11.07.2015 Views

Inleiding bevalling - Mca

Inleiding bevalling - Mca

Inleiding bevalling - Mca

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

InhoudsopgaveWaarom wordt een <strong>bevalling</strong> ingeleid? 3Voorbereiding 4Wanneer is een inleiding mogelijk? 5Als de baarmoedermond onrijp is 5Het inleiden van de <strong>bevalling</strong> 7Wie zijn er bij de <strong>bevalling</strong>? 8Risico’s en complicaties 8Kunt u zelf wat doen om de <strong>bevalling</strong> op gang te brengen? Zijn er alternatieven? 10Vragen 10Woordenlijst 10Belangrijke telefoonnummers 12Notities 13Aanvullende informatie MCADeze brochure geldt als aanvulling op het persoonlijk gesprek met uw arts of anderehulpverleners van MCA. De informatie is van toepassing op alle ziekenhuizen inNederland. Daar waar de gang van zaken verschillend kan zijn per ziekenhuis, wordt ditaangegeven in de tekst. Uw arts of andere hulpverleners geven graag toelichting op degang van zaken in Medisch Centrum Alkmaar. Moch u na het lezen van deze brochure nogvragen hebben, stelt u ze dan gerust.2


gynaecoloog een inwendig onderzoek.Vaak gebeurt dit op de polikliniek. In veelziekenhuizen is het mogelijk om al voorde inleiding een kijkje op de verloskamerste nemen. Over het algemeen moetu dezelfde spullen meenemen als bijeen ‘gewone’ <strong>bevalling</strong>: kleding vooruzelf voor tijdens en na de <strong>bevalling</strong>,toiletartikelen en babykleertjes. Ook ishet verstandig wat ter ontspanning entijdverdrijf mee te nemen. De eerste urenzijn er soms nog niet zoveel weeën.Afleiding kan dan plezierig zijn.Deze voelt ook weker aan, en vaak is er alwat ontsluiting. In dat geval is het mogelijkeen inleiding af te spreken.Rijpe baarmoedermond.Wanneer is een inleiding mogelijk?Een inleiding is pas mogelijk als debaarmoedermond al een beetje openen verweekt is. Verloskundigen engynaecologen gebruiken hiervoor determ ‘rijpheid’. Op de tekeningen zietu voorbeelden van een rijpe en eenonrijpe baarmoedermond. Een onrijpebaarmoedermondis nog lang en voeltstevig aan. Dit noemt men een staandeportio (portio is het medische woord voorbaarmoedermond).Meestal is er nog geen ontsluiting.Een rijpe baarmoedermond is over hetalgemeen korter. Men spreekt dan overeen verstreken portio.Onrijpe baarmoedermond.Als de baarmoedermond onrijp isWanneer de baarmoedermond onrijpis en er toch een dwingende reden isom de <strong>bevalling</strong> op gang te brengen,5


