Kader Primair 1 (2008-2009). - Avs
Kader Primair 1 (2008-2009). - Avs
Kader Primair 1 (2008-2009). - Avs
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
jaargang 14 _ nummer 1 _ september <strong>2008</strong>1<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>vakblad voor leidinggevenden in het primair onderwijsthema _ Wie is de schoolleider?Van ‘hoofd der school’ tot directeur _ De opleider over de leerling _Worstelen met bureaucratie _ Wat een vak!actueel _ Lerarenbeurs populair in podubbelinterview _ VO-schoolleiders opnieuw bij AVS
Inhoud september<strong>Kader</strong>spel _ door ton duifthema _ Wie is de schoolleider?8 De kenmerken van eengoede schoolleiderIn gesprek met drie schoolleideropleiders12 ‘Leidinggevenden worstelen methet bureaucratisch systeem’Interview met Jos van der Lans16 Vijftig jaar schoolleidersHistorisch overzicht20 Wat een vak!Vier portretten van verschillende collega'sverder in dit nummer30 VO-schoolleiders weervertegenwoordigd door AVSDubbelinterview Ton Duif (AVS) en Jan Gispen(voorheen VVO)34 Allochtone ouders betrekkenbij schoolloopbaan kindLokale platforms bieden uitkomst38 Kinderpostzegelactie zestig jaarJubileumthema ‘Laat kinderen leren’iedere maand7 Illustratie Jos Collignon22 Uw mening telt _ peiling25 Zo kan het ook _ Good practice27 Eindverantwoordelijk managementPassend onderwijs: goed idee, foute werkwijze29 Speciaal (basis)onderwijsGroei speciaal onderwijs verklaard engenuanceerd41 Politieke columnJan Jacob van Dijk (CDA)42 Van de AVS44 AVS School for Leadership46 Voor u geselecteerdIncidentenpolitiekAls u dit leest hoop ik dat we zoveel mogelijk handtekeningen bijeen hebbenom de Tweede Kamer nu eindelijk ervan te overtuigen dat scholen rechthebben op voldoende ondersteuning om hun werk te kunnen doen. De actie‘Help! De school verzuipt’ heeft veel respons gekregen, zowel in de media alsvan collega-schoolleiders, ouders en leerkrachten. We hebben de 150 miljoeneuro echt nodig om de ondersteuning op elke school te realiseren. Maareigenlijk is er veel meer aan de hand. De bekostiging van ons onderwijs looptzwaar achter bij het feitelijk niveau dat bestuurders en schoolleiders nodighebben. De materiële bekostiging schiet ernstig tekort, de energierekeningloopt op, bestuurlijke kosten worden onvoldoende gedekt en ook de toestandvan onze gebouwen is niet goed. Dat betekent, binnen de lumpsum, dat hetéén ten koste gaat van het ander. Kan het dan effectiever? Misschien wel.Besturen en schoolleiders kunnen de hand in eigen boezem steken, maarzelfs dan is het gat niet te overbruggen. De Nederlandse overheid besteedtstructureel veel te weinig aan onderwijs. Sober en doelmatig is de leus.Als het gaat om echte investeringen geldt helaas ook weer de Nederlandsekrenterigheid. Nee, dan liever incidenten politiek bedrijven en scoren mettwintig miljoen voor conciërges en tien miljoen voor hoogbegaafdheid.Dan kun je elke keer weer bewijzen dat je toch blijft investeren. Daarmeeverbloemend dat door de wet van de grote getallen deze investeringenverdampen in het geheel. Het wordt tijd dat bestuurders, schoolleiders enleerkrachten samen een maatschappelijk debat starten over wat Nederlandover heeft voor de ontwikkeling van de jeugd. Wat dat betreft doen delobbyorganisaties van de kinderopvang het beter.U bent inmiddels weer begonnen, zoals ook de AVS. Het wordt een enerverendschooljaar, zoals zo vaak. Voor de AVS betekent dit onder andere datook schoolleiders uit het voortgezet onderwijs lid kunnen worden. En dePO-Raad zal zich waar moet maken. Ook spelen dit schooljaar de actiesrond ondersteunend personeel en de uitwerkingen van Plasterks actieplanLeerkracht van Nederland. Maar ook uw school zit vast vol met nieuweplannen en uitdagingen. Ik hoop en vertrouw erop dat we elkaar ook dit jaarveelvuldig ontmoeten en dat de AVS u op veel terreinen bij zal staan. Voor u,uw school, maar altijd in het belang van de leerling. _kader primair september <strong>2008</strong>1
actueelstimuleringsprogramma voor cognitief talentTien miljoen voor excellente leerlingenBasisscholen worstelen met de vraag hoe ze excellentie kunnen stimuleren. Staatssecretaris Dijksma wildaarom voor de jaren <strong>2009</strong> tot 2011 in totaal tien miljoen euro uittrekken voor excellente leerlingen in hetbasisonderwijs. Dit schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer, waarin ze haar stimuleringsprogramma voorcognitief talent toelicht. Tot nu toe werd vooral aandacht besteed aan achterstandsleerlingen en weinig aankinderen met een voorsprong.Het geld dat de staatssecretarisbeschikbaar stelt, isbedoeld om projecten op testarten gericht op het stimulerenvan excellente leerlingenen een bijpassende omgevingop basisscholen (anders aanbiedenvan leerstof of extralessen). Dus niet voor hetoprichten van aparte scholenvoor hoogbegaafden. Hiermeewordt tegemoet gekomen aande wens vanuit het onderwijsom (hoog)begaafden meeruitdaging te bieden. Kinderendie iets sneller kunnen leren,krijgen vaak niet de aandachtdie ze verdienen. Dat is welnodig: uit onderzoek blijktdat ongeveer een derde vandeze leerlingen niet meerwordt uitgedaagd, geen pleziermeer heeft in het lerenen zich gaat vervelen. Datleidt tot onderpresteren engedragsproblemen.AVS voorzitter Ton Duif wijsterop dat met de investeringvan tien miljoen op een intelligente(!) manier moetenworden omgegaan. “Extra aandachtvoor hoogbegaafden isbelangrijk, maar zoals altijd ishet bedrag niet veelzeggend.”Dijksma heeft een concreteaanpak uitgewerkt voor hetstimuleren van excellentiein het primair onderwijs.Bijzondere aandacht gaatdaarbij uit naar hoogbegaafdekinderen; de staatssecretarisricht zich ook op begaafdekinderen (een IQ-score van 121t/m 129) die niet onder de traditioneledefinitie van hoogbegaafdheidvallen (een IQ van130 of hoger). Met voldoendewaardering voor uitzonderlijktalent wil ze voorkomen dat(hoog)begaafde leerlingen zichbuitengesloten voelen. “Dezekinderen zijn er bijvoorbeeldbij gebaat dat basisscholen –waar nodig in samenwerkingmet andere scholen in dedirecte omgeving of scholenvoor voortgezet onderwijsen universiteiten – eenrijke leeromgeving creëren.Bijvoorbeeld in de vorm vanverrijkende onderwijsprojectenof ‘plusklassen’ metaandacht voor taal, literatuur,rekenen, wiskunde, technieken wetenschap, wereldoriëntatie,vreemde talen (Engels),filosofie, sport en muziek”,stelt Dijksma in haar briefaan de Kamer. Ze wil basisscholenondersteunen bij hetomgaan met cognitief talentdoor 1) schoolbesturen te stimulerentot het opzetten vanexcellentieprojecten op lokaalniveau, 2) het stimuleren vanlandelijke projecten (bijvoorbeeldhet explosief groeiendeLeonardoconcept: aparte klassenvoor hoogbegaafde kinderen)en 3) het stimuleren vanaanbod vanuit universiteitenvoor basisscholen.Het is de bedoeling nogin <strong>2008</strong> een regeling tepubliceren op basis waarvanlokale en landelijke projectenkunnen starten in schooljaar<strong>2009</strong>-2010. Basisscholen enandere partijen kunnen eenstartsubsidie krijgen voorexcellentieprojecten op lokaalniveau en voor landelijke initiatievenwaar basisscholenbaat bij hebben als het gaatom het stimuleren van excellentie.Een commissie zalbeoordelen welke projectenin aanmerking komen voorsubsidie. Ook dit schooljaarnog wil Dijksma al een impulsgeven aan enkele beloftevolleprojecten. Met betrekking totexcellentie en toptalent inmuziek en dans is de staatssecretarisook in overleg overspecifieke maatregelen, diebuiten het kader van dezeregeling en dit budget voorcognitief talent zullen vallen. _Meer informatie:www.minocw.nleen nieuw schooljaar, een nieuwe jas voor kader primairVoor u ligt uw vertrouwde vakblad. Hetzelfde als altijd, maar toch een beetje anders. Aan de inhoud is weinig veranderd. Lezersonderzoekmaakte ons duidelijk dat u daarover redelijk tot zeer tevreden bent. Omdat we zelf de behoefte hadden om verenigings nieuwsduidelijker en gescheiden van de rest van de artikelen te brengen, is er vanaf nu een nieuwe rubriek ‘Van de AVS…’. Met informatieover bijeenkomsten, kortingen op diensten en producten, aankondigingen, et cetera. Ook behandelen we op deze pagina maandelijkseen vraag aan de AVS Helpdesk. Verder hebben we ervoor gekozen de vormgeving van het blad iets aan te passen, met de bedoelingde verschillende rubrieken en artikelen visueel duidelijker van elkaar te onderscheiden en ze duidelijker te positioneren. Ook deinhoudsopgave is iets aangepast, net als de cover. Naar mijn idee is vormgever Walter Breedveld van Thoben Offset Nijmegen, in nauwoverleg met de redactie, er prima in geslaagd het goede en duidelijke van ons blad te behouden en toch een aantal verbeteringen doorte voeren. Hopelijk deelt u mijn mening. Uw reactie is welkom via communicatie@avs.nl. Een goed schooljaar toegewenst en veel lees-(en kijk)plezier! Marc Mathies, hoofdredacteur2
actueelactueelsubsidiebedrag verhoogd naar 18 miljoenLerarenbeurs populair onder leerkrachten poIn totaal hebben bijna 7.500 leerkrachten deze zomer een lerarenbeurs voor scholing aangevraagd,waarvan bijna de helft voor een opleiding op masterniveau. De meeste aanvragen komen uit het (speciaal)primair onderwijs.Minister Plasterk heeftinmiddels besloten om hetsubsidiebedrag voor dit jaar(zeven miljoen) te verhogennaar 18 miljoen euro. Zo’n5.000 leerkrachten beginnendeze maand al met hunopleiding.Minister Plasterk heeft op 25augustus op het ministerievan OCW de eerste lerarenbeurzenuitgereikt, waarmeeleerkrachten zich extra kunnenscholen. Vier leerkrachten,uit elke onderwijssectoreen (primair onderwijs, voortgezetonderwijs, middelbaarberoepsonderwijs en hogeronderwijs) ontvingen alvasteen beurs.De lerarenbeurs is een van demaatregelen uit het actieplanLeerkracht van Nederland.De regeling is bedoeld omleerkrachten met een onderwijsbevoegdheidte stimulereneen andere en/of hogereopleiding te volgen. De beursis nadrukkelijk niet bedoeldvoor na- of bijscholing. Datgebeurt uit het regulierescholingsgeld dat scholenzelf beheren. Voor de lerarenbeurszijn de komende jarentientallen miljoenen per jaarbeschikbaar, oplopend tot 80miljoen euro in 2012.Van 1 juni tot 15 juli <strong>2008</strong> kondenleerkrachten een beursaanvragen bij de IB-Groep. Deverwachting was dat er tussende 700 en 1.500 aanvragen binnenzouden komen. Dat aantalis met 7.461 aanvragen forsoverschreden. Daarom is hetbeschikbare subsidiebedragvoor dit jaar verhoogd.Bijna 58 procent van de aanvragenkomt uit het (speciaal)primair onderwijs, 30 procentuit het voortgezet onderwijs,7 procent uit het beroepsonderwijsen 5 procent uit hethoger onderwijs. In januari<strong>2009</strong> wordt een tweede aanvraagtermijnopengesteld,waarop leerkrachten kunnenintekenen. Hiervoor is 19 miljoeneuro beschikbaar. _oproep tot aanwezigheid bij aanbieden petitiesActie ‘Help! De school verzuipt’eindigt in Den HaagDe verzamelde handtekeningen voor meer ondersteunend personeelop basisscholen zullen op dinsdag 9 september aangeboden worden aan deTweede Kamer. De AVS roept al haar leden op, in het bijzonder die uit Den Haagen omgeving, om daarbij aanwezig te zijn.De actie ‘Help! De schoolverzuipt’, waarbij de gezamenlijkeonderwijsorganisatieszich van 25 augustus tot 5 septembersamen met scholen enouders inspanden voor ondersteunendpersoneel (conciërge,administratieve kracht)op iedere basisschool, heeftveel aandacht getrokken inde media. Scholen reageerdenook enthousiast en haaktenop lokaal en regionaal niveauaan om zoveel mogelijk handtekeningente verzamelen.De petities worden op 9september aanstaande doorAVS voorzitter Ton Duif overhandigdaan leden van deTweede Kamer. Dit zal om13.45 uur plaatsvinden in dehal van de Tweede Kamer.Om de actie kracht bij te zetten,is het zaak dat zoveelmogelijk schoolleiders aanwezigzijn. In het bijzonder dedirecteuren uit Den Haag enomgeving. Zij werken immersin de naaste omgeving. De AVSroept haar leden daarom opzich vanaf 13.30 uur te verzamelenop het Plein, voor deingang van de Tweede Kamer.Deze plek is te herkennen aanhet spandoek ‘Help! De schoolverzuipt’. _Het exacte aantal ondertekendepetities was bijhet ter perse gaan van deze<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> nog nietbekend. Kijk daarvoor opwww.helpdeschoolverzuipt.nlof www.avs.nlHelp! De school verzuiptIedere school een administratieve kracht of conciërge!Met het ondertekenen van deze petitie , steunen leerkrachten,onderwijsondersteuners, schoolleiders en ouders onze eis: Een conciërgeof administratieve kracht op ieder basisschool!kader primair september <strong>2008</strong>3
actueelpo-raad in gesprek met besturen, schoolleiders en leerkrachtenVeldraadpleging referentie niveausStaatssecretaris Dijksma heeft de PO-Raad gevraagd een veldraadpleging te organiseren over de referentieniveausvan de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen (commissie Meijerink). De raad zal daarom de komendemaanden op verschillende manieren met besturen, schoolleiders en leerkrachten in gesprek gaan over dereferentieniveaus.In de gesprekken wordt naastde gewenste inhoud van deniveaus ook aandacht besteedaan de condities waaronderze ingevoerd zouden kunnenworden. Op basis van deuitkomsten van de veldraadplegingkunnen de referentieniveausnog inhoudelijk aangepastworden, voordat eind<strong>2008</strong> het traject van wet- enregelgeving ingezet wordt.Doel van de veldraadplegingis niet om de gedetailleerdeinhoud van alle referentiebeschrijvingente bespreken. Welwil de PO-Raad steekproefsgewijseen aantal inhouden vande referentieniveaus uitgebreiderbespreken, om een nadereonderbouwing te krijgen vande haalbaarheid.Hoewel het tijdpad voor develdraadpleging krap is, heeftde PO-Raad toch gekozenvoor een brede opzet. Zowelbesturen, schoolleiders, leerkrachtenals ouders wordenbevraagd en ook de koepelorganisatiesworden betrokkenbij het traject. Omdat de invoeringvan de referentieniveausdirecte gevolgen heeft voor deaansluiting tussen het voortgezeten het speciaal onderwijs,vindt eveneens overleg plaatsmet deze sectoren.BijeenkomstenOp 23 september aanstaandevindt een eerste landelijkecarrouselbijeenkomst plaats,waarvoor alle verschillendedoelgroepen worden uitgenodigd.In oktober wordt eenvijftal ronde tafelbijeenkomstengeorganiseerd op scholenverspreid over het land. Voordeze bijeenkomsten wordteen beperkt aantal besturen,schoolleiders en leerkrachtenuitgenodigd. In novembervindt een tweede landelijkecarrouselbijeenkomst plaats.Deelnemers kunnen dan opde voorlopige opbrengstenreageren en aanvullendesuggesties doen voor de rapportage.Ook zal de PO-Raadin november nog een ledenraadplegingorganiseren voorde eigen leden, waarbij deleden kunnen reageren op hetconceptadvies aan de staatssecretaris.Besturen en schoolleidersin het primair onderwijskrijgen zo de gelegenheid omaan te geven of zij zich in hetadvies herkennen. Ook kunnenze suggesties doen voorverbetering.LeercurveDe PO-Raad wil met de veldraadplegingeen bijdrageleveren aan de verdere professionaliseringen kwaliteitvan het po. Referentieniveausmoeten volgens de raad eenbijdrage leveren aan een leercurveop het niveau van hetkind, de groep, de school enhet bestuur. Alleen wanneerde referentieniveaus op dezemanier worden uitgewerkt eningezet, zal dit leiden tot eenverdere professionaliseringvan de sector en uiteindelijktot een verbetering van dekwaliteit van het po. Dat hetveld daarbij zelf het voortouwneemt, is voor de PO-Raadeen voorwaarde om dit tebereiken. _Meer informatie: mail naarveldraadpleging@poraad.nltaskforce diversiteit schoolbesturen geïnstalleerdPolitiek zoekt allochtone schoolbestuurdersRecent is de Taskforce Diversiteit Schoolbesturen geïnstalleerd. Deze gaat het aantal allochtoneschoolbestuurders de komende jaren flink laten stijgen.Op dit moment heeft maar2,5 procent van de schoolbestuurderseen andereculturele achtergrond.Taskforce-voorzitter en voormaligstaatssecretaris vanOCW Bruno Bruins: “Het zijnvooral witte mannen vanboven de 45 met een rijkebestuurlijke ervaring die deschoolbesturen vormen. Dieervaring is zeer welkom, maarde bestuurssamenstellingis zo ook erg eenzijdig. Detaskforce gaat daarom nieuwegroepen schoolbestuurderszoeken en vinden. Eind <strong>2009</strong>trekken we conclusies.”De taskforce is gekoppeldaan Eutonos, een initiatiefvan het SectorbestuurOnderwijsarbeidsmarkt (SBO).Via Eutonos worden besturenen raden van toezicht metvacatures gekoppeld aan hoogopgeleideallochtonen. Ditleidde de afgelopen jaren altot dertig succesvolle matches. _Meer informatie:www.onderwijsarbeidmarkt/eutonos4
