11.07.2015 Views

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Colofon• Opdrachtgever: Ministerie <strong>van</strong> On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en Wetenschappen• Projectleiding: Jan <strong>van</strong> Weer<strong>de</strong>n• Ontwerp peiling: Bertil Geurts, Bas Hemker, Jan <strong>van</strong> Weer<strong>de</strong>n• Adviezen: Elly Deel<strong>de</strong>r, Peter E<strong>de</strong>lenbos, Rick <strong>de</strong> Graaff, Joke Kor<strong>de</strong>s, Ron Oostdam, TinekePrins, Joke Schokkenbroek, Annette Thijs• Opgaven- en toetsconstructie: Marion Fed<strong>de</strong>ma, Bertil Geurts, Willy <strong>de</strong> Klijn• Coördinatie gegevensverzameling: Jan <strong>van</strong> Weer<strong>de</strong>n• Secretariaat: Joke <strong>van</strong> Daal, Elsbeth Emmerink• Auteur: Bertil Geurts• Psychometrische en statistische analyses: Bas Hemker• Bureauredactie: Loes Hiddink• Ontwerp grafieken en advies: Henk Heusinkveld, GGT• Grafische vormgeving en opmaak: Service unit, MMS• Foto omslag: Ron Steemers© Stichting <strong>Cito</strong> Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2013)Alle rechten voorbehou<strong>de</strong>n. Niets uit dit werk mag zon<strong>de</strong>r voorafg<strong>aan</strong><strong>de</strong> schriftelijketoestemming <strong>van</strong> Stichting <strong>Cito</strong> Instituut voor Toetsontwikkeling wor<strong>de</strong>n openbaar gemaakten/of verveelvoudigd door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> druk, fotokopie, scanning, computersoftware of an<strong>de</strong>reelektronische verveelvoudiging of openbaarmaking, microfilm, geluidskopie, film- of vi<strong>de</strong>okopieof op welke wijze dan ook.Stichting <strong>Cito</strong> Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem heeft getracht alle rechthebben<strong>de</strong>n teachterhalen. Indien iemand meent als rechthebben<strong>de</strong> in <strong>aan</strong>merking te komen, kan hij of zij zichtot <strong>Cito</strong> wen<strong>de</strong>n.2 PPON


SamenvattingIn mei en juni 2012 heeft <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> peiling <strong>Engels</strong> <strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong><strong>de</strong> <strong>basisschool</strong> plaatsgevon<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> peiling inventariseer<strong>de</strong>n weverschillen<strong>de</strong> aspecten <strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod en on<strong>de</strong>rzochtenwe <strong>de</strong> prestaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen in jaargroep 8 voor <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n voor <strong>Engels</strong>. Deelname <strong>van</strong> zes scholendie vroeg vreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijs (VVTO) geven, met leerlingen dieacht jaar <strong>Engels</strong> hebben gehad, maakte <strong>het</strong> mogelijk <strong>de</strong> effecten<strong>van</strong> VVTO voor <strong>Engels</strong> te on<strong>de</strong>rzoeken. Ook is gekeken naar <strong>het</strong>buitenschoolse contact dat leerlingen met <strong>Engels</strong> hebben.De belangrijkste conclusies uit <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> peiling wor<strong>de</strong>n hieron<strong>de</strong>rsamenvattend gepresenteerd.Tijd voor <strong>Engels</strong>Er zijn grote verschillen per school in <strong>de</strong> tijd die in jaargroep 8 <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> besteed wordt.De laagste opgave komt uit op een kleine 7 uur per jaar, <strong>de</strong> hoogste op 90 uur. Gemid<strong>de</strong>ldtrekken scholen in jaargroep 8 in 2012 gemid<strong>de</strong>ld 54 minuten geduren<strong>de</strong> 36 lesweken voor<strong>Engels</strong> uit. Dat is een toename <strong>van</strong> iets meer dan 20% ten opzichte <strong>van</strong> 2006. VVTOleerlingenbeginnen vroeger met <strong>Engels</strong> en beste<strong>de</strong>n, genomen over <strong>de</strong> groepen 1 tot enmet 8, veel meer tijd <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> dan leerlingen op scholen die een EIBO-programma bie<strong>de</strong>n(<strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs).paragraaf 3.1 | pagina 40Metho<strong>de</strong>nHello World, Real English (Let’s Do It) en Take it Easy zijn <strong>de</strong> meest gebruikte metho<strong>de</strong>n.Gemid<strong>de</strong>ld genomen wordt 70% <strong>van</strong> <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> doorgewerkt, maar <strong>de</strong> percentages lopenuiteen <strong>van</strong> 10 tot 100. Hoewel er in jaargroep 8 meer tijd <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> wordt besteed dan in2006, wordt er wat min<strong>de</strong>r uit <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> gewerkt. Drie kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten zet,naast <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>, <strong>Engels</strong>talig beeld- en geluidsmateriaal in <strong>van</strong> radio, tv, cd, dvd of internet.paragraaf 3.2 | pagina 424 PPON


InleidingInleiding


In <strong>de</strong>ze domeinbeschrijving wordt achtereenvolgens ingeg<strong>aan</strong> op:• <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vormen <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>aan</strong>bod <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs;• <strong>de</strong> kerndoelen <strong>Engels</strong> voor <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs;• <strong>het</strong> Europees Referentieka<strong>de</strong>r;• <strong>het</strong> informeel leren <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>;• <strong>de</strong> <strong>aan</strong>sluiting tussen primair en voortgezet on<strong>de</strong>rwijs.1.1 Het <strong>aan</strong>bod <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijsSinds 1986 wordt <strong>Engels</strong> als verplicht on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong> curriculum on<strong>de</strong>rwezen in <strong>het</strong> primairon<strong>de</strong>rwijs. Vanaf <strong>het</strong> begin is ingezet op een communicatieve <strong>aan</strong>pak en als officieuze richtlijnging men uit <strong>van</strong> een <strong>aan</strong>bod <strong>van</strong> 80 tot 100 uur <strong>Engels</strong>, ver<strong>de</strong>eld over jaargroep 7 en 8. In 1993zijn kerndoelen voor <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs geformuleerd.Scholen zijn vrij in <strong>de</strong> vormgeving <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong>. Zij kunnen hun eigen keuzes maken,bijvoorbeeld in <strong>de</strong> groepen waarin zij <strong>Engels</strong> <strong>aan</strong>bie<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> didactiek die zij hanteren, <strong>de</strong>leerkrachten die <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> verzorgen, <strong>de</strong> specifieke <strong>de</strong>skundigheid voor <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>betreffen<strong>de</strong> leerkrachten en <strong>de</strong> tijd die zij <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> beste<strong>de</strong>n. Er bestaat slechts <strong>de</strong> wettelijkeverplichting om <strong>het</strong> vak <strong>aan</strong> te bie<strong>de</strong>n.Uit voorg<strong>aan</strong><strong>de</strong> PPON-peilingen bleek dat tot 2006 zo goed als alle scholen een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong>45 minuten <strong>Engels</strong> per week gaven in jaargroep 7 en jaargroep 8. Dat wil zeggen dat geduren<strong>de</strong>twintig jaar na <strong>de</strong> invoering in 1986 een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leerling in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs, gerekendover 40 effectieve lesweken per schooljaar, ongeveer 60 uur <strong>Engels</strong> kreeg <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n.Lestijd voor <strong>Engels</strong> in voorg<strong>aan</strong><strong>de</strong> peilingen1991 1996 2006Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> lestijd per lesweek 47 minuten 43 minuten 43,5 minuten(Gegevens 1991 en 1996 uit: E<strong>de</strong>lenbos, 2000; gegevens 2006 uit: Heesters, 2008.)Het <strong>aan</strong>bod, dat bekend staat als EIBO (<strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs), werd in <strong>de</strong> meestegevallen verzorgd door <strong>de</strong> eigen groepsleerkracht en sloot veelal <strong>aan</strong> bij een gekozen metho<strong>de</strong>.Daarnaast bo<strong>de</strong>n enkele scholen ‘versterkt EIBO’ <strong>aan</strong>: wekelijks enkele uren <strong>Engels</strong> in jaargroep7 en 8, soms ter voorbereiding op een internationale uitwisseling. Ook kozen een <strong>aan</strong>tal scholenvoor ‘vervroegd EIBO’. Zij startten eer<strong>de</strong>r met <strong>Engels</strong> dan in jaargroep 7, bijvoorbeeld in <strong>de</strong>jaargroepen 5 of 6.Vanaf 2000 is <strong>het</strong> zogenaam<strong>de</strong> ‘vroeg vreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijs’ (VVTO) in Ne<strong>de</strong>rland totontwikkeling gekomen. Dit houdt in dat <strong>van</strong>af <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw (vaak al in jaargroep 1) <strong>Engels</strong>wordt gegeven, dat <strong>Engels</strong> daarbij door <strong>de</strong> leerkracht zo veel mogelijk als voertaal wordtgehanteerd en dat leerlingen <strong>van</strong>af <strong>het</strong> begin wor<strong>de</strong>n <strong>aan</strong>gemoedigd <strong>Engels</strong> te spreken.Voor <strong>het</strong> <strong>aan</strong>bod <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> wor<strong>de</strong>n soms native speakers ingezet. Er zijn ook basisscholen dieDuits of Frans <strong>aan</strong>bie<strong>de</strong>n, maar bij zo’n 90% <strong>van</strong> <strong>de</strong> huidige VVTO-scholen gaat <strong>het</strong> om <strong>Engels</strong>.De afgelopen jaren heeft vroeg vreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijs een sterke groei doorgemaakt. In 2012bo<strong>de</strong>n bijna 650 scholen, een kleine 10% <strong>van</strong> alle scholen voor primair on<strong>de</strong>rwijs in Ne<strong>de</strong>rland,VVTO-<strong>Engels</strong> <strong>aan</strong>.15 De domeinbeschrijving <strong>Engels</strong>


De vorige peiling <strong>Engels</strong> vond, zoals gezegd, plaats in 2006 en heeft <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>taal gepeild tegen <strong>de</strong> achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerndoelen 1998, die tot dat jaar richting gaven <strong>aan</strong>dat on<strong>de</strong>rwijs. Het is <strong>de</strong>rhalve rele<strong>van</strong>t <strong>de</strong> kerndoelen 1998 te leggen naast <strong>de</strong> kerndoelen 2006:Het <strong>aan</strong>bie<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>e taal op <strong>de</strong> <strong>basisschool</strong> heeft enerzijds tot doel kin<strong>de</strong>ren al vroeg vertrouwd te maken met eenvreem<strong>de</strong> taal. An<strong>de</strong>rzijds wordt hiermee <strong>aan</strong>dacht besteed <strong>aan</strong> <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> als belangrijke internationale taal.Leerlingen herkennen <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> als bron <strong>van</strong> leenwoor<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands. Ze leggen <strong>de</strong> basis voor spreken en lezen<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal, uitg<strong>aan</strong>d <strong>van</strong> alledaagse situaties. Leerlingen moeten daartoe een begin maken met <strong>de</strong> verwerving<strong>van</strong> een woor<strong>de</strong>nschat, inzicht krijgen in zinsbouw en <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n kunnen achterhalen.KerndoelenADomein mon<strong>de</strong>linge taalvaardigheid1 De leerlingen begrijpen eenvoudige gesproken teksten over alledaagse situaties.2 De leerlingen begrijpen voldoen<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n om gesproken me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen te kunnen begrijpen overpersoonlijke gegevens, eten en drinken, woonomgeving en tijds<strong>aan</strong>duiding.3 De leerlingen kunnen met elkaar praten over alledaagse situaties; ze hanteren daarbij een begrijpelijke uitspraak.BDomein leesvaardigheid4 De leerlingen begrijpen <strong>de</strong> hoofdzaken <strong>van</strong> een eenvoudige, geschreven tekst.5 De leerlingen kunnen een woor<strong>de</strong>nboek gebruiken en zo <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n achterhalen.Besluit kerndoelen basison<strong>de</strong>rwijs, 1998Het belangrijkste verschil is <strong>de</strong> <strong>aan</strong>dacht voor <strong>de</strong> schrijfwijze <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n, dat in <strong>de</strong> herzienekerndoelen 15 en 16 wordt genoemd, maar in <strong>de</strong> kerndoelen <strong>van</strong> 1998 niet voorkwam.Naast begrip <strong>van</strong> geschreven tekst (1998, B4) is sinds 2006 in kerndoel 13 ook sprake <strong>van</strong>gesproken tekst.De kerndoelen <strong>van</strong> 1998 zijn een versimpeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelen <strong>van</strong> 1993, waarin verschillen<strong>de</strong>thema’s, functies en noties wer<strong>de</strong>n beschreven. Volledigheidshalve geven we in bijlage 1 <strong>de</strong>kerndoelen <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> 1993 weer.In lijn met <strong>de</strong> kerndoelen kent <strong>de</strong>ze domeinbeschrijving twee uitgangspunten:• communicatief han<strong>de</strong>len in authentieke situaties;• didactisch betekenisvolle eenhe<strong>de</strong>n.Het eerste punt sluit <strong>aan</strong> bij <strong>het</strong> doel “om een eerste basis te leggen om te kunnen communicerenmet moe<strong>de</strong>rtaalsprekers of an<strong>de</strong>ren die buiten <strong>de</strong> school <strong>Engels</strong> spreken” (Besluit kerndoelenprimair on<strong>de</strong>rwijs, 2006). Leerlingen dienen een basisgebruiksvaardigheid in <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal teverwerven, zodat zij communicatief a<strong>de</strong>quaat kunnen han<strong>de</strong>len in rele<strong>van</strong>te situaties waarin<strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> vereist of gewenst is. Deze situaties liggen bij voorkeur in <strong>het</strong> verleng<strong>de</strong><strong>van</strong> <strong>de</strong> “eenvoudige alledaagse on<strong>de</strong>rwerpen als ‘woonomgeving’, ‘vrije tijd en hobby’s’, ‘<strong>het</strong>lichaam’ en ‘<strong>het</strong> weer’ ”.17 De domeinbeschrijving <strong>Engels</strong>


Thema’s en vaardighe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> peiling <strong>Engels</strong>ThemaSituatie(Sub)vaardigheidlezen luisteren schrijven spreken spellen woor<strong>de</strong>nschat1 Ontmoeting - groeten X X- bedanken en excuseren X- wie ben je X X- hoe gaat <strong>het</strong> met je X- leeftijd X- hoe zie je eruit / wat voor iemand ben je X X- lichaam en gezondheid X X X X- kleding X- kleuren X X X- familie X X X- vrien<strong>de</strong>n X X- school X X X2 Dagelijks leven - tellen (getallen) X X X- hoeveelhe<strong>de</strong>n X- wonen (in en om <strong>het</strong> huis) X X X X- eten en drinken X X- boodschappen doen / winkelen X X X X- geld X- <strong>het</strong> weer (weersverwachting) X X X- tijd (dag-, week-, jaarin<strong>de</strong>ling; vragen/zeggenhoe laat <strong>het</strong> is) X X X3 On<strong>de</strong>rweg - vakantie/reizen X X X- vervoermid<strong>de</strong>len en verkeer (vragen naar <strong>de</strong>X X Xweg)- ongelukken X X- plaatsen/geografie X- gebouwen X- landschap X X4 Vrije tijd - sport X- spel X- hobby’s X X- dieren/dierentuin X X X X- feestjes en uitjes X X X X- muziek/instrumenten X X5 Communicatie/Informatie/Entertainment- bellen X X- kaart / (ingezon<strong>de</strong>n) brief / memo / e-mail X X- computer X X- radio/televisie/krant X X X- boeken/fictie X- bor<strong>de</strong>n/fol<strong>de</strong>rs X6 Overig - (zelfstandige) werkwoor<strong>de</strong>n X X X X- voorzetsels X X X- zelfstandige naamwoor<strong>de</strong>n X X X X- bijwoor<strong>de</strong>n X X X X- bijvoeglijke naamwoor<strong>de</strong>n X X X X- vragen<strong>de</strong> voornaamwoor<strong>de</strong>n X X X18 PPON


In 2012 verscheen <strong>het</strong> rapport <strong>van</strong> <strong>het</strong> European Survey of Language Competences, eenon<strong>de</strong>rzoek dat <strong>het</strong> ERK-niveau <strong>van</strong> vijftienjarigen in twee mo<strong>de</strong>rne vreem<strong>de</strong> talen in <strong>de</strong>rtienEuropese lan<strong>de</strong>n, waaron<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rland, in beeld heeft gebracht. In twaalf lan<strong>de</strong>n (in Engelandniet) ging <strong>het</strong> daarbij om <strong>Engels</strong> als één <strong>van</strong> die twee talen. Het rapport bevat gegevens over <strong>het</strong>ERK-niveau <strong>van</strong> vijftienjarigen voor <strong>Engels</strong> luisteren, lezen en schrijven. Daaruit blijkt dat bijna60% <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse leerlingen op niveau B2 of hoger presteert voor luisteren, 38% B2 ofhoger haalt voor lezen en dat voor schrijven 48% op niveau B1 zit en 12% op B2 of hoger (Kor<strong>de</strong>s& Gille, 2012).“Het Gemeenschappelijk Europees Referentieka<strong>de</strong>r verschaft een gemeenschappelijke basisvoor <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> lesprogramma’s, leerplanrichtlijnen, examens, leerboeken en <strong>de</strong>rgelijkein heel Europa. Het beschrijft op alomvatten<strong>de</strong> wijze wat taalleer<strong>de</strong>rs moeten leren om een taalte kunnen gebruiken voor communicatie en welke kennis en vaardighe<strong>de</strong>n zij moetenontwikkelen om daarbij doeltreffend te kunnen han<strong>de</strong>len” (Meijer & Noijons, 2008). Het ERKbeschrijft referentieniveaus <strong>van</strong> taalvaardigheid op basis <strong>van</strong>:• niveaus waarop een taalgebruiker kan functioneren, te weten A1, A2, B1, B2, C1 en C2;• domeinen die <strong>de</strong> situaties <strong>aan</strong>dui<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> taal gebruikt wordt, te weten <strong>het</strong>persoonlijke, <strong>het</strong> publieke, <strong>het</strong> professionele en <strong>het</strong> educatieve domein;• <strong>de</strong>elvaardighe<strong>de</strong>n, te weten: lezen, luisteren, spreken-productie, spreken-interactie enschrijven;• <strong>de</strong>scriptoren <strong>van</strong> taalvaardigheid die <strong>aan</strong>geven wat een taalgebruiker kan (<strong>de</strong> can dostatements),bijvoorbeeld bij spreken: “Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruikenom mijn woonomgeving en <strong>de</strong> mensen die ik ken te beschrijven”;• criteria op basis waar<strong>van</strong> vastgesteld kan wor<strong>de</strong>n hoe goed <strong>de</strong> taalgebruiker <strong>het</strong> doet(niveau- of beoor<strong>de</strong>lingscriteria), te weten: reikwijdte, nauwkeurigheid, vloeiendheid,interactie en coherentie.Het ERK gaat uit <strong>van</strong> wat <strong>de</strong> taalleer<strong>de</strong>r in een vreem<strong>de</strong> taal kan en richt zich niet op wat <strong>de</strong>taalleer<strong>de</strong>r niet kan. Dat sluit goed <strong>aan</strong> bij <strong>de</strong> insteek die <strong>van</strong>af <strong>het</strong> begin voor <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong>basison<strong>de</strong>rwijs is gekozen.A1 en A2 kunnen gezien wor<strong>de</strong>n als <strong>het</strong> beginners- respectievelijk gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>nniveau <strong>van</strong> <strong>de</strong>‘basisgebruiker’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong> taal. In globale zin wor<strong>de</strong>n ze als volgt beschreven:A1Kan vertrouw<strong>de</strong> dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen gericht op <strong>de</strong> bevrediging <strong>van</strong> concrete behoeftenbegrijpen en gebruiken. Kan zichzelf <strong>aan</strong> an<strong>de</strong>ren voorstellen en kan vragen stellen en beantwoor<strong>de</strong>n overpersoonlijke gegevens zoals waar hij/zij woont, mensen die hij/zij kent en dingen die hij/zij bezit. Kan op eensimpele wijze reageren, <strong>aan</strong>genomen dat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re persoon langzaam en dui<strong>de</strong>lijk praat en bereid is om tehelpen.A2Kan zinnen en regelmatig voorkomen<strong>de</strong> uitdrukkingen begrijpen die verband hebben met zaken <strong>van</strong> directbelang (bijvoorbeeld persoonsgegevens, familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk). Kan communicerenin simpele en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling over vertrouw<strong>de</strong> en alledaagsekwesties vereisen. Kan in eenvoudige bewoordingen aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> eigen achtergrond, <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijkeomgeving en kwesties op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> diverse behoeften beschrijven.20 PPON


Ter vergelijking <strong>het</strong> laagste niveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘onafhankelijke gebruiker’, B1:B1Kan <strong>de</strong> belangrijkste punten begrijpen uit dui<strong>de</strong>lijke standaardteksten over vertrouw<strong>de</strong> zaken die regelmatigvoorkomen op <strong>het</strong> werk, op school en in <strong>de</strong> vrije tijd. Kan zich red<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> meeste situaties die kunnenoptre<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>het</strong> reizen in gebie<strong>de</strong>n waar <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> taal wordt gesproken. Kan een eenvoudigelopen<strong>de</strong> tekst produceren over on<strong>de</strong>rwerpen die vertrouwd of die <strong>van</strong> persoonlijk belang zijn. Kan eenbeschrijving geven <strong>van</strong> ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities en kan kortre<strong>de</strong>nen en verklaringen geven voor meningen en plannen.Er<strong>van</strong> uitg<strong>aan</strong><strong>de</strong> dat twaalfjarigen in Ne<strong>de</strong>rland voor <strong>Engels</strong> op <strong>de</strong> niveaus A1 en A2functioneren, is een <strong>aan</strong>vullen<strong>de</strong> vraag bij <strong>de</strong> peiling 2012 geweest: op welk niveau presterenNe<strong>de</strong>rlandse leerlingen <strong>aan</strong> <strong>het</strong> eind <strong>van</strong> <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs als gebruikers <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taalin termen <strong>van</strong> <strong>het</strong> ERK?1.4 Informeel lerenOm <strong>de</strong> prestaties voor <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> leerlingen <strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>basisschool</strong> te peilen zijn,zoals gezegd, verschillen<strong>de</strong> instrumenten ingezet. Het vaststellen <strong>van</strong> <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> dieprestaties geeft echter nog niet <strong>aan</strong> wat <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rwijs is geweest in <strong>het</strong>bereiken <strong>van</strong> dat niveau. Ook met <strong>het</strong> in beeld brengen <strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod (in hoofdstuk 3)is een direct verband tussen on<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod en prestaties moeilijk <strong>aan</strong> te tonen. Dat heeftvoor een belangrijk <strong>de</strong>el te maken met <strong>het</strong> feit dat in Ne<strong>de</strong>rland <strong>van</strong>af (zeer) vroege leeftijd veelverwerving <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal via buitenschools leren plaatsvindt, simpelweg door blootstelling<strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>.Ne<strong>de</strong>rlandse leerlingen komen dagelijks in contact met <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal via radio (popmuziek), tv(on<strong>de</strong>rtiteling i.p.v. nasynchronisatie), reclame-uitingen <strong>van</strong> allerlei aard (‘…, simply clever’; ‘…,every day low pricing, high service’; ‘today, tomorrow, …’), computer, internet (YouTube-filmpjesbijvoorbeeld), games en sociale media (chatten, Twitter, Facebook ). De mate en intensiteit <strong>van</strong>dit contact kan per leerling zeer verschillend zijn. In <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>vragenlijst is <strong>de</strong> leerlingengevraagd naar <strong>het</strong> buitenschoolse contact dat zij met <strong>Engels</strong> hebben.1.5 Aansluiting primair en voortgezet on<strong>de</strong>rwijs voor <strong>Engels</strong>Hoewel <strong>het</strong> feitelijk buiten <strong>het</strong> PPON-ka<strong>de</strong>r valt, is <strong>de</strong> <strong>aan</strong>sluiting voor <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> primair naarvoortgezet on<strong>de</strong>rwijs <strong>van</strong> belang. De rele<strong>van</strong>tie hier<strong>van</strong> ligt besloten in <strong>de</strong> nadruk die in basison<strong>de</strong>rwijsen basisvorming (<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw <strong>van</strong> <strong>het</strong> VO) gelegd wordt op een doorlopen<strong>de</strong> leerlijn.Met <strong>het</strong> oog op die <strong>aan</strong>sluiting kan <strong>het</strong> Europees Referentieka<strong>de</strong>r een rol spelen. Het ERKgeeft een beschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsontwikkeling <strong>van</strong> een taalleer<strong>de</strong>r: <strong>van</strong> ‘basis gebruiker’(A1, A2) via ‘onafhankelijke gebruiker’ (B1, B2) naar ‘vaardige gebruiker’ (C1, C2). Alle Ne<strong>de</strong>rlandseleerlingen doorlopen een ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> die ontwikkeling in <strong>de</strong> jaren dat zij basison<strong>de</strong>rwijs volgenen een an<strong>de</strong>r ge<strong>de</strong>elte tij<strong>de</strong>ns hun ‘mid<strong>de</strong>lbareschooltijd’. Ze beginnen op twaalfjarige leeftijd nietopnieuw met <strong>het</strong> leren <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>, ze g<strong>aan</strong> niet terug naar ‘af’, <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> absolutebeginner, maar bouwen voort op <strong>het</strong>geen zij in <strong>de</strong> jaren daarvoor hebben geleerd.Die doorlopen<strong>de</strong> leerlijn is ook beoogd bij <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> kerndoelen voor <strong>het</strong> primairon<strong>de</strong>rwijs: “In <strong>de</strong> brief <strong>aan</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer in 2004, bij <strong>de</strong> <strong>aan</strong>bieding <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> generatiekerndoelen voor <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs, spreekt <strong>de</strong> minister (<strong>van</strong> OC&W) <strong>van</strong> drie essentiële21 De domeinbeschrijving <strong>Engels</strong>


functies <strong>van</strong> kerndoelen. Het zijn:• waarborging <strong>van</strong> <strong>de</strong> doorlopen<strong>de</strong> leerlijn (‘<strong>aan</strong>sluiting’)• waarborging <strong>van</strong> een breed on<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod voor alle leerlingen (‘bre<strong>de</strong> oriëntatie’)• referentieka<strong>de</strong>r bij (publieke) verantwoording (‘verantwoording’).”(Trimbos, Canton, Fasoglio & Meijer, 2006)Een vergelijking <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerndoelen primair on<strong>de</strong>rwijs 2006 met <strong>de</strong> kerndoelen voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw<strong>van</strong> <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs uit 2009 verdui<strong>de</strong>lijkt <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> doorlopen<strong>de</strong> leerlijn.Kerndoelen on<strong>de</strong>rbouw voortgezet on<strong>de</strong>rwijsOok <strong>de</strong> acht kerndoelen voor <strong>het</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>Engels</strong>e taal zijn vooral gericht op <strong>de</strong> communicatieve functie. De nadruk ligtop <strong>Engels</strong> als wereldtaal. Vooral met <strong>de</strong> kerndoelen 11, 14, 15, 16 en 17 kan <strong>de</strong> relatie wor<strong>de</strong>n gelegd met <strong>het</strong> EuropeesReferentieka<strong>de</strong>r (…). Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingenpopulatie kan <strong>de</strong> school zich oriënteren op <strong>de</strong> resultaatbeschrijvingen<strong>van</strong> <strong>de</strong> cellen in A1, A2 en B1 in <strong>het</strong> Referentieka<strong>de</strong>r.(…)11 De leerling leert ver<strong>de</strong>r vertrouwd te raken met <strong>de</strong> klank <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> door veel te luisteren naar gesproken engezongen teksten.12 De leerling leert strategieën te gebruiken voor <strong>het</strong> uitbrei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> zijn <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>nschat.13 De leerling leert strategieën te gebruiken bij <strong>het</strong> verwerven <strong>van</strong> informatie uit gesproken en geschreven <strong>Engels</strong>taligeteksten.14 De leerling leert in <strong>Engels</strong>talige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te or<strong>de</strong>nen en te beoor<strong>de</strong>len opwaar<strong>de</strong> voor hemzelf en an<strong>de</strong>ren.15 De leerling leert in spreektaal an<strong>de</strong>ren een beeld te geven <strong>van</strong> zijn dagelijks leven.16 De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen.17 De leerling leert informeel contact in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> te on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n via e-mail, brief en chatten.18 De leerling leert welke rol <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> speelt in verschillen<strong>de</strong> soorten internationale contacten.OCW, 2010Net als in <strong>de</strong> kerndoelen primair on<strong>de</strong>rwijs wordt gekozen voor een communicatieve bena<strong>de</strong>ringen is er <strong>aan</strong>dacht voor <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n luisteren, lezen en spreken. Daarnaast wor<strong>de</strong>n,explicieter dan in primair on<strong>de</strong>rwijs, woor<strong>de</strong>nschat en schrijven (“e-mail, brief en chatten”)benoemd. Tevens wordt <strong>de</strong> relatie met <strong>het</strong> ERK hier met zoveel woor<strong>de</strong>n gelegd en verwezennaar <strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptoren voor <strong>de</strong> niveaus A1, A2 en B1. Daarmee is <strong>de</strong> <strong>aan</strong>zet tot een doorlopen<strong>de</strong>leerlijn zo goed als gegeven.In <strong>de</strong> <strong>aan</strong>bodvragenlijst is <strong>de</strong> scholen gevraagd naar <strong>de</strong> overdacht <strong>van</strong> leerlinggegevens voor<strong>Engels</strong> <strong>aan</strong> <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs.SamenvattendIn <strong>de</strong> peiling <strong>van</strong> 2012 ligt, net als in 2006, <strong>de</strong> nadruk op communicatief han<strong>de</strong>len in natuurlijkesituaties met veel <strong>aan</strong>dacht voor lezen, luisteren, spreken en woor<strong>de</strong>nschat. Waar mogelijkwordt getracht een indicatie <strong>van</strong> ERK-niveau te geven. Daarnaast is er <strong>aan</strong>dacht voor schrijven(en spellen). Wat <strong>het</strong> <strong>aan</strong>bod betreft wordt specifiek ingeg<strong>aan</strong> op vroeg vreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijsvoor <strong>Engels</strong> en wordt <strong>het</strong> buitenschoolse contact met <strong>Engels</strong> in kaart gebracht.22 PPON


2 Het peilingson<strong>de</strong>rzoekDit hoofdstuk beschrijft <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> <strong>het</strong> peilingson<strong>de</strong>rzoek.We g<strong>aan</strong> in op <strong>de</strong> instrumenten die ingezet zijn, <strong>de</strong> steekproef <strong>van</strong>scholen en leerlingen, <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rzoek, <strong>de</strong> analyse<strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten en <strong>het</strong> toepassen <strong>van</strong> standaar<strong>de</strong>n als referentieka<strong>de</strong>r.Aan <strong>het</strong> <strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kwalitatieveeigenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsschalen beschreven en gevenwe een toelichting op <strong>de</strong> schalen die in hoofdstuk 5 per (sub-)vaardigheid gepresenteerd wor<strong>de</strong>n.2.1 De peilingsinstrumenten2.1.1 AanbodvragenlijstenGegevens over verschillen<strong>de</strong> aspecten <strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod voor <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> primairon<strong>de</strong>rwijs zijn geïnventariseerd met behulp <strong>van</strong> twee schriftelijke vragenlijsten. Een kortevragenlijst is voorgelegd <strong>aan</strong> <strong>de</strong> schoolleiding <strong>van</strong> elke <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> school. Deze vragenlijstbevatte vragen over <strong>de</strong> organisatie en inrichting <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>aan</strong>bod <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> op <strong>de</strong> school.De schoolleiding is gevraagd naar:• <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>aan</strong>bod (regulier EIBO met <strong>Engels</strong> in jaargroep 7 en 8, vervroegd EIBO met<strong>Engels</strong> <strong>van</strong>af jaargroep 5, of vroeg vreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijs met <strong>Engels</strong> <strong>van</strong>af jaargroep 1(VVTO));• <strong>de</strong> geprogrammeer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstijd in elk <strong>van</strong> <strong>de</strong> groepen waarin <strong>Engels</strong> wordt gegeven;• <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> prestaties <strong>van</strong> leerlingen voor <strong>Engels</strong> wor<strong>de</strong>n gemeten;• <strong>de</strong> faciliteiten die <strong>de</strong> school voor <strong>Engels</strong> biedt <strong>aan</strong> leerkrachten;• <strong>de</strong> overdracht <strong>van</strong> leerlinggegevens <strong>aan</strong> <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs.De leerkrachten <strong>Engels</strong> in jaargroep 8 kregen een uitgebrei<strong>de</strong> vragenlijst voorgelegd met vragenover:• <strong>de</strong> overdracht <strong>van</strong> leerlinggegevens <strong>van</strong> jaargroep 7 naar jaargroep 8;• <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijstijd in jaargroep 8;• <strong>de</strong> doelen die <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs voor <strong>Engels</strong> bepalen;• <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> metho<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>re leermid<strong>de</strong>len;• <strong>de</strong> <strong>aan</strong>dacht voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n en subvaardighe<strong>de</strong>n;• <strong>de</strong> werkvormen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> en huiswerk voor <strong>Engels</strong>;• <strong>de</strong> toetsing;• <strong>de</strong> scholing die ze gehad hebben voor <strong>Engels</strong>;Daarnaast zijn <strong>de</strong> leerkrachten gevraagd naar hun mening over <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs enhebben ze een inschatting gemaakt <strong>van</strong> hun <strong>Engels</strong>e taalvaardigheid en die <strong>van</strong> hun leerlingen<strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong> jaargroep 8.In hoofdstuk 3 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze inventarisatie beschreven.24 PPON


2.1.2 Attitu<strong>de</strong>vragenlijst en vaardigheidsmetingOm <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen voor <strong>Engels</strong> te meten zijn per vaardigheid toetsen ontwikkeld.Voor lezen, luisteren, spellen, schrijven en woor<strong>de</strong>nschat zijn schriftelijke toetsen afgenomen.Voor spreken zijn een <strong>aan</strong>tal spreektaken mon<strong>de</strong>ling afgenomen. Daarnaast hebben <strong>de</strong>leerlingen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> noemer Your English Quiz vragen beantwoord over:• hun attitu<strong>de</strong> ten opzichte <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>;• hun buitenschools contact met <strong>Engels</strong>;• hun taalachtergrond;• <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> hun eigen vaardigheid in <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal.Voor lezen zijn 5 opgavenboekjes samengesteld met in totaal 70 opgaven. Van die opgaven zijner 27 overgenomen uit <strong>de</strong> peiling <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> 2006. De opgaven zijn ver<strong>de</strong>eld over <strong>de</strong> opgavenboekjes,zodanig dat elke opgave in 2 (en in een enkel geval in 3) boekjes voorkomt. De opgavenboekjesbevatten 28, 29, 30 of 31 leesopgaven. De boekjes met leesopgaven zijn willekeurig <strong>aan</strong>leerlingen toegekend met een zo groot mogelijke spreiding <strong>van</strong> boekjes binnen een groep.Voor <strong>het</strong> maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> leesopgaven in <strong>het</strong> hen toebe<strong>de</strong>el<strong>de</strong> boekje had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> leerlingen50 minuten <strong>de</strong> tijd.De 4 opgavenboekjes voor luisteren bevatten in totaal 47 opgaven, 21 daar<strong>van</strong> zijn i<strong>de</strong>ntiek <strong>aan</strong>opgaven in <strong>de</strong> peiling <strong>Engels</strong> uit 2006. Net als bij lezen, zijn <strong>de</strong> luisteropgaven zo ver<strong>de</strong>eld over<strong>de</strong> luisterboekjes dat elke opgave in 2 boekjes voorkomt. Van <strong>de</strong> luisteropgaven had<strong>de</strong>n er 14betrekking op beeld- en geluidsmateriaal (kijk- en luistertoets). De gesproken tekst gaat daarbijvergezeld <strong>van</strong> passen<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n. De overige 33 opgaven waren opgaven bij gesproken tekst:een interview, dialogen en berichten. De luistertaken zijn, net als in 2006, klassikaal via dvdafgenomen. Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong> opgavenboekje heeft elke <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> leerling 23 of 24 luisteropgavengemaakt. De afname <strong>van</strong> <strong>het</strong> luisteron<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el duur<strong>de</strong> ongeveer 30 minuten.Om <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nschat te peilen zijn in totaal 106 opgaven <strong>aan</strong> leerlingen voorgelegd, waar<strong>van</strong> er31 ongewijzigd zijn overgenomen uit <strong>het</strong> peilingson<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> 2006. Die 106 opgaven zijn zover<strong>de</strong>eld over 5 boekjes dat ie<strong>de</strong>re opgave in 2 woor<strong>de</strong>nschatboekjes voorkomt. Net als <strong>de</strong>leesboekjes zijn <strong>de</strong> boekjes met woor<strong>de</strong>nschatopgaven willekeurig <strong>aan</strong> leerlingen toebe<strong>de</strong>eld,met een zo groot mogelijke spreiding binnen een groep. Op <strong>de</strong>ze manier heeft een individueleleerling 42, 43 of 44 woor<strong>de</strong>nschatopgaven ged<strong>aan</strong>, afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong> toebe<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opgavenboekje.Bij 27 opgaven wer<strong>de</strong>n leerlingen gevraagd één of meer<strong>de</strong>r <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n op te schrijven.Deze opgaven zijn één keer beoor<strong>de</strong>eld op woordkennis (schrijft <strong>de</strong> leerling <strong>het</strong> goe<strong>de</strong> woordop?) en een twee<strong>de</strong> keer op <strong>de</strong> schrijfwijze of spelling (spelt <strong>de</strong> leerling dat woord goed?).Door <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> opgaven over <strong>de</strong> boekjes kreeg een leerling 10, 11 of 12 <strong>van</strong> <strong>de</strong>zeopgaven te maken.Aan <strong>het</strong> eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> serie opgaven in <strong>het</strong> woor<strong>de</strong>nschatboekje kreeg elke leerling eenschrijfopdracht voorgelegd. Het betrof een opdracht om een vakantiekaartje te schrijven <strong>aan</strong>een vriend of om een e-mail <strong>aan</strong> een <strong>Engels</strong>talige klasgenoot te schrijven over een feestje.Deze schrijfopdrachten zijn beoor<strong>de</strong>eld door getrain<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laars <strong>aan</strong> <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> eenspecifiek beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l.Voor <strong>het</strong> maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nschatopgaven en <strong>de</strong> schrijfopdracht kregen <strong>de</strong> leerlingen50 minuten <strong>de</strong> tijd.Voor spreken zijn <strong>de</strong> zes spreektaken uit <strong>de</strong> peiling <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> 2006 zo goed als ongewijzigdingezet. De spreektaken zijn door <strong>de</strong> toetslei<strong>de</strong>r één op één bij leerlingen afgenomen metbehulp <strong>van</strong> een laptop. De uitingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen zijn op <strong>de</strong> laptop opgenomen. In elke25 Het peilingson<strong>de</strong>rzoek


De toetslei<strong>de</strong>r begon met een korte introductie <strong>van</strong> zichzelf en <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong>el<strong>de</strong>vervolgens <strong>de</strong> vooraf voor elke leerling samengestel<strong>de</strong> mapjes met opgaven en vragenlijst uit.Na een korte instructie <strong>aan</strong> <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> een enkele voorbeeldopgave gingen <strong>de</strong> leerlingen <strong>aan</strong><strong>het</strong> werk. De afname <strong>van</strong> <strong>het</strong> luisteron<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el vond klassikaal plaats, veelal met gebruikmaking<strong>van</strong> <strong>het</strong> digitale schoolbord. De kijk- en luistertoets was voor alle leerlingen in een groep<strong>het</strong>zelf<strong>de</strong>, maar ken<strong>de</strong> wel vier varianten. Na afloop <strong>van</strong> <strong>de</strong> luistertoets beantwoord<strong>de</strong>n <strong>de</strong>leerlingen YOUR ENGLISH QUIZ, <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>vragenlijst. De volgor<strong>de</strong> waarin leerlingen werkten<strong>aan</strong> <strong>de</strong> lees- en woor<strong>de</strong>nschatopgaven varieer<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> toetsboekjes voor woor<strong>de</strong>nschat was ookeen communicatieve schrijfopdracht opgenomen. De afname <strong>van</strong> <strong>de</strong> toetsen werd on<strong>de</strong>rbrokendoor <strong>de</strong> ochtendpauze. In <strong>de</strong> praktijk was dat na afronding <strong>van</strong> twee <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie schriftelijketoetsen. De geplan<strong>de</strong> afnametijd <strong>van</strong> drie kwatier per on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el bleek voldoen<strong>de</strong> tot ruimvoldoen<strong>de</strong> voor alle leerlingen. Aan <strong>het</strong> eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> ochtend of soms na <strong>de</strong> middagpauze nam<strong>de</strong> toetslei<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> spreektaken af bij individuele leerlingen.De <strong>aan</strong>bodvragenlijsten voor <strong>de</strong> schoolleiding en voor <strong>de</strong> leraren waren voorafg<strong>aan</strong><strong>de</strong> <strong>aan</strong> <strong>het</strong>bezoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> toetslei<strong>de</strong>rs naar <strong>de</strong> scholen verzon<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> meeste gevallen zijn ze ingevuldmeegegeven <strong>aan</strong> <strong>de</strong> toetslei<strong>de</strong>rs, in een enkel geval met <strong>de</strong> post retour gestuurd.2.4 De analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultatenOp <strong>de</strong> verkregen gegevens uit <strong>de</strong> vaardigheidsmeting zijn psychometrische analyses uitgevoerdmet behulp <strong>van</strong> OPLM (Verhelst, Glas en Verstralen, 1993). Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze analyses zijnvaardigheidsschalen voor lezen, luisteren, schrijven, spreken en woor<strong>de</strong>nschat samengesteld.Voor lezen, luisteren, spreken en woor<strong>de</strong>nschat zijn ook analyses uitgevoerd voor <strong>de</strong> jaarvergelijkingmet <strong>de</strong> peilingresultaten uit 2006. De tabel op pagina 31 geeft een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong>psychometrische eigenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vaardigheidsschalen voor <strong>Engels</strong>.Het <strong>aan</strong>tal opgaven bij <strong>de</strong> analyses voor <strong>de</strong> jaarvergelijking 2006-2012 is meestal <strong>aan</strong>merkelijkgroter dan <strong>het</strong> <strong>aan</strong>tal opgaven bij <strong>de</strong> analyses voor 2012 alleen. Voor lezen, luisteren enwoor<strong>de</strong>nschat is bij <strong>de</strong> jaarvergelijking naast nieuw ontwikkel<strong>de</strong> opgaven voor <strong>de</strong> peiling 2012en opgaven uit 2006 die in 2012 opnieuw zijn ingezet, tevens gebruikgemaakt <strong>van</strong> een <strong>de</strong>el <strong>van</strong><strong>de</strong> opgaven die alleen in 2006 zijn <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n. Voor spreken is <strong>de</strong> opgavenverzameling in <strong>de</strong>jaarvergelijking juist kleiner door kleine <strong>aan</strong>passingen in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>llen in 2012:steeds als daar<strong>van</strong> sprake was, zijn <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> opgaven in <strong>de</strong> jaarvergelijking buitenbeschouwing gelaten. In alle gevallen is ervoor gezorgd dat <strong>het</strong> <strong>aan</strong>tal gemeenschappelijkeopgaven voldoen<strong>de</strong> was om <strong>de</strong> jaarvergelijking uit te kunnen voeren.Het kalibreren <strong>van</strong> een opgavenverzameling ten behoeve <strong>van</strong> een vaardigheidsschaal is eenom<strong>van</strong>grijke klus. We g<strong>aan</strong> er op <strong>de</strong>ze plek niet uitvoerig op in, maar beperken ons tot <strong>het</strong>volgen<strong>de</strong>. Het is <strong>van</strong> belang dat opgaven voldoen<strong>de</strong> passen op <strong>de</strong> vaardigheidsschaal. Bijonvoldoen<strong>de</strong> passing wordt gecontroleerd op:• multi-dimensionaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> opgaven;• homogeniteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingpopulatie met betrekking tot <strong>de</strong> opgaven.Het doel is te komen tot een opgavenverzameling waarvoor in principe geldt dat:• individuele opgaven binnen <strong>het</strong> mo<strong>de</strong>l passen;• opgaven in verschillen<strong>de</strong> groepen leerlingen op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze functioneren, dusonafhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> groep (vrijwel) <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> itemparameters hebben;• er een zoveel mogelijk homogene ver<strong>de</strong>ling is <strong>van</strong> <strong>de</strong> p-waar<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> Si-toetsen over <strong>het</strong>interval (0,1) met zo weinig mogelijk significante waar<strong>de</strong>n;• <strong>de</strong> R1c-toets niet significant is.30 PPON


