < <strong>Kader</strong> Primair


Europese dagInternetveiligheidDinsdag 7 februari <strong>2006</strong> is de Europese Dag voor Internetveiligheid.Surf op Safe, de nationale campagne voor internetveiligheid,roept scholen op om die dag de traditionele rollenom te draaien en leerlingen les te laten geven aan leerkrachten,(groot)ouders en politici over hun activiteiten op Internet.Meer informatie, waaronder praktische handleidingen voorleerlingen en leerkrachten, vindt u begin december opwww.ikzaljeleren.surfopsafe.nl InformatiewijzerDigitale schoolbordenVoor een leerkracht is het schoolbord een van zijn belangrijkstegereedschappen. De nieuwe generatie digitale schoolborden isbegonnen aan een intocht in ons onderwijs en de mogelijkhedenlijken onbeperkt. Alles over de techniek, maar ook over hetgebruik van digitale schoolborden leest u in de InformatiewijzerDigitale Schoolborden van Stichting Ict op School. Aan de handvan de informatiewijzer kunt u een goede afweging maken of eeninteractief schoolbord van nut zou kunnen zijn voor uw school.U kunt de publicatie downloaden op www.ictopschool.net PublicatieKinderConsumentKrantSinds kort verschijnt de KinderConsumentenKrant elke maand opInternet. Het initiatief komt van stichting De Kinderconsument,die opkomt voor kinderen in de mediamaatschappij. De digitalekrant biedt kinderen een podium om mee te denken en lezen overInternet, mobieltjes en commercie. Zo kunnen kinderen tips aanouders geven. Een moeder vraagt bijvoorbeeld ‘Kan mijn dochterveilig haar foto op msn zetten?’ Ouders en leerkrachten kunnennatuurlijk ook meelezen via www.kinderconsumentkrant.nl NieuwKwaliteitsmeter SONaast de standaard versie van de Kwaliteitsmeter PO (KMPO)heeft onderwijsadviesbureau Van Beekveld & Tersptra nu ookeen Kwaliteitsmeter Speciaal Onderwijs (KMSO) ontwikkeld.Deze versie is ontwikkeld in samenwerking met en op basisvan ervaringen van gebruikers. Scholen voor Speciaal Onderwijsdie reeds gebruiken maken van de KMPO kunnen kosteloosbeschikken over de KMSO. Nieuwe gebruikers betalen denormale aanschafprijs. Voor aanvullende informatie kunt uterecht op www.kwaliteitsmeter.nl GroepstrainingFaalangstIn het basisonderwijs heeft één op de tien leerlingen last vanfaalangst. ‘Ik ben een kei’ is een groepstraining voor kinderenmet faalangst in de leeftijd van acht tot twaalf jaar. De trainingis in de praktijk ontwikkeld en combineert oefeningen en techniekenuit diverse theoretische en therapeutische stromingen.De groepstraining bestaat uit een trainershandleiding (79 euro)en een werkpakket (39,50 euro), die beide los te bestellen zijnbij uitgever Bohn Stafleu van Loghum. Kijk voor meer informatieop www.bsl.nl CarrièrebeursLeraar en loopbaanHet idee dat in het onderwijs geen carrière gemaakt kan worden,kan de komende jaren tot grote problemen leiden. Op de carrièrebeursLeraar en Loopbaan <strong>2006</strong> op 10 en 11 maart aanstaandekomen opleidingsvraag en opleidingsaanbod bij elkaar.De beurs voor onderwijzend personeel in het <strong>primair</strong> en voortgezetonderwijs is een initiatief van de Aob, bedoeld om leraren eninstellingen een mogelijkheid te bieden om de professionaliseringvan het leraarschap vorm en inhoud te geven.Naast stands en demonstraties zullen op de beurs ook workshopsen lezingen te volgen zijn. Kijk voor meer informatieop www.leraarenloopbaan.nl PublicatieVeiligheid volgens leerlingenZo’n 5000 leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijshebben in open interviews verteld hoe belangrijk het voor henis om zich veilig te voelen op school. De verrassende bevindingenleest u in de publicatie De tafel van tien van de veiligeschool. Leerlingen wijzen op andere factoren dan volwassenen,zoals op onderwijsinhoud, organisatie, leraren, medeleerlingenen autonomie. Ze geven een andere betekenis aan veiligheid:camera’s geven bijvoorbeeld geen veilig gevoel, maar rust, ruimteen gezelligheid wél. De publicatie kost 11,90 euro en is tebestellen bij de Stichting Nationale Onderwijsweek, tel. 0345-510161 of info@atconsult.nl


