26.11.2012 Views

samenvatting PRV - Bulls Gym

samenvatting PRV - Bulls Gym

samenvatting PRV - Bulls Gym

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Pr en voorlichting<br />

2) Systematiek in de PR<br />

2.1) Basisprincipes<br />

Om een goed functionerende communicatie te hebben moet alles goed op elkaar zijn<br />

afgestemd. De kern van de PR‐methode:<br />

• Doelstelling:<br />

Wat wil men bereiken met de cc; welke effecten zijn haalbaar; mogelijk te<br />

bereiken met de doelgroep voor ogen.<br />

� Deze effecten zijn communicatiedoelstellingen. Belangrijk om te controleren<br />

of deze wel effect hebben gehad.<br />

• Doelgroep:<br />

Cc moet gericht worden op een bepaalde groep van mensen met dezelfde<br />

kenmerken � doelgroep. Zo een groep mensen kunnen op deze manier<br />

benadert worden. Dit verschilt van doelgroep tot doelgroep.<br />

• Medium:<br />

Om een goed CC‐proces te hebben is het belangrijk een goed medium te kiezen.<br />

Het moet: ‐ de doelgroep bereiken<br />

‐ ze moet geschikt zijn voor de boodschap<br />

‐ ze moet het gewenste effect sorteren.<br />

Meestal kunnen niet al die doelstellingen verwezenlijkt worden met 1 medium.<br />

Vb. toespraak � niet genoeg dat mensen alles onthouden. Een foldertje zou<br />

beter zijn<br />

� het is de bedoeling te zoeken naar een optimale media‐mix<br />

• Boodschap<br />

Een cc‐specialist moet vertaler zijn. Bijvoorbeeld in bedrijfsCC moeten de<br />

gegevens ‘vertaalt’ worden die in het bedrijf aanwezig zijn en van buiten af. Ook<br />

moet een boodschap geschikt gemaakt worden voor het gekozen medium.<br />

De elementen van een CCproces moeten precies in elkaar passen.<br />

2.2) Randvoorwaarden:<br />

BedrijfsCC staat in dienst van bedrijfsprocessen. Hier zijn een aantal randvoorwaarde<br />

die ervoor kunnen zorgen dat de meest optimale combinatie zelden bereikt kan<br />

worden.<br />

• Geld:<br />

De CCspecialist kan zelden beschikken over een budget dat alles kan realiseren.<br />

Het budget moet verspreid worden over een jaarplan.<br />

Soms kan men ook nog beschikken over een deelbudget voor andere<br />

bedrijfsactiviteiten (marketing, personeelsverwerving, productie,…).<br />

Budgetbeperkingen slaan vooral terug op:<br />

1


- ONDERZOEK: Als je niet in staat bent om te onderzoeken waar je<br />

doelgroep ligt wordt dit meestal een gok.<br />

- MEDIAPRODUCTIE: u kan de media niet altijd inschakelen zoals u ze wil,<br />

daardoor moetend e doelstellingen aangepast worden.<br />

• Tijd:<br />

De tijd die een CCspecialist krijgt is meestal gerelateerd aan de tijd van de andere<br />

bedrijfactiviteiten. (voorbeeld: besprekingen zijn afgelopen, er zijn 2 dagen de<br />

tijd iedereen in te lichten). Om iets te realiseren kost het een bepaalde tijd.<br />

Meestal wordt er ook samengewerkt met derden � tijd.<br />

• Optiek verantwoordelijke managers:<br />

De CCspecialisten vertelen wat het management heeft gemaakt en waarvoor ze<br />

verantwoordelijk zijn. � meestal kan de info pas worden uitgedragen als het<br />

management de info letterlijk heeft goedgekeurd. Daardoor kunnen er<br />

problemen ontstaan � managers redeneren niet in effecten bij de doelgroepen<br />

en (on)mogelijkheden bij de media.<br />

2.3) Segmenteren in de doelgroep:<br />

Segmentatie is het verdelen van de ontvangers in doelgroepen op basis van<br />

kenmerken:<br />

• relationele kenmerken<br />

De relatie van de doelgroep met het bedrijf.<br />

� aard van de relatie: benaderingsfrequentieduur,<br />

afhankelijkheidsrelatie , mate van rust/stabiliteit, probleemvelden in de<br />

relatie.<br />

� beeldvorming: bedrijfsimago, kennis t.a.v. bedrijf(sacitiviteiten), houding<br />

t.a.v. bedrijf(sactiviteiten)<br />

� Betrokkenheid: gedrag t.a.v. bedrijf(sactiviteiten), organisatorische<br />

betrokkenheid<br />

• profielkenmerken<br />

Kenmerken van de doelgroep in hun eigen omgeving en sociale situatie.<br />

� cultureel (nationaliteit, etnische achtergrond, religie,…)<br />

� demografisch (leeftijd,burgerlijke staat,geslacht,kinderen,...)<br />

� geografisch (woonplaats,buurt/wijk,wel/niet platteland,…)<br />

� socio‐economisch (inkomen,beroep,opleiding,geld,tijd,…)<br />

� levensstijl (vrijetijdsgedrag,aspiraties,statusgevoeligheid,…‐<br />

� maatschappelijke oriëntatie (politieke voorkeur, houding t.a.v.<br />

maatschappelijke problemen,milieubeleving,…)<br />

� organisatiegraad (lidmaatschappen van organisaties, bestuurlijke functies in<br />