Psychometrische eigenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsschalen <strong>Engels</strong>DiscriminatieindicesVer<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> p-waar<strong>de</strong>n op Si-toetsen 2 R1c-toets 3 Aantal leerlingen1 per opgave4Schaal<strong>aan</strong>tal opgavenrangegeom. gem.≤ .05-.1-.2-.3-.4-.5-.6-.7-.8-.9-1.0?R1cdfpgem.rangeLezen68 1 - 7 2.9 5 7 10 9 2 3 9 3 5 4 11 0 585,44 544 .11 551 520 - 798(2012)Lezen107 1 - 7 3.0 5 8 12 7 3 4 10 8 14 10 17 0 1018,13 927 .02 619 445 - 1009(2006-2012) 5Luisteren44 1 - 5 2.8 3 3 5 2 5 4 5 5 4 3 5 0 415,94 335 .00 663 655 - 670(2012)Luisteren64 1 - 6 3.0 3 4 4 2 5 8 5 6 7 4 13 2 727,51 617 .00 709 187 - 1301(2006-2012)Spelling19 2 - 4 3.0 0 1 1 1 1 1 1 3 2 2 6 0 109,27 120 .75 264 259 - 274(2012)Schrijven27 1 - 4 2.8 1 2 7 4 0 3 1 1 2 5 1 0 166,90 103 .00 795 795 - 795(2012, e-mail)Schrijven30 2 - 4 2.7 4 1 2 3 4 2 1 0 1 3 7 2 112,10 110 .43 529 529 - 529(2012, kaart)Spreken213 1 - 7 3.0 6 6 12 12 8 9 23 15 13 26 61 22 474,53 544 .98 169 134 - 204(2012)Spreken120 1 - 7 3.0 40 13 10 12 8 7 9 7 6 7 1 0 2748,59 1094 .00 425 381 - 452(2006-2012) 6Woor<strong>de</strong>nschat 101 1 - 6 2.8 10 8 12 13 4 6 4 10 7 15 12 0 836,37 788 .11 529 520 - 535(2012)Woor<strong>de</strong>nschat(2006-2012)167 1 - 7 3.0 19 8 12 14 13 18 9 16 10 16 32 0 1777,18 1452 .00 568 480 - 10291 Range en geometrisch gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> discriminatie-indices <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze opgaven.Deze indices bepalen <strong>de</strong> lengte <strong>van</strong> <strong>de</strong> op <strong>de</strong> vaardigheidsschalen afgebeel<strong>de</strong> IRT-segmenten: relatief hogereindices lei<strong>de</strong>n tot kortere segmenten.2 Overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> overschrijdingskansen voor <strong>de</strong> Si-toetsen (Verhelst, 1993). Si-toetsen zijn bedoeld om tij<strong>de</strong>ns<strong>de</strong> kalibratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> opgavenverzameling mo<strong>de</strong>lschendingen op opgavenniveau te ont<strong>de</strong>kken. De tabel toont<strong>het</strong> eindresultaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> kalibratie. In principe wordt een rechte ver<strong>de</strong>ling verwacht over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nintervallen, waarbij <strong>de</strong> eerste twee intervallen dan samengenomen moeten wor<strong>de</strong>n.3 De R1c-toets is een globale toets die beschouwd kan wor<strong>de</strong>n als een combinatie <strong>van</strong> Si-toetsen (Verhelst,1993). De tabel bevat <strong>de</strong> toetsingsgrootheid R1c, <strong>de</strong> vrijheidsgra<strong>de</strong>n (df) en <strong>de</strong> overschrijdingskans (p).4 Omdat <strong>het</strong> hier geen standaard toetsen betreft maar opgavenverzamelingen, varieert meestal <strong>het</strong> <strong>aan</strong>talleerlingen per opgave in een verzameling. Per schaal wordt daarom <strong>het</strong> gemid<strong>de</strong>ld <strong>aan</strong>tal leerlingen peropgave vermeld naast <strong>het</strong> minimum en maximum <strong>aan</strong>tal (range).5 98 items maar 107 scorepunten (polytome items)6 Bij <strong>de</strong> analyses voor <strong>de</strong> jaarvergelijking spreken tussen 2006 en 2012 is slechts vergeleken op die opgaven (op<strong>het</strong> beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l) die in 2012 en 2006 volledig overeenstem<strong>de</strong>n.31 Het peilingson<strong>de</strong>rzoek


Dat <strong>het</strong> laatste criterium bij <strong>de</strong> meeste schalen niet wordt gerealiseerd, kan toegeschrevenwor<strong>de</strong>n <strong>aan</strong> <strong>het</strong> grote <strong>aan</strong>tal waarnemingen op <strong>de</strong> opgaven (vaak meer dan duizend peropgave), waardoor relatief kleine verschillen toch significant wor<strong>de</strong>n. Additionele analyseshebben dan inmid<strong>de</strong>ls uitgewezen dat ver<strong>de</strong>rg<strong>aan</strong><strong>de</strong> itemselecties geen bijdrage meer leveren<strong>aan</strong> een verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> R1c-toets, waarop <strong>de</strong> schaal wordt geaccepteerd. Significanteafwijkingen wor<strong>de</strong>n geacht weinig betekenis te hebben zolang <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> R1c niet meerdan een factor 1.5 afwijkt <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>aan</strong>tal vrijheidsgra<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> toetsingsgrootheid. De factor 1.5wordt alleen bij <strong>de</strong> vaardigheidsschaal voor spreken overschre<strong>de</strong>n.2.5 De standaar<strong>de</strong>nBij <strong>de</strong> beschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen in hoofdstuk 5 wordt regelmatigverwezen naar standaar<strong>de</strong>n per vaardigheid. Deze standaar<strong>de</strong>n vormen een referentieka<strong>de</strong>rvoor evaluatie en interpretatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten. Op <strong>de</strong> leerlingresultaten uit <strong>de</strong>peiling <strong>Engels</strong> 2012 zijn <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n toegepast als op <strong>de</strong> in 2006 verkregen gegevens.Het zijn <strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n die zijn vastgesteld tij<strong>de</strong>ns <strong>het</strong> standaar<strong>de</strong>non<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> september2007, uitgevoerd volgens <strong>de</strong> binnen <strong>het</strong> project PPON ontwikkel<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>. Voor eenbeschrijving <strong>van</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek verwijzen we naar Heesters (2008). We volst<strong>aan</strong> hier met eenkorte opsomming <strong>van</strong> elementen die in <strong>het</strong> standaar<strong>de</strong>non<strong>de</strong>rzoek een rol hebben gespeeld.• Het is <strong>van</strong> belang te evalueren of en in hoeverre <strong>de</strong> kerndoelen voor <strong>Engels</strong> (zie paragraaf 1.2)wor<strong>de</strong>n gerealiseerd. De kerndoelen zijn globaal en formuleren geen niveau <strong>van</strong> beheersing.Aansluitend bij <strong>de</strong> kerndoelen is dat in <strong>het</strong> standaar<strong>de</strong>non<strong>de</strong>rzoek wel ged<strong>aan</strong> voor leesvaardigheid,luistervaardigheid en woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong>.• Drie standaar<strong>de</strong>n zijn ge<strong>de</strong>finieerd en beschreven: <strong>de</strong> standaard Minimum, <strong>de</strong> standaardVoldoen<strong>de</strong> en <strong>de</strong> standaard Gevor<strong>de</strong>rd. De standaard Voldoen<strong>de</strong> geeft <strong>aan</strong> op welk niveauvolgens <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laars in <strong>het</strong> standaar<strong>de</strong>non<strong>de</strong>rzoek, re<strong>de</strong>nerend <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> kerndoelen en<strong>het</strong> curriculum <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> vaardigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen zou moetenzitten. Het is goed te be<strong>de</strong>nken dat in <strong>het</strong> standaardon<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> 2007 <strong>het</strong> EIBO-<strong>aan</strong>bodlei<strong>de</strong>nd is geweest.• Voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rst<strong>aan</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong>finities gehanteerd:Definities <strong>van</strong> standaar<strong>de</strong>nStandaar<strong>de</strong>nOmschrijvingMinimumVoldoen<strong>de</strong>Gevor<strong>de</strong>rdHet niveau <strong>aan</strong> waarop leerlingen voor lezen, luisteren en woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong> minstens moetenpresteren. Dit niveau zou<strong>de</strong>n bijna alle leerlingen moeten bereiken <strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs.De verwachting is dat dit niveau door 90-95% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen wordt gerealiseerd.Leerlingen op of boven dit niveau realiseren een voldoen<strong>de</strong> mate <strong>van</strong> beheersing als <strong>het</strong> gaat om lezen,luisteren en woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong>. Verwacht mag wor<strong>de</strong>n dat 70-75% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen in jaargroep 8dit niveau bereikt.Deze standaard geeft een niveau <strong>aan</strong> dat <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>het</strong> curriculum voor <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijsoverstijgt.Om <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> 2012 te waar<strong>de</strong>ren zijn <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len op <strong>de</strong> schaal zoals vastgesteld in 2006getransformeerd naar <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> schaal <strong>van</strong> 2012. Dat is weergegeven in bijg<strong>aan</strong><strong>de</strong>tabel. In <strong>het</strong> geval <strong>van</strong> luisteren heeft <strong>de</strong>ze transformatie geen effect, omdat er geen verschil invaardigheid is gemeten voor <strong>de</strong> twee peilingsjaren.32 PPON


Medi<strong>aan</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>het</strong> standaar<strong>de</strong>non<strong>de</strong>rzoek lezen, luisteren en woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong>in 2006 en 2012Standaard Lezen Luisteren Woor<strong>de</strong>nschat2006 2012 2006 2012 2006 2012Minimum 180 166 170 170 200 178Voldoen<strong>de</strong> 250 236 230 230 250 228Gevor<strong>de</strong>rd 300 286 290 290 305 2832.6 Rapportage <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultatenIn hoofdstuk 5 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen beschreven. Met behulp <strong>van</strong> een <strong>aan</strong>talvoorbeeldopgaven illustreren we hoe goed leerlingen in jaargroep 8 <strong>Engels</strong> lezen, luisteren,schrijven, spreken en over welke <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>nschat zij beschikken. We g<strong>aan</strong> in op verschillentussen groepen leerlingen en geven <strong>aan</strong> in hoeverre <strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gerealiseerd.Tevens rapporteren we bevindingen over <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> attitu<strong>de</strong> ten opzichte <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> enbuitenschools contact met <strong>Engels</strong> op <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> leerlingen. Bij <strong>de</strong> presentatie <strong>van</strong> welkeopgaven leerlingen met een bepaal<strong>de</strong> vaardigheid beheersen, wordt gebruikgemaakt <strong>van</strong> eendiagram: <strong>de</strong> vaardigheidsschaal. In <strong>de</strong>ze paragraaf beel<strong>de</strong>n we een voorbeeld af met toelichting(zie pagina 34-35).De afbeelding bestaat uit een bre<strong>de</strong> kolom <strong>aan</strong> <strong>de</strong> linkerzij<strong>de</strong> en vijf smallere kolommen <strong>aan</strong> <strong>de</strong>rechterzij<strong>de</strong>. In <strong>het</strong> linker<strong>de</strong>el st<strong>aan</strong> afgebeeld:• <strong>de</strong> vaardigheidsschaal met <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling binnen <strong>de</strong> leerlingpopulatie;• <strong>de</strong> moeilijkheidsgraad <strong>van</strong> een <strong>aan</strong>tal voorbeeldopgaven;• <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n Minimum, Voldoen<strong>de</strong> en Gevor<strong>de</strong>rd.In <strong>het</strong> rechter<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding st<strong>aan</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsver<strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> een <strong>aan</strong>tal groepenleerlingen. In <strong>het</strong> voorbeeld zijn <strong>de</strong> vaardigheidsver<strong>de</strong>lingen voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> niveaus <strong>van</strong>vier variabelen weergegeven, te weten: peilingsjaar, formatiegewicht, geslacht, doorstroom VOen <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong>.De vaardigheidsschaal en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling in <strong>de</strong> leerlingpopulatieDe vaardigheidsschalen zijn geconstrueerd met behulp <strong>van</strong> een itemresponsmo<strong>de</strong>l. De <strong>aan</strong>nameis dat <strong>de</strong> vaardigheid bij bena<strong>de</strong>ring normaal ver<strong>de</strong>eld is in <strong>de</strong> populatie. De maatver<strong>de</strong>ling op<strong>de</strong> schaal is ter vrije keuze. In PPON is ervoor gekozen om <strong>het</strong> lan<strong>de</strong>lijk gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingpopulatie in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgroep – eind jaargroep 8 in 2012 – op schaalwaar<strong>de</strong> 250 testellen en <strong>de</strong> standaardafwijking op 50. De vaardigheidsschaal wordt steeds afgebeeld tussen<strong>de</strong> vaardigheidsscores 100 en 400, een bereik dus <strong>van</strong> 3 standaardafwijkingen boven en 3 on<strong>de</strong>r<strong>het</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong> 250. Geheel rechts in <strong>het</strong> voorbeeld st<strong>aan</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsscores vermeld,oplopend met een waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> 50.Links zijn <strong>de</strong> percentielen 10, 25, 50, 75 en 90 weergegeven. Een percentiel geeft <strong>aan</strong> hoeveelprocent <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen in <strong>de</strong> populatie <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> of een lagere vaardigheidsscore heeft.In <strong>het</strong> voorbeeld ligt percentiel 25 op vaardigheidsscore 216. Dit zou betekenen dat 25% <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen een vaardigheidsscore <strong>van</strong> 216 of lager heeft. 75% heeft dan een hogere score.Percentiel 50 ligt steeds op vaardigheidsscore 250, <strong>de</strong> score <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leerling.33 Het peilingson<strong>de</strong>rzoek


De vaardigheidsschaalEen voorbeeld400De percentielen 90, 75, 50, 25 en 10 geven <strong>de</strong> vaardigheidsver<strong>de</strong>lingin <strong>de</strong> leerlingpopulatie <strong>aan</strong>. Percentiel 25 betekent dat25% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen een lagere vaardigheidsscore heeft en75% een hogere. De vaardigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> percentiel-10 leerling op<strong>de</strong> 100-400 schaal is 186, 250 is <strong>de</strong> percentiel-50 score en 314 is<strong>de</strong> vaardigheidsscore bij percentiel-90.9035030075Gevor<strong>de</strong>rdDeskundige beoor<strong>de</strong>laars hebben standaar<strong>de</strong>n vastgesteld voordrie verschillen<strong>de</strong> vaardigheidsniveaus. Voor elke standaard is<strong>het</strong> interkwartielbereik <strong>van</strong> hun oor<strong>de</strong>len afgebeeld.5025025Voldoen<strong>de</strong>Elk balkje illustreert <strong>de</strong> moeilijkheidsgraad <strong>van</strong> een opgave.De bovenkant <strong>van</strong> <strong>het</strong> balkje geeft <strong>het</strong> vaardigheidsniveau <strong>aan</strong>waarbij leerlingen 80% kans hebben om <strong>de</strong> opgave goed temaken. De on<strong>de</strong>rkant geeft <strong>de</strong> vaardigheid <strong>aan</strong> die nodig is om50% kans te hebben <strong>de</strong> opgave goed te maken. Leerlingen meteen vaardigheid op of boven <strong>de</strong> 80% kans op een goedantwoord beheersen <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> opgave goed, leerlingenon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 50% kans beheersen die opgave onvoldoen<strong>de</strong> enleerlingen tussen <strong>de</strong> 50% en 80% beheersen <strong>de</strong>ze opgave matig.Een matige beheersing loopt uiteen <strong>van</strong> re<strong>de</strong>lijk goed (<strong>het</strong>donkere <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong> balkje) tot net voldoen<strong>de</strong> (<strong>het</strong> lichtere <strong>de</strong>el<strong>van</strong> <strong>het</strong> balkje).10Minimum200150100Op <strong>de</strong>ze vaardigheidsschaal is <strong>de</strong> moeilijkheid <strong>van</strong> tien opgavenafgebeeld. Deze opgaven zijn als voorbeeldopgaven opgenomenin <strong>de</strong> balans. Ze wor<strong>de</strong>n in volgor<strong>de</strong> <strong>van</strong> oplopen<strong>de</strong> moeilijkheidgepresenteerd.© <strong>Cito</strong>Percentiel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10OpgavenGoedMatigOnvoldoen<strong>de</strong>Standaar<strong>de</strong>nVaardigheidsscoreBeheersingsniveau34 PPON


40035090300De vaardigheidsschaal <strong>van</strong> <strong>het</strong> PPON-on<strong>de</strong>rzoek isgenormeerd naar een schaal met een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong> 250en een standaardafwijking <strong>van</strong> 50. Afgebeeld is <strong>het</strong>vaardigheidsbereik <strong>van</strong> 100 tot 400 (<strong>het</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> + / –drie standaardafwijkingen).7550250Elk <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze balkjes brengt <strong>de</strong> vaardigheidsver<strong>de</strong>lingbinnen een groep leerlingen in beeld. Een sterretje geeft <strong>de</strong>gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> vaardigheid in een groep <strong>aan</strong> (percentiel-50),<strong>de</strong> punten <strong>van</strong> boven naar bene<strong>de</strong>n respectievelijk <strong>de</strong>percentielscores 90, 75 25 en 10 <strong>van</strong> een groep.2510200150In dit voorbeeld zijn <strong>de</strong> vaardigheidsver<strong>de</strong>lingen voorenkele groepen weergegeven. Op <strong>de</strong>ze manier is <strong>de</strong>vaardigheid <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> groepen gemakkelijk tevergelijken. Hier zijn vergelijken<strong>de</strong>rwijs afgebeeld:• leerlingen in 2012 – leerlingen in 2006;• leerlingen met respectievelijk formatiegewicht 0.00,formatiegewicht 0.30 en formatiegewicht 1.20• jongens – meisjes;• leerlingen die doorstromen naar verschillen<strong>de</strong> typen VO.• leerlingen met een verschillend on<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod voor<strong>Engels</strong>: EIBO (VVTO_nee) of VVTO (VVTO_ja);100Percentiel20122006Jaar1.2jongensmeisjesGeslachtBBKBGThavovwoDoorstroomneeVVTOjaFormatie-0.0gewicht0.3Vaardigheidsscore9075502510Percentiel<strong>aan</strong>duidingenBB = basisberoepsgerichte leerwegKB = ka<strong>de</strong>rberoepsgerichte leerwegGT = gemengd/theoretische leerweghavo = hoger algemeen voortgezet on<strong>de</strong>rwijsvwo = voorberei<strong>de</strong>nd wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwijsVVTO = vroeg vreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijs35 Het peilingson<strong>de</strong>rzoek


De moeilijkheidsgraad <strong>van</strong> <strong>de</strong> opgavenEen beken<strong>de</strong> manier om <strong>de</strong> moeilijkheidsgraad <strong>van</strong> een opgave <strong>aan</strong> te geven, is <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong>p-waar<strong>de</strong>. Een p-waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> 0.80 betekent dat 80% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen die opgave correct heeftbeantwoord. Een opgave met een p-waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> 0.50 is dus moeilijker dan een met een p-waar<strong>de</strong><strong>van</strong> 0.75. Een opgave is echter niet voor alle leerlingen even moeilijk te maken. Hoe leesvaardigereen leerling bijvoorbeeld is in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>, hoe groter <strong>de</strong> kans een leesopgave <strong>Engels</strong>goed te beantwoor<strong>de</strong>n. Die relatie wordt voor een <strong>aan</strong>tal opgaven weergegeven met verticalebalkjes. Het balkje begint op <strong>het</strong> punt dat <strong>de</strong> kans om die opgave goed te maken 50% is.Leerlingen op dit vaardigheidsniveau zullen gemid<strong>de</strong>ld vijf <strong>van</strong> <strong>de</strong> tien opgaven <strong>van</strong> dit typegoed maken. Naarmate een opgave moeilijker is, ligt dat beginpunt steeds hoger op <strong>de</strong> schaal.De opgaven zijn gerangschikt naar oplopen<strong>de</strong> moeilijkheidsgraad.Het balkje eindigt op <strong>het</strong> punt dat <strong>de</strong> kans op <strong>het</strong> correcte antwoord 80% is. Leerlingen op ditvaardigheidsniveau zullen gemid<strong>de</strong>ld acht <strong>van</strong> <strong>de</strong> tien opgaven <strong>van</strong> dit soort goed doen.Het kleurverloop in <strong>het</strong> balkje, <strong>van</strong> lichter naar donker<strong>de</strong>r, symboliseert <strong>de</strong> toename in <strong>de</strong> kansom <strong>de</strong> opgave goed te maken.De balkjes maken inzichtelijk welke drie niveaus we on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> beheersing <strong>van</strong> eenopgave:• Er is sprake <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> beheersing wanneer <strong>de</strong> kans op een goed antwoord 80% of groter is.De leerling heeft dan een vaardigheidsscore die gelijk ligt met <strong>de</strong> bovenkant <strong>van</strong> <strong>het</strong> balkje ofdaarboven ligt.• Ligt <strong>de</strong> kans op een goed antwoord tussen 50% en 80%, dan spreken we <strong>van</strong> een matigebeheersing. Dit is gebied op <strong>de</strong> vaardigheidsschaal tussen <strong>de</strong> boven- en on<strong>de</strong>rkant <strong>van</strong> <strong>het</strong>balkje.• We spreken <strong>van</strong> onvoldoen<strong>de</strong> beheersing <strong>van</strong> een opgave wanneer <strong>de</strong> kans op een goedantwoord kleiner is dan 50%. De vaardigheidsscore <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerling ligt dan gelijk met <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rkant <strong>van</strong> <strong>het</strong> balkje of daaron<strong>de</strong>r.De per vaardigheid afgebeel<strong>de</strong> voorbeeldopgaven vormen een selectie <strong>van</strong> alle opgaven op <strong>de</strong>schaal. Zij vormen een goe<strong>de</strong> afspiegeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke aspecten die met <strong>de</strong> opgavenwor<strong>de</strong>n gemeten. Daarnaast geven zij een goed beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> spreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> moeilijkheidsgraad<strong>van</strong> <strong>de</strong> opgaven over <strong>de</strong> gehele schaal.Standaar<strong>de</strong>nDe standaar<strong>de</strong>n Minimum, Voldoen<strong>de</strong> en Gevor<strong>de</strong>rd (zie paragraaf 2.5) st<strong>aan</strong> afgebeeld alsdonkere, horizontale balken. De breedte <strong>van</strong> die balken geeft een indicatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> variatie inoor<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laars die in 2007 <strong>de</strong>elnamen <strong>aan</strong> <strong>het</strong> standaar<strong>de</strong>non<strong>de</strong>rzoek.In <strong>het</strong> voorbeeld is te zien dat <strong>de</strong> leerlingen op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> standaard Minimum <strong>de</strong> eersteopgave goed moeten beheersen, opgave 2 bijna goed en opgave 3 re<strong>de</strong>lijk goed. Opgaven zoalsvoorbeeldopgave 4 zou<strong>de</strong>n leerlingen op dit niveau matig moeten beheersen. De overigeopgaven hoeven volgens <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laars op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> standaard Minimum nietbeheerst te wor<strong>de</strong>n.De verschillen tussen <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laars voor <strong>de</strong> standaard Minimum zijn klein, <strong>het</strong>geen blijkt uit<strong>de</strong> relatief smalle band voor <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>len voor <strong>de</strong>ze standaard. De band voor <strong>de</strong>standaard Voldoen<strong>de</strong> is bre<strong>de</strong>r: <strong>de</strong> overeenstemming tussen beoor<strong>de</strong>laars voor <strong>de</strong>ze standaardwas min<strong>de</strong>r groot. Voor <strong>de</strong> standaard Gevor<strong>de</strong>rd liepen <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len nog ver<strong>de</strong>r uiteen.Met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> opgave 8, 9 en 10 wor<strong>de</strong>n op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> standaard Gevor<strong>de</strong>rd alleopgaven goed beheerst.Het voorbeeld laat ook zien in hoeverre leerlingen <strong>de</strong>ze standaar<strong>de</strong>n bereiken: meer dan 90%<strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen bereikt <strong>de</strong> standaard Minimum en iets meer dan 50% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen bereikt<strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong>. Zoals in paragraaf 2.5 uiteengezet, zou <strong>de</strong> standaard Minimum door90% tot 95% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen gehaald moeten wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong> door 70%36 PPON


tot 75% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen. In <strong>het</strong> voorbeeld wordt dus dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> standaard Minimum welwordt gehaald, maar dat <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong> door te weinig leerlingen wordt behaald.De vaardigheidsver<strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> groepen leerlingenIn <strong>het</strong> rechterge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>het</strong> voorbeeld zijn <strong>de</strong> vaardigheidsver<strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong>groepen leerlingen afgebeeld. Voor ie<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n groep leerlingen wordt <strong>de</strong> geschattevaardigheidsver<strong>de</strong>ling afgebeeld. Bij <strong>de</strong>ze vaardigheidsver<strong>de</strong>lingen is niet gecorrigeerd vooran<strong>de</strong>re factoren die mogelijkerwijs <strong>van</strong> invloed zijn op <strong>de</strong> resultaten. De wijze <strong>van</strong> afbeeldinglaat een vergelijking toe tussen <strong>de</strong> prestaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen wat betreft <strong>de</strong> variabelen:• jaar <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek: <strong>de</strong> leerlingpopulatie in 2006 ten opzichte <strong>van</strong> die in 2012;• formatiegewicht: 0.0, 0.3, 1,2;• geslacht: jongens – meisjes;• doorstroomkenmerk, leerlingen die doorstromen naar verschillen<strong>de</strong> typen <strong>van</strong> voortgezeton<strong>de</strong>rwijs: vmbo basisberoepsgerichte leerweg (BB), vmbo ka<strong>de</strong>rberoepsgerichte leerweg(KB), vmbo gemeng<strong>de</strong> en theoretische leerweg (GTL), havo en vwo;• <strong>aan</strong>bod voor <strong>Engels</strong>: EIBO of VVTO.Voor ie<strong>de</strong>re groep leerlingen wor<strong>de</strong>n vijf percentielpunten op <strong>de</strong> vaardigheidsschaalon<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> vaardigheidsscore <strong>van</strong> een groep (percentiel 50) is met een witsterretje in <strong>het</strong> verticale balkje <strong>aan</strong>geduid. De twee donkere punten daaron<strong>de</strong>r gevenrespectievelijk <strong>de</strong> percentielen 25 en 10 weer, <strong>de</strong> twee punten boven <strong>het</strong> sterretje <strong>de</strong>percentielen 75 en 90.De verschillen in vaardigheid tussen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n groepen leerlingen krijgen inhou<strong>de</strong>lijkbetekenis <strong>aan</strong> <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorbeeldopgaven. Zo beheerst <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> 0.00-leerling (F1)in dit geval <strong>de</strong> opgaven 1 tot en met 5 goed en <strong>de</strong> opgaven 6 tot en met 8 matig, terwijl <strong>de</strong>gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> 0.30-leerling (F2) opgaven 1 tot en met 4 goed beheerst.Uit <strong>het</strong> voorbeeld is ook af te lei<strong>de</strong>n dat ongeveer 50% <strong>van</strong> <strong>de</strong> 0.00-leerlingen <strong>de</strong> standaardVoldoen<strong>de</strong> bereikt. Deze standaard ligt bij <strong>de</strong> 0.30-leerlingen iets on<strong>de</strong>r percentiel 75 en datbetekent dat slechts zo’n 30% <strong>van</strong> leerlingen met formatiegewicht 0.30 <strong>de</strong> standaardVoldoen<strong>de</strong> bereikt.Op vergelijkbare manier illustreert <strong>de</strong> afbeelding ook <strong>de</strong> verschillen tussen leerlingen in 2012 enleerlingen in 2006, tussen jongens en meisjes, tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> doorstroomniveaus entussen leerlingen die een regulier EIBO-<strong>aan</strong>bod hebben gehad voor <strong>Engels</strong> en leerlingen dieVVTO-<strong>Engels</strong> hebben ged<strong>aan</strong>.Naast <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> groepen leerlingen is in statistische analyses ook gekeken naar an<strong>de</strong>reachtergrondvariabelen. Sommige <strong>van</strong> die achtergrondvariabelen zijn afkomstig uit <strong>de</strong> doorscholen verstrekte gegevens over <strong>de</strong> achtergrondkenmerken <strong>van</strong> leerlingen (zie paragraaf 2.1.3),an<strong>de</strong>re zijn afkomstig uit <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>vragenlijst voor leerlingen. We verwijzen naar hoofdstuk 5voor een explicitering <strong>van</strong> <strong>de</strong> in <strong>de</strong> analyses betrokken variabelen.SamenvattendDe volgen<strong>de</strong> peilingsinstrumenten zijn ingezet:• <strong>aan</strong>bodvragenlijsten voor schoolleiding en leerkracht <strong>Engels</strong>;• attitu<strong>de</strong>vragenlijst voor leerlingen;• toetsen voor lezen, luisteren, spellen, schrijven, spreken en woor<strong>de</strong>nschat.37 Het peilingson<strong>de</strong>rzoek


De stratumgewijs getrokken steekproef is representatief voor stratum en regio. Het responspercentagevoor <strong>de</strong>elname <strong>aan</strong> <strong>de</strong> peiling <strong>Engels</strong> 2012 is laag. Aanvullend op <strong>de</strong> regulieresteekproef hebben zes VVTO-scholen <strong>de</strong>elgenomen, met leerlingen in jaargroep 8 die <strong>van</strong>afgroep 1 een programma voor <strong>Engels</strong> hebben gevolgd.Het veldwerk heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n in mei en juni 2012. Geïnstrueer<strong>de</strong> toetslei<strong>de</strong>rs bezochtenin die perio<strong>de</strong> alle <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> scholen om <strong>de</strong> toetsen af te nemen bij leerlingen.Op basis <strong>van</strong> psychometrische analyses zijn vaardigheidsschalen voor lezen, luisteren, schrijven,spreken en woor<strong>de</strong>nschat samengesteld. Voor lezen, luisteren, spreken en woor<strong>de</strong>nschat is eenjaarvergelijking met <strong>de</strong> resultaten uit 2006 uitgevoerd.Op <strong>de</strong> leerlingresultaten <strong>van</strong> 2012 zijn <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n toegepast als op <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong>2006.De invloed <strong>van</strong> achtergrondvariabelen als <strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong> (EIBO of VVTO), mate <strong>van</strong>verste<strong>de</strong>lijking en doorstroom naar <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs op <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingenis geanalyseerd.38 PPON


3 On<strong>de</strong>rwijs <strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong>in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs3 On<strong>de</strong>rwijs <strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs


On<strong>de</strong>rwijstijd voor <strong>Engels</strong> in jaargroep 1 tot en met 8*VVTO-schoolJaargroep 1Jaargroep 2Jaargroep 3Jaargroep 4Jaargroep 5Jaargroep 6Jaargroep 7Jaargroep 8Totaal urenjaargroep 1 t/m 8A 200 – 40 200 – 40 60 – 40 60 – 40 60 – 40 60 – 40 60 – 40 60 – 40 507B 60 – 40 60 – 40 60 – 40 90 – 40 90 – 40 120 – 40 120 – 40 120 – 40 480C 70 – 40 70 – 40 70 – 40 70 – 40 70 – 40 70 – 40 120 – 40 120 – 40 440D 75 – 40 75 – 40 75 – 40 75 – 40 90 – 40 90 – 40 90 – 40 90 – 40 440E 15 – 40 15 – 40 30 – 40 30 – 40 45 – 40 90 – 40 135 – 40 135 – 40 330F, G, H en I 60 – 40 60 – 40 60 – 40 60 – 40 60 – 40 60 – 40 60 – 40 60 – 40 320J 30 – 40 30 – 40 30 – 40 45 – 40 60 – 40 60 – 40 90 – 40 90 – 40 290K 45 – 36 45 – 36 45 – 36 45 – 36 45 – 36 45 – 36 45 – 36 45 – 36 216L – – – – 30 – 20 50 – 20 60 – 40 60 – 40 107M – – – – 30 – 40 30 – 40 45 – 40 45 – 40 100N – – – – – 30 – 40 60 – 40 60 – 40 100O – – – – – 45 – 39 45 – 39 45 – 39 88P – – – – – 30 – 30 45 – 30 45 – 30 60EIBO-scholen,gemid<strong>de</strong>ld– – – – – – 50 – 39 48 – 39 64* minuten per week – weken per schooljaarDe verschillen zijn groot. Volgens <strong>de</strong>ze opgaven krijgen leerlingen <strong>van</strong> school A en B tot wel achtkeer zoveel <strong>Engels</strong> als leerlingen <strong>van</strong> school P of als leerlingen <strong>van</strong> een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> niet-VVTOschool.Tevens blijkt dat VVTO-leerlingen niet alleen vroeger beginnen met <strong>Engels</strong>, maar in hunprimaire schoolloopb<strong>aan</strong> veel meer tijd <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> beste<strong>de</strong>n dan leerlingen op an<strong>de</strong>re scholen.3.2 Leermid<strong>de</strong>lenMetho<strong>de</strong>nOp één na vermel<strong>de</strong>n alle leerkrachten welke metho<strong>de</strong> zij gebruiken. Op 48 scholen wor<strong>de</strong>n12 verschillen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n gebruikt. Hello World en Real English zijn op veel regulierebasisscholen in gebruik. Van <strong>de</strong>ze twee metho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n uiteenlopen<strong>de</strong> edities gebruikt.21 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 57 leerkrachten geven <strong>aan</strong> te werken met een uitgave uit 2005 of eer<strong>de</strong>r.Opvallend is dat <strong>de</strong> VVTO-scholen kiezen voor <strong>Engels</strong>talige metho<strong>de</strong>n (New Stepping Stones enBackpack) of voor een VO-metho<strong>de</strong> (Making a Start). Ook an<strong>de</strong>re dan VVTO-scholen kiezen eenenkele keer voor een <strong>Engels</strong>talige metho<strong>de</strong> (Backpack en English in Mind). Onbekend is inhoeverre <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>n zijn toegesne<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> kerndoelen <strong>Engels</strong> 2006 voor <strong>het</strong> primairon<strong>de</strong>rwijs. In <strong>de</strong> tabel staat een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikte metho<strong>de</strong>n, door hoeveel <strong>van</strong> <strong>de</strong>bevraag<strong>de</strong> leerkrachten die metho<strong>de</strong>n gebruikt wor<strong>de</strong>n en op hoeveel scholen ze gebruiktwor<strong>de</strong>n.42 PPON


door twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> die leerkrachten meer dan 15 minuten per week ingezet. Al met al wordtgemid<strong>de</strong>ld 25% <strong>van</strong> <strong>de</strong> lestijd voor <strong>Engels</strong> gevuld met <strong>aan</strong>vullend materiaal. De extra leermid<strong>de</strong>lenlijken meer klassikaal dan gedifferentieerd (individueel of groepsgewijs) te wor<strong>de</strong>ngebruikt: 67% wordt ingezet voor meer dan <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen in een groep.3.3 Activiteiten en werkvormen in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>De vraag <strong>aan</strong> welke vaardighe<strong>de</strong>n of subvaardighe<strong>de</strong>n leerkrachten in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> involgor<strong>de</strong> <strong>van</strong> ‘meest’ naar ‘minst’ <strong>aan</strong>dacht beste<strong>de</strong>n, lever<strong>de</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> respons op.Percentage leerkrachten dat <strong>de</strong> meeste <strong>aan</strong>dacht besteedt <strong>aan</strong> genoem<strong>de</strong> (sub)vaardighe<strong>de</strong>nEIBO + VVTO (N = 51) VVTO (N = 6)meest % meest %Luisteren 41 Luisteren 50Woor<strong>de</strong>nschat 24 Woor<strong>de</strong>nschat 33Spreken 22 Schrijven 17Lezen 6 Grammatica 0Grammatica 4 Lezen 0Schrijven 4 Spreken 0Aan luisteren wordt <strong>de</strong> meeste <strong>aan</strong>dacht besteed en daarna in ongeveer gelijke mate <strong>aan</strong>woor<strong>de</strong>nschat en spreken. Lezen komt vervolgens bedui<strong>de</strong>nd min<strong>de</strong>r <strong>aan</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Aan schrijvenen grammatica wordt <strong>de</strong> minste tijd besteed. Op VVTO-scholen is dat beeld groten<strong>de</strong>els<strong>het</strong>zelf<strong>de</strong>, maar wordt wat min<strong>de</strong>r <strong>aan</strong> spreken en wat meer <strong>aan</strong> schrijven ged<strong>aan</strong>. Verrassend,gezien <strong>het</strong> uitgangspunt dat <strong>Engels</strong> instructie- en voertaal is en <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> native speakers in<strong>het</strong> VVTO. Wellicht is <strong>Engels</strong> spreken tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e les zo <strong>van</strong>zelfsprekend dat <strong>het</strong> doorleerkrachten niet wordt <strong>aan</strong>gemerkt als <strong>aan</strong>dacht beste<strong>de</strong>n <strong>aan</strong> spreken.Deze bevindingen stemmen weliswaar in grote lijnen overeen met die <strong>van</strong> Thijs (2011):“Activiteiten gericht op <strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong> spreekvaardigheid, luistervaardigheid enwoor<strong>de</strong>nschat komen <strong>het</strong> meest <strong>aan</strong> bod in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>”, maar <strong>de</strong> relatief geringe <strong>aan</strong>dachtvoor spreken is opvallend. Spreken wordt door Thijs (2011) met 90% <strong>het</strong> vaakst genoemd,gevolgd door luisteren (iets meer dan 80%) en woor<strong>de</strong>nschat (bijna 60%).We hebben <strong>de</strong> leerkrachten 41 lesactiviteiten voorgelegd die bij <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal<strong>aan</strong> bod kunnen komen, met <strong>de</strong> vraag of die activiteiten regelmatig, soms of nooit voorkomen.Een groot <strong>aan</strong>tal <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze activiteiten zijn ook in eer<strong>de</strong>re peilingen voorgelegd. Het overzichthieron<strong>de</strong>r vermeldt per peiling <strong>de</strong> percentages leerkrachten die hebben <strong>aan</strong>gegeven <strong>de</strong>genoem<strong>de</strong> activiteit regelmatig in te zetten in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>. In <strong>de</strong> peilingen 1991, 1996 en2006 betreft <strong>het</strong> gegevens over jaargroep 7 en 8, in <strong>de</strong> peiling 2012 gaat <strong>het</strong> alleen overjaargroep 8. De percentages voor VVTO-leerkrachten zijn tussen haakjes toegevoegd. In <strong>de</strong>laatste kolom <strong>van</strong> <strong>het</strong> schema is ‘9 (13)’ dan als volgt te lezen: 9% <strong>van</strong> <strong>de</strong> 58 leerkrachten (EIBOén VVTO) leest met <strong>de</strong> leerlingen regelmatig korte <strong>Engels</strong>e teksten uit een tijdschrift, 13% <strong>van</strong><strong>de</strong> 8 VVTO-leerkrachten doet dat regelmatig.44 PPON


Percentage leerkrachten in jaargroep 8 dat genoem<strong>de</strong> lesactiviteiten regelmatig inzet*1991groep 7/81996groep 7/82006groep 7/82012groep 8 (VVTO)LezenKorte <strong>Engels</strong>e teksten uit een tijdschrift lezen -- -- 11 9 (13)Langere <strong>Engels</strong>e teksten uit een boek of tijdschrift lezen -- -- 3 14 (13)Ne<strong>de</strong>rlandse vragen beantwoor<strong>de</strong>n bij een <strong>Engels</strong>e leestekst -- -- 30 25 (38)<strong>Engels</strong>e vragen beantwoor<strong>de</strong>n bij een <strong>Engels</strong>e leestekst 49 46 18 34 (38)Woor<strong>de</strong>n invullen die in een <strong>Engels</strong>e leestekst zijn weggelaten 33 29 15 21 (38)Een Ne<strong>de</strong>rlandse samenvatting geven <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong>e leestekst 32 23 17 14 (0)LuisterenLuisteren naar een tekst of gesprek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> uit <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> -- -- 82 89 (75)Luisteren naar een tekst of gesprek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> tv, internet of uit een film zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rtiteling -- -- -- 25 (13)Luisteren naar een tekst of gesprek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> tv, internet of uit een film met on<strong>de</strong>rtiteling -- -- -- 19 (13)Luisteren naar <strong>de</strong> leerkracht die alleen maar <strong>Engels</strong> spreekt -- -- -- 57 (63)Ne<strong>de</strong>rlandse vragen beantwoor<strong>de</strong>n bij een <strong>Engels</strong>e luistertekst 42 48 59 32 (13)<strong>Engels</strong>e vragen beantwoor<strong>de</strong>n bij een <strong>Engels</strong>e luistertekst 58 53 36 47 (25)SprekenNaspreken <strong>van</strong> nieuwe woor<strong>de</strong>n -- 77 77 86 (75)Naspreken <strong>van</strong> standaard gesprekken -- -- 61 66 (38)Een rollenspel spelen -- -- 11 38 (25)Voeren <strong>van</strong> een gesprek met één of meer me<strong>de</strong>leerlingen -- -- 62 52 (63)Voeren <strong>van</strong> een gesprek met <strong>de</strong> leerkracht 60 56 22 25 (25)Voeren <strong>van</strong> een gesprek met een (near) native speaker -- -- -- 12 (50)Voeren <strong>van</strong> een gesprek met leeftijdgenoten via Skype -- -- -- 0 (0)Vertellen wat er op plaatjes te zien is 54 50 19 41 (50)Vertellen over een gebeurtenis (bijvoorbeeld verjaardag, sportactiviteit, weekend, vakantie) -- -- -- 21 (25)Een spelletje spelen of activiteit doen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> -- -- 6 29 (50)Een tekst, boek of film(pje) navertellen 26 49 12 19 (38)Woor<strong>de</strong>nschatDe betekenis <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n aflei<strong>de</strong>n uit een <strong>Engels</strong>e context 30 26 34 54 (38)<strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n opzoeken in een woor<strong>de</strong>nboek/-lijst -- -- 30 37 (50)Synoniemen zoeken voor <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n 5 2 3 11 (13)Het tegenovergestel<strong>de</strong> zoeken <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n 8 4 4 15 (13)<strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n bij afbeeldingen (tekeningen/foto’s) zoeken 63 59 57 46 (38)De Ne<strong>de</strong>rlandse vertaling geven <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong> woord 48 40 46 77 (50)<strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n classificeren (in categorieën plaatsen) -- -- 3 20 (25)<strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n uit <strong>het</strong> hoofd leren -- -- -- 56 (63)<strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n oefenen met <strong>de</strong> computer -- -- -- 38 (13)Schrijven<strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n bij afbeeldingen (tekeningen/foto’s) schrijven -- -- 63 55 (25)<strong>Engels</strong>e zinnen bij afbeeldingen schrijven 39 39 43 33 (25)De <strong>Engels</strong>e vertaling <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse woor<strong>de</strong>n opschrijven 53 49 50 54 (50)<strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n en/of zinnen overschrijven -- -- 28 42 (38)<strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n en/of zinnen opschrijven in een dictee -- 24 25 25 (13)Antwoor<strong>de</strong>n op vragen bij een tekst opschrijven in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> -- -- -- 32 (38)Een briefje, e-mail of sms’je schrijven in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> 7 15 3 5 (13)Een verhaaltje, gedichtje of liedje schrijven in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> -- -- -- 5 (25)Een werkstuk schrijven in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> -- -- -- 2 (13)* --: niet bevraagd in <strong>de</strong> peiling <strong>van</strong> dat jaar45 On<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs


