11.07.2015 Views

Lees de nieuwe Swetenswaardigheden - Open Universiteit Nederland

Lees de nieuwe Swetenswaardigheden - Open Universiteit Nederland

Lees de nieuwe Swetenswaardigheden - Open Universiteit Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Postdoctorale opleiding totgezondheidszorgpsycholoog 6Nieuw boek Klinische psychologie 11Drukbezochte en inspireren<strong>de</strong>lustrumdag 12Belangrijke wijzigingen scriptiehandleidingen17SWetenswaardighe<strong>de</strong>napril 2000, 9e jaargang, nummer11http://www.ou.nl/open/swetensw


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 12 COLOFONINHOUD9e jaargang, nummer 1, april 2000SWetenswaardighe<strong>de</strong>nInformatiebullitin voor: diplomastu<strong>de</strong>nten SW enafgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> SW. Daarnaast si er in alle studiecentraeen exemplaar in <strong>de</strong> bibliotheek aanwezig.Verschijnt minimaal 3 keer per jaar.3 Woord vooraf4 <strong>Open</strong> dag OUNL5 Even voorstellen ...SWetenswaardighe<strong>de</strong>nteamAlbert KampermannBirgit MayerMarga WinnubstGert AlblasDick Disselkoen (redactie)Annette Bouwels (grafische vormgeving)Sandra Daems (grafische vormgeving)Redactieadres<strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> Ne<strong>de</strong>rland, Sociale wetenschappent.a.v. drs. Albert Kampermann, Postbus 29606401 DL Heerlen (tel. 045-5762393)e-mail: albert.kampermann@ou.nlInternet: http://www.ou.nl/open/swetens/6 Postdoctorale opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog8 In gesprek met ...11 Nieuw boek Klinische psychologie12 Drukbezochte en inspireren<strong>de</strong> lustrumdag16 Even voorstellen ...17 Belangrijke wijzigingen scriptiehandleiding19 Op zoek naar <strong>de</strong> stage van...21 Even voorstellen...OmslagAnnette Bouwels en Sandra DaemsLezersbijdragen van stu<strong>de</strong>nten en afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n zijnwelkom. De redactie behoudt zich het recht voor omingezon<strong>de</strong>n stukken aan te passen of niet te plaatsen.Verhuizing of onjuiste adresseringen kunt u schriftelijkdoorgeven aan bovenstaand redactieadres.22 De scriptie van Elaine Boorsma24 Competenties26 Korps moet eigen potentieel opsporen30 Onbewuste beïnvloeding van gedrag33 Even voorstellen...34 Internetmarge


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1WOORD VOORAFHenk van <strong>de</strong>r MolenOn<strong>de</strong>rwijs<strong>de</strong>caan PsychologieVoor u ziet u het eerste nummer van SWetenswaardighe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> 21e eeuw. Die eeuwis wat betreft onze universiteit in het algemeen, en <strong>de</strong> opleiding psychologie in het bijzon<strong>de</strong>r,turbulent begonnen. Variantenstudie en zelfstudie zijn daarbij twee trefwoor<strong>de</strong>n,die betekenen dat er respectievelijk op <strong>de</strong> OUNL en haar koers en op <strong>de</strong> kwaliteitvan <strong>de</strong> opleiding psychologie driftig gestu<strong>de</strong>erd wordt.3De variantenstudie vindt plaats in verband met <strong>de</strong> door On<strong>de</strong>rwijsminister Hermans inhet Hoger On<strong>de</strong>rwijs en On<strong>de</strong>rzoeksplan (HOOP 2000) aangekondig<strong>de</strong> bezuinigingenvoor onze universiteit. Daarbij zou <strong>de</strong> bekostiging op termijn teruglopen van 75 naar60 miljoen. Hij schetste in dat plan twee toekomstvarianten. In <strong>de</strong> eerste variant zou<strong>de</strong>nonze opleidingen bestuurlijk on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hoe<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong> Maastricht (UM)komen, en het On<strong>de</strong>rwijstechnologisch Expertisecentrum (OTEC) zou dan een lan<strong>de</strong>lijkinstituut wor<strong>de</strong>n ten behoeve van <strong>de</strong> innovatie van het hoger on<strong>de</strong>rwijs in Ne<strong>de</strong>rland.In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> variant werd een weg voorzien waarbij onze universiteit op termijn zouveran<strong>de</strong>ren in een marktgerichte private instelling, met steeds min<strong>de</strong>r overheidsfinanciering.Deze bei<strong>de</strong> varianten zijn inmid<strong>de</strong>ls vrijwel geheel van <strong>de</strong> baan. In het <strong>de</strong>finitief aan <strong>de</strong>Minister aan te bie<strong>de</strong>n rapport, dat half april gereed moet zijn, wor<strong>de</strong>n ze nog welgenoemd, maar er zijn twee <strong>nieuwe</strong> varianten, waaruit het College van Bestuur van <strong>de</strong>OUNL er uitein<strong>de</strong>lijk een moet kiezen. Nieuwe Variant 1 voorziet in een Digitale <strong>Open</strong><strong>Universiteit</strong>, waarbij <strong>de</strong> instelling zelfstandig blijft en samenwerkingsverban<strong>de</strong>n kanaangaan met an<strong>de</strong>re instellingen voor hoger on<strong>de</strong>rwijs: universiteiten en hogescholen.Nieuwe Variant 2 voorziet ook in een Digitale <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong>, maar gaat daarbij uitvan een bestuurlijke fusie met <strong>de</strong> UM, waarbij het OTEC samen met <strong>de</strong> op on<strong>de</strong>rwijstechnologiegerichte instituten van <strong>de</strong> UM een grote Educatieve faculteit gaat vormen.De opleidingen, psychologie, cultuurwetenschappen, rechten, enzovoort blijven indie twee<strong>de</strong> variant in eerste instantie zelfstandig, omdat het contacton<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong>UM heel an<strong>de</strong>rs is opgezet dan het afstandson<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong> OUNL. Op termijn kunnendie twee echter naar elkaar toegroeien en van elkaars expertise profiteren.De discussies rondom <strong>de</strong> varianten zorgen in Heerlen en in <strong>de</strong> studiecentra, terwijl urustig aan het stu<strong>de</strong>ren bent, wel voor <strong>de</strong> nodige onrust. Maar er lijkt ook enig goednieuws te zijn: in <strong>de</strong> meest recente notities wordt niet meer gesproken over een bezuinigingvan vijftien miljoen, maar van ‘slechts’ vier miljoen. Daarover is op dit momentechter nog niets zeker. Nadat het rapport is aangebo<strong>de</strong>n, zal <strong>de</strong> Minister zelf een <strong>de</strong>finitiefbesluit nemen.Dit alles zal u, als stu<strong>de</strong>nt psychologie, wellicht maar matig interesseren: het is eeninterne OUNL-aangelegenheid. U hoeft zich ook geen grote zorgen te maken; <strong>de</strong> opleidingpsychologie van <strong>de</strong> OUNL is met rechtswetenschappen qua stu<strong>de</strong>ntenaantallen <strong>de</strong>grootste en zal zeker blijven bestaan. Toch raakt <strong>de</strong> variantendiscussie <strong>de</strong> kwaliteit en<strong>de</strong> toekomst van uw opleiding wel <strong>de</strong>gelijk.Zelfstudie, dat was het twee<strong>de</strong> trefwoord. De kwaliteit van <strong>de</strong> opleiding wordt op ditmoment on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loep genomen in het zogenaam<strong>de</strong> zelfstudierapport. Dat rapportwordt geschreven in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvisitatie, die dit najaar zal plaatsvin<strong>de</strong>n.Bij zo’n visitatie, die eens in <strong>de</strong> zes jaar uitgevoerd wordt, wor<strong>de</strong>n alle opleidingenpsychologie in Ne<strong>de</strong>rland op hun kwaliteit beoor<strong>de</strong>eld door een visitatiecommissie. In<strong>de</strong> opleiding psychologie is sinds <strong>de</strong> vorige, kritische visitatie veel veran<strong>de</strong>rd. De prope<strong>de</strong>use,die eerst meer algemeen sociaal-wetenschappelijk van aard was, is een echtepsychologieprope<strong>de</strong>use gewor<strong>de</strong>n: wie <strong>de</strong> prope<strong>de</strong>use bij ons haalt, zou zon<strong>de</strong>r veelmoeite kunnen overstappen naar een reguliere universiteit. Er is veel verbeterd in heton<strong>de</strong>rwijs in professionele vaardighe<strong>de</strong>n.


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 14 Dat heeft geleid tot <strong>de</strong> mogelijkheid <strong>de</strong> Basisaantekening psychodiagnostiek van hetNIP te behalen. Er is een twee<strong>de</strong>, en veel belangstelling van stu<strong>de</strong>nten trekken<strong>de</strong>, afstu<strong>de</strong>errichtingGezondheidspsychologie gekomen. Er loopt een groot project (IMTO) terverbetering en innovatie van het Metho<strong>de</strong>n-en-Technieken-on<strong>de</strong>rwijs. Er is een stage inhet curriculum ingevoerd. En ten slotte zijn <strong>de</strong> procedures rondom het schrijven vaneen scriptie sterk verbeterd. We zien die visitatie daarom met vertrouwen tegemoet.Uitein<strong>de</strong>lijk is het oor<strong>de</strong>el van die commissie van belang voor <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het aanonze universiteit verkregen diploma en daarmee voor <strong>de</strong> kansen op <strong>de</strong> arbeidsmarktvan bij ons afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> psychologen, van u dus.U merkt het: wij zijn hard aan het werk en bouwen voort aan <strong>de</strong> studie. In dit nummervindt u o.a. informatie over <strong>de</strong> postdoctorale opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog,een interview met <strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> projecthoogleraar Metho<strong>de</strong>n en Technieken vanOn<strong>de</strong>rzoek, een verslag van <strong>de</strong> vorig jaar georganiseer<strong>de</strong> lustrumdag voor stu<strong>de</strong>ntenen alumni, informatie over belangrijke wijzigingen in <strong>de</strong> scriptiehandleiding, interviewsmet recentelijk aan <strong>de</strong> OUNL afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> psychologen en bijdragen van enkele vanonze docenten. Dit alles om <strong>de</strong> studie even te on<strong>de</strong>rbreken. Wij wensen u daarbij veelplezier!OPEN DAG OUNLGeïnteresseer<strong>de</strong> (aankomen<strong>de</strong>) stu<strong>de</strong>nten wordt aangera<strong>de</strong>n om zaterdag 27 mei tereserveren in hun agenda. Op <strong>de</strong>ze dag namelijk zetten <strong>de</strong> studiecentra hun <strong>de</strong>urenopen om belangstellen<strong>de</strong>n voorlichting te geven over stu<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong> <strong>Open</strong><strong>Universiteit</strong> Ne<strong>de</strong>rland: welke opleidingen zijn mogelijk, wat voor studiemateriaalwordt er gebruikt, wat is <strong>de</strong> gewenste voorkennis, enzovoort. In <strong>de</strong> meeste studiecentrain het land zullen zowel studiebegelei<strong>de</strong>rs als docenten uit Heerlen aanwezig zijnom vragen te beantwoor<strong>de</strong>n.


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1Even voorstellen ...5Als ik <strong>de</strong> tekst op mijn bul moet geloven, heb ik ooit eens Duitse taal- en letterkun<strong>de</strong>gestu<strong>de</strong>erd. Ondanks het feit dat ik nog niet echt tot <strong>de</strong> gesettel<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare leeftijdgerekend mag wor<strong>de</strong>n, lijkt het toch al vreselijk lang gele<strong>de</strong>n dat ik mij intensief bezigheb gehou<strong>de</strong>n met Johann Wolfgang von Goethe, Hugo von Hofmannsthal en ThomasBernhard.Dick DisselkoenAl vrij snel na mijn afstu<strong>de</strong>ren werd ik bij<strong>de</strong> <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> als zogeheten cursusteam-c.q. projectlei<strong>de</strong>r aangesteld bij<strong>de</strong> faculteit Cultuurwetenschappen. Mijnlief<strong>de</strong> voor het geschreven woord en <strong>de</strong>muziek kon ik helemaal uitleven in hetontwikkelen van een doctoraalcursus overopera. Maar voor Cultuurwetenschappenheb ik ook regelmatig lezingen gegeven,enkele vertalingen en heel veel tentamenvragengemaakt.Dat werkt nog steeds een beetje door inmijn huidige functie als redacteur bijSociale wetenschappen. Ik vind hetbelangrijk dat <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt verzorgd, goedgestructureerd en het liefst foutloos studiemateriaalontvangt; momenteel hoofdzakelijkin schriftelijke vorm, maar in <strong>de</strong>toekomst ook elektronisch. Helaas zijn erbij Sociale wetenschappen maar weinigcursussen met mooie illustraties, want datzou het werk nog spannen<strong>de</strong>r maken. AanNa een perio<strong>de</strong> buiten <strong>de</strong> <strong>Open</strong><strong>Universiteit</strong> werd ik 1997 weer ‘binnengehaald’om <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten telefonisch tewoord te staan over het beroem<strong>de</strong> inpassingsvoorstel.Aansluitend kwam ik ooknog bij het On<strong>de</strong>rwijsbureau Humanioraterecht. Vanwege dit leven bij <strong>de</strong> onophou<strong>de</strong>lijkrinkelen<strong>de</strong> telefoon zijn mijnoren maan<strong>de</strong>nlang letterlijk roodgloeiendgeweest, maar heb ik wel veel inzichtgekregen in <strong>de</strong> problemen waar stu<strong>de</strong>ntenbij onze universiteit mee te maken(kunnen) krijgen. Ondanks <strong>de</strong> ‘langeafstand’ in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsvorm van <strong>de</strong>OUNL probeer<strong>de</strong> ik bij mijn werkzaamhe<strong>de</strong>nsteeds <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten als doelgroep inhet vizier te hou<strong>de</strong>n.<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant echter leer ik inhou<strong>de</strong>lijkzoveel nieuws over psychische stoornissen,gespreksvoering of arbeidssociologiedat ik mij voorlopig niet kan vervelen.Maar mijn leven bestaat gelukkig nietalleen uit het verbeteren van interpunctieen tekstopbouw en het lezen over fobieën.Ik lees veel literatuur, bezoek regelmatigoperavoorstellingen, concerten en tentoonstellingenen maak mijn vakantiedagenook gemakkelijk op met reizen.En die studie van lang, lang gele<strong>de</strong>n? Ach,Duitsland ligt in <strong>de</strong> achtertuin vanHeerlen, dus Goethe citeer ik in winkelsen restaurants en <strong>de</strong> beruchte naamvallenzijn vrijwel dagelijkse kost. Gar keinProblem.