organisaties, geldelijke steun,…)<br />

• communicatieve kenmerken<br />

Karakteriserende kenmerken voor de CC en mediagebruik van de doelgroep.<br />

� taalvaardigheid (lees‐,spreek‐ en luistervaardigheid, taalniveau,<br />

bevattingsvermogen)<br />

� mediagebruik (lees‐,kijk‐ en luistergedrag, informatiezoekgedrag,…)<br />

� onderlinge communicatie (betrokken, patronen)<br />

2


- einddoelgroepen:<br />

doelgroepen waar het bedrijf zijn CCdoelstellingen wil realiseren<br />

- intermediairs<br />

� personen of groepen die boodschappen van het bedrijf doorgeven aan<br />

hun ‘achterban’<br />

� soms nemen intermediairs de CC met de einddoelgroep volledig op<br />

zich. � tweetraps‐ benadering. De CCspecialist geeft dan zijn greep op<br />

de einddoelgroep volledig. Meestal wordt er zowel met de intermediairs<br />

als met de CCspecialist de doelgroep berekent.<br />

Schema zie p.37<br />

2.4) Haalbare doelstellingen.<br />

2.5) Mediakeuze<br />

• KENNIS: CC zorgt ervoor mensen iets te vertellen wat ze nog niet weten.<br />

• HOUDING: Via CC kan er gezorgd worden door een positieve houding binnen het<br />

bedrijf (waardering voor het bedrijf/beleid, begrip ontstaan voor doelgroep,<br />

vertrouwen in doelgroep,..)<br />

• GEDRAG: Door de afstand is het niet mogelijk om via bedrijfs‐CC het gedrag van<br />

de ontvanger te beïnvloeden. Men kan wel:<br />

- interesse opwekken bij de ontvangers<br />

- doelgroepen stimuleren tot een bepaald gedrag<br />

Doelgroepen structureel tot ander gedrag bewegen is veel moeilijker.<br />

Gedragsverandering kan jaren duren, zeker als het een negatief gedrag is.<br />

Gedrag kan er pas zijn na een positieve houding � kennisdoelstellingen en na<br />

een langere tijd houdings‐ en gedragsdoelstellingen hanteren.<br />

� het creëren van een goede,positieve houding is nodig als goede basis voor<br />

bedrijfsCC, onderlinge CC en sociale contacten.<br />

Onderscheid:<br />

� Zeggenschap van de CCspecialist: als de CCspecialist veel zeggenschap wil hebben maakt<br />

hij de media soms zelf<br />

‘EIGEN MEDIA’ (bereik van exacte doelgroep,niet snel,niet geloofwaardig,…)<br />

MASSAMEDIA: commercials en advertenties (snel,kost is redelijk per ontvanger, geen<br />

exacte doelgroepbereik)<br />

MASSAMEDIA: journalistieke aandacht (snel,geloofwaardig , duur)<br />

� technische verschijningsvorm van de media:<br />

Mondelinge media, gedrukte media, audiovisuele media, auditieve media,<br />

elektronische media.<br />

De techniek bepaalt de effecten � tv= indringender = goed voor gedragsverandering.<br />

3


2.6) sterke boodschap<br />

De inhoud van de boodschap is afhankelijk van de doelgroep,doelstelling, en de<br />

mogelijkheden van het medium.<br />

• Begrijpelijk<br />

Boodschap moet makkelijk te begrijpen zijn. (zinslengte, gedachtesprongen,<br />

logische opbouw,…)<br />

• Aantrekkelijk<br />

Beelden en visualisering maken beelden aantrekkelijk. Ook het onderwerp is<br />

belangrijk. Gemakkelijk onderwerp is aantrekkelijker als een moeilijk.<br />

� associatie met personen maakt het aantrekkelijker<br />

� associatie met andere onderwerpen ook.<br />

• Herkenbaar<br />

Boodschappen zijn pas echt interessant als ze herkenbaar zijn.<br />

Sterke boodschappen lossen problemen op die bij de doelgroep leven én ze laten<br />

zien welke effecten het heeft als de boodschap eigen gemaakt wordt aan de<br />

ontvanger.<br />

• Toegankelijk<br />

- Sterke boodschappen ‐> kern � begin, einde, titel van een bodschap.<br />

- Goede ordening<br />

- Interessante beelden/weetjes op plaatsen waar de aandacht verslapt kan<br />

worden.<br />

2.7) Campagneplan voor bedrijfsCC<br />

Campagneplan � de CCspecialist legt zijn keuzes vast om het probleem aan te pakken.<br />

(doelstellingen, doelgroepen, …)<br />

• Probleemanalyse<br />

Probleembeschrijving opstellen en opstellingen maken + randvoorwaarden<br />

• Doelstellingen en doelgroepen<br />

Welke doelstellingen bereiken bij welke doelgroep? Ook bepalen binnen welke tijd. Het vergt een<br />

weet over de situatie in het bedrijf.<br />

• Strategie<br />

De doelen en de informatie over de doelgroepen is de basis voor de CC strategie. Bepalend voor<br />

effectieve CC is wat u creatief doet met verhalen van de doelstellingen naar de doelgroep.<br />