Van <strong>de</strong> in totaal 41 voorgeleg<strong>de</strong> lesactiviteiten wor<strong>de</strong>n er 10 door 50% of meer <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerkrachten regelmatig ingezet:1 Luisteren naar een tekst of gesprek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> uit <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>2 Naspreken <strong>van</strong> nieuwe woor<strong>de</strong>n3 De Ne<strong>de</strong>rlandse vertaling geven <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong> woord4 Naspreken <strong>van</strong> standaard gesprekken5 <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n uit <strong>het</strong> hoofd leren6 Luisteren naar <strong>de</strong> leerkracht die alleen maar <strong>Engels</strong> spreekt7 <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n bij afbeeldingen (tekeningen/foto’s) schrijven8 De betekenis <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n aflei<strong>de</strong>n uit een <strong>Engels</strong>e context9 De <strong>Engels</strong>e vertaling <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse woor<strong>de</strong>n opschrijven10 Voeren <strong>van</strong> een gesprek met één of meer me<strong>de</strong>leerlingenDrie activiteiten hebben betrekking op spreken (2, 4 en 10), drie activiteiten zijn gericht opwoor<strong>de</strong>nschat (3, 5 en 8, maar ook 2, 7 en 9 kunnen als woor<strong>de</strong>nschatoefening opgevatwor<strong>de</strong>n), twee activiteiten trainen <strong>het</strong> luisteren (1 en 6) en twee lesactiviteiten oefenen <strong>het</strong>schrijven (7 en 9). Opvallend is <strong>de</strong> afwezigheid <strong>van</strong> leesactiviteiten in dit lijstje.Door 50% of meer <strong>van</strong> <strong>de</strong> VVTO-leerkrachten wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> 11 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 41 lesactiviteitenregelmatig ingezet:1 Luisteren naar een tekst of gesprek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> uit <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>2 Naspreken <strong>van</strong> nieuwe woor<strong>de</strong>n3 Luisteren naar <strong>de</strong> leerkracht die alleen maar <strong>Engels</strong> spreekt4 Voeren <strong>van</strong> een gesprek met één of meer me<strong>de</strong>leerlingen5 <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n uit <strong>het</strong> hoofd leren6 Voeren <strong>van</strong> een gesprek met een (near) native speaker7 Vertellen wat er op plaatjes te zien is8 Een spelletje spelen of activiteit doen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>9 <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n opzoeken in een woor<strong>de</strong>nboek / -lijst10 De Ne<strong>de</strong>rlandse vertaling geven <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong> woord11 De <strong>Engels</strong>e vertaling <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse woor<strong>de</strong>n opschrijvenVijf activiteiten hou<strong>de</strong>n verband met spreken (2, 4, 6, 7 en 8), drie lesactiviteiten hebben directbetrekking op woor<strong>de</strong>nschat (5, 9 en 10, maar ook 2 en 11 hebben relatie met woor<strong>de</strong>nschat),twee activiteiten trainen <strong>het</strong> luisteren (1 en 3) en één richt zich op schrijven (11). Ook hierontbreken leesactiviteiten.LezenDe <strong>aan</strong>dacht die <strong>aan</strong> <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>e teksten wordt besteed is blijvend laag. De voorgeleg<strong>de</strong>activiteiten wor<strong>de</strong>n door slechts een beperkt <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten regelmatigingezet. Met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> ‘Ne<strong>de</strong>rlandse en <strong>Engels</strong>e vragen beantwoor<strong>de</strong>n bij een <strong>Engels</strong>eleestekst’, geven meer leerkrachten <strong>aan</strong> <strong>de</strong>ze activiteiten nooit in te zetten dan dat erleerkrachten zijn die ze regelmatig <strong>aan</strong>bie<strong>de</strong>n. Op VVTO-scholen wor<strong>de</strong>n leesactiviteiten ietsvaker <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n. Omdat <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> VVTO instructie- en voertaal is, ligt <strong>het</strong> voor <strong>de</strong> handdat ‘een Ne<strong>de</strong>rlandse samenvatting geven <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong>e leestekst’ niet regelmatig voorkomt.Dat <strong>het</strong> beantwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse vragen vaker ingezet wordt dan op an<strong>de</strong>re scholen is indat opzicht juist weer verrassend.LuisterenAan luisteren wordt, zoals al vastgesteld, <strong>de</strong> meeste <strong>aan</strong>dacht besteed in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>.Veel daar<strong>van</strong> is blijkbaar metho<strong>de</strong>gestuurd. Luisteren naar <strong>de</strong> leerkracht die alleen maar <strong>Engels</strong>spreekt, suggereert dat in veel lessen <strong>Engels</strong> <strong>de</strong> instructietaal is. Gezien <strong>de</strong> verhoudingsgewijs46 PPON


grotere on<strong>de</strong>rwijstijd voor <strong>Engels</strong> in en <strong>de</strong> uitgangspunten <strong>van</strong> <strong>het</strong> VVTO ligt <strong>het</strong> in <strong>de</strong> re<strong>de</strong> datVVTO-leerlingen op school meer <strong>Engels</strong> horen dan an<strong>de</strong>re leerlingen. Vergeleken met eer<strong>de</strong>repeilingen lijkt relatief meer geluisterd te wor<strong>de</strong>n naar <strong>Engels</strong>, maar dat luisteren wordt min<strong>de</strong>rgedidactiseerd via gerichte activiteiten.Spreken en gesprekken voerenUit antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> vraag naar <strong>Engels</strong> als voertaal tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lessen komt naar voren dat meerdan <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten 60% <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd of meer <strong>Engels</strong> spreekt. Dat beeld is voor VVTOgroten<strong>de</strong>els <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong>. Dat is een hoger percentage dan Heesters (2008) rapporteert: “De vraagof men tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e les <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> ook als instructietaal gebruikt, wordt door ongeveereen <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten met ‘nee’ beantwoord, door ongeveer een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el met‘regelmatig’ en door ongeveer een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el met ‘vaak’.” <strong>Engels</strong> als voertaal en instructietaal in<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e les lijkt in 2012 zo goed als praktijk gewor<strong>de</strong>n op veel scholen in <strong>het</strong> primairon<strong>de</strong>rwijs. Thijs (2011) rapporteert gegevens die <strong>de</strong>ze conclusie on<strong>de</strong>rsteunen.De leerlingen spreken veel min<strong>de</strong>r <strong>Engels</strong>, met <strong>de</strong> leerkracht of met elkaar. Er is wel veel<strong>aan</strong>dacht voor reproductieve vormen <strong>van</strong> spreken: woor<strong>de</strong>n en standaardgesprekken nasprekenen rollenspellen spelen, relatief meer dan voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, wat productievere vormen <strong>van</strong>spreekactiviteiten.Woor<strong>de</strong>nschatVergeleken met vorige peilingen wor<strong>de</strong>n bijna alle woor<strong>de</strong>nschatactiviteiten regelmatigeringezet. De meest regelmatig gebruikte zijn ook <strong>de</strong> meest traditionele: woor<strong>de</strong>n leren enwoor<strong>de</strong>n <strong>Engels</strong> – Ne<strong>de</strong>rlands vertalen. Computeractiviteiten lijken nog eer<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>ring danregel: 38% oefent nooit <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> computer. Dat 93% nooit Skype inzet bijspreken, wijst er ook op dat digitale leermid<strong>de</strong>len weinig wor<strong>de</strong>n ingezet in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>.WerkvormenTij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> wordt voor een groot <strong>de</strong>el klassikaal gewerkt: Ruim 40% <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerkrachten geeft <strong>aan</strong> 60 tot 85% <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> klassikaal te werken, een zes<strong>de</strong><strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten doet dat zelfs meer dan 85% <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd. Werken in tweetallen of groepjeskomt min<strong>de</strong>r voor (30% of min<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd bij 45% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten) en individueelwerken nog min<strong>de</strong>r (30% of min<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd bij ruim 60% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten). Leerlingenmaken weinig gebruik <strong>van</strong> een woor<strong>de</strong>nboek: 30% of min<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd bij bijna 65% <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerkrachten. De algemene indruk is: <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> zijn klassikaal en leerkrachtgestuurd.Op VVTO-scholen is dat iets an<strong>de</strong>rs: leerlingen werken daar meer in tweetallen/groepjes(30% of meer <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd bij 75% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten) en individueel (30% of meer <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd bij50% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten). Bij een kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> VVTO-leerkrachten maken leerlingen meer dan85% <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd gebruik <strong>van</strong> een woor<strong>de</strong>nboek.Tot slot hebben we gevraagd naar huiswerk en <strong>de</strong> samenhang met an<strong>de</strong>re vakken. De meestehuiswerktijd wordt besteed <strong>aan</strong> woor<strong>de</strong>nschat. Gevoegd bij <strong>de</strong> <strong>aan</strong>dacht voor woor<strong>de</strong>nschat in<strong>de</strong> les (en bij <strong>de</strong> toetsing - zie paragraaf 3.6) maakt dat woor<strong>de</strong>nschat tot <strong>het</strong> belangrijksteon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong> programma <strong>Engels</strong> voor leerlingen in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs. In <strong>de</strong> kerndoelenwordt woor<strong>de</strong>nschat niet genoemd, maar in <strong>de</strong> uitwerking in <strong>het</strong> curriculum krijgt diton<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> of voorwaar<strong>de</strong>lijke aspect erg veel <strong>aan</strong>dacht.Dat grammatica door een kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten als huiswerk wordt gegeven is onverwacht,gezien <strong>de</strong> geringe <strong>aan</strong>dacht die <strong>het</strong> in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> krijgt.De vraag of <strong>Engels</strong> wordt gegeven in samenhang of geïntegreerd met an<strong>de</strong>re vakkenbeantwoordt meer dan driekwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten ontkennend. CLIL (content and languageintegrated learning) heeft blijkbaar nog slechts beperkt ingang gevon<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs.Thijs (2011) trekt een soortgelijke conclusie.47 On<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs


3.4 De leerkrachtOp <strong>de</strong> meeste scholen geeft <strong>de</strong> groepsleerkracht <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>. Net als in eer<strong>de</strong>reon<strong>de</strong>rzoeken is meer dan 85% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten die <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs voor <strong>Engels</strong> in jaargroep 8verzorgen groepsleerkracht in diezelf<strong>de</strong> groep. In 2012 geeft 7% <strong>aan</strong> vakleerkracht <strong>Engels</strong> tezijn. 7% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten kwalificeert zichzelf niet als vakleerkracht, maar geeft wel <strong>Engels</strong> ineen groep waar<strong>van</strong> zij niet <strong>de</strong> groepsleerkracht zijn. VVTO-scholen wijken in dit opzicht niet af<strong>van</strong> scholen met een EIBO-<strong>aan</strong>bod. Opvallend is dat alle VVTO-scholen een coördinator voor <strong>het</strong>vak <strong>Engels</strong> hebben; op EIBO-scholen is dat bij 28% <strong>het</strong> geval.Leerkrachten die <strong>Engels</strong> verzorgen in <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs zijn zeer divers geschoold. Naastscholing op <strong>de</strong> pabo of <strong>het</strong> volgen <strong>van</strong> een taalcursus geeft ruim een kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten<strong>aan</strong> zich an<strong>de</strong>rszins bekwaamd te hebben om <strong>Engels</strong> te geven. De antwoor<strong>de</strong>n lopen hierbijuiteen <strong>van</strong> master-, MO- en lerarenopleiding, via certificaten <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>e taalinstituten alsCambridge en Anglia tot <strong>Engels</strong>e familie, kennissen en eer<strong>de</strong>re werkgevers (“<strong>Engels</strong>e va<strong>de</strong>r engrootou<strong>de</strong>rs”, “<strong>Engels</strong>e schoonbroer”, “<strong>Engels</strong> spreken<strong>de</strong> man”, “les <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>e buurman”,“lang in Engeland gewoond en gewerkt”, “in <strong>Engels</strong>talig bedrijf gewerkt”) en <strong>het</strong> vermel<strong>de</strong>n <strong>van</strong><strong>de</strong> VO-opleiding (havo of vwo).Gevolg<strong>de</strong> scholing voor <strong>het</strong> geven <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijsEIBO + VVTOVVTOPabo: verplichte module(s) <strong>Engels</strong> 13% 50%Pabo: keuzemodule <strong>Engels</strong> (minor) 49% 0%Een taalcursus <strong>Engels</strong> 7% 13%An<strong>de</strong>rs 29% 37%Niet beantwoord 3% 0%Desgevraagd geeft 11% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten (in <strong>het</strong> VVTO: 0%) <strong>aan</strong> tevre<strong>de</strong>n te zijn over om<strong>van</strong>gen inhoud <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> op <strong>de</strong> pabo. Dat is opvallend laag en wellicht verklaart <strong>het</strong> <strong>de</strong>verschei<strong>de</strong>nheid in alternatieve wegen om <strong>de</strong> gewenste vakinhou<strong>de</strong>lijke en vakdidactische<strong>de</strong>skundigheid voor <strong>het</strong> geven <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> te verwerven. Uit Thijs (2011) komt naar voren dat59% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten niet op <strong>de</strong> pabo geschoold is in <strong>Engels</strong>. Dat is ge<strong>de</strong>eltelijk <strong>het</strong> gevolg<strong>van</strong> <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> veel bovenbouwleerkrachten: leerkrachten <strong>van</strong> ongeveer 50 jaar of ou<strong>de</strong>rzaten op <strong>de</strong> pabo toen een module voor <strong>Engels</strong> nog niet verplicht was. Uit <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekblijkt dat niet meer dan een vijf<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> PO-leerkrachten die <strong>Engels</strong> geven, hebben<strong>de</strong>elgenomen <strong>aan</strong> nascholing.Op <strong>het</strong> punt <strong>van</strong> scholing <strong>van</strong> leerkrachten voor <strong>Engels</strong> is <strong>de</strong> situatie vergelijkbaar met die in2006. Ook toen gaf ongeveer <strong>de</strong> helft <strong>aan</strong> als scholing <strong>Engels</strong> op <strong>de</strong> pabo te hebben gehad.Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el zei in 2006 geen specifieke scholing voor <strong>Engels</strong> te hebben gehad. In <strong>de</strong> peilingen<strong>van</strong> 1991 en 1996 gaf 57% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten <strong>de</strong> nascholingscursus EIBO op, in 2006 was datnog 14%, in 2012 slechts 2%. In <strong>de</strong> categorie ‘an<strong>de</strong>rs’ wer<strong>de</strong>n in 2006 stages of an<strong>de</strong>relangdurigere verblijven in een <strong>Engels</strong>talig land genoemd. Sommigen noem<strong>de</strong>n ook toen <strong>het</strong>on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal op havo of vwo, of ervaringen in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> muziek en hobby.Het lijkt erop dat op <strong>het</strong> punt <strong>van</strong> scholing voor <strong>het</strong> vak <strong>Engels</strong> een kwaliteitsslag, of zelfs eeninhaalslag, te maken valt. Reacties <strong>van</strong> leerkrachten op een tweetal stellingen wijzen ook in dierichting:48 PPON


• “Om goed <strong>Engels</strong> te kunnen geven moet <strong>de</strong> taalvaardigheid <strong>van</strong> leerkrachten verbeterdwor<strong>de</strong>n”: 2% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten is <strong>het</strong> hiermee ‘helemaal eens’, 60% is <strong>het</strong> ermee ‘eens’,22% is <strong>het</strong> ‘niet eens / niet oneens’ en 15% is <strong>het</strong> ‘oneens’.• “Om goed <strong>Engels</strong> te kunnen geven moet <strong>de</strong> didactische vaardigheid <strong>van</strong> leerkrachtenverbeterd wor<strong>de</strong>n”: 4% helemaal eens, 20% eens, 30% niet eens / niet oneens, 45% oneensen 2% helemaal oneens.De behoefte <strong>aan</strong> taalvaardigheid wordt blijkbaar sterker gevoeld dan die <strong>aan</strong> didactischevaardigheid. Het is opmerkelijk dat <strong>de</strong> behoefte <strong>aan</strong> betere taalvaardigheid bij VVTOleerkrachtennog sterker is: 13% helemaal eens, 75% eens, 13% niet eens / niet oneens.In <strong>de</strong> vragenlijst hebben we <strong>de</strong> leerkrachten een <strong>aan</strong>tal can do-statements of <strong>de</strong>scriptoren uit<strong>het</strong> Europees Referentieka<strong>de</strong>r voorgelegd. Aan elk <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>scriptoren is in <strong>het</strong> ERK eenniveau <strong>van</strong> taalvaardigheid gekoppeld. Ter illustratie geven we in <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> schema pervaardigheid één <strong>de</strong>scriptor met daarbij <strong>de</strong> in <strong>het</strong> ERK gemaakte niveaukoppeling.Vier <strong>van</strong> <strong>de</strong> zestien <strong>de</strong>scriptoren uit <strong>de</strong> zelfinschatting <strong>van</strong> taalvaardigheid <strong>Engels</strong> door leerkrachtenLezen Luisteren Spreken Schrijven(A2)(B2)(B1)(C1)Ik kan zeer korte, eenvoudigeIk kan een langer betoog enIk kan <strong>de</strong> meeste situaties <strong>aan</strong>Ik kan me in dui<strong>de</strong>lijke, goed<strong>Engels</strong>e teksten lezen. Ik kanlezingen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> begrijpendie zich kunnen voordoen opgestructureer<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e tekstspecifieke, voorspelbareen zelfs complexe re<strong>de</strong>neringenreis in een <strong>Engels</strong>talig gebied.uitdrukken en daarbij re<strong>de</strong>lijkinformatie vin<strong>de</strong>n involgen, wanneer <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerpIk kan onvoorbereid <strong>de</strong>elnemenuitgebreid standpunten<strong>Engels</strong>talige advertenties,re<strong>de</strong>lijk vertrouwd is. Ik kan <strong>de</strong><strong>aan</strong> gesprekken overuiteenzetten. Ik kan in eenfol<strong>de</strong>rs, menu’s enmeeste nieuws- enon<strong>de</strong>rwerpen die vertrouwdbrief, een opstel of een verslagdienstregelingen en ik kanactualiteiten programma’s op <strong>de</strong>zijn, mijn persoonlijkeschrijven over complexekorte, eenvoudigetv begrijpen. Ik kan <strong>het</strong> grootstebelangstelling hebben of dieon<strong>de</strong>rwerpen en daarbij <strong>de</strong>persoonlijke brieven<strong>de</strong>el <strong>van</strong> films in standaard-betrekking hebben op <strong>het</strong>voor mij belangrijke puntenbegrijpen.<strong>Engels</strong> begrijpen.dagelijks leven (bijv. familie,benadrukken. Ik kan schrijvenhobby’s, werk, reizen en actuelein een stijl die is <strong>aan</strong>gepastgebeurtenissen).<strong>aan</strong> <strong>de</strong> lezer die ik ingedachten heb.De voorgeleg<strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptoren varieer<strong>de</strong>n per vaardigheid in niveau <strong>van</strong> A2 tot en met C1.Ze wer<strong>de</strong>n per vaardigheid in willekeurige volgor<strong>de</strong> gepresenteerd zon<strong>de</strong>r vermelding <strong>van</strong> <strong>de</strong>niveau<strong>aan</strong>duidingen. De opdracht was om <strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptoren <strong>aan</strong> te kruisen die <strong>van</strong> toepassingwaren bij <strong>de</strong> vraag: Hoe schat u uw eigen taalvaardigheid in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> in? Het schema hiernageeft weer welk ERK-niveau per vaardigheid als hoogste door <strong>de</strong> leerkrachten is <strong>aan</strong>gegeven.49 On<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs


Zelfinschatting door leerkrachten <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> hun taalvaardigheid voor <strong>Engels</strong>NiveauA2 B1 B2 C1Lezen18%16% 35% 32%EIBO + VVTO(N = 57)LuisterenSprekenSchrijven4% 16% 19% 61%9% 49% 23% 19%21% 37% 12% 30%Lezen25% 13% 38% 25%VVTO(N = 8)LuisterenSprekenSchrijven38% 63%63% 25% 13%13% 63% 25%Meijerink (2012) stelt dat “een behoorlijke taalvaardigheid” <strong>van</strong> belang is om <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs tegeven in <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal in <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs. De kennisbasis <strong>Engels</strong> veron<strong>de</strong>rstelt eeninstroomniveau vergelijkbaar met ERK-niveau B1. Daarmee wordt geen uitspraak ged<strong>aan</strong> over<strong>het</strong> gewenste uitstroomniveau, maar <strong>het</strong> ligt in <strong>de</strong> re<strong>de</strong> dat B1 als een minimaal niveaubeschouwd wordt om <strong>Engels</strong> te geven in <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs, en B2 wellicht als een wenselijkniveau. Voor lezen blijft 34% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten <strong>Engels</strong> naar eigen inschatting on<strong>de</strong>r datwenselijke niveau, voor luisteren 20% en voor spreken en schrijven zelfs 58%. Een vijf<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerkrachten schat in <strong>het</strong> gevraag<strong>de</strong> minimumniveau voor lezen en schrijven niet te halen. Dezebevindingen zijn in lijn met wat Thijs (2011) rapporteert op dit punt.We hebben <strong>de</strong> leerkrachten ook gevraagd naar hun mening over an<strong>de</strong>re aspecten <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> in<strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs.• De stelling over <strong>de</strong> kerndoelen (“De doelen voor <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs zijn dui<strong>de</strong>lijkover wat leerlingen moeten kunnen.”) leidt tot een weinig uitgesproken reactie: 36% eens,44% niet eens/niet oneens, 20% oneens. Thijs (2011) conclu<strong>de</strong>ert dat <strong>de</strong> kerndoelen zoglobaal zijn “dat ze scholen weinig richting en houvast bie<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> vormgeving <strong>van</strong> <strong>het</strong>on<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod”. De reacties op <strong>de</strong> stelling lijken die conclusie te on<strong>de</strong>rsteunen. Hetgegeven dat slechts een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten <strong>de</strong> kerndoelen <strong>het</strong> meest bepalend vindtvoor <strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong> hun on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal (bijna 40% geeft <strong>aan</strong> dat <strong>de</strong> doelen in<strong>de</strong> gebruikte metho<strong>de</strong> <strong>het</strong> meest bepalend zijn) wijst in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> richting.• Twee stellingen gingen over vroeger beginnen met <strong>Engels</strong>. Dat wordt, meer dan in 2006,overwegend een goed i<strong>de</strong>e gevon<strong>de</strong>n. Toen vond een kleine 10% dat in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw al met<strong>Engels</strong> moest wor<strong>de</strong>n begonnen. Twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> was tevre<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong>primair on<strong>de</strong>rwijs: een introductie die leerlingen enige voorkennis geeft voor <strong>het</strong> voortgezeton<strong>de</strong>rwijs. In 2012 kan <strong>Engels</strong> <strong>aan</strong>bie<strong>de</strong>n <strong>van</strong>af jaargroep 1 op iets meer instemming rekenen(21% helemaal eens, 20% eens) dan beginnen in jaargroep 5 (11% helemaal eens, 29% eens).VVTO-leerkrachten zijn ervoor om te beginnen in jaargroep 1 (bijna 90% eens of helemaaleens) en niet in jaargroep 5 (13% eens of helemaal eens).• Een kleine meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten kan zich vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gedachte om <strong>Engels</strong> op tenemen in <strong>de</strong> eindtoets voor <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs: 11% helemaal eens, 29% eens, 25% nieteens / niet oneens, 29% oneens, 7% helemaal oneens.• Dat <strong>de</strong> <strong>aan</strong>dacht voor <strong>Engels</strong> ten koste gaat <strong>van</strong> taal en rekenen wordt niet on<strong>de</strong>rschreven:0% helemaal eens, 7% eens, 18% niet eens / niet oneens, 59% oneens, 16% helemaal oneens.50 PPON


• De motivatie voor <strong>Engels</strong> on<strong>de</strong>r leerkrachten is ruim voldoen<strong>de</strong>. “Leerkrachten zijn gemotiveerdvoor <strong>Engels</strong>”: 7% helemaal eens, 50% eens, 35% niet eens / niet oneens, 9% oneens.3.5 Het <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingenDat <strong>de</strong> meeste leerlingen al aardig wat <strong>Engels</strong> kennen voordat ze er op school les in krijgen,on<strong>de</strong>rschrijft een meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten: 4% helemaal eens, 38% eens, 36% nieteens/niet oneens, 21% oneens. VVTO-leerkrachten zijn veel uitgesprokener: 29% helemaal eens,38% eens, 0% niet eens / niet oneens, 38% oneens. Dat is opvallend omdat <strong>het</strong> in <strong>het</strong> VVTO gaatom kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> vier jaar. Kennen vierjarigen die naar VVTO-scholen g<strong>aan</strong> al meer <strong>Engels</strong> dannegen- of tienjarigen die naar an<strong>de</strong>re scholen g<strong>aan</strong>? Of trekken VVTO-scholen publiek dat meermet <strong>Engels</strong> in <strong>aan</strong>raking komt? Wellicht zijn <strong>de</strong> leerkrachten op VVTO-scholen meer gericht op<strong>het</strong> on<strong>de</strong>rkennen <strong>van</strong> wat leerlingen al kunnen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>.Leerkrachten stellen ook vast dat <strong>het</strong> niveau dat leerlingen voor <strong>Engels</strong> hebben erg uiteenloopt.“De niveauverschillen tussen leerlingen zijn voor <strong>Engels</strong> groot”: 30% helemaal eens, 59% eens,11% niet eens / niet oneens. In 2006 wer<strong>de</strong>n “te grote niveauverschillen tussen leerlingen” als<strong>het</strong> grootste probleem bij <strong>het</strong> geven <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> naar voren gebracht. Gevoegd bij <strong>de</strong>bevindingen over <strong>de</strong> weinig gedifferentieer<strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> en <strong>aan</strong>vullen<strong>de</strong> materialen(zie paragraaf 3.2) en over <strong>de</strong> veelal klassikale werkvormen, kan geconclu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>leerkrachten er niet goed in slagen bij <strong>Engels</strong> niveauverschillen tussen leerlingen met eengedifferentieer<strong>de</strong> <strong>aan</strong>pak tegemoet te tre<strong>de</strong>n. Het is ondui<strong>de</strong>lijk of dit een gevolg is <strong>van</strong>bijvoorbeeld tekortschieten<strong>de</strong> taalvaardigheid (zie paragraaf 3.4), vakdidactische expertise, tijdvoor <strong>Engels</strong> of <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> totale curriculum.Op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze als <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> hun eigen vaardigheid <strong>Engels</strong> hebben we <strong>de</strong>leerkrachten gevraagd een inschatting te geven <strong>van</strong> <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> hun leerlingen <strong>aan</strong> <strong>het</strong><strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong> jaargroep 8, daarbij uitg<strong>aan</strong><strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> 20% best presteren<strong>de</strong> leerlingen in <strong>de</strong> groep.De gepresenteer<strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptoren liepen uiteen <strong>van</strong> ERK-niveau A1 tot en met B1. Ook hierontbraken <strong>de</strong> niveau-<strong>aan</strong>duidingen.Vier <strong>van</strong> <strong>de</strong> twaalf <strong>de</strong>scriptoren uit <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> taalvaardigheid <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> leerlingenLezen Luisteren Spreken Schrijven(A1)Mijn leerlingen kunnenvertrouw<strong>de</strong> namen, woor<strong>de</strong>nen zeer eenvoudige <strong>Engels</strong>ezinnen begrijpen, bijvoorbeeldin me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen, op postersen in catalogi.(A2)Mijn leerlingen kunnen <strong>Engels</strong>ezinnen en <strong>de</strong> meest frequentewoor<strong>de</strong>n begrijpen diebetrekking hebben op gebie<strong>de</strong>ndie <strong>van</strong> direct persoonlijk belangzijn (bijvoorbeeld basisinformatieover henzelf en hunfamilie, winkelen, plaatselijkeomgeving, werk). Ze kunnen <strong>de</strong>belangrijkste punten in korte,dui<strong>de</strong>lijke eenvoudigeboodschappen en<strong>aan</strong>kondigingen volgen.(A2)Mijn leerlingen kunnen eenreeks <strong>Engels</strong>e uitdrukkingen enzinnen gebruiken om ineenvoudige bewoordingenfamilie en an<strong>de</strong>re mensen,leefomstandighe<strong>de</strong>n enbijvoorbeeld schoolactiviteitente beschrijven.(B1)Mijn leerlingen kunneneenvoudige, samenhangen<strong>de</strong><strong>Engels</strong>e tekst schrijven overon<strong>de</strong>rwerpen die vertrouwdof <strong>van</strong> persoonlijk belang zijn.Zij kunnen persoonlijkebrieven schrijven waarin zijhun ervaringen en indrukkenbeschrijven.51 On<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs


Het volgen<strong>de</strong> schema geeft weer hoe <strong>de</strong> leerkrachten <strong>Engels</strong> <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> hun 20% besteleerlingen op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> gepresenteer<strong>de</strong> ERK-<strong>de</strong>scriptoren beoor<strong>de</strong>len.Inschatting door leerkrachten <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> taalvaardigheid <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> 20% beste leerlingenNiveauA1 A2 B1Lezen21%27% 52%EIBO + VVTO(N = 56)LuisterenSprekenSchrijven23% 29% 48%23% 48% 29%25% 57% 18%Lezen50% 50%VVTO(N = 8)LuisterenSprekenSchrijven13% 13% 75%38% 25% 38%75% 25%Ook bij <strong>de</strong> beste leerlingen wordt een behoorlijke variatie in niveau gesignaleerd. De inschattingenvoor VVTO-leerlingen wijken voor spreken niet erg af <strong>van</strong> <strong>de</strong> inschattingen voor alle leerlingen.Voor lezen, luisteren en schrijven liggen <strong>de</strong> inschattingen voor VVTO-leerlingen wel hoger.Als <strong>de</strong>ze gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> inschattingen voor <strong>de</strong> 20% beste leerlingen juist zijn, dan haalt ongeveer10% <strong>van</strong> alle leerlingen B1-niveau of hoger voor lezen en luisteren, bij bena<strong>de</strong>ring 6% <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen haalt B1 voor spreken en ruwweg 3,5% schrijft op B1-niveau. Als <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>inschatting <strong>van</strong> leerkrachten <strong>van</strong> hun eigen vaardighe<strong>de</strong>n ook klopt, dan is 10% <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen leesvaardiger dan 18% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten die <strong>Engels</strong> geven op <strong>de</strong> <strong>basisschool</strong>, danheeft 6% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen een betere spreekvaardigheid dan 9% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten en schrijft3,5% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen beter <strong>Engels</strong> dan 21% <strong>van</strong> hun leerkrachten.3.6 Toetsing en overdracht <strong>van</strong> resultatenVerreweg <strong>de</strong> meeste toetsen die wor<strong>de</strong>n afgenomen zijn metho<strong>de</strong>toetsen of door <strong>de</strong> leerkrachtzelf samengestel<strong>de</strong> toetsen. Van metho<strong>de</strong>onafhankelijke toetsing is nauwelijks sprake.Opvallend is <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> toetsen <strong>van</strong> Anglia, met name op VVTO-scholen. Het is zeer <strong>de</strong>vraag of die zijn toegesne<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse situatie en kerndoelen. 6% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachtenantwoordt dat <strong>Engels</strong> niet getoetst wordt. In Thijs (2011) gaf 18% <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten <strong>aan</strong> niette toetsen, en op VVTO-scholen lag dat percentage zelfs boven <strong>de</strong> 40%.52 PPON


Percentage leerkrachten dat <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> (sub)vaardighe<strong>de</strong>n <strong>het</strong> meest toetstEIBO + VVTO (N = 43) VVTO (N = 7)meest % meest %Woor<strong>de</strong>nschat 44 Woor<strong>de</strong>nschat 43Luisteren 21 Schrijven 29Lezen 19 Grammatica 14Schrijven 12 Luisteren 14Grammatica 4 Lezen 0Spreken 0 Spreken 0We hebben leerkrachten ook gevraagd welke vaardighe<strong>de</strong>n of subvaardighe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> toetsen<strong>het</strong> meest en welke <strong>het</strong> minst <strong>aan</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong> kwamen. Het principe ‘test what you train’ lijkt nietlei<strong>de</strong>nd te zijn bij <strong>de</strong> toetsing. Meest in <strong>het</strong> oog springend is dat er in <strong>de</strong> les relatief veel<strong>aan</strong>dacht is voor spreken, maar bij <strong>de</strong> toetsing <strong>het</strong> minst. Het toetsen <strong>van</strong> spreken lijkt op VVTOscholenslechts marginaal meer <strong>aan</strong>dacht te krijgen dan op EIBO-scholen. Luisteren wordteveneens min<strong>de</strong>r getoetst dan dat er <strong>aan</strong>dacht <strong>aan</strong> wordt besteed in <strong>de</strong> les. Daarnaast valt <strong>de</strong><strong>aan</strong>dacht voor <strong>het</strong> toetsen <strong>van</strong> schrijven op VVTO-scholen op. Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens in <strong>de</strong>tabel hierboven is niet vast te tellen of <strong>het</strong> hier gaat om toetsing <strong>van</strong> <strong>de</strong> schrijfwijze <strong>van</strong>woor<strong>de</strong>n, zoals in <strong>de</strong> kerndoelen vermeld, of om meer productief schrijven. Woor<strong>de</strong>nschatwordt <strong>het</strong> meest getoetst.In Thijs (2011) werd vastgesteld dat woor<strong>de</strong>nschat, luisteren en lezen in die volgor<strong>de</strong> <strong>het</strong> meest<strong>aan</strong> bod kwamen in <strong>de</strong> toetsing en dat schrijven en spreken bijna evenveel getoetst wer<strong>de</strong>n alslezen. De bevindingen in <strong>de</strong> peiling 2012 leveren, met name waar <strong>het</strong> gaat om <strong>de</strong> toetsing <strong>van</strong>spreken en luisteren, een an<strong>de</strong>r beeld op. Omdat een kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerkrachten in <strong>de</strong> peiling <strong>de</strong>vraag waar bij <strong>de</strong> toetsing <strong>de</strong> meeste <strong>aan</strong>dacht voor is onbeantwoord heeft gelaten, isterughou<strong>de</strong>ndheid bij <strong>het</strong> trekken <strong>van</strong> conclusies gebo<strong>de</strong>n.De overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> leerlingen voor <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> jaargroep 7 naar jaargroep 8gebeurt vooral via cijfers en ook vaak informeel (<strong>de</strong> leerkracht gaat met <strong>de</strong> groep mee <strong>van</strong> 7naar 8, <strong>de</strong> leerkrachten <strong>van</strong> jaargroep 7 en 8 stemmen mon<strong>de</strong>ling af). De schoolleiding hebbenwe gevraagd of voor <strong>Engels</strong> leerlinggegevens wor<strong>de</strong>n overgedragen <strong>aan</strong> <strong>het</strong> voortgezeton<strong>de</strong>rwijs. 51% <strong>van</strong> <strong>de</strong> scholen draagt geen leerlingresultaten over, 31% doet dat in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong>rapportcijfers. Van <strong>de</strong> VVTO-scholen maakt 50% gebruik <strong>van</strong> een overdrachtsdossier.Ook uit eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek (Oostdam, 2010 en Thijs, 2011) komt naar voren dat <strong>de</strong> overdracht<strong>van</strong> primair naar voortgezet on<strong>de</strong>rwijs <strong>aan</strong>dacht behoeft. De overdracht binnen <strong>het</strong> primairon<strong>de</strong>rwijs is wellicht eveneens voor verbetering vatbaar.SamenvattendDe on<strong>de</strong>rwijstijd voor <strong>Engels</strong> in jaargroep 8 verschilt <strong>aan</strong>zienlijk per school. Opgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijddie <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> besteed wordt, lopen uiteen <strong>van</strong> ongeveer 7 tot 90 uur per jaar. VVTO-scholengeven <strong>aan</strong> ongeveer 40% meer tijd <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> te beste<strong>de</strong>n in jaargroep 8 dan EIBO-scholen.Op alle scholen (VVTO en EIBO) wordt in 2012 in jaargroep 8 gemid<strong>de</strong>ld ruim 20% meer <strong>Engels</strong>gegeven dan in 2006. In jaargroep 7 is sprake <strong>van</strong> een toename <strong>van</strong> ruim 10%.De meeste scholen gebruiken een metho<strong>de</strong> <strong>Engels</strong> die is geschreven voor <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs.Met name VVTO-scholen, maar ook enkele EIBO-scholen kiezen voor <strong>Engels</strong>talige metho<strong>de</strong>n.Een enkele school zet een VO-metho<strong>de</strong> in.53 On<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs


In <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> wordt <strong>de</strong> meeste <strong>aan</strong>dacht besteed <strong>aan</strong> luistervaardigheid. Aan woor<strong>de</strong>nschaten spreekvaardigheid wordt eveneens ruim <strong>aan</strong>dacht besteed. Leesvaardigheid komt veelmin<strong>de</strong>r <strong>aan</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong>, en grammatica en schrijfvaardigheid op <strong>de</strong> meeste scholen niet ofnauwelijks.Op bijna alle scholen geeft <strong>de</strong> groepsleerkracht <strong>van</strong> jaargroep 8 ook <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>. De scholingdie leerkrachten hebben gehad voor <strong>het</strong> geven <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> is zeer divers. De inschatting dieleerkrachten maken <strong>van</strong> hun eigen taalvaardigheid <strong>Engels</strong> loopt uiteen <strong>van</strong> ERK-niveau A2 toten met C1.Toetsing <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> vindt voornamelijk plaats met bij <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> gelever<strong>de</strong> toetsen.Woor<strong>de</strong>nschat wordt <strong>het</strong> meest getoetst.De helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> scholen verzorgt een overdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen voor<strong>Engels</strong> <strong>aan</strong> <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Het vaakst gebeurt dat in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> door <strong>de</strong> leerlingenbehaal<strong>de</strong> cijfers voor <strong>Engels</strong>.54 PPON


4 Attitu<strong>de</strong> en achtergrond<strong>van</strong> leerlingen4 Attitu<strong>de</strong> en achtergrond <strong>van</strong> leerlingen


De attitu<strong>de</strong>vragen en <strong>het</strong> percentage leerlingen dat ze negatief, neutraal of positief beantwoordtAttitu<strong>de</strong>vragen uit <strong>de</strong> vragenlijst voor leerlingen 2012negatief2012 (2006)Antwoordcategorieneutraalpositief2012 (2006) 2012 (2006)1 John zegt: “Ik vind <strong>Engels</strong> op school best een gemakkelijk vak”.Ben je <strong>het</strong> met John eens?2 Stel je voor: Je bent op vakantie. Kin<strong>de</strong>ren vragen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> of je mee wiltspelen. Wat doe je?3 Yasmin zegt: “Ik vind <strong>Engels</strong> op school een leuk vak”.Ben je <strong>het</strong> met Yasmin eens?4 Tom zegt: “Ik vind <strong>het</strong> belangrijk voor mijn toekomst om goed <strong>Engels</strong> te kennen”.Ben je <strong>het</strong> met Tom eens?5 Stel je voor: Je hebt een dvd gekregen met een <strong>Engels</strong>talige tekenfilm die je graagwilt zien, maar <strong>de</strong> film heeft geen on<strong>de</strong>rtiteling. Wat doe je?6 Mark zegt: “Ik durf best <strong>Engels</strong> te spreken. Ik ben niet zo bang dat ik foutenmaak.” Ben je <strong>het</strong> met Mark eens?7 Stel je voor: Je krijgt een boek dat je graag wil lezen, maar <strong>het</strong> boek is <strong>Engels</strong>talig.Wat doe je?8 Stel je voor: op internet zoek je informatie over een on<strong>de</strong>rwerp dat je erginteresseert. Je vindt een <strong>Engels</strong>talige website. Wat doe je?13 (-) 61 (-) 26 (-)6 (5) 17 (44) 77 (51)16 (26) 44 (38) 40 (36)2 (3) 7 (16) 91 (81)7 (14) 56 (62) 37 (24)9 (5) 40 (20) 51 (75)19 (-) 67 (-) 14 (-)7 (13) 72 (63) 21 (24)De attitu<strong>de</strong> ten opzichte <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> algemeen is in 2012 nog positiever dan in 2006.De meeste leerlingen vin<strong>de</strong>n <strong>Engels</strong> weliswaar geen erg gemakkelijk vak, maar wel een re<strong>de</strong>lijkleuk vak, en vooral een belangrijk vak. De attitu<strong>de</strong> ten opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> spreken <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> ispositief, leerlingen g<strong>aan</strong> <strong>de</strong> omgang met <strong>Engels</strong>taligen niet uit <strong>de</strong> weg, maar lijken zich meerdan in 2006 te realiseren dat je ook fouten kunt maken in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. De leerlingattitu<strong>de</strong> is voorlezen <strong>het</strong> minst positief. Dat is in lijn met wat Heesters (2008) vaststel<strong>de</strong>: “Het meest positiefreageren <strong>de</strong> leerlingen op stellingen die gerelateerd zijn <strong>aan</strong> <strong>het</strong> mon<strong>de</strong>ling taalgebruik. (…)Over <strong>het</strong> schriftelijk taalgebruik zijn <strong>de</strong> leerlingen wat terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>r.”26% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen geeft <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> gemakkelijk te vin<strong>de</strong>n, 30% <strong>van</strong> <strong>de</strong> jongens vindt dat en22% <strong>van</strong> <strong>de</strong> meisjes. <strong>Engels</strong> gemakkelijk vin<strong>de</strong>n correleert zeer hoog met <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>(boeken, tijdschriften, websites) buiten school (zie paragraaf 4.2), <strong>het</strong> vlot begrijpen <strong>van</strong><strong>Engels</strong>talige liedjes en <strong>de</strong> inschatting dat je eigen <strong>Engels</strong> beter is dan dat <strong>van</strong> klasgenoten.Daarnaast hangt <strong>het</strong> samen met <strong>Engels</strong> spreken buiten school, e-mails, brieven en kaartenschrijven in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> (zie paragraaf 4.2), en <strong>de</strong> eigen vaardigheid verhoudingsgewijs hooginschatten (zie paragraaf 4.5). Het correleert daarentegen laag met op vakantie geweest zijn in<strong>Engels</strong>talige lan<strong>de</strong>n en <strong>het</strong> spelen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>talige computerspelletjes.Op VVTO-scholen zitten relatief wat meer leerlingen die <strong>Engels</strong> makkelijk vin<strong>de</strong>n (32%) dan opEIBO-scholen (25%). Ook stromen meer <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze leerlingen door naar <strong>het</strong> vwo (44%) dan naarBB (15%) of KB (16%).41% <strong>van</strong> <strong>de</strong> meisjes en 38% <strong>van</strong> <strong>de</strong> jongens vindt <strong>Engels</strong> leuk. Bijna 16% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen vindt<strong>het</strong> niet zo’n leuk vak. In 2006 vond 36% <strong>Engels</strong> een leuk vak en vond 26% <strong>het</strong> niet zo leuk. Zo op<strong>het</strong> oog een stijgen<strong>de</strong> populariteit. Thijs (2011) komt in <strong>de</strong> context <strong>van</strong> <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> <strong>van</strong>leerkrachten tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bevinding: “Leerkrachten zijn ook positief over <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> <strong>van</strong>leerlingen wat <strong>Engels</strong> betreft: 89% is <strong>van</strong> mening dat <strong>Engels</strong> hun leerlingen <strong>aan</strong>spreekt.”Opvallend is dat slechts 29% <strong>van</strong> <strong>de</strong> VVTO-leerlingen <strong>Engels</strong> een leuk vak vindt.57Attitu<strong>de</strong> en achtergrond <strong>van</strong> leerlingen


<strong>Engels</strong> wordt door negen <strong>van</strong> <strong>de</strong> tien leerlingen belangrijk gevon<strong>de</strong>n voor hun toekomst, doorjongens in ongeveer gelijke mate als meisjes. In 2006 was dat acht <strong>van</strong> <strong>de</strong> tien. Leerlingen diedoorstromen naar vmbo-BB vin<strong>de</strong>n <strong>het</strong> in 2012 met 79% relatief <strong>het</strong> minst belangrijk.Over lezen zijn twee attitu<strong>de</strong>vragen gesteld, één over <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong>talig boek (zievraag 7 hierboven) en één over <strong>Engels</strong>talige websites (zie on<strong>de</strong>r). Het zelfvertrouwen bij <strong>de</strong>eerste <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vragen blijft steken op ‘ik probeer <strong>het</strong> gewoon’. 67% geeft dat antwoord.Slechts 17% <strong>van</strong> <strong>de</strong> jongens en 11% <strong>van</strong> <strong>de</strong> meisjes g<strong>aan</strong> er<strong>van</strong> uit dat ze <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> wel zullensnappen. Voor VVTO-leerlingen ligt dat met 18% nauwelijks hoger, leerlingen met een niet-Ne<strong>de</strong>rlandstalige achtergrond (zie paragraaf 4.3) zitten met 23% wel wat hoger. In 2006 is <strong>de</strong>zevraag niet gesteld.Vraag 8 uit <strong>de</strong> vragenlijst voor leerlingen met percentage gegeven antwoor<strong>de</strong>nStel je voor: Op internet zoek je informatie over een on<strong>de</strong>rwerp dat je erg interesseert. Je vindt een <strong>Engels</strong>talige website.Wat doe je?ABCDEDie website sla ik over, want ik begrijp toch niet wat er staat. (7% → negatief)Ik gebruik een automatisch vertaalprogramma. (34% → neutraal)Ik lees die informatie, daarvoor ken ik genoeg <strong>Engels</strong>. (21% → positief)Ik probeer die informatie te lezen, ik kan wel een beetje <strong>Engels</strong> lezen. (26% → neutraal)Ik vraag iemand om mij te helpen. (12% → neutraal)In antwoord op vraag 8, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> vraag over lezen, stelt 34% zijn vertrouwen in een vertaalprogrammaen dus niet in <strong>de</strong> eigen kennis <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. Opvallend is dat 50% <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen <strong>van</strong> Surinaamse of Antilli<strong>aan</strong>se herkomst hier voor C kiezen (slechts 10% <strong>van</strong> henneemt zijn toevlucht tot een vertaalprogramma). Voor VVTO-leerlingen is dat percentage 33(en roept 26% <strong>de</strong> hulp in <strong>van</strong> een vertaalprogramma).Als <strong>het</strong> gaat om luisteren begint 7% niet <strong>aan</strong> een <strong>Engels</strong>talige tekenfilm zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rtiteling.Meer dan een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen is vol zelfvertrouwen en kijkt gewoon. Jongens zijn met43% nog wat meer overtuigd <strong>van</strong> zichzelf dan meisjes (32%). 57% <strong>van</strong> <strong>de</strong> VVTO-leerlingen geeftblijk <strong>van</strong> <strong>het</strong> vertrouwen een tekenfilm zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rtiteling te kunnen volgen, tegen 34% <strong>van</strong><strong>de</strong> niet-VVTO-leerlingen. In 2006 was <strong>het</strong> vertrouwen in <strong>de</strong> eigen kijk- en luistervaardigheid in<strong>het</strong> <strong>Engels</strong> wat min<strong>de</strong>r groot.Als hen op vakantie in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> gevraagd wor<strong>de</strong>n om mee te spelen, zegt 77% <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen volmondig ja. VVTO-leerlingen met 86% en buitenlandse leerlingen met 83% zijn <strong>het</strong>meest uitgesproken in dit opzicht. Jongens (79%) zijn weer iets zeker<strong>de</strong>r <strong>van</strong> hun zaak danmeisjes (75%). In 2006 was <strong>het</strong> zelfvertrouwen op dit punt bij <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen <strong>aan</strong>wezig.Bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> vraag (6) naar hun attitu<strong>de</strong> ten <strong>aan</strong>zien <strong>van</strong> spreken geven jongens blijk <strong>van</strong>dui<strong>de</strong>lijk meer lef dan meisjes: 59% <strong>van</strong> <strong>de</strong> jongens durft <strong>Engels</strong> te spreken, al maken ze somsfouten, terwijl dat voor 42% <strong>van</strong> <strong>de</strong> meisjes geldt. In 2006 is <strong>de</strong>ze vraag op vergelijkbare wijzegesteld. Toen gaf 75% <strong>aan</strong> best <strong>Engels</strong> te durven praten met iemand, nu blijft <strong>het</strong> steken op50%. Een opmerkelijke teruggang in zelfvertrouwen, en in tegenspraak met <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n bij<strong>de</strong> vorige vraag. Juist op <strong>het</strong> punt <strong>van</strong> <strong>het</strong> spreken beogen <strong>de</strong> kerndoelen <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong>een positieve attitu<strong>de</strong>.Het is ondui<strong>de</strong>lijk of <strong>van</strong> die ontwikkeling <strong>de</strong> afgelopen jaren voldoen<strong>de</strong> sprake is geweest.Over schrijven zijn, gezien <strong>het</strong> feit dat <strong>de</strong>ze vaardigheid in communicatieve zin niet wordtgenoemd in <strong>de</strong> kerndoelen, geen attitu<strong>de</strong>vragen gesteld.58 PPON