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 16 Postdoctorale opleiding totgezondheidszorgpsycholoogVoor psychologen, pedagogen en geestelijk gezondheidkundigen die werkzaam willenzijn in <strong>de</strong> (geestelijke) gezondheidszorg wordt een postdoctorale opleiding tot gezondheidszorgpsycholoogverzorgd. De wettelijk bescherm<strong>de</strong> titel gezondheidszorgpsycholoogis tot stand gekomen in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Wet BIG (Beroepen in <strong>de</strong> IndividueleGezondheidszorg), die in 1998 in werking is getre<strong>de</strong>n.door Henk van <strong>de</strong>r MolenIn verband met <strong>de</strong> inwerkingtreding van<strong>de</strong>ze wet is voor een <strong>nieuwe</strong> postdoctoraleopleidingsstructuur gekozen. In <strong>de</strong>zeopleidingsstructuur volgt men eerst <strong>de</strong>(postdoctorale) opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog(Gz-psycholoog);<strong>de</strong>ze duurt twee jaar. Ze bestaat uit tenminste 180 uren theoretisch en/of praktischon<strong>de</strong>rwijs en 2790 uren (gesuperviseer<strong>de</strong>)werkervaring. Daarna zal er vooreen beperkt aantal Gz-psychologen <strong>de</strong>mogelijkheid zijn zich te specialiseren totklinisch psycholoog in een opleidingstrajectvan drie jaar. De Gz-psycholoog wordt<strong>de</strong> psycholoog die toegang heeft tot <strong>de</strong>hulpverlening in <strong>de</strong> gezondheidszorg.EindtermenDe Gz-psycholoog is breed inzetbaar in<strong>de</strong> geestelijke gezondheidszorg, <strong>de</strong> somatischegezondheidszorg, <strong>de</strong> gehandicaptenzorg,revalidatie, ou<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> forensischezorg. Hij/zij beschikt over kennis envaardighe<strong>de</strong>n o.a. met betrekking tot diagnostiek,indicatiestelling en psychologische/pedagogischeinterventies.RegisterIn het ka<strong>de</strong>r van voornoem<strong>de</strong> Wet BIG isper 1 april 1998 door <strong>de</strong> overheid eenregister ingesteld voor <strong>de</strong> Gz-psycholoog.Het met goed gevolg afron<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>postdoctorale beroepsopleiding tot Gzpsycholoogleidt tot opname in ditregister.Vooropleidingseisen Gz-psycholoogDe opleiding staat open voor doctorandiin <strong>de</strong> psychologie, <strong>de</strong> pedagogiek en <strong>de</strong>geestelijke gezondheidkun<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> tabelgeven we aan welke vakken <strong>de</strong>el moetenhebben uitgemaakt van <strong>de</strong> vooropleidingen met welke vakken uit het psychologiecurriculumvan <strong>de</strong> <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong>Ne<strong>de</strong>rland aan <strong>de</strong>ze vereisten wordt voldaan.Enkele stu<strong>de</strong>nten van <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>errichtingGezondheidspsychologie van <strong>de</strong>OUNL zijn inmid<strong>de</strong>ls toegelaten tot <strong>de</strong>postdoctorale opleiding Gz-psycholoog(zie tabel).Aanmelding en na<strong>de</strong>re informatieVoor na<strong>de</strong>re informatie over aanmeldingen selectie dient contact opgenomen tewor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> coördinatoren van hetRINO (Regionaal Instituut Nascholing enOpleiding) in uw regio. Deze wor<strong>de</strong>n hieron<strong>de</strong>rgenoemd.RINO-Regio Oost NoordMw. drs. W.J.P. van HoutRijksuniversiteit GroningenSectie Klinische PsychologiePostbus 300019700 RB Groningentel: 050-3637609 / 3637601 (secr.)


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1RINO-Regio Oost Mid<strong>de</strong>nMw. drs. W. MeijboomKatholieke <strong>Universiteit</strong> NijmegenVakgroep Klinische Psychologie enPersoonlijkheidsleerPostbus 91046500 HE Nijmegentel: 024-3612511vereiste theorie1 klinische psychologie en/oforthopedagogiek2 persoonlijkheidsleer3 ontwikkelingspsychologie4 psychopathologieOUNL-cursusklinische psychologie 1: persoonlijkheids-theorieënen psychopathologie (2 modulen)intelligentie en sociale competentieontwikkelingspsychologie: <strong>de</strong> menselijkelevensloopklinische psychologie 1: persoonlijkheids-theorieënen psychopathologie7RINO-Noord-Holland5 neuropsychologiefunctieleer en psychofysiologieRegio West NoordMw. drs. M. van <strong>de</strong>n BergLeidseplein 51017 PR Amsterdamtel: 020-6250803Regio West Mid<strong>de</strong>n en Regio West ZuidCentrale RINO GroepMw. drs. M.B.N.H. SchöppingPostbus 3473500 AH Utrechttel: 030-23061106 diagnostische processen en mo<strong>de</strong>llen7 behan<strong>de</strong>lingsmo<strong>de</strong>llen en strategieën8 organisatie van geestelijke gezondheidszorg,gehandicaptenzorg en jeugdhulpverlening9 juridische aspecten van <strong>de</strong> hulpverleningvereiste vaardighe<strong>de</strong>n10 gespreksvoering, observatie en rapportagetestpracticum psychodiagnostiekklinische psychologie 2: diagnostiek en therapieklinische psychologie 2: diagnostiek en therapieklinische gespreksvoeringinleiding in <strong>de</strong> gezondheidspsychologieklinische psychologie 2: diagnostiek en therapiegespreksvoering en testpracticumpsychodiagnostiekRINO-Zuid-Ne<strong>de</strong>rlandRegio Oost ZuidDr. A.A.M. BosmaPostbus 886200 AB Maastrichttel: 043-368531511 het uitvoeren van wetenschappelijkon<strong>de</strong>rzoek12 stage van tenminste 520 uur, bestaan<strong>de</strong>uit diagnostiek, indicatiestelling enbehan<strong>de</strong>lingscriptie (6 modulen)stage (4 modulen)


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 18In gesprek met ...‘Alles draait om visuele representatie’Hans Akkerboom, sinds 1 juni ’99 projecthoogleraar Metho<strong>de</strong>n en Technieken vanOn<strong>de</strong>rzoek aan <strong>de</strong> <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> Ne<strong>de</strong>rland, in het bijzon<strong>de</strong>r betrokken bij <strong>de</strong> innovatievan het metho<strong>de</strong>n- en techniekenon<strong>de</strong>rwijs, het IMTO-project. Een hele mond vol,maar dat kenmerkt ook <strong>de</strong> bevlogen Fries (Drachten), die via een loopbaansprong van<strong>de</strong> vakgroep Kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong> in Groningen bij het CBS in Heerlen terechtkwam ensinds 1985 Limburg als domicilie heeft. Hij is van oorsprong wiskundige met als kandidaatsspecialisatie‘W3 accent’, ofwel <strong>de</strong> combinatie van zuivere wiskun<strong>de</strong> en filosofie.Praat niet over ‘zuiver in <strong>de</strong> leer’: afstu<strong>de</strong>erspecialisatie statistiek en systeemtheorie. ‘Alsje dan al een etiket op me wilt plakken, noem me dan maar een affectief wiskundige.’Niets zal min<strong>de</strong>r waar blijken in het gesprek.door Albert Kampermann en Sandra DaemsDe airco staat hoog in <strong>de</strong> kamer vanAkkerboom. Het is een warm welkom ineen ijskast. ‘Het hoofd koel hou<strong>de</strong>n’, lacht<strong>de</strong> kersverse hoogleraar ons toe.Met afkeer van het sociale omschrijftHans het begin van zijn, aanvankelijk strakgeregisseer<strong>de</strong>, wiskun<strong>de</strong>loopbaan. De lief<strong>de</strong>voor wiskun<strong>de</strong> kwam in <strong>de</strong> kerstvakantiebij het lezen over spiegeling; wiskun<strong>de</strong>en het gevoel voor schoonheid.Het sociale profiel wijzigt dramatisch tij<strong>de</strong>nszijn aca<strong>de</strong>mische studie-ervaringenin Groningen. ‘Voor elkaar en met elkaar’,jaren zeventig in Ne<strong>de</strong>rland. Op <strong>de</strong> barrica<strong>de</strong>stegen verhoging van het collegegeld.Hij raakt nogal gefrustreerd door <strong>de</strong>geforceer<strong>de</strong> combinatie van wiskun<strong>de</strong>met natuurkun<strong>de</strong> en zoekt naar een creatieveoplossing. ‘Ik heb altijd plaatjes inmijn hoofd, zoek naar visuele representatiesvan abstracte zaken.’ Hij stapt hetfilosofisch instituut in.Hij legt met die opmerking rechtstreekseen relatie met het IMTO-project.Visualiseren is niet alleen een mid<strong>de</strong>l,maar vooral juist een kracht in on<strong>de</strong>rwijssettings.Het komt achteraf nog goed metzijn wiskun<strong>de</strong>opleiding. Natuurkun<strong>de</strong>sneuvelt en <strong>de</strong> alliantie met logica en filosofiebegint.Akkerboom zoekt naar toepasbaarheid,naar nut en <strong>de</strong>, in zijn ogen onmiskenbaarbelangrijke, relatie met mens en maatschappij.Toegepaste wiskun<strong>de</strong> wordt uitein<strong>de</strong>lijkstatistiek. Het is het begin vanhet genereren van contexten en het zal<strong>de</strong> basis leggen voor het kernconcept in<strong>de</strong> loopbaan en opvattingen vanAkkerboom. ‘Dat begon in Groningen almet het wegplukken van wiskun<strong>de</strong>-AIO’sop <strong>de</strong> gang voor het oplossen van praktijkproblemenvan klanten uit allerhan<strong>de</strong>hoeken. Problemen wer<strong>de</strong>n opdrachten;toegepaste statistiek.’Na <strong>de</strong> studie wordt Hans statistisch adviseurbij <strong>de</strong> medische faculteit, bij <strong>de</strong> vakgroepKin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong>. Daar houdt hijzich bezig met <strong>de</strong> gevolgen van kanker-


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1therapieën voor <strong>de</strong> groei en het welzijnvan kin<strong>de</strong>ren. Maar hij voelt zich nietthuis tussen dokters. Het is <strong>de</strong> autoriteitdie hem tegenstaat, geïnterpreteerd alsdistantie tot je eigen publiek. Tegelijkwerkt hij aan zijn proefschrift over toetsingsproblemenen het zoeken naar grotereefficiëntie bij ingeperkte alternatieven.‘Toetsen tegen veelvlakskegels diewor<strong>de</strong>n bena<strong>de</strong>rd door circelkegeltoetsen’,vat hij voor ons samen. Het schrikteven af en Hans zoekt een exemplaar in<strong>de</strong> kast. Het ligt er niet en we switchennaar <strong>de</strong> Boeken Top 3.risch-maatschappelijke <strong>de</strong>tails enmagisch-virtuele communicatie tussen <strong>de</strong>kin<strong>de</strong>ren die letterlijk aan <strong>de</strong> wieg vanIndia ston<strong>de</strong>n, schitterend!’Mijnsluiting en spreiding van overheidsdiensten:het CBS en <strong>de</strong> <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong>gaan naar Heerlen. Hans komt terecht in<strong>de</strong> praktijk van <strong>de</strong> beschrijven<strong>de</strong> statistiek.Geen theorie meer, maar het uitzoekenvan wat en waar. ‘Maar’, zegt Hansals aanloop naar wat hij even later ‘socialexchange’ noemt, ‘statistiek gaat overmensen en gegevens wor<strong>de</strong>n via mensen<strong>de</strong>nten in een vroeg stadium naar je toetrekken.Je on<strong>de</strong>rwijs daarop afstemmen.’Voor een belangrijk <strong>de</strong>el gebeurt datnatuurlijk al, maar Hans wijst vooral ookop het <strong>de</strong>r<strong>de</strong>generatie-afstandson<strong>de</strong>rwijs.‘Nieuwe functionaliteiten, zoals studienetomgevingen,moeten ontwikkeld wor<strong>de</strong>nin samenspraak met <strong>de</strong> potentiële gebruikers.Niet <strong>de</strong> weg van lange ontwikkeltij<strong>de</strong>n,maar direct creatief experimenteren,interactief met stu<strong>de</strong>nten. Die mentaliteitsveran<strong>de</strong>ringbespeur ik overigenswel binnen <strong>de</strong> <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong>.’9Hans AkkerboomBoekentop 31 Rayuela; een hinkelspel van JulioCortázar. ‘Het verhaalt van geëmigreer<strong>de</strong>Argentijnen in Frankrijk, vol heimwee enpassie. Storyline centreert zich op eenhuizenblok met binnenplein. Verlief<strong>de</strong>man bouwt balk tussen tegenover elkaargelegen ramen, naar <strong>de</strong> vrouw van zijndromen, helaas <strong>de</strong> vriendin van zijnvriend. Hoogtepunt: vrouw zit mid<strong>de</strong>n op<strong>de</strong> balk en kan uitein<strong>de</strong>lijk tussen bei<strong>de</strong>ramen geen keuze maken.’2 In <strong>de</strong> ban van <strong>de</strong> Ring - J. Tolkien.3 Midnight Children - Salman Rushdie.‘Multi-processing’ schiet <strong>de</strong> hoogleraarlachend te binnen, ‘<strong>de</strong> combinatie vanfantasie en realiteit, <strong>de</strong> rijkdom aan histoverzameld. Je moet je dan rekenschapgeven van je on<strong>de</strong>rzoekspopulatie. Wat teweinig gebeurt, is dat on<strong>de</strong>rzoekers zichinleven in <strong>de</strong> situatie die ze on<strong>de</strong>rzoeken.Dan wor<strong>de</strong>n domme, onvoorberei<strong>de</strong> ofondoordachte vragen gesteld en is hetmet je on<strong>de</strong>rzoek gedaan; misschien klopt<strong>de</strong> theorie nog, maar niet meer <strong>de</strong> brilwaarmee je naar <strong>de</strong> werkelijkheid kijkt.’Het gesprek gaat vervolgens ver<strong>de</strong>r overhet bijstellen van wereldbeel<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>dominantie van statistiek als technischvraagstuk en <strong>de</strong> affiniteit van Hans metsociale wetenschappers die dichter bijhun doelgroep staan. ‘Als <strong>Open</strong><strong>Universiteit</strong> op afstand moet je terechtgebruikersvrien<strong>de</strong>lijk zijn. Je moet stuDe Film Top 31 Fernan<strong>de</strong>l en <strong>de</strong> koe, <strong>de</strong> humor2 Dr. Zhivago, <strong>de</strong> landschappen3 Death in Venice, <strong>de</strong> tragiek. ‘Of “HomeAlone III”, mag dat ook?’‘Op <strong>de</strong> valreep van mijn vakantie ga ikvanmiddag met mijn dochter naar “TheMummy”. Ik heb over mummies uit eenkin<strong>de</strong>rboek voorgelezen. Ze vroeg steedshoe het komt dat die lijken niet verrottenen hoe ze die ingewikkel<strong>de</strong> pirami<strong>de</strong>sbouwen. Misschien komt vanmiddag hetantwoord.’