actueelverbeteren sociale veiligheidMobiele veiligheidsteams van start op scholenIn de zomer startten de zogenaamde ‘Kwaliteitsteams Veiligheid’ in het vmbo en praktijkonderwijs.In de loop van schooljaar <strong>2008</strong>/<strong>2009</strong> worden de teams in alle onderwijssectoren operationeel en kunnenook scholen in het basisonderwijs een beroep op één van de teams doen.Scholen kunnen een mobielveiligheidsteam inschakelenvoor tips en adviezen op hetgebied van sociale veiligheid.De Kwaliteitsteams Veiligheidbestaan uit veiligheidsdeskundigenuit diverse sectoren,zoals het onderwijs, bureauHALT, jeugdzorg en politie.Doel is om scholen die daarbehoefte aan hebben te helpenbij het verbeteren van desociale veiligheid, zodat leerlingenen leerkrachten zichveiliger voelen op en rondscholen. Zo kan het veiligheidsteamter plekke een quickscan uitvoeren om te bepalenof een school voldoende veiligheidsmaatregelenheeft genomen.Het team kijkt ook naarmaatregelen tegen agressie,pesten, discriminatie, internetonveiligheiden huiselijkgeweld. Verder ondersteunenen adviseren de teams bij detotstandkoming van afsprakentussen scholen, zorgadviesteams,politie en gemeententer verbetering van de veiligheiden hulpverlening. Eind2007 kondigde staatssecretarisVan Bijsterveldt aan1,75 miljoen euro extra terbeschikking te stellen voor deKwaliteitsteams Veiligheid.Het is één van de maatregelendie zij neemt om scholen veiligerte maken. _De Kwaliteitsteams Veiligheidzijn bereikbaar via eenspeciale informatielijn,tel. 030-2306564, en viakwaliteitsteamsveiligheid@nji.nlvaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijdNieuwste lumpsumgetallen personelevergoeding bekendOnlangs zijn de nieuwste lumpsumbedragen bekend gemaakt voor de personele vergoeding voor schooljaar<strong>2008</strong>/<strong>2009</strong>, in het kader van de regeling ‘Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd’.De verhogingspercentages zijn als volgt:a. Genormeerde gemiddelde personeels lasten leerkracht: + 3,26 procentb. Genormeerde gemiddelde personeels lasten schoolleiding + 2,43 procentc. Bekostiging personeels- arbeidsmarkt beleid + 4,46 procentd. Bekostiging PAB, Bestuur en manage ment + 3,38 procentDe belangrijkste aanpassingenbij punt a en b betreffen dedoorwerking van de salariskostenvan schooljaar 2007/<strong>2008</strong>,het gevolg van de extra eneenmalige uitkering vooronderwijs personeel (Y 200),de gevolgen van het inkortenvan de carrièrepatronen en deverhoging van de directietoeslagin het kader van de vastetoeslag per maand van Y 275(als gevolg van het actieplanLeerkracht van Nederland).De belangrijkste wijzigingenbij punt c en d betreffen eenstructurele verhoging in verbandmet de extra gelden voorprofessionalisering en enkeleincidentele aanpassingen. _Raadpleeg het volledigeoverzicht met de nieuwstelumpsum getallen opwww.avs.nl/werkgeverszaken/financien/lumpsum.Meer informatie: AVS,Carlo Juffermans (adviseurbedrijfsvoering), tel. 030-2361010, c.juffermans@avs.nlNieuw onderwijspersoneel nodig? Laat het weten aan 6.000 lezers!Uit lezersonderzoek blijkt dat personeelsadvertenties in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> en <strong>Kader</strong> nieuws vaak gelezen en goedgewaardeerd worden door bijna 6.000 abonnees. Plaats ook een vacature in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> en/of <strong>Kader</strong>nieuws!Neem contact op met Recent, tel. 020-3308998, info@recent.nl of kijk op www.recent.nl. NB: gratis doorplaatsingmogelijk naar www.werkeninhetprimaironderwijs.nl, dé vacaturesite van de AVS.kader primair september <strong>2008</strong>5
actueelschooldirecteur bekritiseert werkwijze inspectie‘Zwakke school vaak niet zwak’Basisscholen die door de Onderwijsinspectie worden aangemerkt als ‘zwak’ zijn dat volgens Herman Godlieb,schoolleider in het Groningse Nieuwe Pekela, vaak helemaal niet. In de Volkskrant zei hij onlangs dat demeetmethoden van de Inspectie ertoe leiden dat scholen met veel achterstandskinderen vaak als zwakworden bestempeld, terwijl ze goed presteren.Godlieb heeft zelf – metbehulp van Cito-uitslagen,opleidingsgegevens van beideouders van leerlingen enintelligentietests – verkennendonderzoek gedaan naarde beoordelingssystematiekvan de Onderwijsinspectieen bekeken in hoeverre uitsprakenvan de Inspectie overleeropbrengsten kloppen metde werkelijkheid, en welkegevolgen dat heeft voor deonderwijspraktijk. Godliebconcludeert dat de Inspectieniet optimaal vaststelt wateen school presteert.Om te zien wat kinderenop school hebben geleerd(de leeropbrengst), kijkt deInspectie onder andere naarde uitslagen van de Citoeindtoets.Kinderen van hoogopgeleideouders halen vaakeen hoge Cito-score. Daaromcorrigeert de Inspectie deschoolprestaties voor hetopleidingspeil van de ouders.Volgens Godlieb is die correctievolstrekt onvoldoende.Daardoor worden scholen metveel achterstandskinderenvaak gebrandmerkt als ‘zeerzwak’, ook als ze goed zijn,vindt hij. Anderzijds zoudenscholen met veel kinderenvan hoogopgeleide oudersnauwelijks dat risico lopen,ook niet als ze slecht zijn.Een woordvoerder van deOnderwijsinspectie wijst er inhetzelfde Volkskrantartikel opdat het predicaat ‘zeer zwak’nooit alleen op basis van deleeropbrengsten wordt gegeven.“Er wordt altijd ook gekekennaar het onderwijsproces.”De methode waarmee deInspectie corrigeert voor hetouderlijke opleidingsniveauis dezelfde als die waarmeescholen extra geld kunnenkrijgen als ze veel achterstandsleerlingenhebben. DeInspectie zegt daarover: “Wekijken voortdurend of ditinstrument wel goed werkt.”Wel is de Inspectie geschrokkenvan het onderzoek, verteldGodlieb. Inmiddels heefteen gesprek plaatsgevondentussen de schooldirecteur ende werkgroep Opbrengstenvan de Inspectie. Godlieb: “Zenemen mijn onderzoek serieusen zeggen ermee aan deslag te zullen gaan.” _Het volledige onderzoekvan schoolleider HermanGodlieb (inclusief onderzoeksaanpak)is te vinden opwww.deweginggewogen.nlbetere onderwijshuisvesting bevorderenServicecentrum Scholenbouw in oprichtingHet Servicecentrum Scholenbouw (SCS) is in oprichting. Het centrum gaat officieel van start zodrade Tweede Kamer groen licht geeft, maar scholen kunnen er nu al terecht met vragen over geïntegreerdaanbesteden bij scholenbouw.Het SCS is bedoeld voorschoolbesturen in het primairen voortgezet onderwijs engemeenten, die meer willenweten over de toepassing vaninnovatieve aanbestedingsenfinancieringsvormen inde scholenbouw. Het is eeninitiatief van de ministeriesvan OCW en Financiën, deVereniging NederlandseGemeenten (VNG) en deorganisaties voor bestuur enmanagement in het primairen voortgezet onderwijs,waaronder de AVS. Het SCSverzamelt en ontwikkeltkennis, gebaseerd op praktijksituaties.Deze kenniswordt gebundeld en ontslotenvoor scholen en gemeenten.Daarnaast begeleidt het SCSpilots, op grond waarvan standaardenvoor contracten enaanbestedingsvormen wordenontwikkeld. Het centrum wil:1) Onderwijshuisvestingbevorderen met een betereprijs-kwaliteitverhouding doorde toepassing van innovatievecontractvormen;2) Schoolbesturen en gemeentenstimuleren en in staatte stellen een transparanteen zakelijke afweging temaken tussen innovatief entraditioneel aanbesteden;3. Schoolbesturen en gemeentenin staat stellen innovatieveaanbestedingsvormen effectiefte implementeren. _Meer informatie:www.scsb.nl, via info@scsb.nlof tel. 070-3153355. Vanuit deAVS is adviseur Jan Schraven(j.schraven@avs.nl) betrokkenbij het SCS.6
illustratie _ jos collignonkader primair september <strong>2008</strong>7
thema _ wie is de schoolleider?de opleider over de leerlingOver het themaZo kort na de vakantie een ‘keiharde’confrontatie met uzelf… Wie bent u?Wie is de schoolleider anno <strong>2008</strong>?Er wordt steeds meer van u verwacht.En ook is de beroepsgroep steeds diversergeworden. Heeft een adjunct-directeurvan een piepklein schooltje nog wel ietsgemeen met een bovenschools directeurvan een grote onderwijsorganisatie?En zo ja, wat dan?Gesprekken met drie schoolleideropleidersmaken één ding duidelijk: het beroep‘schoolleider’ is niet eenvoudig. Het vraagtverschillende rollen van één persoon, zoalsdie van manager, accountant, psycholoogen lobbyist. Ook brengt het behoorlijkwat verantwoordelijkheden met zich mee:voor de school als geheel, het team, deschoolomgeving en voor – degenen om wiehet allemaal draait – de leerlingen.Tekst Jaan van AkenIn dit thema vertellen ervaren trainersvan schoolleideropleidingen hoe zij deschoolleider van nu zien. Jos van der Lans(publicist en ex-Eerste Kamerlid) laat zienwaar de houding van de hedendaagsedirecteur ten opzichte van de professionalop de werkvloer vandaan komt.Een tijdsbalk trekt u nog iets verder degeschiedenis in en tot slot spreken viervan uw collega’s zich uit over het vak: hoezijn ze erin gerold, wie inspireert hen enhoe zien zij de toekomst?lerende“Een schoolleider is iemand met een stevige persoonlijkheid,die bereid is om te leren en op het eigen handelen tereflecteren. Iemand die houdt van kinderen en zorgt datleerkrachten hen het beste kunnen geven”, zo definieertMarion Damgrave de schoolleider. Ze is trainer, coach enadviseur bij Interstudie NDO, dat samenwerkt met de AVS.Damgrave maakt onderscheid in vier rollen: onderwijskundigleider, organisatieontwikkelaar, organisatiebeleidsmakeren -organisatiebeheerder/ondernemer.Onderwijskundig leiderschap is van die vier de belangrijkste,vindt Damgrave. “Het onderwijs ontwikkelt zichsnel. Er zijn sinds enige tijd bijvoorbeeld nieuwe inzichtenover leren lezen. Het getuigt van professionaliteit omdie inzichten vorm te geven in het onderwijs.” Ze benadrukthet belang van personeel. “Dat is het belangrijkste2.335 Register Directeuren Onderwijs (RDO’s) zijn in mei <strong>2008</strong>ingeschreven bij de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA), tegenover2.200 in november 2006. Dat is een vijfde van alle directeuren en adjunctdirecteurenin het po. (bron: SBO, www.onderwijsarbeidsmarkt.nl)8
‘Een goede schoolleider is eenschoolleider’Foto: Hans Roggenkapitaal van een school. Wie zet je waarom op welkegroep, is een belangrijke afweging voor een schoolleider.”De schoolleider als ondernemer kijkt naar de omgeving ende samenwerkingspartners. Die rol wordt steeds belangrijker,denkt Damgrave. “Een ondernemende schoolleiderdurft zich te profileren en te vernieuwen. Een schoolleiderin de Achterhoek liet een lezing houden door iemand dieop expeditie was geweest naar de Noordpool. Hij gebruiktedat als metafoor voor een ‘expeditie’ met leerateliers,waarbij leerlingen zich bijvoorbeeld verdiepen in archeologie.Dat vind ik ondernemend. Zo’n schoolleider zorgtervoor dat de school een vitale plek is.”Aad Nieuwstraten was tot 1 september <strong>2008</strong> als docent enregiomanager werkzaam bij schoolleideropleiding Octaafen omschrijft de schoolleider als teddybeer. “Teamledenvragen om zekerheden in een sterk veranderende onderwijswereld.Dat is de knuffelbeerfunctie: de leider als hoederen baken voor vragen en zorgen van mensen.”Ook hij onderscheidt vier hoofdtaken. Ten eerste het ontwikkelenen uitdragen van de onderwijsvisie. “Dat vraagtkennis, talent om trends te herkennen, bezieling, omgaanmet complexiteit en vertrouwen in teamleden.” Daarnaastmoet de schoolleider structuren scheppen, heldere kaderswaarbinnen wordt gewerkt. “De managementkant vanhet leiderschap.” Een schoolleider zoekt ook naar gemeenschappelijkewaarden en draagt ze uit. Nieuwstraten: “Watbindt ons, wat vinden we waardevol? Een leider draagt diewaarden uit, zodat teamleden ernaar handelen.”Als vierde taak noemt Nieuwstraten teamleden mobiliserenen activeren om hun eigen visie te realiseren: “Een leidergeeft mensen de kans hun vleugels uit te slaan, zodat27 procent van de directeuren was in 2006 vrouw. Dat komt neer op ruim 1.800van de ongeveer 6.600 directeuren. In datzelfde jaar was 45,1 procent van deadjunct-directeuren vrouw. Dat komt neer op ongeveer 2.200 personen.(bron: SBO, jaarboek.onderwijsarbeidsmarkt.nl)84 procent van de directeuren in het po was in 2006 ouder dan 45 jaar,34 procent was 55 jaar of ouder. (bron: SBO, jaarboek.onderwijsarbeidsmarkt.nl)kader primair september <strong>2008</strong>9
s pa r e n vo o r e e nschoolleideropleidingDe vijf erkende schoolleideropleidingen zijn zo’n vijftien jaargeleden geïnitieerd door toenmalig staatssecretaris Wallage. 450gesubsidieerde plaatsen per jaar gingen na een selectie procedurenaar twee openbare opleidingen: het Centrum voor NascholingAmsterdam en Interstudie-NDO met elk 75 oplei dings plaatsen,het katholieke Magistrum en het protestants-christelijke Octaafmet elk 150 plaatsen. Later kwamen daar in het noorden vijftigplekken per jaar bij voor de Hogeschool Drenthe.Alle vijf de opleidingen werken bij de opleiding Basis bekwaamheidaan de hand van acht in de wet BIO vastgelegdecompetenties. Globaal zijn er twee opleidingsmethoden: “Of jebiedt alle acht de competenties basaal aan, of je focust op eenbeperkt aantal modules zoals onderwijskundig en persoonlijkleiderschap en geeft financiën en strategisch beleid minderaandacht, omdat deze in een vervolgopleiding aan bod komen”,vertelt Joris van Dijk, directeur van Magistrum en betrokken bijSamos, de samenwerkende opleidingen voor schoolleiders.De overheid besloot per september <strong>2008</strong> de subsidie niet langeraan de opleidingen, maar aan de basisscholen te geven. Van Dijk:“Dat komt per school neer op ongeveer honderd euro per jaar.Vooral voor eenpitters betekent dit dat ze jaren moeten sparenvoor een schoolleideropleiding.” Daarbij worden de opleidingenduurder, omdat ze zonder subsidie kostendekkende prijzenmoeten vragen en neemt de concurrentie toe. “Dat is niet erg,tenzij het aanbieders zijn die managementopleidingen aanbiedenonder een andere, wel bekostigde naam. Zij vragen 1.500 euro,wij 4.500 á 5.000 euro. In mijn ogen maken zij oneigenlijk gebruikvan subsidiegelden”, zegt Van Dijk. De Samos-opleidingen gaande concurrentie aan door kwaliteit en maatwerk te bieden.“Steeds meer grote besturen hebben specifieke wensen. Opfinancieel terrein verandert er veel, schoolleiders moeten hunkennis daarover op niveau houden.” Ook is Samos in overleg metde Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) over de inrichtingvan de herregistratie. “Wat kunnen we doen aan verdereprofessionalisering, nadat schoolleiders zijn opgeleid? Om dekwaliteit te handhaven en te verbeteren moet je niet alleenpapieren evaluaties laten invullen. De Samos-opleidingenkunnen intervisie, leergroepen, coaching en collegiale visitatiebieden”, aldus Van Dijk.ze voor de organisatie iets betekenen. Mensen zoeken ineen school betekenis en identiteit en willen dat hun werkverschil uitmaakt.” Hij omschrijft deze vierde taak alsmoreel leiderschap. “Een manier van leidinggeven waarbijde schoolleider het verschil maakt voor de school, hetteam en de kinderen. Iemand die ziet wat mensen nodighebben en heel goed kan communiceren. Iemand die oogheeft voor de verschillen tussen mensen en daar flexibelmee om weet te gaan: de ‘sterke broeders’ in het team, dievooruit willen, bijstaan en de zwakkeren tegelijkertijdniet afschrikken. Ook moet een schoolleider oog hebbenvoor minder fraaie zaken: dubbele agenda’s, wrok en leeddat mensen overkomt.” Deze vorm van leiderschap vraagtom persoonlijkheidstrekken als eerlijkheid, integriteit,moed en vertrouwen.Johan Spitteler, coördinator van de ESAN schoolleideropleiding,ziet de schoolleider als iemand met een ‘nadrukkelijkefactor voor schoolontwikkeling, continuïteit in deschool, verbinding tussen mensen en kwaliteit’. Een directeurheeft volgens Spitteler grote invloed op het schoolklimaaten de gelegenheid van leerlingen om te leren. Dieinvloed vraagt een doelgerichte houding, zonder daarinal te dominant te zijn. Want hoe dominanter de directeur,des te groter de kans op volgelingengedrag in het team.Spitteler: “Dat is wat je juist niet beoogt, je wilt dat demedewerkers het doen. Daarom moet je je bewust zijn vanwaar je met de organisatie naartoe wilt.”Spitteler legt – net als Damgrave – de nadruk op lerendeleerkrachten en schoolleiders. “Een goede schoolleider iseen lerende schoolleider, die kan onderzoeken en reflecteren.Een goede leerkracht is een reflecterende leerkracht,die stilstaat bij zijn vak. Die wanneer hij geconfronteerdwordt met lastige vragen, in staat is tot onderzoek en kanreageren op de omgeving.” Dat vraagt om wat Spitteler‘verantwoordelijke vrijheid’ noemt. Vrijheid binnen dekaders die je afspreekt en bewaakt. “In dat laatste zijnscholen niet erg goed. Als afgesproken is zes keer met eenmethode te oefenen, vinden mensen drie keer vaak ookwel genoeg. Als schoolleider moet je voortdurend de resultatenhelder in beeld hebben.”Het benodigde soort leiderschap verschilt per school,stelt Nieuwstraten van Octaaf. “Soms heeft een schoolbehoefte aan een schoolleider met een sterke nadruk op155 Bazen van buiten waren op 1 november 2005in dienst bij een po-instelling. Dit zijn personen diedaarvoor werkzaam waren in het bedrijfsleven, ineen andere onderwijssector dan het po of in de nonprofitsector.(bron: SBO, onderzoek Managers vanbuiten, augustus 2007)10.383 Bestuursleden waren in 2007 werkzaamin het po. Dit tegenover 15.143 in 2003. Waren erin 2003 nog 2093 besturen in po en vo, in 2007zijn het er bijna 400 minder. Nog altijd zijn demeeste besturen protestant (36,2 procent) enkatholiek (16,7 procent). (bron: SBO, onderzoekSchoolbesturen en raden van toezicht, eenafspiegeling van de samenleving, mei <strong>2008</strong>)58 procent van de personeelsleden in het po istevreden over zijn of haar direct leidinggevende.Voor de marktsector is dat 48 procent. (bron: NotaWIO <strong>2008</strong>)10
