11.07.2015 Views

403-verklaring. (Hof 's-Hertogenbosch (Handelskamer) 12 mei 2009)

403-verklaring. (Hof 's-Hertogenbosch (Handelskamer) 12 mei 2009)

403-verklaring. (Hof 's-Hertogenbosch (Handelskamer) 12 mei 2009)

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

echtspraak ondernemingsrechten geen vordering tot betaling van een op grond vaneen handelsovereenkomst verschuldigd bedrag.4.11.1. Het hof komt nu toe aan de gestelde omzetschade/winstderving.Oud Papiercentrale B.V. betoogt in het kader vangrief II in principaal appel dat de omzetschade opeen hoger bedrag dan het door de rechtbank toegewezenbedrag van € 3.337,80 moet worden vastgesteld.Inalfa Industries betoogt in grief 4 in incidenteelappel dat de omzetschade geheel moet worden afgewezen.4.11.2. Het hof stelt voorop dat de door de rechtbanktoegekende vergoeding voor gederfde omzet/winstbetrekking heeft op de periode van juni2005 tot en met januari 2007. Door Inalfa Industriesis onder verwijzing naar de <strong>verklaring</strong> van Z. (ziehiervoor, r.o. 4.1 onder c, betoogd dat de omzet dieuit het bij IMP opgehaalde oud-papier kwam, nietaan Oud Papiercentrale B.V. maar aan de Zangers vanSt. Frans toekwam. Oud Papiercentrale B.V. heeft datin haar memorie van antwoord in incidenteel appel(punt 29) niet gemotiveerd betwist. Het hof achtdaarom over de maanden juni tot en met september2005 geen omzetvergoeding toewijsbaar.4.11.3. Met betrekking tot de omzetschade over deperiode ná september 2005 heeft Inalfa Industriesaangevoerd (punt 19 van de memorie van antwoordin principaal appel/memorie van grieven in incidenteelappel) dat Oud Papiercentrale B.V. haar schadebeperkingsplichtheeft geschonden door niet, toenduidelijk was dat de container niet te traceren was,een andere container aan te schaffen.Het hof acht dit verweer gegrond. Het hof gaater op grond van de bij de inleidende dagvaardingovergelegde correspondentie vanuit dat het Oud PapiercentraleB.V. omstreeks 1 december 2005 duidelijkkon zijn dat zij de perscontainer niet terug zouontvangen. Het hof gaat er voorts vanuit dat het voorOud Papiercentrale B.V. mogelijk moet zijn geweestom op 1 januari 2006 over een vervangende perscontainerte beschikken.4.11.4. Hieruit volgt dat slechts eventuele omzetschadeover de maanden oktober tot en met december2005 voor vergoeding in aanmerking zou kunnenkomen. Oud Papiercentrale B.V. heeft echter nietvoldoende gemotiveerd gesteld dat zij de perscontainer,indien zij die kort na de faillissementsdatumzou hebben terugontvangen, reeds vóór 1 januari2006 elders in bedrijf had kunnen nemen. Reeds omdeze reden moet de vordering tot vergoeding vanomzetschade worden afgewezen. De vraag welkeopbrengsten per maand met de perscontainer haddenkunnen worden gerealiseerd en de vraag welkekosten daarmee gemoeid zouden zijn geweest behoevendus geen beantwoording.Grief II in principaal appel faalt dus en grief 4 inincidenteel appel treft doel.4.<strong>12</strong>. Grief III in principaal appel, gericht tegen debeslissing van de rechtbank in het tussenvonnis omten aanzien van de omzetschade niet te volstaan meteen veroordeling tot schadevergoeding op te makenbij staat, behoeft gelet op het voorgaande geen besprekingmeer.De partijen zijn in de gelegenheid geweest zichover de omvang van de omzetschade uit te laten enhet hof heeft op basis daarvan een beslissing over deomzetschade genomen. Een verwijzing naar eenschadestaatprocedure is dus niet meer aan de orde.4.13.1. Grief IV is gericht tegen de afwijzing van dedoor Oud Papiercentrale B.V. gevorderde vergoedingvan buitengerechtelijke kosten. Oud PapiercentraleB.V. vordert dienaangaande, na wijziging van eis bijmemorie van grieven, een bedrag van € 339,15 terzakehet expertiserapport van Traxo.4.13.2. Het hof acht dit bedrag toewijsbaar. OudPapiercentrale B.V. heeft door overlegging van defactuur van Traxo van 22 juni 2007 voldoende onderbouwddat zij dit bedrag verschuldigd is. Naar hetoordeel van het hof heeft Oud Papiercentrale B.V.deze kosten in redelijkheid kunnen maken, nu InalfaIndustries zich op het standpunt stelde dat de vervangingswaardevan de perscontainer nagenoeg nihilwas. Oud Papiercentrale B.V. mocht bij deze standvan zaken enige kosten maken om haar standpuntover de waarde te onderbouwen. Het gaat hier voortsniet om advocaatkosten waarvoor de proceskostenveroordelingeen vergoeding pleegt in te sluiten.Grief IV, waarmee Oud Papiercentrale B.V. geen bezwaarmaakt tegen de afwijzing van de in eersteaanleg gevorderde buitengerechtelijke kosten maarwel het bedrag van € 339,15 vordert, treft in zoverredoel.Het hof zal over het bedrag van € 339,15 de wettelijkerente, zoals gevorderd, toewijzen vanaf 1 augustus2005.4.14. Uit hetgeen in het voorgaande is overwogen,volgt dat het tussenvonnis bekrachtigd kan wordenen dat het eindvonnis vernietigd moet worden, behoudensvoor zover Inalfa Industries bij dat vonnisin de kosten van het geding in eerste aanleg is veroordeeld.Het hof zal, opnieuw rechtdoende, op dena te melden wijze beslissen.4.15. Inalfa Industries is zowel in principaal appelals in incidenteel appel de overwegend in het ongelijkgestelde partij, zodat zij in de kosten van beideappellen zal worden veroordeeld, vermeerderd metwettelijke rente zoals gevorderd. De gevorderde nakostenzullen thans niet worden toegewezen nu artikel237 lid 4 Rv daarvoor een afzonderlijke rechtsgangkent.5. De uitspraakHet hof:RO <strong>2009</strong>, 57op het principaal en incidenteel appelbekrachtigt het beroepen tussenvonnis van 25 oktober2006;bekrachtigt het beroepen eindvonnis van 7 februari2007, doch uitsluitend voor zover Inalfa Industriesbij dat vonnis in de kosten van het geding in eersteaanleg is veroordeeld;ROAfl. 9 - <strong>2009</strong>521

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!