11.07.2015 Views

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4 - Cito

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

fghibeschrijven <strong>van</strong> personen- shirt, jeans, dress, sweater, shoes;- hair, eyes, nose, arms, legs, foot, hand;- tall, short, fat, thin;- wear.op straat- go, walk, take;- left, right, straight on, corner;- rangtelwoor<strong>de</strong>n tot en met 10;- post-office, bank, shop, police station;- car, bus, train, bike, foot.in <strong>de</strong> winkel- pound, penny, pence;- postcard, stamp, ticket, letter.in <strong>de</strong> klas- pen, pencil, book, workbook, paper;- write, listen, open, close, take, come, sit down;- door, window, blackboard, table, chair.B Gespreksvaardigheid 3 De leerlingen kunnen een gesprek voeren over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen, of in <strong>de</strong> situaties diehieron<strong>de</strong>r genoemd zijn. Hun uitspraak <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Engels</strong> is voor moe<strong>de</strong>rtaalsprekers<strong>van</strong> die taal begrijpelijk.a Persoonlijke gegevensDe leerlingen kunnen- voor- en achternaam- adres en woonplaats- leeftijd en nationaliteit- gezinssamenstellingnoemen en <strong>de</strong>ze informatie <strong>aan</strong> <strong>de</strong> gesprekspartner vragen.b De woonomgevingDe leerlingen kunnen- <strong>de</strong> stad/<strong>het</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong> land waar zij wonen, noemen;- <strong>het</strong> huis/<strong>de</strong> flat en <strong>het</strong> <strong>aan</strong>tal kamers beschrijven;- zeggen of zij een eigen kamer hebben of niet en <strong>de</strong>ze informatie <strong>aan</strong> <strong>de</strong>gesprekspartner vragen.c Vrijetijdsbesteding en hobby’sDe leerlingen kunnen- hobby’s en interesses noemen;- vragen stellen over hobby’s en interesses;- iemand vragen mee te doen met een spel en reageren op een voorstel om mee tedoen;- zeggen of/dat zij een dier hebbenen kunnen <strong>de</strong>ze informatie <strong>aan</strong> <strong>de</strong> gesprekspartner vragen;zij kennen uitingen die voor <strong>het</strong> spelen <strong>van</strong> sporten <strong>van</strong> hun keuze rele<strong>van</strong>t zijn.d Eten en drinkenDe leerlingen kunnen- zeggen of zij bepaal<strong>de</strong> etenswaren lekker vin<strong>de</strong>n of niet;- inlichtingen geven over eetgewoonten in eigen land en soortgelijke inlichtingenover eetgewoontes el<strong>de</strong>rs vragen.137 Bijlage

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!