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 110Nog voor <strong>de</strong> formele intocht bij het directoraatHumaniora werkte Hans al mee aanhet projectplan voor IMTO, <strong>de</strong> innovatievan het metho<strong>de</strong>n- en techniekenon<strong>de</strong>rwijs.Een begrip dat daarin veel gebezigdwordt en binnen <strong>de</strong> OUNL inmid<strong>de</strong>ls cultstatusheeft, is <strong>de</strong> ‘contextgenerator’. Wekrijgen <strong>de</strong> eenvoudige versie. ‘Stel jewerkt als on<strong>de</strong>rzoeker binnen een specifiekesituatie. Dan heb je een dui<strong>de</strong>lijkecontext om je heen. Als stu<strong>de</strong>nt binnenafstandson<strong>de</strong>rwijs natuurlijk niet. Voordatje nu een studietaak voor stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>finieert,moet je beschikken over eencasus, bijvoorbeeld uit <strong>de</strong> psychologie.Die legt uitein<strong>de</strong>lijk vast wat je wel enniet met bepaal<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n en techniekenkunt doen. Die geeft vulling aan <strong>de</strong>relatie tussen theorie en praktijk. De contextgeneratoris <strong>de</strong> bovenlaag van relevantedomeinen van zowel metho<strong>de</strong>n entechnieken als psychologie. Hieruit volgen<strong>de</strong> noodzakelijke voorwaar<strong>de</strong>n waaraaneen casus moet voldoen.’De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> zatermiddag van Hans?Analytisch: ‘Ofwel - en dat het liefst - metgezin in een Italiaans café, me laten verwennenbij mijn favoriete visagiste inAken, een wan<strong>de</strong>ling maken of fietsen enals het moet kraanleertjes vervangen ofan<strong>de</strong>re klussen.’ Italië dus ook je favoriete(vakantie)land? ‘Ik kom overal graag(bre<strong>de</strong> oriëntatie), maar Italië combineert<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vakantie-ingrediëntenhet best.’Tot slotDe beken<strong>de</strong>, maar niet gevali<strong>de</strong>er<strong>de</strong> associatielijstvan <strong>de</strong> Swetenswaardighe<strong>de</strong>nredactie.‘Hans, kies tussen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> begrippenparen’:Zomer of winter?‘Zomer’.Speculaas of cake?‘Speculaas’.Experiment of actieon<strong>de</strong>rzoek?Vastbera<strong>de</strong>n: ‘experiment’.Zon of sneeuw?‘Zon’.‘The Mummy’ of ‘Riverdance’?‘Wat is wat?’ (red.: naar ‘The Mummy’ ga jevanmiddag met je dochter en Riverdanceis een dansgroep/dansvoorstelling.)‘Riverdance’.Boerenkool of Thaise sala<strong>de</strong>?‘Vroeger boerenkool, doe nu <strong>de</strong> sala<strong>de</strong>maar’.Nepal of Malediven?‘Nepal’.WK voetbal of Tour?‘Geen van bei<strong>de</strong>, of doe toch maar WK’.Heineken of Hoegaar<strong>de</strong>n?‘Hoegaar<strong>de</strong>n’.SimCity of Lara Croft?‘Lara Croft vanwege Albert Rampenplan’.(red.: inofficiële interne bijnaam vanAlbert Kampermann)Informeren of communiceren?‘Communiceren’.Sturing of zelfsturing?‘Zelfsturing’.Volkskrant of NRC?‘NRC’.‘Beasty Boys’ of ‘Venga Boys’?‘Backstreet Boys’.Cognitie of affectie, nee, laat maar. ‘Juistja’. HTML of Shockwave?‘Shockwave’.E-mail of ICQ?‘Wat is ICQ?’Mountainbiken of abseilen?‘Mountainbiken’.Als laatste, wat is je lievelingskleur(Margrietvraagje).‘Ik heb er twee: geel en rood.’‘Dat ligt dicht bij elkaar (red.).’‘Ja, maar maak er geen oranje van, daarvind ik niks aan.’Hans Akkerboom blijft op het mid<strong>de</strong>n van<strong>de</strong> balk.


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1Nieuw boekKlinische psychologie11In navolging van het boek Klinische psychologie: theorieën en psychopathologieis er nu ook Klinische psychologie: diagnostiek en therapie(redactie Smeets, Bögels, Van <strong>de</strong>r Molen & Arntz, 1999).Klinische psychologie: theorieën en psychopathologie(redactie Van <strong>de</strong>r Molen, Perreijn en Van <strong>de</strong>n Hout, 1997)is er nu ook Klinische psychologie: diagnostiek entherapie (redactie Smeets, Bögels, Van <strong>de</strong>r Molen &Arntz, 1999).Dit ruim 600 pagina’s tellen<strong>de</strong> boek biedteen overzicht van <strong>de</strong> meest invloedrijketherapeutische stromingen in <strong>de</strong> GGZ inNe<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> voor elke stroming specifiekediagnostiekvormen en behan<strong>de</strong>lmetho<strong>de</strong>n.Daarnaast is er ook uitgebreidaandacht besteed aan stoornisgerichtediagnostiek en therapie. Het boek bestaatuit drie <strong>de</strong>len. In <strong>de</strong>el 1, Behan<strong>de</strong>lvormenen hun indicaties, komen <strong>de</strong> uitgangspuntenvan <strong>de</strong> diverse psychotherapeutischestromingen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Die stromingenzijn: biologische therapieën, gedragstherapie,cognitieve therapie, psychoanalytischetherapieën, cliëntgerichte psychotherapie,systeemtherapieën en eclectischebehan<strong>de</strong>lingen. Met name <strong>de</strong> recentontwikkel<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lvarianten krijgenruime aandacht. Van elke stroming wor<strong>de</strong>nachtereenvolgens <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis, <strong>de</strong>kenmerken<strong>de</strong> diagnostische metho<strong>de</strong>n,<strong>de</strong> therapeutische relatie en <strong>de</strong> specifiekebehan<strong>de</strong>lmetho<strong>de</strong>n en -technieken besproken.Tevens is er een hoofdstuk overcrisisinterventie opgenomen. In <strong>de</strong>el 2,Diagnostiek en behan<strong>de</strong>ling van psychischestoornissen, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> in <strong>de</strong>el 1 besprokenbehan<strong>de</strong>lvarianten toegepast opeen aantal probleemgebie<strong>de</strong>n, te wetenangststoornissen, stemmingsstoornissen,somatoforme en psychosomatische stoornissen,verslavingen, schizofrenie en an<strong>de</strong>repsychotische stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen,eetstoornissen enseksuele stoornissen. Per probleemgebiedwordt er steeds een overzicht gegevenvan <strong>de</strong> specifieke diagnostiek, <strong>de</strong> meestgebruikte therapieën en therapeutischetechnieken, <strong>de</strong> setting waarbinnen behan<strong>de</strong>lingplaatsvindt en <strong>de</strong> effecten van <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> therapieën en therapeutischetechnieken bij die bepaal<strong>de</strong> stoornissen.In <strong>de</strong>el 3, Indicatiestelling, therapieevaluatieen ethiek, wordt een aantalbelangrijke <strong>de</strong>elaspecten van psychologischehulpverlening besproken. Allereerstkomt <strong>de</strong> indicatiestelling aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.Welke aspecten zijn belangrijk bij <strong>de</strong>besluitvorming over welke vorm vanpsychotherapie geïndiceerd is? En welkefactoren dragen bij tot <strong>de</strong> optimaliseringvan het therapeutisch proces? Vervolgenswordt er een introductie in het therapieevaluatieon<strong>de</strong>rzoekgegeven. Welke therapieënzijn het meest effectief en hoeon<strong>de</strong>rzoek je dat? Ten slotte wordt ingegaanop een aantal juridische aspecten,ethische kwesties en dilemma’s die zich in<strong>de</strong> geestelijke gezondheidszorg kunnenvoordoen. Hierbij wordt antwoord gegevenop vragen als in welke gevallen hulpbij zelfdoding gerechtvaardigd is enwelke patiënt in aanmerking komt voordwangbehan<strong>de</strong>ling. Door het hele boekheen zijn casus opgenomen, waardoorbepaal<strong>de</strong> diagnostiek- en therapieaspectenheel inzichtelijk zijn gemaakt. Al metal is het een heel interessant en praktijkgerichtboek, bedoeld voor stu<strong>de</strong>nten aanwo- en hbo-instellingen die na hun opleidingwerkzaam zullen zijn in <strong>de</strong> GGZ ofaanverwante sectoren en voor wie kennisvan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> therapeutische behan<strong>de</strong>lmetho<strong>de</strong>nnoodzakelijk of gewenstis. Het boek is als tekstboek opgenomenin <strong>de</strong> cursus Klinische psychologie 2: diagnostieken therapie van <strong>de</strong> opleidingGezondheidspsychologie van <strong>de</strong> <strong>Open</strong><strong>Universiteit</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Het boek is ookverkrijgbaar bij <strong>de</strong> boekhan<strong>de</strong>l of tebestellen bij <strong>de</strong> uitgever. (Wolters-Noordhoff, tel: 050-5226888.ISBN 90 01 59634 7. De prijs van het boekbedraagt ƒ85,-.)


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 112 Drukbezochte eninspireren<strong>de</strong> lustrumdagWie <strong>de</strong> laatste jaren wel eens een exemplaar van Modulair of SWetenswaardighe<strong>de</strong>nheeft ingekeken, zal het ongetwijfeld zijn opgevallen: termen als ‘innovatie’ en‘competenties’ keren veelvuldig terug.Sandra Perreijn & Marion <strong>de</strong> BieWie <strong>de</strong> laatste jaren wel eens een exemplaarvan Modulair of SWetenswaardighe<strong>de</strong>nheeft ingekeken, zal het ongetwijfeldzijn opgevallen: termen als ‘innovatie’ en‘competenties’ keren veelvuldig terug. Deene keer gaat het om een artikel over <strong>de</strong>invoering van een elektronische leeromgeving.Sommige stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n ergenthousiast als zij <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>ndie <strong>de</strong>ze <strong>nieuwe</strong> vorm van on<strong>de</strong>rwijste bie<strong>de</strong>n heeft, maar bij an<strong>de</strong>renis alleen al <strong>de</strong> gedachte aan elektroniseringvan het on<strong>de</strong>rwijs voldoen<strong>de</strong> om eenschrikbeeld te activeren: ‘Straks kom ikvoor mijn studie helemaal niet meer achtermijn computer vandaan, krijg ik inplaats van een mooi boek en dito werkboekalleen elektronisch cursusmateriaaldat ik van het scherm af moet bestu<strong>de</strong>ren,en ontmoet ik nooit meer persoonlijkme<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten en docenten, maar verwor<strong>de</strong>nzij tot virtuele personen waarmeeik hooguit een e-mailrelatie on<strong>de</strong>rhoud!’De an<strong>de</strong>re keer betreft het een artikelover competenties of competentiegerichton<strong>de</strong>rwijs in het algemeen of <strong>de</strong> driebelangrijkste psychologische competentiesin het bijzon<strong>de</strong>r: het doen van wetenschappelijkon<strong>de</strong>rzoek, het stellen vanpsychologische diagnoses en het plannenen uitvoeren van psychologische interventies.De <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> Ne<strong>de</strong>rland staat nietalleen in haar aandacht voor innovatie encompetenties. Integen<strong>de</strong>el, wie een krantof tijdschrift openslaat of <strong>de</strong> televisie aanzet,stuit al snel op artikelen of programma’sover mo<strong>de</strong>rne toepassingen vaninformatie- en communicatietechnologie(ICT) en <strong>de</strong> voor- en na<strong>de</strong>len ervan, hettoegenomen belang dat in arbeidsorganisatiesen het on<strong>de</strong>rwijs wordt gehechtaan <strong>de</strong> ontwikkeling van vaardighe<strong>de</strong>n ofcompetenties in plaats van aan ‘pure’ kennisverwerving,enzovoort. De actualiteitvan <strong>de</strong>ze thematiek, zowel binnen <strong>de</strong><strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> Ne<strong>de</strong>rland als daarbuiten,was voor <strong>de</strong> faculteit Sociale wetenschappeneen belangrijke re<strong>de</strong>n om ‘innovatie’in <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> zin van het woord alson<strong>de</strong>rwerp te kiezen voor <strong>de</strong> lustrumdagvoor SW-stu<strong>de</strong>nten en -alumni.Ter gelegenheid van het 15-jarig bestaanvan <strong>de</strong> <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> Ne<strong>de</strong>rland werdnamelijk op zaterdag 27 november j.l. in<strong>de</strong> RAI in Amsterdam een studiedag voorstu<strong>de</strong>nten en alumni georganiseerd.Stu<strong>de</strong>nten en alumni van al onze opleidingenverzamel<strong>de</strong>n zich die dag inAmsterdam, om samen met OUNL-docentenhet <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lustrum te vieren en zich op<strong>de</strong> hoogte te stellen van <strong>nieuwe</strong> ontwikkelingenin hun vakgebied. Voor SW-stu<strong>de</strong>ntenen -alumni verzorg<strong>de</strong>n <strong>de</strong>skundigenvan <strong>de</strong> OUNL, van an<strong>de</strong>re universiteitenen uit het bedrijfsleven presentatiesover vernieuwingen in verschillen<strong>de</strong> toepassingsgebie<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> psychologie.Uiteraard was <strong>de</strong> dag ook een goe<strong>de</strong>gelegenheid om me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten endocenten te ontmoeten.Er wer<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> presentatiesgehou<strong>de</strong>n die alle gemeen had<strong>de</strong>n dat zevernieuwingen in <strong>de</strong> psychologie en/ofhet (psychologie)on<strong>de</strong>rwijs belichtten.Sommige presentaties had<strong>de</strong>n het karaktervan een al dan niet multimedialelezing met discussie, bij an<strong>de</strong>re werd van<strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers een (nog) actievereinbreng verwacht. Het gevarieer<strong>de</strong> pro-