� op welke manier ga ik de doelgroep proberen te bereiken<br />

Zie schema p. 49<br />

• Inhoud boodschap<br />

Omschrijving van de boodschap.<br />

• Media<br />

Welke media wordt er ingeschakeld en in welke frequentie.<br />

• Begroting<br />

Wat kost de campagne.<br />

• Campagneplan<br />

Een gedetailleerd overzicht van de activiteiten en deelactiviteiten met deadlines en personen.<br />

4


2.8) beleidsplan voor bedrijfsCC<br />

Het beleidsplan van bedrijfsCC is een groter geheel van de CC campagnes over<br />

enkele jaren.<br />

Uitgangspunten van systematische bedrijfsCC: (5‐10 jaar)<br />

• Plaatsbepaling in de samenleving<br />

De maatschappelijke positie van het bedrijf. Positie tegenover ontwikkelingen en<br />

veranderingen. Op welke maatschappelijke gebieden is het bedrijf mee<br />

verantwoordelijk.<br />

• Uitgangspunten van concrete activiteiten<br />

Eerlijkheid en openheid tegenover het bedrijf in beleidsplan.<br />

Meestal eenjarig beleidsplan � welke prioriteiten dit jaar, welke organisatorische<br />

faciliteiten, welk budget,…<br />

2.9) Onderzoek<br />

Onderzoek naar de doelgroepen. Interesse, houding tegenover het bedrijf, …<br />

Systematische bedrijfsCC heeft nood aan veel informatie � wetenschappelijk onderzoeken<br />

(duur en tijdrovend) � niet‐wetenschappelijke onderzoeken doen met:<br />

- persoonlijke contacten:<br />

met leden van de doelgroep; hoogte nemen van reilen en zeilen binnen<br />

de doelgroep.<br />

- Adviesgroepen:<br />

Adviesgroepen onderzoeken hoe de doelgroep handelt en denkt.<br />

- Media‐analyse:<br />

Bijhouden van krant,radio en Tv kunnen we hoogte krijgen van publieke<br />

opinie + informatie over de doelgroep.<br />

- Analyse van bestaande onderzoeken:<br />

Gebruik van reeds gebeurde onderzoeken.<br />

- Literatuuronderzoek<br />

Boeken raadplegen over het onderwerp. (databanken, bibliotheken,…)<br />

5


3) Interne relaties<br />

3.1) Organisatie in verandering<br />

Bedrijven moeten constant ‘veranderen’ omdat de markt verandert. Er worden andere eisen<br />

gesteld en producten veranderen. Dit brengt ook veranderingen mee inde relatie tussen<br />

organisatie en medewerkers. Het beleid verandert en dus ook het werk van de arbeiders.<br />

Om te kunnen veranderen zijn er medewerkers nodig met zicht op de verandering.<br />

Medewerkers die inspiratie,ideeën en inzet willen inbrengen om veranderingen aan te<br />

brengen.<br />

Ook interne CC is belangrijk.<br />

3.2) Mensen met motieven<br />

Er bestaan vele verschillen tussen het soort werk dat mensen verrichten.<br />

• Soort werk<br />

• Hiërarchisch niveau<br />

Hogere en leidinggevende posities �� arbeiders<br />

Meer/minder verantwoordelijkheid/macht<br />

Andere manier van denken en handelen<br />

• Plaats in de organisatie<br />

In een bedrijf zijn er verschillende samenwerkingsverbanden, lijnen en<br />

afdelingen. In elk deeltje is samenwerkingsverband zeer belangrijk.<br />

Ook zijn er belangrijke individuele verschillen<br />

(leeftijd,opleiding,geslacht,drijfveer,inzet,…). Deze verschillen overbruggen is<br />

nodig om interne relaties te bevorderen.<br />

(Verschillende soorten schema p. 59)<br />

3.3) Sleutelen aan gedrag<br />

Door het gedrag van de medewerkers te beïnvloeden kan men er voor zorgen dat het<br />

eindproduct wordt verbeterd. Een balans zoeken tussen persoonlijke motieven en<br />

organisatorische motieven is belangrijk voor een goede organisatie.<br />

3.4) Persoonlijke CC via de lijn<br />

Alleen via persoonlijke CC kan een bedrijf in contact komen met zijn medewerkers. �<br />

zwaartepunt van interne CC. Dit wordt georganiseerd binnen de lijn, hiërarchie van het<br />

bedrijf � lijnCC.<br />

• verticale lijnCC<br />

CC van hoog naar laag. Voorbeeld van intermediairs zijn het middenkader en<br />

lagere kader tussen het management en de werkvloer (zie p.61). zij geven in<br />

beide richtingen de info door. Zij zijn de belangrijkste schakel. Zij zijn een buffer<br />

tussen de bovenste en laagste.<br />

• horizontale lijnCC<br />

op dit niveau wordt er gecommuniceerd op bepaalde niveaus. Medewerkers van<br />

bepaalde dienst communiceren onderling.<br />

• diagonale lijnCC<br />

motivatie, ervaring en ervaring met het onderwerp spelend e belangrijkste rol in<br />

deze CC. Overleg wordt gebeurd tussen lagen en niveaus van de organisatie.<br />

6


Hoe groter het bedrijf hoe moeilijker dit wordt. Mis‐ en non‐CC zijn soms het<br />

gevolg hiervan.<br />

3.5) gedrag van de manager<br />

Managers sturen meestal zelf de CC via de lijn � strategische en overwogen aanpak nodig.<br />