In <strong>de</strong> peilingen <strong>van</strong> 1996 en 2006 werd geconclu<strong>de</strong>erd dat <strong>het</strong> zelfvertrouwen <strong>van</strong> leerlingen <strong>het</strong>grootst is als <strong>het</strong> om <strong>Engels</strong> spreken gaat. Dat is ook <strong>de</strong> conclusie op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevindingen in2012, hoewel <strong>het</strong> zelfvertrouwen op dit punt niet toegenomen lijkt ten opzichte <strong>van</strong> 2006.Na spreken hebben Ne<strong>de</strong>rlandse leerlingen in jaargroep 8 <strong>het</strong> meeste vertrouwen in hunluistervaardigheid. Voor luisteren en lezen is <strong>het</strong> vertrouwen in <strong>de</strong> eigen vaardigheid voor<strong>Engels</strong>, vergeleken met 2006, enigszins toegenomen.4.2 Informeel leren <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>De acht volgen<strong>de</strong> vragen gingen over buitenschools contact met <strong>Engels</strong>. In <strong>de</strong> laatste <strong>van</strong> <strong>de</strong>zevragen hebben <strong>de</strong> leerlingen <strong>aan</strong>gekruist hoe vaak zij buiten school bepaal<strong>de</strong> activiteiten(die een beroep doen op hun receptieve vaardighe<strong>de</strong>n) in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> uitvoeren. In <strong>het</strong> schemahieron<strong>de</strong>r zijn ze gerangschikt <strong>van</strong> vaakst naar minst vaak.Percentage leerlingen dat buiten school met enige frequentie receptief met <strong>Engels</strong> bezig is (N = 1343)Nooit Soms Best vaak Heel vaakEén keer per Elke week twee Bijna elke dagweek of min<strong>de</strong>r of drie keerLuisteren naar <strong>Engels</strong>e liedjes 2 5 15 78Op tv, dvd, internet of in <strong>de</strong> bioscoop <strong>Engels</strong>talige films1 27 37 35kijken met Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtitelingOp tv <strong>Engels</strong>talige series, soaps of an<strong>de</strong>re programma’s6 24 32 38kijken met Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtiteling<strong>Engels</strong>talige computerspelletjes spelen 9 25 32 34<strong>Engels</strong>talige filmpjes op internet kijken zon<strong>de</strong>r7 31 31 31Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtiteling (bijvoorbeeld YouTube)<strong>Engels</strong>e websites bekijken om informatie te zoeken 34 47 13 6Een boek of een tijdschrift in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> lezen 39 50 9 2Geconclu<strong>de</strong>erd kan wor<strong>de</strong>n dat veel leerlingen zo goed als dagelijks buiten school activiteitenontplooien waarbij zij in <strong>aan</strong>raking komen met <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal. Het vaakst betreft datluisteractiviteiten of contact met <strong>de</strong> taal met een luistercomponent: filmpjes zon<strong>de</strong>ron<strong>de</strong>rtiteling, computerspelletjes, tv en films met on<strong>de</strong>rtiteling en <strong>Engels</strong>e liedjes. Veel min<strong>de</strong>rvaak gaat <strong>het</strong> om leesactiviteiten. VVTO-leerlingen verschillen in dit opzicht niet of nauwelijks<strong>van</strong> an<strong>de</strong>re leerlingen.LezenVier <strong>van</strong> <strong>de</strong> tien leerlingen leest nooit een tijdschrift of boek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>, één op <strong>de</strong> tien doetdat meer<strong>de</strong>re keren per week. Op RK-scholen ligt <strong>het</strong> percentage ‘best vaak’ plus ‘heel vaak’ op5, op PC- en openbare scholen ligt <strong>het</strong> op 13%. Jongens lezen iets vaker een <strong>Engels</strong> boek oftijdschrift (12% ‘best vaak’ plus ‘heel vaak’) dan meisjes (10% ‘best vaak’ plus ‘heel vaak’).Hoewel qua attitu<strong>de</strong> <strong>de</strong> bereidheid om <strong>Engels</strong>e websites te raadplegen <strong>aan</strong>wezig is (zieparagraaf 4.1), zijn er blijkbaar niet veel leerlingen die <strong>het</strong> ook daadwerkelijk doen: 34% ‘nooit’en 47% ‘één keer per week of min<strong>de</strong>r’. Jongens zijn op dit punt actiever dan meisjes: 31% <strong>van</strong> <strong>de</strong>jongens en 38% <strong>van</strong> <strong>de</strong> meisjes antwoor<strong>de</strong>n ‘nooit’ en 9% (jongens) en 3% (meisjes) antwoor<strong>de</strong>n‘bijna elke dag’. Ook hier blijven leerlingen op RK-scholen met 39% ‘nooit’ wat achter bijleerlingen op openbare scholen (30% ‘nooit’) en PC-scholen (34% ‘nooit’).59 Attitu<strong>de</strong> en achtergrond <strong>van</strong> leerlingen


LuisterenLeerlingen op PC-scholen (31%) en RK-scholen (27%) antwoor<strong>de</strong>n vaker dan die op openbarescholen (19%) dat ze één keer of min<strong>de</strong>r per week <strong>Engels</strong>e films kijken met on<strong>de</strong>rtiteling.<strong>Engels</strong>talige tv-programma’s met on<strong>de</strong>rtiteling zijn on<strong>de</strong>r 11- en 12-jarigen min<strong>de</strong>r populairdan verwacht. Veelal wordt <strong>aan</strong>genomen dat <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rtitel<strong>de</strong> blootstelling <strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> eenbelangrijke factor is in <strong>het</strong> succesvol leren <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal door Ne<strong>de</strong>rlandse leerlingen.Slechts 38% komt op die manier bijna dagelijks in contact met <strong>Engels</strong>. Op PC-scholen kijkt 30%bijna elke dag, op openbare scholen 45%.De luisteraspecten correleren laag met willekeurig welke an<strong>de</strong>re elementen uit <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>vragenlijst,veel lager bijvoorbeeld dan <strong>Engels</strong> lezen. Het bekijken <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>talige filmpjeszon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rtiteling op internet is hierop een uitzon<strong>de</strong>ring, net als <strong>het</strong> begrijpen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>eliedjes.Vraag 24 uit <strong>de</strong> vragenlijst voor leerlingenBegrijp je <strong>Engels</strong>talige liedjes die je bijvoorbeeld op <strong>de</strong> radio hoort?ABCJa, dat lukt vaak al na één of twee keer luisteren.Ja, maar ik begrijp ze pas als ik vaak luister.Nee, ook als ik vaak luister, snap ik <strong>Engels</strong>e liedjes meestal niet.Leerlingen die hier A antwoor<strong>de</strong>n vin<strong>de</strong>n <strong>Engels</strong> vaak een gemakkelijk vak, lezen vaker een<strong>Engels</strong> tijdschrift, een <strong>Engels</strong> boek of een <strong>Engels</strong>e website, bekijken vaker <strong>Engels</strong>talige filmpjeszon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rtiteling en schatten hun vaardigheid vaak in op A2- of B1-niveau (zie paragraaf 4.5).Ook in 2006 hebben we leerlingen gevraagd naar hun contact met <strong>Engels</strong> buiten school.Een <strong>aan</strong>tal <strong>van</strong> die vragen is in 2012 op vergelijkbare wijze, met drie antwoordmogelijkhe<strong>de</strong>n,gesteld. Door die antwoordmogelijkhe<strong>de</strong>n te herco<strong>de</strong>ren als ‘nooit’, ‘soms’ en ‘vaak’ kunnen we<strong>het</strong> buitenschools contact met <strong>Engels</strong> in 2012 vergelijken met dat in 2006. Uit die vergelijkingblijkt dat <strong>de</strong> leerlingen in 2012 wat vaker <strong>Engels</strong> lezen dan die in 2006. Ze schrijven ook watvaker <strong>Engels</strong>.Buitenschools contact met <strong>Engels</strong> in 2012 vergeleken met 2006Vragen over buitenschools contact met <strong>Engels</strong> uit <strong>de</strong> vragenlijstvoor leerlingen 2012% nooit2012 (2006)Antwoordcategorie% soms % vaak2012 (2006) 2012 (2006)9 Heb je wel eens een tijdschrift of een boek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> gelezen? 26 (37) 52 (48) 21 (15)10 Heb je in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> wel eens een e-mailtje geschreven of gechat? 45 (59) 31 (24) 24 (17)11 Heb je wel eens een briefje of kaartje in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> geschreven? 58 (71) 33 (25) 9 (5)14 Spreek je wel eens <strong>Engels</strong> buiten school? 45 (34) 42 (41) 13 (25)SprekenDe leerlingen in 2012 lijken daarentegen min<strong>de</strong>r vaak <strong>Engels</strong> te spreken buiten school dan <strong>de</strong>leerlingen in 2006. Dat is wellicht <strong>het</strong> gevolg <strong>van</strong> een verschil in formulering <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorgeleg<strong>de</strong>vraag. In 2006 luid<strong>de</strong> <strong>de</strong> vraag: “Heb je wel eens <strong>Engels</strong> gesproken met kin<strong>de</strong>ren die geenNe<strong>de</strong>rlands kennen?”60 PPON


Op <strong>de</strong> vraag welke an<strong>de</strong>re taal thuis ook gesproken wordt, antwoor<strong>de</strong>n 367 leerlingen (27%) datdat <strong>Engels</strong> is. 290 leerlingen (22%) noemen hier <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> talen:Aantal leerlingen dat thuis nog een an<strong>de</strong>re taal spreekt dan <strong>de</strong> thuistaal> 30 dialect 40 (waaron<strong>de</strong>r: Twents 17, Drents 6, Limburgs 2, Brabants 1, Liwwad<strong>de</strong>rs 1, Nunspeets 1,straattaal 1, Texels 1, Zeeuws 1); Surinaams 32 (waaron<strong>de</strong>r: Hindoest<strong>aan</strong>s 7, Creools 1); Turks 32(waaron<strong>de</strong>r: Ne<strong>de</strong>rturks 1)21 – 30 Frans 2316 – 20 Duits 19; Fries 1611 – 15 Arabisch 15 (waaron<strong>de</strong>r: Egyptisch 4, Irakees 2, Syrisch 1); Sp<strong>aan</strong>s 136 – 10 Itali<strong>aan</strong>s 9; Portugees 9 (waaron<strong>de</strong>r: Brazili<strong>aan</strong>s 1, Kaapverdi<strong>aan</strong>s 3); Antilli<strong>aan</strong>s 8 (waaron<strong>de</strong>r: Papiaments 3)1 – 5 Chinees 5 (waaron<strong>de</strong>r: Kantonees 1, een dialect <strong>van</strong> Chinees 1); Indonesisch 5 (waaron<strong>de</strong>r: Jav<strong>aan</strong>s 1);Grieks 4; Maleis 3; Bosnisch 2; Iranees 2; Moluks 2; Pakist<strong>aan</strong>s 2; Pools 2; Roemeens 2; Servisch 2;Srilank<strong>aan</strong>s / Tamils 2; Thais 2; Vlaams 2; Albanees 1; Armeens 1; Deens 1; Ests 1; Ethiopisch 1; Ghanees 1;Hongaars 1; Jord<strong>aan</strong>s 1; Kroatisch 1; Russisch 1; Urdu 1; Vietnamees 1; Zwitsers 1Meer dan een kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen spreekt thuis wel eens <strong>Engels</strong>. Hoe vaak en hoe veelwordt uit <strong>de</strong> voorgeleg<strong>de</strong> vragen niet dui<strong>de</strong>lijk, maar voor veel leerlingen in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijsis <strong>Engels</strong> meer dan een vreem<strong>de</strong> taal of een vak op school. Die vertrouwdheid kan een verklaringzijn voor <strong>de</strong> positieve attitu<strong>de</strong> die we in paragraaf 4.1 beschreven.4.4 Vervolgopleiding leerlingen en ou<strong>de</strong>rsDe vraag over <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare school waar <strong>de</strong> leerlingen na jaargroep 8heengingen, vwo, havo of vmbo, lever<strong>de</strong> weinig bruikbare gegevens op: veel leerlingen kozentwee antwoordmogelijkhe<strong>de</strong>n om dui<strong>de</strong>lijk te maken dat ze naar een havo/vwo- of vmbo/havobrugklasdoorstroom<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> analyses <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingresultaten is gebruikgemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong>variabele ‘doorstroom VO’, zoals beschreven in paragraaf 2.1.3.De vragen naar <strong>de</strong> opleiding voor voortgezet on<strong>de</strong>rwijs die respectievelijk hun va<strong>de</strong>r en hunmoe<strong>de</strong>r had<strong>de</strong>n afgemaakt bleken door veel leerlingen niet beantwoord te kunnen wor<strong>de</strong>n.Op elk <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> vragen is door ruim 200 leerlingen geen antwoord gegeven. Het opleidingsniveau<strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs is om die re<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> analyses meegenomen in <strong>de</strong> variabele ‘formatiegewicht’(zie we<strong>de</strong>rom paragraaf 2.1.3), ook al is dat een vrij grove maat voor dit achtergrondkenmerk.4.5 Zelfbeoor<strong>de</strong>ling door leerlingenWe hebben <strong>de</strong> leerlingen ten slotte gevraagd een beoor<strong>de</strong>ling te geven <strong>van</strong> hun eigentaalvaardigheid in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. De leerlingen hebben per vaardigheid <strong>aan</strong>gegeven wat zij al welen nog niet kon<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. De daarbij gebruikte can do-statements zijn vereenvoudig<strong>de</strong>versies <strong>van</strong> een <strong>aan</strong>tal ERK-<strong>de</strong>scriptoren. De correspon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> ERK-niveaus wer<strong>de</strong>n daarbij niet<strong>aan</strong>gegeven. In <strong>de</strong> weergave hieron<strong>de</strong>r is dat wel ged<strong>aan</strong> om <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> ERK-indicatorenen bijbehoren<strong>de</strong> niveaus te expliciteren.63 Attitu<strong>de</strong> en achtergrond <strong>van</strong> leerlingen


Vraag 26: Wat kun jij al in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>? Kruis steeds ‘Ja’ of ‘Nog niet’ <strong>aan</strong>.Lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>A Ik kan informatie vin<strong>de</strong>n in menu’s en in fol<strong>de</strong>rs. (A2) Ja Nog nietB Ik kan bor<strong>de</strong>n en posters met eenvoudige woor<strong>de</strong>n en zinnen begrijpen. (A1) Ja Nog nietC Ik kan beschrijvingen <strong>van</strong> gebeurtenissen of gevoelens in brieven begrijpen. (B1) Ja Nog nietD Ik kan korte, eenvoudige e-mails lezen. (A2) Ja Nog nietLuisteren naar <strong>Engels</strong>E Ik kan simpele zinnen begrijpen in een gesprek over familie en dagelijks leven. (A1) Ja Nog nietF Ik kan <strong>de</strong> belangrijkste punten in omroepberichten volgen. (A2) Ja Nog nietG Ik kan woor<strong>de</strong>n en zinnen verst<strong>aan</strong> in een gesprek over school en hobby’s. (A2) Ja Nog nietH Ik kan <strong>de</strong> hoofdzaken begrijpen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>talige radio- of tv-programma’s. (B1) Ja Nog niet<strong>Engels</strong> sprekenI Ik kan mijn mening in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> geven en daarbij een uitleg geven. (B1) Ja Nog nietJ Ik kan in eenvoudige woor<strong>de</strong>n en zinnen vertellen over mijn familie of omgeving. (A2) Ja Nog nietK Als mensen langzaam spreken en dingen herhalen, kan ik <strong>de</strong>elnemen <strong>aan</strong> een Ja Nog nietgesprek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. (A1)L Ik kan eenvoudige vragen stellen en korte antwoor<strong>de</strong>n geven. (A1) Ja Nog nietM Ik kan <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> een boek of film navertellen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. (B1) Ja Nog nietSchrijven in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>N Ik kan een vakantiekaart schrijven in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. (A1) Ja Nog nietO Ik kan een tekst schrijven over bijvoorbeeld mijn huis, sport of hobby’s. (B1) Ja Nog nietP Ik kan <strong>aan</strong>tekeningen maken in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. (A2) Ja Nog nietQ Ik kan mijn naam, adres en nationaliteit invullen op een formulier. (A1) Ja Nog nietR Ik kan mijn ervaringen beschrijven in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. (B1) Ja Nog nietUit <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen blijkt dat ze behoorlijk positief zijn over hun <strong>Engels</strong>.Correlatie <strong>van</strong> hun inschattingen met <strong>het</strong> type voortgezet on<strong>de</strong>rwijs waarnaar <strong>de</strong> leerlingendoorstromen laat een bijna lineaire toename in <strong>het</strong> percentage ‘ja’ zien. Voor <strong>de</strong> B1-<strong>de</strong>scriptorover <strong>het</strong> begrijpen <strong>van</strong> gebeurtenissen of gevoelens bij <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> brieven (C hierboven) looptdat bijvoorbeeld <strong>van</strong> 40% ‘Ja’ voor toekomstige vmbo-BB-leerlingen naar 72% ‘Ja’ voor vwoleerlingen.Hun leesvaardigheid schatten leerlingen <strong>het</strong> hoogst in, net iets hoger dan hun luistervaardigheid.De inschatting <strong>van</strong> hun spreekvaardigheid ligt daar weer iets on<strong>de</strong>r. Dat leerlingenhun schrijfprestaties min<strong>de</strong>r hoog inschatten, is gezien <strong>de</strong> relatief geringe <strong>aan</strong>dacht ervoor in<strong>het</strong> <strong>basisschool</strong>curriculum niet verwon<strong>de</strong>rlijk. Dat <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> hun <strong>Engels</strong>e schrijfvaardigheidvoor <strong>de</strong> B1-indicatoren gemid<strong>de</strong>ld hoger uitvalt dan die voor spreekvaardigheid isopvallen<strong>de</strong>r. Dat bijna twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen inschat een tekst over hun huis, sport ofhobby’s te kunnen schrijven is te verklaren door <strong>de</strong> <strong>aan</strong>dacht die in <strong>de</strong> meeste metho<strong>de</strong>s <strong>aan</strong><strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwerpen besteed wordt. In <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> schema zijn <strong>de</strong> zelfbeoor<strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen per vaardigheid weergegeven.64 PPON


Zelfbeoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> taalvaardigheid <strong>Engels</strong> door leerlingenLezenPercentage ‘Ja’ (N = 1343, respectievelijk 35, 44, 38 en 54 niet ingevuld)A1: bor<strong>de</strong>n / postersA2: eenvoudige e-mails88%91%A2: menu’s / fol<strong>de</strong>rs70%B1: gebeurtenissen / gevoelens56%LuisterenPercentage ‘Ja’ (N = 1343, respectievelijk 36, 46, 49 en 69 niet ingevuld)A1: familie / dagelijks leven87%A2: school / hobby’s80%A2: omroepberichten63%B1: radio- / tv-programma’s54%SprekenPercentage ‘Ja’ (N = 1343, respectievelijk 43, 47, 45, 58 en 68 niet ingevuld)A1: vragen / antwoor<strong>de</strong>n90%A1: <strong>de</strong>elnemen <strong>aan</strong> gesprekA2: vertellen over familie / omgeving81%80%B1: mening geven en uitleggen42%B1: navertellen inhoud boek / film25%SchrijvenA1: formulierA1: vakantiekaartA2: <strong>aan</strong>tekeningenB1: tekst over huis / sport / hobby’sB1: ervaringen beschrijvenPercentage ‘Ja’ (N = 1343, respectievelijk 47, 52, 56, 55 en 72 niet ingevuld)83%53%47%64%38%In <strong>de</strong> leerlinginschattingen zijn op <strong>de</strong>tailniveau twee ten<strong>de</strong>nsen zichtbaar. Leerlingen met eenniet-Ne<strong>de</strong>rlandse taalachtergrond (zie paragraaf 4.3) schatten hun vaardigheid voor <strong>Engels</strong>consequent hoger in dan leerlingen met Ne<strong>de</strong>rlands als moe<strong>de</strong>r- en thuistaal. Een vergelijkbaarverschil vin<strong>de</strong>n we bij VVTO-leerlingen ten opzichte <strong>van</strong> EIBO-leerlingen. Ter illustratie zettenwe <strong>de</strong> zelfbeoor<strong>de</strong>ling op <strong>de</strong> B1-indicatoren <strong>van</strong> genoem<strong>de</strong> groepen leerlingen naast elkaar.65 Attitu<strong>de</strong> en achtergrond <strong>van</strong> leerlingen


Zelfbeoor<strong>de</strong>ling op B1-indicatoren door vier verschillen<strong>de</strong> groepen leerlingenB1-indicatorPercentage ‘Ja’NL achtergrond Niet-NL achtergrond EIBO VVTOLezen: gebeurtenissen / gevoelens 57 68 57 64Luisteren: radio- / tv-programma’s 56 63 56 62Spreken: mening geven en uitleggen 42 60 41 57Spreken: navertellen inhoud boek / film 25 38 24 39Schrijven: tekst over huis / sport / hobby’s 66 69 65 79Schrijven: ervaringen beschrijven 40 46 38 58Samenvattend11- en 12-jarigen hebben een positieve attitu<strong>de</strong> ten opzichte <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>, vooral als <strong>het</strong> gaat omspreken en luisteren. In 2012 is <strong>de</strong> houding nog wat positiever dan die in 2006 was.Bij spreken lijken leerlingen zich echter meer dan in 2006 bewust <strong>van</strong> <strong>het</strong> feit dat ze foutenkunnen maken.Leerlingen komen buiten school veelvuldig in contact met <strong>Engels</strong>, al kunnen er <strong>aan</strong>zienlijkeverschillen zijn tussen leerlingen on<strong>de</strong>rling. Ze luisteren vooral veel naar <strong>Engels</strong>. <strong>Engels</strong> lezen,spreken en schrijven doen ze veel min<strong>de</strong>r buiten school. Toch spreekt een kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen thuis wel eens <strong>Engels</strong>. VVTO-leerlingen spreken wat vaker <strong>Engels</strong> buiten school,VVTO-leerlingen en leerlingen met een niet-Ne<strong>de</strong>rlandse taalachtergrond schrijven ook vaker in<strong>het</strong> <strong>Engels</strong>.Leerlingen <strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong> jaargroep 8 schatten hun eigen vaardigheid voor <strong>Engels</strong> hoog in,tot en met ERK-niveau B1 toe. Daarbij hebben ze meer vertrouwen in hun lees- en luistervaardigheiddan in hun spreek- en schrijfvaardigheid. VVTO-leerlingen schatten zichzelf hogerin dan niet-VVTO-leerlingen dat doen, net zoals leerlingen met een niet-Ne<strong>de</strong>rlandse taalachtergrondhun <strong>Engels</strong> hoger <strong>aan</strong>sl<strong>aan</strong> dan leerlingen met een Ne<strong>de</strong>rlandse achtergrond.66 PPON


5 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong>vaardigheidsmeting5 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


5 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong>vaardigheidsmetingIn <strong>de</strong> peiling <strong>van</strong> 2012 zijn lezen, luisteren, spreken, spellen,schrijven en woor<strong>de</strong>nschat als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> taalvaardigheid<strong>Engels</strong> on<strong>de</strong>rzocht bij leerlingen in jaargroep 8. In dit hoofdstukg<strong>aan</strong> we op elk <strong>van</strong> die vaardighe<strong>de</strong>n na<strong>de</strong>r in. Per on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> aard en inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> meetinstrumenten beschreven,geïllustreerd met voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gebruikte opgaven, en wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>prestaties <strong>van</strong> leerlingen in kaart gebracht en waar mogelijkgerelateerd <strong>aan</strong> vastgestel<strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n. Ook st<strong>aan</strong> we stil bijverschillen in <strong>Engels</strong>e taalvaardigheid <strong>van</strong> leerlingen metverschillen<strong>de</strong> achtergrondkenmerken.De beschrijving <strong>van</strong> verschillen vindt plaats in termen <strong>van</strong> significantie en effectgrootte. Of <strong>het</strong>verschil tussen groepen leerlingen significant is, hangt af <strong>van</strong> <strong>de</strong> grootte <strong>van</strong> <strong>het</strong> verschil en <strong>de</strong>om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> steekproef. Hoe groter <strong>de</strong> steekproef, hoe eer<strong>de</strong>r een gevon<strong>de</strong>n verschilstatistisch significant is. In <strong>de</strong>ze rapportage wordt een significantie <strong>van</strong> 0,01 of kleiner(<strong>aan</strong>gegeven met **) gehanteerd. Bij een significantieniveau <strong>van</strong> ,01 is <strong>de</strong> kans dat gevon<strong>de</strong>nverschillen op toeval berusten kleiner dan 1%.Bij <strong>de</strong> interpretatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> effectgrootten hanteren we <strong>de</strong> vuistregel <strong>van</strong> Cohen (1988), zoalshieron<strong>de</strong>r weergegeven.Kwalificatie <strong>van</strong> effectgroottenEffectgrootteKwalificatie0,0 Geen effect0,2 of -0,2 Klein effect0,5 of -0,5 Matig effect0,8 of -0,8 Groot effectOf een effect positief of negatief is, wordt bepaald door <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> contrast. Zo zijn <strong>de</strong>volgen<strong>de</strong> twee effecten <strong>aan</strong> elkaar gelijk:ContrastEffectgrootteMeisjes – Jongens 0,2Jongens – Meisjes -0,2In bei<strong>de</strong> gevallen is er een klein effect is waarbij meisjes beter presteren dan jongens.68 PPON


leerlingen in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands gegeven (zie voorbeeldopgave 1). Tien leesopgaven in <strong>de</strong> peiling<strong>van</strong> 2012 zijn overgenomen uit TaalstERK <strong>Engels</strong> (<strong>Cito</strong>, 2008). Dit zijn opgaven diegestandaardiseerd zijn als opgaven op B1-niveau. Deze B1-opgaven zijn in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>geformuleerd (zie voorbeeldopgave 12).Voorbeeldopgaven Lezen 1 en 121 BBC WEATHEROp <strong>de</strong> Britse teletekst Ceefax lees je op pagina 405 <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> weerberichten:CyprusTuesday: Mainly dry. Cloudy spells. Fresh southern winds.Wednesday: Cloudy start, but soon becoming brightOp welke dag kun je op Cyprus <strong>het</strong> bestenaar <strong>het</strong> strand g<strong>aan</strong> om te zonnen?12 Chuck Shepherd’s NEWS of the WEIRDGovernment air-travel rules against carry-on knives, guns, cigarette lighters andother potential weapons should be very well known by now, but airports continueto report almost comically wi<strong>de</strong>spread ignorance (or forgetfulness) by travelers. TheBoston Globe reported last month that screeners at Logan International Airportconfiscated about 12,000 items a week. Every few weeks, Logan officials take abouta ton of confiscated items to a warehouse in Concord, N.H., where bargain-huntersbuy them for pennies on the dollar.What is the main point ma<strong>de</strong> in thisarticle?A Airport personnel wi<strong>de</strong>ly ignoreofficial luggage checking regulations.B Airport staff often illegally sell thingsthey have taken from passengers.C Passengers still want to take lots offorbid<strong>de</strong>n objects on board planes.Bij <strong>de</strong> meeste teksten wordt één opgave <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n, soms is er sprake <strong>van</strong> twee of meeropgaven bij een tekst (zie voorbeeldopgaven 6 en 10).Voorbeeldopgaven Lezen 6 en 10Panda has operation on his teeth 6 Wat gingen <strong>de</strong> tandartsen met <strong>de</strong>kiezen doen?Ming is a 17-year old panda who lives inBerlin Zoo. One day keepers saw that it wasA schoonmakendifficult for Ming to chew his favourite food:B trekkenbamboo shoots. Dentists repaired his teeth.C vullenThe old panda had a two-hour operation.He got fillings in three teeth.10 Waarom werd Ming geopereerd?The operation was so successfulthat two other pandas will get an operationA Omdat hij al heel oud was.too.B Omdat hij haast niet konkauwen.C Omdat hij veel kiespijn had.70 PPON


De leesopgaven bevragen één <strong>van</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> aspecten <strong>van</strong> leesvaardigheid:• <strong>de</strong> hoofdgedachte <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst <strong>aan</strong>geven (zie voorbeeldopgaven 2 en 7);• <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> belangrijke elementen in <strong>de</strong> tekst <strong>aan</strong>geven (zie voorbeeldopgaven 5 en11);• <strong>het</strong> vergelijken <strong>van</strong> informatie uit verschillen<strong>de</strong> teksten of tekst<strong>de</strong>len (zie voorbeeldopgaven3 en 4).Voorbeeldopgaven Lezen 2, 3, 4, 5, 7 en 112 Hieron<strong>de</strong>r st<strong>aan</strong> <strong>de</strong> spelregels voor Tag.Wat voor spel is Tag?TagThe basic rules to Tag are quite simple. All you need is a group of kids and a largegar<strong>de</strong>n. One person is chosen as “it”, and that person runs around and tries to touchsomeone else. If they are successful, the person they touch is now “it” and tries tochase everyone else. The game goes on until everyone is tired or until Mom calls youin for drinks!ABChinkelenknikkerentikkertje3 Pen palsOp <strong>de</strong> site www.britishpenpals.co.uk kun je zoeken naar een zogenaam<strong>de</strong> ‘pen pal’,iemand om mee te schrijven. Een jongen of meisje zet een korte oproep op <strong>de</strong> siteen jij kunt reageren.Hieron<strong>de</strong>r zie je een <strong>aan</strong>tal <strong>van</strong> die oproepjes.Becky, 12, from LiverpoolI like swimming, writing, drawing and tennis.My i<strong>de</strong>al pen pal would be 11-12 anywhere on this planet.Je wilt schrijven met iemand die <strong>van</strong>tekenen houdt.Met wie kun je dan <strong>het</strong> beste schrijven?A BeckyB NatalieC YasminNatalie, 12 from LeedsI’m wanting pen pals worldwi<strong>de</strong> aged 11-13 years old.I like chocolate, music and singing.Yasmin, 12 from DevonMy hobbies are swimming, cinema, camping and trampolining.I have a pet called Taz and I like animals very much.71 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


4 Facts about catsWaarvoor gebruikt een kat zijn staart?Some cool facts about cats.Did you know?• Cats are carnivores – this means they eat meat.• A cat uses its whiskers to measure how wi<strong>de</strong> an openingis – that way they can work out if they can fit into spaces.• Chocolate can make your cat very sick.• Cats use their tail to keep their balance.• YAWN! Cats sleep for around 14 hours each day• WHAT’S THAT? Cats have 32 muscles in each ear so they can listen in alldirections.• SNIFF SNIFF – Cats have a very strong sense of smell (about 14 times strongerthan a human).• Cats sweat through their nose and their paws.ABCOm af te koelen als <strong>het</strong> erg warm is.Om te meten of hij door een openingpast.Om zijn evenwicht te bewaren5 A day in ... INDIAWat doet Asan in <strong>de</strong> schoolpauze?10:15 A.M. Break time! Most kids bring food from home, but my father gives memoney and I buy fruit and bread from a man outsi<strong>de</strong> our school gates. The otherboys play during break, but I don’t like wild games. I like to sit and talk.Asan Kumar Thakur, 11ABCHij belt met zijn va<strong>de</strong>r.Hij doet spelletjes met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren.Hij koopt eten op straat.7 Op <strong>de</strong> jeugdpagina <strong>van</strong> <strong>de</strong> BBC kunnen kin<strong>de</strong>ren iets vertellen over zichzelf.Hieron<strong>de</strong>r staat <strong>het</strong> briefje <strong>van</strong> Peter.My mates and I live in Cornwall. We always go surfing on Fistral beach and wereally love it. The beach is cleaned every day. But now Fistral beach is so popularwith tourists that we feel that there is no room for us any more.Peter, 12 NewquayWaar schrijft Peter over?Hij en zijn vrien<strong>de</strong>nA vin<strong>de</strong>n dat hun strand vervuilt doorteveel toeristen.B vin<strong>de</strong>n dat ze door <strong>de</strong> toeristenwor<strong>de</strong>n verdreven.C vin<strong>de</strong>n <strong>het</strong> leuk om surftrucjes <strong>aan</strong>toeristen te laten zien.11 The big bear huntUh-Uh. A river!A <strong>de</strong>ep cold river.We can’t go over it.We can’t go un<strong>de</strong>r it.Oh no!We’ve got to go through it.Drie kin<strong>de</strong>ren zijn op berenjacht met hunva<strong>de</strong>r.Wat moeten zij doen volgens dit versje?A <strong>de</strong> oever <strong>van</strong> <strong>de</strong> rivier volgenB door <strong>het</strong> water lopenC een brug zoekenVoorbeeldopgaven 1, 2, 3, 6, 7 en 10 zaten ook in 2006 in <strong>het</strong> peilingson<strong>de</strong>rzoek. Alles bij elkaarzijn 27 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 70 leesopgaven overgenomen uit <strong>de</strong> peiling <strong>van</strong> 2006 om <strong>de</strong> leerlingprestaties in2012 en 2006 goed te kunnen vergelijken.Naast <strong>de</strong> toevoeging <strong>van</strong> <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> B1-opgaven is in 2012 ook een <strong>aan</strong>tal opgavenopgenomen bij teksten die geselecteerd zijn uit jeugdliteratuur. Bij die opgaven wordt tevenseen beroep ged<strong>aan</strong> op <strong>het</strong> interpreteren <strong>van</strong> informatie uit <strong>de</strong> tekst (zie voorbeeldopgaven 8 en 9).72 PPON


Voorbeeldopgaven Lezen 8 en 98 Hieron<strong>de</strong>r staat een fragment uit een boek <strong>van</strong> Mor<strong>de</strong>cai Richler over <strong>de</strong> jongenJacob Dubbel. Het boek is later bewerkt tot <strong>de</strong> tekenfilmserie Jacob Dubbel.Hoe komt Jacob volgens hemzelf <strong>aan</strong> zijnbijnaam?Chapter 1Once there was a boy called Jacob Two-Two.He was two times two times two years old. Hehad two ol<strong>de</strong>r sisters, Emma and Marfa, andtwo ol<strong>de</strong>r brothers, Daniel and Noah. He wasnick-named Two-Two because, as he himselfadmitted, ‘’I am the littlest in the family.Nobody hears what I say the first time. Theyonly pay attention if I say things two times.’’A Omdat hij alles twee keer moetzeggen.B Omdat hij dubbel zo klein is als zijnbroers.C Omdat hij 2 ou<strong>de</strong>re broers en 2ou<strong>de</strong>re zussen heeft.D Omdat hij veel spullen dubbel heeft.9 Hieron<strong>de</strong>r staat een fragment uit <strong>het</strong> boek ‘Broken Soup’ (2009) <strong>van</strong> JennyValentine. De hoofdpersoon vertelt iets over haar broer.Waarom vond <strong>de</strong> ik-persoon <strong>het</strong> zo fijnom een broer als Jack te hebben?I haven’t mentioned my brother Jack yet, which is odd because he’s the thing mostpeople knew about me then. Wherever I went, being Jack’s sister was my ticket in. Itwas easy. Everyone loved Jack. I didn’t have to do anything to make them love metoo. It was all taken care of.How would I <strong>de</strong>scribe my big brother to someone who doesn’t know him? I couldstart with nice to look at (my dad’s height, my mum’s skin). Or clever, becauselearning new stuff just never seemed hard for him. Maybe funny. When you’d beenwith Jack for a while, I guarantee your stomach muscles would start to ache. Andgenerous, because he’d give anything to his friends if they nee<strong>de</strong>d it.ABCDOmdat zij door hem bij ie<strong>de</strong>reenpopulair was.Omdat hij vaak kaartjes voor haarkocht.Omdat ie<strong>de</strong>reen in <strong>de</strong> buurt Jackken<strong>de</strong>.Omdat zij zelf moeilijk vrien<strong>de</strong>n konmaken5.1.2 De leesvaardigheid <strong>van</strong> leerlingen in jaargroep 8De totale opgavenverzameling voor <strong>de</strong> schatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> leesvaardigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingenbestaat uit 98 leesopgaven: 41 die alleen in 2012 zijn <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n, 27 die in 2012 en in 2006 in<strong>de</strong> peiling zaten en 30 opgaven die enkel door <strong>de</strong> leerlingen in 2006 zijn gemaakt.Vergelijking met vorige peilingNemen we <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> VVTO-leerlingen mee met <strong>het</strong> gecorrigeer<strong>de</strong> percentage <strong>van</strong> 4%,dan zijn <strong>de</strong> leesprestaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen in 2012 met een effectgrootte <strong>van</strong> 0,34 beter dandie <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen in 2006. Dat is te kwalificeren als een klein effect. Zoals in paragraaf 5.1.3dui<strong>de</strong>lijk wordt, doen <strong>de</strong> VVTO-leerlingen <strong>het</strong> nog wat beter op <strong>de</strong> leesopgaven dan <strong>de</strong> EIBOleerlingen.Laten we <strong>de</strong> prestaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> VVTO-leerlingen geheel buiten beschouwing, danstellen we vast dat EIBO-leerlingen in 2012 met een effectgrootte <strong>van</strong> 0,32 (‘klein effect’) beterhebben gepresteerd dan <strong>de</strong> EIBO-leerlingen in 2006. Tussen <strong>de</strong> peilingen <strong>van</strong> 1996 en 2006werd geen verschil gevon<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> leesprestaties.Het ligt voor <strong>de</strong> hand <strong>de</strong>ze vooruitgang toe te schrijven <strong>aan</strong> <strong>de</strong> toename in tijd die <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong>wordt besteed. De <strong>aan</strong>dacht voor <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> is echter, zo stel<strong>de</strong>n we vast in paragraaf3.3, blijvend laag. Daarmee is <strong>het</strong> verband tussen <strong>de</strong> geconstateer<strong>de</strong> vaardigheidstoename en<strong>het</strong> formele on<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod moeilijk <strong>aan</strong> te tonen. In paragraaf 4.2 werd dui<strong>de</strong>lijk datleerlingen ook buiten school relatief weinig <strong>Engels</strong> lezen. Ook <strong>het</strong> feit dat jongens informeel watmeer <strong>Engels</strong> lezen dan meisjes leidt niet tot betere leesprestaties (zie vaardigheidsschaal inparagraaf 5.1.3).73 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


opgaven 1, 2, 3 en 4. Deze leerlingen beheersen 37 opgaven matig (o.a. voorbeeldopgaven 5, 6,7, 8 en 9) en 13 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 98 opgaven onvoldoen<strong>de</strong> (zoals voorbeeldopgaven 10, 11 en 12). De helft<strong>van</strong> <strong>de</strong> EIBO-leerlingen en 64% <strong>van</strong> <strong>de</strong> VVTO-leerlingen voldoen <strong>aan</strong> <strong>de</strong>ze standaard, terwijl 70tot 75% er<strong>aan</strong> zou moeten voldoen. We stellen vast dat, hoewel <strong>de</strong> leerlingen vergeleken met2006 leesvaardiger zijn gewor<strong>de</strong>n, te weinig leerlingen <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong> halen, zoals diedoor beoor<strong>de</strong>laars in 2007 is vastgesteld.De vaardigheidsscore <strong>van</strong> 166 is <strong>de</strong> medi<strong>aan</strong> voor <strong>de</strong> standaard Minimum. Leerlingen dievoldoen <strong>aan</strong> <strong>de</strong>ze standaard dienen 8 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 98 leesopgaven goed te beheersen en wor<strong>de</strong>nverwacht 30 opgaven matig te beheersen. Voorbeeldopgaven 1, 2 en 4 behoren tot <strong>de</strong> opgavendie <strong>de</strong>ze leerlingen matig beheersen. Alle an<strong>de</strong>re leesopgaven beheersen leerlingen op ditniveau onvoldoen<strong>de</strong>. 92% <strong>van</strong> alle leerlingen haalt <strong>de</strong>ze standaard. Daarmee wordt <strong>de</strong>standaard Minimum, die door 90 tot 95% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen behaald zou moeten wor<strong>de</strong>n, ookdaadwerkelijk gerealiseerd.De medi<strong>aan</strong> voor <strong>de</strong> standaard Gevor<strong>de</strong>rd, tot slot, ligt op vaardigheidsscore 290. 77 opgavenuit <strong>de</strong> totale verzameling wor<strong>de</strong>n door leerlingen op dit niveau goed beheerst. Slechts 2opgaven (waaron<strong>de</strong>r voorbeeldopgave 12) beheersen <strong>de</strong>ze leerlingen onvoldoen<strong>de</strong>. Debeheersing <strong>van</strong> <strong>de</strong> overige 22 opgaven door ‘gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>’ leerlingen is matig. Tot die opgavenbehoren voorbeeldopgaven 9, 10 en 11. Slechts 16% <strong>van</strong> alle leerlingen behaalt <strong>de</strong> standaardGevor<strong>de</strong>rd voor lezen, ongeveer een zes<strong>de</strong> <strong>van</strong> alle EIBO-leerlingen en een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> VVTOleerlingen.Zoals ook in 2006 wordt in 2012 <strong>de</strong> standaard Minimum voor <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> gehaald,maar blijft <strong>de</strong> jaargroep 8-populatie ver verwij<strong>de</strong>rd <strong>van</strong> <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong>.5.1.3 Verschillen in leesvaardigheid tussen leerlingenAchtergrondkenmerkenOp basis <strong>van</strong> achtergrondkenmerken (zie paragraaf 2.1.3) hebben we on<strong>de</strong>rscheid gemaakttussen leerlingen en zijn vervolgens nageg<strong>aan</strong> welk effecten bepaal<strong>de</strong> achtergrondkenmerkenhebben op <strong>de</strong> prestaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen. In <strong>de</strong> analyses zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong>kenmerken <strong>van</strong> leerlingen betrokken:• On<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong>: VVTO – EIBO;• Geslacht: meisjes – jongens;• Formatiegewicht: 0.00, 0.30 en 1.20 (zie paragraaf 2.1.3);• Leertijd: regulier – vertraagd;• Herkomst: Ne<strong>de</strong>rlands – buitenlands;• Doorstroom VO: BB, KB, GT, havo, vwo;• Dyslexie;• Regio: noord, oost, west, zuid;• Verste<strong>de</strong>lijking: zeer sterk en sterk ste<strong>de</strong>lijk – matig, weinig en niet ste<strong>de</strong>lijk.In <strong>de</strong> tabel op pagina 78 st<strong>aan</strong> <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> elk achtergrondkenmerk op <strong>de</strong> leesprestaties <strong>van</strong>leerlingen weergegeven. Bij elk effect staat <strong>aan</strong>gegeven hoe <strong>het</strong> gevon<strong>de</strong>n effect valt tekwalificeren en hoe significant <strong>het</strong> verschil is. Een en an<strong>de</strong>r is toegelicht <strong>aan</strong> <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> dithoofdstuk.75 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