thema _ wie thema thema is de _ _ schoolleider?_ duurzaamheidde onderwijskundige visie. Soms is een team de spirit eenbeetje kwijt en is vooral een sociale schoolleider gewenst,die nieuw elan brengt.”Damgrave van Interstudie NDO maakt onderscheid tussengrofweg twee type schoolleiders. “De eerste is jarenlangleerkracht geweest en ziet het als een logische stap omschoolleider te worden. De tweede groep zijn ondernemendemensen die op een school waar het al veertig jaarhetzelfde gaat iets nieuws willen, en vinden dat het leukeren spannender kan.”Alledrie kennen ze voorbeelden van mensen bij wie deopleiding niet paste. Niet iedereen kan schoolleider worden,vinden de opleiders. “In een groep van twintig ziter altijd wel één”, zegt Nieuwstraten. “Het lukt niet altijdiemand uit een vast denkpatroon te halen, waardoor hijof zij niet alle vaardigheden oppikt. Vaak hoor je dat hetop school ook niet lekker loopt. Als aparte begeleidingniet helpt, adviseer je om geen schoolleider te zijn of teworden. Als dat advies niet wordt opgevolgd, serveert eenteam iemand vroeg of laat af.” Leiderschap is voor eenflink stuk te leren, maar je moet er wel feeling en aanlegvoor hebben, vindt Spitteler van ESAN. “Je moet lef hebbenom te leiden, op een zeepkist durven te gaan staan,kleur te bekennen en jezelf durven zijn voor een grotegroep mensen.” Damgrave voegt toe: “Je moet kunnenreflecteren. Op je eigen rol, het effect van je handelen ende school als geheel. Sommige mensen kunnen dat niet.Sommige mensen willen het hele pakket aan verantwoordelijkhedenook niet.”Dat schoolleiders over het algemeen pas aan hun opleidingbeginnen als ze al aangesteld zijn, vinden de opleidersniet onlogisch. Spitteler verklaart dat het deels historischzo gegroeid is, doordat de subsidie voor de opleidingennu eenmaal werd toegekend aan zittende schoolleiders.“Bovendien vinden ervaren schoolleiders het vaak heelplezierig om vanuit nieuwe inzichten naar hun vak tekijken. Het is een soort groot onderhoud eigenlijk.” Nieuwstraten:“In het bedrijfsleven is het niet ongewoon dat jeeen training doet als je net een functie hebt.” Damgravewerkt bij Interstudie NDO aan de hand van leervragen uitde praktijk. “Pas als je al schoolleider bent, zie je wat erop je afkomt en kun je het geleerde direct in de praktijktoepassen.” _Groep schoolleiders na het voltooien van de schoolleidersopleidingbij Interstudie NDO.‘ze zien het belang voor deschool als geheel’Op Hogeschool Driestar in Gouda begint deze maand devierde groep van 25 pabostudenten aan de minor OnderwijskundigLeiderschap. Driestar ontwikkelde in samenwerkingmet Octaaf de minor van een half jaar, die inmiddels ookop vijf andere pabo’s draait. “We bieden studenten eenoriëntatie op leidinggeven. Aan het eind van de minor wetenze wat het schoolleiderschap inhoudt en of het hen wat lijkt”,vertelt Annelies Kraaiveld, voormalig schoolleider en dedocent die de minor geeft.Het zijn de hardwerkende studenten die kiezen voor de minor,vertelt ze. “Het zijn studenten die voor hun mening uit durvenkomen, initiatief nemen en niet schrikken van extra werk.”De deelnemende studenten zijn en blijven enthousiast overhet schoolleiderschap. “Velen lijkt leidinggeven interessant,maar ze vinden het ook moeilijk. De minordeelnemers kijkenmet een meer open blik de school in. Ze zien niet alleen watvoor hun klas interessant is, maar ook voor het belang van deschool als geheel.”Wat hebben studenten nog aan de minor als ze over tienof twintig jaar in een leidinggevende functie belanden?Kraaiveld merkt op dat een van haar oud-studenten directals onderbouwcoördinator is aangesteld. “We zijn bezigeen netwerk op te zetten om oud-studenten regelmatigterug te laten komen. Ook willen we speciale studiedagenorganiseren.”80 procent van de besturen in het po en vo denktdat door meer autonomie de functie van schoolleideraantrekkelijker wordt. Daar tegenover staat dateen kwart van de besturen van mening is dat meerautonomie voor de school feitelijk betekent datde autonomie van het schoolbestuur groter wordt.(bron: SCP, onderzoek De school bestuurd, juli <strong>2008</strong>)0,9 procent van po-directieleden in Nederland isin 2006 allochtoon. Amsterdam (8,1 procent), en iniets mindere mate Den Haag (4,5 procent), halen hetgemiddelde omhoog. (bron: CBS)300 Voltijdbanen bedroeg de onvervulde vraagnaar managers in het po (directeuren en adjunctdirecteuren)volgens een schatting in 2007. Verwachtwordt dat dit aantal toeneemt. Bij hoogconjunctuur(ongunstig voor de onderwijsarbeidsmarkt) is voor2015 een tekort van meer dan 600 voltijdbanengeraamd. (bron: De toekomstige arbeidsmarkt vooronderwijspersoneel 2007-2015, OCW, januari <strong>2008</strong>)kader primair september <strong>2008</strong>11
thema _ wie is de schoolleider?de manager als passiemakerAls het aan Jos van der Lans ligt gooit de manager van nu ‘z’n kont tegen de krib’ en zorgt hij ofzij ervoor dat leerkrachten ruimte behouden om hun werk te doen. Bureaucratie en regeldrangmogen het klaslokaal niet in. Want in tegenstelling tot andere publieke sectoren, is het in hetprimair onderwijs, denkt Van der Lans, nog niet zo slecht gesteld met ‘de professional’.Tekst Joëlle Poortvliet‘Leidinggevendenworstelenmet hetJournalist, publicist en ex-Eerste Kamerlid voor Groen-Links Jos van der Lans bracht in maart <strong>2008</strong> het boekjeOntregelen uit, over de uitvoerende professional in depublieke sector. Van der Lans schrijft, denkt en praat aleen kwart eeuw over de Nederlandse publieke sector. Overwelzijnswerkers, politieagenten, jeugdzorgers, thuiswerkersen leerkrachten. Kortom: alle professionals die desamenleving als werkvloer hebben. Alleen ziet hij ze daarsteeds minder. Bureaucratische regels, angstige protocollenen registrerende computerschermen zijn er volgenshem steeds beter in geslaagd de professional van zijn werkte houden.Ontregelen is herkenbaar voor de schoolleider die zijn ofhaar loopbaan vrijwel zonder uitzondering als leerkracht(lees ‘uitvoerende professional’) begon. En ook handig,omdat Van der Lans theorie handvaten biedt om als leidinggevendede uitvoerende professional te ondersteunen.(…) “Waren ze in de jaren zestig en zeventig hun vanzelfsprekendemachtsoverwicht op burgers kwijtgeraakt, in de jaren tachtig ennegentig werd hun professionele autonomie steeds verder ingekaderddoor een oprukkende managementgeest, die mensenwerkals een product betitelde, zich voor de opdracht gesteld zag ommet minder geld betere waar te verkopen en dat met kracht wildebewijzen.” (…) (pag. 17 Ontregelen)“Ik heb me bewust niet op één sector gericht. Het gaat ombewegingen die door al die publieke instellingen heentrekken. De verantwoordingsgekte is voor politieagentenmisschien wel hetzelfde als voor onderwijzers. Het is goedte weten dat we de hele publieke sector op deze manieraan het bestoken zijn. En dat die professionals dus in hetzelfde schuitje zitten.”Toch valt het op basisscholen wel mee, denkt u?“Ik heb het idee – behalve als leesvader en met mijn eigenkinderen, heb ik weinig ervaring – dat in het primaironderwijs het management heel dicht bij de leerkrachtstaat. Het is één team. Basisscholen zijn niet zoals bijvoorbeeldhogescholen gigantisch grote organisaties. Het zijnnog redelijk overzichtelijke instellingen. Je mag dus hopendat de mensen die voor de klas staan hun werk kunnendoen. In andere sectoren zie je dat het verder uit elkaar isgelopen. Dat het management een eigen organisatorischerealiteit is geworden en steeds meer een bepalende krachtin de organisatie. Dat steeds minder de stem van de professionaldoorklinkt. Als de werkvloer en de manager uit12
ureaucratisch systeem’Thuis bij Jos van der Lans. Foto’s: Hans Roggenelkaar gaan – en dat gebeurt al wanneer er extra beloondwordt, wanneer er bovenschoolsen komen of wanneermeerdere scholen worden samengevoegd – ontstaat hetrisico dat het evenwicht zoek raakt. Elke werknemer in depublieke sector heeft te maken met het organisatorischebelang – want natuurlijk moeten de financiën op orde zijnen moet een organisatie zich verantwoorden tegenovergeldschieters – maar die twee vloeren, van managementen professionals, moeten niet los van elkaar gaan zingen.”“Leidinggevenden worstelen ook met het bureaucratischsysteem, met de verplichtingen. Ze willen het wel anders,maar hoe ontsnappen ze aan die rechtmatigheideisen?Bureaucratie is niet iets wat je kunt afschaffen. Dat hebbenze in Den Haag allang geprobeerd, met projecten als‘Vermindering administratieve lasten’ en ‘Andere overheid’.Ondanks de goede intenties, werkt het niet. Er isnamelijk ook druk op het systeem vanuit andere kantendan de overheid. Vanuit ouders bijvoorbeeld. Zij willenweten dat de veiligheid op school goed geregeld is, of hoeze moeten klagen wanneer iets mis gaat. Zo ontstaat eenveiligheidsprotocol en een klachtenreglement. Afzonderlijkhele goede punten, maar in de optelsom zorgt hetervoor dat een organisatie niet meer primair met haarprofessie bezig is. We willen eigenlijk alles voortdurendweten. En dat is echt lastig, want als je die regeldruk wiltverminderen, wat haal je er dan uit? Niet meer aan veiligheiddoen, dat kan natuurlijk niet.”(…) “De weerstand om aanwezig te zijn, om op te voorgrond tetreden en initiatieven te nemen die ingrijpen in het dagelijksbestaan van mensen steekt veel dieper. Het zit ‘tussen de oren’ vande professional, en is neergeslagen in leerboeken, in institutionelevanzelfsprekendheden als subsidieregels, registratiegewoonten,de agendavorming van teambesprekingen en noem maar op. Bijelkaar vormt dat een fijnmazig georganiseerde professioneelinstitutionelementaliteit die zich niet zomaar opzij laat zetten.”(…) (pag. 21 Ontregelen)U legt in uw boek haarfijn uit hoe de huidige professional zijnpassie en lef deels is kwijtgeraakt, dat die hem is ‘ontnomen’ doorhet systeem. Hoe ziet u verbetering?“Managers – zoals schoolleiders – moeten passie organiseren,zij moeten hun kont tegen de krib gooien. Deprofessional heeft belangen bij het systeem en is druk metcliënten of leerlingen. Je kunt niet verwachten dat hij eenhalve revolutie in gang zet.”kader primair september <strong>2008</strong>13
14advertentie
thema _ wie thema thema is de _ _ schoolleider?_ duurzaamheidDus de professional zelf voelt zichzelf prettig bij al die regels?“Op een bepaalde manier wel. Niemand wil terug naarhet model van Theo Thijssen: de opvatting dat je er altijdvoor gaat. ’s Avonds even naar die ouders om te vragenwaarom zoonlief niet op school kwam, dat zie ik niet meergebeuren. Van absentie wordt tegenwoordig een meldinggemaakt, die gaat via de directie naar de leerplichtambtenaar.Want wie werken in de onderwijssector? Dat zijnvoornamelijk vrouwen. Zij werken 24 uur of 28 uur enmaken een belangrijke scheiding tussen werk en privé.Hun baan moet goed worden georganiseerd, voor de overdrachtonder andere. En daarmee heb je een ander soortprofessional dan in de tijd van Thijssen.”Als deel van de oplossing voor problemen in de publieke sectordefinieert u zogenaamde K-Doeps?De Kleinst Denkbare Organisatorische Eenheid van dePublieke Sector (K-DOEPS) is ontstaan als een referentiekader:waar gaat het nu om in de publieke sector? Vaakom een professional die een vak heeft geleerd en om datvak uit te oefenen een menselijke relatie onderhoudt meteen leerling, een klant of iemand die een hulpvraag ofuitkering heeft. In heel veel van die instellingen is die‘kleine’, menselijke relatie wat weggemoffeld en hebbenwe gezegd: het is bijvoorbeeld een product, of we gaan dingentellen. We gaan jouw handelingen tellen en kijken ofdie wel goed georganiseerd zijn.”“Natuurlijk mag een organisatie veranderen en somsmoet dat ook, maar je moet wel steeds de gedachte hebbendat de werknemer in z’n professionele relaties wordtversterkt. Van een basisschool kan ik me voorstellen dateen directeur zegt: we moeten iets veranderen, omdat webijvoorbeeld allochtone talenten verspillen. Wanneer daarvervolgens in wordt geïnvesteerd, door extra aandacht enbegeleiding, redeneer je vanuit zo’n professionele relatie.Dat is anders dan wanneer je zegt (zoals in de thuiszorg):dit zijn de handelingen en daar staat zoveel tijd voor.Misschien kan iemand in diezelfde tijd twee handelingenverrichten? Of kan één persoon deze week overal desteunkousen aantrekken? Dan hebben we dat maar gehad.Je ziet vanzelf het plaatje dat daarbij hoort: het kopje theedrinken,om even aandacht te schenken aan een verdrietigevrouw, vindt dan niet meer plaats.”(…) “Een fusie die geen effect heeft op de werkvloer, slaat natuurlijknergens op. Het moet juist wel effect hebben op de werkvloer.Alleen als de gerustgestelde professionals daar achter komenis het te laat. Fusies in de publieke sector mislukken alleen – zoweten we na twintig jaar schaalvergroten – als de nieuwe bazenonderling ruzie krijgen, niet als de professionals hun werk nietgoed meer kunnen doen.” (…) (pag. 67 Ontregelen)Schaalvergroting kan toch ook helpen, door bijvoorbeeld kosten tedelen en meer expertise in huis te hebben?“In mijn optiek is het altijd een kwestie van evenwicht. Jehebt een bureaucratische noodzakelijkheid en een professioneelbelang: het belang van de mensen die het werk indie frontlijnen van de samenleving doen. Mijn hele boekis gebaseerd op de gedachte dat die bureaucratische ordeals het ware over die professionele orde is komen te vallenen daar druk op uit oefent. Ik wil dat mensen tegendrukgaan geven, zodat je veel meer een evenwicht krijgt. Daarheb ik tien ‘ontregelprincipes’ voor bedacht, zoals ‘hanteereen professionaltoets bij reorganisaties, fusies en aanbestedingen’.Als er een fusie op stapel staat, hoop ik dat deprofessional straks zegt: meneer de directeur of bovenschoolsdirecteur of bestuurder, leg mij nu eens uit hoe ík– hoe die ‘K-DOEPS’ – beter word(t) van deze fusie? Op dezemanier kan er veld worden gewonnen. Ik geloof dat je debureaucratie kan terugdringen vanuit de werkvloer, nietzozeer door het veranderen van een wet.” _m e e r l e z e n ?Van Ontregelen zijn inmiddels vijf drukkenverschenen. Het boek kost e 14,95 (ISBN:9789045701394). Kijk voor meer informatie opwww.josvdlans.nladvertentiekader primair september <strong>2008</strong>15
thema _ wie is de schoolleider?Vijftig jaar schoolleiderstekst jos kooijVan‘hoofd derschool’ totdirecteurtekst ton duifBron: blikopdewereld.nlDe Tweede Kamer neemt de Lager-onderwijsWet aan. De toen vastgestelde scheidingtussen bijzonder en openbaar onderwijsvormt nog steeds de basis van het Nederlandseprimair onderwijs. In de wet werd gesprokenvan ‘de Hoofdonderwijzer’, die leidinggeeft aan de school.Het vak van schoolleider is de laatste decennia behoorlijkveranderd. Na de Tweede Wereldoorlog ging alle aandachtuit naar de wederopbouw: het aantal kinderen steeg inde jaren vijftig explosief. Scholen werden in rap tempobijgebouwd, maar de klassen waren onverantwoord groot.Groepen van vijftig of meer leerlingen waren geen uitzondering.De overheid bemoeide zich niet erg met het onderwijs,dat vooral in de handen lag van het maatschappelijkmiddenveld. De greep van de verschillende kerken en degrote sociale controle over de toen nog zo kleine wereld,beheerste ook het onderwijs. Het ‘hoofd der school’ maaktein de meeste gevallen deel uit van de notabelen en hadeen natuurlijk gezag.In het zuiden en oosten van Nederland waren het vooralde fraters, broeders en nonnen die in de jaren vijftig enzestig het onderwijs verzorgden. De kwaliteit van hetonderwijs werd gemeten door de toelatingsexamens diekinderen moesten doen om in een vorm van voortgezetonderwijs terecht te komen. Het hoofd der school had klas6, vaak 6a, waar de beste leerlingen in terecht kwamen.Zijn taken en bevoegdheden waren klein: administratievehandelingen, hiërarchische leiding aan het personeel envertegenwoordiging naar de sociale omgeving. Vrouwenwaren niet vaak vertegenwoordigd, of het moesten nonnenzijn van de meisjesscholen, waar overigens ook mannenlesgaven. >1920 1958In het openbaar en protestants onderwijsgingen jongens en meisjes al samen naarschool. Het katholiek onderwijs volgdeomstreeks 1958. Co-educatie was hetsleutelwoord: scholen werden gemengdescholen. Leidinggevende taken werdenvoornamelijk na schooltijd uitgevoerd. Eenkleuterschool van twee klassen had ook eenhoofd: de hoofdleidster.Bron: gemeentearchief Rotterdam16