Succesvolle strategie:<br />

- luisteren<br />

Een communicatieve manager moet kunnen luisteren, feedback geven,<br />

suggesties geven, kritiek geven,…<br />

De medewerkers moeten altijd kunnen binnenvallen, veel vragen kunnen<br />

stellen, …<br />

- begrip tonen<br />

Een manager moet geloofwaardig en te vertrouwen zijn � begrip tonen<br />

aan zijn medewerkers.<br />

- feitelijk informeren<br />

Een manager moet ervoor zorgen dat zijn medewerkers een goed<br />

oordeel hebben over bepaalde zaken binnen het bedrijf. Daarom is het<br />

belangrijk ze de juiste informatie te geven.<br />

- oordeel vragen<br />

Als de medewerkers een juist oordeel hebben kunnen ze conclusies<br />

stellen. Met dat oordeel moet de manager ze stimuleren een concreet<br />

plan te maken.<br />

- afspraken maken<br />

Medewerkers kunnen dan zelf met ideeën en suggesties afkomen. Het is<br />

belangrijk die plannen vast te leggen in en er afspraken rond te maken.<br />

Het management heeft nood aan ondersteuning hierin. Dit kan komen<br />

door een CCafdeling<br />

� personal coaching: de manager wordt persoonlijk begeleidt bij die<br />

taak<br />

� presentabel maken van informatie<br />

Schema p. 65<br />

3.6 parallelle CC<br />

CC via de lijn is een goed middel om gedrag te beïnvloeden. Maar er zijn vele nadelen.<br />

- VERVORMING<br />

De manager gaat zijn eigen mening/interpretatie laten doorklinken in de<br />

informatie. Dit is dan verschillende bij de managers.<br />

- TIJD � sommige werknemers ontvangen de info sneller.<br />

� PARALLELE CC<br />

= Alle medewerkers worden via 1 centraal punt gelijktijdig benaderd.<br />

Via CC‐afdelingen en CC‐ adviseurs worden de info via gedrukte, elektronische verspreid.<br />

Zie schema P. 66.<br />

7


3.7) LijnCC ondersteunen.<br />

Als alles goed gaat bestaan er nauwe relaties tussen lijnCC en parallelle CC.<br />

� parallelle ondersteunt lijn CC door:<br />

- gespreksonderwerpen aandragen<br />

er moet regelmatig en op alle vlakken gecommuniceerd worden. Het is<br />

een essentieel onderdeel van bedrijfsvoering. Het beste zijn de media die<br />

periodiek verschijnen (personeelsblad,…). Op deze manier kunnen ook<br />

speerpunten van het bedrijf worden doorverteld.<br />

- normen en waarden aanscherpen<br />

waarden en normen vormen een leidraad in een bedrijf voor de omgang<br />

tss medewerkers, klanten,… . al krijgen de waarden maar betekenis als ze<br />

door het bedrijf echt worden gehanteerd in alles wat ze doen. Door<br />

parallelle CC kunnen ze herhaalt worden � ze worden bedrijfscultuur.<br />

- over de grenzen kijken<br />

Managers zijn gericht op eigen werk maar ook op de sociale omgeving er<br />

rond (collega’s, afdeling, verdieping,…). Hoe groter de organisatie hoe<br />

moeilijker dit wordt. Ook parallelle CC kan hiervoor dienen. Om te laten<br />

zien welke nieuwe ontwikkelingen die belangrijk zijn voor de organisatie<br />

én om te laten zien hoe de organisatie zich naar buiten toe presenteert.<br />

Het is belangrijk om het overaanbod van informatie duidelijk te maken.<br />

(schema p. 70).<br />

- Naslaginformatie bieden<br />

Werkwijzen en veranderingen kunnen soms complex zijn. Dit kan gewoon<br />

uitgelegd worden, maar er is altijd nood om na een tijdje na te kijken hoe<br />

het in elkaar zat<br />

� naslagwerken. (informatiebladen, werkplannen,…)<br />

� huisregels, procedures bij ziektemelding, regelingen, …<br />

3.8) het informele circuit.<br />

Medewerkers zijn langdurig met elkaar in contact � veel informele CC tussen.<br />

Daardoor ontstaan persoonlijke relaties � zeer uitgebreid netwerk van contacten. Ook<br />

geruchtenvorming vindt altijd haar oorsprong in de informele CC. Hoe slechter de lijnCC<br />

functioneert, hoe meer geruchten er worden gevormd. (schema p. 72)<br />

Maar informele CC kan lijn en parallelle CC ook bevorderen. Daarom wordt dit in vele<br />

bedrijven ook gestimuleerd; door de afdeling CC meestal (via sportvoorzieningen,kantines,<br />

personeelsverenigingen,evenementen,bijeenkomsten op sociaal vlak,…).<br />

‘Management by walking around’ � de managers worden vaak gezien bij hun medewerkers.<br />