Het inleiden van de <strong>bevalling</strong>Bij een inleiding brengt men de weeën opgang en controleert men de conditie vanhet kind.Het opwekken van de weeënHet op gang brengen van de weeëngebeurt vaak door middel van een infuus.Men brengt een naaldje in een bloedvatvan uw hand of onderarm en sluit daaropeen dun slangetje aan.Het inleiden van de <strong>bevalling</strong>Een pomp dient medicijnen (oxytocine)toe om de weeën op gang te brengen.De dosering gaat stapsgewijs omhoog.Geleidelijk beginnen dan de weeën.Een andere methode van opwekkenvan weeën is het inbrengen vanprostaglandinetabletjes of gel in devagina. Dit gebeurt op dezelfde wijze alseerder beschreven bij het rijpen van debaarmoedermond.Controle van de baby en de weeënMen controleert de conditie van uwkind met een CTG. Dit kan uitwendig,via de buik, gebeuren. Meestal wordteen draadje (schedelelektrode) op hethoofd van het kind vastgemaakt om deharttonen te registreren. Dit gebeurt viaeen inwendig onderzoek. Daarbij breektmen ook de vliezen. U voelt dan warmvruchtwater via de vagina naar buitenstromen. Ook kan de verloskundige ofarts een dun slangetje (drukkatheter) inde baarmoeder inbrengen om de sterktevan de weeën te meten. Soms laat men ditachterwege of registreert men de weeënmet een band om de buik.Hoe gaat de <strong>bevalling</strong> verder?Na het starten van de inleiding is hetverloop in principe hetzelfde als bij een‘normale’ <strong>bevalling</strong>. De weeën wordenlangzamerhand heviger en pijnlijker. Overhet algemeen hebt u de vrijheid om deweeën op uw eigen manier op te vangen:zittend in een stoel, staand naast het bed,of liggend of zittend in bed. De uitdrijving(het persen) en de geboorte van het kinden de moederkoek gaan niet anders danbij een ‘normale’ <strong>bevalling</strong>. De geboortevan het kind vindt over het algemeenbinnen 24 uur plaats. Naarmate de baarmoedermondrijper is, gaat de ontsluitingvaak sneller. Ook gaat de <strong>bevalling</strong> vaneen tweede of volgend kind meestalspoediger dan die van een eerste. Bij eeninleiding met prostaglandinen zijn er vaakeerst veel harde pijnlijke buiken zonderdat dit nog echte ontsluitingsweeën zijn.Zijn de ontsluitingsweeën te pijnlijk, dan7


<strong>Inleiding</strong> <strong>bevalling</strong>kunt u om pijnstillers vragen. U kunt daneen prik krijgen met een sterk pijnstillendmiddel (pethidine).Een andere mogelijkheid is epiduraleanalgesie (een ruggenprik).Niet in alle ziekenhuizen is deze laatstevorm van pijnbestrijding mogelijk.nodig om langer te blijven, bijvoorbeeldin verband met een hoge bloeddrukof ruim bloedverlies waarvoor eenbloedtransfusie noodzakelijk is.Wie zijn er bij de <strong>bevalling</strong>?Na de <strong>bevalling</strong>Na de geboorte kijkt de arts ofverloskundige uw kind na. Als daareen reden voor is, doet de kinderartsdit. Ongeveer een uur na de geboortevan de moederkoek verwijdert deverpleegkundige het infuus. Meestalkunt u binnen 24 uur weer naar huis.Vaak is dit de volgende ochtend. Somsadviseert men om langer te blijven,zoals bij langdurig gebroken vliezen ofbij suikerziekte. Uw kind wordt dan nogeen of enkele dagen in het ziekenhuisgeobserveerd. Bij een kind met een laaggeboortegewicht of bij een te vroeggeboren baby duurt de opname op dekinderafdeling soms langer. Meestalmag u zelf in zo’n situatie 7-10 dagen inhet ziekenhuis blijven. Het is verstandigom bij uw ziekenfonds of verzekering teinformeren welke periode vergoed wordt,om te voorkomen dat u een rekeningkrijgt die u gedeeltelijk zelf moet betalen.Soms maakt uw eigen gezondheid hetOmdat er een medische reden bestaatom de <strong>bevalling</strong> in te leiden, krijgtu een medische indicatie om in hetziekenhuis te bevallen. Soms begeleidtde gynaecoloog de <strong>bevalling</strong>; inandere situaties gebeurt dit dooreen verloskundige of arts die onderverantwoordelijkheid van de gynaecoloogwerken en die daarmee nauw overleggen.In sommige ziekenhuizen zijn ernaast verpleegkundigen ook leerlingverpleegkundigenof co-assistenten(medische studenten) aanwezig. U kuntvan tevoren navragen wie er bij uw<strong>bevalling</strong> zullen zijn.Risico’s en complicatiesBij elke <strong>bevalling</strong> kunnen complicatiesoptreden, of de <strong>bevalling</strong> nu wordtingeleid of niet. We bespreken hier eenaantal complicaties die met een inleidingkunnen samenhangen.8


