Staat van het

94 GENERAAL RAPPORT' VAtfide Afd(Jen. Kas > resten der Capitaaïen, waar meede de Generaliteitdestyds was bezwaard, en welke tot een*zoo aanmerkelykc hoogte geftcegeu waren , datde Interesten tfit naauwer nood uit de Ordinarisjaarlykfche Inkomlten konden gevonden worden.Het is diis vol (trekt riöo'dzaakelyk te wectcnhoe veel die Capitaaïen te zaamen beliepen, wilmen over den (laat der Kas zöo als die toenwas, naar behooren kunnen oordeelen, en ditis tc meer noodig, dewyl men zonder het regtverltand van den aart der Capitaaïen ten lastenvan de Unie looperidc4 nimmer tot eene compleetekennis van het Comptoir Generaal geraakenkan. Dan om daar in wel te flaap.cn, zalmen de zaak Van Wat hoöger moeten opnaaien..Zie GeneralePetitie ïn den beglnnè' der Republiek , waren devoor lietjaar 1736. Provinciën gewoon aan de Generaliteit de beaoodigdePenningen tot ftuur van den Oorlog Itol. 16.laar eene gemaakte repartitie op 'te brengen ,)f wel voor dezelve te negotiecren; dan gelykn het laattte geval Voor dc alzoo genegotieerdcinningen, alleen verbonden waren dc In komtenvan die Provincie, welke zich buiten (laat3 >evond, om haar aandeel uit haare eigene midlelente vinden, zoo was daar van het gevolglat fommige Provinciën zich dikwyls in de onnogelykheidzagen om de noodige gelden te1jekomcu, vooral dan wanneer derzelver Credit3 loor déeze of geene bykoomende omttandighcïedeneenigzints was vermindert, en deeze ver-11 nindering van Credit wis meest al het gevolgran de zwaare Oorlogen, welke dc Staat geluurendede voorige EeuW by aanhoudenheid«rerplicht was te voeren. Het is dus niet té1 rerwonderen dat men tegens het einde van deselve,eenigermaate van deeze maxime afging,MI aan de Generaliteit overliet, het negotieererinu Penningen voor reekening van die Provin»cien $