Dit vergemakkelijkt de CC tussen beide � streven naar persoonlijke en informele<br />

organisaties � persoonlijk contact.<br />

8


4) Mediarelaties<br />

4.1) Publiciteit<br />

� publiciteit = in de openbaarheid brengen<br />

VOORDELEN van een journalist<br />

‐ Door de massamedia gaan mensen over een product/dienst praten. Door een tussenkomst van<br />

een journalist wordt het nog des te betrouwbaarder.<br />

‐ Ontvangers zien een journalist als een onafhankelijke en betrouwbare bron. Van informatie die<br />

van een bedrijf zelf komt wordt er argwanender gekeken.<br />

‐ Massamedia kunnen ook snel een hele grote groep mensen bereiken. Alhoewel dit al<br />

vermindert is door het overaanbod van informatie.<br />

‐ Publiciteit door journalisten kost ook relatief weinig geld � free publicity. Het vraagt wel<br />

energie, tijd en faciliteiten.<br />

‐ Sponsering vraagt natuurlijk wel veel geld.<br />

NADELEN van een journalist:<br />

‐ je hebt geen invloed meer in wat er wordt verteld over het product/dienst. De journalist verteld<br />

alles naar eigen inzicht. Maar ook journalisten hebben baad bij een goede relatie voor de<br />

voorziening van informatie � journalist zal zelf contact opnemen bij een bedrijf.<br />

Soms lopen de belangen van zowel de journalist als het bedrijf parallel. Een nieuw sensationeel<br />

product is zowel een leuk weetje voor de journalist als publiciteit voor het bedrijf.<br />

4.2) de Journalist<br />

Een journalist wil gewoon het publiek goed en interessant informeren. Daarvoor gaan ze zicht<br />

beroepen op hun bronnen (journalistieke vrijheid en onafhankelijkheid). Er zijn natuurlijk grote<br />

verschillen tussen de verschillende massamedia:<br />

- Het medium of programma<br />

Elke medium heeft z’n eigen selectiecriteria (GVA �� DS). De<br />

verschillende mediacontacten zijn ingedeeld in groepen. (Zie schema p.<br />

80). De verschillende media hebben ook verschillende interesse;<br />

beleidsinformatie �� productie informatie.<br />

- De rubriek of het programmaonderdeel<br />

Binnen een medium zijn er nog verschillende manieren van aanpak.<br />

Samenstellen van sportpagina of de beurspagina. Dit heeft invloed op zijn<br />

selectiecriteria.<br />

Een journalist krijgt veel informatie binnen (persbureaus, correspondenten,<br />

bedrijven,actiegroepen,…). Een fractie van al deze informatie is genoeg om de krant te vullen. �<br />

er wordt een drastische selectie gevoerd.<br />

� eenvoudig bewerking toepassen<br />

De tekst die wordt gebruikt wordt weinig verandert. Soms stukjes verandert.<br />

� controleren<br />

De journalist kan soms iets niet vertrouwen. Hij zoekt contact met mensen die die de<br />

juistheid/volledigheid kunnen controleren. In de praktijk gebeurt dit weinig door<br />

tijdnood.<br />

9


� aanvullen<br />

Berichten worden soms aangevuld met stukjes uit andere bronnen (archief of andere<br />

berichten).<br />

� verrichten van veldwerk<br />

De binnengekomen informatie wordt gebruikt als uitgangspunt voor eigen reportage.<br />

Veldwerk � bezoeken en interviews voor artikel,…<br />

4.3) nieuws brengen<br />

Nieuws is het centrale punt van de selectie. Wat er juist in de krant komt hangt af van<br />

ABABA‐formule:<br />

- ACTUEEL: juist gebeurt of staat nog te gebeuren<br />

- BELANGRIJK: staat er veel op het spel, … � hoe negatiever de gevolgen,<br />

hoe groter de interesse<br />

- AFWIJKEND: nieuws wijkt af van het normale<br />

- BELANGSTELLING: nieuws vinden veel kijkers/luisteraars interessant.<br />

- AUTORITEIT: het nieuws is van een belangrijke bron afkomstig.<br />

Verder is het ook belangrijk rekening te houden met de organisatie van het medium.<br />

Voorbeeld: de deadline voor het productieproces. Als de informatie te laat aankomt is het<br />

wss ook de volgende editie geen nieuws meer.<br />

Journalist kan wel een aantal dingen in het oog houden om de informatie te laten waarderen.<br />

- aansluiten bij actuele thema’s<br />

de informatie kan aangesloten worden bij een onderwerp dat moment in<br />

de belangstelling staat.<br />

Vb. een groot bedrijfsongeluk � meer aandacht voor<br />

bedrijfsongelukken.<br />

- ophangen aan bekende personen<br />

De nieuwswaarde wordt verhoogd als het in contact staat met bekende<br />

personen. BV’’s of bekende personen in dat vakgebied. (vb. minister<br />

opent een nieuw fabriekshal)<br />

Journalisten zijn primeurjagers; ze willen de eerste zijn met een bepaald nieuwtje.<br />

Informatie kan gegeven worden aan een bepaalde journalist � maakt duidelijk dat de<br />

informatie exclusief is. Zal dus ook maar in 1 medium worden uitgegeven � dit is soms in<br />

strijd met doelstellingen en kan de relatie met andere journalisten schaden.<br />

4.4) perscontacten organiseren<br />

Zoveel mogelijk media benaderen is goed<br />

� selectief zijn<br />

- nieuwswaarde van het onderwerp<br />

- benodigdheid van snelheid van verspreiding<br />

- groepen waarvoor het bericht belangrijk is<br />

- speciale belangstelling van de media<br />

10


Er zijn ook medialijsten om een snelle selectie te maken van belangrijke media/journalisten.<br />

