Staat van het

ïfo G E N E R A A L R A P P O R T V A NMe. A r J. duurcnde den Oorlog toegedaan aan hooggemeldeHeeren Princeu van Orange tot een' de-,Qen.Kas,dommagement.Doch deeze confiscatien by het Traftaat vanMunfter zynde afgedaan, heeft het Land in denjaare 1652 de Inkomften van deezen Tol aarizich getrokken, en die blyven genieten tot denjaare 1676 of 1677, wanneer Zyne HoogheidPrins Willem de III, onder beneficie der grondenin het breede gedetailleerd by een Requestvan deszelvs Domeinraad op den 23 September1Ö76 aan U Hoog Mog. gepradènteerd, deezenlol wederom gereclameerd cn zich in de posfeshcvan dien gefteld heeft , welke de Heereii,Princen van Örangc vervolgens tot op heedcirhebben behouden 1, terwyl Ü Hoog Mog. .eerstby Refolutie van den 23 December 16-6 en naderby Refolutie van den 28 January 1677, denRaad van State verzogten met het heffen deezerTol te fuperfedeeren, tot tyd en wyle toe, datby U Hoog Mog. dienaangaande nader zoudezyn gedisponeerd, hoedaanige nadere dispofitiehogthands niet is gevolgd, niet tegenftaande deRaad van State deeze zaak op nieuw levendigma-akte in de jaaren 1703 cn 1704, en het rechtvan het Gemeene Land op den méergemeldenTol'trachte te vindiceeren.Wanneer men dit genarreerde nader overweegt,zoo zal daar uit voldoende blyken, aan de eenezyde dat de H. H. Princen van Orange nu meerdan hondert jaaren agter den andere onafgebrookenzyn geweest in de posfesfie van hetrendement van deezen Tol te genieten, en aanden anderen kant, dat de pra^cife tijd wanneer;welgemelde H. H. Princen in het genot van dienallereerst zyn gekoomen, zoo min als de titulopwelke met genoegzaame zeekerheid \kan wordenOpgegeeven, terwyl aan ons uit de Notulenf" • - • niet