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1gramma was inhou<strong>de</strong>lijk interessant voorzowel stu<strong>de</strong>nten arbeids- en organisatiepsychologie,gezondheidspsychologie alson<strong>de</strong>rwijskun<strong>de</strong>.In het gezamelijke ochtendprogrammalag <strong>de</strong> nadruk op recente en toekomstigeontwikkelingen in het on<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong>OUNL. Na het welkomstwoord door collegevoorzitterdr. Cees Datema en een multimedialelezing door prof. dr. WimJochems over competentiegericht leren ineen elektronische leeromgeving, open<strong>de</strong>Datema <strong>de</strong> webwinkel van <strong>de</strong> <strong>Open</strong><strong>Universiteit</strong>. Het is nu voor ie<strong>de</strong>re geïnteresseer<strong>de</strong>,potentiële cursist van buiten,maar natuurlijk ook voor zitten<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten,mogelijk cursussen via Internet tebestellen.Daarna volg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> faculteitspecifiekeprogramma’s. Dagvoorzitter van het SWprogrammawas prof. dr. Henk van <strong>de</strong>rMolen. Het SW-programma bevatte allereersttwee presentaties over actuele ontwikkelingenin het <strong>de</strong>nken over innovatieen competenties en over vernieuwingenin het psychologieon<strong>de</strong>rwijs aan onzeuniversiteit. De thematiek van <strong>de</strong>ze presentaties,door respectievelijk <strong>de</strong> hoogleraar-directeurHumaniora en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs<strong>de</strong>caanvan <strong>de</strong> faculteit Socialewetenschappen, was van belang voor alleSW-stu<strong>de</strong>nten. Onze hoogleraar-directeurhield een flitsend betoog over <strong>de</strong> opmarsvan multimediale mid<strong>de</strong>len en het grotebelang daarvan voor sociale wetenschappers.De <strong>de</strong>caan stond stil bij <strong>de</strong> ontwikkelingvan <strong>de</strong> opleiding Sociale wetenschappenaan <strong>de</strong> onze universiteit. Daarnabelichtte hij uitvoerig <strong>de</strong> overgang naareen opleiding psychologie die meer enmeer vormgegeven wordt in competentiegerichton<strong>de</strong>rwijs.Na <strong>de</strong> lunch volg<strong>de</strong> een enthousiasmeren<strong>de</strong>presentatie over ‘virtual communities’,door SW-alumnus drs. ing. Cees Brouwer,senior projectmanager van KPN. BinnenKPN heeft men op verschillen<strong>de</strong> terreinenervaring opgedaan met het opzetten, realiserenen exploiteren van virtuele gemenschappen.Voorbeel<strong>de</strong>n daarvan zijn toepassingenvan tele-leren en <strong>de</strong> ontwikkelingvan een virtueel reumadorp, een virtuelegemeenschap voor mensen met eenreumatische aandoening. Brouwer voer<strong>de</strong><strong>de</strong> aanwezigen door een veelzijdigeelektronische wereld die een scala aancontactmogelijkhe<strong>de</strong>n biedt voor <strong>de</strong>zevoorheen fysiek behoorlijk geïsoleer<strong>de</strong>reumapatiënten.Vervolgens kon men twee parallelsessiesnaar keuze bijwonen, te kiezen uit zes verschillen<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwerpen, uiteenlopendvan innovatieve ontwikkelingen in <strong>de</strong>gezondheidspsychologie en het succesvoldoorvoeren van technologische en socialeinnovaties in arbeidsorganisaties, tot hetleren van psychodiagnostische vaardighe<strong>de</strong>nmet een computerprogramma en <strong>de</strong>invloed van <strong>nieuwe</strong> informatie- en communicatietechnologieop het on<strong>de</strong>rwijsen <strong>de</strong> leefwereld van jongeren. Voor<strong>de</strong>genen die 27 november helaasmoesten missen, volgt hieron<strong>de</strong>r eenkorte samenvatting per presentatie.SESSIE 1 PSYCHODIAGNOS-TISCHE VAARDIGHEDENLEREN PER COMPUTERdrs. M.A. Hommes en drs. J. KuntzeHoe leer je psychologische vaardighe<strong>de</strong>n,zoals gespreksvoering en psychodiagnostiek,als je stu<strong>de</strong>ert met behulp vanafstandson<strong>de</strong>rwijs? In onze maatschappijen daarmee ook het hoger on<strong>de</strong>rwijs wor<strong>de</strong>n‘competenties’ steeds belangrijker.Dat betekent dat stu<strong>de</strong>nten niet alleenmoeten beschikken over kennis, maar ookover <strong>de</strong> nodige vaardighe<strong>de</strong>n om die kennisin praktijk te brengen. Binnen <strong>de</strong> woopleidingpsychologie van <strong>de</strong> faculteitSociale wetenschappen wordt hardgewerkt aan <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>nieuwe</strong>practica op dit gebied. De practica bestaan<strong>de</strong>els uit groepsbijeenkomsten,maar voor een <strong>de</strong>el ook uit innovatievecomputerprogramma’s die stu<strong>de</strong>ntenthuis kunnen volgen. Stu<strong>de</strong>nten krijgenhiermee <strong>de</strong> mogelijkheid om in <strong>de</strong> huidte kruipen van een ‘echte’ psycholoog ente oefenen met vaardighe<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong>werksituatie van psychologen belangrijkzijn.Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze workshop wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenvan computerprogramma’s getoonddie zijn ontwikkeld in een samenwerkingsverbandvan <strong>de</strong> <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong>Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> RijksuniversiteitGroningen. In <strong>de</strong> workshop werd on<strong>de</strong>ran<strong>de</strong>re ingegaan op het <strong>nieuwe</strong> computerprogrammaDiagnost dat <strong>de</strong>el zal gaanuitmaken van het TestpracticumPsychodiagnostiek. Met dit programmaleren stu<strong>de</strong>nten psychologische tests opeen verantwoor<strong>de</strong> manier in te zetten bijhet beantwoor<strong>de</strong>n van diagnostische vragenvan cliënten. In het programma wor<strong>de</strong>ndrie cliënten uit <strong>de</strong> setting vangezondheids- en A&O-psychologie opgevoerd.Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>ze cases kunnenstu<strong>de</strong>nten die Diagnost doorlopen,oefenen in vaardighe<strong>de</strong>n als het verhel<strong>de</strong>renvan <strong>de</strong> hulpvraag, het opstellen vanon<strong>de</strong>rzoekshypotheses, het kiezen vantests, het interpreteren van <strong>de</strong> testuitslagenen het terugkoppelen hiervan naar<strong>de</strong> cliënt.SESSIE 2 ADVIES OP MAAT -INNOVATIEVE ONTWIKKELIN-GEN IN DE GEZONDHEIDS-PSYCHOLOGIEdr. L. Lechner & drs. J. <strong>de</strong> NooijerBij het ontwikkelen van interventies in <strong>de</strong>gezondheidspsychologie en <strong>de</strong> gezondheidsvoorlichtingis er sprake van eenmoeilijk dilemma. Enerzijds wil men meteen interventie zo veel mogelijk mensenbereiken, wat in <strong>de</strong> praktijk alleen mogelijkis met een algemene, massamedialebena<strong>de</strong>ring. An<strong>de</strong>rzijds wil men menseneen boodschap geven die zo veel mogelijkaansluit bij hun persoonlijke situatie.Dat laatste lijkt alleen mogelijk met eenpersoonlijke, counseling-achtige metho<strong>de</strong>.In een poging dit dilemma op te lossen is<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ‘computer tailoringmetho<strong>de</strong>’ ontwikkeld. Met <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>wordt interpersoonlijke feedback nagebootstdoor een computersysteem.Mensen vullen een vragenlijst in en opbasis van hun antwoor<strong>de</strong>n krijgen zij, via<strong>de</strong> computer, een persoonlijk gezondheidsadviesdat optimaal aansluit bij huneigen situatie. De tailoring metho<strong>de</strong> isinmid<strong>de</strong>ls toegepast op vele gedragingen:stoppen met roken, het eten van gezon<strong>de</strong>voeding, veilig omgaan met <strong>de</strong> zon en <strong>de</strong>vroege ont<strong>de</strong>kking van kanker. De workshopgaf enig inzicht in <strong>de</strong>ze <strong>nieuwe</strong>13


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 114interventie. Aan <strong>de</strong> hand van voorbeel<strong>de</strong>nvan een aantal gezondheidsgedragingenwerd het systeem van computer tailoringuitgelegd en geïllustreerd. Daarnaast wer<strong>de</strong>nmogelijke effecten van <strong>de</strong>ze interventiegepresenteerd.SESSIE 3 EEN INNOVATIEVEPSYCHOFYSIOLOGISCHE TOE-PASSING: DE PHYSIOCONNEC-TOR. OVER HET METEN VANGELAATSSPIERACTIVITEIT ENEMOTIES.dr. W. Waterink & dr. T. AalbersHet menselijk gelaat is een expressiefmedium waarin naast opzettelijke, gecontroleer<strong>de</strong>reacties ook onwillekeurigeemotionele reacties op bijvoorbeeldomgevingsstimuli tot uiting komen.Emotionele gelaatsuitdrukkingen ontstaandoor spierbewegingen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>huid. Binnen <strong>de</strong> psychologie is men het erin het algemeen over eens dat aan hetmenselijk gelaat zeker zes universelebasisemoties te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zijn:vreug<strong>de</strong>/plezier, verdriet/droefheid, boosheid/irritatie,verbazing/verrassing,afkeer/walging en angst/bedreiging.Uitdrukkingen in het gelaat wor<strong>de</strong>n zichtbaardoordat het contractiepatroon van<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> gelaatsspieren veran<strong>de</strong>rt.Hierdoor vin<strong>de</strong>n er verschuivingenplaats van <strong>de</strong> huid en ontstaan plooienen groeven die aan <strong>de</strong> buitenkant zorgenvoor <strong>de</strong> karakteristieke uitdrukkingen.Dit soort emotionele gelaatsexpressies isvaak goed waar te nemen. Bij subtielereacties, zogenaam<strong>de</strong> micro-emoties, isdat veel moeilijker. Door <strong>de</strong> maskeren<strong>de</strong>invloe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> huid en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhuidseweefsellagen lei<strong>de</strong>n subtiele spierreactiesnamelijk niet direct tot uiterlijk waarnembareveran<strong>de</strong>ringen in het gelaat. Voorhet oog onzichtbare reacties kunnen welwor<strong>de</strong>n gemeten met behulp van elektromyografie(EMG), een metho<strong>de</strong> waarbij <strong>de</strong>elektrische activiteit in <strong>de</strong> spieren wordtgeregistreerd met op <strong>de</strong> huid geplaatsteelektro<strong>de</strong>s.De PhysioConnector is een apparaat datgebruikmaakt van elektromyografie. Hetapparaat registreert gelaatsspieractiviteiten stuurt <strong>de</strong> informatie daarover naar eencomputer. Met <strong>de</strong> PhysioConnector kanglobaal wor<strong>de</strong>n vastgesteld welke emotieeen bepaal<strong>de</strong> voorstelling (bijv. een filmfragment)bij een persoon oproept.Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze workshop is <strong>de</strong>PhysioConnector ge<strong>de</strong>monstreerd.SESSIE 4 VAN BOOMTESTNAAR BIG FIVE: ONTWIKKE-LING IN PERSONEELS-SELECTIE INSTRUMENTENdrs. W. BloemersDeze workshop ging over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>instrumenten die bij personeelsselectiewor<strong>de</strong>n gebruikt: intelligentietests,persoonlijkheidsvragenlijsten, interviewsen <strong>de</strong> assessment center-metho<strong>de</strong>.Deelnemers aan <strong>de</strong> workshop kregen eenkijkje achter <strong>de</strong> schermen van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>instrumenten. Ook werd metbehulp van vi<strong>de</strong>o <strong>de</strong> toepassing van hetBig Five-persoonlijkheidsmo<strong>de</strong>l bij <strong>de</strong>assessment center-metho<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>monstreerd.SESSIE 5 COMPETENTIES VANDE A&O-PSYCHOLOOG BIJ IN-NOVATIES IN ORGANISATIESdr. J. GerrichhauzenDe introductie en toepassing van innovatiesin arbeidsorganisaties blijkt in <strong>de</strong>praktijk nog vaak min<strong>de</strong>r succesvol te verlopen.Voor het grijpbaar<strong>de</strong>r maken vanprocessen die innovaties in organisatiesblokkeren of juist stimuleren, lijkt het nuttiguitgangspunten en inzichten tegebruiken die on<strong>de</strong>r meer zijn uitgewerktin het socio-rationele organisatieparadigma.In dit paradigma wordt een arbeidsorganisatiegezien als een sociale enpsychologische werkelijkheid die on<strong>de</strong>rhevigis aan een continue reconstructie.Bij <strong>de</strong> toepassing van innovaties is <strong>de</strong>houding van me<strong>de</strong>werkers en gebruikersvan groot belang. Voor A&O-psychologenis het dan ook uitermate nuttig op <strong>de</strong>hoogte te zijn van manieren waarop metinzet van psychologische kennis en kun<strong>de</strong>het veran<strong>de</strong>ren in en van arbeidsorganisaties,me<strong>de</strong>werkers en gebruikers kan wor<strong>de</strong>nverbeterd.Deze workshop ging over het bereikenvan succesvolle technologische en socialeinnovaties in arbeidsorganisaties, metinzet van vooral psychologische expertise.Enkele psychologische competenties diedaarbij van belang zijn:– diagnose. Bijvoorbeeld het vaststellenvan psychologische weerstan<strong>de</strong>n tegenveran<strong>de</strong>ring, onzekerhe<strong>de</strong>n, is er sprakevan falend of gemis aan a<strong>de</strong>quaat lei<strong>de</strong>rschapen hoe is het gesteld met <strong>de</strong>samenwerking?– interventie. Bijvoorbeeld interventiesgericht op het stimuleren van commitment,het reduceren van onzekerheid, hetcoachen van managers en an<strong>de</strong>re me<strong>de</strong>werkers.– evaluatie. Bijvoorbeeld vaststellen inhoeverre <strong>de</strong> gekozen veran<strong>de</strong>ringsdoelendaadwerkelijk gerealiseerd zijn, maar ookreflectie op <strong>de</strong> eigen rolvervulling.SESSIE 6 JONGEREN ENONDERWIJS IN BEWEGINGdrs. A.J. DielemanDe wereld rond jongeren en on<strong>de</strong>rwijsveran<strong>de</strong>rt. De laatste kwart eeuw komen<strong>de</strong> impulsen vooral van <strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> informatie-en communicatietechnologie, hetgeenmeer is dan alleen een nieuw instrumentarium.Samen met <strong>de</strong> voortschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>individualisering grijpt het diep in in<strong>de</strong> dagelijkse leefwereld van jongeren enheeft het gevolgen voor hun i<strong>de</strong>ntiteitsontwikkeling.Het zet voorts <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwijsarrangementen on<strong>de</strong>r druk.De snelle veran<strong>de</strong>ringen roepen allerleivragen op over <strong>de</strong> functie van het on<strong>de</strong>rwijs.Traditioneel is het on<strong>de</strong>rwijs <strong>de</strong> plekwaar kennis wordt overgedragen. Maarkennisoverdracht alleen past steeds min<strong>de</strong>rgoed bij <strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> maatschappelijkeeisen. De situaties binnen en buiten <strong>de</strong>school raken slecht op elkaar afgestemd.Terwijl el<strong>de</strong>rs steeds meer een beroepwordt gedaan op permanente zelfwerkzaamheid,eigen initiatief en eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan jongeren, gebeurt datin het on<strong>de</strong>rwijs nog maar mondjesmaat.De school dreigt in een wereld van <strong>nieuwe</strong>informatie- en communicatiemogelijkhe<strong>de</strong>nachterop te raken.


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1Nieuwe maatschappelijke succesformulesdwingen jongeren zich een uitgebreidrepertoire van bekwaamhe<strong>de</strong>n eigen temaken. Succes is steeds meer voorbehou<strong>de</strong>naan iemand die niet alleen snel engoed kan leren, maar ook in staat is <strong>de</strong>juiste doelen te kiezen, over intellectuelecapaciteiten en intelligentie <strong>de</strong>nkt als teontwikkelen eigenschappen, voldoen<strong>de</strong>zelfvertrouwen bezit, <strong>de</strong> juiste leerstrategieënhanteert, succes toeschrijft aaneigen capaciteiten, falen wijt aan controleerbarefactoren als eigen inspanning,en bij tegenslag over een a<strong>de</strong>quatecopingstijl beschikt.De school is een belangrijke plaats waar<strong>de</strong>ze vaardighe<strong>de</strong>n en competenties moetenwor<strong>de</strong>n opgedaan. Dat vereist echteran<strong>de</strong>re curricula met an<strong>de</strong>re vormen vanaanspreking en uitdaging en met een groterezelfstandigheid en eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvoor <strong>de</strong> leerling in het leerproces(studiehuis).In <strong>de</strong>ze sessie is uitgebreid op <strong>de</strong>geschetste ontwikkelingen ingegaan.15Nadat ie<strong>de</strong>reen twee van bovengenoem<strong>de</strong>sessies had bijgewoond, nam men ingroten getale <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> borrel waargeanimeerd gediscussieerd en nagepraatwerd over <strong>de</strong> opgedane indrukken. Pastegen 18.00 uur verlieten <strong>de</strong> laatstebezoekers <strong>de</strong> speciaal gereserveer<strong>de</strong> SWvleugelvan <strong>de</strong> RAI. Bij <strong>de</strong> uitgang ontvingie<strong>de</strong>reen een – uiteraard innovatieve –attentie in <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> OUNL-bedrijfspresentatieop cd-rom.