• Langdurige <strong>bevalling</strong>. Als menmet de inleiding begint terwijl debaarmoedermond nog niet goed rijp is,bestaat er een grotere kans op een zeerlangdurige <strong>bevalling</strong>. Soms wordt geenvolledige ontsluiting bereikt en is eenkeizersnede noodzakelijk.• Uitgezakte navelstreng. Bij het brekenvan de vliezen kan de navelstrenguitzakken langs het hoofd van het kindals dit niet goed is ingedaald, of bijeen stuitligging langs het stuitje. Eenkeizersnede is dan noodzakelijk.• Beschadiging door het inbrengen vande drukkatheter. De drukkatheter iseen dun slangetje dat men nogal eensbij een inleiding in de baarmoederbrengt om de kracht van de weeën tecontroleren. Als dit slangetje niet goedterechtkomt, kan een bloeding vanuitde moederkoek of een beschadigingvan de baarmoeder optreden. Dit komtzeer zelden voor. Een keizersnede kandan noodzakelijk zijn.• Hyperstimulatie. Hierbij komen er teveel weeën te snel achter elkaar. Als ditlang duurt kan zuurstofgebrek bij debaby optreden. Meestal is het mogelijkhyperstimulatie te verhelpen door destand van de infuuspomp te verlagen.Soms is een weeënremmend medicijnnoodzakelijk. Daardoor keren de weeënweer met normale pauzes terug.• Sneuvelen van het infuus. Dit is in wezengeen echte complicatie. Wel vindenvrouwen het vaak vervelend als eropnieuw een naaldje in de hand of inde arm ingebracht moet worden.• Infectie van de baarmoeder. Als devliezen gedurende lange tijd gebrokenzijn, is er een iets groter risico op eeninfectie van de baarmoeder tijdensen na de <strong>bevalling</strong>. Dit is eigenlijk ookgeenechte complicatie van de inleidingzelf, maar hangt samen met de redenvan de inleiding.• Ontsteking op het hoofd of de bil vanhet kind. Zoals beschreven, maaktmen bij een inleiding een draadjein de hoofdhuid van de baby vastom de harttonen te registreren(schedel-elektrode). Bij een kind instuitligging wordt het draadje op debil bevestigd. Een enkele keer ontstaateen ontsteking op de plaats waar deelektrode is vastgemaakt. Dit is nieternstig, maar wel vervelend voor hetkind. De meeste inleidingen verlopenzonder complicaties en de risico’s vaneen ingeleide <strong>bevalling</strong> zijn meestalniet groter dan die van een normale<strong>bevalling</strong>. Wel is het noodzakelijk dateen inleiding onder goede controle enbegeleiding plaatsvindt.9


<strong>Inleiding</strong> <strong>bevalling</strong>Tot slot een opmerking over deveelgehoorde opvatting dat een ingeleide<strong>bevalling</strong> pijnlijker zou zijn dan eennormale <strong>bevalling</strong>. Dit is moeilijk tebewijzen, omdat geen twee <strong>bevalling</strong>enhetzelfde zijn.verloskundige en/of gynaecoloog.Soms is er een alternatief mogelijk, zoalshet nauwkeurig controleren van deconditie van het kind terwijl u afwacht totde <strong>bevalling</strong> uit zichzelf op gang komt.Kunt u zelf wat doen om de <strong>bevalling</strong> opgang te brengen? Zijn er alternatieven?Een veelgestelde vraag is of u zelfwat kunt doen om de <strong>bevalling</strong> opgang te brengen. Helaas valt dit vaaktegen. Hoewel sommigen wonderolieaanbevelen, is het nut nooit bewezen.Wel kan dit middel vervelendedarmkrampen geven.Een andere mogelijkheid om de<strong>bevalling</strong> zonder inleiding op gang tebrengen is ‘strippen’. De verloskundige ofgynaecoloog maakt dan met de vingerstijdens het toucher de baarmoedermondlos van de vliezen. Dit kan pijnlijk zijn.Erna treedt nogal eens bloedverlies op,wat geen kwaad kan. Bij een onrijpebaarmoedermond heeft strippen weinigzin. De kans dat een <strong>bevalling</strong> daarnaspontaan begint, is klein.Mocht u bezwaren hebben tegen eeninleiding, bespreek dit dan met uwVragenHeeft u na het lezen van deze foldernog vragen, neemt u dan contact opmet de medewerkers van de polikliniekGynaecologie.Zij zijn bereikbaar op alle werkdagen van8.30 tot 16.30 uur op telefoonnummer(072) 548 29 00.WoordenlijstBallonkatheter;dun slangetje dat men soms gebruikt bijhet rijp maken van de baarmoedermond;via dit slangetje kan de gynaecoloogprostaglandinen inbrengen aan debinnenkant van de baarmoedermond.CTG cardiotocogram;registratie van de hartslag van het kindom de conditie van de baby in de gatente houden.10


