Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito
Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito
Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het verschil in leesvaardigheid <strong>Engels</strong> tussen meisjes en jongens is te verwaarlozen. Het verschilis met een effectgrootte <strong>van</strong> -0,08 te kwalificeren als ‘geen effect’ en <strong>het</strong> is niet significant.Verschil in formatiegewicht sorteert een ‘klein effect’. Het verschil tussen 0.00-leerlingen en0.30-leerlingen is significant, maar dat tussen 0.00- en 1.20-leerlingen niet.Er is geen verschil in leesprestaties vast te stellen tussen leerlingen op scholen in stratum 1, 2 en 3,net zo min als tussen leerlingen <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse en buitenlandse herkomst. Leerlingen met eenbuitenlandse achtergrond lijken wel wat beter <strong>Engels</strong> te lezen, maar met <strong>de</strong> kwalificatie ‘geeneffect’ en een lage significantie zijn er geen conclusies <strong>aan</strong> te verbin<strong>de</strong>n.Of een leerling zon<strong>de</strong>r of met vertraging is doorgestroomd naar jaargroep 8 maakt wel verschil:er is sprake <strong>van</strong> een significant verschil en een ‘matig effect’. Corrigeren we echter voordoorstroom naar <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs, dan stellen we ‘geen effect’ (regulier – vertraagd:+0,16) vast. Vertraag<strong>de</strong> leerlingen stromen blijkbaar door naar <strong>de</strong> lagere niveaus <strong>van</strong> voortgezeton<strong>de</strong>rwijs.Globaal genomen neemt <strong>de</strong> leesvaardigheid <strong>Engels</strong> <strong>van</strong> leerlingen toe naarmate zijdoorstromen naar een hogere leerweg in <strong>het</strong> voortgezet on<strong>de</strong>rwijs, al zijn <strong>de</strong> effecten gering bijvergelijking <strong>van</strong> een gegeven niveau met <strong>het</strong> naasthogere niveau. Toch lijkt leesvaardigheid<strong>Engels</strong> <strong>de</strong> leerlingen op juiste wijze te <strong>de</strong>termineren. Het verschil in leesprestaties tussen <strong>de</strong>leerlingen die naar <strong>de</strong> basisberoepsgerichte leerweg <strong>van</strong> <strong>het</strong> vmbo g<strong>aan</strong> en leerlingen diedoorstromen naar <strong>de</strong> gemeng<strong>de</strong> of theoretische leerweg is te omschrijven als een ‘groot effect’(-0,86). Het verschil tussen doorstromers naar GT en naar <strong>het</strong> vwo is nog groter: -1,53.Naar <strong>aan</strong>leiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> (rechterzij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>) vaardigheidsschaal Lezen (pagina 76-77) merkenwe met betrekking tot <strong>het</strong> verschil in doorstroomniveau nog <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> op:• 75% <strong>van</strong> <strong>de</strong> BB-leerlingen haalt <strong>het</strong> minimumniveau voor <strong>het</strong> lezen <strong>van</strong> <strong>Engels</strong>, maar <strong>de</strong>standaard Voldoen<strong>de</strong> wordt slechts door ongeveer 10% <strong>van</strong> <strong>de</strong> BB-leerlingen gehaald.• Ongeveer 90% <strong>van</strong> alle leerlingen met een vwo-advies bereikt <strong>de</strong> standaard Voldoen<strong>de</strong>.• Een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leerling met havo-advies (percentiel-50) is even leesvaardig in <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> alseen zeer sterke (percentiel-90) leerling die doorstroomt naar BB. Bei<strong>de</strong>n beheersenvoorbeeld opgaven 1 tot en met 6 goed en voorbeeldopgaven 7, 8 en 9 matig.Dat dyslectische leerlingen <strong>het</strong> min<strong>de</strong>r goed doen op leesopgaven is te verwachten. Het effect isgroot (-0,83) en <strong>het</strong> verschil met niet-dyslectische leerlingen is significant.De verschillen tussen regio’s zijn klein, maar voor leerlingen in <strong>de</strong> regio zuid is er ten opzichte<strong>van</strong> leerlingen in <strong>het</strong> noor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland een ‘klein effect’ vast te stellen: -0,21. Leerlingenin <strong>het</strong> oosten <strong>van</strong> <strong>het</strong> land blijven met eenzelf<strong>de</strong> effectgrootte (ook -0,21) achter bij leerlingen in<strong>het</strong> westen.Leerlingen in <strong>het</strong> noor<strong>de</strong>n en westen lezen even goed. Leerlingen in <strong>de</strong> regio zuid zijn met een‘klein effect’ <strong>van</strong> -0,25 wat min<strong>de</strong>r leesvaardig dan die in <strong>de</strong> regio west.In <strong>de</strong>ze eerste resultatenparagraaf hebben we <strong>de</strong> effecten bij alle achtergrondkenmerken <strong>van</strong>leerlingen in tabelvorm en tekstueel beschreven. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen g<strong>aan</strong> we tekstueelmet name in op opvallen<strong>de</strong> verschillen.Attitu<strong>de</strong> en buitenschools contactNaast <strong>de</strong> hiervoor beschreven achtergrondkenmerken verschillen leerlingen ook in hun attitu<strong>de</strong>ten opzichte <strong>van</strong> <strong>Engels</strong> en <strong>de</strong> mate waarin zij buiten school met <strong>Engels</strong> bezig zijn. Dit isgeïnventariseerd door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een attitu<strong>de</strong>vragenlijst (zie hoofdstuk 4). In <strong>de</strong> tabel hiernageven we een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> aspecten die met een matig of groot effect invloed hebben op <strong>de</strong>leesprestaties in <strong>de</strong> peiling 2012. Hiervoor zijn alleen <strong>de</strong> resultaten gebruikt <strong>van</strong> EIBO-leerlingen.79 Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> vaardigheidsmeting