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 116 Even voorstellen ...Mijn naam is Lilian Lechner, ik ben 31 jaar oud en woon in Roermond. Na het atheneumben ik aan <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong> Maastricht begonnen met <strong>de</strong> studie Gezondheidswetenschappen.Binnen <strong>de</strong>ze studie heb ik <strong>de</strong> afstu<strong>de</strong>errichting Gezondheidsvoorlichting (GVO)gevolgd.Lilian LechnerDeze opleiding is aardig te vergelijkenmet <strong>de</strong> studievariant Gezondheidspsychologieaan <strong>de</strong> OUNL. Na afloop van mijnstudie in 1991 heb ik korte tijd als GVOfunctionarisbij een GGD gewerkt. Daarnaben ik in 1992 gestart als on<strong>de</strong>rzoekeraan <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong> Maastricht, bij <strong>de</strong> vakgroepGVO. Ik heb daar enkele studiesgedaan naar gezondheidsbevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>programma’s op <strong>de</strong> werkplek (bedrijfsfitness,stoppen met roken). Deze studieshad<strong>de</strong>n tot doel <strong>de</strong> programma’s te evaluerenen <strong>de</strong> psychosociale <strong>de</strong>terminantenvan <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong>rgelijke programma’ste bestu<strong>de</strong>ren.Na afloop van <strong>de</strong>ze projecten kreeg ik bij<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vakgroep een baan als toegevoegdon<strong>de</strong>rzoeker. Deze baan, die werdgefinancierd door <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Kankerbestrijding/KWF,bestond on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>reuit <strong>de</strong> advisering en evaluatie van voorlichtingsprojectendie <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandseKankerbestrijding heeft ontwikkeld voorhet algemeen publiek (bijvoorbeeld promotievan gezon<strong>de</strong> voeding), patiëntenen omgeving van patiënten (bijvoorbeel<strong>de</strong>en hulp- en informatielijn waar mensenmet vragen en problemen over kankerterecht kunnen). Daarnaast werd er veelvooron<strong>de</strong>rzoek gedaan naar psychosociale<strong>de</strong>terminanten van allerlei gezondheidsrisico-gedragingen(bijvoorbeeldveilig zongedrag, gezon<strong>de</strong> voeding, <strong>de</strong>elnameaan het bevolkingson<strong>de</strong>rzoek borstkanker,enzovoort). Na mijn promotie in1998 kon ik als postdoctoraal on<strong>de</strong>rzoeker het project continueren.Sinds januari ben ik voor drie dagen werkzaambij <strong>de</strong> OUNL, terwijl ik nog tweedagen bij <strong>de</strong> <strong>Universiteit</strong> Maastricht werkals postdoc-on<strong>de</strong>rzoeker. Bij SW ben ikaangesteld als universitair docentGezondheidspsychologie. De cursussen‘Leeron<strong>de</strong>rzoek’ en ‘Inleiding in <strong>de</strong>gezondheidspsychologie’ vallen on<strong>de</strong>rmijn verantwoor<strong>de</strong>lijkheid. Daarnaasthoud ik me bezig met ontwikkeling van<strong>de</strong> cursus ‘Gezondheidspsychologischeinterventies’, vernieuwing van <strong>de</strong> cursus‘Sociale psychologie’, ontwikkeling van <strong>de</strong>interventiecompetentie, begeleiding vanstages en scripties en lever ik een kleinebijdrage aan het IMTO-project.


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1Belangrijke wijzigingenscriptiehandleiding17De scriptiehandleiding uit 1997 is dit jaar vernieuwd. De re<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>ze vernieuwingwas tweeledig. Ten eerste moest <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt een betere handreiking gebo<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>nbij het schrijven van een scriptie, zodat <strong>de</strong> kans op succesvolle afronding groter is.En ten twee<strong>de</strong> moest een goe<strong>de</strong> begeleiding mogelijk gemaakt wor<strong>de</strong>n.De <strong>nieuwe</strong> versie wijkt nogal af van <strong>de</strong>versie van 1997. Voor <strong>de</strong>gene die nog inhet bezit is van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> handleiding,wordt hier in het kort weergegeven wat<strong>de</strong> verschillen zijn.Terwijl in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> handleiding een grootaantal hulpmid<strong>de</strong>len werd aangereikt,zoals informatie over het bibliotheekgebruiken richtlijnen voor leesbaar schrijven,is in <strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> handleiding veelmeer <strong>de</strong> nadruk gelegd op <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijkeaspecten van <strong>de</strong> scriptie en <strong>de</strong> activiteitendie uitgevoerd moeten wor<strong>de</strong>nom een scriptie te schrijven. De opzet van<strong>de</strong> handleiding is dan ook geheel vernieuw<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste bijlagen zijn verwij<strong>de</strong>rd.Ook wor<strong>de</strong>n er enkele <strong>nieuwe</strong> voorwaar<strong>de</strong>nen procedures beschreven.De belangrijkste inhou<strong>de</strong>lijke wijziging is<strong>de</strong> aandacht die besteed wordt aan <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> fasen van het on<strong>de</strong>rzoek.Terwijl in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> versie van <strong>de</strong> handleiding<strong>de</strong> aandacht alleen uitging naar <strong>de</strong>probleemstelling en <strong>de</strong> rapportage, is in<strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> versie tevens uitgebreid ingegaanop het verzamelen en het analyserenvan gegevens. Aan <strong>de</strong> hand van eendrietal stappen is beschreven op welkewijze meetinstrumenten gezocht engemaakt kunnen wor<strong>de</strong>n en op welkewijze <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgroep samengesteldmoet wor<strong>de</strong>n. Ook is er een overzichtgegeven van <strong>de</strong> activiteiten die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>eluitmaken van <strong>de</strong> data-analyse, zoals <strong>de</strong>keuze van analysetechniek, en zijn erpraktische richtlijnen gegeven voor <strong>de</strong>uitvoering van <strong>de</strong>ze activiteiten. De werkwijzebij het uitvoeren van een scriptieon<strong>de</strong>rzoekis op <strong>de</strong>ze manier stap voorstap besproken.Er zijn dan ook verschei<strong>de</strong>ne <strong>nieuwe</strong> leerdoelengeformuleerd. Deze <strong>nieuwe</strong> leerdoelenhebben betrekking op <strong>de</strong> instrumentenwaarmee gegevens verzameldwor<strong>de</strong>n, op <strong>de</strong> technieken waarmee gegevensgeanalyseerd wor<strong>de</strong>n en op <strong>de</strong> wijzewaarop <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> analyse geïnterpreteerdwor<strong>de</strong>n. De beoor<strong>de</strong>ling van<strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> scriptie is voor eenbelangrijk <strong>de</strong>el gebaseerd op <strong>de</strong> keuze enhet gebruik van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>en <strong>de</strong> keuze en het gebruik van <strong>de</strong> analysetechnieken.Naast dit scriptie-inhou<strong>de</strong>lijke aspect zijner enkele procedurele wijzigingen. Zo ishet met goed gevolg afron<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>cursus Leeron<strong>de</strong>rzoek vereist alvorens tekunnen beginnen met <strong>de</strong> scriptie.In <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> handleiding werd geadviseerdmet het on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong> scriptie aan tesluiten bij een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksthema’svan <strong>de</strong> faculteit Sociale wetenschappen.In <strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> handleiding is dat verplichtgesteld. Daarmee is een goe<strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijkebegeleiding beter gegaran<strong>de</strong>erd.De on<strong>de</strong>rzoeksthema’s zijn in <strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong>handleiding niet meer als bijlage toegevoegd;zij staan nu op Studienet. Degenedie daar behoefte aan heeft, kan eengedrukt exemplaar thuisgestuurd krijgen.Een scriptievoorstel moet niet meer naar<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijscoördinator gestuurd wor-


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 118 <strong>de</strong>n, maar naar het On<strong>de</strong>rwijsbureauHumaniora. Dit bureau stuurt het vervolgensdoor naar <strong>de</strong> scriptiecommissie. Descriptiecommissie zal beoor<strong>de</strong>len of hetvoorstel geschikt is voor een scriptie. Hetvoorstel moet aan een aantal extra voorwaar<strong>de</strong>nvoldoen. Deze voorwaar<strong>de</strong>nstaan besproken in <strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> versie van<strong>de</strong> handleiding. Zij hebben betrekking op<strong>de</strong> theoretische on<strong>de</strong>rbouwing, <strong>de</strong> doelenvraagstellingen en <strong>de</strong> voorgenomenmetho<strong>de</strong>n van on<strong>de</strong>rzoek.Er wordt sterk op aangedrongen voorafgaandaan het schrijven van een scriptievoorstelbij het On<strong>de</strong>rwijsbureau na tegaan of <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r van een themabeschikbaar is en vervolgens bij <strong>de</strong> scriptiecommissiena te gaan of het gekozenon<strong>de</strong>rwerp binnen het gekozen themageschikt is. Het schrijven van een scriptievoorstelvereist immers literatuurstudieen an<strong>de</strong>re werkzaamhe<strong>de</strong>n, en het zoujammer zijn als na<strong>de</strong>rhand blijkt dat <strong>de</strong>begelei<strong>de</strong>r overbezet is of het on<strong>de</strong>rwerpom een of an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n niet goedgekeurdwordt.De scriptiecommissie wijst na goedkeuringvan het scriptievoorstel twee begelei<strong>de</strong>rsaan; <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r is nietlanger optioneel. De twee<strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rhoudt zich met name bezig met <strong>de</strong> technischekant van het on<strong>de</strong>rzoek en heeftalleen contact met <strong>de</strong> eerste begelei<strong>de</strong>r,dus niet met <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt. De vereisten dieaan het daaropvolgend scriptieplangesteld wor<strong>de</strong>n, zijn in <strong>de</strong> handleidingbeschreven.De rapportage van het on<strong>de</strong>rzoek komt in<strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> handleiding uitgebrei<strong>de</strong>r aanbod. Er is niet alleen vermeld wat er in <strong>de</strong>rapportage beschreven moet wor<strong>de</strong>n,maar ook waarom en hoe. Ook is er meerspecifiek ingegaan op <strong>de</strong> wijze waarophet eindoor<strong>de</strong>el van bei<strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>rs totstand komt.Ten slotte is vermeld dat het eindgesprekin <strong>de</strong> huidige vorm is afgeschaft. Deafronding gebeurt nu aan <strong>de</strong> hand vaneen door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt te geven presentatiein Heerlen.De scriptiehandleiding is op te vragen bijhet On<strong>de</strong>rwijsbureau Humaniora (tel: 045-5762695).


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1Op zoek naar <strong>de</strong> stage van...19Ietje Veldman is een systematisch mens; zo heeft ze haar studie <strong>de</strong> afgelopen jarengepland en zo pakte ze ook haar zoektocht naar een geschikte stageplaats aan. Vooralomdat <strong>de</strong> stage voor haar <strong>de</strong> ‘kroon’ op haar studie vormt, ging ze heel ge<strong>de</strong>gen te werk.Hieron<strong>de</strong>r haar relaas vol met tips over het vin<strong>de</strong>n van een goe<strong>de</strong> stageplaats.Ietje VeldmanMotivatieHet was begin maart, nog twee tentamensen mijn scriptie vor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> al eenheel eind. Nu nog een stageplaats vin<strong>de</strong>n.Ik had werkelijk geen i<strong>de</strong>e hoe ik dat zoumoeten doen. Een ding wist ik zeker, ikzou een plaats vin<strong>de</strong>n, hoe dan ook, almoest ik er stad en land voor af. Ik wil<strong>de</strong>ein<strong>de</strong>lijk alle geleer<strong>de</strong> stof echt in praktijkgaan brengen.De tijdSnel uitgerekend had ik drie maan<strong>de</strong>n <strong>de</strong>tijd (maart, april, mei) voor het vin<strong>de</strong>n van<strong>de</strong> juiste plaats. Juni plan<strong>de</strong> ik voor eventuelever<strong>de</strong>re afspraken met het gevon<strong>de</strong>nstageadres, zodat ik in septemberdaadwerkelijk kon beginnen.Welke instellingen?Het is belangrijk om eerst bij jezelf na tegaan wat je heel erg graag wilt. Mijn voorkeurging uit naar het ‘doen’, naar relevantewerkervaring en niet naar on<strong>de</strong>rzoek.Dat is ook <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n dat ik eerst <strong>de</strong> scriptieheb gedaan. Ik zou dan ook het liefststage willen lopen in instellingen zoalseen psychologencollectief en an<strong>de</strong>rehulpverlenen<strong>de</strong> instanties (bijvoorbeeldHumanitas, RIAGG, FIOM, Rutgersstichting,Jeugdzorg, GGD).Hoe ga ik het doen?Welke weg zal ik nemen: een brief schrijven,opbellen, of persoonlijk langsgaan?Als ze mij afwijzen op grond van mijnbrief, had ik misschien toch beter personlijklangs kunnen gaan. Of kan ik beteropbellen en dan schrijven? Ik heb in eersteinstantie gekozen voor een open sollicitatiebriefen na een week bel<strong>de</strong> ik danop. Gaan<strong>de</strong>weg bleek <strong>de</strong> combinatie eerstopbellen en dan <strong>de</strong> sollicitatiebrief schrijvenbeter te voldoen.Ik begon voorzichtig met twee sollicitatiebrieven,daarna over en weer bellen, niemandwist wat, ze zei<strong>de</strong>n geen nee, maarook geen ja, overleg, verga<strong>de</strong>ring en tenslotte een maand na het zoveelste telefoontjewas er alleen maar plaats voorstagiaires van <strong>de</strong> RijksuniversiteitGroningen (RUG).Nog twee maan<strong>de</strong>n over, aanpakken dus:uit het telefoonboek alle instanties inGroningen gebeld die ik kon vin<strong>de</strong>n.PotdichtOp een gegeven moment waren er twaalfsollicitatiebrieven on<strong>de</strong>rweg. Na verloopvan een maand was er geen stageplaats,of wel een stageplaats maar dan alleenvoor RUG-stu<strong>de</strong>nten. Nog maar eenmaand over, wat nu? De volgen<strong>de</strong> etappe:– In laten schrijven bij <strong>de</strong> RUG als stagiaire.– Instellingen buiten Groningen bena<strong>de</strong>ren.Het is gelukt!!!Deze laatste twee stappen lever<strong>de</strong>n resultatenop:– Bij <strong>de</strong> RUG waren plaatsen over bij ontwikkelingspsychologieen kon ik zelfs uitkiezen.Ik was door alle ontwikkelingenwat min<strong>de</strong>r kritisch gewor<strong>de</strong>n, maar nukon ik zelf een keuze maken.– De instellingen buiten Groningen had ikbena<strong>de</strong>rd, samen met een brief en informatieover <strong>de</strong> <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> Ne<strong>de</strong>rlandvan mijn stagecoördinator Marion