Dilapanstiftjes;dunne stiftjes die de gynaecoloog in debaarmoedermond kan brengen om dezerijper te maken.Drukkatheter;dun slangetje dat men in de baarmoederbrengt om de kracht van de weeën tebeoordelen en om na te gaan hoe vaak zijkomen.Epidurale anesthesie;een vorm van pijnstilling tijdens deontsluiting, waarbij via een prik tussentwee ruggenwervels pijnstillendemedicijnen worden toegediend(ruggenprik).Gelei of gel;(hier) prostaglandinen die in gelei-vormin de schede worden ingebracht om debaarmoedermond rijper te maken of de<strong>bevalling</strong> op gang te brengen.Pethidine;is sterk pijnstillend middel.Placenta;moederkoek.Portio;baarmoedermond.Primen;rijp maken van de baarmoedermondzodat deze geschikt wordt voor inleiding.Prostaglandine;hormoon dat de baarmoedermond rijpmaakt of de <strong>bevalling</strong> op gang brengt.Ruggenprik;een vorm van pijnstilling tijdens deontsluiting, waarbij via een prik tussentwee ruggenwervels pijnstillendemedicijnen worden toegediend (epiduraleanesthesie).Inleiden;het op gang brengen van de <strong>bevalling</strong>.Oxytocine;medicijn dat de weeën op gang brengt;andere namen zijn Piton en Syntocinon.Schedel-elektrode;dun draadje dat op het hoofd van debaby geplaatst wordt om de harttonen teregistreren.Serotiniteit;een zwangerschap die langer dan 2 wekenna de uitgerekende datum blijft bestaan.11


<strong>Inleiding</strong> <strong>bevalling</strong>Spreider;instrument waarmee de verloskundigeof arts via de vagina naar debaarmoedermond kijkt (ook wel speculumgenoemd).functieafdeling gynaecologie,verloskunde envoortplantingsgeneeskundehuisnummer 123tel.: (072) 548 22 40Vaginaal toucher;inwendig onderzoek in de schede mettwee vingers om de opening van debaarmoedermond te beoordelen.Belangrijke telefoonnummersverpleegafdeling verloskundehuisnummer 370/338tel.: (072) 548 29 40 / (072) 548 29 25verpleegafdeling gynaecologiehuisnummer 430/431tel.: (072) 548 25 30Medisch Centrum AlkmaarWilhelminalaan 12, 1815 JD Alkmaartel.: (072) 548 44 44poliklinisch behandelcentrumhuisnummer 028/030tel.: (072) 548 28 40Andere folders en brochures op hetgebied van de verloskunde, gynaecologieen voortplantingsgeneeskunde zijn tevinden op de website van de NVOG:www.nvog.nl, rubriek voorlichting.polikliniek gynaecologie, verloskunde envoortplantingsgeneeskundehuisnummer 122tel.: (072) 548 29 00(op werkdagen van 8.30 - 16.30 uur)12


Notities..................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................13


<strong>Inleiding</strong> <strong>bevalling</strong>................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................14


ColofonRedactie: NVOG, versie 1998Het copyright van deze brochure berust bij de Nederlandse Verenigingvoor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) te Utrecht.Vormgeving: beeldgroep MCAOplage: 500 / 4e drukDruk:RicohArtikelnummer: 48601 / 2012.12Op alle behandelingen in MCA zijn de algemene voorwaarden van MCA van toepassing, zie www.mca.nl ofvraag bij de balie van patiëntenvoorlichting.15


Medisch Centrum AlkmaarWilhelminalaan 121815 JD AlkmaarT (072) 548 44 44mca.nl/verloskundemca.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!