De vaardigheidsschaalLeesvaardigheid <strong>Engels</strong>4003509030075Gevor<strong>de</strong>rd50250Voldoen<strong>de</strong>2520010Minimum150100© <strong>Cito</strong>Percentiel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12PerceOpgavenGoedMatigOnvoldoen<strong>de</strong>Standaar<strong>de</strong>nVaardigheidsscoreBeheersingsniveau76 PPON


4003509030075502502520010150100ntiel2012Jaar20060.01.2jongensmeisjesGeslachtBBKBGThavovwoDoorstroomneeVVTOjaFormatiegewicht0.3Vaardigheidsscore9075502510Percentiel<strong>aan</strong>duidingenBB = basisberoepsgerichte leerwegKB = ka<strong>de</strong>rberoepsgerichte leerwegGT = gemengd/theoretische leerweghavo = hoger algemeen voortgezet on<strong>de</strong>rwijsvwo = voorberei<strong>de</strong>nd wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwijsVVTO = vroeg vreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijs77 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Effectgrootten voor categorieën leerlingen: lezen <strong>Engels</strong>Contrast Significantie Effectgrootte KwalificatieVVTO (N = 180) – EIBO (N = 1146) ** 0,36 Klein effectMeisjes (N = 659) – Jongens (N = 667) (-0,08) (Geen effect)Formatiegewicht: 0.00 (N = 1205)**– 0.30 (N = 69)0,48Klein effect– 1.20 (N = 52)(0,38)(Klein effect)Leertijd: regulier (N = 1132) – vertraagd (N = 188) ** 0,50 Matig effectStratum: stratum 1 (N = 928)– stratum 2 (N = 271)– stratum 3 (N = 95)(0,09)(0,08)(Geen effect)(Geen effect)Herkomst: Ne<strong>de</strong>rlands (N = 1094) – Buitenlands (N = 154) (-0,18) (Geen effect)Doorstroom VO 1 : BB (N = 82) – KB (N = 138)(-0,39)(Klein effect)KB – GT (N = 259)(-0,47)(Klein effect)BB – GT**-0,86Groot effectGT – HAVO (N = 284)(-0,48)(Klein effect)HAVO – VWO (N = 235)**-1,05Groot effectGT – VWO**-1,53Groot effectNiet-dyslectisch (N = 1200) – Dyslectisch (N = 126) ** 0,83 Groot effectRegio: Noord (N = 115)– Oost (N = 353)– West (N = 601)– Zuid (N = 257) **(0,17)(-0,04)0,21(Geen effect)(Geen effect)Klein effectUrbanisatie: zeer sterk en sterk ste<strong>de</strong>lijk (N = 489)– matig, weinig en niet ste<strong>de</strong>lijk(N = 837)** 0,38 Klein effect1Combinatieadviezen zoals BB/KB, KB/GT, GT/HAVO en HAVO/VWO zijn buiten beschouwing gelaten.VVTO-leerlingen lezen wat beter dan EIBO-leerlingen, maar <strong>het</strong> effect is klein (+0,36). Het verschiltussen VVTO- en EIBO-leerlingen is wel significant. Wanneer een correctie wordt toegepast voorurbanisatiegraad is er sprake <strong>van</strong> ‘geen effect’ (+0,11). De verklaring daarvoor is dat <strong>de</strong><strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> VVTO-scholen voornamelijk in ste<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n gevestigd zijn. Leerlingen ineen ste<strong>de</strong>lijke omgeving zijn betere lezers <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>.We kunnen conclu<strong>de</strong>ren dat EIBO-leerlingen in ste<strong>de</strong>n leesvaardiger zijn dan EIBO-leerlingen inlan<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n. Door <strong>het</strong> verhoudingsgewijs geringe <strong>aan</strong>tal VVTO-leerlingen in kleineregemeenten en in een plattelandsomgeving kan <strong>het</strong> effect <strong>van</strong> VVTO op <strong>de</strong> leesprestaties <strong>van</strong>leerlingen echter onvoldoen<strong>de</strong> betrouwbaar wor<strong>de</strong>n vastgesteld.78 PPON


Het verschil in leesvaardigheid <strong>Engels</strong> tussen meisjes en jongens is te verwaarlozen. Het verschilis met een effectgrootte <strong>van</strong> -0,08 te kwalificeren als ‘geen effect’ en <strong>het</strong> is niet significant.Verschil in formatiegewicht sorteert een ‘klein effect’. Het verschil tussen 0.00-leerlingen en0.30-leerlingen is significant, maar dat tussen 0.00- en 1.20-leerlingen niet.Er is geen verschil in leesprestaties vast te stellen tussen leerlingen op scholen in stratum 1, 2 en 3,net zo min als tussen leerlingen <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse en buitenlandse herkomst. Leerlingen met eenbuitenlandse achtergrond lijken wel wat beter <strong>Engels</strong> te lezen, maar met <strong>de</strong> kwalificatie ‘geeneffect’ en een lage significantie zijn er geen conclusies <strong>aan</strong> te verbin<strong>de</strong>n.Of een leerling zon<strong>de</strong>r of met vertraging is doorgestroomd naar jaargroep 8 maakt wel verschil:er is sprake <strong>van</strong> een significant verschil en een ‘matig effect’. Corrigeren we echter voordoorstroom naar <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs, dan stellen we ‘geen effect’ (regulier – vertraagd:+0,16) vast. Vertraag<strong>de</strong> leerlingen stromen blijkbaar door naar <strong>de</strong> lagere niveaus <strong>van</strong> voortgezeton<strong>de</strong>rwijs.Globaal genomen neemt <strong>de</strong> leesvaardigheid <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> leerlingen toe naarmate zijdoorstromen naar een hogere leerweg in <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs, al zijn <strong>de</strong> effecten gering bijvergelijking <strong>van</strong> een gegeven niveau met <strong>het</strong> naasthogere niveau. Toch lijkt leesvaardigheid<strong>Engels</strong> <strong>de</strong> leerlingen op juiste wijze te <strong>de</strong>termineren. Het verschil in leesprestaties tussen <strong>de</strong>leerlingen die naar <strong>de</strong> basisberoepsgerichte leerweg <strong>van</strong> <strong>het</strong> vmbo g<strong>aan</strong> en leerlingen diedoorstromen naar <strong>de</strong> gemeng<strong>de</strong> of theoretische leerweg is te omschrijven als een ‘groot effect’(-0,86). Het verschil tussen doorstromers naar GT en naar <strong>het</strong> vwo is nog groter: -1,53.Naar <strong>aan</strong>leiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> (rechterzij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>) vaardigheidsschaal Lezen (pagina 76-77) merkenwe met betrekking tot <strong>het</strong> verschil in doorstroomniveau nog <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> op:• 75% <strong>van</strong> <strong>de</strong> BB-leerlingen haalt <strong>het</strong> minimumniveau voor <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>, maar <strong>de</strong>standaard Voldoen<strong>de</strong> wordt slechts door ongeveer 10% <strong>van</strong> <strong>de</strong> BB-leerlingen gehaald.• Ongeveer 90% <strong>van</strong> alle leerlingen met een vwo-advies bereikt <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong>.• Een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leerling met havo-advies (percentiel-50) is even leesvaardig in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> alseen zeer sterke (percentiel-90) leerling die doorstroomt naar BB. Bei<strong>de</strong>n beheersenvoorbeeld opgaven 1 tot en met 6 goed en voorbeeldopgaven 7, 8 en 9 matig.Dat dyslectische leerlingen <strong>het</strong> min<strong>de</strong>r goed doen op leesopgaven is te verwachten. Het effect isgroot (-0,83) en <strong>het</strong> verschil met niet-dyslectische leerlingen is significant.De verschillen tussen regio’s zijn klein, maar voor leerlingen in <strong>de</strong> regio zuid is er ten opzichte<strong>van</strong> leerlingen in <strong>het</strong> noor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland een ‘klein effect’ vast te stellen: -0,21. Leerlingenin <strong>het</strong> oosten <strong>van</strong> <strong>het</strong> land blijven met eenzelf<strong>de</strong> effectgrootte (ook -0,21) achter bij leerlingen in<strong>het</strong> westen.Leerlingen in <strong>het</strong> noor<strong>de</strong>n en westen lezen even goed. Leerlingen in <strong>de</strong> regio zuid zijn met een‘klein effect’ <strong>van</strong> -0,25 wat min<strong>de</strong>r leesvaardig dan die in <strong>de</strong> regio west.In <strong>de</strong>ze eerste resultatenparagraaf hebben we <strong>de</strong> effecten bij alle achtergrondkenmerken <strong>van</strong>leerlingen in tabelvorm en tekstueel beschreven. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen g<strong>aan</strong> we tekstueelmet name in op opvallen<strong>de</strong> verschillen.Attitu<strong>de</strong> en buitenschools contactNaast <strong>de</strong> hiervoor beschreven achtergrondkenmerken verschillen leerlingen ook in hun attitu<strong>de</strong>ten opzichte <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> en <strong>de</strong> mate waarin zij buiten school met <strong>Engels</strong> bezig zijn. Dit isgeïnventariseerd door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een attitu<strong>de</strong>vragenlijst (zie hoofdstuk 4). In <strong>de</strong> tabel hiernageven we een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> aspecten die met een matig of groot effect invloed hebben op <strong>de</strong>leesprestaties in <strong>de</strong> peiling 2012. Hiervoor zijn alleen <strong>de</strong> resultaten gebruikt <strong>van</strong> EIBO-leerlingen.79 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Voor veel attitu<strong>de</strong>vragen zijn interactie-effecten gevon<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> antwoordcategorieën en<strong>het</strong> EIBO- of VVTO-leerling zijn. Leerlingen op VVTO-scholen die zeggen <strong>Engels</strong> moeilijk tevin<strong>de</strong>n, scoren hoger dan leerlingen op EIBO-scholen die zeggen dat ze <strong>Engels</strong> “niet zo moeilijk,maar ook niet heel gemakkelijk” vin<strong>de</strong>n.Een verschil in attitu<strong>de</strong> blijkt veelal sterk samen te hangen met geconstateer<strong>de</strong> vaardigheidsverschillen.Het is echter moeilijk om uitspraken te doen over <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> die samenhang.We sluiten ons <strong>aan</strong> bij een opmerking uit Heesters’ rapportage <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige peiling <strong>Engels</strong> overdie samenhang: “Er kan echter op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze gegevens geen causaal verband wor<strong>de</strong>ngelegd. De vraag of leerlingen goed zijn in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> omdat ze een positieve attitu<strong>de</strong> hebben,of omgekeerd een positieve attitu<strong>de</strong> hebben ontwikkeld omdat ze relatief goed zijn in <strong>Engels</strong>wordt hiermee dus niet beantwoord.” (Heesters, 2008)Effecten <strong>van</strong> attitu<strong>de</strong>n <strong>van</strong> EIBO-leerlingen op <strong>de</strong> leesvaardigheid <strong>Engels</strong>Attitu<strong>de</strong>vraag en antwoordcategorie Significantie en effectgrootte KwalificatieJohn zegt: “Ik vind <strong>Engels</strong> op school best een gemakkelijk vak”. Ben je <strong>het</strong> met John eens?I negatief -neutraal ** 1,08 Groot effectpositief ** 2,38 Groot effectMijn <strong>Engels</strong> is … <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> mijn klasgenoten.II veel slechter dan -slechter dan (0,15) (Geen effect)even goed als ** 1,18 Groot effectbeter dan ** 2,32 Groot effectveel beter dan ** 2,77 Groot effectJe krijgt een boek dat je graag wilt lezen, maar <strong>het</strong> boek is <strong>Engels</strong>talig. Wat doe je?III negatief -neutraal ** 1,01 Groot effectpositief ** 1,97 Groot effectOp internet zoek je informatie over een on<strong>de</strong>rwerp dat je erg interesseert. Je vindt een <strong>Engels</strong>talige website. Wat doe je?IV negatief -neutraal (vertaalprogramma) ** 0,64 Matig effectneutraal (ik probeer <strong>het</strong>) ** 1,02 Groot effectpositief ** 1,99 Groot effectHeb je wel eens een tijdschrift of boek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> gelezen?V nog nooit -één of twee keer ** 0,53 Matig effectwel vaker ** 1,02 Groot effectHoe vaak lees jij een boek of een tijdschrift in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>?VI nooit -soms ** 0,57 Matig effectbest vaak ** 0,58 Matig effectheel vaak ** 1,09 Groot effect80 PPON


Hoe vaak bekijk jij <strong>Engels</strong>e websites om informatie op te zoeken?VII nooit -soms ** 0,46 Klein effectbest vaak ** 0,77 Matig effectheel vaak ** 1,12 Groot effectJe hebt een dvd gekregen met een <strong>Engels</strong>talige tekenfilm die je graag wilt zien, maar <strong>de</strong> film heeft geen on<strong>de</strong>rtiteling. Wat doe je?VIII negatief -neutraal ** 0,47 Klein effectpositief ** 1,14 Groot effectHoe vaak kijk je <strong>Engels</strong>talige filmpjes op internet zon<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtiteling (bijvoorbeeld YouTube)?IX nooit -soms ** 0,53 Matig effectbest vaak ** 0,83 Groot effectheel vaak ** 1,12 Groot effectHoe vaak kijk jij op tv, dvd, internet of in <strong>de</strong> bioscoop <strong>Engels</strong>talige films met Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtiteling?X nooit -soms (0,47) (Klein effect)best vaak (0,74) (Matig effect)heel vaak (0,86) (Groot effect)Hoe vaak luister je naar <strong>Engels</strong>e liedjes?XI nooit -soms (-0,10) (Geen effect)best vaak (0,15) (Geen effect)heel vaak (0,45) (Klein effect)Begrijp je <strong>Engels</strong>talige liedjes die je bijvoorbeeld op <strong>de</strong> radio hoort?XII negatief -neutraal ** 0,72 Matig effectpositief ** 1,50 Groot effectSpreek je wel eens <strong>Engels</strong> buiten school?XIII bijna nooit -soms ** 0,43 Klein effectbest vaak ** 1,09 Groot effectDe evaluatie die leerlingen geven <strong>van</strong> hun <strong>aan</strong>leg en capaciteiten voor <strong>Engels</strong> correleert in hogemate met hun prestaties voor lezen. EIBO-leerlingen die <strong>Engels</strong> een gemakkelijk vak vin<strong>de</strong>n(vraag I), hebben gemid<strong>de</strong>ld bedui<strong>de</strong>nd hogere scores voor leesvaardigheid dan leerlingen die<strong>Engels</strong> “juist moeilijk” vin<strong>de</strong>n (+2,38). Leerlingen die <strong>aan</strong>geven <strong>Engels</strong> “niet zo moeilijk, maarook niet heel gemakkelijk” te vin<strong>de</strong>n, lezen ook al significant beter (+1,08). Ook <strong>de</strong> inschatting<strong>van</strong> leerlingen dat hun <strong>Engels</strong> beter of veel beter is dan dat <strong>van</strong> hun klasgenoten (vraag II) snijdthout: <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> scores voor leesvaardigheid <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> die leerlingen liggen hoger danvoor leerlingen die zeggen even goed te zijn als hun klasgenoten (respectievelijk +1,14 en +1,59)en veel hoger dan die <strong>van</strong> leerlingen die naar eigen inschatting veel slechter zijn in <strong>Engels</strong>(respectievelijk +2,32 en +2,77).81 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Alle bevraag<strong>de</strong> aspecten <strong>van</strong> leesattitu<strong>de</strong> en buitenschools lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> (vragen III, IV, V, VIen VII) laten grote en significante effecten zien op <strong>de</strong> prestaties voor leesvaardigheid <strong>Engels</strong>.Het rechtvaardigt ruimere <strong>aan</strong>dacht voor <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> formele <strong>aan</strong>bod in <strong>het</strong>basison<strong>de</strong>rwijs, zeker met <strong>het</strong> oog op <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> lezen zoals we dat summier in paragraaf5.1 sc<strong>het</strong>sten. Een juiste didactisering met nadruk op <strong>het</strong> begrip <strong>van</strong> <strong>het</strong>geen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>gelezen wordt, zou <strong>de</strong>ze effecten nog kunnen versterken.In min<strong>de</strong>re mate dragen aspecten die met luisteren te maken hebben (vragen VIII, IX, X, XI enXII) bij tot een betere leesvaardigheid voor <strong>Engels</strong>. Het begrijpen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>talige liedjessorteert <strong>het</strong> grootste effect: een <strong>Engels</strong>e songtekst na één of twee keer luisteren begrijpenresulteert in een groot effect (+1,50) ten opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> niet begrijpen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>e liedjes, ookbij vaker luisteren.Tot slot draagt ook <strong>Engels</strong> spreken buiten school bij tot beter lezen. Leerlingen die zeggen dat“best vaak” te doen presteren met een effectgrootte +1,09 beter op leesvaardigheid <strong>Engels</strong> danleerlingen die zeggen dit “bijna nooit” te doen.5.2 LuisterenNe<strong>de</strong>rlandse leerlingen luisteren <strong>van</strong>af zeer jeugdige leeftijd naar <strong>Engels</strong>. De blootstelling <strong>aan</strong><strong>Engels</strong> via radio en televisie is voor veel peuters en kleuters bijna even <strong>van</strong>zelfsprekend als <strong>de</strong>taal die thuis gesproken wordt. Het ligt voor <strong>de</strong> hand dat die vertrouwdheid met <strong>Engels</strong> leidt toteen relatief natuurlijke initiële verwerving <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal. De mate waarin dat gebeurt enindividuele verschillen die daarin al vroeg zullen ontst<strong>aan</strong>, zijn moeilijk in beeld te brengen,maar leerkrachten constateren bij <strong>aan</strong><strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> formeel leren <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> dat die verschillener zijn en dat die verschillen, ook bij vierjarigen, groot zijn (zie paragraaf 3.5).Het belang <strong>van</strong> luisteren voor <strong>de</strong> verwerving <strong>van</strong> een vreem<strong>de</strong> taal is groot en in <strong>het</strong> curriculum<strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs wordt veel <strong>aan</strong>dacht besteed <strong>aan</strong> luisteren (zie paragraaf 3.3).Daarnaast, zo blijkt uit paragraaf 4.2, luisteren leerlingen in <strong>de</strong> <strong>basisschool</strong>leeftijd buiten schoolrelatief veel naar <strong>Engels</strong>: liedjes, films, al dan niet met on<strong>de</strong>rtiteling en <strong>Engels</strong>talige computerspelletjes.Naast <strong>het</strong> tot zich nemen <strong>van</strong> informatie via gesproken (en gezongen) <strong>Engels</strong>,ontwikkelen leerlingen op <strong>de</strong>ze manier gevoel voor klank, intonatie, spreeksnelheid en accent.ERK-<strong>de</strong>scriptoren luisteren voor <strong>de</strong> niveaus A1, A2 en B1A1 A2 B1Ik kan vertrouw<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n enbasiszinnen begrijpen die mezelf,mijn familie en directe concreteomgeving betreffen, wanneer <strong>de</strong>mensen langzaam en dui<strong>de</strong>lijkspreken.Ik kan zinnen en <strong>de</strong> meest frequentewoor<strong>de</strong>n begrijpen die betrekkinghebben op gebie<strong>de</strong>n die <strong>van</strong> directpersoonlijk belang zijn (bijvoorbeeldbasisinformatie over mezelf en mijnfamilie, winkelen, plaatselijkeomgeving, werk). Ik kan <strong>de</strong>belangrijkste punten in korte,dui<strong>de</strong>lijke, eenvoudige boodschappenen <strong>aan</strong>kondigingen volgen.Ik kan <strong>de</strong> hoofdpunten begrijpenwanneer in dui<strong>de</strong>lijk uitgesprokenstandaardtaal wordt gesproken oververtrouw<strong>de</strong> zaken die ik regelmatigtegenkom op mijn werk, school, vrijetijd enz. Ik kan <strong>de</strong> hoofdpunten <strong>van</strong>veel radio- of tv-programma’s overactuele zaken of over on<strong>de</strong>rwerpen<strong>van</strong> persoonlijk of beroepsmatigbelang begrijpen, wanneer erbetrekkelijk langzaam en dui<strong>de</strong>lijkgesproken wordt.82 PPON


5.2.1 Meting <strong>van</strong> luistervaardigheidDe meting <strong>van</strong> <strong>de</strong> luistervaardigheid in <strong>de</strong> peiling <strong>Engels</strong> steekt in op <strong>de</strong> informatie, <strong>de</strong> feitelijkeinhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n luisterfragmenten. Dat is in lijn met kerndoel 13: “De leerlingenleren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven <strong>Engels</strong>e teksten.”De kijk- en luistertaken in <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rzoek beston<strong>de</strong>n uit audio- en vi<strong>de</strong>ofragmenten, die via dvdop tv-scherm of digitaal schoolbord wer<strong>de</strong>n <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n en bijbehoren<strong>de</strong> meerkeuze-opgavenin een toetsboekje. In alle fragmenten wordt gesproken door native speakers <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>. Na elkfragment volg<strong>de</strong> een pauze, waarin <strong>de</strong> leerlingen <strong>het</strong> juiste antwoord omcirkelen.In <strong>de</strong> kijk- en luistertaken wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> soorten luisterinput <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n:• audiofragmenten <strong>van</strong> een bezoek <strong>aan</strong> familie in Engeland (reis, ontmoeting familiele<strong>de</strong>n,winkelen, school, werk, radio- en omroepboodschappen);• korte audio-nieuwsberichten (dieren, gezondheid, ongelukken, uitjes, verkeer);• tv-documentaires (dieren, landschap, geografie);• audio-interview (familie, hobby’s, wonen).In <strong>de</strong> peiling <strong>van</strong> 2012 zijn vijftien opgaven uit TaalstERK <strong>Engels</strong> (<strong>Cito</strong>, 2008) opgenomen.Dit zijn opgaven waar<strong>van</strong> door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een standaardbepaling is vastgesteld op welk ERKniveauze <strong>de</strong> luistervaardigheid toetsen. Het gaat om vier opgaven op A1-niveau, zeven A2-opgaven en vier B1-opgaven (zie respectievelijk voorbeeldopgaven 13, 19 en 23). De B1-opgavenzijn, in tegenstelling tot <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re luisteropgaven in <strong>de</strong>ze peiling, in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> geformuleerd.Voorbeeldopgaven Luisteren 13, 19 en 2313 Bij familie in Engeland(Je logeert bij familie in Engeland. Je bent <strong>aan</strong> <strong>het</strong> shoppen in een warenhuis. Jehoort <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> omroep.)Your attention please, all customers. At the information <strong>de</strong>sk on the ground floor,little Ben is waiting for his father in tears. Ben is wearing blue jeans, a white T-shirtand red sneakers. He is also carrying a brown teddy bear. Unfortunately, little Bencannot give us his family name. Will Ben’s father please come to the information<strong>de</strong>sk and pick up his son.Wat wordt er in dit omroepberichtgemeld?A Een jongetje is zijn va<strong>de</strong>r kwijt.B Een kind wil uit <strong>de</strong> speelhoek wor<strong>de</strong>nafgehaald.C In <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling heeft ieman<strong>de</strong>en knuffel laten liggen.19 Bij familie in Engeland(Na <strong>de</strong> vakantie gaat je nicht weer naar school. Je gaat een dagje met haar mee.)Can you show me your i<strong>de</strong>ntity card, please? Thank you.Oh, you’re Dutch, are you? From the country of tulips and windmills and coffeeshops, eh? I’ve been on holiday in Holland, in Amsterdam. Lovely city! Very differentfrom British cities, like London for example.Well, anyway, I hope you will like our country.Wat valt <strong>de</strong> bewaker op?A dat je in Amsterdam geboren bentB dat je in Lon<strong>de</strong>n woontC dat je uit Ne<strong>de</strong>rland komt83 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


23 Bij familie in Engeland(Je tante, June Springfield, werkt bij <strong>de</strong> politie. Je bezoekt haar op haar werk enmeldt je bij <strong>de</strong> receptie.)June Springfield … Right … I’ll see if I can find her for you – though I don’t think she’sin, you know. One moment please. [Stem door telefoon:]Hi June. It’s Frank O’Connor. Got someone from Holland here. Seems to have anappointment with you. …You’re not on street duty then …?All right … Fine ... Thanks ... Cheers. [Ein<strong>de</strong> telefoon.]She’ll be with you in a few minutes. I thought she was out on the street. Well, shenormally is, at this time on Monday morning … She’s never in. But you’re lucky. She’sat the station today because she’s expecting you.So if you’ll please wait here for a bit.Why is the receptionist surprised?A because June has arrived on timetodayB because June is present at themomentC because June seems to know youDe meeste opgaven bevragen <strong>de</strong> hoofdgedachte <strong>van</strong> <strong>het</strong> fragment (zie voorbeeldopgave 14),maar er zijn ook opgaven waarbij leerlingen <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> belangrijke elementen in <strong>het</strong>fragment moeten <strong>aan</strong>geven (zie voorbeeldopgave 18).Voorbeeldopgaven Luisteren 14 en 1814 Nieuwsberichten: DulwichLast night a fireman had to crawl along the beam of a 130ft crane at a building sitein Dulwich, South East London. The man wanted to rescue a 16-year-old girl aftershe climbed up the crane while sleepwalking. The girl, Tessa Powell, walked alongthe narrow beam of the lifting arm while fast asleep in the middle of the night.She only woke up when her dad called her mobile. Tessa then found out where shewas! Tessa was brought down with the fire crew’s hydraulic lift after they had beenwarned by Tessa’s father.Wat vertelt dit bericht over een meisje inDulwich?A Ze bel<strong>de</strong> via haar mobieltje om hulptoen ze vastzat in een hijskr<strong>aan</strong>.B Ze was tij<strong>de</strong>ns <strong>het</strong> slaapwan<strong>de</strong>len ineen hijskr<strong>aan</strong> gekropen.C Ze werd bij een brand via eenhijskr<strong>aan</strong> uit een gebouw gered.18 OrinocoThe river Orinoco dominates the lives of the Piaroa. It’s here where they bathe,collect water and wash their clothes. But the river can also carry disease. In thisremote village when someone becomes sick, they cannot go to the hospital.They ask the medicine man, the shaman, to make them better. He’s very old andknows how to use plants from the surrounding forests as medicines.De Piaroa g<strong>aan</strong> wel eens naar <strong>de</strong> shaman.Wat is dat voor iemand?A De dorpsoudste bij wie <strong>de</strong> mensenom raad komen.B Een man die kin<strong>de</strong>ren met eenrammelaar rustig kan maken.C Een soort dokter die <strong>de</strong> mensenprobeert te genezen.In <strong>de</strong> peiling zijn 21 opgaven ingezet die ook in 2006 zijn gebruikt. Ze zijn gebruikt om <strong>de</strong>resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> 2 peilingsmomenten samen te voegen tot één schaal voor <strong>Engels</strong>eluistervaardigheid. Door die samenvoeging kunnen <strong>de</strong> prestaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen in 2012vergeleken wor<strong>de</strong>n met die in 2006. Twee <strong>van</strong> <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntieke opgaven in <strong>de</strong> peilingen <strong>van</strong> 2006 en2012 st<strong>aan</strong> hier als voorbeeld (15 en 20).84 PPON


Voorbeeldopgaven Luisteren 15 en 2015 Nieuwsberichten: HamburgA German man faces charges for wasting police time. He was arrested last Thursdayafter repeatedly dialling ‘999’ after falling in love with the operator’s voice.The police managed to track down Guenther Bergmann by following the line oftelephone booths he used to make the calls. Bergmann, from Hamburg, who hadbeen drinking, told police he couldn’t help himself. “The first time I called it was anacci<strong>de</strong>nt, I just pressed the wrong buttons. But the operator had such a sexy voicethat I lost control and had to keep ringing back. I think I’m in love with her,” he said.Wat vertelt dit bericht over GuentherBergmann?A Hij raakte verliefd op <strong>de</strong> stem <strong>van</strong> <strong>de</strong>telefoniste <strong>van</strong> <strong>de</strong> alarmcentrale.B Hij viel <strong>de</strong> politie voortdurend lastigmet bedreigingen.C Hij zat dronken achter <strong>het</strong> stuur enveroorzaakte een ongeluk.20 Nieuwsberichten: OakwoodOakwood Yesterday a 10-year-old boy fell from the top of a Hydro Ri<strong>de</strong> at theOakwood Leisure Park in West Wales. Stanley Powell from Swansea was taken tohospital after he said his head hurt. Later he was let out again. The day beforeanother boy had also fallen from the rollercoaster. Police are now trying to find outwhat happened. Oakwood is the largest fun park in Wales, with more than 40 ri<strong>de</strong>s.The Hydro Ri<strong>de</strong> is the “fastest and wettest water coaster” in Europe.Wat vertelt dit bericht over twee jongensin een pretpark in West-Wales?A Ze vielen allebei uit eenwildwaterb<strong>aan</strong>.B Ze wer<strong>de</strong>n doodziek na veertig rittenin een wildwaterb<strong>aan</strong>.C Ze wil<strong>de</strong>n iemand uit <strong>de</strong> achtb<strong>aan</strong>duwen.Bij <strong>de</strong> vi<strong>de</strong>ofragmenten is <strong>het</strong> beeld on<strong>de</strong>rsteunend voor <strong>het</strong> begrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst. Daardoor zijn<strong>de</strong> fragmenten al gauw iets langer dan <strong>de</strong> audiofragmenten. De vi<strong>de</strong>ofragmenten variëren inlengte <strong>van</strong> ongeveer 30 tot 50 secon<strong>de</strong>n. De meerkeuze-opgaven sluiten <strong>aan</strong> bij <strong>de</strong> gesprokeninformatie, meestal bij <strong>de</strong> hoofdgedachte (zie voorbeeldopgave 16), maar kunnen ook gerichtzijn op <strong>het</strong> begrip <strong>van</strong> belangrijke elementen <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst (zie voorbeeldopgave 17) of <strong>het</strong>on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> hoofd- en bijzaken (zie voorbeeldopgaven 21 en 22).Voorbeeldopgaven Luisteren 16, 17, 21 en 2216 OrinocoHere the women are harvesting a root vegetable called a yucca, which looks andtastes a bit like a potato. They collect the yucca roots in specially woven rucksacksand take them back to the village to be cooked. In a central hut in the village thewomen peel the yuccas and grate them. When the wet shavings are dried, they turnthem into a sort of flour. The women use this flour to make bread, which they eatwith their fish or other food that they can catch in the forest. The bread is cookedrather like a pancake, but it’s much har<strong>de</strong>r.Wat wordt er gezegd over <strong>het</strong> brood dat<strong>de</strong> Piaroa eten?A Het is veel voedzamer danknolgewassen zoals yucca.B Het wordt gemaakt <strong>van</strong> meel <strong>van</strong> <strong>de</strong>yuccaplant.C Ze eten <strong>het</strong> in plaats <strong>van</strong> yucca enan<strong>de</strong>re groenten.85 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


17 Skeleton CoastA Portuguese explorer once called this part of Namibia the Gates of Hell. Those whoactually survive shipwrecks find themselves on the driest land on earth, the lastgreat wil<strong>de</strong>rness of Southern Africa. It’s blisteringly hot and you can go for five yearswithout you’ve been seeing a drop of rain. It’s one of the most hostile places onearth where the average person can only expect to survive for a matter of days asone man found out to his cost. On the ninth of December 1975 some English andGerman tourists were travelling through the <strong>de</strong>sert on safari. The inexperienceddriver hadn’t told anyone where they were going and when they broke down theyhad no way of calling anyone for help.Waarom wordt dit ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> Namibiëwel <strong>de</strong> ‘poorten <strong>van</strong> <strong>de</strong> hel’ genoemd?A Het is er heel droog en heet.B Het landschap is zeeronherbergzaam.C Je komt er geen levend wezen tegen.21 Skeleton CoastOut here the first rule of survival is: never leave your vehicle because it can bespotted from the air and it’s very easy to get lost on foot. But the driver insisted theywent to find help and one of the tourists, Claus Baron von <strong>de</strong>r Rock, agreed toaccompany him for the first hour. They didn’t take any water with them and Clausdidn’t even have a shirt or a hat to protect him from the scorching sun. When thehour was up Claus <strong>de</strong>ci<strong>de</strong>d to turn back.Listen I’m going back.Okay, this way.But one sand dune is pretty similar to another and Claus never ma<strong>de</strong> it back to the<strong>van</strong>. The driver somehow managed to get help and he and the other tourists wererescued. Now the search was on for Claus.Waar wordt in <strong>de</strong>ze passage <strong>de</strong> nadruk opgelegd?Je kunt heel snelA uitdrogen in <strong>de</strong> woestijn.B verbran<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> woestijn.C verdwalen in <strong>de</strong> woestijn.22 Skeleton CoastWith no sha<strong>de</strong> for miles the sun burned down on Claus’ exposed body. The forty<strong>de</strong>gree heat was so intense that his skin started to blister. Luckily for Clausrenowned tracker Peter Stark arrived on the scene. He was an expert of being ableto follow signs left by animals and humans. Anything from footprints in the sand toa broken twig can help a tracker find a target.Claus stumbled through the <strong>de</strong>sert for four days without food or water. He knew hecouldn’t survive much longer but then he found a juicy cactus like plant called aEuphorbia. He snapped off a piece of the plant and poured the milky liquid into hismouth. What he didn’t realise was that the white sap he was drinking is usuallyused to burn off warts; it’s usually poisonous and just one drop can blister the skin.The swelling from the blister was so bad that Claus had to force his mouth openwith hands just to breathe. In this state he had only hours to live.Wat gebeur<strong>de</strong> er met Claus nadat hij <strong>het</strong>sap <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘Euphorbia’ had gedronken?A Hij kreeg ernstige braakneigingen.B Hij kreeg enorme brandblaren in z’nmond.C Hij kreeg heftige kramp in z’n kaken.5.2.2 De luistervaardigheid <strong>van</strong> leerlingen in jaargroep 8De luistervaardigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen is geschat op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> prestaties op 64 opgaven.Van <strong>de</strong>ze opgaven zijn er 23 alleen in 2012 <strong>aan</strong> <strong>de</strong> leerlingen <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n, 21 zowel in 2006 als2012, en 20 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 64 opgaven zijn enkel in 2006 <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n.Vergelijking met vorige peilingDe luisterresultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen in <strong>de</strong> peiling <strong>van</strong> 2012 zijn gelijk <strong>aan</strong> die <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingenin <strong>de</strong> peiling <strong>Engels</strong> 2006. Dat is inclusief <strong>de</strong> 13,5% VVTO-leerlingen die <strong>de</strong>elnamen <strong>aan</strong> <strong>de</strong>peiling. Ook als we <strong>het</strong> gecorrigeer<strong>de</strong> percentage (4%) hanteren, of <strong>de</strong> VVTO-leerlingen geheel86 PPON


en al buiten beschouwing laten, verschillen <strong>de</strong> luisterprestaties uit 2012 niet <strong>van</strong> die in 2006.Kortom: <strong>de</strong> luistervaardigheid <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> leerlingen in jaargroep 8 is <strong>de</strong> afgelopen zes jaar op<strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> niveau gebleven. In 2006 werd <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> conclusie getrokken in <strong>de</strong> vergelijking met <strong>de</strong>peiling <strong>van</strong> 1996.Gezien <strong>de</strong> toegenomen tijd die op basisscholen <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> wordt besteed en <strong>de</strong> ruime <strong>aan</strong>dachtdie er is voor luisteren (zie hoofdstuk 3), is <strong>het</strong> resultaat teleurstellend te noemen. Bovendienluisteren veel leerlingen buiten school wekelijks twee keer of vaker naar gesproken en gezongen<strong>Engels</strong> (zie paragraaf 4.2). Het lijkt erop dat luisteren naar <strong>Engels</strong> zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> juiste didactiseringbeperkt effect sorteert. Na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> <strong>van</strong> leerlingen en <strong>van</strong> hun buitenschoolscontact met <strong>Engels</strong> kan daar wellicht wat meer inzicht in verschaffen. In paragraaf 5.2.3st<strong>aan</strong> we daar on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> kopje ‘Attitu<strong>de</strong> en buitenschools contact’ bij stil.Wat leerlingen kunnenDe percentiel-10 leerling beheerst een kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> opgaven goed (16 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 64), 42% matig(27 opgaven) en bijna een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> onvoldoen<strong>de</strong> (21 opgaven). Voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> opgaven die <strong>de</strong>percentiel-10 leerling goed beheerst, zijn voorbeeldopgave 13 en 14. Meer moeite heeft <strong>de</strong>zeleerling met voorbeeldopgaven 15, 16, en 17, die matig beheerst wor<strong>de</strong>n. Voorbeeldopgaven 18tot en met 23 vallen buiten <strong>het</strong> beheersingsbereik <strong>van</strong> percentiel-10 leerlingen. Kijken we naar<strong>de</strong> op ERK-niveau gestandaardiseer<strong>de</strong> opgaven, dan stellen we vast dat <strong>de</strong> percentiel-10 leerling1 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 4 A1-opgaven en 2 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 8 A2-opgaven goed beheerst.De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leerling (percentiel-50) beheerst 41 luisteropgaven uit <strong>de</strong> totale verzameling<strong>van</strong> 64 goed (64%), 17 opgaven matig (27%) en <strong>de</strong> resteren<strong>de</strong> 6 opgaven onvoldoen<strong>de</strong> (9%).On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> opgaven die <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leerling goed beheerst, zitten 2 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 4 als A1gestandaardiseer<strong>de</strong> opgaven en 5 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 8 als A2 gestandaardiseer<strong>de</strong> opgaven. Voorbeeldopgaven13 tot en met 17 beheerst <strong>de</strong> percentiel-50 leerling goed, 18, 19 en 22 matig envoorbeeldopgaven 20, 21 en 23 wor<strong>de</strong>n onvoldoen<strong>de</strong> beheerst.Voor <strong>de</strong> percentiel-90 leerling bevat <strong>de</strong> totale opgavenverzameling 5 opgaven die matig wor<strong>de</strong>nbeheerst en slechts 1 opgave die onvoldoen<strong>de</strong> wordt beheerst. De 58 overige opgaven beheerst<strong>de</strong>ze leerling goed. Het gaat daarbij o.a. om alle A1- en A2-opgaven, maar <strong>de</strong>ze leerling beheerstgeen enkele B1-opgave goed. Voorbeeldopgaven 13 tot en met 20 beheerst <strong>de</strong> percentiel-90leerling goed, opgaven 21, 22 en 23 wor<strong>de</strong>n matig beheerst. Voor voorbeeldopgave 23 geldt datpas bij een vaardigheidsscore <strong>van</strong> 509 sprake is <strong>van</strong> een kans <strong>van</strong> 80% op een goed antwoord.Dat valt buiten <strong>de</strong> vaardigheidsschaal Luistervaardigheid <strong>Engels</strong>.Voorbeeldopgave 22 wordt zowel door percentiel-10, -50 als -90 leerlingen matig beheerst.Het is een <strong>van</strong> <strong>de</strong> weinige luisteropgaven die slechts in geringe mate on<strong>de</strong>rscheid maakt tussenleerlingen met verschillen<strong>de</strong> vaardigheidsniveaus.Voorbeeldopgave 23 is één <strong>van</strong> <strong>de</strong> vier opgenomen B1-opgaven. Voor alle B1-opgaven geldt datze door percentiel-90 leerlingen uiterst matig of zelfs onvoldoen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n beheerst. Dat zalvoor een <strong>de</strong>el <strong>het</strong> gevolg zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> geformuleer<strong>de</strong> vragen. Deze summieregegevens geven een indicatie dat twaalfjarigen in Ne<strong>de</strong>rland <strong>het</strong> B1-niveau voor luistervaardigheidniet halen. Het heeft er alle schijn <strong>van</strong> dat percentiel-90 leerlingen luisteren opA2-niveau.Leggen we <strong>de</strong> bevindingen uit <strong>de</strong> vorige alinea naast <strong>de</strong> inschattingen die leerkrachten maken<strong>van</strong> <strong>het</strong> niveau dat hun precentiel-80 leerlingen halen voor luistervaardigheid <strong>Engels</strong> (zieparagraaf 3.5), dan zien we dat die inschatting te hoog ligt. Leerkrachten <strong>Engels</strong> schatten in dat<strong>de</strong> helft <strong>van</strong> hun percentiel-80 leerlingen luistert op B1-niveau. VVTO-leerkrachten zitten er nogwat ver<strong>de</strong>r naast met <strong>de</strong> inschatting dat drie kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> percentiel-80 leerlingen B1 haalt voor87 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


De vaardigheidsschaalLuistervaardigheid <strong>Engels</strong>4003509030075Gevor<strong>de</strong>rd5025025Voldoen<strong>de</strong>20010Minimum150100© <strong>Cito</strong>Percentiel 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23OpgavenGoedMatigOnvoldoen<strong>de</strong>Standaar<strong>de</strong>nVaardigheidsscoreBeheersingsniveau88 PPON


4003509030075502502520010150100Percentiel20122006Jaar0.01.2jongensmeisjesGeslachtBBKBGThavovwoDoorstroomneeVVTOjaFormatiegewicht0.3Vaardigheidsscore9075502510Percentiel<strong>aan</strong>duidingenBB = basisberoepsgerichte leerwegKB = ka<strong>de</strong>rberoepsgerichte leerwegGT = gemengd/theoretische leerweghavo = hoger algemeen voortgezet on<strong>de</strong>rwijsvwo = voorberei<strong>de</strong>nd wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwijsVVTO = vroeg vreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijs89 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


luisteren <strong>Engels</strong>. De zelfbeoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> leerlingen laat een vergelijkbaar optimisme zien tenopzichte <strong>van</strong> hun luisterprestaties (zie paragraaf 4.5).Standaar<strong>de</strong>nDe medi<strong>aan</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len voor <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong> ligt op vaardigheidsscore 230.Leerlingen die <strong>aan</strong> <strong>de</strong>ze standaard voldoen, beheersen <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> alle opgaven goed.Voorbeeldopgaven 13, 14, 15, 16 en 22 zijn voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke opgaven. Van <strong>de</strong>64 opgaven beheersen <strong>de</strong>ze leerlingen er 22 matig, bijvoorbeeld opgaven 17, 18 en 19.Ongeveer 66% <strong>van</strong> <strong>de</strong> EIBO-leerlingen en ruim 80% <strong>van</strong> <strong>de</strong> VVTO-leerlingen voldoet <strong>aan</strong> <strong>de</strong>standaard Voldoen<strong>de</strong>. Om <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong> te realiseren, zou 70 tot 75% <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen hier<strong>aan</strong> moeten voldoen. Dat is in 2012 net zo min <strong>het</strong> geval als in 2006.Voor <strong>de</strong> standaard Minimum ligt <strong>de</strong> medi<strong>aan</strong> op vaardigheidsscore 170. Leerlingen op dit niveauzou<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laars 12 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 64 opgaven (waaron<strong>de</strong>r voorbeeldopgave 13) goedmoeten beheersen. 29 opgaven zou<strong>de</strong>n ze matig moeten beheersen, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>revoorbeeldopgaven 14, 15, 16, 17 en 22. Van <strong>de</strong> populatie in jaargroep 8 voldoet 95% <strong>aan</strong> ditniveau, waarmee <strong>de</strong>ze standaard, die op 90 tot 95% ligt, wordt behaald.De medi<strong>aan</strong> voor <strong>de</strong> standaard Gevor<strong>de</strong>rd ligt op vaardigheidsscore 290. Op 4 na alle opgavenliggen daarmee volgens <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laars binnen <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> leerlingen die <strong>de</strong>ze standaardhalen. Voorbeeldopgave 23 wordt niet beheerst, 20, 21 en 22 beheersen leerlingen op dit niveaumatig. Leerlingen op <strong>het</strong> niveau Gevor<strong>de</strong>rd beheersen één <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorgeleg<strong>de</strong> B1-opgavenmatig, <strong>de</strong> overige drie onvoldoen<strong>de</strong>.De standaard Voldoen<strong>de</strong> voor luisteren wordt niet gehaald, al is <strong>de</strong> discrepantie niet groot.De standaard Minimum wordt wel gerealiseerd. In 2006 ging voor bei<strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n<strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> op.5.2.3 Verschillen in luistervaardigheid tussen leerlingenAchtergrondkenmerkenNet als in paragraaf 5.1.3 geven we een tabel waarin per achtergrondkenmerk <strong>de</strong> effecten ensignificanties <strong>van</strong> die effecten on<strong>de</strong>r elkaar st<strong>aan</strong>.De effectgrootte <strong>van</strong> vroeg vreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijs is een ‘matig effect’ (+0,52). Corrigeren wevoor sekse, formatiegewicht en leertijd, dan blijft <strong>het</strong> effect matig (+0,51). Als er extragecorrigeerd wordt voor stratum en urbanisatiegraad, dan veran<strong>de</strong>rt <strong>het</strong> in ‘geen effect’ (+0,18).Dit is te verklaren door <strong>het</strong> feit dat VVTO-scholen vooral te vin<strong>de</strong>n zijn in grote ste<strong>de</strong>n en instratum 1, en zijn on<strong>de</strong>rvertegenwoordigd in kleinere gemeenten en in stratum 2 en 3.Door <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rvertegenwoordiging in bepaal<strong>de</strong> groepen scholen kan <strong>het</strong> effect <strong>van</strong> vroegvreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijs <strong>Engels</strong> op <strong>de</strong> luistervaardigheid niet goed wor<strong>de</strong>n vastgesteld. Dat kanpas op betrouwbare wijze als VVTO-scholen ook in stratum 2 en 3 en in min<strong>de</strong>r ste<strong>de</strong>lijkegebie<strong>de</strong>n voorkomen.De luisterprestaties <strong>van</strong> vertraag<strong>de</strong> leerlingen blijven achter bij die <strong>van</strong> leerlingen die zon<strong>de</strong>rproblemen naar jaargroep 8 zijn doorgestroomd. Dit verschil wordt als ‘klein effect’ (-0,34)omschreven. Passen we echter een correctie toe voor <strong>de</strong> variabele doorstroom VO, dan wordt<strong>het</strong> effect gereduceerd tot ‘geen effect’ (+0,01).90 PPON