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 120 <strong>de</strong> Bie. Bij enkele van <strong>de</strong>ze instellingenkon ik stage komen lopen.– Ook naar aanleiding van <strong>de</strong> twaalf sollicitatiebrievenkon ik uitein<strong>de</strong>lijk op driestageplaatsen terecht.Uitein<strong>de</strong>lijk resultaat eind mei: keuze uitvijf stageplaatsen!Mijn keuze:Ik heb gekozen voor <strong>de</strong> KUNO van DIJKstichting,een instantie die zich bezighoudtmet hulp in <strong>de</strong> verslavingszorg.Mijn werk bestaat uit intakegesprekken,begeleiding en motivatie van patiëntenom aan <strong>de</strong> afname van psychologischevragenlijsten mee te werken, rapportagesover cliënten aan teamle<strong>de</strong>n, bijwonenvan verga<strong>de</strong>ringen. Ik heb hiervoor vooralgekozen omdat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verslaving eendiepere problematiek schuilgaat. Ik heb erhelemaal geen ervaring mee, maar diep inmijn hart voel ik dat ik hier iets mee wil, alzou ik alleen maar beter leren luisteren enbegrijpen. Bovendien kan ik hier ook nogeens mijn kennis en ervaring op het terreinvan <strong>de</strong> haptonomie inbrengen; wateen toevalstreffer dat <strong>de</strong>ze instelling daarook mee werkt. De modulesGespreksvoering, Klinische gespreksvoeringen Psychodiagnostiek die ik hebgevolgd, kunnen mij meteen al hulp bie<strong>de</strong>nbij het aanbrengen van structuur.Een begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> brief niet alleen latengel<strong>de</strong>n voor een stageplaats voor datmoment, maar mogelijkhe<strong>de</strong>n vragenvoor vaste stageplaatsen in <strong>de</strong> toekomst.Het is ook nodig <strong>de</strong> OUNL meer te profilerenbij toekomstige stage-instellingen.Alles samenvattend heb ik van <strong>de</strong>ze zelfstandigeaanpak veel geleerd. Maar vangroot belang was ook <strong>de</strong> steun die ik vanMarion <strong>de</strong> Bie heb gekregen. Bij haarvond ik een luisterend oor (in moeilijketij<strong>de</strong>n) en kreeg zo <strong>de</strong> noodzakelijkeon<strong>de</strong>rsteuning vanuit <strong>de</strong> OUNL.Mijn voorbereiding op <strong>de</strong> stageIk heb een jaarverslag opgevraagd en ver<strong>de</strong>reen hele stapel brochures en voorlichtingsmateriaalgekregen. Ver<strong>de</strong>r heb iknaar goe<strong>de</strong> boeken gevraagd over diton<strong>de</strong>rwerp zodat ik mij meer kan inlevenen inlezen in <strong>de</strong> situatie. Ik ga er halvedagen werken en begin op 1 september,ik heb er heel veel zin in.Sollicitatietips voor stu<strong>de</strong>nten- Eerst opbellen naar <strong>de</strong> instantie omzo een gerichte sollicitatiebrief naar <strong>de</strong>juiste persoon te kunnen sturen.- Brief van <strong>de</strong> <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong>Ne<strong>de</strong>rland naar <strong>de</strong> instelling (OUNL is nogonbekend bij veel in aanmerking komen<strong>de</strong>stage-instellingen).- In laten schrijven voor een stageplatsbij een an<strong>de</strong>re universiteit in <strong>de</strong> buurt.Een advies voor <strong>de</strong> OUNL


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1Even voorstellen ...21Op een zonnige lentedag <strong>de</strong>rtig jaar gele<strong>de</strong>n werd ik geboren: Birgit Mayer. Sinds diedag geniet ik van het leven en heb ik, gelukkig, veel (bij)geleerd. Na mijn crêcheperio<strong>de</strong>in Haarlem en mijn mid<strong>de</strong>lbare schooltijd in Arnhem, ben ik in 1988 Gezondheidswetenschappengaan stu<strong>de</strong>ren in Maastricht.Birgitte MayerOp kamers, <strong>nieuwe</strong> vrien<strong>de</strong>n maken, lekkerleren koken en met enthousiasme inon<strong>de</strong>rwijsgroepjes discussiëren over <strong>de</strong>mens en zijn gedrag, over psychiatrischestoornissen en hun behan<strong>de</strong>lingsmogelijkhe<strong>de</strong>n.Als stu<strong>de</strong>ntassistent heb ik indie tijd veel spinfobici van hun angstmogen afhelpen.Twee maan<strong>de</strong>n na mijn afstu<strong>de</strong>ren in1994 ben ik als on<strong>de</strong>rzoeker in opleiding(oio) begonnen met een promotieon<strong>de</strong>rzoek.Ik kreeg een eigen plekje bij hethuidige Departement Medische, Klinischeen Experimentele Psychologie aan <strong>de</strong><strong>Universiteit</strong> Maastricht. Vanaf toen heb ikmij ver<strong>de</strong>r verdiept in <strong>de</strong> spinfobie.Waarom zijn mensen zo extreem bangvoor iets waarvan zij best weten dat ze ereigenlijk niet bang voor zou<strong>de</strong>n hoevenzijn? Ik heb een theorie on<strong>de</strong>rzocht diestelt dat mensen automatisch een angstreactiekrijgen wanneer ze geconfronterdwor<strong>de</strong>n met een bedreigen<strong>de</strong> stimulus.Deze angstreactie zou al tot stand komenterwijl <strong>de</strong> fobicus nog onbewust is van <strong>de</strong>aanwezigheid van <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong>angstaanjagen<strong>de</strong> stimulus. Althans, dat iswat <strong>de</strong> theorie stelt. Na met tientallenspinfobici geëxperimenteerd te hebben,kan ik alleen conclu<strong>de</strong>ren dat ik dat nietheb kunnen vin<strong>de</strong>n.Terwijl ik nog <strong>de</strong> laatste hand moest leggenaan mijn proefschrift, werd ik infebruari dit jaar bij <strong>de</strong> OUNL aangenomenals universitair docent bij Sociale wetenschappen.Sinds 1 maart ben ik met namebezig geweest met het maken van eenwerkboek bij <strong>de</strong> cursus Klinische psychologie2. Van <strong>de</strong>ze cursus ben ik ook <strong>de</strong>examinator; ik ben nu dan ook druk in <strong>de</strong>weer met het maken van tentamenvragen.Ver<strong>de</strong>r begeleid ik afstu<strong>de</strong>erscripties,ben ik betrokken bij <strong>de</strong> innovatie van hetmetho<strong>de</strong>n- en techniekenon<strong>de</strong>rwijs, ga ikaan <strong>de</strong> slag met het ontwikkelen van <strong>de</strong>cursus Gezondheidspsychologische interventies,en maak ik <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> redactievan SWetenswaardighe<strong>de</strong>n. Kortom, erzijn weer een hoop leuke dingen te doen!


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 122 De scriptie van ElaineBoorsmaEliane heeft voor haar scriptie on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar <strong>de</strong> werksatisfactie bij uitzendkrachten.Ze veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong> dat uitzendkrachten een lagere werksatisfactie zou<strong>de</strong>nhebben dan vaste krachten en wil<strong>de</strong> weten of dat klopte en waar dat dan aan zouliggen. Die kennis zou dan gebruikt kunnen wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> werksituatie van uitzendkrachtente verbeteren.Gert Alblas interview<strong>de</strong> haar om meer te weten te komen over allerlei zaken die bij <strong>de</strong>opzet en uitvoering van een scriptie een rol spelen.Elaine BoorsmaHoe zag je studie eruit?Ik ben begonnen met stu<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong><strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> in 1991. Ik had toengeen vrijstellingen en moest daarom allemodulen volgen. Mijn plan was om ongeveer20 bladzij<strong>de</strong>n per dag te stu<strong>de</strong>ren enom zo in twee jaar mijn prope<strong>de</strong>use tehalen. Dat vond ik na enige tijd toch echtte langzaam gaan en ben toen overgegaanop een tweemaal zo hoog tempo.Eigenlijk was het stu<strong>de</strong>ren heel gemakkelijk.De stof was niet moeilijk en ik haal<strong>de</strong>alle modulen in één keer, behalve statistiek1b. Die cursus heb ik een keer overgedaan.Wanneer ben je gaan na<strong>de</strong>nken overeen scriptie?Vorig jaar zomer moest ik nog vijf vakkendoen. Toen was het tijd om eens te gaan<strong>de</strong>nken aan een scriptie. In die perio<strong>de</strong> lasik veel over flexibele arbeid en uitzendwerk,me<strong>de</strong> omdat daar in <strong>de</strong> media nogalwat aandacht voor was. Dat on<strong>de</strong>rwerpbegon me te interesseren. Ik heb toen <strong>de</strong>scriptiecoördinatrice Marga Winnubst (isnu Marjan Specker, red.) opgebeld voormeer informatie en zij heeft me goed opweg geholpen. Op grond van <strong>de</strong> instructiesin <strong>de</strong> scriptiehandleiding heb ik toeneen scriptievoorstel geschreven en datwerd goedgekeurd. Als begelei<strong>de</strong>r en examinatorkreeg ik toen jou (Gert Alblas,red.) toegewezen.Wat vond je lastig in <strong>de</strong> eerste fase van<strong>de</strong> scriptie?Ik wil<strong>de</strong> gelijk al weten en vaststellen hoeik mijn on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r uitzendkrachtenmoest verrichten. Mijn begelei<strong>de</strong>r rem<strong>de</strong>dat af en vond die vragen nog niet aan <strong>de</strong>or<strong>de</strong>. Eerst moest ik maar eens <strong>de</strong> literatuurin duiken, om na te gaan of er op ditterrein al on<strong>de</strong>rzoek was gedaan en omvan daaruit een on<strong>de</strong>rzoeksmo<strong>de</strong>l op tezetten. Het was niet eenvoudig om mijnongeduld in te tomen en gewoon bij hetbegin te starten.Hoe is dat literatuur-zoekproces verlopen?Ik heb gebruikgemaakt van <strong>de</strong> KoninklijkeBibliotheek in Den Haag. Je kunt daar pertelefoon drie zoektermen/trefwoor<strong>de</strong>nopgeven en je krijgt dan van hen een lijstmet titels op. Dat waren heel veel titels entoen stond ik voor het probleem om uit tevissen welke daarvan relevant waren voormijn probleemstelling. Ik heb toen veelliteratuur doorgenomen. Ik vond hetmoeilijk om te bepalen wat nu was tegebruiken en hoe ik van alles wat over


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1bleef een goed verhaal kon maken. Toch isme dat aardig gelukt. De on<strong>de</strong>rzoeksliteratuurliet zien waarin uitzendkrachten inhun werksituatie en in hun oor<strong>de</strong>el overhet werk verschillen van vaste krachten. Ikkon daaruit <strong>de</strong> voorspelling doen dat uitzendkrachtenlager zullen scoren opwerksatisfactie dan vaste krachten. Ookkon ik een causaal mo<strong>de</strong>l maken van factorendie daarop van invloed zijn.Welke on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong> heb je gekozen?Ik heb gekozen voor een toetsend on<strong>de</strong>rzoekdoor mid<strong>de</strong>l van een survey. Dewerksatisfactie en <strong>de</strong> situationele factorenuit het causale mo<strong>de</strong>l zijn gemetendoor mid<strong>de</strong>l van een vragenlijst die bijuitzendkrachten is afgenomen. De vragenlijstheb ik groten<strong>de</strong>els samengestelduit bestaan<strong>de</strong> en reeds beproef<strong>de</strong> vragenlijstenop dit gebied. Dat maakte vergelijkingvan mijn uitkomsten met an<strong>de</strong>ron<strong>de</strong>rzoek op dit gebied mogelijk.Hoe kwam je aan die uitzendkrachten?Ik heb <strong>de</strong> directeur van het grootste uitzendbureauvan Ne<strong>de</strong>rland schriftelijkbena<strong>de</strong>rd. In mijn brief heb ik het doelvan het on<strong>de</strong>rzoek uitgelegd en aangegevenwat zijn uitzendbureau wellicht aanhet on<strong>de</strong>rzoek zou kunnen hebben. Dedirecteur was erg enthousiast en schreefmij dat hij achter het on<strong>de</strong>rzoek stond.Die reactie mocht ik gebruiken om me<strong>de</strong>werkingte krijgen van <strong>de</strong> filialen dieoveral in Ne<strong>de</strong>rland gevestigd zijn. Ik hebvooral <strong>de</strong> filialen in het westen vanNe<strong>de</strong>rland bena<strong>de</strong>rd en kreeg somsenthousiaste on<strong>de</strong>rsteuning, maar somsook niet. In sommige filialen was nog vrijrecent al an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek gedaan en menwil<strong>de</strong> <strong>de</strong> eigen uitzendkrachten nietteveel lastigvallen. Het heeft nog behoorlijkwat moeite gekost om voldoen<strong>de</strong> respon<strong>de</strong>ntente krijgen.sterkte mijn zelfvertrouwen. Het meestlastig was hoe ik <strong>de</strong> vele gegevens uit heton<strong>de</strong>rzoek moest verwerken, analyserenen overzichtelijk weergeven. Ook <strong>de</strong> conclusieshieruit en <strong>de</strong> kritische discussievan <strong>de</strong> resultaten was geen eenvoudigeopgaaf. De eindversie is net af en nu moetik nog wachten op <strong>de</strong> bespreking ervanmet mijn examinator en M&T-begelei<strong>de</strong>r.Als je terugkijkt, wat zijn dan je belangrijksteleermomenten en heb je nogsuggesties voor scriptiestu<strong>de</strong>nten?Wat een moeilijke vraag. Ik weet nu dat ikvoor een volgen<strong>de</strong> keer meer stap voorstap moet gaan werken en moet beginnenmet een literatuurstudie. Ik heb nuveel meer ervaring gekregen met het werkenmet SPSS en ben wat enthousiastergewor<strong>de</strong>n voor het vak van on<strong>de</strong>rzoeker.Tegen scriptiestu<strong>de</strong>nten zou ik willen zeggen:laat het werk niet een paar wekenliggen als het wat tegenvalt, maar blijf erelke dag aandacht aan beste<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rsneemt <strong>de</strong> motivatie af.23Hoe ging <strong>de</strong> verslaglegging?Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> verslaglegging bleek dat ik vrijgoed kon schrijven. Mijn begelei<strong>de</strong>r hadvaak niet veel inhou<strong>de</strong>lijke opmerkingen,maar alleen opmerkingen over <strong>de</strong> structuuren opbouw van mijn verhaal. Dat ver


