gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> bijzonder geval van e<strong>en</strong> tijdreeksmodel model. In veel gevall<strong>en</strong> vertoont de dynamiek vanstijghoogtereeks<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> één geohydrologische laag of e<strong>en</strong>heid e<strong>en</strong> grote mate van overe<strong>en</strong>komst. Ookreeks<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de filters van dezelfde peilbuis verton<strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komstige dynamiek.Het onderscheid<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> is naar verwachting dan ook goed.Aandachtspunt<strong>en</strong>:• Welke reeks<strong>en</strong> met elkaar gemodelleerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> bepaald.• Het is niet zonder meer duidelijk welke reeks<strong>en</strong> input zijn <strong>en</strong> welke output. Dit speelt minder bijklassieke, handmatig waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> reeks<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage frequ<strong>en</strong>tie (doorgaans 24 maal perjaar), omdat daar e<strong>en</strong> regressiemodel gebruikt kan word<strong>en</strong> zonder vertraging in de tijd. Dit isanders bij reeks<strong>en</strong> met hogere meetfrequ<strong>en</strong>ties, waarbij de <strong>en</strong>e reeks e<strong>en</strong> paar dag<strong>en</strong> snellerreageert dan de andere.• Bij de detectie van niet-plausibele waard<strong>en</strong> kan dat aan beide reeks<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>• Bij miss<strong>en</strong>de waarneming<strong>en</strong> in de inputreeks kan het model niet zonder meer gebruikt word<strong>en</strong>.3.3.9 Simultane tijdreeksmodelleringIn paragraaf 3.3.6 is sprake van één stijghoogtereeks als output <strong>en</strong> één of meer andere reeks<strong>en</strong> als input.E<strong>en</strong> aantal stijghoogtereeks<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaald gebied kan ook simultaan word<strong>en</strong> gemodelleerd, waarbijelke stijghoogtereeks wordt gesplitst in regionaal sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lokale compon<strong>en</strong>t(Ber<strong>en</strong>drecht, 2004). Meetfout<strong>en</strong> manifester<strong>en</strong> zich in de lokale compon<strong>en</strong>t, waarbij het onderscheid<strong>en</strong>dvermog<strong>en</strong> groter is dan als de stijghoogtereeks<strong>en</strong> afzonderlijk word<strong>en</strong> getoetst.Hier geld<strong>en</strong> dezelfde aandachtspunt<strong>en</strong> als bij de overige tijdreeksmodell<strong>en</strong>.3.3.10 Ruimtelijk patroonDe plausibiliteitstoets<strong>en</strong> uit de voorgaandeparagraf<strong>en</strong> zijn gebaseerd op de vraag ofe<strong>en</strong> waarneming van e<strong>en</strong> stijghoogtereekspast bij het normale patroon van die reekszelf, bij de variatie in de drijv<strong>en</strong>dekracht<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of bij die van anderestijghoogtereeks(<strong>en</strong>) in de buurt. Wekunn<strong>en</strong> de plausibiliteit van meting<strong>en</strong> opverschill<strong>en</strong>de locaties echter ook inruimtelijke zin beoordel<strong>en</strong>. Detoetsresultat<strong>en</strong> uit de paragraf<strong>en</strong> 3.3.2 t/m3.3.9 hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ruimtelijke verdeling. Erzijn twee manier<strong>en</strong> om de toetsresultat<strong>en</strong>in ruimtelijke zin te beoordel<strong>en</strong>:afstand1. Getoetst kan word<strong>en</strong> in hoeverre individuele toetsresultat<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong> van hun ruimtelijkeverdeling2. Uitbijters kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgespoord via e<strong>en</strong> geostatistische crossvalidatie-procedure.Aandachtspunt<strong>en</strong>:• Uitgezocht zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> welke stijghoogtereeks<strong>en</strong> er in de ruimtelijke analyse betrokk<strong>en</strong>word<strong>en</strong>.• In het geval de amplitude van de stijghoogtereeks<strong>en</strong> verschilt, is het beter om detoetsingsgrootheid te normer<strong>en</strong> met de standaardafwijking van die reeks.• Als tijdreeksmodell<strong>en</strong> beschikbaar zijn kan de ruimtelijke verdeling van de karakteristiek<strong>en</strong> vande impulsrespons gebruikt word<strong>en</strong>.?Figuur 8: Principe van e<strong>en</strong> plausibiliteitstoets op basis van hetruimtelijk patroon.<strong>Kwaliteitsborging</strong> <strong>grondwaterstands</strong>- <strong>en</strong> stijghoogtegegev<strong>en</strong>s© <strong>KWR</strong>, TNO - 19 - April 2013