De eerste Jenaplanschoolwerd opgerichtvolgens de didactiek vanPeter Petersen. Daarmeewas het doorbreken vande ‘klassikale setting’een feit. De in rijen opgesteldezitbankjes werdenvervangen door tafeltjesdie ook in groepen kondenworden opgesteld. De hoofdonderwijzerwerkte mee aan dit soort vernieuwingen.Zijn opleiding was die van de Kweekschoolmet Hoofdakte (71 A en B, 41 A en B). Omdatde kweekscholen in de jaren zestig vrijerwerden, dachten leerkrachten – en daarmeetoekomstige ‘bovenmeesters’ – meer na overhoe zij het onderwijs konden verbeteren.Op grote scholen werd tijd en ruimte vrijgemaaktvoor de hoofdonderwijzer om zijnspecifieke taken uit te voeren, maar hij bleeftoch ook voor de klas staan.‘De Hos maakt leraren vogelvrij’, kopte het week bladvan het Nederlands Genootschap van Leraren (NLG)in die dagen en noemde de Hos-nota ‘een notatégen leraren’. De nota bevatte bezuinigingsmaatregelen,zoals groepsgrootteverhoging in het basisonderwijsen salariskorting voor nieuwe leerkrachtenen nieuwe directeuren. Zevenduizend ontslagenenvolgden. Er ontstond onrust onder het personeel enonder de hoofden der scholen die al bezig warenmet voorbereidingen op de nieuwe Wet op het basisonderwijs(WBO, zie 1985).Met het oog op de WBO moest bepaald worden wiede nieuwe directeur van de samengevoegde basisschoolzou worden, waarbij de hoofdleidster meestalhet onderspit delfde. Veel hoofden van scholengingen in deze tijd met de DOP, met vervroegd pensioen,of werden in afwachting van hun pensioenweer leerkracht.1963 1968 1970 1984 1985 >De in 1968 aangenomen Mammoetwetis gericht op het voortgezetonderwijs, maar een groot gevolgvoor het po was dat het hoofd vande school, vaak ook de leerkrachtvan klas 6, een extra taak kreegom leerlingen voor te bereiden ophet voortgezet onderwijs. Hij legdeonder andere de systematiek uit (lbo, Tot 1970 was de pedagogischemavo, havo, vwo) en moest vragen opleiding verdeeld in de ‘Aktekunnen beantwoorden van middelbarescholen over het niveau van de Leerkrachten en toekomstigeleerkracht’ en de ‘Hoofdakte’.basisschoolleerlingen. schoolleiders kregen daarna eenongedeelde opleiding. Niet meerop de kweekschool, maar op dePedagogische Academie (PA). Dehoofdakte bestond niet meer.Onderwijsvernieuwingen, zoalsbijvoorbeeld het vak wereldoriëntatie,zetten door.De Wet op het basisonderwijs(WBO) hief in 1985 het onderscheidtussen het kleuteronderwijs en hetlager onderwijs (klassen werdengroepen) op en stelde de kerndoelenvast. De term ‘directeur van een basisschool’werd een feit, en veel hoofdenvan kleuterscholen werden adjunctdirecteur.Er ontstond meer ruimteen tijd voor het leidinggeven; ook dekleine scholen kregen taakrealisatie.De opleiding werd de PedagogischeAcademie Basisonderwijs (pabo).kader primair september <strong>2008</strong>17
CirculairesEind jaren zestig, toen de grote socialeomwentelingen begonnen, kreeg de overheid steeds meergrip op het onderwijs. Het was de tijd van de circulaires.Eerst nog als afzonderlijk verstuurde voorschriften, laterwerden ze gebundeld in de beruchte Gele katernen. Hetwas ook de tijd van de ochtend- en middagpost. Een veelgehoorde klacht was dat de middagpost de ochtendpostherriep. Zoetermeer, waar toen het ministerie vanOnderwijs was gevestigd, bestuurde vanaf halverwegejaren zeventig tot begin jaren negentig op hoofdlijnen hetNederlands onderwijs. Het hoofd der school gaf leidingaan het door het ministerie gedicteerde beleid. >De Inspecteur had nog een belangrijke rol. Hij besloot ofmethodieken mochten worden vervangen, bepaalde ofhet gebouw mocht worden aangepast en bemoeide zich inhoge mate met het onderwijs, waarbij het geven van aanwijzigen,adviezen en controle voortdurend door elkaarheen liepen. De schoolleider hield zich vooral bezig methet team, de goede gang van zaken en het curriculum.Prachtige schoolplannen werden elk jaar geschreven, vaakzonder directe relatie met de werkelijkheid. Maar ja, deInspecteur stond erop.DecentraliseringHalverwege de jaren tachtig kwamde overheid tot de conclusie dat de centrale aansturingvan de sectoren onderwijs en gezondheidzorg haargrenzen had bereikt. Decentralisering en dereguleringwerden de modewoorden. Dat ging langzaam. Deschoolleider merkte voor het eerst grote veranderingtoen het Formatie Budget Systeem (1992) werd ingevoerd.Daarmee wijzigde ook zijn positie. Stap voor stap werdentaken en rollen overgedragen van het centrale niveau naarde schoolbesturen en van hen naar de directeuren, zoalsschoolleiders bij de samenvoeging van kleuterschool enlagere school in 1985 gingen heten.Halverwege de jaren negentig werd de AVS opgericht,als antwoord op de toenemende werkdruk die niet werdvertaald in salaris, tijd en middelen. Kwaliteit en professionaliseringwerden de nieuwe toverwoorden. Schaalvergrotingmoest de kosten drukken. Het project ‘Toerustingen bereikbaarheid’ (1992-1995) sloot meer dan duizendscholen. Bestuurlijke samenwerking en besturenfusieswaren aan de orde van de dag, een proces dat nog steedsvoort duurt. Voor de schooldirecteur heeft dit grote gevolgengehad. Het bovenschools management dreigt dezegroep schoolleiders nu in de rol van alleen onderwijskundigleider te drukken. Een riskante ontwikkeling, omdatdaarmee het ondernemerschap als basis bij de directeurwordt weggehaald. De grote po-besturen zouden bovendienmoeten leren van de lessen uit de jaren zeventig entachtig. Anders ontstaan er nieuwe ‘Zoetermeren’, met alleongewenste gevolgen van dien. _‘Breng de voorzieningen naar het kind in plaats vanhet kind naar de voorzieningen’, luidde het mottovan de toenmalige staatssecretaris van OnderwijsJacques Wallage. De meeste basisscholen begonneneen vernieuwingsproces in de richting van zorgverbreding(WSNS), omdat de kosten voor speciaalonderwijs de pan uit rezen. Daardoor ontstondennieuwe taken in de basisschool, zoals die van internebegeleiders (ib’ers). De directeur moest dit procesbegeleiden en besteeddezorgtaken op school uit aande ib’er. Een aantal leerlingenmet zorg gingen nietmeer naar de Lomschool ofMLK-school, maar bleven opde basisschool. Begin jarennegentig ontstond ook hetspeciaal basisonderwijs(sbo).1991 1992 1995Start van schoolleideropleidingen,vooral voorzittende directeuren die hunkennis en vaardigheden willenvergroten.Oprichting van de AVS als vakbondvoor schoolleiders in hetpo, met de eerste uitgaven van<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>. In 1996 vindthet eerste AVS-congres plaats,‘Management voor zorg, zorgvoor management’.<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> nr. 1, 199518
thema _ wie thema thema is de _ _ schoolleider?_ duurzaamheidde Hoofdonderwijzer is nu boekhouder houdt boeken en veegt de hoekenverdraagt kinderen, die hem hinderen, maar netBron: Leo op www.beteronderwijsnederland.nlIn 1998 maakte de Wet op het basisonderwijsplaats voor de Wet op hetprimair onderwijs (WPO), waarzowel het vroegere basisonderwijsals het speciaal onderwijs ondervallen. Reguliere basisscholen enspeciale basisscholen zijn meer gaansamenwerken en maken gebruik vanelkaars ervaring en expertise.De directeur opereert sinds 1998als integraal manager. Dat betekentdat hij eindverantwoordelijk is voorbeleidsvoorbereiding en -uitvoeringen de dagelijkse gang van zakencoördineert.De Wet op de expertisecentra (WEC) werdna negen jaar van voorbereiding op 1 augustus2003 van kracht. Voor directeuren in hetspeciaal onderwijs een grote verandering metde indicatiestelling en de leerlinggebondenfinanciering als nieuwe fenomenen.Het doel van klassenverkleining (overheidsmaatregel)was te komen tot onderwijs op maat:omgaan met verschillen tussen leerlingen. De groepsgrootteging naar 24 leerlingen per leerkracht.De directeur kreeg met deze klassenverkleiningook mogelijkheden om creatiever en naar deideeën uit het schoolplan te werken, door bijvoorbeeldklasdoorbreking of les op niveau.Minister Plasterk komt methet actieplan Leerkracht vanNederland, waarin onder anderesprake is van een salarisverhogingvoor schoolleiders, op aandringenvan de AVS.Vanaf 2011 krijgen alle regulierebasisscholen een algemenezorgplicht, wat moet leiden totPassend onderwijs. De rol vande directeur zal bindend zijn:extern werven, intern stimulerenen de talenten van kinderen enpersoneel benutten.1998 2000 2001 2002 2003 2006 <strong>2008</strong>2011In de dan geldendecao werden afsprakengemaakt voor extra geldom de salarissen op tehogen. Ook kwamener nieuwe schalenvoor directeuren, deDA, DB en DC schalen,waardoor een officiëlefunctie ontstaat.Directeuren kregenin plaats van negen, 17 uur per weekambulante tijd (taakrealisatie). Dit goldook voor de directeur van de kleine school.Deze kreeg meer tijd om administratievewerkzaamheden te verrichten.Oprichting van de Nederlandse Schoolleideracademie(NSA) door AVS en PCSO. Voor schooldirecteurenbetekent dit erkenning van hunberoep en mogelijkheden om zich op basis vancompetenties te laten registreren.Een cruciaal jaar met de invoering vanlumpsum, de nieuwe school tijdenregelingen de Wet BIO. Al deze maatregelen hebbenvergaande consequenties voor het werk en deverantwoordelijkheid van de schoolleider. Die kreegmeer ruimte om geld te besteden, meer ruimte inde rechtspositie van de school en meer ruimte omde schooltijden in te delen. Hoe de schoolleiderdeze ruimte het beste kan invullen, is voor nu en detoekomst een uitdaging.Bron: www.sxc.hukader primair september <strong>2008</strong>19
thema _ wie is de schoolleider?Wateen vak!‘Ik zie het teamals een klas grotekinderen’Pieter van der Werf (1954), directeur van twee kleine scholenin Friesland: It Twaspan (80 leerlingen) in Wijnjewoude en ItFoarwurk (40 leerlingen) in Siegerswoude.Waarom bent u schoolleider geworden?“Het omgaan met mensen, daar leiding aan geven – dattrok me. Ik zie het team als een klas grote kinderen. Jemoet je collega’s uitdagen door te spiegelen. Je helpt ze omverder te komen door ze te confronteren met zichzelf, netals een klas. Het is belangrijk dat iedereen plezier houdtin z’n werk en zich verder ontwikkelt. Ik wist al jong datik iets voor anderen wilde betekenen. Ik heb in m’n eigenleven namelijk gemerkt wat het met je doet als dat níetgebeurt. Ik ben dyslectisch en dat is vroeger op schoolgewoon genegeerd. De houding was: jij kunt het niet. Daarheb ik een heel sterke drive aan overgehouden om mensentot hun recht te laten komen.”Besteedt u uw tijd zoals u zou willen?“Er gaat veel tijd zitten in verantwoording: naar ouders,naar ons bestuur, naar de Inspectie. We konden een extrabijdrage krijgen van de provincie, heel fijn, maar de aanvraagdaarvan kost ook weer veel energie. Verder ben ikveel tijd kwijt aan conciërgeachtige taken: containers aande weg zetten, oud papier bij elkaar zoeken. Die tijd zouik veel liever in de klassen doorbrengen om mensen tecoachen.”Pieter van der Werf: “Je helpt collega’s door ze te confronteren metzichzelf, net als een klas.”Voelt u verbondenheid met andere schoolleiders?“Absoluut. Wij hebben regelmatig overleg, zowel formeelals informeel. We delen onze expertise met elkaar en ontwikkelenin werkgroepen nieuwe plannen. Ik ben nogaleen ‘parapludenker’, ik zie graag de verbanden. Dat komtin zo’n bovenschools netwerk tot z’n recht.”Hoe ziet het vak er over twintig jaar uit?“Er zullen in een hoger tempo zaken veranderen en daardoorwordt de taak alleen maar complexer. Daar heb jeschoolleiders voor nodig die ontwikkelingsgericht zijn,stressbestendig en kunnen meebewegen.” _20
Directeuren genieten ervan om het beste uit hun team te halen en de eigen organisatie testimuleren tot optimale prestaties. Alleen jammer dat het papierwerk zoveel tijd opslokt…Vier heel verschillende collega’s over hun bijzondere beroep.tekst Marijke Nijboer‘Beheersmatigezaken laat ik somsmaar even liggen’Cindy Hamers-van Erp (1974) is locatiedirecteur in LeidscheRijn van sbo Sint Maarten.Besteedt u uw tijd zoals u zou willen?“Ik zou vaker de klas in willen om te coachen en met decollega’s om de tafel zitten. Toch gaat m’n meeste tijd naaronderwijs en personeel. Beheersmatige zaken laat ik somsmaar even liggen. Ik stop veel tijd in kwaliteitsverbetering.De kans is groot dat er te weinig wordt verlangd vankinderen in het speciaal basisonderwijs. Daar moeten weheel alert op blijven.”Wie is uw inspiratie bij het invullen van uw taak?“Ik hoor regelmatig iemand iets zeggen waarvan ik denk:als ik dát eens in het onderwijs zou kunnen inbouwen…Laatst was ik bijvoorbeeld bij de opening van een muziekgebouw.Toen zei een spreker: ‘Veel mensen vinden modernemuziek niet om aan te horen. Maar zo dadelijk wordthier moderne muziek gespeeld. Probeer het te herkennenen te erkennen.’ Toen dacht ik: dat is wat we met kinderenook moeten doen. Zoiets inspireert mij en daar kan ik danweer mee verder.”Waarom bent u schoolleider geworden?“Ik heb les gegeven op muziekscholen en privé muzieklesgegeven. Na een periode in het buitenland, waar ik in hetvolwassenenonderwijs heb gewerkt, heb ik besloten hetbasisonderwijs in te gaan. Ik wilde kinderen in bredereCindy Hamers-Van Erp: “Wat hebben de kinderen, het personeelen de ouders nodig? Dat is wat ik me voortdurend afvraag.”zin klaarstomen voor de maatschappij en ouders ondersteunenin de opvoeding. Ik startte vijf jaar geleden als zijinstromer.Daarna werd ik nieuwsgierig naar wat er nogmeer mogelijk was. Eerst werd ik ib’er, maar ik wilde nógbreder werken. Wat hebben de kinderen, het personeel ende ouders nodig? Dat is wat ik me voortdurend afvraagen dit is de plek waar ik moest zitten. Het is vanzelf zogegroeid.”Hoe ziet het vak er over twintig jaar uit?“Ik denk dat we in de toekomst het nieuwe leren gaan bijbuigennaar wat een kind écht nodig heeft. De verwachtingendie aan kinderen worden gesteld zullen denk ik welomhoog gaan, maar tegelijkertijd meer worden afgestemdop het individu.” _ >kader primair september <strong>2008</strong>21
‘Ik voel eenmaatschappelijkeopdracht’Bert Pasman (1951) is bovenschools directeur van StichtingDe Korre (5 cluster 3-scholen voor zeer moeilijk lerendekinderen, langdurig zieke kinderen, mytyl, tyltyl en een dienstambulante begeleiding) in ’s-Heer Arendskerke.Wat zijn de voor- en nadelen van dit vak?“Het is heel leuk om vanuit een leidinggevende positiebezig te zijn met je ideeën over onderwijs. Je kunt invloeduitoefenen op hoe de dingen er uit komen te zien, samenmet anderen. Minder leuk is alle administratie en rompslomp.Wij moeten voor elke rugzakleerling de indicatie,registratie, controle en administratie doen en ook individueelverantwoording afleggen.”Waarom bent u schoolleider geworden?“Ik zat in het mlk-onderwijs, waar de kwaliteit impulsennodig had. Er was nauwelijks een methode. Als verantwoordelijkevoor een afdeling kon ik de ruimte nemen voor initiatieven.’s Avonds zaten mijn collega’s en ik leerlijnen teontwikkelen en materialen te maken. Daarna ontstond dewens om nog gerichter de kwaliteit te verbeteren van m’neigen organisatie. Dat kan vanuit mijn huidige functie.”Besteedt u uw tijd zoals u zou willen?“Mijn meeste tijd gaat zitten in managementoverleg,beleidsvoorbereiding en evaluatie, werkbesprekingenmet mijn schooldirecteuren en overleg over PassendOnderwijs, zowel binnen Zeeland als landelijk. Ik denkBert Pasman: “Ik droom ervan dat kinderen ontdekken wat ze kunnenen willen, en een toekomstperspectief krijgen.”dat kwaliteitsverbetering binnen het speciaal onderwijssteeds belangrijker zal worden en wil me vooral daar oprichten. Allereerst binnen mijn stichting, maar ik voel opdit punt ook een ruimere maatschappelijke opdracht. Ikben geneigd om te weinig tijd te plannen om dingen uit tewerken, maar het lukt redelijk.”Hoe ziet het vak er over twintig jaar uit?“Het vak zal niet wezenlijk veranderen: het blijft nodig omonze expertise optimaal in te zetten en de gezamenlijkevisie steeds te actualiseren.”Wie is uw inspiratie bij het invullen van uw taak?“Mijn allereerste baas, schoolhoofd in Zaandam. Hij straaldeeen goed, warm gevoel uit en had echt aandacht voorkinderen en personeel. Hij hield met ons leerlingbesprekingenen vergaderingen over de voortgang van het onderwijs,wat begin jaren zeventig heel vernieuwend was.” _uw mening telt _ peilingAfgelopen zomer heeft u via het AVS Scholenportaal kunnen13%oneens29%deels eens58%eensreageren op de stelling:Ik voel me erg verwant en heb veelcontact met collega-schoolleiders,van locatieleider tot bovenschoolsmanager.De reacties zijn (ingekorte) weergaven,ingezonden via de website.Dick Tolsma, directeur van bs Pax Christiin Overdinkel: “Eens. Ik ervaar dat hetbelangrijk is dat je aanspreekbaar bentvoor alle geledingen die met je school temaken hebben en dat je daarbij betrokkenzorg en doelgerichtheid toont. Vanuitintrinsieke motivatie voor ons vak ben ikgraag bereid tot informatie-uitwisselingen visiedeling met collega’s, bijvoorbeeldin intervisiegroepen of netwerken, zodathet vak van schoolleider daadwerkelijk enpositief gepromoot wordt.”Pauline van der Zwet-Kortekaas vanKBS De Ark en De Ark van Noach: “Eens.Iedereen heeft zo zijn eigen kwaliteiten.22