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 124 CompetentiesNe<strong>de</strong>rland doet aan competenties. Intensief en massaal. Congressen en beurzen voorP&O en aanverwante terreinen, zoals opleidingen, wor<strong>de</strong>n zelfs gecentreerd rondcompetenties en competentiemanagement. Hype of hoop?Albert KampermannCompetentiemanagement als <strong>nieuwe</strong>hype, een substituut voor beken<strong>de</strong> inzichtenwaarin alleen <strong>de</strong> kretologie veran<strong>de</strong>rt?Of hoop op een nieuw gedachtegoeddat katalyserend werkt in <strong>de</strong> vooruitgangvan <strong>de</strong> P&O-discipline? Na hetboek Management van competentiesgelezen te hebben, gaat het laatste gelukkigop. De auteurs Hoekstra en Van Sluijsschetsen een volledige analyse van competentiesen competentiemanagement ineen raamwerk van organisationele enindividuele aspecten. Het boek begintmet <strong>de</strong> strategische verankering van hetcompetentie<strong>de</strong>nken in het HR-beleid, met<strong>de</strong> complexe kenniseconomie als belangrijkstecontext voor competentiemanagement.De link tussen competenties en HRbeleidbestaat in <strong>de</strong> committment vanme<strong>de</strong>werkers; me<strong>de</strong>werkers moeten mentaleaan<strong>de</strong>len in <strong>de</strong> organisatie hebben.Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, door het vormenvan constructieve open relaties tussenbetrokkenen en partijen aangaan<strong>de</strong> strategischezaken, door mid<strong>de</strong>l van goe<strong>de</strong>,open communicatie tussen partners dieelkaar serieus nemen, aldus <strong>de</strong> auteurs.Daarnaast is er het strategische belangvan het binnenhalen, on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n enver<strong>de</strong>r ontwikkelen van mensen in relatietot <strong>de</strong> strategisch belangrijke kennisgebie<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> organisatie; permanenteexpertiseontwikkeling. Daartussenbevindt zich het vlak van afstemming;afstemming van individuele perspectievenop organisatieperspectieven.Loopbaanbeleid is daarvan een resultante.Het loopbaanperspectief voor mensen iseen vorm van binding aan <strong>de</strong> organisatie,en als zodanig voor individu en on<strong>de</strong>rnemingvan strategisch belang (HR-planningen loopbaanvorming). In <strong>de</strong> hier geschetsterelaties komen gedragsrepertoire enexpertise als belangrijkste bestand<strong>de</strong>lentevoorschijn voor <strong>de</strong> competenties diemensen inbrengen in hun werk. De permanenteontwikkeling van vereiste <strong>nieuwe</strong>expertise en <strong>de</strong> uitbreiding van hetgedragsrepertoire vormen samen <strong>de</strong> basisvoor competentieontwikkeling en dusvoor competentiemanagement. Voor <strong>de</strong>organisatie is het belang gelegen in kerncompetenties:organisatiespecifieke combinatiesvan resources, die <strong>de</strong> organisatiein staat stellen tot het realiseren van competitiefvoor<strong>de</strong>el. En daarmee zijn we bijeen van <strong>de</strong> belangrijkste vragen aanbeland:hoe te komen van kerncompetentiesnaar individuele competenties? De directevertaalbaarheid van kerncompetentiesnaar (individuele) competenties is nochsimpel, noch direct, noch één-op-één. Derol van me<strong>de</strong>werkers zal zijn om <strong>de</strong> kerncompetentieste versterken en uit te bouwen,maar dat vereist een aparte analyse.De auteurs noemen <strong>de</strong> combinatie vankennis en ervaring expertise. In een complexesamenleving groeit daarnaast <strong>de</strong>behoefte aan mensen met een breed enveelzijdig gedragsrepertoire. Vooral hetlaatste staat sterk in <strong>de</strong> belangstelling.Naast <strong>de</strong> expertise die iemand heeftopgebouwd, is er in <strong>de</strong> feitelijke uitvoeringvan het werk een ‘finetuning’ nodig,<strong>de</strong> afstemming op <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> situatiewaarin het werk zich voordoet. Effectiefhan<strong>de</strong>len is - zoals <strong>de</strong> auteurs noemen -pas mogelijk als iemand zijn expertiseook goed kan afstemmen op <strong>de</strong> situatie:personen, omstandighe<strong>de</strong>n, allerlei tij<strong>de</strong>lijkegegevens en kenmerken van <strong>de</strong> taak.Die afstemming vereist kwaliteiten vaniemand inzake gedrag, houding, aandacht,inleving en emotionele beheersing. Diekwaliteiten bepalen vervolgens <strong>de</strong> manier


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1Figuur 1Het mo<strong>de</strong>l bezigt <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> formule:Effectiviteit in <strong>de</strong> situatie = [kennis + ervaring + inzicht]25x [gedrag + aandacht + emotie]. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n:Competentie = expertise maal gedragsrepertoire.waarop iemand met een probleemomgaat, een taak aanpakt, met mensencommuniceert, enzovoort.De kern van competentiemanagement isvervolgens investeren in individuele competentieontwikkelingen mensen op hetbenutten daarvan aanspreken.Competentiemanagement is mogelijk;competenties kunnen in kaart gebracht,gemeten en beoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n. En netals bij expertise kunnen mensen zichgedragsrepertoire verwerven via leren:mensen kunnen zich ontwikkelen en zelfsvrij radicaal veran<strong>de</strong>ren in hun gedrag enemotionele stijl. Moeilijk, maar mogelijk.Een volgend hoofdstuk gaat in op hetontstaan en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re verwerving vancompetenties. Vermel<strong>de</strong>nswaardig hieruitis in ie<strong>de</strong>r geval dat een competentie zeskenmerken bevat: (1) een latent vermogenvan <strong>de</strong> persoon, tot (2) effectiefpresteren, (3) in een bepaal<strong>de</strong> taak- ofprobleemsituatie, (4) op een wijze dieobjectief waarneembaar en te beoor<strong>de</strong>lenis. Competenties (5) vormen een combinatievan expertise en gedragsrepertoire enberusten uitein<strong>de</strong>lijk op temperament,persoonlijkheid en intelligentie.Competenties (6) zijn tot op zeker hoogteaan te leren en gericht te ontwikkelen.Voordat <strong>de</strong> auteurs overgaan tot enkelevoorbeel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> praktijk, wordt nogge<strong>de</strong>gen ingegaan op het aspect van hetmanagen van competenties. Van belangdaarbij zijn <strong>de</strong> situationele competentieprogramma’s.Organisaties (maar ookme<strong>de</strong>werkers zelf ) ont<strong>de</strong>kken van tijd tottijd dat ze in een <strong>nieuwe</strong> situatie belan<strong>de</strong>n,waarvoor <strong>de</strong> competenties ontbreken.Snelle maatregelen zijn dan nodig;<strong>de</strong> externe situatieveran<strong>de</strong>ring dicteert<strong>de</strong> noodzaak en bepaalt <strong>de</strong> focus van situationelecompetentieontwikkeling (CO). Iknoem hier nog <strong>de</strong> belangrijkste kenmerkenvan situationele CO-programma’szoals <strong>de</strong> auteurs die aangeven:– Aard en richting van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringenin competentie-eisen wor<strong>de</strong>n afgeleid uit<strong>de</strong> externe veran<strong>de</strong>ringen die <strong>de</strong> aanleidingwaren en staan bij <strong>de</strong> start al vast.– De <strong>nieuwe</strong> competentie-eisen wor<strong>de</strong>nop grote groepen personeel collectief vantoepassing.– Het CO-programma is een eenmaligbedoel<strong>de</strong> actie die geen direct verbandheeft met het reguliere HR-beleid.Het zal dui<strong>de</strong>lijk zijn dat <strong>de</strong> lezer niet verstokenblijft van voldoen<strong>de</strong> aanwijzingenen tips dienaangaan<strong>de</strong>.Management van competenties gaat overhet verbin<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> expertise over hetfunctioneren van mensen en het functioneren van organisaties in één taal, eenbegrijpelijke en rijke taal. Niet alleen zijn<strong>de</strong> auteurs erin geslaagd dit dui<strong>de</strong>lijk teformuleren en te presenteren. Het synergetischeffect dat uitgaat van hun bena<strong>de</strong>ring,heeft een grotere reikwijdte danenkel het boekje. Het boek is een mustvoor P&O’-ers die een energieke start nahun vakantie willen maken.Hoekstra, A., & Sluijs, E. van (1999).Management van competenties. Het realiserenvan HRM. Assen: GITP/Van Gorcum.ISBN 90 232 3466 9.


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 126Korps moet eigen potentieelopsporenIn- en externe mobiliteit bij regiopolitie Drenthe. Drs. C.J.H. Lunter is hoofd stafdienstP&O regiopolitie Drenthe en directeur van organisatieadviesbureau Lunter consultancy.C.J.H. Lunter is in 1998 afgestu<strong>de</strong>erd aan <strong>de</strong> OUNL, arbeids- en organisatiepsychologie.Hij doet in dit artikel verslag van zijn scriptieon<strong>de</strong>rzoek, zoals verschenen in hetTijdschrift voor <strong>de</strong> Politie, nr. 1/2, 1999. Hier volgt een ietwat aangepaste versie van ditartikel.Ronald LunterPolitie Drenthe liet on<strong>de</strong>rzoek doen on<strong>de</strong>rhaar werknemers naar <strong>de</strong> bereidheid totmobiliteit, en welke factoren van invloedzijn op <strong>de</strong> in- en externe mobiliteit. Heton<strong>de</strong>rzoek is verricht tegen <strong>de</strong> theoretischeachtergron<strong>de</strong>n van verloop en mobiliteit.Als on<strong>de</strong>rzoeksinstrument is gekozenvoor een schriftelijke enquête on<strong>de</strong>r220 werknemers, in <strong>de</strong> salarisschalen 4t/m 12, in executieve en administratieftechnischefuncties. De respon<strong>de</strong>nten dieaan het on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>elnamen, zijn tussen<strong>de</strong> 23 en 58 jaar en werken gemid<strong>de</strong>ldbijna 18 jaar in een politieorganisatie. Detotale respons is 142 (64.5 procent).Het on<strong>de</strong>rzoek meet niet het feitelijkmobiliteitsgedrag, maar <strong>de</strong> intenties van<strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten. Uit on<strong>de</strong>rzoeken komtnamelijk naar voren dat <strong>de</strong> intentie eengoe<strong>de</strong> voorspeller is van gedrag.In <strong>de</strong> toekomstige ontwikkelingen op hetgebied van personeelsmanagement krijgt<strong>de</strong> mobiliteit van werknemers steedsmeer aandacht. De huidige krapte op <strong>de</strong>arbeidsmarkt, maar ook <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> vergrijzing,vragen om maatregelen.Technologische omgevingsveran<strong>de</strong>ringenen veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> taken van organisatieslei<strong>de</strong>n tot veran<strong>de</strong>ring in functiesen competenties van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers. Ditbetekent dat er - meer dan voorheen -een beroep wordt gedaan op <strong>de</strong> bereidheidvan <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werker om een an<strong>de</strong>refunctie of an<strong>de</strong>re functietaken uit te voerenen/of te veran<strong>de</strong>ren van (geografische)werkplek en hiervoor opleidingente volgen. Mobiliteit zorgt voor het veiligstellenvan het behoud van personeel op<strong>de</strong> juiste tijd en <strong>de</strong> juiste plaats met <strong>de</strong>juiste (toekomstige) gewenste vaardighe<strong>de</strong>n.Daarom is mobiliteit zo van belang.Veel politiekorpsen stimuleren mobiliteit.Ze gebruiken allerlei (financiële) regelingenen actieplannen als push- of pullfactorenop <strong>de</strong> (interne) arbeidsmarkt. Maarwat weten wij nu over <strong>de</strong> bereidheid van<strong>de</strong> politiewerknemer om zich in zijn loopbaante ontwikkelen? En welke factorenbepalen <strong>de</strong> bereidheid van <strong>de</strong> politiewerknemerom van baan te veran<strong>de</strong>ren?Kortom: hebben wij inzicht in <strong>de</strong> factorendie het individuele beslissingsproces van<strong>de</strong> werknemer over mobiliteit beïnvloe<strong>de</strong>n?Dit on<strong>de</strong>rzoek geeft antwoord op<strong>de</strong>ze vragen.Theoretisch ka<strong>de</strong>rMobiliteit, ook wel doorstroom genoemd,heeft als begrip twee kanten: het betreftzowel een organisatiekenmerk als eenkenmerk van individueel gedrag. Het doelvan mobiliteit is het laten bewegen vanmensen in een organisatie. Hiermee verkrijgtmen enerzijds een optimale bezettingvan functies, en an<strong>de</strong>rzijds realiseertmobiliteit een zo regelmatig mogelijkeontplooiing en ontwikkeling van <strong>de</strong> carrièrevoor <strong>de</strong> individuele me<strong>de</strong>werker.


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1Bovendien ontwikkelen mensen zich inhun levensloop en veran<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> maatschappelijkecontext waarbinnen organisatieswerken.In dit on<strong>de</strong>rzoek gaat het met name omwerknemers bij Politie Drenthe die vanfunctie veran<strong>de</strong>ren binnen hun eigenorganisatie. On<strong>de</strong>r interne mobiliteitwordt in dit on<strong>de</strong>rzoek dan ook verstaan:<strong>de</strong> vrijwillige veran<strong>de</strong>ring van functiebinnen Politie Drenthe.Interne mobiliteit is in twee categorieënte on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n:– Verticale mobiliteit: <strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> baanbevindt zich op een hoger niveau in <strong>de</strong>hiërarchie. Dit vertaalt zich in een hogeresalarisschaal en al dan niet in een geografischemobiliteit.– Horizontale mobiliteit: <strong>de</strong> <strong>nieuwe</strong> baanbevindt zich op hetzelf<strong>de</strong> niveau in <strong>de</strong>hiërarchie als <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> baan. Dit vertaaltzich in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> salarisschaal en al danniet in een geografische mobiliteit.On<strong>de</strong>r externe mobiliteit wordt doorstroomnaar buiten <strong>de</strong> organisatie verstaan;een veran<strong>de</strong>ring van baan diesamengaat met veran<strong>de</strong>ring van werkgever.Theoretische achtergrond van mobiliteitIn het on<strong>de</strong>rzoek staat een aantal on<strong>de</strong>rzoeksfactorencentraal. Uit <strong>de</strong> sociologieblijkt dat individuele factoren zoals leeftijd,geslacht, opleiding, maar ook personsgebon<strong>de</strong>nfactoren zoals interesse,ambities en capaciteiten van invloed kunnenzijn op <strong>de</strong> mobiliteit. Daarnaast zijnook werkgerelateer<strong>de</strong> factoren metbetrekking tot <strong>de</strong> werksituatie en werkorganisatiebepalend. We <strong>de</strong>nken hierbij aan<strong>de</strong> mate van verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en zelfstandigheid,betrokkenheid, arbeidssatisfactie,<strong>de</strong> werksfeer, e.d.Tot slot zijn <strong>de</strong> economische factoren vaninvloed. Hiermee wordt bedoeld <strong>de</strong> situatiein <strong>de</strong> bedrijfstak, <strong>de</strong> situatie op <strong>de</strong>arbeidsmarkt en het stelsel van socialevoorzieningen.Kortom: consequenties voor het individu,<strong>de</strong> organisatie en <strong>de</strong> samenleving alstotaliteit.In het on<strong>de</strong>rzoek komen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rzoeksfactoren aan bod: <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong>van <strong>de</strong> werknemer met betrekking toteer<strong>de</strong>r vertoond gedrag bij functiewisselingenen het aantal dienstjaren, <strong>de</strong> socialevoor- en na<strong>de</strong>len, <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong>sociale omgeving (partner, collega en leidinggeven<strong>de</strong>),<strong>de</strong> waargenomen kansenbinnen en buiten <strong>de</strong> organisatie(doorstroming, opleiding) en tot slot <strong>de</strong>betrokkenheid bij <strong>de</strong> werksituatie en <strong>de</strong>arbeidssatisfactie.ResultatenIn hoeverre is <strong>de</strong> werknemer eigenlijkbereid om zich via interne mobiliteit in <strong>de</strong>eigen loopbaan ver<strong>de</strong>r te ontwikkelen?Slechts een zeer gering aantal collega’szag voor <strong>de</strong> reorganisatie mogelijkhe<strong>de</strong>nom te solliciteren in het Drentse korps.Voor functies buiten het korps vindt eengroter <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> collega’s mogelijkhe<strong>de</strong>nom te solliciteren. De houding tenopzichte van mobiliteit laat an<strong>de</strong>re gelui<strong>de</strong>nhoren. Ruim 40 procent (n=46) van <strong>de</strong>respon<strong>de</strong>nten meent dat zij, na een aantaljaren in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> functie te hebbengewerkt, naar een an<strong>de</strong>re functie zoumoeten kijken. Voor een aantal collega’s(n=31) hoeft <strong>de</strong> sollicitatie niet tot eenbevor<strong>de</strong>ring te lei<strong>de</strong>n. De leeftijd heeftdui<strong>de</strong>lijk invloed op <strong>de</strong> mobiliteitsintenties.Zo blijkt bijvoorbeeld dat ruim 45procent van <strong>de</strong> collega’s in <strong>de</strong> leeftijd van35 t/m 45 jaar <strong>de</strong> huidige functie niet alseen opstap binnen het korps beschouwt.Een relatief klein <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> collega’s in<strong>de</strong>ze leeftijdsklasse (n=19) vindt dat wel.Ook <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> voltooi<strong>de</strong> opleidingheeft invloed. Een fors <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>respon<strong>de</strong>nten met een lager opleidingsniveauzegt hun huidige functie niet alsopstap in het korps te zien. Voor <strong>de</strong> collegamet een hoger opleidingsniveau ligtdit an<strong>de</strong>rs. Ruim 30 procent van <strong>de</strong> hogeropgelei<strong>de</strong> collega’s ziet hun functie welals een opstapfunctie binnen het korps.Een even groot <strong>de</strong>el van hen vindt ditniet.Betekent dit nu ook dat er serieus wordtnagedacht over een an<strong>de</strong>re baan binnenof buiten Politie Drenthe? De resultatentonen aan dat bijna 50 procent van <strong>de</strong>respon<strong>de</strong>nten niet serieus na<strong>de</strong>nkt overeen an<strong>de</strong>re baan binnen Politie Drenthe.Ongeveer 23 procent van <strong>de</strong> collega’s<strong>de</strong>nkt hier wel serieus over na. Tot slotblijkt dat <strong>de</strong> jongere me<strong>de</strong>werkers tot 35jaar intern veel mobieler zijn dan <strong>de</strong>ou<strong>de</strong>re collega’s. De hoger opgelei<strong>de</strong> jongerecollega is ook extern mobieler.Kortom: hoe hoger <strong>de</strong> leeftijd hoe lager<strong>de</strong> mobiliteitsintentie.OpleidingenEr is een opvallend grote bereidheid tothet volgen van opleidingen. Ruim 80 procent(n=114) is geïnteresseerd in het volgenvan opleidingen die relevant zijnvoor hun werk. Hoog is ook <strong>de</strong> bereidheidom naast het werk een opleiding te volgendie van belang is voor <strong>de</strong> huidige eneen toekomstige functie (n=92, resp. 99).Kortom: <strong>de</strong> Drentse collega is zeer bereidom door het volgen van opleidingen inzichzelf en in het korps te investeren.Hier liggen kansen. Ik <strong>de</strong>nk met name aanopleidingen die toegesne<strong>de</strong>n zijn op <strong>de</strong>toekomstige taken en vaardighe<strong>de</strong>n. Eentoekomstgericht opleidingsbeleid, nietalleen gericht op <strong>de</strong> politietaken, maarook op reguliere opleidingen die <strong>de</strong>externe marktwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> collega verhogen,is dan geen utopie meer.De mobiliteit binnen en buiten het korpswordt hiermee groter.De enkele scepticus binnen <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse politie die bromt dat <strong>de</strong>bedrijfsspecifieke politieopleidingen <strong>de</strong>interne en externe mobiliteitsintentieswel zullen belemmeren, stel ik teleur. Uithet on<strong>de</strong>rzoek blijkt namelijk dat <strong>de</strong> collegazijn/haar executieve politieopleidingenhelemaal niet als een beperking op <strong>de</strong>externe arbeidsmarkt ziet. Dit opent <strong>de</strong>urennaar <strong>de</strong> toekomst.De weg ligt immers open voor een combinatietussen bedrijfsspecifieke politieopleidingenen verbreding op <strong>de</strong> reguliereopleidingsmarkt.De sociale omgevingHoe belangrijk zijn nu <strong>de</strong> sociale invloe<strong>de</strong>nuit <strong>de</strong> directe omgeving van <strong>de</strong> werknemer?Hiermee bedoelen wij <strong>de</strong> meningvan <strong>de</strong> partner, familie, collega’s en <strong>de</strong>directe chef. Juist in een politieorganisatiewaarin <strong>de</strong> politie veelal <strong>de</strong> eerste enenige werkgever is en er sprake is vanrelatief langdurige dienstverban<strong>de</strong>n in27