Effectgrootten voor categorieën leerlingen: luisteren <strong>Engels</strong>Contrast Significantie Effectgrootte KwalificatieVVTO (N = 177) – EIBO (N = 1146) ** 0,52 Matig effectMeisjes (N = 659) – Jongens (N = 667) (-0,06) (Geen effect)Formatiegewicht: 0.00 (N = 1205)– 0.30 (N = 69)– 1.20 (N = 52)** 0,43(0,38)Klein effect(Klein effect)Leertijd: regulier (N = 293) – vertraagd (N = 46) ** 0,34 Klein effectStratum: stratum 1 (N = 928)– stratum 2 (N = 271)– stratum 3 (N = 95)** 0,25(0,21)Klein effect(Klein effect)Herkomst: Ne<strong>de</strong>rlands (N = 1094) – Buitenlands (N = 154) (-0,09) (Geen effect)Doorstroom VO 1 : BB (N = 82) – KB (N = 138)(-0,52)(Matig effect)KB – GT (N = 259)(-0,52)(Matig effect)BB – GT**-1,04Groot effectGT – HAVO (N = 284)(-0,32)(Klein effect)HAVO – VWO (N = 235)**-0,82Groot effectGT – VWO**-1,14Groot effectNiet-dyslectisch (N = 1200) – Dyslectisch (N = 126) ** 0,38 Klein effectRegio: Noord (N = 115)– Oost (N = 353)– West (N = 601)– Zuid (N = 257)** 0,38(0,08)(0,34)Klein effect(Geen effect)(Klein effect)Urbanisatie: zeer sterk en sterk ste<strong>de</strong>lijk (N = 489)– matig, weinig en niet ste<strong>de</strong>lijk (N = 837) ** 0,46 Klein effect1Combinatieadviezen zoals BB/KB, KB/GT, GT/HAVO en HAVO/VWO zijn buiten beschouwing gelaten.Verschillen tussen scholen in stratum 1 en stratum 2 en tussen scholen in stratum 1 en 3kunnen we omschrijven als een ‘klein effect’ (respectievelijk +0,25 en +0,21), ook bij correctievoor urbanisatiegraad (respectievelijk +0,40 en +0,49). Scholen in stratum 1 doen <strong>het</strong> beter danscholen in <strong>de</strong> twee an<strong>de</strong>re strata. Het verschil tussen scholen in stratum 3 en stratum 2 laat‘geen effect’ zien (+0,04).Leerlingen met verschillen<strong>de</strong> adviezen voor doorstroom naar <strong>het</strong> VO verschillen <strong>van</strong> elkaar inhun luistervaardigheid <strong>Engels</strong>, maar wat min<strong>de</strong>r dan bij leesvaardigheid. Ook luistervaardigheid<strong>Engels</strong> heeft echter een <strong>de</strong>termineren<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>: leerlingen die doorstromen naar <strong>de</strong>ka<strong>de</strong>rberoepsgerichte leerweg <strong>van</strong> <strong>het</strong> vmbo presteren beter dan leerlingen die naar <strong>de</strong>basisberoepsgerichte leerweg g<strong>aan</strong>, GT-leerlingen presteren beter dan KB-leerlingen,91 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


toekomstige havisten zijn beter dan GT-leerlingen en vwo’ers in spe beter dan havodoorstromers,zoals uit <strong>de</strong> vaardigheidsschaal Luistervaardigheid in paragraaf 5.2.2 blijkt.De (rechterzij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>) vaardigheidsschaal geeft <strong>aan</strong>leiding tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> opmerkingen over<strong>het</strong> verschil in doorstroomniveau:• 75% <strong>van</strong> <strong>de</strong> BB-leerlingen behaalt <strong>het</strong> standaard Minimum voor luistervaardigheid <strong>Engels</strong>,ongeveer 25% haalt <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong>.• Meer dan 90% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen met een vwo-advies bereikt <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong>.• Een percentiel-50 leerling die naar havo gaat is even luistervaardig als een BB-leerling metpercentiel-90. Ze beheersen alle twee voorbeeldopgaven 13 tot en met 17 goed en 18 en 19matig.Verschillen in urbanisatiegraad laten een ‘klein effect’ zien voor luistervaardigheid <strong>Engels</strong>,zowel on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> standaard correctiemo<strong>de</strong>l (waarin gecorrigeerd is voor sekse, formatiegewichten leertijd) als bij extra correctie voor stratum en regio (respectievelijk +0,46 en +0,39).Dit betekent dat in <strong>de</strong> 22 grootste ste<strong>de</strong>n in Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> luistervaardigheid <strong>Engels</strong>hoger is dan in kleinere gemeenten.Attitu<strong>de</strong> en buitenschools contactAnalyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> invloed die attitu<strong>de</strong> en informeel leren <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> hebben op <strong>de</strong>luistervaardigheid, levert gegevens op die we in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> tabel bij elkaar hebben gezet.Net als bij lezen is er een hoge mate <strong>van</strong> correlatie tussen <strong>de</strong> zelfinschatting door leerlingen <strong>van</strong>hun relatieve niveau voor <strong>Engels</strong> (vragen I en II) en hun prestaties voor luisteren. EIBO-leerlingendie <strong>Engels</strong> een gemakkelijk vak vin<strong>de</strong>n (vraag I), scoren dui<strong>de</strong>lijk beter op <strong>de</strong> luisteropgaven danleerlingen die <strong>Engels</strong> “juist moeilijk” vin<strong>de</strong>n (+2,08). Leerlingen die inschatten dat hun <strong>Engels</strong>beter of veel beter is dan dat <strong>van</strong> hun klasgenoten (vraag II) doen <strong>het</strong> veel beter dan leerlingendie zeggen veel slechter te zijn in <strong>Engels</strong> (respectievelijk +1,93 en +2,22).Dat bij taalverwerving vaardighe<strong>de</strong>n elkaar we<strong>de</strong>rzijds kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n, is geen onbekendgegeven. Toch mag <strong>het</strong> verrassend genoemd wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> correlatie tussen buitenschoolslezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> (vragen III, IV, V, VI en VII) en <strong>de</strong> luisterprestaties in <strong>de</strong> peiling hoger is dan dietussen buitenschools luisteren en <strong>de</strong> luistervaardigheid <strong>Engels</strong>. EIBO-leerlingen die <strong>Engels</strong>taligeinformatie op een website proberen te lezen en leerlingen die er vol vertrouwen <strong>aan</strong> beginnen(vraag IV) scoren flink hoger op luisteren dan leerlingen die <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>talige website laten voorwat die is (respectievelijk +0,94 en +1,95). Effecten op <strong>de</strong> luistervaardigheid in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> or<strong>de</strong> <strong>van</strong>grootte vin<strong>de</strong>n we voor <strong>het</strong> vaak lezen <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong> boek of tijdschrift of zoeken <strong>van</strong>informatie op een <strong>Engels</strong>e website (vraag V, VI en VII): respectievelijk +1,04, +1,20 en +1,12.Leerlingen die zeggen een <strong>Engels</strong>talige tekenfilm zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rtiteling gewoon te kijken (vraagVIII) hebben gemid<strong>de</strong>ld hogere scores voor luistervaardigheid <strong>Engels</strong> dan leerlingen die hier niet<strong>aan</strong> beginnen (+1,06). Vergelijkbare effecten stellen we vast voor leerlingen die vaak naar<strong>Engels</strong>talige film(pje)s kijken (vragen IX en X). Daarbij maakt <strong>het</strong> niet veel uit of <strong>het</strong> gaat omfilms met of zon<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtiteling, hoewel <strong>het</strong> verschil in gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> luisterscoresvoor leerlingen die ‘best vaak’ en ‘heel vaak’ zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rtiteling kijken significanter is dan voorleerlingen die dit met on<strong>de</strong>rtiteling doen.De frequentie waarmee leerlingen buiten school naar <strong>Engels</strong>e liedjes luisteren (vraag XI) laatgeen significante verschillen en geringe effecten zien. De mate waarin leerlingen zeggen<strong>Engels</strong>talige liedjes te begrijpen (vraag XII) lijkt er meer toe te doen. Leerlingen die al na één oftwee keer luisteren een <strong>Engels</strong>e songtekst begrijpen laten een effectgrootte <strong>van</strong> +1,41 zien ophun luisterprestaties in <strong>de</strong> peiling ten opzichte <strong>van</strong> leerlingen die zeggen <strong>Engels</strong>e liedjes meestalniet te snappen, ook als ze vaak luisteren.92 PPON


Effecten <strong>van</strong> attitu<strong>de</strong>n <strong>van</strong> EIBO-leerlingen op <strong>de</strong> luistervaardigheid <strong>Engels</strong>Attitu<strong>de</strong>vraag en antwoordcategorie Significantie en effectgrootte KwalificatieJohn zegt: “Ik vind <strong>Engels</strong> op school best een gemakkelijk vak”. Ben je <strong>het</strong> met John eens?I negatief -neutraal ** 0,82 Groot effectpositief ** 2,08 Groot effectMijn <strong>Engels</strong> is … <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> mijn klasgenoten.II veel slechter dan -slechter dan (0,15) (Geen effect)even goed als ** 0,89 Groot effectbeter dan ** 1,93 Groot effectveel beter dan ** 2,22 Groot effectJe krijgt een boek dat je graag wilt lezen, maar <strong>het</strong> boek is <strong>Engels</strong>talig. Wat doe je?III negatief -neutraal ** 0,70 Matig effectpositief ** 1,87 Groot effectOp internet zoek je informatie over een on<strong>de</strong>rwerp dat je erg interesseert. Je vindt een <strong>Engels</strong>talige website. Wat doe je?IV negatief -neutraal (vertaalprogramma) ** 0,52 Matig effectneutraal (ik probeer <strong>het</strong>) ** 0,94 Groot effectpositief ** 1,95 Groot effectHeb je wel eens een tijdschrift of boek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> gelezen?V nog nooit -één of twee keer ** 0,43 Klein effectwel vaker ** 1,04 Groot effectHoe vaak lees jij een boek of een tijdschrift in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>?VI nooit -soms ** 0,50 Klein effectbest vaak ** 0,60 Matig effectheel vaak ** 1,20 Groot effectHoe vaak bekijk jij <strong>Engels</strong>e websites om informatie op te zoeken?VII nooit -soms ** 0,32 Klein effectbest vaak ** 0,66 Matig effectheel vaak ** 1,12 Groot effectJe hebt een dvd gekregen met een <strong>Engels</strong>talige tekenfilm die je graag wilt zien, maar <strong>de</strong> film heeft geen on<strong>de</strong>rtiteling. Wat doe je?VIII negatief -neutraal (0,33) (Klein effect)positief ** 1,06 Groot effect93 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Hoe vaak kijk je <strong>Engels</strong>talige filmpjes op internet zon<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtiteling (bijvoorbeeld YouTube)IX nooit -soms (0,32) (Klein effect)best vaak ** 0,68 Matig effectheel vaak ** 0,95 Groot effectHoe vaak kijk jij op tv, dvd, internet of in <strong>de</strong> bioscoop <strong>Engels</strong>talige films met Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtiteling?X nooit -soms (0,47) (Klein effect)best vaak (0,75) (Matig effect)heel vaak (0,94) (Groot effect)Hoe vaak luister je naar <strong>Engels</strong>e liedjes?XI nooit -soms (0,17) (Geen effect)best vaak (0,47) (Klein effect)heel vaak (0,67) (Matig effect)Begrijp je <strong>Engels</strong>talige liedjes die je bijvoorbeeld op <strong>de</strong> radio hoort?XII negatief -neutraal ** 0,53 Matig effectpositief ** 1,41 Groot effectSpreek je wel eens <strong>Engels</strong> buiten school?XIII bijna nooit -soms ** 0,39 Klein effectbest vaak ** 1,30 Groot effectDeze bevindingen suggereren dat veel luisteren (en kijken) min<strong>de</strong>r effect sorteert dan veel lezenen dat <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> begrip meer bijdraagt tot luistervaardigheid dan <strong>de</strong> frequentie <strong>van</strong> luisteren.Dat zou ervoor pleiten om in <strong>het</strong> formele on<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod meer nadruk te leggen opbegrijpend luisteren, bijvoorbeeld door vragen bij <strong>Engels</strong>e luisterteksten te beantwoor<strong>de</strong>n.Dat gebeurt, getuige paragraaf 3.3, relatief weinig. Ook zou meer <strong>aan</strong>dacht voor lezen wel eensbij kunnen dragen tot betere luisterprestaties.5.3 Spellen en schrijvenSchrijven wordt als vaardigheid in <strong>de</strong> kerndoelen niet genoemd, <strong>de</strong> schrijfwijze <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>ewoor<strong>de</strong>n wel (zie paragraaf 1.2). Uit paragraaf 3.3 blijkt dat er in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> enige<strong>aan</strong>dacht is voor schrijven. Het gaat dan, in lijn met <strong>de</strong> kerndoelen, vooral om <strong>het</strong> schrijven <strong>van</strong><strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n. Op VVTO-scholen wordt meer <strong>aan</strong>dacht besteed <strong>aan</strong> schrijven dan op EIBOscholen.Buiten school schrijft bijna <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen wel eens een briefje, kaartje of e-mailtje ofchat in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> (zie paragraaf 4.2). Dat betekent dat een flink <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaargroep 8-leerlingen buiten school communicatief schrijft in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>, terwijl daar op school niet ofnauwelijks <strong>aan</strong>dacht voor is.94 PPON


5.3.1 Meting <strong>van</strong> spel- en schrijfvaardigheidIn <strong>het</strong> ERK zijn ook voor <strong>de</strong> beginnen<strong>de</strong> gebruiker <strong>van</strong> een vreem<strong>de</strong> taal, <strong>de</strong> ‘basisgebruiker’(niveaus A1 en A2), <strong>de</strong>scriptoren geformuleerd voor schrijfvaardigheid. Die richten zich opcommunicatief taalgebruik en niet op <strong>de</strong> juiste schrijfwijze <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>.ERK-<strong>de</strong>scriptoren schrijven voor <strong>de</strong> niveaus A1, A2 en B1A1 A2 B1Ik kan een korte, eenvoudigeansichtkaart schrijven, bijvoorbeeldvoor <strong>het</strong> zen<strong>de</strong>n <strong>van</strong> vakantiegroeten.Ik kan op formulierenpersoonlijke <strong>de</strong>tails invullen,bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteiten adres noteren op een hotelinschrijvingsformulier.Ik kan korte, eenvoudige notities enboodschappen opschrijven. Ik kan eenzeer eenvoudige persoonlijke briefschrijven, bijvoorbeeld om ieman<strong>de</strong>rgens voor te bedanken.Ik kan eenvoudige samenhangen<strong>de</strong>tekst schrijven over on<strong>de</strong>rwerpen dievertrouwd of <strong>van</strong> persoonlijk belangzijn. Ik kan persoonlijke brievenschrijven waarin ik mijn ervaringenen indrukken beschrijf.In eer<strong>de</strong>re peilingen is schrijven niet gemeten, communicatief schrijven noch <strong>het</strong> schrijven <strong>van</strong><strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n. Om die re<strong>de</strong>n is een vergelijking <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens uit 2012 met eer<strong>de</strong>reresultaten onmogelijk. Aangezien voor alle vaardighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n uit <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong>2007 zijn gebruikt, beschikken we in <strong>de</strong>ze peiling ook niet over standaar<strong>de</strong>n waartegen <strong>de</strong>prestaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen op <strong>de</strong> aspecten spellen en schrijven afgezet kunnen wor<strong>de</strong>n. Meerdan in an<strong>de</strong>re paragrafen is <strong>de</strong> rapportage in <strong>de</strong>ze paragraaf daarom beschrijvend <strong>van</strong> aard.In <strong>de</strong> peiling <strong>van</strong> 2012 zijn 27 woor<strong>de</strong>nschatopgaven opgenomen, waarbij <strong>de</strong> leerlingen <strong>Engels</strong>ewoor<strong>de</strong>n juist moesten opschrijven. Die opgaven zijn twee maal beoor<strong>de</strong>eld, eenmaal om tebepalen of <strong>het</strong> gevraag<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e woord is opgeschreven, en een twee<strong>de</strong> maal om vast testellen of <strong>het</strong> gevraag<strong>de</strong> woord in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> juist gespeld is. Bei<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingen zijnuitgevoerd door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laars <strong>van</strong> <strong>de</strong> schrijftaken (zie paragraaf 5.3.2). De twee<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>linglever<strong>de</strong> <strong>de</strong> resultaten voor spelvaardigheid op.De spellingopgaven hebben verschillen<strong>de</strong> vormen:• <strong>het</strong> opschrijven <strong>van</strong> een tussenliggend woord in een gegeven reeks (zie voorbeeldopgave 24);• <strong>het</strong> schrijven <strong>van</strong> <strong>het</strong> juiste woord bij een tekening (zie voorbeeldopgave 30);• <strong>het</strong> overschrijven <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> (zie voorbeeldopgave 35);• <strong>het</strong> opschrijven <strong>van</strong> <strong>het</strong> tegenovergestel<strong>de</strong> <strong>van</strong> een gegeven woord (zie voorbeeldopgave 37).95 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Voorbeeldopgaven Spellen 24, 30, 35 en 3724 Write down the missing word.(m<strong>aan</strong><strong>de</strong>n)Schrijf <strong>het</strong> goe<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e woord tussen <strong>de</strong> twee gegeven woor<strong>de</strong>n.January –– March30 Write down the correct word.Schrijf naast elk plaatje <strong>het</strong> juiste <strong>Engels</strong>e woord.35 Put in the right or<strong>de</strong>r.Schrijf op in volgor<strong>de</strong> <strong>van</strong> vroeg naar laatSchrijf <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n op in <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> volgor<strong>de</strong>.(<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> dag):afternoon – evening – morning – night- - -37 Write down the opposite.expensive ↔Schrijf naast elk <strong>Engels</strong> woord <strong>het</strong> tegenovergestel<strong>de</strong> in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> op.Example: big ↔ small.Daarnaast maakten twee communicatieve schrijfopdrachten <strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> <strong>de</strong> peiling.Elke leerling heeft één <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> opgaven gemaakt <strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> serie woor<strong>de</strong>nschatopgavendie hij of zij voorgelegd kreeg. We geven hieron<strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> opgaven als voorbeeldopgaven39 en 40.5.3.2 De beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> schrijftakenDe communicatieve schrijftaken (voorbeeldopgaven 39 en 40) zijn beoor<strong>de</strong>eld <strong>aan</strong> <strong>de</strong> hand <strong>van</strong>een analytisch beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l, naar analogie <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>llen voor <strong>de</strong> spreektaken(zie paragraaf 5.4.3). Werken met een <strong>de</strong>rgelijk beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l stelt verschillen<strong>de</strong>beoor<strong>de</strong>laars in staat op overeenkomstige wijze <strong>de</strong> uitwerkingen <strong>van</strong> leerlingen teinventariseren.Vier beoor<strong>de</strong>laars, die allen <strong>Engels</strong> op B1/B2-niveau beheersten, hebben ie<strong>de</strong>r ongeveer350 leerlingwerken beoor<strong>de</strong>eld. Elke beoor<strong>de</strong>laar heeft ongeveer even veel vakantiekaarten alse-mails ter beoor<strong>de</strong>ling voorgelegd gekregen. Zij zijn een dag lang getraind in <strong>het</strong> toepassen <strong>van</strong><strong>het</strong> beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l bij elke taak. Na <strong>aan</strong><strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingswerkzaamhe<strong>de</strong>n is eenon<strong>de</strong>rzoek naar beoor<strong>de</strong>laarsovereenstemming uitgevoerd. In die fase beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n allebeoor<strong>de</strong>laars <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> leerlingwerken. De overeenstemming op <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong>inhoudselementen en extra elementen (zie on<strong>de</strong>r) bleek zodanig groot dat daar volst<strong>aan</strong> konwor<strong>de</strong>n met een enkelvoudige beoor<strong>de</strong>ling. De algemene, meer intuïtieve beoor<strong>de</strong>ling in <strong>het</strong>mo<strong>de</strong>l is door twee beoor<strong>de</strong>laars uitgevoerd. Op pagina 98 is ter illustratie <strong>het</strong>beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l bij <strong>de</strong> vakantiekaart afgebeeld.96 PPON


Voorbeeldopgaven Schrijven 39 en 4039 Write a postcard to a friend.Schrijf een vakantiekaartje in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>aan</strong> Terry. Lees eerst <strong>de</strong> situatie en voer dan<strong>de</strong> opdracht uit.Situatie: Vorig jaar op vakantie heb je Terry uit Engeland ontmoet. Jullie hebben viaMSN contact gehou<strong>de</strong>n.Met vakantie dit jaar stuur je Terry een kaartje (zie plaatje).Opdracht:Schrijf in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>het</strong> kaartje <strong>aan</strong> Terry.Verwerk in elk geval <strong>de</strong>ze drie punten:1 Vertel waar je op vakantie bent.2 Vertel hoe <strong>het</strong> weer daar is.3 Vertel wat je zoal doet op vakantie.40 Write an e-mail to a friend.Schrijf een e-mailtje in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>aan</strong> Kim. Lees eerst <strong>de</strong> situatie en voer dan <strong>de</strong>opdracht uit.Situatie: Sinds kort zit Kim bij jou in <strong>de</strong> klas. Kim komt uit Amerika en spreekt noggeen Ne<strong>de</strong>rlands.Je wil Kim voorstellen samen een feestje te organiseren, zodat Kim en <strong>de</strong>klasgenoten elkaar beter kunnen leren kennen.Jij mailt Kim erover in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>.Opdracht:Schrijf een e-mail in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>aan</strong> Kim.Verwerk in elk geval <strong>de</strong>ze drie punten:1 Vertel over jouw i<strong>de</strong>e om samen eenfeestje te geven.2 Vraag wat Kim <strong>van</strong> dat i<strong>de</strong>e vindt.3 Vertel waar jullie <strong>het</strong> feestje <strong>het</strong>beste kunnen hou<strong>de</strong>n.5.3.3 De spellingvaardigheid <strong>van</strong> leerlingen in jaargroep 8De spellingvaardigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen is in beeld gebracht op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> prestaties op19 opgaven. De 6 opgaven waarbij leerlingen gegeven woor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> moestenoverschrijven, zoals in voorbeeldopgave 35, bleken slecht te passen op <strong>de</strong> schaal voor spellingvaardigheid.Leerlingen die slecht of matig presteer<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re spellingopgaven wisten<strong>de</strong>ze overschrijftaken vaak wel tot een goed <strong>ein<strong>de</strong></strong> te brengen. <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n goed kunnenoverschrijven, zo blijkt, is nog wat an<strong>de</strong>rs dan <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n goed kunnen schrijven.Dat wordt ook dui<strong>de</strong>lijk uit <strong>het</strong> verschil in score op <strong>de</strong> 2 volgen<strong>de</strong> opgaven: ‘schrijf in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong><strong>het</strong> tegenovergestel<strong>de</strong> op <strong>van</strong> poor’ en ‘schrijf in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>het</strong> tegenovergestel<strong>de</strong> op <strong>van</strong> low’.In een toetsboekje waarin ‘rich’ en ‘high’ ongelukkigerwijze als <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n voorkwamen,wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze opgaven bedui<strong>de</strong>nd beter gemaakt dan in een toetsboekje waarin dat niet <strong>het</strong>geval was. Evenals <strong>de</strong> overschrijfopgaven zijn <strong>de</strong>ze 2 opgaven in <strong>de</strong> hier volgen<strong>de</strong> beschrijvingniet meegenomen. Gezien <strong>het</strong> beperkte <strong>aan</strong>tal opgaven rapporteren we over <strong>het</strong> spellen <strong>van</strong>leerlingen in beschrijven<strong>de</strong> en niet in analytische zin.97 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l bij ‘Write a postcard to a friend’ (voorbeeldopgave 39)1. ALGEMENE / EERSTE / INTUÏTIEVE BEOORDELINGLees <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerling vlot door en beantwoord <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vragen ‘op gevoel’ met ‘ja’ of ‘nee’.11. Is tekst goed leesbaar geschreven? ja nee12. Maakt <strong>de</strong> tekst <strong>de</strong> indruk <strong>van</strong> een vakantiegroet? ja nee13. Komt <strong>de</strong> tekst bij eerste lezing voldoen<strong>de</strong> <strong>Engels</strong> over? ja nee14. Is <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> begrijpelijk voor een <strong>Engels</strong>talige lezer (die GEEN Ne<strong>de</strong>rlands kent)? ja nee15. Gebruikt <strong>de</strong> leerling veel (± 20% of meer) Ne<strong>de</strong>rlandse woor<strong>de</strong>n? ja nee16. Gebruikt <strong>de</strong> leerling herkenbaar Ne<strong>de</strong>rlandse constructies? ja nee(Bijv.: I have geswimming and gesoccerd)17. Gebruikt <strong>de</strong> leerling apostrofs, hoofdletters, punten en vraagtekens (> 50% juist)? ja nee18. Begint <strong>de</strong> kaart met een groet <strong>aan</strong> <strong>de</strong> geadresseer<strong>de</strong>? ja nee19. Staat <strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> kaart een afscheidsgroet met on<strong>de</strong>rtekening? ja nee2. BEOORDELING INHOUDSELEMENT: ‘WAAR JE OP VAKANTIE BENT’Lees <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> 1e inhoudselement door en beantwoord <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vragen met ‘ja’ of ‘nee’.20. Geeft <strong>de</strong> leerling <strong>aan</strong> waar hij/zij op vakantie is? ja nee → Ga door naar 3021. Spelt <strong>de</strong> leerling plaats of land waar hij/zij op vakantie is juist in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>? ja nee22. Schrijft <strong>de</strong> leerling een goe<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e zin over waar hij/zij op vakantie is? ja neeI am / We are (on holiday) in …23. Gebruikt <strong>de</strong> leerling goe<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n? ja: nee(Let NIET op spelling: holyday of vacasion goed rekenen, maar vacance fout)3. BEOORDELING INHOUDSELEMENT: ‘HOE HET WEER IS’Lees <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> 2e inhoudselement door en beantwoord <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vragen met ‘ja’ of ‘nee’.30. Maakt <strong>de</strong> leerling een (of meer<strong>de</strong>re) opmerking(en) over <strong>het</strong> weer? ja nee → Ga door naar 4031. Gebruikt <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong> juiste <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n? ja nee(Bijv.: weather, sunny, rain, warm)32. Spelt <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong>ze en an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n juist in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>? ja nee33. Schrijft <strong>de</strong> leerling een goe<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e zin (of zinnen) over <strong>het</strong> weer? ja nee(Bijv.: It is very hot / The sun shines every day)4. BEOORDELING INHOUDSELEMENT: ‘WAT JE ZOAL DOET’Lees <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> 3e inhoudselement door en beantwoord <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vragen met ‘ja’ of ‘nee’.40. Noemt <strong>de</strong> leerling een activiteit die hij/zij op vakantie doet? ja nee → Ga door naar 5041. Noemt <strong>de</strong> leerling twee (of meer) activiteiten die hij/zij op vakantie doet? ja nee42. Gebruikt <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong> juiste <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n? ja nee(Bijv.: go swimming, lie in the sun, read, go to the beach)43. Spelt <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong>ze en an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n juist in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>? ja nee44. Schrijft <strong>de</strong> leerling een goe<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e zin of zinnen over zijn/haar activiteiten? ja nee(Let vooral op vorm en gebruik <strong>van</strong> werkwoor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> woordvolgor<strong>de</strong>)5. BEOORDELING EXTRA ELEMENTEN (BINNEN/BUITEN DE OPDRACHT)50. Schrijft <strong>de</strong> leerling meer dan <strong>de</strong> opdracht vraagt of is <strong>de</strong> uitwerking uitgebreid? ja nee → Ein<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling51. Schrijft <strong>de</strong> leerling hierbij overwegend goed <strong>Engels</strong>? ja nee(woordgebruik, constructies, spelling)52. Schrijft <strong>de</strong> leerling een enkele keer opvallend goed <strong>Engels</strong>? ja nee98 PPON


Wat leerlingen kunnenOn<strong>de</strong>rst<strong>aan</strong><strong>de</strong> tabel geeft een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> prestaties <strong>van</strong> leerlingen op <strong>de</strong> spelling <strong>van</strong><strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n. Het percentage juist gespeld geeft <strong>aan</strong> welk <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen die <strong>het</strong>gevraag<strong>de</strong> woord opschrijven, dat woord ook zon<strong>de</strong>r spelfouten schrijft. De leerlingen die eenverkeerd woord of geen woord opschrijven, zijn daarin niet meegerekend.Overzicht resultaten spellingGevraag<strong>de</strong> woordItem als voorbeeld-opgave …NAantal leerlingen datgevraag<strong>de</strong> woord opschrijftAantal leerlingen datgevraag<strong>de</strong> woord juist spelt% juist gespeldFoutieve spellingen doorleerlingenold 37 533 449 442 98,4 oald, ouldtree 30 520 280 268 95,7 oaktree, trea, trhee, trihouse 30 510 510 482 94,5 haus, hauze, hoase, hous, hous, houssedog 30 535 525 506 93,8 doc, dock, dokduck 30 520 405 377 93,1 dack, duc, dug, dukeye (eyes) 30 535 417 366 87,8 aice, aie, aij, aise, aiy/aiys, aiye/aiyes, ay/ays, aye/ayes, eay,eaye, ey/eys, eysecold 37 533 437 368 84,2 caald, colt, could, kold, kouldnose 30 535 471 332 70,5 knose, noos, noose, nous, nouse, nowspencil 30 520 298 208 69,8 pancle, pencel, pencile, pencle, pensale, pensciil, pensel,pensil, pincill, pinselear (ears) 30 520 364 243 66,8 aer, eare, eer, ere/eres, iareighty 24 529 329 211 64,1 aghty, aghty, aighty, aithy, eaghtty, eagthy, eaty, eghty,eichtty, eigthy, eigchty, eightry, eigy, eightty, eigtey, eigthy,eigty, eihty, eithy, eity, ethtymonth (months) 24 529 396 239 60,4 manth, meand, mond/ monds, mondt, monht, mont/monts,monthd, monthen, months, moond, moont, mounthtoday 24 529 339 201 59,3 to day, toeday, totay, towday, tudayminute (minutes) 24 529 450 229 50,9 mineds, minet/minets, minete, mini<strong>de</strong>, minit, minit, minite,minnet, minnit, minnut, minut/minuts, minuted, minuutknife 30 535 505 206 40,8 kniffe, knihf, knive, naive, neif, nifechair 30 520 291 129 44,3 chaire, char, chare, chear, cheare, cheir, cher, chere, chiar,tjair, tjearFebruary 24 529 489 86 17,6 faburary, febarary, feberuari, febery, febraire, febrauri,februari, februeri, februery, februiari, februrery, februwaari,febuary, febuery, feburari, feburuary, FerbruaryTuesday 24 529 311 51 16,4 Teusday, Teusday, theuday, Thuesday, thueseday,Thueseday, tjusday, touseday, treusday, Tueseday,Tuesesday, tusday, Tushdaycheap 37 533 98 14 14,3 cheep99 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Tegen <strong>de</strong> achtergrond <strong>van</strong> kerndoel 15 (“De leerlingen leren <strong>de</strong> schrijfwijze <strong>van</strong> enkeleeenvoudige woor<strong>de</strong>n over alledaagse on<strong>de</strong>rwerpen”) zijn <strong>de</strong>ze resultaten wellicht als re<strong>de</strong>lijk tebeschouwen. Immers, in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> wordt weinig <strong>aan</strong>dacht besteed <strong>aan</strong> spelling.Dat, gevoegd bij <strong>de</strong> complexe spelling <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>, vormt naar alle waarschijnlijkheid <strong>de</strong>verklaring voor <strong>het</strong> feit dat leerlingen gemid<strong>de</strong>ld genomen min<strong>de</strong>r dan 65% <strong>van</strong> 19 eenvoudigeen veel voorkomen<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n goed schrijven. In <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> meer op correctheidgerichte vakdocenten <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs is dat ongetwijfeld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> maat.5.3.4 De schrijfvaardigheid <strong>van</strong> leerlingen in jaargroep 8De schrijfvaardigheid <strong>van</strong> leerlingen is beoor<strong>de</strong>eld op basis <strong>van</strong> 47 opgaven, 23 bij <strong>de</strong> e-mail en24 bij <strong>de</strong> vakantiekaart. Opgaven zijn in dit geval <strong>de</strong> aspecten uit <strong>het</strong> analytische beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>ldat <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laars hanteer<strong>de</strong>n. Van 3 opgaven, 1 bij <strong>de</strong> e-mail en 2 bij <strong>de</strong> vakantiekaart(aspecten 14 en 15 in <strong>het</strong> beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l in 5.3.2) zijn <strong>de</strong> resultaten buiten beschouwinggelaten omdat ze geen betrouwbare gegevens bleken op te leveren. De door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laarsvastgestel<strong>de</strong> scores vorm<strong>de</strong>n <strong>de</strong> input voor <strong>de</strong> vaardigheidsschaal Schrijven <strong>van</strong> 100 tot 400,waarbij 250 <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> vaardigheid representeert.Om te beginnen geven we door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een <strong>aan</strong>tal uitwerkingen <strong>van</strong> leerlingen een indruk<strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheid die percentiel-10, -50 en -90 leerlingen laten zien op <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> schrijfopdrachten.Uitwerkingen door leerlingen <strong>van</strong> ‘Write a postcard to a friend’ (voorbeeldopgave 39)Percentiel 10 Percentiel 50 Percentiel 90Het is fery warmaim ben in Spean in um chilEn jouw?steur terughello, i am op vakantie to Spain here isa weather sunny i go to the sweamingpool and the cafeexxx my! from SpainHello Terry!I’m to holiday in Italia! the weatheris here very very sunny!I’m reading the all week a book inthe sun.bye!(voornaam)Uitwerkingen door leerlingen <strong>van</strong> ‘Write an e-mail to a friend’ (voorbeeldopgave 40)Percentiel 10 Percentiel 50 Percentiel 90Im i<strong>de</strong>e om een feestje te hou<strong>de</strong>nYou yes i<strong>de</strong>eWedher best kunt hou<strong>de</strong>nIve got one i<strong>de</strong>a to give a party do youlike the i<strong>de</strong>a ore not where shoud givethe partybye (voornaam)I want give a party. Do you want helpme? This party give I I want give awelcome party for you. Wath doeyou like this i<strong>de</strong>e? The party by myhouse. I hope to you come to te party(voornaam)De percentiel-10 leerling voldoet op 4 of 5 punten <strong>van</strong> <strong>de</strong> 23 (e-mail) of 24 (vakantiekaart) die <strong>de</strong>beoor<strong>de</strong>laars hebben gescoord. In <strong>de</strong> meeste gevallen gaat <strong>het</strong> dan om <strong>de</strong> aspecten 20, 21, 30,100 PPON


40 en 41 uit <strong>het</strong> beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l. Leerlingen op dit niveau nemen regelmatig hun toevluchttot (half-)Ne<strong>de</strong>rlands om inhoudselementen te realiseren.De percentiel-50 leerling weet op 12 of 13 beoor<strong>de</strong>lingsaspecten een a<strong>de</strong>quate uitwerking <strong>van</strong><strong>de</strong> opdracht te geven. Woordgebruik en spelling dragen af en toe bij tot begrijpelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>uitwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> inhoudselementen. De grammaticale correctheid laat veel te wensen over.De percentiel-90 leerling slaagt erin op 19 of 20 beoor<strong>de</strong>lingsaspecten voor een goe<strong>de</strong> uitwerkingte zorgen. Spelling en vooral woordgebruik zijn beter. Veel gebruikte grammaticale constructies(bijvoorbeeld om een vraag te stellen) beginnen op dit niveau goed ingezet te wor<strong>de</strong>n.Standaar<strong>de</strong>nIn 2006 is <strong>de</strong> schrijfvaardigheid niet gepeild. In 2012 heeft geen standaar<strong>de</strong>non<strong>de</strong>rzoekplaatsgevon<strong>de</strong>n, ook geen <strong>aan</strong>vullend on<strong>de</strong>rzoek naar standaar<strong>de</strong>n voor schrijfvaardigheid.Dit is me<strong>de</strong> <strong>het</strong> gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> kerndoelen voor schrijven en <strong>de</strong> geringe <strong>aan</strong>dachtdie <strong>aan</strong> schrijven <strong>Engels</strong> wordt besteed in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs.5.3.5 Verschillen in schrijfvaardigheid tussen leerlingenAchtergrondkenmerkenVerschillen in achtergrond <strong>van</strong> leerlingen zijn <strong>van</strong> invloed op hun schrijfprestaties, maar nietallemaal in gelijke mate. De tabel op pagina 102 geeft <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> effecten, met daarbij<strong>aan</strong>gegeven <strong>de</strong> significantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen en een kwalificatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> grootte <strong>van</strong> elk effect.Leerlingen op VVTO-scholen schrijven beter <strong>Engels</strong> dan EIBO-leerlingen (klein effect <strong>van</strong> +0,48).Het verschil is significant en ligt, gezien <strong>de</strong> <strong>aan</strong>dacht voor schrijven in <strong>het</strong> VVTO-programma<strong>Engels</strong> (zie paragraaf 3.3), in <strong>de</strong> lijn <strong>de</strong>r verwachting.We zien een groot effect (+1,63) op <strong>de</strong> prestaties <strong>van</strong> leerlingen die naar <strong>het</strong> vwo g<strong>aan</strong> tenopzichte <strong>van</strong> leerlingen die doorstromen naar vmbo- BB. Ook is er een groot verschil te zientussen leerlingen met en zon<strong>de</strong>r dyslexie. Dat is te verwachten bij schrijven. Er is sprake <strong>van</strong> eengroot effect (-0,99). Het verschil is significant.De verschillen per regio zijn gering voor schrijven, evenals <strong>het</strong> verschil tussen ste<strong>de</strong>lijke enmin<strong>de</strong>r ste<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n.101 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Effectgrootten voor categorieën leerlingen op <strong>de</strong> schrijfvaardigheid <strong>Engels</strong>Contrast Significantie Effectgrootte KwalificatieVVTO (N = 176) – EIBO (N = 1098) ** 0,48 Klein effectMeisjes (N = 638) – Jongens (N = 636) ** (0,42) (Klein effect)Formatiegewicht: 0.00 (N = 1159)– 0.30 (N = 66)– 1.20 (N = 49)(0,11)(0,23)(Geen effect)(Klein effect)Leertijd: regulier (N = 1095) – vertraagd (N = 173) (0,32) (Klein effect)Stratum: stratum 1 (N = 899)– stratum 2 (N = 260)– stratum 3 (N = 83)(-0,04)(0,01)(Geen effect)(Geen effect)Herkomst: Ne<strong>de</strong>rlands (N = 1057) – Buitenlands (N = 142) (-0,34) (Klein effect)Doorstroom VO1: BB (N = 73) – KB (N = 132)(-0,22)(Klein effect)KB – GT (N = 247)(-0,41)(Klein effect)BB – GT**(-0,63)(Matig effect)GT – HAVO (N = 273)(-0,35)(Klein effect)HAVO – VWO (N = 228)**(-0,65)(Matig effect)GT – VWO**(-1,00)(Groot effect)Niet-dyslectisch (N = 1160) – Dyslectisch (N = 114) ** -0,99 Groot effectRegio: Noord (N = 112)– Oost (N = 340)**-0,09Geen effect– West (N = 575)(-0,17)(Geen effect)– Zuid (N = 247)**0,08Geen effectUrbanisatie: zeer sterk en sterk ste<strong>de</strong>lijk (N = 462)– matig,weinig en niet ste<strong>de</strong>lijk (N = 812) (0,23) (Klein effect)1Combinatieadviezen zoals BB/KB, KB/GT, GT/HAVO en HAVO/VWO zijn buiten beschouwing gelaten.In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> tabel is <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> een <strong>aan</strong>tal achtergrondkenmerken op <strong>de</strong> vaardigheidsscorevoor <strong>het</strong> schrijven <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> bij elkaar gezet. De vaardigheidsscore in <strong>de</strong> tabel ligt op <strong>de</strong>100 – 400 schaal, waarbij 186 <strong>de</strong> vaardigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> percentiel-10 leerling is, 250 <strong>de</strong>percentiel-50 score en 314 <strong>de</strong> vaardigheidsscore bij percentiel-90. In <strong>de</strong> vaardigheids score zijnbei<strong>de</strong> schrijfopdrachten meegenomen, nadat uit analyses gebleken was dat leerlingen die <strong>de</strong>ene opdracht gemaakt had<strong>de</strong>n, geen verschil in vaardigheid vertoon<strong>de</strong>n op lezen, luisteren enwoor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong> ten opzichte <strong>van</strong> leerlingen die <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re opdracht had<strong>de</strong>n gemaakt:verschillen in scores waren niet <strong>het</strong> gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong> toevallig toebe<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> ene opdracht<strong>aan</strong> <strong>de</strong> betere leerlingen voor <strong>Engels</strong>. De geringe scoreverschillen tussen <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> opdrachtenwijzen op een iets hogere moeilijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> e-mail.102 PPON


Vaardigheidsscores voor schrijven <strong>van</strong> leerlingen met verschillen<strong>de</strong> achtergrondkenmerkenAchtergrondkenmerk Vaardigheidsscore VaardigheidsscoreEIBO-leerlingen (N = 1098) VVTO-leerlingen (N = 176)250 274Geslacht: Meisjes (N = 638) 261 294Jongens (N = 636) 239 259Formatiegewicht: 0.00 (N = 1159) 251 2780.30 (N = 66) 243 264 11.20 (N = 49) 237 264 2Leertijd: regulier (N = 1095) 253 279vertraagd (N = 173) 230 266Herkomst: Ne<strong>de</strong>rlands (N = 1057) 248 277Buitenlands (N = 142) 266 278Doorstroom VO 3 : BB (N = 73) 208 225KB (N = 182) 215 259GT (N = 247) 236 262HAVO (N = 273) 255 271VWO (N = 228) 287 310Dyslexie: Niet-dyslectisch (N = 1160) 254 286Dyslectisch (N = 114) 200 2151Op <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> VVTO-scholen zaten 6 leerlingen met formatiegewicht 0.30 in jaargroep 8. Dat is 3,4%, tegenover5,5% 0.30-leerlingen op <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> EIBO-scholen.2Twee VVTO-leerlingen had<strong>de</strong>n formatiegewicht 1.20 (1,1%, tegenover 4,3% <strong>van</strong> <strong>de</strong> EIBO-leerlingen in <strong>de</strong> peiling).3Combinatieadviezen zijn buiten beschouwing gelaten.Net als uit <strong>de</strong> vorige tabel komt hier naar voren dat VVTO-leerlingen beter schrijven dan EIBOleerlingen.Zoals ook <strong>het</strong> geval is bij enkele an<strong>de</strong>re vaardighe<strong>de</strong>n (zie an<strong>de</strong>re paragrafen in dithoofdstuk), zijn leerlingen <strong>van</strong> buitenlandse herkomst wat vaardiger in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> danleerlingen <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse herkomst.Attitu<strong>de</strong> en buitenschools contactHet is dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> schrijfvaardigheid <strong>Engels</strong> die leerlingen in jaargroep 8 hebben,voornamelijk <strong>het</strong> resultaat is <strong>van</strong> informeel leren. Immers, in <strong>het</strong> formele <strong>aan</strong>bod <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> in<strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs ontbreekt schrijven groten<strong>de</strong>els. De meeste leerlingen, zo blijkt uit paragraaf4.2, schrijven buiten school wel eens een briefje of kaartje, of chatten of e-mailen soms in <strong>het</strong><strong>Engels</strong>. De schrijfvaardigheid voor <strong>Engels</strong> die in dit hoofdstuk beschreven is, is voor eenbelangrijk <strong>de</strong>el <strong>het</strong> resultaat <strong>van</strong> spontane transfer <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>aan</strong>bod op school (voornamelijkluisteren en woor<strong>de</strong>nschat) en buiten school (vooral luisteren). De schrijfprestatiesweerspiegelen waartoe leerlingen zon<strong>de</strong>r al te veel binnen- of buitenschoolse oefening in staatzijn. Voor VVTO-leerlingen ligt dat wat an<strong>de</strong>rs: in <strong>het</strong> VVTO-<strong>aan</strong>bod is wel aardig wat <strong>aan</strong>dachtvoor schrijven (zie paragraaf 3.3). De meting <strong>van</strong> schrijven in <strong>de</strong>ze peiling laat zien dat die<strong>aan</strong>dacht leidt tot een toename <strong>van</strong> <strong>de</strong> schrijfvaardigheid <strong>Engels</strong>.103 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Correleren we gegevens uit <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>vragenlijst met <strong>de</strong> schrijfvaardigheidsscores <strong>van</strong> leerlingen,dan komt voor schrijven een soortgelijk beeld naar voren als voor lezen en luisteren. Met behulp<strong>van</strong> <strong>de</strong> tabel hieron<strong>de</strong>r beschrijven we, in tegenstelling tot eer<strong>de</strong>re paragrafen, <strong>de</strong> vaardigheid<strong>van</strong> EIBO- én VVTO-leerlingen. Informatie over effectgrootte en significantie ontbreken hier.Vaardigheidsscores voor schrijven <strong>van</strong> leerlingen met verschillen<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>n en buitenschools contactAttitu<strong>de</strong>vraag en antwoordcategorie Vaardigheidsscore EIBO-lln. Vaardigheidsscore VVTO-lln.John zegt: “Ik vind <strong>Engels</strong> op school best een gemakkelijk vak”. Ben je <strong>het</strong> met John eens?I negatief 200 256neutraal 247 266positief 283 302Mijn <strong>Engels</strong> is … <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> mijn klasgenoten.II veel slechter dan 178 261slechter dan 214 242even goed als 253 274beter dan 282 300veel beter dan 294 439Je krijgt een boek dat je graag wilt lezen, maar <strong>het</strong> boek is <strong>Engels</strong>talig. Wat doe je?III negatief 213 260neutraal 255 275positief 278 301Op internet zoek je informatie over een on<strong>de</strong>rwerp dat je erg interesseert. Je vindt een <strong>Engels</strong>talige website. Wat doe je?IV negatief 213 245neutraal (vertaalprogramma) 240 251neutraal (ik probeer <strong>het</strong>) 263 280positief 279 291Heb je wel eens een tijdschrift of boek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> gelezen?V nog nooit 228 261één of twee keer 255 275wel vaker 264 294Hoe vaak lees jij een boek of een tijdschrift in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>?VI nooit 220 246soms 259 275best vaak 264 304heel vaak 270 306Hoe vaak bekijk jij <strong>Engels</strong>e websites om informatie op te zoeken?VII nooit 238 269soms 253 283best vaak 264 273heel vaak 268 278104 PPON