thema _ wie thema thema is de _ _ schoolleider?_ duurzaamheid‘Nog meer nadrukop managementkwaliteiten’Anneke Parent (1959) is een ‘baas van buiten’. Ze is directeurvan obs De Muze in Nijmegen en was voorheen docent enmanager in het hoger onderwijs en manager in de zorg.Waarom bent u schoolleider geworden?“Dat heeft te maken met mijn eigen, nog sterke herinneringenaan de basisschool. Dat is een heel belangrijkeperiode in het leven van kinderen. Je krijgt de kans omhen veel mee te geven en als schoolleider kan je daarinmeer sturen.”Klopte het beeld dat u van tevoren had van deze functie?“Ik dacht dat ik veel tijd zou besteden aan het coachen vanhet team en contacten met ouders. Ik heb me onvoldoendegerealiseerd dat ik zó zou worden overspoeld door 1.001marginale dingen. Alleen al de enorme stapels post…”Hoe ziet het vak er over twintig jaar uit?“Er wordt nu veel bij het onderwijs gelegd. Ik denk datdaar een kentering in komt en dat we back to basic gaan.Doordat de samenleving steeds complexer wordt, zal ookde functie van schoolleider complexer worden. Ik denk dater nog meer nadruk komt op managementkwaliteiten inplaats van onderwijsinhoudelijke ervaring.”Voelt u verbondenheid met andere schoolleiders?“Ik moet nog veel mensen beter leren kennen, maarmet de collega die tegelijk met mij van buiten hetAnneke Parent: “We gaan denk ik back to basic.”basisonderwijs binnenkwam, heb ik veel contact. Wij zijngeneigd snel te relativeren. Tijdens een interne verhuizingwilde mijn team bijvoorbeeld samen met ouders zwaremeubels naar andere verdiepingen tillen. Ik vind dat tegek voor woorden. Mensen werken zich een slag in derondte en dan moeten ze ook nog eens hun rug gaan breken?We willen het onderwijs toch zo graag professionaliseren?Ik heb meteen gezegd: we huren een verhuisbedrijfin.”Wie is uw inspiratie bij het invullen van uw taak?“Mijn vader. Hij was conrector op mijn middelbare school.Hij zag hoe kinderen in hun vel zaten en speelde daar opin. Hij nodigde ouders uit als hij vond dat het niet goedging met een kind. En hij kon iemand gelijk geven en zeggendat hij het verkeerd had gezien.” _Het is verstandig om daarvan gebruik temaken. Netwerken, in welke functie menook heeft, vind ik dan ook erg belangrijk.”René Peeters, algemeen directeur Stichtingvoor openbaar onderwijs Amsterdam(AWBR): “Vanzelfsprekend voel je jeverwant met je beroepsgenoten. Diecollega’s, maar ook je direct leidinggevendeof werknemers, kunnen veel vanelkaar leren. Als het goed is kunnenzij je ook het best op positieve manierbekritiseren, volgens het principe van decritical friend. Ik vind overigens dat hetgemiddelde niveau van de school leidersdie ik ken de laatste tien jaar aanzienlijkverbeterd is door schoolleiders- enmasteropleidingen. Maar... we zijn er nogniet. Overigens kunnen (na een zorgvuldigeselectieprocedure) ook zij-instromendedirecteuren van buiten het onderwijsverfrissend zijn voor de organisatie.”Henk van Oorschot van Stichting SKOPOSuit Schijndel: “Eens. Verwantschap isbelangrijke cultuurdrager en het contactis een belangrijke bron van kennis en eenbouwsteen voor goede kwaliteit.”Maeyke Wiggers-de Ree van deValkenheuvel in Driebergen: “Eens. Ikben werkzaam binnen Het Sticht. Dit iseen scholenbestuur met acht scholen. Ditervaar ik als zeer waardevol en leerzaam.”Roel Teunissen van sbo De Poort inWaalwijk: “Blijvend ontmoeten = blijvendvernieuwen = blijvend leren!”Nieuwe peilingDe nieuwe stelling waarop u via het AVSScholenportaal kunt reageren luidt:Ik kan niet functioneren zondermijn bestuur.Ga snel naar www.avs.nl en geefuw mening! _kader primair september <strong>2008</strong>23
advertentieadvertentie24
zo kan het ook _ good practiceScholen voor primair onderwijs lopen vaak tegen min of meerdezelfde problemen – of kansen – aan. De aanpak kan bijzonderzijn en voor meerdere scholen nuttig. Zes basisscholen inRotterdam hebben sinds enige tijd een schoolmate in dienst,die de drukke directies werk uit handen neemt. tekst Ans Aertseen maatje voorde directeurDirecteur Anno van Assendelft (links) vanbrede school De Kleine Wereld samen metschoolmate Lejo Bexkens.Het initiatief voor de schoolmates is afkomstigvan woningcorporatie Woonbron.Deze beheert onder meer veel woningenin Rotterdamse achterstandswijken enwilde de positie van de scholen in de wijkverstevigen. Schoolmates kunnen daar eenbijdrage aan leveren door verbindingen teleggen binnen de wijk. Bovendien kunnenze de schooldirecties ondersteunen. De zesschoolmates zijn voor een periode van vierjaar beschikbaar voor de scholen. De kostenworden gedeeld door Woonbron en degemeente Rotterdam, die het initiatief vanharte toejuichte.Anno van Assendelft is directeur van bredeschool De Kleine Wereld in de deelgemeenteKralingen-Crooswijk. De school heefttwee locaties en een tweehoofdige directie.Sinds 1 maart <strong>2008</strong> heeft De Kleine Wereldeen schoolmate. Op de school bestondenplannen om een dagarrangement in tevoeren. Daarmee gaan de kinderen zesuur langer naar school, verdeeld over deweek. De extra onderwijstijd wordt enerzijdsbesteedt aan het kerncurriculum enanderzijds aan activiteiten die bijvoorbeeldbetrekking hebben op het ontdekken vantalenten, beweging en gezonde voeding.Van Assendelft: “De plannen voor hetdagarrangement verkeerden nog in deverkennende fase toen we een schoolmatekregen. Hij ging zich bezighouden met devoorbereidingen op het dagarrangement enmet alle andere zaken die betrekking hebbenop de brede school.”Dit schooljaar start De Kleine Wereld alvastop één locatie met het dagarrangement.Dat zou er ook wel gekomen zijn als deschool geen schoolmate had gekregen,stelt Van Assendelft. “Maar dan waren wetoch veel minder goed voorbereid van startgegaan. Onze schoolmate is fulltime indienst en daarmee kunnen wij het dagarrangementvanaf het begin goed op potenzetten.” Schoolmate Lejo Bexkens kendeDe Kleine Wereld al, omdat hij er vroegerheeft gewerkt. En voordat hij schoolmatewerd, was hij ruim vier jaar adjunct-directeurop een school voor speciaal basisonderwijs.“Ik was me aan het oriënteren opeen andere functie, toen dit op mijn padkwam. Voor mij was het een uitdaging omhet dagarrangement vanaf de grond af opte bouwen.” Bexkens zei zijn baan bij zijnvorige werkgever op en is nu voor vier jaargedetacheerd vanuit het Werkgeversinstituut(WGI) in Rotterdam.Het zou mooi zijn als meer scholen eenschoolmate zouden hebben, vinden VanAssendelft en Bexkens. Van Assendelft:“Als school in een achterstandswijk hebbenwe vaak te maken met specifieke problemen,die veel tijd en aandacht vragen.Wij zijn dan ook blij met de taakverlichtingdie met de komst van de schoolmate isbereikt.” Directeur en schoolmate hebbenregelmatig overleg, stemmen dingen goedop elkaar af en houden elkaar op de hoogtevan de ontwikkelingen. Bexkens vult aan:“In mijn vorige functie heb ik ervaren datje als directie altijd tijd tekort komt. Bijhet organiseren van zo’n dagarrangementkomt veel kijken, zoals contacten leggenen onderhouden met externe partijen enoverleg voeren in de wijk. Dat kost tijd endaar beschik ik als schoolmate over. Ik kanme echt concentreren op mijn eigen, afgebakendetaak, waarbij ik niet afgeleid worddoor allerlei andere dingen die op schoolmoeten gebeuren.” _Ook een creatieve aanpak op uw school?Mail naar communicatie@avs.nl o.v.v.‘Zo kan het ook’.kader primair september <strong>2008</strong>25
advertentieadvertentie26
eindverantwoordelijk managementpassend onderwijs:goed idee, foute werkwijzetekst Jos HagensHet onderwijs kent een lange historievan impulsen om het onderwijs teveranderen en daarmee verbeteren.Klassiek is de voorheen niet altijdsuccesvol gebleken ‘aanpak vanbovenaf’, die op veel weerstandstuitte vanuit het veld. Nu de centraleoverheid bij Passend onderwijsnadrukkelijk kiest voor eenontwikkelingsgerichte aanpak vanonderop, lijkt het veld er zelf (weer)een klassieke aanpak van te maken,zij het op kleinere schaal.De klassieke aanpak daarvoor is die van desysteembrede verandering. Kenmerkenddaarvoor zijn de principes ‘van-boven-naarbeneden’en ‘van-buiten-naar-binnen’. Centraalworden beleidsdoelen geformuleerd(Wat willen we?), uitgewerkt (Hoe ziet dater uit?), een plan geschreven (Hoe realiserenwe dat?) en een projectorganisatieopgericht (Zo gaan we dat doen). Sleutelwoordenzijn bijna altijd: implementeren,draagvlak en omgaan met weerstanden.Deze aanpak leidt er vaak toe dat een wenselijken veelbelovend beleidsinitiatief leidttot een hoop gedoe, veel overleg en nieuwestructuren. Maar meestal niet tot verbeteringenvan het onderwijs, in de vorm vanbetere leerresultaten van leerlingen.Niet opgepakt Passend onderwijs isook (weer) zo’n veelbelovend initiatief.Wie kan er iets tegen het idee – voor elkeleerling een passend onderwijsaanbod –hebben? De aanpak wordt als vernieuwendgepresenteerd: geen wet- en regelgevingdie achter een beleidstafel is ontwikkeld,geen uitgebreide projectorganisatieom het nieuwe beleid te implementerenen te ondersteunen. Passend onderwijswordt ontwikkeld in een lerende aanpakvan onderop. De uitgesproken visie is datPassend onderwijs alleen door de onderwijsgevendegerealiseerd kan worden.Maar dat blijft bij een uitgesproken visie.Beleidsingang zijn de besturen voorbasis- en voortgezet onderwijs die viaeen zorgplichtbepaling (vanaf 2011 wettelijkvastgelegd) regionaal moeten gaansamenwerken. Initiatiefnemers worden decoördinatoren van de samenwerkingsverbandenvoortgezet onderwijs, omdat deschaal van een samenwerkingsverband voeen geschikt vertrekpunt zou zijn voor deregionale uitwerking van Passend onderwijs.Na enkele jaren op weg te zijn met deontwikkeling van Passend onderwijs lijkthet erop dat de kansen van een lerendeaanpak van onderop niet opgepakt worden.In veel regio’s komen soms bestuurders,maar meestal bovenschools managersen coördinatoren, met grote regelmaatbij elkaar om vorm te geven aan Passendonderwijs. Tot nu toe gaan veel – zo niet demeeste – van die verkenningen over vragendie verband houden met bestuurlijkevraagstukken en met de voorwaarden omsubsidie aan te vragen. Meestal ontbrekende belangrijkste spelers: de klant (leerlingenen ouders) en de leverancier (deonderwijsgevende).Paradox Nu in een aantal regio’s de contourenvan het stelsel van afspraken zichtbaarwordt, beginnen implementatievragenboven te drijven. Het gaat dan vooral omde vraag: Moeten we leidinggevenden vanscholen en hun teams niet eens gaan informerenover wat we aan het ontwikkelenzijn? Daarmee wordt een merkwaardigeparadox zichtbaar: het professioneleonderwijsveld heeft zich in toenemendemate verzet tegen de klassieke aanpak vanonderwijsverandering. Nu de centrale overheidnadrukkelijk – maar met de nodigepolitieke moeite – kiest voor een ontwikkelingsgerichteaanpak van onderop, maakthet veld er zelf een klassieke aanpak van,zij het op een kleinere schaal. De ontwikkelingvan Passend onderwijs kent nu eenregionale, klassieke veranderingsaanpak:iets bedenken en dat implementeren. Dusweer ‘van-boven-naar-beneden’ en ‘vanbuiten-naar-binnen’.Of de uitkomst vandeze ingenieursaanpak op kleinere schaalanders is dan die van voorheen op nationaleschaal, valt zeer te betwijfelen.i n d e o n t w i k k e l i n g v a n pa s s e n donderwijs lijkt het erop dat de kansenvan een lerende aanpak van onderopniet opgepakt worden.Gelukkig zijn er ook scholen die er nadrukkelijkvoor kiezen om wel degelijk vanonderop te werken. Ze beginnen met zichde vraag te stellen wat Passend onderwijskan betekenen voor leerkrachten en welkeondersteuning en toerusting daarvoornodig is. De groeiende belangstelling voorde AVS-simulatie ‘Kind op de Gang! ® ’, diehet gesprek hierover met leerkrachten kaninitiëren en ondersteunen, wijst daar op.Het kan dus wel degelijk anders! _Jos Hagens (j.hagens@avs.nl)is senior adviseur bij de AVSop het gebied van Onderwijs& Leerlingzorg.Meer informatie over Kind op de Gang! ® :Heike Sieber, h.sieber@avs.nlkader primair september <strong>2008</strong>27
advertentieadvertentieadvertentie28
speciaal (basis)onderwijsgroei speciaal onderwijsverklaard en genuanceerdtekst Heike SieberBegin juli werd door het CentraalBureau voor de Statistiek (CBS)de 2e kwartaalrapportage <strong>2008</strong>van de Landelijke Jeugdmonitorbekendgemaakt. Daaruit blijktdat het aantal leerlingen dat in2007/<strong>2008</strong> op een speciale schoolzat bijna is verdubbeld ten opzichtevan schooljaar 1995/1996. De factsand figures geven een niet mis teverstaan beeld van het onderwijs inNederland, maar de ongenuanceerdeen te beknopte weergave van de feitenin de media verdient een verklarendetoevoeging.In het schooljaar 2007-<strong>2008</strong> gingen volgensde cijfers van het CBS 110.000 jongerennaar een vorm van speciaal onderwijs,ofwel 2 procent van alle jongeren onder de25 jaar. Van hen zaten er bijna 65 duizendop een speciale school.Verschuiving Er is bovenal sprake vaneen verschuiving: het aantal leerlingen inhet speciaal basisonderwijs (sbo) is in deafgelopen jaren namelijk met 13 procentafgenomen. Terwijl de cijfers van het CBSaangeven dat het aantal leerlingen op(voortgezette) speciale scholen (so en vso)juist toenam. Deze verschuiving is tot standgekomen door twee beleidslijnen:• Met de invoering van het WSNS-beleid(1991) werd geprobeerd zoveel mogelijkpassende zorg te bieden op de regulierebasisschool. Hoewel het zorgaanbod inhet reguliere basisonderwijs groter wordt,blijft voor een aantal leerlingen het sbogeschikter (kleinere groepen en meer kennisover leer- en gedragsproblemen);• Met de invoering van de leerlinggebondenfinanciering (rugzakje) werd verwachtdat het aantal leerlingen met een indicatievoor een speciale school gelijk zou blijven34,4%Basisonderwijs: totaal: 36,4 duizend1,3%19,3%44,8%53,6%Cluster 1 Cluster 2 Cluster 3 Cluster 4en dat een deel daarvan naar het reguliereonderwijs zou gaan, maar dat bleek niethet geval. Het aantal leerlingen met eenrugzakje nam weliswaar toe, maar ook hetleerlingenaantal op speciale scholen steeg,met name in het vso (stijging van 38 procentsinds 2004). Op de scholen voor so issprake van een stijging van 9 procent.Cluster 4 Sinds de onderverdeling vande speciale scholen in clusters (2003), namzowel in het so als in het vso vooral hetaantal kinderen in cluster 4 toe. De groeivan het cluster 4-onderwijs (onder anderezeer moeilijk opvoedbare kinderen) heeftte maken met een aantal factoren. Volgensde Landelijke Commissie Toezicht en Indicatiestelling(LCTI) zijn de belangrijkstefactoren ‘het drempelverlagend effect vande leerlinggebonden financiering, de toenamevan de diagnostische kennis omtrentgedragsproblemen en maatschappelijkeverschuivingen’ (De Graaf & Van Rijswijk,2006). Deze factoren staan niet los vanelkaar, maar hebben een wisselwerking.Maatschappelijke verschuivingen, zoalsveranderende opvoedingspatronen en deveranderende rol van het gezin, kunnenleiden tot een toename van ongewenstgedrag. Door meer diagnostische kenniskunnen gedragsproblemen sneller envaker onderkend worden. Dit leidt ertoe datvaker wordt verwezen naar een geschikteonderwijsomgeving, zoals het clusterVoortgezet onderwijs: totaal: 28,2 duizend0,9%7,4%38,0%4-onderwijs. Door de invoering van de leerlinggebondenfinanciering kunnen oudersook vaker een beroep doen op de zorg inhet cluster 4-onderwijs.Een voor de hand liggend probleem door degroei van het cluster 4-onderwijs is dat hetaantal geïndiceerde leerlingen de capaciteitvan de speciale scholen endie van de beschikbare ambulante begeleidersvanuit cluster 4 overtreft. Daarbij leidende kosten van de groei van het cluster4-onderwijs tot financieringsproblemen bijde overheid. De komende jaren is het nodigom deze groei het hoofd te bieden. In eeneerder artikel in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> 5 (februari<strong>2008</strong>, pag. 34)* zijn hiervoor aanbevelingengedaan op basis van het rapport ‘Toenamevan leerlingen met gedragsproblemenin het primair en voortgezet onderwijs.Een Nederlands – Vlaamse vergelijking’.* _* Zie respectievelijk www.avs.nl/nieuwsenagenda/kaderprimair/2007<strong>2008</strong> enwww.avs.nl/werkgeverszaken/onderwijsenleerlingzorg/speciaalonderwijs.Meer informatie: www.cbs.nl enhttp://jeugdmonitor.cbs.nlJongeren (0 tot 25jaar) op specialescholen naar clusters,2007/<strong>2008</strong>. Bron:CBS, Onderwijsstatistieken.Heike Sieber (h.sieber@avs.nl) isadviseur bij de AVS op het gebiedvan Onderwijs & Leerlingzorg.kader primair september <strong>2008</strong>29
dubbelinterview“De problematiek van leidinggeven in het vo is niet zoveel anders als in het po.”, stelt Ton Duif. Foto: Hans Roggen‘Niet langerzelf knokken’schoolleiders voortgezet onderwijs opnieuw bij avsVanaf dit schooljaar gaat de AVS ook – weer – schoolleiders uit het voortgezet onderwijsvertegenwoordigen. De vereniging keert daarmee terug naar de situatie van voor 1995.AVS voorzitter Ton Duif geeft uitleg over het hoe en waarom en krijgt daarbij weerwoord vanJan Gispen, de eerste voorzitter van de Vereniging voor het management in het VoortgezetOnderwijs (VVO).tekst Eva Prins30
