11.07.2015 Views

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

door twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> die leerkrachten meer dan 15 minuten per week ingezet. Al met al wordtgemid<strong>de</strong>ld 25% <strong>van</strong> <strong>de</strong> lestijd voor <strong>Engels</strong> gevuld met <strong>aan</strong>vullend materiaal. De extra leermid<strong>de</strong>lenlijken meer klassikaal dan gedifferentieerd (individueel of groepsgewijs) te wor<strong>de</strong>ngebruikt: 67% wordt ingezet voor meer dan <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen in een groep.3.3 Activiteiten en werkvormen in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>De vraag <strong>aan</strong> welke vaardighe<strong>de</strong>n of subvaardighe<strong>de</strong>n leerkrachten in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong> involgor<strong>de</strong> <strong>van</strong> ‘meest’ naar ‘minst’ <strong>aan</strong>dacht beste<strong>de</strong>n, lever<strong>de</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> respons op.Percentage leerkrachten dat <strong>de</strong> meeste <strong>aan</strong>dacht besteedt <strong>aan</strong> genoem<strong>de</strong> (sub)vaardighe<strong>de</strong>nEIBO + VVTO (N = 51) VVTO (N = 6)meest % meest %Luisteren 41 Luisteren 50Woor<strong>de</strong>nschat 24 Woor<strong>de</strong>nschat 33Spreken 22 Schrijven 17Lezen 6 Grammatica 0Grammatica 4 Lezen 0Schrijven 4 Spreken 0Aan luisteren wordt <strong>de</strong> meeste <strong>aan</strong>dacht besteed en daarna in ongeveer gelijke mate <strong>aan</strong>woor<strong>de</strong>nschat en spreken. Lezen komt vervolgens bedui<strong>de</strong>nd min<strong>de</strong>r <strong>aan</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Aan schrijvenen grammatica wordt <strong>de</strong> minste tijd besteed. Op VVTO-scholen is dat beeld groten<strong>de</strong>els<strong>het</strong>zelf<strong>de</strong>, maar wordt wat min<strong>de</strong>r <strong>aan</strong> spreken en wat meer <strong>aan</strong> schrijven ged<strong>aan</strong>. Verrassend,gezien <strong>het</strong> uitgangspunt dat <strong>Engels</strong> instructie- en voertaal is en <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> native speakers in<strong>het</strong> VVTO. Wellicht is <strong>Engels</strong> spreken tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e les zo <strong>van</strong>zelfsprekend dat <strong>het</strong> doorleerkrachten niet wordt <strong>aan</strong>gemerkt als <strong>aan</strong>dacht beste<strong>de</strong>n <strong>aan</strong> spreken.Deze bevindingen stemmen weliswaar in grote lijnen overeen met die <strong>van</strong> Thijs (2011):“Activiteiten gericht op <strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong> spreekvaardigheid, luistervaardigheid enwoor<strong>de</strong>nschat komen <strong>het</strong> meest <strong>aan</strong> bod in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>”, maar <strong>de</strong> relatief geringe <strong>aan</strong>dachtvoor spreken is opvallend. Spreken wordt door Thijs (2011) met 90% <strong>het</strong> vaakst genoemd,gevolgd door luisteren (iets meer dan 80%) en woor<strong>de</strong>nschat (bijna 60%).We hebben <strong>de</strong> leerkrachten 41 lesactiviteiten voorgelegd die bij <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Engels</strong>e taal<strong>aan</strong> bod kunnen komen, met <strong>de</strong> vraag of die activiteiten regelmatig, soms of nooit voorkomen.Een groot <strong>aan</strong>tal <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze activiteiten zijn ook in eer<strong>de</strong>re peilingen voorgelegd. Het overzichthieron<strong>de</strong>r vermeldt per peiling <strong>de</strong> percentages leerkrachten die hebben <strong>aan</strong>gegeven <strong>de</strong>genoem<strong>de</strong> activiteit regelmatig in te zetten in <strong>de</strong> lessen <strong>Engels</strong>. In <strong>de</strong> peilingen 1991, 1996 en2006 betreft <strong>het</strong> gegevens over jaargroep 7 en 8, in <strong>de</strong> peiling 2012 gaat <strong>het</strong> alleen overjaargroep 8. De percentages voor VVTO-leerkrachten zijn tussen haakjes toegevoegd. In <strong>de</strong>laatste kolom <strong>van</strong> <strong>het</strong> schema is ‘9 (13)’ dan als volgt te lezen: 9% <strong>van</strong> <strong>de</strong> 58 leerkrachten (EIBOén VVTO) leest met <strong>de</strong> leerlingen regelmatig korte <strong>Engels</strong>e teksten uit een tijdschrift, 13% <strong>van</strong><strong>de</strong> 8 VVTO-leerkrachten doet dat regelmatig.44 PPON

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!