Belangrijke gegevens (naam medium, naam journalist, betrokken deelredactie, nummers,<br />

adres,sluitingstijden, regels en afspraken,…)<br />

� handig om een bericht op een goede manier bij de journalist te krijgen.<br />

(Spelregels voor perscontacten p. 87)<br />

Belangrijk: alle contacten met journalisten via 1 vast punt. Soms 1 medewerker anders een<br />

persdienst (grotere bedrijven).<br />

Persberichten, persconferenties en persinterviews zijn de belangrijkste vormen van<br />

mediacontact.<br />

Soms durft een journalist ook bellen om bepaalde zaken te verifiëren., of als hij weinig tijd<br />

heeft.<br />

Persconferentie wordt soms te vaak gekozen. Het is beter alleen voor dat te kiezen als bij het<br />

onderwerp persoonlijk contact onontbeerlijk is.<br />

11


8) Relaties met de naaste omgeving<br />

8.1) Actief deelnemen in de omgeving<br />

Een bedrijf is afhankelijk van de omgeving. Locatie, buren, natuur,… . Actieve deelname aan<br />

de processen en gebeurtenissen van de naaste omgeving is belangrijk voor het bedrijf. �<br />

wederzijds begrip.<br />

� community relations (maatschappelijke verantwoordelijkheid tonen; besluitvorming over<br />

de kwaliteit van de naaste omgeving beïnvloeden.<br />

Ook de inwoners van de buurt willen weten of het bedrijf wel rekening hout met de<br />

omgeving.<br />

8.2) organisaties aks doelgroep<br />

Organisaties die samen strijden voor iets zijn dus belangrijk als relaties binnen de omgeving;<br />

omdat ze in staat zijn ze te beïnvloeden.<br />

� politieke organisaties<br />

� economische organisaties<br />

� sociale organisaties<br />

(Zie p. 144‐145 schema’s)<br />

Bedrijf kan vele relaties onderhouden (medewerkers, familieleden van medewerkers,<br />

oud)medewerkers,…) � zoveel mogelijke doelgroepen; belangrijke contacten �<br />

intermediaire doelgroepen.<br />

8.3) bevolking als doelgroep<br />

Los van de organisatie is de totale bevolking van de naaste omgeving een belangrijke<br />

doelgroep. 2 manieren:<br />

- de omwonende<br />

Mensen die wonen binnen een straal van enkele 100de meters rond het<br />

bedrijf. Stank, reukoverlast, verkeer,…<br />

Belangrijk om begrip te vragen van de omgeving, en rekening te houden<br />

met de wensen,…<br />

- de gebiedsbevolking<br />

Ook alle inwoners van het gebied dat het bedrijf tot zijn naaste omgeving<br />

rekent. � publieke invloed (kan besluitvorming beïnvloeden)<br />

Ook massamedia kunnen de publieke opinie veranderen � belangrijke intermediairs. Ook<br />

actiegroepen proberen de publieke opinie te beïnvloeden.<br />

In lokale gemeenschappen kent iedereen de opinieleiders.<br />

8.4) participatie stimuleren<br />

Participeren is belangrijk om relaties te onderhouden. (betrokkenheid). Mede door<br />

medewerking van medewerkers.<br />

Het is de taak van de bedrijfsCC om activiteiten te coördineren en voorwaarden te scheppen.<br />

8.5) donaties en sponsoring<br />

Ook een manier om de relatie met de omgeving te onderhouden is donaties en sponsoring.<br />

- DONATIE:<br />

Eenmalige of periodieke geld geven aan een organisatie, zonder<br />

tegenprestatie.<br />

Vb. stukje in verenigingsblad, …<br />

12


- SPONSORING:<br />

De organisatie financiert organisaties/evenementen. Het is een<br />

commerciële activiteit dus er is een tegenprestatie. Meestal in de vorm<br />

van affichage van de bedrijfsnaam, soms ook verlenen van faciliteiten.<br />

Taak van het bedrijf: criteria opstellen, afwerken van aanvragen,<br />

meewerken aan gesponsorde organisaties en verzorgen van publiciteit<br />

hier rond.<br />

8.6) presentatie en representatie<br />

Het is belangrijk om mee te participeren in de omgeving.<br />

Representatie: spreekbeurt voor organisaties.<br />

Een andere mogelijkheid is om de mensen (buurtbewoners, opinieleiders of bestuurders) zelf<br />

te laten kennis maken met het bedrijf. Handig om ideeën uit te wisselen met het<br />

management.<br />

8.7)publieke opinie beïnvloeden<br />

Regelmatig communiceren is de basis voor het beïnvloeden.<br />

Via massamedia: ‐ perscontacten � free publicity<br />

‐ sponsoren van programma’s van lokale/regionale omroep.<br />

‐ adverteren (via corparte advertising )<br />

Dit kan ook gebeuren via een huisorgaan voor de doelgroepen in de omgeving.<br />

(Schema p.151)<br />

13


11) Overzicht van de communicatiemedia<br />

11.1) De persoon als medium<br />

Personen zijn hét middel bij uitstek om boodschappen over te brengen; nog steeds is<br />

mondelinge CC een veel gebruikt middel. Er is direct contact tss zender en ontvanger.<br />