5.4 SprekenBij <strong>het</strong> spreken <strong>van</strong> een twee<strong>de</strong> taal ligt, zeker in <strong>de</strong> beginstadia <strong>van</strong> verwerving (A1 en A2 inERK-termen), <strong>de</strong> nadruk op communicatie en interactie. Pas in latere stadia gaat correctheid eenrol spelen. Zo is er in <strong>het</strong> ERK niet eer<strong>de</strong>r dan op niveau B2 sprake <strong>van</strong> “een betrekkelijk grotebeheersing <strong>van</strong> <strong>de</strong> grammatica” en <strong>het</strong> vermij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> “fouten die tot onbegrip lei<strong>de</strong>n” alskwalitatieve aspecten <strong>van</strong> gesproken taal. Op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> verst<strong>aan</strong>baarheid en vloeiendheidwordt <strong>de</strong> kwalitatieve beschrijving voor <strong>de</strong> A1- en A2-niveaus gekenmerkt door woor<strong>de</strong>n als:‘kort’, ‘(met veel) on<strong>de</strong>rbrekingen’, ‘valse starts’ en ‘herformuleringen’.Uit paragraaf 3.3 blijkt dat er in <strong>het</strong> curriculum <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs weliswaar veel<strong>aan</strong>dacht is voor spreken, maar min<strong>de</strong>r dan veelal wordt <strong>aan</strong>genomen. De leerkrachtengebruiken <strong>Engels</strong> vaak als voertaal tij<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>, maar leerlingen spreken relatiefweinig <strong>Engels</strong> met elkaar of met <strong>de</strong> leerkracht. De <strong>aan</strong>dacht voor reproductieve vormen <strong>van</strong>spreken (naspreken) lijkt groter dan die voor interactieve (gesprek voeren met leerkracht ofme<strong>de</strong>leerlingen) of productieve (vertellen over afbeeldingen, gebeurtenissen, boeken of films)vormen <strong>van</strong> spreekvaardigheid. Ook buiten school, zo stel<strong>de</strong>n we in paragraaf 4.2 vast, sprekenleerlingen relatief weinig <strong>Engels</strong>.5.4.1 Meting <strong>van</strong> spreekvaardigheidKerndoel 14 beperkt zich tot <strong>het</strong> vragen en geven <strong>van</strong> informatie en <strong>het</strong> zelfvertrouwen om<strong>Engels</strong> te spreken. Dat is uiterst summier en algemeen. Daarbij <strong>aan</strong>sluitend hebben we ervoorgekozen <strong>de</strong> meting <strong>van</strong> spreekvaardigheid te operationaliseren op basis <strong>van</strong> taalhan<strong>de</strong>lingen(informatie vragen, informatie geven, groeten, bedanken, waarschuwen, een verzoek doen,instemmen of weigeren, iets beschrijven, etc.) die in een gegeven situatie a<strong>de</strong>quaat en enigszinscorrect moeten wor<strong>de</strong>n ingezet om tot communicatie te komen. Daarbij volst<strong>aan</strong> in <strong>de</strong> meestegevallen standaardformuleringen, zoals die in <strong>de</strong> gebruikte metho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n.Die insteek is in lijn met <strong>de</strong> peiling <strong>van</strong> 2006 en sluit enigszins <strong>aan</strong> bij <strong>de</strong> ERK-bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong>spreken met zijn <strong>de</strong>scriptoren en kwalitatieve aspecten.106 PPON


ERK-<strong>de</strong>scriptoren Spreken voor <strong>de</strong> niveaus A1, A2 en B1A1 A2 B1Ik kan <strong>de</strong>elnemen <strong>aan</strong> eenIk kan communiceren overIk kan <strong>de</strong> meeste situaties <strong>aan</strong> dieeenvoudig gesprek, wanneer <strong>de</strong>eenvoudige en alledaagse taken diezich kunnen voordoen tij<strong>de</strong>ns eengesprekspartner bereid is om zakeneen eenvoudige en directereis in een gebied waar <strong>de</strong>in een langzamer spreektempo teuitwisseling <strong>van</strong> informatie overbetreffen<strong>de</strong> taal wordt gesproken.herhalen of opnieuw te formulerenvertrouw<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen enIk kan onvoorbereid <strong>de</strong>elnemen <strong>aan</strong>en mij helpt bij <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong>activiteiten betreffen. Ik kan zeereen gesprek over on<strong>de</strong>rwerpen diewat ik probeer te zeggen. Ik kankorte, sociale gesprekken <strong>aan</strong>,vertrouwd zijn of mijn persoonlijkeeenvoudige vragen stellen enalhoewel ik gewoonlijk nietbelangstelling hebben of diebeantwoor<strong>de</strong>n die een directevoldoen<strong>de</strong> begrijp om <strong>het</strong> gesprekbetrekking hebben op <strong>het</strong> dagelijksInteractiebehoefte of zeer vertrouw<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwerpen betreffen.zelfstandig g<strong>aan</strong><strong>de</strong> te hou<strong>de</strong>n.leven (bijvoorbeeld familie, hobby’s,werk, reizen en actuelegebeurtenissen).Ik kan eenvoudige uitdrukkingen enIk kan een reeks uitdrukkingen enIk kan uitingen op een simpelezinnen gebruiken om mijnzinnen gebruiken om in eenvoudigemanier <strong>aan</strong> elkaar verbin<strong>de</strong>n, zodatwoonomgeving en <strong>de</strong> mensen die ikbewoordingen mijn familie en an<strong>de</strong>reik ervaringen en gebeurtenissen,ken te beschrijven.mensen, leefomstandighe<strong>de</strong>n, mijnmijn dromen, verwachtingen enopleiding en mijn huidige of meestambities kan beschrijven. Ik kan inrecente b<strong>aan</strong> te beschrijven.<strong>het</strong> kort re<strong>de</strong>nen en verklaringengeven voor mijn meningen enplannen. Ik kan een verhaalProductienavertellen, of <strong>de</strong> plot <strong>van</strong> een boekof film weergeven en mijn reactiesbeschrijven.107 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


ERK: kwalitatieve aspecten <strong>van</strong> gesproken taal voor <strong>de</strong> niveaus A1, A2 en B1A1 A2 B1Beschikt over een zeer elementairGebruikt elementaire zinspatronenBeschikt over genoegrepertoire <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n enmet uit <strong>het</strong> hoofd geleer<strong>de</strong> frasen,taalbeheersing om zich te red<strong>de</strong>n,eenvoudige frasen die betrekkingkleine woordgroepen en formulesmet een woor<strong>de</strong>nschat diehebben op persoonlijke gegevens enom beperkte informatie over tevoldoen<strong>de</strong> is om zich, met enigebepaal<strong>de</strong> concrete situaties.brengen in eenvoudige alledaagseaarzeling en omhaal <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n,situaties.te uiten over on<strong>de</strong>rwerpen alsReikwijdtefamilie, hobby’s en interessegebie<strong>de</strong>n,werk, reizen enactualiteiten.Toont slechts beperkte beheersingGebruikt sommige eenvoudigeMaakt met een re<strong>de</strong>lijke mate <strong>van</strong>Nauwkeurigheid<strong>van</strong> enkele eenvoudigegrammaticale constructies enzinspatronen in een uit <strong>het</strong> hoofdgeleerd repertoire.constructies correct, maar maaktnog systematisch elementairefouten.nauwkeurigheid gebruik <strong>van</strong> eenrepertoire <strong>van</strong> veelgebruikte‘routines’ en patronen die bekendzijn <strong>van</strong> meer voorspelbare situaties.Kan zeer korte, geïsoleer<strong>de</strong>,Kan zich in heel korte uitingenKan op verst<strong>aan</strong>bare wijzevoornamelijk voorgekauw<strong>de</strong>verst<strong>aan</strong>baar maken, ondanks heeldoorpraten, ook al pauzeert hij of zijuitingen hanteren, met veeldui<strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rbrekingen, valseregelmatig voor grammaticale enVloeiendheidon<strong>de</strong>rbrekingen om naaruitdrukkingen te zoeken, min<strong>de</strong>rvertrouw<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n uit te sprekenen <strong>de</strong> communicatie te herstellen.starts en herformuleringen.lexicale planning en er is heeldui<strong>de</strong>lijk sprake <strong>van</strong> herstelacties,vooral in langere vrij geproduceer<strong>de</strong>stukken tekst.Kan vragen stellen en beantwoor<strong>de</strong>nKan vragen beantwoor<strong>de</strong>n enKan een eenvoudig rechtstreeksover persoonlijke gegevens. Kan opreageren op eenvoudige uitspraken.gesprek beginnen, g<strong>aan</strong><strong>de</strong> hou<strong>de</strong>neen simpele manier interactief zijn,Kan <strong>aan</strong>geven wanneer hij of zij <strong>het</strong>en besluiten over on<strong>de</strong>rwerpen diemaar <strong>de</strong> communicatie is vollediggesprek volgt, maar is zel<strong>de</strong>n invertrouwd of <strong>van</strong> persoonlijk belangInteractieafhankelijk <strong>van</strong> herhaling,herformulering en herstel.staat genoeg te begrijpen om uitzichzelf <strong>de</strong> conversatie g<strong>aan</strong><strong>de</strong> tehou<strong>de</strong>n.zijn. Kan ge<strong>de</strong>eltelijk herhalen watiemand an<strong>de</strong>rs zegt om we<strong>de</strong>rzijdsbegrip te bevestigen.Kan woor<strong>de</strong>n of woordgroepen metKan woordgroepen verbin<strong>de</strong>n metKan een reeks kortere, op zichzelfCoherentieelkaar verbin<strong>de</strong>n met heelelementaire lineaire verbindingswoor<strong>de</strong>nals ‘en’ of ‘toen’.eenvoudige voegwoor<strong>de</strong>n als ‘en’,‘maar’ en ‘omdat’.st<strong>aan</strong><strong>de</strong>, eenvoudige elementenverbin<strong>de</strong>n tot een samenhangen<strong>de</strong>lineaire opeenvolging <strong>van</strong> punten.In 2012 zijn, op een enkel <strong>de</strong>tail na, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zes spreektaken ingezet als in 2006:‘Een ongeluk’, ‘De dierentuin’ en ‘De markt’, alle drie zogenaam<strong>de</strong> kortrespons-taken op basis<strong>van</strong> een gegeven situatiesc<strong>het</strong>s (zie voorbeeldopgave 41); ‘De brug’ en ‘Apenheul’, tweelangrespons-taken <strong>aan</strong> <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> een beeldverhaal (zie voorbeeldopgave 42);‘Het politiebureau’ een kortrespons-taak in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een rollenspel (zie voorbeeldopgave 43).108 PPON


Voorbeeldopgave Spreken 41: spreektaak ‘De dierentuin’Je moet straks in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> antwoord geven op <strong>de</strong> vragen die ik stel. Doe dat zo goed en dui<strong>de</strong>lijk mogelijk. Je kunt <strong>de</strong> vragen meelezen op<strong>het</strong> beeldscherm.Dit is <strong>de</strong> situatie:Nuran logeert met z’n ou<strong>de</strong>rs en z’n vriendje Jordy in een hotel in Schotland. Ze g<strong>aan</strong> met zijn tweeën een keer naar <strong>de</strong> dierentuin. Jordyspreekt nog geen <strong>Engels</strong>, maar Nuran wel.Je krijgt nu telkens een vraag in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands over wat Nuran moet zeggen.Jij zegt in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> wat Nuran moet zeggen.5 In <strong>de</strong> dierentuin vraagt een fotograaf of <strong>de</strong> jongens op <strong>de</strong>foto willen. Dat willen ze niet.Wat zegt Nuran tegen <strong>de</strong> fotograaf?6 Nuran botst per ongeluk tegen een mevrouw <strong>aan</strong> die net eenfoto wil<strong>de</strong> maken. Hij biedt z’n excuses <strong>aan</strong>.Wat zegt Nuran?7 Nuran en Jordy willen <strong>van</strong> een oppasser weten waar <strong>de</strong>leeuwen zijn.Wat vraagt Nuran?1 Nuran en Jordy zijn op weg naar <strong>de</strong> dierentuin. Ze weten <strong>de</strong>weg niet precies.Wat vraagt Nuran <strong>aan</strong> een voorbijganger?2 Bij <strong>de</strong> dierentuin moeten Nuran en Jordy toegangskaartjeskopen.Wat zegt Nuran bij <strong>het</strong> loket?3 De meneer achter <strong>het</strong> loket vraagt <strong>de</strong> jongens hoe oud zezijn.Wat antwoordt Nuran? (Kijk naar <strong>het</strong> plaatje.)8 Nuran en Jordy komen bij een ijscoman. Ze willen allebei weleen ijsje.Wat zegt Nuran tegen <strong>de</strong> ijscoman?9 Nuran moet <strong>van</strong> z’n ou<strong>de</strong>rs om zes uur terug zijn. Hij wilweten hoe laat <strong>het</strong> is. Wat vraagt Nuran <strong>aan</strong> <strong>de</strong> ijscoman?4 De meneer achter <strong>het</strong> loket geeft <strong>de</strong> kaartjes. Nuran wil hembedanken. Wat zegt Nuran?109 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Voorbeeldopgave Spreken 42: spreektaak ‘De brug’Je moet straks in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> een verhaal vertellen met behulp <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaatjes op <strong>het</strong> beeldscherm. Vertel <strong>het</strong> verhaal zo dui<strong>de</strong>lijk mogelijk.Gebruik alle plaatjes en beschrijf in <strong>de</strong>tail wat er gebeurt.Dit is <strong>de</strong> situatie:Jim is samen met twee vrien<strong>de</strong>n op weg naar huis. Jim wil stoer doen en klimt op <strong>de</strong> reling <strong>van</strong> een brug.Kijk nu eerst goed wat er allemaal gebeurt op <strong>de</strong> zes plaatjes. Zorg dat je snapt wat er precies gebeurt.Heb je nog vragen? Stel die dan in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands.Begin je verhaal met: Jim and his two friends are walking home…1 23 45 6110 PPON


Voorbeeldopgave Spreken 43: spreektaak ‘Het politiebureau’Je moet nu een gesprek voeren in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. Ik stel vragen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> en jij geeft antwoord in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. Doe dat zo goed en dui<strong>de</strong>lijkmogelijk.Dit is <strong>de</strong> situatie:Je bent met je broer op fietsvakantie in Engeland. Jullie g<strong>aan</strong> boodschappen doen en zetten jullie fiets tegen <strong>de</strong> muur <strong>van</strong> <strong>de</strong> winkel. Alsjullie weer buiten komen, is jouw fiets weg! Jullie kunnen hem nergens meer vin<strong>de</strong>n. Jullie g<strong>aan</strong> naar <strong>het</strong> politiebureau om <strong>aan</strong>gifte tedoen.Kijk goed naar <strong>de</strong> plaatjes op <strong>het</strong> beeldscherm.Heb je nog vragen? Stel die dan in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands.Stel je voor:Ik zit in <strong>het</strong> politiebureau. Ik speel <strong>de</strong> politieagent.Jij komt <strong>aan</strong>gifte doen <strong>van</strong> diefstal en ik vul een <strong>aan</strong>gifteformulier in.Je loopt <strong>het</strong> politiebureau binnen.Politieagent (toetslei<strong>de</strong>r)Good afternoon.Can I help you?What’s wrong?Oh <strong>de</strong>ar. I’m sorry about your bike. Let’ssee what we can do. I’ll have to fill in aform.Beoog<strong>de</strong> reactie leerlingGroet op passen<strong>de</strong> wijze.Reageert op passen<strong>de</strong>, positieve wijze.Maakt kort dui<strong>de</strong>lijk dat zijn fietsgestolen is.Police Report FormPersonal InformationName: Your first and last name, please? Geeft zijn voor- en achternaam.Address: Where do you live, what’s your address? Geeft <strong>aan</strong> waar hij woont, op welkadres.House Number: Sorry, what’s the house number? Geeft zijn huisnummer (nogmaals)Town: And WHAT town do you live in? Zegt naam <strong>van</strong> woonplaats heeldui<strong>de</strong>lijk (spelt die eventueel).Postal Co<strong>de</strong>: What’s the postal co<strong>de</strong>? Geeft postco<strong>de</strong>.Country: And the country? Maakt (nogmaals) dui<strong>de</strong>lijk dat hij inNe<strong>de</strong>rland woont.Age: How old are you? Geeft zijn leeftijd.Contact:(Vestigt <strong>aan</strong>dacht op mobieltje)How can we contact you?--Maakt dui<strong>de</strong>lijk dat hij mobiel tebereiken is.(Mobile) Phone Number: What’s the number? Maakt dui<strong>de</strong>lijk op welk nummer hij tebereiken is.111 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l bij ‘De dierentuin’ (voorbeeldopgave 41)INDIEN NIET TE BEOORDELEN(Kruis 1x ‘ja’ <strong>aan</strong>.)Er kunnen verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen zijn waarom <strong>de</strong> gehele respons <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerling niet beoor<strong>de</strong>eld kan wor<strong>de</strong>n volgens dit formulier. Kruis s.v.p.hieron<strong>de</strong>r <strong>aan</strong> wat daar<strong>van</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n is en ga door naar <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> leerling.Is <strong>de</strong> opnamekwaliteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> geluid te slecht?Ontbreken <strong>de</strong> reacties bij alle opgaven?An<strong>de</strong>rs? ja ja jaOPGAVE 1- Vraagt <strong>de</strong> leerling in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> waar <strong>de</strong> dierentuin is? ja nee → Ga door naar opgave 2Gebruikt <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n of uitdrukkingen?- zoo ja ja, maar uitspraak fout- can/could you tell me … ja- where ja- how to get to … ja- Is <strong>de</strong> uiting over <strong>het</strong> algemeen grammaticaal correct? ja neeGeen beoor<strong>de</strong>ling want respons is afwezig onverst<strong>aan</strong>baar NLsOPGAVE 2- Vraagt <strong>de</strong> leerling in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> om twee kaartjes? ja nee → Ga door naar opgave 3Gebruikt <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n of uitdrukkingen?- Can/May I have/buy/get ja- two tickets ja- Eindigt <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong> vraag met please? ja neeGeen beoor<strong>de</strong>ling want respons is afwezig onverst<strong>aan</strong>baar NLsOPGAVE 3- Zegt <strong>de</strong> leerling in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> dat ze elf zijn? ja nee → Ga door naar opgave 4Gebruikt <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n of uitdrukkingen?- We are #. / We are # years old. ja ja, maar zegt alleen ‘years’- eleven ja ja, maar uitspraak fout- both (of us) ja ja, maar uitspraak foutGeen beoor<strong>de</strong>ling want respons is afwezig onverst<strong>aan</strong>baar NLsOPGAVE 4- Bedankt <strong>de</strong> leerling in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>? ja nee → Ga door naar opgave 5voorbeeld: Thank you (very much).Geen beoor<strong>de</strong>ling want respons is afwezig onverst<strong>aan</strong>baar NLsOPGAVE 5- Geeft <strong>de</strong> leerling in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> een afwijzend antwoord? ja nee → Ga door naar opgave 6voorbeeld: No, thanks. (We don’t want a picture/photo)- Gebuikt <strong>de</strong> leerling ‘thanks’ of ‘thank you’ in <strong>het</strong> antwoord? ja neeGeen beoor<strong>de</strong>ling want respons is afwezig onverst<strong>aan</strong>baar NLs113 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>l bij ‘De dierentuin’ (vervolg)OPGAVE 6- Verontschuldigt <strong>de</strong> leerling zich in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>? ja nee → Ga door naar opgave 7voorbeeld: I’m (so) sorry./Excuse me./Pardon.Geen beoor<strong>de</strong>ling want respons is afwezig onverst<strong>aan</strong>baar NLsOPGAVE 7- Vraagt <strong>de</strong> leerling in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> waar <strong>de</strong> leeuwen zijn? ja nee → Ga door naar opgave 8voorbeeld: Where are the lions?/Do you know where thelions are?/Can/Could you tell me where the lions are?- Begint <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong> vraag met ‘Excuse me’? ja nee- Eindigt <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong> vraag met ‘please’? ja nee- Heeft <strong>de</strong> uiting <strong>de</strong> intonatie <strong>van</strong> een vraag? ja nee- Is <strong>de</strong> uiting over <strong>het</strong> algemeen grammaticaal correct? ja neeGeen beoor<strong>de</strong>ling want respons is afwezig onverst<strong>aan</strong>baar NLsOPGAVE 8- Bestelt <strong>de</strong> leerling in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> ijsjes? ja nee → Ga door naar opgave 9voorbeeld: Can we have/buy two ice creams?/I would like tohave/buy two ice creams./Two ice creams.Gebruikt <strong>de</strong> leerling een <strong>van</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beleefdheidsfrasen?- Can/Could ja nee- would like to ja nee- please ja nee- Is <strong>de</strong> uiting over <strong>het</strong> algemeen grammaticaal correct? ja neeGeen beoor<strong>de</strong>ling want respons is afwezig onverst<strong>aan</strong>baar NLsOPGAVE 9- Vraagt <strong>de</strong> leerling in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> hoe laat <strong>het</strong> is? ja nee (Ga door naar ‘invloed toetslei<strong>de</strong>r’)Gebruikt <strong>de</strong> leerling een <strong>van</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beleefdheidsfrasen?- Can/Could ja nee- please ja neeGebruikt <strong>de</strong> leerling <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n?- How late …? (FOUT!) ja nee- Is <strong>de</strong> uiting over <strong>het</strong> algemeen grammaticaal correct? ja neeGeen beoor<strong>de</strong>ling want respons is afwezig onverst<strong>aan</strong>baar NLsALGEMENE INDRUK INVLOED TOETSLEIDER (indien <strong>van</strong> toepassing)De leerling krijgt veel hulp <strong>van</strong> <strong>de</strong> toetslei<strong>de</strong>r. ja(De toetslei<strong>de</strong>r ‘trekt <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> leerling’, ‘grijpt in’ en/of ‘verbetert <strong>de</strong> leerling’.)Enkele kwalitatieve aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gesproken taal zijn bij drie spreektaken tevens in zijnalgemeenheid beoor<strong>de</strong>eld. Bij ‘De brug’, ‘Apenheul’ en ‘Het politiebureau’ ging <strong>het</strong> om <strong>het</strong>aspect uitspraak, bij ‘Apenheul’ en ‘Het politiebureau om uitspraak en vloeiendheid of vlotheid,en bij ‘Het politiebureau’ om uitspraak, vlotheid en correctheid. Hierna staat afgebeeld op welkewijze <strong>de</strong>ze aspecten in <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>llen zijn uitgewerkt.114 PPON


Uitwerkingen door leerlingen <strong>van</strong> voorbeeldopgave 41: spreektaak ‘De dierentuin’Percentiel 10 Percentiel 50 Percentiel 901 Ehm, hello, can you <strong>de</strong> wegwijzen naar … Burger’s Zoo?2 Ehm, hello, mag ik, I am twokaartjes?3 I’m eleven years old.4 Thanks.5 No, thank you.6 Sorry.7 Hello, where are the lie, lies?8 Hello, I am will two ijsjes.9 Hello, what’s the time?1 Hello, ehm, ehm, we going to thezoo and we weten <strong>de</strong> weg niet.2 Two cards for ons.3 Eleven.4 Thank you.5 No, thanks.6 Sorry.7 Where are the lions?8 Two ice cream, please.9 How late is it, oh nee, nee …What’s the time?1 I don’t know the way to the zoo.Do you know it?2 Can I have two tickets, please?3 I’m eleven years old and myfriend is twelve years old.4 Thanks, now we can go in thezoo.5 No, thanks, we don’t want it6 Oh, I’m sorry. I hope you can takethe picture again.7 Do you know where the lionsare?8 I want two ice creams.9 Do you know the time?Uitwerkingen door leerlingen <strong>van</strong> voorbeeldopgave 42: spreektaak ‘De brug’Percentiel 10 Percentiel 50 Percentiel 901 Jim and his two friends arewalking home. Ehm. He klim onthe rail and, ehm, fall to water.2 The friends, ehhm, g<strong>aan</strong> naareen auto, enne … looking,ehhm …3 Nou, ze rennen naar <strong>de</strong>, hoe heetdat ook alweer, running naar <strong>de</strong>bank,4 enne, he help out the water.5 He are the, ehhm …, brancard ofzo, en …1 Jim and his two friends are home,are walking home. He go walking,ehm, over the … over the, ehm, rail.Ehm, but he falling over the rail inthe bank.2 His friends … his friends going to acar and, ehm, … and … stel thequestion on the people of his 911will call, 911,I want, 911.3 Ehm. Then ze going to see on thegrass to the … to the bank and see,ehm,see … ehm …1 Jim and his two friends arewalking home. Jim, ehm, Jim,Jim go run on the rail and fall inthe water.2 Then his two friends stop a carand … and call 911.3 Then Jim’s two friends run to thebank and …4 … en halen Jim out the water.5 Then come the ambulance andgo Jim on a str.., stretcher in theambulance.6 Het gaat beter, of zo.4 see … see how her friend out thebank and lay down the …, ja, …6 In the hospital komen Jim’s twofriends by his bed.5 Come a ambulance and she friendgo into ambulance and go to thehospital.6 Na, next day come his friends andnaar … to the hospital, and, ja, steltquestion: How are you? He say: It’sfine, it’s goo<strong>de</strong>r with me and, ja.116 PPON


Uitwerkingen door leerlingen <strong>van</strong> voorbeeldopgave 43: spreektaak ‘Het politiebureau’Politieagent (toetslei<strong>de</strong>r) Percentiel-10 Percentiel-50 Percentiel-90Good afternoonHello.Good afternoon.Hello.Can I help you?Yes.Yes, please.Yes.What’s wrong?… … [TL vult <strong>aan</strong>: Is your bikestolen?] YesMy bike is ge.. stolen.My bike is stolen.Your first and last name,please?(voornaam en achternaam)My name is (voornaam enachternaam)(voornaam en achternaam)Where do you live, what’s youraddress?(straatnaam)Baker Street forty, nee fortytwenty…(straatnaam) two three sevenSorry, what’s the housenumber?Tweehon<strong>de</strong>rdtwintig.Wat is <strong>het</strong> ook alweer, twentyfour.Two hundred thirty-seven.And what town do you live in?(woonplaats)(woonplaats)In Holland.What’s the postal co<strong>de</strong>?Ehm …, nee.A house?Five six five seven.And the country?Ehm, Noord-Holland.[TL vult <strong>aan</strong>: in The Netherlands?]Netherlands.…Holland.How old are you?Elf.Eleven years old.Twelve.How can we contact you?… … [TL vult <strong>aan</strong>: Do you have amobile phone?] Yeah.A telephone.With my cell phone.What’s the number?Nee.Oh, zero six five eight nine ten,ehm, four three one six.Zero six eight seven two fiveone six three four.Now, in which street had youput your bike?Baker Street.Baker StreetIn the Baker Street.At what number?Twenty-three.Twenty-fourTwenty-three.Please tell me exactly whathappened.Now tell me: when did all thishappen?What time exactly?My bike stolen.… …… …I was on, ehm, half past ten wasI in the Baker Street and goingto a winkel and I kwam, ehmquarter past eleven and the bikewas away.We went go shopping at tenthirty and we cameout theshop around eleven fifteenand then my bike was away.Ehm, a quarter past eleven.What colour is your bike?Yellow.Yellow.Yellow.Were there any bags on yourbike?No.Yes, three.Yes.How many bags?… …Two.What colour are the bags?… …Ehm, black.Blue.De percentiel-10 leerling valt al snel terug op <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands en heeft moeite dan weer over teg<strong>aan</strong> op <strong>Engels</strong>. Deze leerling beschikt over een beperkt (veelal gememoriseerd) repertoire <strong>aan</strong><strong>Engels</strong>e uitdrukkingen, bijvoorbeeld <strong>de</strong> standaarduitdrukkingen I am eleven years old en What’sthe time? Leerlingen op dit niveau pauzeren, herhalen en herstellen veelvuldig en zijn in eengesprek afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> bereidheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> gesprekspartner tot herhaling, <strong>aan</strong>vulling en117 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


herformulering. Percentiel-10 leerlingen slagen er slechts zel<strong>de</strong>n in om woor<strong>de</strong>n ofwoordgroepen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> met elkaar te verbin<strong>de</strong>n.Ook <strong>de</strong> percentiel-50 leerling maakt graag gebruik <strong>van</strong> vaste formuleringen zoals bijvoorbeeldHow are you? Leerlingen op dit niveau nemen meer inci<strong>de</strong>nteel hun toevlucht tot <strong>het</strong>Ne<strong>de</strong>rlands en doen hun best om terug te schakelen naar <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>, ook als ze zich realiserendat ze er niet goed uitkomen en hun <strong>Engels</strong> tekortschiet. Dat leidt bij een langere respons toton<strong>de</strong>rbrekingen en aarzelingen. Ze beschikken over een wat ruimere productieve woor<strong>de</strong>nschat(lions, ice cream, good afternoon), ook al slagen ze er niet altijd in die juist in te zetten (cardsi.p.v. tickets). Woor<strong>de</strong>n en woordgroepen wor<strong>de</strong>n op een simpele manier verbon<strong>de</strong>n (but, and).De percentiel-90 leerling slaagt erin eenvoudige constructies correct te gebruiken (I don’t knowthe way to the zoo. Do you know it?) en gebruikt slechts af en toe Ne<strong>de</strong>rlands. Het woordgebruikis simpel, maar vaak correct (tickets, cell phone, go shopping). Een enkele keer slagenpercentiel-90 leerlingen erin om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> informatie op verschillen<strong>de</strong> manieren correct uit tedrukken (two three seven en two hundred and thirty-seven). Ook slagen ze erin om samenhang<strong>aan</strong> te brengen door <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> relatief simpele verbindingswoor<strong>de</strong>n (and, then, and then).Ze weten zo nu en dan extra taaluitingen in te zetten als een situatie daar communicatief omvraagt (Oh, I’m sorry. I hope you can take the picture again.)Standaar<strong>de</strong>nNet zo min als bij <strong>de</strong> peiling in 2006, zijn er in 2012 standaar<strong>de</strong>n vastgesteld voor <strong>de</strong> spreekvaardigheid<strong>Engels</strong>.5.4.4 Verschillen in spreekvaardigheid tussen leerlingenSommige verschillen in <strong>de</strong> achtergrond <strong>van</strong> leerlingen laten een effect zien op spreekprestaties,an<strong>de</strong>re verschillen in achtergrond lijken geen of weinig invloed te hebben. In on<strong>de</strong>rst<strong>aan</strong><strong>de</strong>tabel st<strong>aan</strong> <strong>de</strong> effecten op <strong>de</strong> leerlingprestaties per achtergrondkenmerk on<strong>de</strong>r elkaar, metdaarbij <strong>aan</strong>gegeven <strong>de</strong> significantie <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen en <strong>de</strong> grootte <strong>van</strong> elk effect.Het verschil tussen EIBO- en VVTO-leerlingen geeft een groot effect te zien (+0,86). Leerlingenop VVTO-scholen spreken significant veel beter <strong>Engels</strong> dan EIBO-leerlingen, ook als we <strong>het</strong>relatief geringe <strong>aan</strong>tal VVTO-leerlingen in ogenschouw nemen dat spreektaken ged<strong>aan</strong> heeft.In <strong>de</strong> vorige paragraaf stel<strong>de</strong>n we dat <strong>de</strong> spreekvaardigheid <strong>van</strong> leerlingen in 2006 en 2012gelijk was gebleven. Laten we <strong>de</strong> VVTO-leerlingen in <strong>de</strong>ze vergelijking tussen bei<strong>de</strong> jaren buitenbeschouwing, dan is <strong>de</strong> conclusie dat <strong>het</strong> spreken <strong>van</strong> EIBO-leerlingen erop achteruitgeg<strong>aan</strong> is.Dit ondanks <strong>het</strong> feit dat ook op EIBO-scholen in 2012 meer tijd <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> werd besteed dan in2006 en <strong>de</strong> <strong>aan</strong>dacht voor spreken gelijk gebleven lijkt. Wellicht is <strong>de</strong> oorzaak te vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>wat grotere <strong>aan</strong>dacht voor reproductief spreken (naspreken <strong>van</strong> nieuwe woor<strong>de</strong>n en standaardgesprekken– zie paragraaf 3.3).Bij vergelijking <strong>van</strong> naastliggen<strong>de</strong> doorstroomniveaus komen nauwelijks significante verschillenvoor spreken naar voren. Cumulatief is dat wel <strong>het</strong> geval. Zo is er sprake <strong>van</strong> een groot effect(+1,31) op <strong>de</strong> prestaties <strong>van</strong> leerlingen die naar <strong>het</strong> vwo g<strong>aan</strong> ten opzichte <strong>van</strong> leerlingen diedoorstromen naar vmbo-BB.Ook blijkt er een groot verschil te zijn tussen leerlingen met en zon<strong>de</strong>r dyslexie. Dat magverwacht wor<strong>de</strong>n bij lezen, spellen, schrijven en woor<strong>de</strong>nschat, maar is in <strong>de</strong>ze mate (een effect<strong>van</strong> -0,81) verrassend te noemen voor <strong>het</strong> spreken <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>.Herkomst lijkt effect te hebben, maar <strong>de</strong> significantie is gering. Als gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong> beperkte<strong>aan</strong>tal leerlingen <strong>van</strong> buitenlandse herkomst in <strong>de</strong> steekproef voor spreken kunnen <strong>de</strong>geconstateer<strong>de</strong> verschillen op toeval berusten.Leerlingen in <strong>het</strong> noor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland spreken beter <strong>Engels</strong> dan leerlingen in <strong>het</strong> oosten enzui<strong>de</strong>n (matig effect, respectievelijk +0,58 en +0,62). Bei<strong>de</strong> verschillen zijn significant.118 PPON


Effectgrootten voor categorieën leerlingen op <strong>de</strong> spreekvaardigheid <strong>Engels</strong>Contrast Significantie Effectgrootte KwalificatieVVTO (N = 40) – EIBO (N = 299) ** 0,86 Groot effectMeisjes (N = 170) – Jongens (N = 169) (0,01) (Geen effect)Formatiegewicht: 0.00 (N = 304)– 0.30 (N = 24)– 1.20 (N = 11)(0,30)(0,09)(Klein effect)(Geen effect)Leertijd: regulier (N = 293) – vertraagd (N = 46) (-0,04) (Geen effect)Stratum: stratum 1 (N = 240)– stratum 2 (N = 62)– stratum 3 (N = 27)(-0,10)(-0,06)(Geen effect)(Geen effect)Herkomst: Ne<strong>de</strong>rlands (N = 277) – Buitenlands (N = 39) (-0,34) (Klein effect)Doorstroom VO 1 : BB (N = 13) – KB (N = 36)(-0,12)(Geen effect)KB – GT (N = 72)(-0,35)(Klein effect)BB – GT__(-0,47)(Klein effect)GT – HAVO (N = 67)(-0,34)(Klein effect)HAVO – VWO (N = 63)**-0,50Matig effectGT – VWO**-0,84Groot effectNiet-dyslectisch (N = 310) – Dyslectisch (N = 29) ** 0,81 Groot effectRegio: Noord (N = 30)– Oost (N = 88)**0,58Matig effect– West (N = 152)(0,27)(Klein effect)– Zuid (N = 69)**0,62Matig effectUrbanisatie: zeer sterk en sterk ste<strong>de</strong>lijk (N =117)– matig, weinig en niet ste<strong>de</strong>lijk (N = 222)(0,22) (Klein effect)1Combinatieadviezen zoals BB/KB, KB/GT, GT/HAVO en HAVO/VWO zijn buiten beschouwing gelaten.119 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Deze effecten zijn ook, net als in paragraaf 5.3.5 bij schrijfvaardigheid <strong>Engels</strong> is ged<strong>aan</strong>, intermen <strong>van</strong> verschillen in vaardigheidsscores te presenteren. De spreekvaardigheidsscore in <strong>de</strong>tabel is weergegeven op <strong>de</strong> schaal <strong>van</strong> 100-400.Vaardigheidsscores spreken bij leerlingen met verschillen<strong>de</strong> achtergrondkenmerkenAchtergrondkenmerkVaardigheidsscore VaardigheidsscoreEIBO-leerlingenVVTO-leerlingen(N = 299)(N = 40)250 292Geslacht: Meisjes 250 291Jongens 250 294Formatiegewicht: 0.00 (N = 304) 251 2940.30 (N = 24) 237 2791.20 (N = 11) 253 295Leertijd: regulier (N = 293) 250 293vertraagd (N = 46) 248 289Herkomst: Ne<strong>de</strong>rlands (N = 277) 248 290Buitenlands (N = 39) 262 302Doorstroom VO: BB (N = 13) 223 256KB (N = 36) 226 262GT (N = 72) 242 274HAVO (N = 67) 256 292VWO (N = 63) 279 313Dyslexie: Niet-dyslectisch (N = 310) 253 295Dyslectisch (N = 29) 216 258Urbanisatie: zeer sterk en sterk ste<strong>de</strong>lijk (N = 117)matig, weinig en niet ste<strong>de</strong>lijk (N = 222)257247296283Attitu<strong>de</strong> en buitenschools contactUit paragraaf 4.2 blijkt dat 45% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen nooit <strong>Engels</strong> spreekt buiten school, 42% datsoms doet en 13% vaak. Het is te verwachten dat leerlingen die vaak <strong>Engels</strong> spreken buitenschool een hoger spreekvaardigheidsniveau bereiken dan leerlingen die dat nooit doen. In <strong>de</strong>volgen<strong>de</strong> tabel zetten we <strong>de</strong> gegevens uit <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>vragenlijst op een rijtje die <strong>van</strong> invloedkunnen zijn op <strong>de</strong> spreekvaardigheidsscore <strong>van</strong> leerlingen. Met <strong>het</strong> oog op <strong>het</strong> relatief geringe<strong>aan</strong>tal leerlingen dat spreektaken heeft ged<strong>aan</strong>, maken we hier geen on<strong>de</strong>rscheid tussen EIBOenVVTO-leerlingen.120 PPON


Spreekvaardigheidsscores bij leerlingen met verschillen<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>n en buitenschools contact: direct <strong>aan</strong>spreken gerelateer<strong>de</strong> vragenAttitu<strong>de</strong>vraag en antwoordcategorieVaardigheidsscore sprekenStel je voor: Je bent op vakantie. Kin<strong>de</strong>ren vragen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> of je mee wilt spelen. Wat doe je?A negatief 227neutraal 239positief 260Mark zegt: “Ik durf best <strong>Engels</strong> te spreken. Ik ben niet zo bang dat ik fouten maak.” Ben je <strong>het</strong> met Mark eens?B negatief 226neutraal 252positief 261Ben je wel eens op vakantie geweest in een land waar ze <strong>Engels</strong> spreken?C nog nooit 245één of twee keer 250drie of vier keer 261vijf keer of vaker 266Spreek je wel eens <strong>Engels</strong> buiten school?D nooit 238soms 261best vaak 285Ik kan mijn mening in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> geven en daarbij een uitleg geven.E nog niet 237ja 281Ik kan in eenvoudige woor<strong>de</strong>n en zinnen vertellen over mijn familie of omgeving. (A2)F nog niet 222ja 261Als mensen langzaam spreken en dingen herhalen, kan ik <strong>de</strong>elnemen <strong>aan</strong> een gesprek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>. (A1)G nog niet 213ja 264Ik kan eenvoudige vragen stellen en korte antwoor<strong>de</strong>n geven.H nog niet 203ja 259Ik kan <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> een boek of film navertellen in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>.I nog niet 245ja 287121 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Op <strong>de</strong> vragen naar inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> eigen vaardigheid zien we <strong>de</strong> grootste verschillen, metname op <strong>de</strong> <strong>de</strong>scriptoren voor <strong>het</strong> A1-niveau (G en H). Ook <strong>Engels</strong> spreken buiten school (D)levert een <strong>aan</strong>zienlijk verschil op, veel meer bijvoorbeeld dan op vakantie g<strong>aan</strong> naar een<strong>Engels</strong>talig land (C).Spreekvaardigheidsscores bij leerlingen met verschillen<strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>n en buitenschools contact: niet direct <strong>aan</strong>spreken gerelateer<strong>de</strong> vragenAttitu<strong>de</strong>vraag en antwoordcategorieVaardigheidsscoresprekenJohn zegt: “Ik vind <strong>Engels</strong> op school best een gemakkelijk vak”. Ben je <strong>het</strong> met John eens?J negatief 188neutraal 248positief 295Tom zegt: “Ik vind <strong>het</strong> belangrijk voor mijn toekomst om goed <strong>Engels</strong> te kennen”. Ben je <strong>het</strong> met Tom eens?K negatief 192neutraal 245positief 256Mijn <strong>Engels</strong> is … <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> mijn klasgenoten.L veel slechter dan 192slechter dan 214even goed als 255beter dan 288veel beter dan 302Stel je voor: Je krijgt een boek dat je graag wil lezen, maar <strong>het</strong> boek is <strong>Engels</strong>talig. Wat doe je?M negatief 220neutraal 256positief 291Stel je voor: op internet zoek je informatie over een on<strong>de</strong>rwerp dat je erg interesseert. Je vindt een <strong>Engels</strong>talige website. Wat doe je?N negatief 210neutraal (vertaalprogramma) 242neutraal (ik probeer <strong>het</strong>) 257positief 290Heb je wel eens een tijdschrift of een boek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> gelezen?O nog nooit 231één of twee keer 255wel vaker 281Hoe vaak lees jij een boek of tijdschrift in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>?P nooit 238soms 261best vaak 274heel vaak 311122 PPON