WebsiteSeksuele vormingLessen seksuele voorlichting geef je niet zomaar even. Pratenover seks is lastig en voorlichting over de 'technische' kantalleen is niet genoeg. Het zou ook moeten gaan over zaken alsseksuele voorkeur, grenzen en wensen, normen en waarden enrespect. Issues in de media zoals de recente groepsverkrachtingendoor jonge adolescenten en diverse publicaties rondomloverboys, tienerzwangerschappen en de seksuele gezondheidvan allochtonen maken de noodzaak van structurele seksuelevoorlichting en vorming op scholen duidelijk.De nieuwe website www.seksuelevorming.nl helpt leerkrachtenin het basis- en voortgezet onderwijs hun lessen seksuele vormingsamen te stellen en te geven. De site is in opdracht van deministeries OCW en VWS ontwikkeld en kent een complete engeschikte leerlijn. TestDigitaal pestenMet de komst van internet, mobieltjes en e-mail is een nieuwevorm van pesten ontstaan: digitaal pesten. Een zeer ingrijpendevorm van pesten, omdat de pester anoniem te werk gaat en hetpesten niet aan tijd en plaats is gebonden. Met de nieuwe Pest-Test® kunnen leerlingen zelf vertellen waar, wanneer en op welkemanieren wordt gepest op school. Leerkrachten en schoolleiderskunnen aan de hand van de uitkomsten gericht beleidvoeren om pesten terug te dringen en zo mogelijk te voorkomen.De PestTest® is een initiatief van de Vereniging voor OpenbaarOnderwijs (VOO) en is op cd-rom beschikbaar voor het <strong>primair</strong> envoortgezet onderwijs, openbaar en bijzonder. De PestTest® kost150 euro. Meer informatie vindt u op www.voo.nl/pesttest CampagneOnline lesmateriaalOntdek de mogelijkheid van Internet in de klas.Op leerkracht.kennisnet.nl plaatsen virtuele webmeester Willemen onlinejuf Joyce online lesmateriaal dat leerkrachten in de klaskunnen gebruiken. Hiermee springt Kennisnet in op een groeiendebehoefte onder leerkrachten aan kwalitatief goed online lesmateriaal,dat direct in de les te gebruiken is. De aanbevolenwebsite per vak zijn geselecteerd door collega-leerkrachten. QuikscanICT-vaardigheden leerkrachtenStichting Kennisnet, Cito en European Computer DrivingLicence Nederland (ECDL) hebben samen een tool ontwikkeldwaarmee leerkrachten hun ICT-vaardigheden kunnen toetsen.Op de website www.ictquickscan.kennisnet.nl vindt u hetresultaat van deze samenwerking. Met de Quickscan kunnenleerkrachten snel een globaal inzicht verkrijgen in hun computervaardigheden.Tevens is een handleiding beschikbaar metinformatie over de technische instellingen van de computer,die nodig zijn voor het afnemen van de toetsen. OpleidingZorg versterken doorsamenwerkenAls u, als coördinator van een samenwerkingsverband WSNS+ ofbovenschools manager met WSNS+ in uw portefeuille, plannenheeft tot verdere professionalisering, hebben de AVS en WSNS+voor u een interessant programma.Ook in <strong>2006</strong> is er de zogeheten professionaliseringslijn. U kunteen keuze maken uit interessante en op uw dagelijkse praktijktoegespitste modules. De opleiding vindt plaats in hotel ’t Paviljoenin Rhenen. Kijk voor meer informatie en de volledigebrochure over de opleiding op www.avs.nl December 2004 > 43


advertentieadvertentie44 < December 2004 < <strong>Kader</strong> Primair


advertentie<strong>Kader</strong> Primair > December 2004 > 45


advertentieadvertentieadvertentie46 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


advertentieadvertentie<strong>Kader</strong> Primair > December <strong>2005</strong> > 47


Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst >> NetwerkenIk geef mij op voor het netwerk: ____________________________________(t 75 per jaar alléén leden)Ik geef mij op voor het netwerk bovenschools management(t 210 leden / t 420 niet-leden)PersoonsgegevensAVS-lid ja /neeNaam en voorlettersLidnr.m/v> Scholing, begeleiding en maatwerkNeem contact met mij op over de mogelijkheid van eencursus/training/advisering op maat over:AdresPostcode en plaatsStuurt u mij:Informatie over de opleiding Bovenschools ManagementInformatie over een andere cursus:TelefoonMobielFax> Management*Werken aan leiderschap (boek Anita Burlet, t 15 leden / t 20 niet-leden)Kwaliteitszorg is een werkwijze (boek Robbin Haaijer enAnneke van der Linde, t 15 leden / t 20 niet-leden)Sturen met geld (boek Marcel Verbart, (t 15 leden / t 20 niet-leden)Bouwstenen voor een Managemenstatuut (AVS en VOSABB,t 2 leden / t 4 niet-leden, of gratis downloaden van www.avs.nl )> Personeelsbeleid*Het Talentenspel (t 21) tijdelijk uitverkochtPraktijkgids Nieuw Onderwijspersoneel (t 35 )Het Generatiespel (boek Gerda Hamann, t 15 leden / t 20 niet-leden)Slimme strategieën (boek Anita Burlet en Trieneke van Manen,t 15 leden / t 20 niet-leden)Diskette Normjaartaak** (t 5 leden / t 12 niet-leden)Diskette Tijdregistratie** (t 5 leden / t 12 niet-leden)Diskette Formatieberekening basisonderwijs 2004-<strong>2005</strong>**(t 5 leden / t 12 niet-leden)Diskette Berekening personele budget bao sbo 2004-<strong>2005</strong>**(t 5 leden / t 12 niet-leden)Diskette Formatieberekening sbo 2004 – <strong>2005</strong> (t 5 leden / t 12 niet-leden)AVS agenda <strong>2005</strong> – <strong>2006</strong> (t 15)*> LidmaatschapAspirant lidmaatschapVolgt u een schoolleidersopleiding of neemt u deel aan een kweekvijveren bent u nog geen school- of locatieleider? Dan kunt u aspirant lidworden (voor een periode van maximaal 2 jaar). Kosten bedragent 93 vanaf 1 augustus <strong>2005</strong> en t 54 vanaf 1 januari <strong>2006</strong>.Ik word aspirant AVS-lid per 1 augustus <strong>2005</strong>.Ik word aspirant AVS-lid per 1 januari <strong>2006</strong>.Lid worden per 1 augustus <strong>2005</strong>Ik ontvang twee acceptgiro’s, één van t 180 – t 265 (afhankelijk vanhet aantal leerlingen) op naam van de school/organisatie en éénvan t 111 op mijn naam.Er is al een AVS-lid op mijn school.Ik ontvang een acceptgiro van t 111 op mijn naam.Lid worden per 1 januari <strong>2006</strong>Ik ontvang twee acceptgiro’s, één van t 105 – t 155 (afhankelijk vanhet aantal leerlingen) op naam van de school/organisatie en éénvan t 65 op mijn naam.Er is al een AVS-lid op mijn school. Ik ontvang een acceptgirovan t 65 op mijn naam.E-mailGeboortedatum nieuw lidFunctie nieuw lidPost naar: school/organisatie huisadresSchool- en organisatiegegevensSoort onderwijs: BO SBO SO I SO II SO III SO IVVSO I VSO II VSO III VSO IV SVO LWOODenominatie: Openb. Alg. bijz. RK PC Ref. Interconf.Islam. Hind. Vrije School Anders, nl.Regio: Noord Oost Zuid Zuidwest Noordwest MiddenAantal leerlingen: ______________________Naam school /organisatiePostadresPostcode en plaatsTelefoonE-mailHandtekeningStuur of fax naar de AVSPostbus 1003, 3500 BA UtrechtFax 030-2361036Bestellen kan ook via www.avs.nlBrin-/Bestuurnr.FaxDatumKloppenuw gegevensnog?* Op deze verzendingen wordt t 4 administratie- en portokosten in rekening gebracht.** U kunt deze rekenprogramma’s ook gratis downloaden van www.avs.nl.goed onderwijs door goed management48 < December <strong>2005</strong> < <strong>Kader</strong> Primair


advertentieadvertentie


goed onderwijs door goed managementDe AVS is een actieve belangen- en beroepsorganisatie voor alle leidinggevenden in het basis- enspeciaal onderwijs. Voor bijna 5.000 schoolleiders, bovenschools managers, adjunct-directeurenen locatieleiders verzorgen we belangenbehartiging, landelijke vertegenwoordiging, juridischehulp, beroepsondersteuning, scholing, collegiale netwerken en actueel en betrouwbaar vaknieuws.Goede scholen hebben altijd één ding gemeen: een goede leidinggevende.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!