Het idee om schoolleiders uit het voortgezet onderwijs (vo)opnieuw te gaan organiseren binnen de AVS, komt voortuit vragen uit het veld, vertelt Ton Duif. “In het primaironderwijs zijn wij redelijk succesvol als het gaat om primaireen secundaire arbeidsvoorwaarden. Zo hebben webijvoorbeeld aparte salarisschalen, salarisverhogingen enextra ondersteunend personeel voor elkaar gekregen. Vanschoolleiders uit het voortgezet onderwijs krijgen we vaakde vraag: waarom doen jullie dat niet ook voor ons?”AfsplitsingVoor het antwoord op die vraag moeten we een stukjeterug in de tijd. De oorspronkelijke AVS werd in 1973op gericht als vakorganisatie voor schoolleiders in het vo.Twintig jaar later kwamen daar de schoolleiders uit het primaironderwijs (po) bij. Daarna splitsten de schoolleidersin het vo zich af. In 1995 gingen zij verder onder de naamVVO. De VVO was echter geen vakbond, maar alleen eenberoepsvereniging. Bewust, zegt Jan Gispen, toentertijdeen van de founding fathers van de VVO. “De schoolleidersvoelden zich in de praktijk meer werkgever dan werknemer”,vertelt hij. “Dat was de reden voor de ‘afsplitsing.’”Het idee was dat de VVO als beroepsvereniging meerinvloed op het beleid zou kunnen hebben en geleidelijk dewerkgeversfunctie van de besturenorganisaties kon overnemen,vertelt Gispen. Een vakbond werd niet meer nodiggeacht. “Schoolleiders kunnen prima zelf hun salaris enarbeidsvoorwaarden uitonderhandelen met het bestuur.”Voor de juridische ondersteuning kwam er nog wel eenaparte organisatie: Stichting Support. Inmiddels is dezeopgeheven en is de VVO (sinds 2001 Schoolmanagers_VOgeheten) opgegaan in de VO-raad, de werkgeversorganisatievan de schoolbesturen in het vo.Bij de oprichting van de VVO in 1995 was afgesproken datde AVS niets meer zou doen aan belangenbehartiging voorschoolleiders in het vo. Maar met het opgaan – en dus feitelijkverdwijnen – van Schoolmanagers-VO in de VO-raad,is die afspraak niet langer van kracht. De AVS gaat nu indat gat springen, want daar is volgens Duif veel behoefteaan bij schoolleiders in het vo.Hybride persoonGispen betwijfelt dat laatste. Hij staat nog altijd achter deideëen die in 1995 ten grondslag lagen aan de ‘afsplitsing’:schoolleiders voelen zich meer werkgever dan werknemeren hebben geen vakbond nodig. Duif noemt de oprichtingin 1995 van de VVO echter ‘een fout’. “De schoolleideris een soort ‘hybride persoon’”, zegt hij. “Hij of zij voertwerkgeverstaken uit, maar is werknemer.” Volgens Duifhebben schoolleiders, in po en vo, daarom weldegelijk eenvakorganisatie nodig die hun belangen – collectief en individueel– behartigt. En dat geldt volgens hem zeker voorde grote groep in het middenmanagement: locatieleiders,sectorleiders, bouwcoördinatoren, et cetera. “Ik wil af vanhet ‘zelf knokken’. Als AVS willen wij hen adviseren enondersteunen.”Volgens Duif zijn de managers in het vo door het ontbrekenvan een eigen vakbond de afgelopen jaren benadeeld.“Ze zaten niet meer aan de cao-tafel, daardoor is over zeheen gelopen.” “Dat bestrijd ik”, reageert Gispen. “Ze doenhet al 13 jaar zonder en dat gaat prima. Er zijn bijvoorbeeldaparte salarisschalen gekomen en aan de bovenkantvan het functiebouwwerk is meer ruimte en meerdiffenrentiatiemogelijkheid.”Gispen is bovendien bang dat de AVS en de VO-Raad (en dePO-Raad in het primair onderwijs) door de overheid tegenelkaar zullen worden uitgespeeld. Wat hem betreft bouwtde AVS ook haar vakbondswerk voor schoolleiders in hetpo af en wordt ze uitsluitend hét ondersteunings- en scholingsinstituutvoor leidinggevenden in po en vo. “Als vakbondsta je tegenover de werkgevers (het bestuur). Ik vinddat je die tegenstelling op zou moeten heffen.”‘ v a n s c h o o l l e i d e r s u i t h e tvo o r t g e z e t o n d e r w i j s k r i j g e nwe vaak de vraag: waarom doenjullie dat niet ook voor ons?’Duif is het hier niet mee eens. Volgens hem valt metafspraken heel goed te voorkomen dat besturen en schoolleiderstegen elkaar zullen worden uitgespeeld. Hij vindthet ‘naïef’ om de belangenbehartiging van schoolleidersover te laten aan de besturen. “Als het over arbeidsvoorwaardengaat, staan we tegenover elkaar.”Gemeenschappelijk belangBeide mannen lopen al vele jaren mee in het onderwijsvelden kennen elkaar sinds 1994 toen ze beiden bestuurslidwaren van de AVS. Samen hebben ze het bestuur vande Stichting Support bemenst en ook internationaal hebbenze samengewerkt binnen de Europese vereniging vanschoolleiders (ESHA). Maar over bovenstaande blijven zehet met elkaar oneens.“De discussie gaat altijd weer om die werknemers-werkgeversrelatie”,verzucht Duif. Terwijl dat volgens hemhelemaal niet het meest relevant is. Het vakbondswerk ismaar ongeveer 20 procent van het werk van de AVS, schathij. “Voor de rest zijn we al vooral een beroepsvereniging,gericht op de professionalisering van onze leden en kwaliteitsverbeteringvan het onderwijs.” En als het om datlaatste gaat, hebben alle spelers in het veld – besturen,overheid, leerkrachten en schoolleiders – een gemeenschappelijkbelang, benadrukt de AVS voorzitter. “Datis de dagelijkse prioriteit. Daarin vullen we elkaar aanen werken we ook heel goed samen.” >kader primair september <strong>2008</strong>31
advertentieadvertentieadvertentie32
dubbelinterviewEen voorbeeld van zo’n gemeenschappelijk belang is hetdichten van de kloof tussen basisschool en middelbareschool. Die overstap is voor veel kinderen problematisch,weet Duif. Door de schoolleiders uit het vo de AVS binnente halen, hoopt hij de handen ineen te kunnen slaan om ditgat kleiner te maken. “Ik wil netwerken creëeren waaringood practices op een rijtje worden gezet en men aan oplossingenwerkt.” Gispen is het hier hartgrondig mee eens. Diesysteemscheiding tussen po en vo is onnatuurlijk, betoogthij. “We doen kinderen hier enorm mee tekort. Doorlopendelevens vragen om doorlopende leerlijnen.” Het is volgenshem de ‘morele verantwoordelijkheid’ van het onderwijsveldom die overgang voor leerlingen te vergemakkelijken.“Uitrecent onderzoek van het Cito blijkt dat het gros van deleerlingen na de basisschool eerst een terugval krijgt inschoolprestaties. Dat mogen we niet laten gebeuren.” Beidemannen zouden graag een stelselwijziging zien, maar –zeker na het rapport Dijsselbloem – zien ze dat niet snelgebeuren. Duif: “Dus moeten we het zelf oppakken. Dat is deenige weg; het moet van de schoolleiders komen.”ProfessionaliseringOok als het om professionalisering van schoolleiders gaat,zijn beiden het erover eens dat de AVS daarin eveneensvoor leidinggevenden in het vo een belangrijke rol kanspelen, bijvoorbeeld via de Nederlandse Schoolleiders Academie(NSA). Gispen. “Van scholing kun je nooit genoeghebben.”“De problematiek van leidinggeven in het vo is niet zoveelanders als in het po; de professionaliseringsgedachteleeft in het vo ook”, stelde Duif op het AVS congres inapril <strong>2008</strong>. Gispen sluit zich daarbij aan. Tot voor kortwas hij voorzitter van het College van Bestuur van eenvo-stichting én van een po-stichting. Hij kent beide sectorendus goed. “De schaalgrootte en complexiteit in het vomaakt het leidinggeven in de praktijk natuurlijk wel watanders, maar fundamenteel is er niet zo veel verschil”,stelt hij. In het vo heeft een schoolleider volgens hem meermogelijkheden te delegeren. Daarnaast staat in het po hetpedagogisch-didactische meer voorop en in het voortgezetonderwijs het vakinhoudelijke. Maar van die verschillenkunnen beide sectoren juist leren, menen beiden. Duif:“Tijdens studiereizen zie ik altijd vooral veel herkenningbij de deelnemers uit beide sectoren. Het competentieprofielvan een schoolleider is in het po redelijk hetzelfde alsdat in het vo. Het gaat bij beide bijvoorbeeld om mensenenthousiasmeren en inspireren.” _advertentiekader primair september <strong>2008</strong>33
achtergrondAllochtone oudersbetrekken bij schoolloopbaankindlokale platforms bieden uitkomstDe actieve betrokkenheid van allochtone ouders bij de schoolloopbaan van hun kinderen isvaak gering. Ook zijn ze doorgaans weinig zichtbaar in de school. Voor de schoolprestatiesvan allochtone leerlingen is de ondersteuning van de ouders juist van groot belang.Het landelijke project Platform Allochtone Ouders & Onderwijs (PAOO) kan scholen helpeneen betere samenwerking met ouders te realiseren. Scholen kunnen gebruik maken van deervaringsdeskundigheid van ouders in het platform binnen hun gemeente.Tekst Marijke Booijink, Forum“Zowel ouders als de school willen graag succesvolonder wijs voor elk kind”, vertelt Zeki Arslan, programmamanagerbij Forum. “Daarom hebben zij elkaar nodig.De school is eindverantwoordelijk voor het onderwijs, deouders voor de opvoeding. Maar de school is ook medeopvoederen de ouders kunnen onderwijsondersteunend zijn.Alleen als er sprake is van partnerschap kan een kind zichoptimaal ontwikkelen.”In de praktijk blijkt dat het voor veel scholen moeilijk isinvulling te geven aan samenwerking met een grote groepallochtone ouders. Tegelijkertijd slagen bepaalde scholener goed in het merendeel van de ouders bij de school ende schoolloopbaan van hun kinderen te betrekken. Hetproject Platform Allochtone Ouders & Onderwijs (PAOO)heeft een analyse gemaakt van een tiental scholen die eenvoorbeeld zijn op het gebied van ouderbeleid (zie kadervoor een overzicht van de succesfactoren). Voorwaardevoor succesvol ouderbeleid is een sturende schoolleiderdie draagvlak creëert in het schoolteam voor een optimalesamenwerking met ouders. Uit de analyse blijkt duidelijkdat investeren in ouderbeleid zich terugverdient; oudershebben vertrouwen in de school, ondersteunen de ontwikkelingvan hun kinderen beter en er zijn minder conflictenrondom probleemgesprekken en adviesgesprekken ingroep 8. Ook de leerprestaties van de kinderen zijn opvallendverbeterd.MeedenkenHet PAOO-project heeft in 29 gemeenten lokale platformsvan allochtone ouders opgericht, representatief samengestelduit ouders van diverse afkomst. De platforms hebbendirecte samenwerkingsrelaties met scholen in de gemeente.Op basis van hun ervaringsdeskundigheid en kennis34
van de doelgroep, denken de ouders uit de platforms metscholen mee over een betere samenwerking met ouders.Ook voor de gemeente en lokale onderwijsondersteunendeorganisaties zijn de platforms een waardevolle overlegpartner.In veel gemeenten komt deels dezelfde problematiekvoor, maar verschillen de speerpunten waarop hetplatform zich richt.Uit gesprekken van het lokale platform Tilburg met enkelescholen in die stad blijkt bijvoorbeeld dat het mobiliserenvan ouders voor ouderactiviteiten een probleem vormt.Ook hebben de scholen grote moeite om te komen tot eengoede doorlopende communicatie met ouders. VoorzitterKhalid Chadili van PAOO Tilburg: “Daarom gaat onsplatform nu een verdiepingsbijeenkomst organiseren overdeze twee thema’s, waarbij we onze denkkracht inzettenom samen met scholen te komen tot concrete actiepuntenom het bereik onder allochtone ouders te vergroten en decommunicatie te verbeteren. Daarbij nodigen we ook eenschool uit die al goede resultaten boekt met de communicatiemet allochtone ouders en haar ervaringen met deandere scholen zal delen.”succesfactoren grotereouderbetrokkenheid• Helder ouderbeleid dat door het hele schoolteam gedragenwordt. In het ouderbeleid staat doorlopende communicatiecentraal, al vanaf de inschrijving. Naast rapportbesprekingenis er sprake van tussentijdse goed- en slechtnieuwsgesprekken.• Er heerst een schoolklimaat waarin hoge verwachtingen zijnvan de onderwijsondersteuning door ouders. Daarnaast is ersprake van een informele en laagdrempelige sfeer.• Ouders weten wat ze van de school kunnen verwachten enwat de school van hen verwacht. Ouders worden vervolgensaangesproken op hun verantwoordelijkheden en daarbij serieusgenomen als bondgenoot.• De grondhouding van leerkrachten kenmerkt zich dooropenheid, zelfreflectie (veranderingen beginnen bij jezelf),belangstelling en respect voor de achtergrond van individuelekinderen en ouders. Er is bewustzijn van vooroordelen.• Aandacht voor professionalisering: leerkrachten zijngetraind in (interculturele) gespreksvaardigheid. Oudercontactpersonenzijn deskundigen met opleiding en hebben eenheldere en verantwoordelijke positie in de school.Een leerkracht geeftallochtone ouderstoelichting op eengebruikte lesmethode.Foto’s: Mladen Pikulic/ForumDiverse basisscholen in Venlo geven aan dat zij moeitehebben met het werven van allochtone ouders voor de MR.“Samen met één van de landelijke ouderverenigingen,LOBO, bieden wij als platform Venlo een voorlichtingsbijeenkomstaan om potentiële allochtone kandidaten teinformeren over de functie en taken van een MR”, aldusAbbie Chalgoum, voorzitter van PAOO Venlo. “Daarnaasthebben we de suggestie gedaan een potentieel MR-lid tekoppelen aan een zittend lid. Ouders die een drempelervaren om zitting te nemen in een dergelijk formeelorgaan, krijgen zo de kans om op een vrijblijvende maniereerst mee te luisteren en uiteindelijk mee te gaan praten.”In Almere blijken veel ouders van basisschoolkinderen ingroep 7 en 8 moeite te hebben om hun kind te begeleidenkader primair september <strong>2008</strong>35
36advertentie
achtergrondmet hun huiswerk. “Sommige kinderen hebben bovendieneen extra zetje in de rug nodig om beter voorbereid deCito-toetsen te maken”, zegt Louise Balentina, voorzitterPAOO Almere. “Voor ouders zelf is het moeilijk die ondersteuningte geven. Het platform Almere heeft daarom insamenwerking met een lokale onderwijsondersteunendeorganisatie huiswerkbegeleiding georganiseerd. Ditschooljaar zijn we gestart met een pilot in twee wijken.Leerkrachten van scholen in die wijk geven vrijwillig bijlesaan een achttal leerlingen. Bij succes wordt de huiswerkbegeleidingvolgend jaar uitgebreid.”De samenwerking van PAOO met scholen zal in de tweedehelft van <strong>2008</strong> en in <strong>2009</strong> worden geïntensiveerd. Scholenkunnen profiteren van de inspanningen van een lokaalplatform door ermee samen te werken. Vertegenwoordigersuit een platform kunnen namelijk vanuit het perspectiefvan de ouders met de school meedenken over hoede actieve betrokkenheid en participatie van allochtoneouders te vergroten. Schoolleiders kunnen aangeven tegenwelke knelpunten zijn aanlopen in de contacten met dezeouders. Samen met het platform wordt een aantal concreteactiepunten geformuleerd. In veel gemeenten vindt ookuitwisseling met andere scholen plaats die al ervaringhebben met het lokale platform. _Leden van lokale platforms van allochtone ouders aan het werktijdens een workshop op het jaarcongres van PAOO, eind mei <strong>2008</strong>.project platform allochtoneouders & onderwijsHet Platform Allochtone Ouders & Onderwijs (PAOO) iseen landelijk project van het Instituut voor MulticultureleOntwikkeling, Forum, in samenwerking met de landelijkeorganisaties voor ouders in het onderwijs (NKO, LOBO, Ouders& COO en VOO), het Landelijke Overleg Minderheden (LOM)en de Islamitische Scholen Besturen Organisatie (ISBO). Hetproject wordt gefinancierd door het ministerie van OCW.PAOO is bedoeld voor allochtone ouders met kinderen in devoor- en vroegschoolse educatie, het basisonderwijs en hetvoortgezet onderwijs. Het landelijke platform is de drijvendekracht achter het project. Daarnaast bestaat het projectmomenteel uit lokale platforms die in 29 gemeenten actiefzijn. Meer informatie over het project PAOO en/of over degenoemde platforms: www.paoo.nladvertentieadvertentiekader primair september <strong>2008</strong>37
achtergrondkinderpostzegelactie bestaat zestig jaarDe krachtvan kinderenKinderpostzegels. Wie heeft er niet mee gelopen? De zegels zijn een begrip en een traditie. De240.000 kinderen die eind september weer met de kaarten en zegels langs de deuren gaan, zijnde derde generatie verkopers. Het jubileumthema ‘Laat kinderen leren’ sluit goed aan bij dewens om nog meer met scholen samen te werken.tekst Eva PrinsVerkoop Kinderpostzegels anno 200738