Hoe vaak bekijk jij <strong>Engels</strong>e websites om informatie op te zoeken?Q nooit 236soms 258best vaak 281heel vaak 286Stel je voor: Je hebt een dvd gekregen met een <strong>Engels</strong>talige tekenfilm die je graag wilt zien, maar <strong>de</strong> film heeft geen on<strong>de</strong>rtiteling.Wat doe je?R negatief 214neutraal 246positief 276Hoe vaak kijk jij op tv, dvd, internet of in <strong>de</strong> bioscoop <strong>Engels</strong>taligefilms met Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtiteling? nooit 185S soms 248best vaak 255heel vaak 260Hoe vaak kijk je <strong>Engels</strong>talige filmpjes op internet zon<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandseon<strong>de</strong>rtiteling (bijvoorbeeld YouTube) nooit 211T soms 241best vaak 265heel vaak 268Begrijp je <strong>Engels</strong>talige liedjes die je bijvoorbeeld op <strong>de</strong> radio hoort?U negatief 194neutraal 243positief 268De attitu<strong>de</strong> ten opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> en <strong>het</strong> daadwerkelijk <strong>Engels</strong> lezen buitenschool pakt positief uit voor alle vaardighe<strong>de</strong>n, ook voor spreekvaardigheid (N, O, P en Q).Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> samenhang tussen luisteren (R, S, T en U) en <strong>de</strong> spreekvaardigheidsscores,veel dui<strong>de</strong>lijker dan <strong>de</strong> samenhang <strong>van</strong> luisteren met an<strong>de</strong>re vaardigheidsscores.Opvallend genoeg is <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> luisteren met on<strong>de</strong>rtiteling (S) op <strong>de</strong> spreekvaardigheidgroter dan luisteren zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rtiteling (T) en is <strong>de</strong> vaardigheidstoename <strong>het</strong> grootst bij ‘soms’films met on<strong>de</strong>rtiteling kijken in plaats <strong>van</strong> ‘nooit’. Het positiefst werkt, ook bij spreken, <strong>de</strong>eigen vaardigheid hoog inschatten (J, K en L) uit.Weinig invloed op spreekvaardigheid <strong>Engels</strong> is bijvoorbeeld merkbaar voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>aspecten: <strong>Engels</strong> leuk vin<strong>de</strong>n, schrijven <strong>van</strong> brieven en kaartjes en e-mailen of chatten, vaak ofniet vaak naar <strong>Engels</strong>e liedjes luisteren, computerspelletjes spelen en, opvallend genoeg, <strong>de</strong>vraag of er thuis wel eens <strong>Engels</strong> wordt gesproken of niet. Daartussen bestaat met eenvaardigheidsscore <strong>van</strong> 264 voor ‘ja’ en 251 voor ‘nee’ zelfs <strong>de</strong> geringste samenhang met eentoename <strong>van</strong> <strong>de</strong> spreekvaardigheid <strong>van</strong> alle vragen uit <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>vragenlijst.123 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


5.5 Woor<strong>de</strong>nschatWoor<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> betekenisdragers <strong>van</strong> elke taal. Wie een twee<strong>de</strong> of <strong>de</strong>r<strong>de</strong> taal leert, heeftbehoefte <strong>aan</strong> <strong>het</strong> opbouwen <strong>van</strong> een woor<strong>de</strong>nschat in die taal, enerzijds om zich uit te kunnendrukken (productieve woor<strong>de</strong>nschat), an<strong>de</strong>rzijds om te kunnen begrijpen wat an<strong>de</strong>ren in dietaal zeggen of schrijven (receptieve woor<strong>de</strong>nschat). Uit paragrafen 3.3 en 3.5 blijkt dat <strong>Engels</strong>ewoor<strong>de</strong>nschat veel <strong>aan</strong>dacht krijgt in <strong>het</strong> <strong>aan</strong>bod <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs.5.5.1 Meting <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>nschatDe woor<strong>de</strong>nschatopgaven richtten zich, net als in 2006, op <strong>de</strong> receptieve woor<strong>de</strong>nschat. In <strong>de</strong>beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> schrijf- en spreektaken speel<strong>de</strong> productieve woor<strong>de</strong>nschat weliswaar eenrol, maar <strong>van</strong> een gerichte meting kan niet gesproken wor<strong>de</strong>n. De in <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nschatopgavenvoorgeleg<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n zijn gekozen op basis <strong>van</strong>:• frequentie (bij voorkeur zijn veelvoorkomen<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n bevraagd);• A1/A2-rele<strong>van</strong>tie (woor<strong>de</strong>n in categorieën die in <strong>de</strong> A1- en A2-<strong>de</strong>scriptoren wor<strong>de</strong>ngenoemd, bijvoorbeeld ‘mezelf’, ‘familie’, ‘woonomgeving’, ‘plaatselijke omgeving’, ‘school’,‘hobby’s’, ‘winkelen’);• assimilatie in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands of bekendheid <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands (<strong>de</strong>nk <strong>aan</strong> woor<strong>de</strong>n alsjeans, software, help en river);• situaties en thema’s die binnen metho<strong>de</strong>s <strong>Engels</strong> voor <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs veelvuldigwor<strong>de</strong>n <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n (bijvoorbeeld ‘<strong>het</strong> weer’, ‘vervoer’, ‘eten en drinken’, ‘gezondheid’ en‘vrije tijd en vakantie’).Een <strong>aan</strong>tal bevraag<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n vallen naar verwachting buiten <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nschat <strong>van</strong> veel11/12-jarige Ne<strong>de</strong>rlandse leerlingen, hoewel ze behoorlijk frequent zijn. Delay, nevertheless,obviously en wealth zijn voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke woor<strong>de</strong>n. Ze zijn toch opgenomen in <strong>de</strong>peiling om een i<strong>de</strong>e te krijgen tot hoever <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nschat <strong>van</strong> leerlingen in jaargroep 8 reikt.Verschillen<strong>de</strong> typen woor<strong>de</strong>nschatopgaven zijn ingezet, te weten:• <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n in een <strong>aan</strong>gegeven volgor<strong>de</strong> zetten (zie voorbeeldopgave 35 inparagraaf 5.3);• een ontbrekend <strong>Engels</strong> woord tussenvoegen in een gegeven reeks (zie voorbeeldopgave 24);• <strong>het</strong> juiste <strong>Engels</strong>e woord bij een afbeelding opschrijven (zie voorbeeldopgave 30);• <strong>het</strong> tegenovergestel<strong>de</strong> <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong> woord opschrijven (zie voorbeeldopgave 37) of kiezen(zie voorbeeldopgave 27 hieron<strong>de</strong>r);• <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n categoriseren (zie voorbeeldopgaven 25, 26 en 38);• <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse betekenis <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong> woord in een summiere context kiezen (zievoorbeeld opgaven 28 en 34);• <strong>het</strong> ontbreken<strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e woord in een gegeven summiere context kiezen (zie voorbeeldopgave32);• <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>e synoniem <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> woord in een summiere context kiezen (zie voorbeeldopgaven31, 33 en 36);• <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>e woord met afwijken<strong>de</strong> betekenis in een gegeven reeks i<strong>de</strong>ntificeren (zievoorbeeldopgave 29).Voorbeeldopgaven 28, 32 en 34 zaten zowel in 2012 als in 2006 in <strong>de</strong> peiling <strong>Engels</strong>. Opgave 26is een voorbeeld <strong>van</strong> een opgave die alleen in 2006 is voorgelegd.124 PPON


Voorbeeldopgaven Woor<strong>de</strong>nschat 24 tot en met 38 (24, 30, 35 en 37: zie paragraaf 5.3)25 Tick the right box.dishwasherGeef <strong>van</strong> elk woord <strong>aan</strong> of <strong>het</strong> een kledingstuk is, een familielid, of een voorwerp in<strong>de</strong> keuken.ABC kleding familie keuken26 Tick the right box.eggGeef <strong>van</strong> elk woord <strong>aan</strong> of <strong>het</strong> mee te maken heeft met huis, met eten of drinken ofmet je lichaam.ABC huis eten / drinken lichaam27 Make the right choice.Wat is <strong>het</strong> tegenovergestel<strong>de</strong> <strong>van</strong> long?Wat is <strong>het</strong> tegenovergestel<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rstreepte woord?ABCbadshortwild28 Make the right choice.Jamie is going to feed his dog.Wat is <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse betekenis <strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rstreepte woord?ABCborsteleneten gevenuitlaten29 Odd one out.A hurry B race C relax D runIn <strong>het</strong> rijtje staat één woord met een heel an<strong>de</strong>re betekenis dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n.Welk woord past NIET in <strong>het</strong> rijtje?31 Which word means the same?43 It is hard, I know, but don’t give up!Welk woord heeft ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> betekenis als <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rstreepte woord?Welk woord heeft ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>betekenis als hard?ABCdifficultdirtysilly32 Make the right choice.Where did youmy book?Welk woord past <strong>het</strong> beste op <strong>de</strong> open plek?ABChi<strong>de</strong>turn offvisit125 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


33 Which word means the same?Is he correct or isn’t he?Welk woord heeft ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> betekenis als <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rstreepte woord?Welk woord heeft ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>betekenis als correct?ABCgladleftright34 Make the right choice.Don’t shout at your sister!Wat is <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse betekenis <strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rstreepte woord?ABCDoe niet zo gemeenLieg nietSchreeuw niet36 Which word means the same?> Will you come to our house? < Perhaps.Welk woord heeft ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> betekenis als <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rstreepte woord?Welk woord heeft ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>betekenis als perhaps?ABCAbsolutelyMaybeOf course38 Tick the right box.<strong>de</strong>layGeef <strong>van</strong> elk woord <strong>aan</strong> of <strong>het</strong> te maken heeft met snel en langzaam, met rijk enarm of met hoog en laag.ABC snel en langzaam rijk en arm hoog en laag5.5.2 De woor<strong>de</strong>nschat <strong>van</strong> leerlingen in jaargroep 8De peiling in 2012 bevatte 106 woor<strong>de</strong>nschatopgaven. In <strong>de</strong> peiling <strong>van</strong> 2006 zaten 92 opgavenwoor<strong>de</strong>nschat. 31 opgaven zaten in bei<strong>de</strong> peilingen. De woor<strong>de</strong>nschat <strong>van</strong> leerlingen is geschatop basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> prestaties op een verzameling <strong>van</strong> 167 opgaven.Vergelijking met vorige peilingDe resultaten voor woor<strong>de</strong>nschat in 2012 laten met een matig effect <strong>van</strong> +0,57 een verbeteringzien ten opzichte <strong>van</strong> 2006. Corrigeren we voor <strong>de</strong> overrepresentatie <strong>van</strong> VVTO-leerlingen, danis <strong>de</strong> effectgrootte +0,52, nog steeds een matig effect. Ook wanneer we alleen <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nschat<strong>van</strong> EIBO-leerlingen in 2012 vergelijken met die <strong>van</strong> <strong>de</strong> EIBO-leerlingen in 2006, blijft er sprake<strong>van</strong> een matig effect: +0,50.Tegen <strong>de</strong> achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>aan</strong>dacht voor woor<strong>de</strong>nschat in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> en bij <strong>de</strong>toetsing (zie hoofdstuk 3) en <strong>de</strong> toegenomen tijd die <strong>aan</strong> <strong>Engels</strong> besteed wordt, is dievooruitgang niet verrassend. Toch is <strong>de</strong> verbetering in woor<strong>de</strong>nschat groter dan met eentoename <strong>van</strong> 13% on<strong>de</strong>rwijstijd verwacht mocht wor<strong>de</strong>n bij een gelijke ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> die extratijd over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n. Veel <strong>van</strong> <strong>het</strong> toegenomen on<strong>de</strong>rwijs<strong>aan</strong>bod voor<strong>Engels</strong>, zo conclu<strong>de</strong>ren we, is in<strong>de</strong>rdaad gerealiseerd in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> <strong>aan</strong>dacht voor <strong>Engels</strong>ewoor<strong>de</strong>nschat.126 PPON


Wat leerlingen kunnenDe woor<strong>de</strong>nschat <strong>van</strong> <strong>de</strong> percentiel-10 leerling is beperkt. Deze leerling beheerst 54 <strong>van</strong> <strong>de</strong>167 woor<strong>de</strong>nschatopgaven goed (32%), 51 opgaven matig (31%) en 62 opgaven onvoldoen<strong>de</strong>(37%). Voorbeeldopgaven 24 en 25 wor<strong>de</strong>n goed beheerst, en 26 tot en met 29 matig.De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> of percentiel-50 leerling beheerst 108 opgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong> totale verzamelingwoor<strong>de</strong>nschatopgaven goed (65%), 42 matig (25%) en 17 opgaven onvoldoen<strong>de</strong> (10%).Voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> goed beheerste opgaven zijn voorbeeldopgaven 24 tot en met 30.Voorbeeldopgaven 31, 32, 33 en 34 wor<strong>de</strong>n matig beheerst. De 4 overige voorbeeldopgavenbeheerst <strong>de</strong> percentiel-50 leerling onvoldoen<strong>de</strong>.De percentiel-90 leerling beheerst 87% <strong>van</strong> <strong>de</strong> opgavenverzameling goed: 146 opgaven,waaron<strong>de</strong>r alle voorbeeldopgaven, op 4 na. Van die 4 beheerst <strong>de</strong> percentiel-90 leerlingvoorbeeldopgaven 35 en 37 matig en voorbeeldopgaven 36 en 38 onvoldoen<strong>de</strong>. Van alle167 woor<strong>de</strong>nschatopgaven beheerst <strong>de</strong> percentiel-90 leerling er 18 matig (11%) en slechts 3onvoldoen<strong>de</strong> (2%).Opgaven die vroegen om kennis of begrip <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rst<strong>aan</strong><strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n doorpercentiel-90 leerlingen in 2012 matig of onvoldoen<strong>de</strong> beheerst. Ze zijn geor<strong>de</strong>nd naar opgavetype:• als voorbeeldopgaven 25, 26 en 38: peak; stomach; thumb; wealth;• als voorbeeldopgave 27: expensive – cheap;• als voorbeeldopgaven 31, 33 en 36: accuse – blame; evi<strong>de</strong>ntly – obviously; nevertheless – still;fortunate – lucky; perhaps – maybe; (be) sure – (be) certain;• als voorbeeldopgave 29: average – excellent – outstanding – very good; bus – ferry – sailingboat – ship; city – street – town – village; clever – foolish – silly - stupid.Het betreft hier voornamelijk woor<strong>de</strong>n voor concrete zaken die wat min<strong>de</strong>r gebruikelijk zijn(expensive, peak, stomach, thumb, ferry, village) en frequent voorkomen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n die gebruiktwoor<strong>de</strong>n in meer abstracte en kwalificeren<strong>de</strong> zin (wealth, accuse, evi<strong>de</strong>ntly, nevertheless,fortunate, average, foolish). Een voldoen<strong>de</strong> beheersing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze woor<strong>de</strong>n mag verwacht wor<strong>de</strong>n<strong>van</strong> lezers en luisteraars op B1-niveau.Standaar<strong>de</strong>nDe medi<strong>aan</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len voor woor<strong>de</strong>nschat door beoor<strong>de</strong>laars voor <strong>de</strong> standaardVoldoen<strong>de</strong> komt uit op een vaardigheidsscore <strong>van</strong> 250. Leerlingen die <strong>de</strong>ze standaard halen,beheersen 94 woor<strong>de</strong>nschatopgaven goed. Dat is 56% <strong>van</strong> alle woor<strong>de</strong>nschatopgaven,waaron<strong>de</strong>r voorbeeldopgaven 24 tot en met 30. Van <strong>de</strong> 168 opgaven voor woor<strong>de</strong>nschatbeheersen <strong>de</strong>ze leerlingen er 41 matig, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re voorbeeldopgaven 31 tot en met 34.De helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> EIBO-leerlingen en 71% <strong>van</strong> <strong>de</strong> VVTO-leerlingen voldoet <strong>aan</strong> <strong>de</strong>ze standaard.Een percentage <strong>van</strong> 70 à 75 is nodig om <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong> te realiseren. Ondanks <strong>de</strong>vooruitgang voor woor<strong>de</strong>nschat (in 2006 behaal<strong>de</strong> 50% <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong>) voldoet <strong>de</strong>totale jaargroep 8-populatie <strong>van</strong> 2012 daar met 53% niet <strong>aan</strong>.Voor <strong>de</strong> standaard Minimum ligt <strong>de</strong> medi<strong>aan</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>len op vaardigheidsscore 200.Leerlingen op dit niveau beheersen 49 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 167 opgaven goed (29%, o.a. voorbeeldopgave24), 50 opgaven matig (30%, waaron<strong>de</strong>r voorbeeldopgaven 25 t/m 29) en 69 opgavenonvoldoen<strong>de</strong> (41% - alle overige voorbeeldopgaven). De standaard Minimum zou door 90 tot95% <strong>van</strong> alle leerlingen behaald moeten wor<strong>de</strong>n. We stellen vast dat met een percentage <strong>van</strong>84 <strong>de</strong> EIBO-leerlingen <strong>de</strong>ze standaard niet halen. Met 94% halen <strong>de</strong> VVTO-leerlingen <strong>de</strong>standaard wel. De populatie <strong>van</strong> 2012 (waarin <strong>het</strong> <strong>aan</strong><strong>de</strong>el VVTO-leerlingen is gecorrigeerd tot4%) haalt met een percentage <strong>van</strong> 85 <strong>de</strong> standaard Minimum niet.127 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


De medi<strong>aan</strong> voor <strong>de</strong> standaard Gevor<strong>de</strong>rd, ten slotte, ligt op 285. Dat betekent dat leerlingendie voldoen <strong>aan</strong> <strong>de</strong>ze standaard 31 woor<strong>de</strong>nschatopgaven matig beheersen en acht (waaron<strong>de</strong>rvoorbeeldopgaven 36 en 38) onvoldoen<strong>de</strong>. Slechts 16% <strong>van</strong> <strong>de</strong> EIBO-leerlingen en een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong><strong>de</strong> VVTO-leerlingen (en 18% <strong>van</strong> <strong>de</strong> totale jaargroep 8-populatie) voldoet <strong>aan</strong> <strong>de</strong>ze standaard.Net als in 2006 voldoen <strong>de</strong> leerlingen in jaargroep 8 in 2012 niet <strong>aan</strong> <strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n Voldoen<strong>de</strong>en Minimum. Ze zitten er wel wat dichter bij dan in 2006, maar met name voor <strong>het</strong> bereiken <strong>van</strong><strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong> is nog een <strong>aan</strong>zienlijke verbetering nodig.5.5.3 Verschillen in woor<strong>de</strong>nschat tussen leerlingenEffectgrootten voor categorieën leerlingen: woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong>Contrast Significantie Effectgrootte KwalificatieVVTO (N = 177) – EIBO (N = 1146) ** 0,55 Matig effectMeisjes (N = 656) – Jongens (N = 667) ** -0,18 Geen effectFormatiegewicht: 0.00 (N = 1205)– 0.30 (N = 69)– 1.20 (N = 52** 0,37(0,25)Klein effect(Klein effect)Leertijd: regulier (N = 1132) – vertraagd (N = 188) ** 0,49 Klein effectStratum: stratum 1 (N = 928)– stratum 2 (N = 271)– stratum 3 (N = 95)(0,17)(0,16)(Geen effect)(Geen effect)Herkomst: Ne<strong>de</strong>rlands (N = 1094) – Buitenlands (N = 154) ** -0,32 Klein effectDoorstroom VO 1 : BB (N = 81) – KB (N = 138)(-0,34)(Klein effect)KB – GT (N = 259)(-0,34)(Klein effect)BB – GT**-0,68Matig effectGT – HAVO (N = 284)(-0,50)(Matig effect)HAVO – VWO (N = 235)**-0,71Matig effectGT – VWO**-1,21Groot effectNiet-dyslectisch (N = 1200) – Dyslectisch (N = 126) ** 0,76 Matig effectRegio: Noord (N = 115)– Oost (N = 353)– West (N = 601– Zuid (N = 257) **(0,28)(0,01)0,35(Klein effect)(Geen effect)Klein effectUrbanisatie: zeer sterk en sterk ste<strong>de</strong>lijk (N = 489)– matig, weinig en niet ste<strong>de</strong>lijk (N = 837)** 0,54 Matig effect1Combinatieadviezen zoals BB/KB, KB/GT, GT/HAVO en HAVO/VWO zijn buiten beschouwing gelaten.128 PPON


Voor VVTO is sprake <strong>van</strong> een ‘matig effect’. Bij correctie voor verste<strong>de</strong>lijking wordt dat een ‘kleineffect’ (+0,22). Het effect is pas betrouwbaar vast te stellen wanneer ook in matig, weinig enniet-ste<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n voldoen<strong>de</strong> VVTO-scholen zijn.In termen <strong>van</strong> effectgrootte constateren we voor geslacht ‘geen effect’ (-0,18), maar <strong>het</strong> verschiltussen meisjes en jongens is wel significant. Dat is in lijn met <strong>de</strong> bevindingen <strong>van</strong> 2006(Heesters, 2008).Verschillen in formatiegewicht laten kleine effecten zien (0.00 – 0.30: +0,37 en 0.00 – 1.20: +0,25).Het verschil tussen 0.00- en 0.30-leerlingen is significant.Voor leertijd en herkomst zien we kleine effecten: leerlingen die onvertraagd doorstromen doen<strong>het</strong> beter dan vertraag<strong>de</strong> leerlingen (+0,49) en leerlingen <strong>van</strong> buitenlandse herkomst presterenbeter dan leerlingen <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse herkomst (+0,32). De verschillen zijn significant.De verschillen voor stratum zijn niet significant.Kijken we naar doorstroom naar <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs, dan zit er met een effectgrootte <strong>van</strong>-0,71 een opvallend groot verschil tussen leerlingen met een havo-advies en leerlingen met eenvwo-advies. Doorstromers naar <strong>het</strong> vwo doen <strong>het</strong> significant beter op <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>nschat.Woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong> lijkt voor <strong>de</strong> niveaus BB, KB en GT min<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rscheid te maken dan lezenen luisteren.De vaardigheidsschaal Woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong> in <strong>de</strong> vorige paragraaf illustreert on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>volgen<strong>de</strong> verschillen in doorstroomniveau:• 75% <strong>van</strong> <strong>de</strong> BB-leerlingen presteert op <strong>het</strong> minimumniveau voor woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong>,ongeveer 25% bereikt <strong>het</strong> niveau Voldoen<strong>de</strong>.• De woor<strong>de</strong>nschat <strong>van</strong> bijna 75% <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen met een havo-advies en <strong>van</strong> 90% <strong>van</strong> <strong>de</strong>leerlingen met een vwo-advies ligt op <strong>het</strong> niveau Voldoen<strong>de</strong>.• De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> havo-leerling beschikt over een bijna even grote woor<strong>de</strong>nschat als eenpercentiel-90 BB-leerling. Bei<strong>de</strong>n beheersen voorbeeldopgaven 23, 29 en 33 tot en met 38goed. De beheersing <strong>van</strong> opgaven 34, 39, 40 en 41 is matig.Dyslectische leerlingen presteren met een effectgrootte <strong>van</strong> -0,76 significant slechter opwoor<strong>de</strong>nschatopgaven dan leerlingen zon<strong>de</strong>r dyslexie. We benadrukken dat <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong><strong>de</strong> spelling hierbij geen rol heeft gespeeld, ook al hebben we leerlingen bij een <strong>aan</strong>tal opgavengevraagd <strong>Engels</strong>e woor<strong>de</strong>n op te schrijven.Wat regio betreft zien we ongeveer <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> beeld als bij lezen en luisteren: leerlingen in <strong>de</strong>regio’s noord en west leveren vergelijkbare prestaties, leerlingen in zuid en oost blijven daarmet een klein effect bij achter.Net als op lees- en luisteropgaven, scoren leerlingen in ste<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n beter opwoor<strong>de</strong>nschat. In dit geval stellen we een matig effect vast (+0,54), een verschil dat ooksignificant is.Attitu<strong>de</strong> en buitenschools contactIn <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>vragenlijst zijn geen vragen gesteld die direct betrekking hebben op woor<strong>de</strong>nschat.De veron<strong>de</strong>rstelling is echter dat door een positieve attitu<strong>de</strong> en veelvuldig buitenschoolscontact met <strong>Engels</strong> <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nschat <strong>van</strong> leerlingen toeneemt. Woor<strong>de</strong>nschat wordt veelalgezien als een indirecte of on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> vaardigheid of subvaardigheid: door veel te lezen ente luisteren breid je je woor<strong>de</strong>nschat uit en een ruime woor<strong>de</strong>nschat draagt bij tot een beterebeheersing <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n, zowel <strong>de</strong> receptieve als <strong>de</strong> productieve. We bekijken via129 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


De vaardigheidsschaalWoor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong>4003509030075Gevor<strong>de</strong>rd5025025Voldoen<strong>de</strong>20010Minimum150100© <strong>Cito</strong>Percentiel 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38OpgavenGoedMatigOnvoldoen<strong>de</strong>Standaar<strong>de</strong>nVaardigheidsscoreBeheersingsniveau130 PPON


4003509030075502502520010150100Percentiel20122006Jaar1.2jongensmeisjesGeslachtBBKBGThavovwoDoorstroomneeVVTOjaFormatie-0.0gewicht0.3Vaardigheidsscore9075502510Percentiel<strong>aan</strong>duidingenBB = basisberoepsgerichte leerwegKB = ka<strong>de</strong>rberoepsgerichte leerwegGT = gemengd/theoretische leerweghavo = hoger algemeen voortgezet on<strong>de</strong>rwijsvwo = voorberei<strong>de</strong>nd wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwijsVVTO = vroeg vreem<strong>de</strong>talenon<strong>de</strong>rwijs131 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


on<strong>de</strong>rst<strong>aan</strong><strong>de</strong> tabel welke attitu<strong>de</strong> en taalactiviteiten in meer of min<strong>de</strong>re mate <strong>van</strong> invloed zijnop <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nschat. Om interactie-effecten te vermij<strong>de</strong>n zijn VVTO-leerlingen in <strong>de</strong>ze analysesniet betrokken.Effecten <strong>van</strong> attitu<strong>de</strong>n <strong>van</strong> EIBO-leerlingen op <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong>Attitu<strong>de</strong>vraag enantwoordcategorieSignificantie en effectgrootteKwalificatieJohn zegt: “Ik vind <strong>Engels</strong> op school best een gemakkelijk vak”. Ben je <strong>het</strong> met John eens?I negatief -neutraal ** 1,07 Groot effectpositief ** 2,60 Groot effectMijn <strong>Engels</strong> is … <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> mijn klasgenoten.II veel slechter dan -slechter dan (0,28) (Klein effect)even goed als ** 1,20 Groot effectbeter dan ** 2,50 Groot effectveel beter dan ** 2,87 Groot effectJe krijgt een boek dat je graag wilt lezen, maar <strong>het</strong> boek is <strong>Engels</strong>talig. Wat doe je?III negatief -neutraal ** 0,82 Groot effectpositief ** 2,00 Groot effectOp internet zoek je informatie over een on<strong>de</strong>rwerp dat je erg interesseert. Je vindt een <strong>Engels</strong>talige website. Wat doe je?IV negatief -neutraal (vertaalprogramma) ** 0,47 Klein effectneutraal (ik probeer <strong>het</strong>) ** 0,96 Groot effectpositief ** 1,97 Groot effectHeb je wel eens een tijdschrift of boek in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> gelezen?V nog nooit -één of twee keer ** 0,51 Matig effectwel vaker ** 1,17 Groot effectHoe vaak lees jij een boek of een tijdschrift in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong>?VI nooit -soms ** 0,60 Matig effectbest vaak ** 0,78 Matig effectheel vaak ** 1,34 Groot effectHoe vaak bekijk jij <strong>Engels</strong>e websites om informatie op te zoeken?VII nooit -soms ** 0,47 Klein effectbest vaak ** 0,73 Matig effectheel vaak ** 1,25 Groot effect132 PPON


Je hebt een dvd gekregen met een <strong>Engels</strong>talige tekenfilm die je graag wilt zien, maar <strong>de</strong> film heeft geen on<strong>de</strong>rtiteling. Wat doe je?VIII negatief -neutraal ** 0,44 Matig effectpositief ** 1,19 Groot effectHoe vaak kijk je <strong>Engels</strong>talige filmpjes op internet zon<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtiteling (bijvoorbeeld YouTube)IX nooit -soms ** 0,46 Klein effectbest vaak ** 0,82 Groot effectheel vaak ** 1,15 Groot effectHoe vaak kijk jij op tv, dvd, internet of in <strong>de</strong> bioscoop <strong>Engels</strong>talige films met Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rtiteling?X nooit -soms (0,62) (Matig effect)best vaak ** 0,89 Groot effectheel vaak ** 1,01 Groot effectHoe vaak luister je naar <strong>Engels</strong>e liedjes?XI nooit -soms (0,04) (Geen effect)best vaak (0,22) (Klein effect)heel vaak (0,64) (Matig effect)Begrijp je <strong>Engels</strong>talige liedjes die je bijvoorbeeld op <strong>de</strong> radio hoort?XII negatief -neutraal ** 0,64 Matig effectpositief ** 1,47 Groot effectSpreek je wel eens <strong>Engels</strong> buiten school?XIII bijna nooit -soms ** 0,45 Klein effectbest vaak ** 1,28 Groot effectDe effecten <strong>van</strong> een positieve attitu<strong>de</strong> ten opzichte <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> en veel buitenschools contactmet <strong>Engels</strong> zijn <strong>het</strong> grootst op <strong>de</strong> prestaties voor woor<strong>de</strong>nschat, nog groter dan op <strong>de</strong> lees- enluisterprestaties. Dat geldt bijvoorbeeld voor <strong>het</strong> gemakkelijk vin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> (+2,38 t.o.v.<strong>Engels</strong> “juist moeilijk” vin<strong>de</strong>n) en <strong>het</strong> eigen <strong>Engels</strong> inschatten als veel beter dan dat <strong>van</strong>klasgenoten (+2,60 t.o.v. <strong>het</strong> eigen <strong>Engels</strong> veel slechter vin<strong>de</strong>n dan dat <strong>van</strong> klasgenoten).Bijna alle aspecten <strong>van</strong> leesattitu<strong>de</strong> en buitenschools lezen (vragen III, IV, V, VI en VII) hebbeneen groter effect op <strong>de</strong> prestaties voor woor<strong>de</strong>nschat dan op die voor lezen. De grootsteeffecten vin<strong>de</strong>n we bij een positieve attitu<strong>de</strong> m.b.t. <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong> boek (+2,00 ) en<strong>het</strong> zoeken <strong>van</strong> informatie op een <strong>Engels</strong>e website (+1,97). Tegen <strong>de</strong> achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong>toegenomen <strong>aan</strong>dacht voor woor<strong>de</strong>nschat in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> leidt dit tot <strong>de</strong> gedachte dat <strong>het</strong>bevor<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> een positieve attitu<strong>de</strong> (en dan niet alleen <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> om zich uit te durvendrukken, waar in kerndoel 14 sprake <strong>van</strong> is) loont en dat didactische on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> buitenschoolscontact met <strong>Engels</strong> <strong>de</strong> grootste effecten zou kunnen sorteren.133 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting


Ook <strong>de</strong> aspecten die betrekking hebben op luisterattitu<strong>de</strong> en buitenschools luisteren (vragenVIII tot en met XII) sorteren bij woor<strong>de</strong>nschat grote effecten. Ook hier is <strong>het</strong> begrijpen <strong>van</strong><strong>Engels</strong>e liedjes rele<strong>van</strong>ter dan <strong>de</strong> frequentie <strong>van</strong> <strong>het</strong> luisteren (+1,47 en +0,64 respectievelijk).De woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong> is voornamelijk receptief getoetst, maar ook <strong>de</strong> frequentie <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>spreken buiten school laat een groot effect zien, met een effectgrootte <strong>van</strong> +1,28 voor ‘bestvaak’ ten opzichte <strong>van</strong> ‘bijna nooit’.SamenvattendVergeleken met 2006 zijn <strong>de</strong> prestaties voor <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> leerlingen in jaargroep 8 er iets opvooruitgeg<strong>aan</strong>. Voor lezen zien we een ‘klein effect’, <strong>de</strong> luistervaardigheid en spreekvaardigheidzijn op <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> niveau gebleven en bij woor<strong>de</strong>nschat is een verbetering met <strong>de</strong> grootte <strong>van</strong>een ‘matig effect’ te zien.Voor lezen, luisteren en woor<strong>de</strong>nschat halen <strong>de</strong> leerlingen in 2012, net als in 2006, <strong>de</strong> standaardMinimum. Voor geen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n wordt in 2012, evenmin als in 2006, <strong>de</strong> standaardVoldoen<strong>de</strong> behaald.Ook <strong>de</strong> betere leerlingen (percentiel-90) beheersen lees- en luisteropgaven op B1-niveau <strong>van</strong><strong>het</strong> ERK onvoldoen<strong>de</strong>.VVTO-leerlingen in jaargroep 8 presteren wat beter dan EIBO-leerlingen. Bij lees- enluistervaardigheid <strong>Engels</strong> is er sprake <strong>van</strong> ‘geen effect’. Voor schrijven stellen we een ‘matigeffect’ vast en voor spreken een ‘groot effect’. Op woor<strong>de</strong>nschat <strong>Engels</strong> doen VVTO-leerlingen<strong>het</strong> met een ‘klein effect’ beter.Verschillen in vaardigheid hangen sterk samen met doorstroom VO. Bij zowel lezen, luisteren,schrijven, spreken als woor<strong>de</strong>nschat neemt <strong>de</strong> vaardigheid toe naarmate leerlingendoorstromen naar een hoger type voortgezet on<strong>de</strong>rwijs: vmbo-BB, -KB, -GT, havo of vwo.Leerlingen in jaargroep 8 luisteren buiten school zo goed als dagelijks naar <strong>Engels</strong>: liedjes, filmsvia verschillen<strong>de</strong> media (met of zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rtiteling) en computerspelletjes. Dit buitenschoolscontact draagt bij tot betere prestaties bij leesvaardigheid (effecten variërend <strong>van</strong> ‘klein’ tot‘groot’), bij luistervaardigheid (effecten ‘matig’ of ‘groot’) en bij woor<strong>de</strong>nschat (‘matige’ en‘grote’ effecten): meer luisteren hangt samen met betere prestaties. Ook voor schrijven enspreken is er een samenhang tussen informeel leren <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> en een hogere vaardigheidsscore.Het begrijpen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>e liedjes hangt verhoudingsgewijs <strong>het</strong> sterkst samen (effectenonveran<strong>de</strong>rlijk ‘groot’) met een hogere score <strong>van</strong> leerlingen op genoem<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n.Lezen buiten school (boeken, tijdschriften, websites) doen leerlingen in jaargroep 8 veel min<strong>de</strong>rdan luisteren naar <strong>Engels</strong>. Het lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> en meer in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r een positieve attitu<strong>de</strong>ten opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> hangen zeer sterk samen (effecten steeds ‘groot’) metbetere prestaties voor zowel lezen, luisteren, schrijven, spreken als woor<strong>de</strong>nschat.De sterkste samenhang tussen attitu<strong>de</strong> en prestaties vin<strong>de</strong>n we bij <strong>de</strong> evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> eigencapaciteiten voor <strong>Engels</strong> door leerlingen. Leerlingen die <strong>Engels</strong> gemakkelijk vin<strong>de</strong>n en hun<strong>Engels</strong> inschatten als beter of veel beter dan dat <strong>van</strong> hun klasgenoten scoren <strong>aan</strong>zienlijk beter(effecten zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>ring <strong>het</strong> grootst) op <strong>de</strong> <strong>aan</strong>gebo<strong>de</strong>n lees-, luister-, schrijf-, spreek- enwoor<strong>de</strong>nschatopgaven.134 PPON


BijlageBijlage


Bijlage 1Kerndoelen basison<strong>de</strong>rwijs 1993Algemene doelstellingHet on<strong>de</strong>rwijs in <strong>Engels</strong>e taal is erop gericht dat <strong>de</strong> leerlingen• vaardighe<strong>de</strong>n ontwikkelen waarmee ze <strong>de</strong>ze taal op een zeer eenvoudig niveau gebruikenals communicatiemid<strong>de</strong>l in contact met mensen die zich <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze taal bedienen;• kennis hebben <strong>van</strong> <strong>de</strong> rol die <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal speelt in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenleving en alsinternationaal communicatiemid<strong>de</strong>l.DomeinenKerndoelenA Luistervaardigheid 1 De leerlingen kunnen hoofdzaken halen uit eenvoudige informatieve en voor hensamengestel<strong>de</strong> of <strong>aan</strong>gepaste luisterteksten door gebruik te maken <strong>van</strong>contextgegevens en hun kennis <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n.2 De leerlingen kunnen gesprekspartners begrijpen door hun kennis <strong>van</strong> een voor <strong>het</strong>on<strong>de</strong>rwerp of <strong>de</strong> situatie rele<strong>van</strong>te woor<strong>de</strong>nschat in gesprekken over <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwerpen, of in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> situaties:a persoonlijke gegevens- name, first name, surname;- hoofdtelwoor<strong>de</strong>n tot en met 100;- address, street;- old, year;- Dutch, English, German, French;- Holland, England, Germany, France- brother, sister, father, mother.b <strong>de</strong> woonomgeving- house, flat, town, village, country;- North, South, East, West, middle;- room, living-room, bedroom, kitchen, bathroom, toilet;- bed, table, chair.c vrijetijdsbesteding en hobby’s- football, tennis, basketball, table tennis, swimming;- pet, dog, cat;- black, white, green, blue, red, yellow, brown;- big, small, thin, tall.d eten en drinken- breakfast, lunch, dinner;- coffee, tea, milk, sugar, water;- apple, pear, banana, fruit;- vegetables, potatoes, salad, soup, <strong>de</strong>ssert.e tijds<strong>aan</strong>duiding- evening, afternoon, morning, night;- time, hour, minute, o’clock, half (past), quarter, before, after;- dagen <strong>van</strong> <strong>de</strong> week;- m<strong>aan</strong><strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>het</strong> jaar;- birthday.136 PPON


fghibeschrijven <strong>van</strong> personen- shirt, jeans, dress, sweater, shoes;- hair, eyes, nose, arms, legs, foot, hand;- tall, short, fat, thin;- wear.op straat- go, walk, take;- left, right, straight on, corner;- rangtelwoor<strong>de</strong>n tot en met 10;- post-office, bank, shop, police station;- car, bus, train, bike, foot.in <strong>de</strong> winkel- pound, penny, pence;- postcard, stamp, ticket, letter.in <strong>de</strong> klas- pen, pencil, book, workbook, paper;- write, listen, open, close, take, come, sit down;- door, window, blackboard, table, chair.B Gespreksvaardigheid 3 De leerlingen kunnen een gesprek voeren over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen, of in <strong>de</strong> situaties diehieron<strong>de</strong>r genoemd zijn. Hun uitspraak <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> is voor moe<strong>de</strong>rtaalsprekers<strong>van</strong> die taal begrijpelijk.a Persoonlijke gegevensDe leerlingen kunnen- voor- en achternaam- adres en woonplaats- leeftijd en nationaliteit- gezinssamenstellingnoemen en <strong>de</strong>ze informatie <strong>aan</strong> <strong>de</strong> gesprekspartner vragen.b De woonomgevingDe leerlingen kunnen- <strong>de</strong> stad/<strong>het</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong> land waar zij wonen, noemen;- <strong>het</strong> huis/<strong>de</strong> flat en <strong>het</strong> <strong>aan</strong>tal kamers beschrijven;- zeggen of zij een eigen kamer hebben of niet en <strong>de</strong>ze informatie <strong>aan</strong> <strong>de</strong>gesprekspartner vragen.c Vrijetijdsbesteding en hobby’sDe leerlingen kunnen- hobby’s en interesses noemen;- vragen stellen over hobby’s en interesses;- iemand vragen mee te doen met een spel en reageren op een voorstel om mee tedoen;- zeggen of/dat zij een dier hebbenen kunnen <strong>de</strong>ze informatie <strong>aan</strong> <strong>de</strong> gesprekspartner vragen;zij kennen uitingen die voor <strong>het</strong> spelen <strong>van</strong> sporten <strong>van</strong> hun keuze rele<strong>van</strong>t zijn.d Eten en drinkenDe leerlingen kunnen- zeggen of zij bepaal<strong>de</strong> etenswaren lekker vin<strong>de</strong>n of niet;- inlichtingen geven over eetgewoonten in eigen land en soortgelijke inlichtingenover eetgewoontes el<strong>de</strong>rs vragen.137 Bijlage


efghTijds<strong>aan</strong>duidingDe leerlingen kunnen- zeggen hoe laat <strong>het</strong> is;- zeggen of iets ‘s morgens, ‘s middags of ‘s avond plaatsvindt;- zeggen wanneer zij jarig zijnen soortgelijke informatie <strong>aan</strong> <strong>de</strong> gesprekspartner vragen.Personen beschrijvenDe leerlingen kunnen- zeggen hoe iemand eruit ziet <strong>aan</strong> <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> kleding;- iemand beschrijven <strong>aan</strong> <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> lichamelijke kenmerkenen soortgelijke informatie <strong>aan</strong> <strong>de</strong> gesprekspartner vragen.Op straatDe leerlingen kunnen- <strong>de</strong> weg wijzen of zeggen dat zij dat niet kunnen;- <strong>de</strong> weg vragen.Winkel, postkantoor, kassaDe leerlingen kunnen- zeggen welke ansichtkaart, postzegel of ticket zij willen hebben;- vragen hoe duur iets is.C Leesvaardigheid 4 De leerlingen kunnen hoofdzaken selecteren uit eenvoudige informatieve teksten enuit voor hun geschreven of herschreven verhalen<strong>de</strong> teksten. Zij maken daarbijgebruik <strong>van</strong> contextgegevens en <strong>van</strong> een kennis <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n.D Opzoekvaardigheid 5 De leerlingen- kennen <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> een <strong>Engels</strong> woord;- kunnen <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e vertaling voor een Ne<strong>de</strong>rlands woord in een alfabetischewoor<strong>de</strong>nlijst opzoeken.SLO, 2003138 PPON


LiteratuurLiteratuur


LiteratuurBesluit kerndoelen on<strong>de</strong>rbouw voortgezet on<strong>de</strong>rwijs (2010). Den Haag: OCW.Besluit kerndoelen basison<strong>de</strong>rwijs (1993). ’s-Gravenhage: Sdu.Besluit kerndoelen basison<strong>de</strong>rwijs (1998). ’s-Gravenhage: Sdu.Besluit kerndoelen primair on<strong>de</strong>rwijs (2006). Den Haag: OCW.E<strong>de</strong>lenbos, P., Schoot, F. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r & Verstralen, H. (2000). <strong>Balans</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong><strong>de</strong> <strong>basisschool</strong> 2. Uitkomsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> peiling in 1996. Arnhem: <strong>Cito</strong> (PPON-reeks nr. 17).Hemker, B., Kor<strong>de</strong>s, J. & Weer<strong>de</strong>n, J. <strong>van</strong> (2011). Peiling <strong>van</strong> <strong>de</strong> rekenvaardigheid en <strong>de</strong>taalvaardigheid in jaargroep 8 en jaargroep 4 in 2010. Jaarlijks peilingson<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>het</strong>On<strong>de</strong>rwijsniveau - Technische rapportage. Arnhem: <strong>Cito</strong>.Heesters, K., Fed<strong>de</strong>ma, M., Schoot, F. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r & Hemker B. (2008). <strong>Balans</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>aan</strong> <strong>het</strong><strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>basisschool</strong> 3. Uitkomsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> peiling in 2006. Arnhem: <strong>Cito</strong> (PPON-reeksnr. 37).Kor<strong>de</strong>s, J. & Gille, E. (2012). Vaardighe<strong>de</strong>n <strong>Engels</strong> en Duits <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse leerlingen in Europeesperspectief. Resultaten ESLC-2011. Arnhem: <strong>Cito</strong>.Liemberg, E. & Meijer, D. (red.) (2004). Taalprofielen. Ensche<strong>de</strong>: NaB MVT.Meijer, D. & Noijons, J. (red.) (2008). Gemeenschappelijk Europees Referentieka<strong>de</strong>r voor Mo<strong>de</strong>rneVreem<strong>de</strong> Talen: Leren, On<strong>de</strong>rwijzen, Beoor<strong>de</strong>len. Den Haag: Ne<strong>de</strong>rlandse Taalunie.Meijerink, H. (2012). Een goe<strong>de</strong> basis. Advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Commissie Kennisbasis Pabo. Den Haag:HBO-raad.Oostdam, R. (2009). <strong>Engels</strong> na ruim twintig jaar in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs: push it or leave it! In:De Graaff, R. & Tuin, D. (Eds.), De toekomst <strong>van</strong> <strong>het</strong> talenon<strong>de</strong>rwijs: Nodig? An<strong>de</strong>rs? Beter?Utrecht: NaB-MVT, IVLOS/Universiteit Utrecht, pp. 249-264.Thijs, A., Tuin, D. & Trimbos, B. (2011). <strong>Engels</strong> in <strong>het</strong> basison<strong>de</strong>rwijs: verkenning <strong>van</strong> <strong>de</strong> stand <strong>van</strong>zaken. On<strong>de</strong>rzoeksrapportage. Ensche<strong>de</strong>: SLO.140 PPON


Primair on<strong>de</strong>rwijsPeriodieke Peiling <strong>van</strong> <strong>het</strong> On<strong>de</strong>rwijsniveau<strong>Balans</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> <strong>aan</strong> <strong>het</strong> <strong>ein<strong>de</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>basisschool</strong> 4PPON-reeks nummer 52<strong>Cito</strong>Amsterdamseweg 13Postbus 10346801 MG ArnhemTelefoon (026) 352 11 11Fax (026) 352 13 56Internet www.cito.nlKlantenserviceT (026) 352 11 11klantenservice@cito.nlFotografie: Ron Steemers

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!