3.4 Normaalperiode <strong>en</strong> -karakteristiek<strong>en</strong>3.4.1 ProblematiekZoals in paragraaf 3.3 al is gesteld, is de kern van alle toets<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergelijking van e<strong>en</strong> waarneming mete<strong>en</strong> verwachting die gebaseerd is op e<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tie uit het verled<strong>en</strong>. De refer<strong>en</strong>tie beschrijft het ‘normale’patroon van de stijghoogtereeks <strong>en</strong> zal uit historische waarneming<strong>en</strong> bepaald moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. W<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> de refer<strong>en</strong>tieperiode, analoog aan wat binn<strong>en</strong> de meteorologie gebruikelijk is (zie e.g., (Sluijter<strong>en</strong> Nellestijn, 2002)), de normaalperiode. Waar de normaalperiode in de meteorologie echter e<strong>en</strong> vasteperiode is over heel Nederland, geldt ze hier per meetlocatie. Statistisch gezi<strong>en</strong> geldt dat we het liefst e<strong>en</strong>zo lang mogelijke periode hebb<strong>en</strong> om karakteristiek<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong>, mits de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de reeksniet verander<strong>en</strong>, of mits in technische term<strong>en</strong> de reeks stationair is. Er zijn in Nederland echter maarweinig stijghoogtereeks<strong>en</strong> die over de afgelop<strong>en</strong> 50 jaar statistisch stationair zijn. In vrijwel alle gevall<strong>en</strong>zijn er structurele verandering<strong>en</strong> in de reeks<strong>en</strong> aanwezig, als gevolg van waterhuishouding,waterwinning, verander<strong>en</strong>d landgebruik <strong>en</strong>z. Voor het toets<strong>en</strong> van nieuw binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>de meting<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> zo kort <strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t mogelijke normaalperiode hanter<strong>en</strong>. De vraag doet zich dan voor:‘Hoever kunn<strong>en</strong> we terug in de tijd om de juiste statistische karakteristiek<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong>?’ We gaan ervanuit dat op dit mom<strong>en</strong>t van de meeste reeks<strong>en</strong> niet bek<strong>en</strong>d is hoe lang de rec<strong>en</strong>te, statistisch stationaireperiode is. In teg<strong>en</strong>stelling tot de meteorologie zal dit per reeks e<strong>en</strong>malig vastgesteld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Als dat e<strong>en</strong>maal is gebeurd, kan periodiek (bv. e<strong>en</strong>s per jaar) word<strong>en</strong> getoetst of de nieuwe periode vane<strong>en</strong> jaar ge<strong>en</strong> structurele verandering<strong>en</strong> laat zi<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de voorgaande jar<strong>en</strong>.3.4.2 Vaststell<strong>en</strong> van de periodeHet is onmogelijk om op basis van meting<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> beperkt tijdvak exact de statistische kansverdeling afte leid<strong>en</strong>. Om tot e<strong>en</strong> praktisch hanteerbare procedure te kom<strong>en</strong>, beperk<strong>en</strong> we ons tot het gemiddelde <strong>en</strong>de standaardafwijking van de reeks als maat voor respectievelijk het niveau <strong>en</strong> de spreiding. Veelstijghoogtereeks<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> karakteristiek seizo<strong>en</strong>sverloop. Om effect<strong>en</strong> van