‘Voor kinderen, door kinderen’. Dat is het credo van StichtingKinderpostzegels Nederland. Leerlingen van groep 7en 8 verkopen de kaarten en postzegels huis aan huis enhet geld dat ze hiermee ophalen – vorig jaar 8,6 miljoeneuro – komt via het fonds Kinderpostzegels ten goede aanprojecten in binnen- en buitenland voor kinderen in moeilijkeomstandigheden. Zo begon het zestig jaar geleden enzo is het nog steeds. Mede dankzij de inzet van scholen enleerkrachten, vertelt Nelleke Bakkeren-Voogt, sinds achtjaar directeur van Stichting Kinderpostzegels. Ongeveerdriekwart van de scholen doet jaarlijks mee, in totaalruim 200.000 kinderen.GevoelswaardeHet was ook een leerkrachtdie zestig jaar geleden aan de wieg stond van deKinderpostzegelactie. Weliswaar werden al in 1923 deeerste postzegels uitgegeven met een toelage voor ‘hetmisdeelde kind’, maar de verkoop door kinderen bestaatsinds 1948. Naar een idee van meester G. Verheul uit hetZuid-Hollandse dorpje Waarder. Hij wilde zijn leerlingeniets voor andere kinderen laten doen. Daarnaast vond hijde verkoop een goede manier om ze in de praktijk te latenrekenen en om ze goede manieren bij te brengen. Zijn ideesloeg enorm aan; binnen een paar jaar deden duizendenscholen mee.Aan de oorspronkelijke opzet is in die zestig jaar weinigveranderd. Eigenlijk is het enige verschil met vroeger datde kinderen sinds 1992 niet meer met contant geld overstraat gaan. Kopers betalen nu via een eenmalige machtigingof acceptgiro. Dat is veiliger voor de kinderen.Of kaarten en postzegels in dit mail- en chattijdperk nietuit de tijd zijn? “Nee”, zegt Bakkeren-Voogt. “De ansichtkaartenmarktgroeit nog steeds. Maar de Kinderpostzegelshebben voor veel mensen ook een gevoelswaarde. Ze kopenze om te bewaren of vanwege het goede doel.”ConcurrentieKinderpostzegels heeft de laatste jarenwel de concurrentie van andere acties zien toenemen. Toteen grote afname van het aantal deelnemende scholenheeft dat niet geleid, maar wel tot meer irritatie aande deur, licht de directeur van Kinderpostzegels toe.Geïrriteerde bewoners zijn echter in de minderheid, weetze. Over het algemeen, zo is uitvoerig onderzocht, kande actie op grote bekendheid én op grote waardering vanhet publiek rekenen. Daarnaast wordt het fonds als heelbetrouwbaar gezien. Mede vanwege de betrokkenheidvan scholen. “De actie wordt door de samenleving alsheel belangrijk ervaren. Mensen waarderen het vooraldat kinderen zelf iets voor andere kinderen doen”, aldusBakkeren-Voogt.KrachtKinderen staan altijd centraal in de projectendie Stichting Kinderpostzegels ondersteunt. En dan nietals ‘zielig slachtoffer’, maar als actor. Een belangrijkeeis voor financiering is dat kinderen zelf betrokken zijn(geweest) bij het project of initiatief. >jubileumVerkoop Kinderpostzegels in 1962Op 23 september aanstaande zal koningin Beatrix de eerstebestelling plaatsen. Drie generaties Kinderpostzegelverkoperskloppen dan aan bij paleis Huis ten Bosch. Deze verkoperskomen uit Waarder, het Zuid-Hollandse dorpje waar meesterVerheul zestig jaar geleden begon met de verkoop door schoolkinderen.De oudste heeft nog bij meester Verheul in de klasgezeten. Aansluitend gaan vanaf 24 september 240.000kinderen in heel Nederland de deuren langs. De verkoop duurttot 3 oktober. Een maand later, op 4 november, is de eerstefeestelijke uitgifte van de zegels in de nieuwe OpenbareBibliotheek te Amsterdam. Vanaf 5 november bezorgen dekinderen de bestellingen.De groep kinderen met de beste verkooptip, die daarmee dehoogste gemiddelde opbrengst per leerling binnenhaalt voorKinderpostzegels, ontvangt op 30 oktober de Kinderpostzegeltrofee. Daarnaast maken 25 groepen kans om op 20november mee te gaan op een geheel verzorgde schoolreisnaar Amsterdam, met onder andere een bezoek aanNEMO en de Arena; een jubileumcadeau van TNT Post aanKinderpostzegels.Meer informatie: www.kinderpostzegels.nl enwww.klassetv.nl/kinderpostzegels (vanaf 24 septemberaanmelden voor trofee en schoolreis). Ter ere van het jubileumis er tot september <strong>2009</strong> in het Museum voor Communicatiein Den Haag ook een tentoonstelling over zestig jaarKinderpostzegelactie. Meer informatie: www.muscom.nlkader primair september <strong>2008</strong>39
achtergrondBakkeren-Voogt: “Wij geloven in de kracht van kinderen,in hun eigen oplossingsvaardigheden.” Een goedvoorbeeld is de stichting ‘Kids tegen geweld’, waarbijkinderen zelf actie ondernemen tegen zinloos gewelden pesten. Ook betaalde Stichting Kinderpostzegels meeaan jongerenbuurtbemiddeling die jongeren inzet alsmediator.Veiligheid en ontwikkeling. Dat is de rode draad in deprojecten, vertelt de directeur. Daar waar een veilige ontwikkelingvan kinderen in gevaar komt, springt Kinderpostzegelsbij. Door aanvragen te honoreren, maar somsook door zelf initiatieven te stimuleren. Zo is Kinderpostzegelsbijvoorbeeld medefinancier van de landelijke uitrolvan de antipestmethode PRIMA (zie kader).Tot de jaren zeventig financierde Stichting Kinderpostzegelsalleen projecten in Nederland, daarna ook inontwikkelingslanden. Dat gebeurde op uitdrukkelijkverzoek van de scholen, verklaart Bakkeren-Voogt. Hetbelangrijkste onderwerp daar: onderwijs.Met het thema ‘Laat kinderen leren’ richt de aandachtzich dit jubileumjaar ook in Nederland op onderwijs. Datwil zeggen: op obstakels die het leren in de weg staan,zoals onveiligheid in het gezin of pesten op school. In denabije toekomst wil Stichting Kinderpostzegels nog meergaan samenwerken met scholen. De stichting is hieroverook in overleg met de AVS. Bakkeren-Voogt: “Leerkrachtenwerken dagelijks met kinderen en hebben dus goed zichtop hun problemen. Samen kunnen we nog meer kinderennog beter helpen.” _PRIMA tegen pestenStichting Kinderpostzegels Nederlanddraagt financieel bij aan de landelijkeuitrol van de antipestmethodePRIMA (PRoef IMplementatie Antipestbeleid).Obs de Meander inSpijkenisse dient als voorbeeldschool.Hier hebben ze goede ervaringen énresultaten met de methode.“In het verleden was ik na elke pauze bezigbrandjes te blussen tussen kinderen”,zegt directeur Leo Zandbergen. Sinds deinvoering van PRIMA twee jaar geleden,heeft hij die ‘brandjes’ langzaam minderzien worden. Het geheim van de methode?“Het is een totaalprogramma. Door PRIMAwordt pesten structureel en in samenhangaangepakt.”Samen verantwoordelijk Sinds de schoolmet PRIMA begon, is een flink aantalmaatregelen ingevoerd, vertelt Zandbergen.Zo hangen er in elk lokaal afspraken. Dezezijn samen met de leerlingen gemaakt.“Kinderen zijn mede-eigenaar en kunnen,nee moeten, elkaar er ook op aanspreken”,aldus de directeur. Hetzelfde geldt voorleerkrachten en conciërges: die sprekenalle leerlingen aan op hun gedrag – dus nietalleen hun ‘eigen’ leerlingen. “Leerkrachtenzijn samen verantwoordelijk. Dat is heelbelangrijk.”Leerlingen van obs De Meander, waar deantipestmethode PRIMA met succes wordttoegepast. Foto: Karin van HaperenDaarnaast heeft de school een ander beleidgemaakt voor de pauzes. Groep 3 tot en met5 hebben samen pauze, groep 6 tot en met 8ook. Elke groep heeft eigen speelmateriaalwaar ze zelf verantwoordelijk voor zijn.Zandbergen: “Ze hebben dus meer ruimteen minder verveling. Dat vermindert deagressie.” Ook is er een surveillanceplanopgesteld. Stonden de leerkrachten vroegeraltijd in een groepje met elkaar te praten,nu staan ze alleen of met z’n tweeën opstrategische plekken om overzicht tehouden. Misschien minder gezellig, maarwel beter voor het toezicht én het contactmet de leerlingen.Sociogram Het lesmateriaal van PRIMAricht zich op de groepen 6 tot en met 8,maar obs de Meander besloot om al ingroep 1 te beginnen. In elke groep wordtwekelijks aandacht aan het onderwerppesten besteed en het staat regelmatigop de agenda van de teamvergadering.Minstens twee keer per jaar wordt vanelke groep ook een sociogram gemaakt.Kinderen vullen daarvoor zelf, digitaal,vragenlijsten in en de leerkracht kan aan dehand daarvan zien hoe het gesteld is met de‘groepsdynamiek.’ Alle leerkrachten zijn opcursus geweest om pestsignalen vroegtijdigop te kunnen vangen en adequaat tehandelen.Al deze maatregelen hebben vruchtenafgeworpen. Uit een onderzoek vanTNO bleek dat na twee jaar werken metde PRIMA-methode het aantal gepestekinderen met 60 procent was afgenomenen het aantal pesters met 50 procent.Daarnaast sprong de Meander er in hetInspectieonderzoek uit als ‘School met eenheel veilig klimaat.’ Zandbergen is uiteraardheel blij en ook trots op dit succes, maarhij weet ook dat dat niet betekent dat hij nuachterover kan leunen. “Je moet er constantaandacht aan blijven besteden.”Meer informatie: www.primamethode.nl40
politieke columnPolitici laten in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> hun licht schijnen op de gebeurtenissenin onderwijsland. Deze maand het woord aan Jan Jacob van Dijk,onderwijswoordvoerder namens het CDA in de Tweede Kamer.meer dan alleen rekenenen taalHet is opvallend hoe sterk de aandachtvoor de kwaliteit van het onderwijs istoegenomen. Zo stelt het rapport van decommissie Dijsselbloem dat de kwaliteitvan het Nederlandse onderwijs achteruit isgegaan. En ook het laatste rapport van deOnderwijsinspectie maakt duidelijk dat erzorgen bestaan over de kwaliteit van hetonderwijs. Het is echter evenzeer opvallendom te constateren dat het bij deze waardeoordelenblijft, zonder dat wordt beschrevenwat kwalitatief goed onderwijs is.In de afgelopen maanden is in de politiekveel gesproken over de kwaliteit van hetonderwijs, maar het lijkt erop alsof bijde meeste partijen de onderwijskwaliteitwordt beperkt tot goed rekenen, lezen enschrijven. Als die opvatting de overheersendegedachte over de kwaliteit van hetonderwijs zou worden, zou dat een ernstigeverarming van het Nederlandse onderwijsbetekenen. Want onderwijs is en moetmeer zijn dan alleen rekenen en taal.Voor alle duidelijkheid: rekenen en taalis heel belangrijk. Kinderen moeten eenbepaald niveau van lezen, schrijven enrekenen hebben bereikt als ze van debasisschool afkomen. En dat het niveaudaarvan achteruit is gegaan, baart ook mijzorgen. Maar, zeg ik er dan direct bij, dat isook niet zo vreemd.Als we de school met steeds meer taken enverantwoordelijkheden opzadelen, moetdat ten koste gaan van iets, zoals rekenenof taal. Er is al van alles bij gekomen. Ensommigen willen er nog meer aan toevoegen,zoals mediawijsheid. Of voedingslessenter voorkoming van obesitas. Het NOC-NSF wil dat er meer gym komt op schoolen hoogleraar demografie Latten wil dat errelatielessen komen voor kinderen op debasisschool. Dat kan niet. Niet elk maatschappelijkprobleem kan opgelost wordenvia het primair onderwijs.Daar komt bij dat het huidige onderwijs‘d e h a n g n a a r d e j a r e n v i j f t i g o v e r d ekennis van rekenen en taal – zoals dieb i j s o m m i g e p o l i t i e k e pa r t i j e n i s w a a r t en e m e n – d o e t h e t g o e d b i j s o m m i g e k i e z e r s ,maar is niet de oplossing.’de kinderen andere dingen leert dan inmijn schooltijd. Mijn kinderen hebben alveel meer geleerd over presenteren en hethouden van voordrachten dan ik ooit hebgehad. Hun manier van rekenonderwijssluit meer aan bij de huidige praktijk. Enhun kennis van de computers is al veelgroter dan die van mij ooit zal worden. Desamenleving ontwikkelt zich en het onderwijsmoet daarmee in de pas blijven. Dehang naar de jaren vijftig over de kennisvan rekenen en taal – zoals die bij sommigepolitieke partijen is waar te nemen – doethet goed bij sommige kiezers, maar is nietde oplossing.Laten we eerst eens definiëren wat we vanhet onderwijs verwachten. Wanneer is ersprake van kwalitatief goed onderwijs?Volgens mij moet onderwijs kinderen eengoede basis geven om zich weerbaar in desamenleving te kunnen opstellen en waardoorze een goede startpositie hebben opde arbeidsmarkt. Daarvoor is goede kennisvan rekenen en taal nodig, maar ook eenhele hoop vaardigheden als leren leren,samenwerken, maar ook zelfstandig kunnenwerken en verkregen kennis helderkunnen verwoorden, om maar een paarelementen te noemen. Kortom: onderwijsis meer dan alleen maar rekenen en taal. Envoor een goede discussie over de kwaliteitin het onderwijs moet de nuance wordengezocht en niet een oplossing in oneliners.kader primair september <strong>2008</strong>41
Van de AVSJos KooijAVS Helpdesk – Vraag van de maandIs een combinatie van bapo- en compensatieverlofmogelijk?Deze vraag is niet simpel met ja of nee te beantwoorden.De combinatie van bapo- en compensatieverlof (combinatieverlof)is alleen mogelijk, als er in de organisatie geen verdringing vanwerkgelegenheid ontstaat en als de (G)MR instemming heeftgegeven aan het formatieplan met deze invulling.Als er sprake is van een aanvraag van combinatieverlof is hetzaak jaarlijks opnieuw de mogelijkheden te onderzoeken, voordattoestemming wordt gegeven. De nieuwe maximale lessentaak vande werknemer met bapo zal vergeleken moeten worden met zijn ofhaar werkelijke lessentaak. Het eventuele teveel aan lesuren kandan gecombineerd worden met het verlof.Hanteert de school de flexibele schooltijdenregeling, dan zijn erwellicht minder mogelijkheden voor combinatieverlof. Immers,bij maximaal 940 uur dat de kinderen per jaar naar school gaan,blijft tien uur over voor compensatieverlof (bij een fulltimer zonderbapo).Het advies van de AVS Helpdesk is om zo correct mogelijk denieuwe maximale lessentaak te berekenen en deze te relateren aande daadwerkelijke lessentaak van de werknemer. Het is vervolgensaan het bestuur en/of de directeur - natuurlijk wel na overleg metde werknemer - of een combinatie van bapo- en compensatieverlofwenselijk is.Leden van de AVS kunnen de Helpdesk bellen met uiteenlopendevragen over vakgerelateerde zaken. Iedere maandwordt één vraag beantwoord in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>. De AVSHelpdesk is bereikbaar op maandagmiddag (13.00 – 16.30)en van dinsdag tot en met vrijdag (9.00 – 16.30) via tel. 030-2361010 of helpdesk@avs.nl100 euro korting avs ledenCongres ‘Platform Passendonderwijs’Wat houdt de zorgplicht precies in voor het schoolbestuur,met wie u wilt samenwerken en op basis van welke criteria,hoe bereidt u leerkrachten erop voor en hoe betrekt u oudersbij het proces? Het schoolbestuur heeft als taak goed op dehoogte te zijn van de plichten en mogelijkheden van Passendonderwijs. Tijdens het congres ‘Platform Passend Onderwijs’ op25 september in het Fulcotheater te IJsselstein staan de volgendeaspecten centraal: Actualiteiten Passend onderwijs; Juridischegevolgen van de zorgplicht voor de verschillende partijen; Hoeen onder welke voorwaarden kan Passend onderwijs ingevuldworden?; Wat zijn de behoeften en wensen van leerlingen enouders?; Bestuurlijke dilemma’s, welke afweging maak je enwaarom? De conferentie – met inhoudelijke bijdragen door onderandere AVS adviseurs Eelco Dam en Jessica Povel – is geschiktvoor bestuurders en schoolleiders in het primair en voortgezetonderwijs en mbo. Leden van AVS komen in aanmerking voor eenkorting van t 100 en kunnen zich aanmelden via http://fd2.formdesk.com/reedbusiness1/PassendonderwijsAVS.Meer informatie: www.elseviercongressen.nlnetwerkbijeenkomstpassend onderwijsGezocht: ondernemendeschoolleiders sboHet komt vaak voor dat directeuren in het speciaal basis onderwijszich afvragen hoe het nu verder moet als Passend onderwijsgestalte krijgt. Waar staat u dan in dat onderwijs veld? Wat blijft erover van uw expertise en hoe creëert u kansen om typische sboleerlingendat onderwijs te geven waar ze het best bij gebaat zijn?Dat vraagt om een originele kijk op de toekomst en op mogelijkhedendie er wel zijn, maar niet zo makkelijk te zien. Bent u sbodirecteuren in deze materie op uw eigen manier ondernemend ofwilt u dat graag zijn? Speciaal voor deze doelgroep organiseert hetSectorbestuur Onderwijsarbeids markt (SBL) samen met de AVS op31 oktober de eerste van vier inspirerende netwerkbijeenkomstenover dit onderwerp, met verschillende experts vanuit overheid enbedrijfsleven. Doel is een dynamische netwerk te realiseren vansbo-directeuren die iets te kunnen geven/brengen én iets willenhalen/meenemen. Maximaal twintig sbo-directeuren kunnenkosteloos deel nemen. Meer informatie en inschrijven: AVS,Bob Ravelli, b.ravelli@avs.nl (op volgorde van binnenkomst).Aanvang: 10.00 uur. Locatie: nog nader bekend te maken (centraalin het land). De vervolgbijeenkomsten vinden plaats in januari,maart en mei <strong>2009</strong>.42
avs scholenportaalDigitale nieuwsbrief ontvangen?Vanaf dit schooljaar verschijnt elke twee weken eenelektronische AVS Nieuwsbrief, met daarin nieuwsberichten,een agenda, recente vacatures en een overzicht van de actueleopleidingen en trainingen van de AVS School for Leadership.Iedereen kan zich aanmelden voor deze gratis nieuwsbrief viawww.avs.nl/nieuwsenagenda/nieuwsbrieven/nieuwsbrief.Veel scholen deden de afgelopen weken mee aan de actie voormeer ondersteunend personeel, op initiatief van de AVS en andereonderwijsorganisaties. Kom op 9 september ook naar Den Haag,waar de verzamelde petities worden aangeboden aan de TweedeKamer (zie pag. 3). Foto: Bert Beelenpublicaties en productenNog (g)een AVS agenda<strong>2008</strong>/<strong>2009</strong>?Bestel ’m dan bij via www.avs.nl/vereniging/publicatiesen producten, dan krijgt u deagenda voor het bedrag van e 15 per stuk (inclusiefverzendkosten) toegestuurd. De agenda bevat onder anderebelangrijke vakgerelateerde informatie Op de website kunt uook andere publicaties en producten van de AVS bekijken enbestellen.bijeenkomstNetwerk BovenschoolsmanagementDe eerste bijeenkomst van het AVS netwerk Bovenschoolsmanagement in het nieuwe schooljaar vindt plaats op31 oktober in Hogeschool Domstad te Utrecht. De overigedata voor <strong>2008</strong>/<strong>2009</strong> zijn 9 januari en 17 april <strong>2009</strong>.De AVS organiseert deze aparte netwerkbijeenkomstenvoor directeuren met veel bovenschoolse taken of met eenbenoeming als bovenschools directeur die behoefte hebbenaan overleg met collega’s en informatie over nieuwe trends.Een werkgroep bereidt samen met een medewerker van de AVSde bijeenkomst voor. Het netwerk bovenschools managementkomt drie keer per jaar bijeen in Utrecht. De kosten bedragent 210 voor leden en e 420 voor niet-leden. Meer informatie: AVS,Carine Hulscher-Slot, tel. 030-2361010, c.hulscher@avs.nl.Kijk ook op www.avs.nl/professionalisering/netwerken voor deandere AVS netwerken.maak uw collega lidLeden werven ledenMaak uw collega lid en ontvang een (oplopende) procentuelekorting voor elk nieuw lid dat u aanbrengt. Wil uw collegavrijblijvend kennismaken met de AVS? Dat kan. U kunteen collega die geen AVS lid is meenemen naar een AVSactiviteit. Uw introducé betaalt dan ook de ledenprijs. Kijkvoor meer informatie op www.avs.nl/vereniging/lidworden/ledenwervenleden. Alleen een los abonnement op <strong>Kader</strong><strong>Primair</strong> en <strong>Kader</strong>nieuws? Zie www.avs.nl/ vereniging/publicatiesenproducten.Nieuwe medewerkersElly Balai (e.balai@avs.nl) werkt sinds beginjuli bij de AVS als telefonist/receptionist.Daarvoor bekleedde zij een functie alsadministratief medewerker en was ze actiefin de horeca.Jolanda Tijsseling (j.tijsseling@avs.nl) issinds 25 augustus in dienst van de AVS. Zijhoudt zich bezig met de cursusadministratievan de AVS School for Leadership.Daarnaast ondersteunt zij de financiëleadministratie. Hiervoor werkte Jolanda drie jaar bij eenwoningbouwvereniging in Amersfoort.kader primair september <strong>2008</strong> 43