� directe terugkoppeling<br />

� inhoud van de CC kan men direct aanpassen<br />

� goede mogelijkheden voor houdings‐ en gedragsverandering<br />

MAAR: kostbaar, beperkt in omvang, ontvanger dwingen mee te doen,…)<br />

Soms worden er hulpmiddelen gebruikt om de boodschap over te brengen.<br />

(overheidprojector,…).<br />

• Tweegesprek<br />

Gesprek tussen 2 mensen, mondelinge CC.<br />

Vb: telefoonCC, infobalie,…<br />

• Toespraak<br />

Dit is eenzijdige CC. Er is altijd wel de mogelijkheid om vragen te stellen. De<br />

resultaten van kennisoverdracht zijn beperkt.<br />

• Overleg<br />

Een groepsgesprek waarbij een resultaat, meestal in besluitvorm wordt<br />

opgesteld. � er wordt samen een groepsnorm gecreëerd.<br />

TELECONFING: praten door middel van een ‘beeldtelefoon’.<br />

• cursus/training<br />

Men kan verschillende doelen realiseren. Wel grote mogelijkheden van<br />

kennisoverdracht. Het is ook goed om gedrag en houdingen te beïnvloeden.<br />

• Ontvangst<br />

� een sociale gebeurtenis met daarvoor speciaal uitgenodigde mensen. De<br />

aanleiding is meestal een speciale gebeurtenis. Veel mogelijkheden voor het<br />

leggen van informele contacten.<br />

• Demonstratie<br />

� methodedemonstratie (hoe komt iets tot stand)<br />

� effectdemonstratie (wat is het effect)<br />

• Rondleiding<br />

� Een kleine groep mensen langs een aantal plaatsen leiden en daar toelichting<br />

geven. Het geeft een indruk van het bedrijf.<br />

� beperkte groepsomvang � duur.<br />

• Open huis<br />

Openstellen van bedrijfspoorten voor mensen van buiten. Je kan veel mensen<br />

ontvangen op relatief korte tijd. De organisatie moet perfect zijn want foute<br />

indruk blijft lang hangen.<br />

14


• Symposium<br />

Een bijeenkomst van studiekarakter rond een bepaald thema � het kweken en<br />

onderhouden van goede persoonlijke contacten. Zeer beperkte effectiviteit van<br />

kennisoverbrenging. Ook duur en riskant.<br />

• Quiz<br />

Goed middel om kennis te toetsen (vraag en antwoord). Het activeert het publiek<br />

en geeft de kans zich te identificeren met een persoon of groep. Meestal in<br />

combinatie met lezing of audiovisuele presentatie.<br />

• beurs<br />

Via een stand op een beurs kunnen producten en een bedrijf zelf gepresenteerd<br />

worden. Persoonlijke Cc is het hoofddoel. De bezoekers zijn geïnteresseerd en<br />

komen uit eigen wil. Het geeft veel mogelijkheden voor persoonlijke<br />

ondersteuning.<br />

Nadelen: beperkte tijd, oppervlakkig, …<br />

11.2) Gedrukte media<br />

• strooibiljet<br />

Klein briefje met korte boodschap op voor en achterkant bedrukt. Meestal<br />

gewoon overhandigt aan passanten op straat, verkooppunten,…<br />

• circulair<br />

� een rondschrijven. Enkele velletjes papier bestemd voor een bepaalde groep<br />

mensen. Aankondigingen of uitnodigingen,….<br />

• Brief<br />

Brief verdwijnt langzamerhand � telefoon. Ook circulaire brieven op de<br />

computer komen meer voor om informatie door te geven. Een brief is wel<br />

persoonlijker.<br />

• mailing<br />

Een CC‐uiting die via de postbus of brievenbus bij de ontvanger komt.<br />

� directe mailing: een cc‐uiting op naam<br />

Het is gericht op het opwekken van een reactie bij de ontvanger.<br />

• Folder<br />

� een vouwblad. Meestal gaat het over maar 1 onderwerp. Het geeft snel,<br />

beperkte informatie.<br />

• Brochure<br />

Een aantal vellen papier (aan elkaar gehecht). Veel informatie, uitdiepen van<br />

onderwerpen,meer informatie dan een folder,duurder,…<br />

• Informatieblad<br />

Feitelijke informatie over producten en werkwijzen (in de vorm van een kaart of<br />

blad). Handig bij een product.<br />

• Documentatiesysteem<br />

15


Om de ontvanger te stimuleren alle folder, infobladen,… bij elkaar te houden �<br />

in een documentatiesysteem.<br />

Voordelen: Gemakkelijke naslag en groepering van informatie.<br />

• Mededelingenbord<br />

Een prikbord voor de medewerkers voor nieuwe berichtjes. Goedkoop snel en<br />

veel mensen bereiken.<br />

• Boek<br />

Het geeft een onderwerp een meerwaarde. Het wordt langer bewaard en is<br />

belangrijker. Het wordt weinig gehanteerd (alleen speciale gelegenheden)<br />

• affiche<br />

Affiche,poster of aanplakbiljet � korte en krachtige boodschappen.<br />

Speciale grote � billboards. Vormgeving is belangrijk.<br />

11.3) Periodieken<br />

• personeelsblad of medewerkerblad<br />

Periodiek, speciaal voor eigen medewerkers. Onderwerpen speciaal voor de<br />

medewerkers.<br />

Belangrijk: actueel, human interesting onderwerpen, ontspanning,..<br />

Er kan zeer praktische informatie mee verspreid worden.<br />

• Huisorgaan<br />

Een periodiek voor externe doelgroepen. Het doel is creëren van een band met<br />

de doelgroep en begrip kweken.<br />

• sponsored magazine<br />

Een specifieke vorm van huisorgaan. Het bedrijf is verantwoordelijk voor de<br />

inhoud, de titel verklapt dit niet. Ze zijn product‐ en dienstgericht �<br />

marketingCC.<br />

• Nieuwsbulletin<br />

Actuele informatie, snel en herkenbaar brengen � vaste naam en vaste lay‐out.<br />