het seizo<strong>en</strong>sverloopzoveel mogelijk te eliminer<strong>en</strong>, bepal<strong>en</strong> we het gemiddelde <strong>en</strong> de standaardafwijking over e<strong>en</strong> periodevan e<strong>en</strong> geheel aantal jar<strong>en</strong>. In het ideale geval is de minimale periode waarover het gemiddelde <strong>en</strong> destandaardafwijking bepaald wordt, drie à vier maal de correlatiel<strong>en</strong>gte (na aftrek van het seizo<strong>en</strong>seffect).E<strong>en</strong> langere periode heeft het risico dat structurele verandering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gladgestrek<strong>en</strong>, waardoor hetlijkt alsof die verandering<strong>en</strong> onderdeel zijn van het normale patroon. Aan de andere kant gev<strong>en</strong> kortereperiod<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere onzekerheidsband rond het gemiddelde <strong>en</strong> de standaardafwijking, waardoor hetonderscheid<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> kleiner wordt. Echter deze l<strong>en</strong>gte is op voorhand niet bek<strong>en</strong>d, <strong>en</strong> is ook lastigvolledig automatisch te schatt<strong>en</strong>. Ervaring leert dat voor veel stijghoogtereeks<strong>en</strong> e<strong>en</strong> periode van 7 tot 9jaar redelijk voldoet. Bij de zog<strong>en</strong>aamde trage reeks<strong>en</strong> is dit niet het geval <strong>en</strong> geldt e<strong>en</strong> langere minimaleperiode. In het hierna volg<strong>en</strong>de wordt de minimale periode op N jar<strong>en</strong> gesteld. Bij kortere reeks<strong>en</strong> zijn detoets<strong>en</strong> zoals beschrev<strong>en</strong> in hoofdstuk 3 niet zinvol. E<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige procedure om vast te stell<strong>en</strong> hoelang de periode moet zijn is als volgt:- Bepaal voor elke periode van N jar<strong>en</strong> het gemiddelde <strong>en</strong> de standaardafwijking. We gaan dusmet e<strong>en</strong> moving window over de reeks he<strong>en</strong>, waarbij aansluit<strong>en</strong>de period<strong>en</strong> elkaar overlapp<strong>en</strong>.- Toets met e<strong>en</strong> standaard statistische toets (stud<strong>en</strong>t t-toets) voor elk paar van twee period<strong>en</strong> of hetgemiddelde <strong>en</strong> de standaardafwijking significant verschill<strong>en</strong>. Hiertoe di<strong>en</strong>t wel e<strong>en</strong>significanti<strong>en</strong>iveau te word<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong>.- De maximale periode waarover de refer<strong>en</strong>tiekarakteristiek<strong>en</strong> bepaald kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bestaat uithet aane<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong> aantal minimale period<strong>en</strong> (N jaar) waartuss<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> significante verschill<strong>en</strong>bestaan.E<strong>en</strong> uitgebreidere discussie over het vaststell<strong>en</strong> van het normale patroon is te vind<strong>en</strong> in (Van Geer, 2012).Aandachtspunt:• De laatste jar<strong>en</strong> word<strong>en</strong> veel meetbuiz<strong>en</strong> met automatische s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> uitgerust <strong>en</strong> wordt destijghoogte met e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk hogere frequ<strong>en</strong>tie gemet<strong>en</strong>. Om te voorkom<strong>en</strong> dat period<strong>en</strong> methoogfrequ<strong>en</strong>te waarneming<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>redig weg<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van period<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lagerefrequ<strong>en</strong>tie wordt eerst e<strong>en</strong> maandgemiddelde bepaald, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> dezemaandgemiddeld<strong>en</strong> gemiddeld over de minimale periode N.<strong>Kwaliteitsborging</strong> <strong>grondwaterstands</strong>- <strong>en</strong> stijghoogtegegev<strong>en</strong>s© <strong>KWR</strong>, TNO - 20 - April 2013