aaranerprilaaranerprilSchool forLeadership<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong><strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>Raadpleeg voor inhoudelijke omschrijvingen, overige opleidingen entrainingen, maatwerk en meer informatie de AVS Professionaliseringsgids<strong>2008</strong>/<strong>2009</strong> of kijk op www.avs.nl/professionalisering/schoolforleadership/cursusaanbod<strong>2008</strong><strong>2009</strong>. Inschrijven via schoolforleadership@avs.nlProfessionaliseringsgidstrainingen opleidingen maatwerk coachingSchool forLeadershipProfessionaliseringsgidsAdviesTrainingen & opleidingenOktober <strong>2008</strong>Opleiding/training Data Trainer/adviseur• Human Dynamics Teachertraining 1 oktober Anita Burlet• Op weg naar excellent schoolleiderschap 1 en 2 oktober Ruud de Sain• Wat ben ik als ik intern begeleider ben? 1 oktober Jos Hagens• Heroriëntatie op management 2 en 9 oktober Magda Snijders• Organiseer uw werkplek! 7 oktober AVS School for Leadership• Loopbaanbezinning, een gevoelige cursus 7 en 8 oktober Tom Roetert• Maatschappelijke inbedding 7 en 8 oktober Jos Hagens• Financieel management 1e reeks 8 oktober Carlo Juffermans• Werken volgens Carver; wat betekent dat? 9 oktober Tom Roetert• Persoonlijke presentatie en profilering 9 oktober AVS School for Leadership• Opvoedingsdilemma’s en pedagogische stijlen 10 oktober Jos Hagens• Reflectie als voorwaarde voor uw professionele ontwikkeling 28 en 29 oktober Jos Hagens• Management trainee traject 29 en 30 oktober AVS School for Leadership• Middenmanagement 29 oktober Trieneke van Manen• Onderwijshuisvesting 30 oktober Jan SchravenNovember <strong>2008</strong>Opleiding/training Data Trainer/adviseur• Opleiding adviseur/trainer 3 november Anita Burlet• Oriëntatie op management (2e dag en loopbaangesprekken) 4 en 11 november Magda Snijders• Op weg naar excellent schoolleiderschap (1e eendaagse) 4 november Ruud de Sain• Stressmanagement 4 november Magda Snijders• Financieel management (1e reeks, 2e dag) 5 november Carlo Juffermans• Afscheid nemen van je team (vervolg) 6 en 7 november Trieneke van Manen• Heroriëntatie op management (3e eendaagse en loopbaanadvies) 6 en 21 november Magda Snijders• Droombaandag 6 en 13 november AVS School for Leadership• Een brede school, wat betekent dat voor onze school? 6 november AVS School for Leadership• Bouwen aan een lerende school 6 november Anita Burlet• Succesvol onderhandelen 12 en 13 november Tom Roetert• Competentiegericht coachen (1e tweedaagse) 13 en 14 november Anta Burlet• De juiste interim-manager op de juiste plaats 13 november Trieneke van Manen• Timemanagement 13 en 14 november Magda Snijders• Human Dynamics deel 2 20 en 21 november Anita Burlet• Werken in het onderwijs, met de carrière zit het wel goed! 20 november Eelco Dam• Gesprekstechnieken vanuit moed en betrokkenheid 21 november Magda Snijders(communicatieve uitgangspunten)• Middenmanagement (3e eendaagse) 26 november Bob Ravelli• Alumnidag 28 november Anita Burlet(onder voorbehoud)44
Tweejarige schoolleidersopleiding _ NieuwLeergang Lerend leiderschapMet ingang van schooljaar <strong>2008</strong>/<strong>2009</strong> bieden de AVS en InterstudieNDO diverse nieuwe managementopleidingen po aan: voormiddenmanagers, schoolleiders en bovenschools managers.De nieuwe tweejarige opleiding voor schoolleiders is gericht op depersoonlijke ontwikkeling en het individuele opleidingsprofiel vande deelnemers. Er zijn diverse tweedaagse en eendaagse inhoudelijkemodules. Het is mogelijk een eigen leerroute te volgen.Daarnaast zijn er vormen van begeleiding en coaching, intervisie,collegiale consultatie en onderzoek. De NSA-competenties zijnrichtinggevend voor de inhoud en de eindtermen. De trajectenvoldoen aan de eisen voor het keurmerk registeropleidingen.Datum: 26 september <strong>2008</strong> (startdag) – 9 juni 2010 (slotdag)Locatie: nog niet bekendKosten: e 10.950 (excl. hotelkosten). Losse tweedaagse module:e 950 (excl. accommodatiekosten), losse eendaagse module:e 600. Alleen intake: e 2.200Uitvoering: ervaren trainers/adviseurs van Interstudie NDOen de AVSMeer informatie: Henk de Jonghe, henk.de.jonghe@interstudie-ndo.nl, tel. 06-20419715 of Els Verheggen (leergangmiddenmanagers), tel. 06-22798177Aanmelden: Sonja Westerman, sonja.westerman@interstudie-ndo.nl, tel. 026-3537370Nieuw aanbod voor ervaren schoolleiders _ OpleidingGoed in je werk zijn en blijvenDoel van deze opleiding is serieus werken aan de eigen professionaliteit,zonder het voornemen om van functie te veranderen enmet de ambitie om een goede schoolleider te zijn en te blijven. Deopleiding wordt onder andere gekenmerkt door intervisie in eenkleinere leergroep onder leiding van een trainer/intervisor (zodater meerdere methoden voor intervisie aan het eigen repertoireworden toegevoegd) en de kans om een 360-graden feedback uitte voeren. Daarnaast is er gelegenheid om visitatie te ontvangenen uit te voeren van en bij collega-deelnemers. Als optie is hetmogelijk om als groep een studiereis te maken. Het thema en debestemming worden gekozen in overleg met de groep.Doelgroep: ervaren schoolleiders, die de schoolleidersopleidinghebben gevolgd.Data: november <strong>2008</strong> (assessment en nagesprek), 20 en 21november <strong>2008</strong> (tweedaagse systeemdenken), 22 januari <strong>2009</strong>(eendaagse strategisch financieel beleid), 12 en 13 maart <strong>2009</strong>(tweedaagse meesterlijk coachen), 9 april <strong>2009</strong> (eendaagse veranderenmet een team), april/mei <strong>2009</strong> (optionele studiereis), 11 en12 juni <strong>2009</strong> (tweedaagse mediation, conflicthantering en aspectenvan interim-werk)Kosten: e 5.900 (inclusief materialen en verzorging tijdens debijeenkomsten, exclusief overnachtingen)Meer informatie: Trieneke van Manen, t.vanmanen@avs.nl ofHenk de Jonghe, henk.de.jonghe@interstudie-ndo.nlAanmelden: schoolforleadership@avs.nlOpleiding _ Aanmelden nog steeds mogelijk!Leidinggeven aan bovenschoolse en complexe organisatiesDeze maximaal anderhalf jaar durende opleiding is zowel gerichtop persoonlijke professionele groei, zelfreflectie, competentieontwikkeling,als op specifieke managementvaardigheden die u nodigheeft voor het aansturen van complexe organisaties. De opleidingbestaat uit vier modules: 1) Ik; persoonlijke groei en zelfreflectie2) De ander; gericht op het functioneren en ontwikkelen van collega’s3) De organisatie; het sturen en beïnvloeden van complexeorganisaties 4) Kwaliteit van de organisatie.Doelgroep: (startende) bovenschoolse en bestuursmanagers,schoolleiders met ambities om ‘bovenschools’ te werken,cluster- of meerschoolse directeuren en schoolleiders van complexereorganisaties, zoals brede scholen en speciaal onderwijsData: de intakes starten in oktober <strong>2008</strong>; de opleiding begint injanuari <strong>2009</strong>.Uitvoering: ervaren trainers van de AVS School for Leadership /Interstudie NDO en experts op deelterreinenKosten: leden e 11.450 / niet-leden e 11.950. Losse tweedaagse:tussen e 850 en e 1.300Meer informatie: Anita Burlet, a.burlet@avs.nlAanmelden: schoolforleadership@avs.nl of tel. 030-2361010.kader primair september <strong>2008</strong>45
tenslotte voor u geselecteerd_ Voor u geselecteerdvoor: managers en/of schoolleidersvan: Nyenrode Business Universiteitdatum: 8 oktober t/m 26 novemberwat: collegereeksvoor: bestuurders en schoolleidersvan: Stichting Kennisnetdatum: 29 septemberwat: conferentieEduspirITtrainingpublicatiewebsitecursuslespakketcongresrichtlijnconferentiediversenhandleidingsymposiuminformatievariaManagement in het onderwijsDe ontwikkelingen in het onderwijs vragen om een nieuwsturingsperspectief: efficiënt, effectief en klantgericht.De ideale onderwijsmanager combineert het gevoel voorhet eigene van de uitdagende sector met een commerciëlebedrijfsvoering. Tijdens de collegereeks komt het besteuit deze twee werelden aan bod. Sprekers uit wetenschap,bedrijfsleven en onderwijs behandelen thema’s als: Strategie,beleid en toekomst; Onderwijs, arbeidsmarkt en economie;Management & innovatie; Nieuwe generaties, nieuwe leervormen;Visionaire marketing. Meer informatie en inschrijven:www.focusconferences.nlEen conferentie over onderwijs en ict: ‘EduspirIT’ staat vooreen positieve beweging, die niet langer kijkt naar de problemenin het onderwijs, maar naar oplossingen die – deels– met behulp met ict kunnen worden gerealiseerd. Vandaardat EduspirIT sprekers uit het bedrijfsleven presenteert. Zijtrekken vergelijkingen naar en geven voorbeelden uit anderesectoren en landen. Een gerichte netwerkmethode zorgt ervoordat de deelnemers aan de conferentie in contact komen metde top van het onderwijsveld, de politiek en het bedrijfsleven.Daarnaast doen de voorzitters van de drie sectorraden in hetonderwijs, PO-Raad, VO-raad en MBO-raad mee aan een interactiefvraaggesprek. Locatie: ‘t Spant in Bussum. Aanmelden:www.EduspirIT<strong>2008</strong>.nlvoor: leerkrachten groep 3 t/m 8van: ThiemeMeulenhoff Basisonderwijswat: softwareDigitaal schoolbordDe software voor de vakken geschiedenis, aardrijkskunde,natuur en techniek bestaat onder andere uit de leerlingenboeken,werkschriften en toetsen voor Speurtocht, De blauweplaneet en NatuNiek, die geschikt gemaakt zijn voor alledigitale schoolborden. Daarnaast biedt de software extramogelijkheden als instructiefilmpjes, vergrotingen, links enantwoorden. Voor meer informatie of voorbeeldmateriaal kuntu terecht op www.speurtocht.nl, www.deblauweplaneet.nl enwww.natuniek.nlvoor: leerkrachten groep 7 en 8van: Malmbergwat: testinstrumentTalentenkompasMet het Talentenkompas kunnen naast intelligentie ook(andere) talenten van leerlingen in kaart worden gebracht.Basisscholen kunnen op deze manier nog uitgebreider en specifiekerkinderen testen. Talentenkompas geeft leerkrachteninzicht in ‘de Talenten’, ‘het Welbevinden’, ‘de Interessegebieden’en ‘de Cognitieve capaciteiten’ van leerlingen. Hiermeehebben leerkrachten, in plaats van verschillende losse testen,één instrument om leerlingen te beoordelen. Talentenkompaswordt klassikaal gebruikt en biedt ook ondersteuningbij het formuleren van een gefundeerd schooladvies voorleerlingen in groep 8. Meer informatie: www.malmberg.nl enwww.edventure.nuvoor: alle leeftijdendatum: 1 tot en met 31 oktoberwat: evenementOktober KennismaandDe Nationale WetenWeek is na 22 jaar te groot geworden vooréén week. Het gevolg: de Oktober Kennismaand. Vanaf najaar<strong>2008</strong> staat de maand oktober in het teken van wetenschap entechnologie. Bedrijven en (onderzoeks)instellingen openenhun deuren en organiseren thematische activiteiten (proefjes,workshops, rondleidingen, excursies, lezingen, debatten enexperimenten), open dagen en festivals. De activiteiten zijnvan verschillende niveaus, voor verschillende leeftijden. Eengroot deel van het programma vindt plaats in de herfstvakantie.Meer informatie: www.oktoberkennismaand.nl46
voor: (toekomstige) bredeschoolcoördinatorenvan: NJi i.s.m. NIMO Project Management Instituutdatum: najaar <strong>2008</strong>wat: leergangDeskundigheidsbevorderingDeze leergang biedt de mogelijkheid om de expertise enbekwaamheid van bredeschoolcoördinatoren te vergroten,kennis op te doen van het bredeschoolveld en te oefenen metvaardigheden en attitude om efficiënter en effectiever te functioneren.De leergang helpt deze professionals bij hun taakals programmacoördinator, strateeg, netwerker en spin in hetweb van een bredeschoolsamenwerkingsverband. Meer informatie:www.nji.nl/trainingen (open inschrijving).voor: schoolleiders en bestuurdersvan: Werkgroep Onderwijs Kinderopvang (WOK)datum: 1 oktoberwat: studiedagBso en schoolEen studiedag in Utrecht met goede voorbeelden, tips voor eenpraktische uitwerking, de combinatie met goede en betaalbaretussenschoolse opvang en een blik op de toekomst: waar willenwe zijn over tien jaar met de samenwerking tussen opvangen (speciaal) onderwijs? Welke acties zijn hier op de korte enlange termijn (politiek gezien en vanuit het veld) voor nodig?Meer informatie: www.werkgroeponderwijskinderopvang.nlvoor: leerkrachten, ib’ers, zorgcoördinatorenen schoolmanagementvan: Stichting Mosaïque, AT Consult, EDventure en Ziezondatum: 10 oktoberwat: beurscongresZiek op een gezonde schoolHoewel iedere school met zieke en ook ernstig zieke kinderente maken krijgt, zijn maar weinig scholen goed op de begeleidingvan deze leerlingen en hun ouders voorbereid. Hetcongres vindt plaats in de Jaarbeurs in Utrecht, als onderdeelvan de Nationale Onderwijs Week <strong>2008</strong>. Met antwoordenop vragen rondom zieke kinderen in het onderwijs. Meerinformatie: www.ziekopeengezondeschool.nl. Aanmelden:www.digitaalinschrijven.nlvoor: schoolleiders en -besturenvan: Q*<strong>Primair</strong>/CPSwat: publicatieMeervoudige PubliekeVerantwoordingMeervoudig Publieke Verantwoording (MPV) gaat om horizontaleverantwoording naar de omgeving van de school.Een dynamisch en deels informeel proces, waarbij de directeomgeving wordt uitgenodigd om de school feedback te geven.MPV hangt dus nauw samen met relatiemanagement en communiceren.De uitgave 'MPV profilering door relatie' doet verslagvan een traject om MPV bij scholen en schoolbesturen teimplementeren. Ook is gekeken naar kansen en bedreigingenbij de invoering van MPV. Het boekje is gratis te downloadenvia www.schoolaanzet.nlvoor: groep 8van: Teleacdatum: 15 oktoberwat: evenementHet Grootste Kringgesprek OoitTijdens dit evenement zullen leerlingen van verschillendebasisscholen hun provincie vertegenwoordigen. De kennisbattle is gebaseerd op de nieuwe tv quiz Zeker Weten!In totaal kunnen circa 360 leerlingen meedoen. Tijdens hetkringgesprek gaan ze op een speelse manier met vragen aande slag die op de leerstof van groep 8 zijn gebaseerd. HetGrootste Kringgesprek Ooit vormt de opmaat voor de tv-quizZeker Weten!, die vanaf 2 november wekelijks wordt uitgezondenom 18.10 uur op Z@pp (Ned. 3). Scholen kunnen zichinschrijven voor het kringgesprek via www.schooltv.nl/index.jsp?project=1920990.voor: leerkrachten, ouders, kinderenvan: science centra, wetenschaps- en techniekmuseawat: websiteWetenschap en techniekDe samenwerkende science centra, wetenschaps- en techniekmusea,ontdekhoeken en planetaria hebben hun aanbodgebundeld op een nieuwe website: www.sciencecentra.nl.Met informatie over educatief materiaal en uitdagendetentoonstellingen op ruim veertig locaties in Nederland.kader primair september <strong>2008</strong>47
advertentieadvertentie48
advertentie
Haal het beste uit uzelf en uw teamVraag de AVS Professionaliseringsgids <strong>2008</strong>–<strong>2009</strong> aan!Maak werk van uw professionele ontwikkeling: volgeen opleiding, training, een- of tweedaagse bij deAVS. Uw vragen staan centraal en het verrijkt uwvisie, vakkennis en inzicht in o.a. modern leiderschapen maatschappelijke verantwoordelijkheid. Bekijk hetaanbod van de AVS School for Leadership.Heeft u een specifieke vraag voor uzelf of uw team?Wilt u met uw medewerkers op uw eigen locatie eenmaat werk training volgen? Alle trainingen kunnen weaanpassen aan uw wensen. Kies voor maatwerk enadvies van de AVS.traininen oleidinen maatwer coachinSchool forLeadership<strong>2008</strong>200aargang ummer April 200<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>ProfessionaliserinsgidsProfessionaliserinsgidsAdviesaargang ummer April 200<strong>2008</strong>200<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>De AVS Professionaliseringsgids aanvragen? Mail naarinfo@avs.nl of kijk op www.avs.nl/professionalisering.postadres Postbus 1003 3500 BA Utrecht telefoon 030 2361010 fax 030 2361036 e-mail info@avs.nl internet www.avs.nlgoed onderwijs door goed managementDe Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) is de actieve belangen- en beroepsorganisatie voor alleleidinggevenden in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Voor meer dan 5.200 schoolleiders,bovenschools managers, adjunct-directeuren en locatieleiders verzorgen we belangenbehartiging,landelijke vertegenwoordiging, juridische hulp, beroepsondersteuning, scholing, collegialenetwerken en actueel en betrouwbaar vaknieuws.Goede scholen hebben altijd één ding gemeen: een goede leidinggevende.