Wordt veel gebruikt om de tussentijd tussen 2 personeelsbladen te overbruggen<br />

om iets speciaal aan te kondigen.<br />

• Nieuwsbrief<br />

Vele nieuwtjes opgespaard � enkele A4 pagina’s. meestal gericht op externe<br />

doelgroepen. Snelle en goedkope productie.<br />

• Jaarverslag<br />

Belangrijkste: financieel jaarverslag, sociaal, medewerkers‐,milieu‐,…<br />

Jaarlijkse verslaggeving over bepaalde onderwerpen. Ze bevatten complexe<br />

informatie � meestal vereenvoudigd in medewerkerjaarverslagen.<br />

• tussentijdsverslag<br />

Grote ondernemingen brengen een halfjaarlijks of kwartaalverslag uit.<br />

16


11.4) Inschakelen van massamedia<br />

Bedrijven hebben soms een persafdeling � contact met de pers. Maar wordt nu<br />

meestal gedaan door rechtstreeks te communiceren met de doelgroep. Het is snel,<br />

relatief goedkoop, groot bereik en geloofwaardig.<br />

Voorbeelden:<br />

• persbericht<br />

Je kan een journalist voorzien van schriftelijke informatie over een actueel<br />

onderwerp. Of je kan de journalist kant‐en‐klare informatie aanbieden (grotere<br />

kans op plaatsing).<br />

• Persartikel<br />

Als de informatie zo is ingekleed dat de redactie het zo kan plaatsen �<br />

persartikel. Wordt volledig toegeschreven naar een bepaald medium.<br />

• Perscommuniqué<br />

= een officiële verklaring aan de journalisten, meestal mondeling gepresenteerd<br />

door een woordvoerder en daarna op schrift overhandigt. Meestal gedaan in<br />

crisissituaties. Het is meer en verklaring en geen echt persbericht.<br />

• Persconferentie<br />

De persoonlijke CC met de journalist staat centraal. Het bedrijf nodigt een aantal<br />

journalisten uit. wordt alleen gebruikt als je niet anders kan dan schriftelijk<br />

communiceren, of als er veel vragen worden verwacht van de journalisten.<br />

• media‐interview<br />

= een tweegesprek tussen een vertegenwoordiger van een bedrijf en een<br />

journalist. Manier om een verhaal human interest mee te geven. Je krijgt veel<br />

aandacht van de journalist.<br />

• advertenties en commercials<br />

Als de organisatie over haarzelf communiceert via advertenties en commercials<br />

� corporate advertising/ institutioneel adverteren. Ze hebben een sterk<br />

informatief karakter. Wordt ook gebruikt om een bepaald bedrijfsimago aan te<br />

kweken bij externe groepen. Wordt ook soms gebruikt om standpunten enzo<br />

weer te geven.<br />

• Advertioral<br />

Bedrijfsboodschappen in een redactioneel jasje.<br />

• Knipselkrant<br />

Gekopieerde verzameling van artikelen en berichten uit kranten en tijdschriften<br />

met ontwikkelingen en trends in die van belang zijn voor het bedrijf én het<br />

noemen en beschrijven van bedrijfsaangelegenheden.<br />

11.5) Audiovisuele media<br />

Werken in op het oog en het oor � aandacht trekken. Ze kunnen gemakkelijk emoties<br />

overbrengen en ze zijn handig voor gedragsveranderingen, houding, bewustwording,… . ze<br />

schijnen objectief te zijn, en schijnen geloofwaardigheid uit. beelden worden gemakkelijker<br />

onthouden.<br />

17


• band/diarepresentatie<br />

= een diaprojector gekoppeld aan een bandrecorder.<br />

Beelden en geluiden lopen synchroon.<br />

• Film<br />

Er is een intense confrontatie (in een donkere plaats). Het is relatief duur een film<br />

te maken. Het is zeer indringend.<br />

• Videoprogramma<br />

Video = elektronisch filmen. Gemakkelijk, niet duur en technisch eenvoudig. Het<br />

is snel gemaakt en gemakkelijk om veel personen mee te bereiken.<br />

• videojournaal<br />

Het is een middel voor periodieke communicatie met de eigen medewerkers. Het<br />

is gemakkelijk voor grote bedrijven met veel vestigingen. Het is wel duur en er<br />

moet apparatuur voor handen zijn.<br />

11.6) Elektronische media<br />

Nieuwe toepassingen in de media, vb. computer. Gebruikt binnen of buiten de bedrijfsCC. �<br />

snel, interactief, en afstand is geen probleem.<br />

• CD<br />

Compact disc � gegevens opslaan.<br />

• Electronic mail<br />

Intern communicatiesysteem � iedereen van het bedrijf krijgt ze via mail. Snelle<br />

informatieverspreiding en snelle reacties zijn mogelijk.<br />

• Tentoonstelling<br />

• Rapport<br />

• Beeldkrant<br />

• Cassettebandje<br />

• …<br />

18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!