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 128een specifieke cultuur, is het interessantte on<strong>de</strong>rzoeken of en in welke mate <strong>de</strong>sociale omgeving van invloed is op <strong>de</strong>mobiliteitsintenties. Kortom: is men vastgeroestin een rol en cultuur of heeft <strong>de</strong>omgeving invloed?Het blijkt dat hoe groter <strong>de</strong> goedkeuringvan <strong>de</strong> partner van <strong>de</strong> werknemer overhet veran<strong>de</strong>ren van baan binnen PolitieDrenthe, hoe hoger <strong>de</strong> mobiliteitsintenties.Maar ook <strong>de</strong> positieve stimulans vandirecte collega’s en van <strong>de</strong> direct leidinggeven<strong>de</strong>om je op an<strong>de</strong>re banen te oriën-Arbeidssatisfactie, -inhoud en -omstandighe<strong>de</strong>nArbeidssatisfactie kan gezien wor<strong>de</strong>n als<strong>de</strong> resultante van een gedragscyclus, die<strong>de</strong> wijze weergeeft waarop een persoonstreeft naar het bereiken van voor hem ofhaar aantrekkelijke opbrengsten. Het gaatom wat <strong>de</strong> persoon heeft bereikt en verworven.Het is een dynamisch begrip datgaat over aspecten van het verle<strong>de</strong>n,he<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> toekomst. Arbeidsinhoudgaat over <strong>de</strong> mogelijkheid om te tonenwat hij/zij kan en <strong>de</strong> mogelijkheid omgesetteld? De werknemer tussen <strong>de</strong> 35 en45 jaar daarentegen is min<strong>de</strong>r positiefover <strong>de</strong> arbeidsinhoud. Komt dit nu doorhet ontbreken van arbeidsinhoud (onvoldoen<strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n om te tonen watmen kan of om <strong>de</strong> eigen vaardighe<strong>de</strong>n teontwikkelen)? Voor <strong>de</strong>ze relatief grotegroep is ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek vereist.Betrokkenheid bij <strong>de</strong> organisatieHet begrip betrokkenheid, ook wel commitmentgenoemd, neemt een belangrijkeplaats in bij studies over het gedrag vanteren, helpt mee <strong>de</strong> mobiliteitsintenties tevergroten. Dit geldt voor zowel <strong>de</strong> interneals <strong>de</strong> externe mobiliteitsintenties.Kortom; bij het ontwikkelen van mobiliteitzijn zij belangrijke actoren.Hoe is het nu met <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> socialeomgeving op het ontwikkelen van eenloopbaan? Geldt dan nog: hoe groter <strong>de</strong>goedkeuring, hoe hoger <strong>de</strong> intentie omvan baan te veran<strong>de</strong>ren?Nee. Hier komt dui<strong>de</strong>lijk naar voren datcollega’s, <strong>de</strong> leidinggeven<strong>de</strong> en <strong>de</strong> partnervooral stimuleren om een loopbaan teontwikkelen binnen <strong>de</strong> Politie Drenthe.zijn/haar eigen bekwaamhe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r teontwikkelen. Bij arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n<strong>de</strong>nken wij aan veiligheid, gezondheid enhygiëne.Gemid<strong>de</strong>ld genomen waar<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>ntenhun werk als positief. Dearbeidssatisfactie en <strong>de</strong> arbeidsinhou<strong>de</strong>rvaart men als re<strong>de</strong>lijk positief. En <strong>de</strong>arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n zijn gunstig.Echter, <strong>de</strong> collega’s in <strong>de</strong> leeftijdscategorie35 t/m 45 jaar beoor<strong>de</strong>len <strong>de</strong> arbeidsinhoudmin<strong>de</strong>r positief dan <strong>de</strong> jongereme<strong>de</strong>werker tot 35 jaar. De ou<strong>de</strong>re me<strong>de</strong>werkervan 55 jaar en ou<strong>de</strong>r scoort op allefactoren het hoogst. Wat betekent dit? Zit<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re werknemer op pluche? Is hij/zijwerknemers in organisaties. De betrokkenheidvan een individu bij <strong>de</strong> organisatieen het zich laten bin<strong>de</strong>n door bepaal<strong>de</strong> gedragingen van een individu aan <strong>de</strong>organisatie vormen samen zijn/haar attitu<strong>de</strong>.We nemen aan dat uit <strong>de</strong>ze (positieve)houding vanzelfsprekend een aantalgedragsintenties voortkomt, zoalsoprechtheid ten opzichte van <strong>de</strong> organisatie,<strong>de</strong> bereidheid om zich positief in tezetten ten opzichte van <strong>de</strong> organisatie en<strong>de</strong> wens om in <strong>de</strong> organisatie te blijvenwerken. Een hoog niveau van betrokkenheidheeft dus voor allerlei betrokkenenpositieve gevolgen: voor <strong>de</strong> organisatie


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1omdat het personeel meer bereid is zichpositief in te zetten en voor werknemerszelf, omdat het tot hogere arbeidssatisfactieleidt.Als werknemers zich sterk betrokken voelenbij <strong>de</strong> eigen af<strong>de</strong>ling, kan <strong>de</strong> consequentiehiervan zijn dat zij geneigd zijnveel energie en positieve bijdragen aan<strong>de</strong> eigen af<strong>de</strong>ling te geven, min<strong>de</strong>r snelbereid zijn <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling te verlaten en min<strong>de</strong>rbereid zijn tot mobiliteit. Deze re<strong>de</strong>neringvolgend kan een (te) hoge betrokkenheidmobiliteit belemmeren.Uit het on<strong>de</strong>rzoek komt naar voren dat <strong>de</strong>betrokkenheid op het niveau van <strong>de</strong> af<strong>de</strong>linggroot is. De betrokkenheid op hetdistrictsdivisieniveau is iets min<strong>de</strong>r groot,maar nog bevredigend.Wat betekent <strong>de</strong>ze grote mate vanbetrokkenheid nu voor <strong>de</strong> mobiliteitsintenties?Immers, is er hier sprake van een‘warm nestgevoel’, zijn <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>ntengesetteld en tevre<strong>de</strong>n? Is <strong>de</strong>ze mate vanbetrokkenheid niet juist een mobiliteitsbelemmeringin een politiecultuur enhoeven wij ons dus maar niet om mobiliteitte bekommeren? Ook hier is eenna<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek gewenst.Praktische toepassingDe huidige krappe arbeidsmarkt, <strong>de</strong> groteuitstroom van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re politiewerknemerna het jaar 2001, maar zeker ook <strong>de</strong>actieve verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong>me<strong>de</strong>werker en het korps om samen aan<strong>de</strong> ontwikkelingen te werken, vragen omeen aanpak die ervoor zorgt dat <strong>de</strong>(Drentse) politie in <strong>de</strong> toekomst over voldoen<strong>de</strong>en goed gekwalificeerd personeelblijft beschikken.Dit houdt in dat het korps – meer danvoorheen – actief haar eigen potentieelvan <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers opspoort, in kaartbrengt en ontwikkelt. Systematische aandachtvoor <strong>de</strong> ontwikkeling van het personeelen het beschikbaar stellen vanmenskracht en een fatsoenlijk opleidingsbudgetzijn dan niet meer dan verantwoor<strong>de</strong>investeringen die op termijn hetkorps en <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers kansen bie<strong>de</strong>n.Dit betekent het loslaten van ad-hocoplossingen.Een integraal loopbaanbeleid,dat loopbaanpa<strong>de</strong>n biedt voor ie<strong>de</strong>reen.Een loopbaanbeleid waarin ontwikkelingenin <strong>de</strong> loopbaan steeds normaler wor<strong>de</strong>nbinnen of – op <strong>de</strong>n duur – buiten <strong>de</strong>politie: niet alleen promotie en <strong>de</strong>motie,reguliere marktopleidingen al dan nietgecombineerd met specifieke politieopleidingen,functieroulatie, stages en <strong>de</strong>tacheringentussen korpsen en buiten korpsen,maar ook tij<strong>de</strong>lijke verblijfsduur infuncties, het doorlopen van an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenen functies.Ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoekHet on<strong>de</strong>rzoek geeft inzicht in antece<strong>de</strong>ntenvan mobiliteit. An<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rwerpenzoals lei<strong>de</strong>rschap, organisatiecultuur, integriteit,me<strong>de</strong>zeggenschap, rechtspositie,arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n en arbeidsomstandighe<strong>de</strong>nkunnen mogelijk ook bijdragentot ver<strong>de</strong>re kennisontwikkeling overmobiliteit binnen <strong>de</strong> Drentse politie inhet bijzon<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> mobiliteit binnen <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse politie in het algemeen.Een ver<strong>de</strong>re analyse van bepaal<strong>de</strong> taakaspectenuit <strong>de</strong> functie zoals (on)veiligheid,omgaan met direct geweld, traumatischeervaringen en in hoeverre <strong>de</strong> beslissingtot interne of externe mobiliteit hierdoorin bepaal<strong>de</strong> functies c.q. functiegroepenwordt bepaald, kan ook een bijdrage leverenaan mobiliteitsbeleid.De bedrijfsspecifieke executieve opleidingenwor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> werknemer in hetalgemeen niet gezien als een belemmeringvoor <strong>de</strong> externe mobiliteitsintenties.De vorm en inhoud van het Ne<strong>de</strong>rlandsepolitieon<strong>de</strong>rwijs en haar relatie met <strong>de</strong>reguliere on<strong>de</strong>rwijsmarkt is volop inbeweging. Het is interessant te on<strong>de</strong>rzoekenof an<strong>de</strong>re werkgevers <strong>de</strong>ze specifiekepolitieopleidingen ook als geen belemmeringzien. Ik <strong>de</strong>nk dan aan dienstverlenen<strong>de</strong>brancheactiviteiten als <strong>de</strong> beveiligingsbranche.Hiermee kan een markantebijdrage wor<strong>de</strong>n geleverd aan <strong>de</strong> toekomstigeinhoud van <strong>de</strong> politieopleidingen,en mogelijk aan een bre<strong>de</strong>re inzetbaarheidvan <strong>de</strong> werknemer, ook buiten <strong>de</strong>politie.29


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 130 Onbewuste beïnvloedingvan gedrag‘Faust, <strong>de</strong> duivel en <strong>de</strong> gek’ was het thema van het jaarlijks terugkerend zomerfestivalCultura Nova in Heerlen. Tweeëneenhalve week lang goed en kwaad in film, theater,muziek, beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst en wetenschap. Ook <strong>de</strong> <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> Ne<strong>de</strong>rland lever<strong>de</strong>een bijdrage aan dit kleurrijk cultuurfestival. Logischerwijs lever<strong>de</strong>Cultuurwetenschappen <strong>de</strong> grootste bijdrage met haar drie lezingen, maar ook Socialewetenschappen droeg haar steentje bij. Op een dinsdagavond in <strong>de</strong> foyer van <strong>de</strong> Royalbioscoop hield ik een lezing over <strong>de</strong> werkelijke en vermeen<strong>de</strong> effecten van subliminalestimulatie.Birgit MayerSubliminale stimulatie betekent het aanbie<strong>de</strong>nvan stimuli on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> waarnemingsdrempel.Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, erwordt iets gepresenteerd maar niemandkan het zien of horen. Subliminale presentatiekan grofweg op twee manieren: jebiedt een stimulus heel erg kort aan (hetgaat dan meestal om aanbiedingstij<strong>de</strong>nvan een aantal millisecon<strong>de</strong>n), of je biedteen stimulus zodanig aan dat hij bijnaniet te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n is van <strong>de</strong> achtergrond.In <strong>de</strong> meeste toepassingen vansubliminale stimulatie wordt gebruikgemaaktvan <strong>de</strong> eerste vorm: het superkortaanbie<strong>de</strong>n van een stimulus.Een van <strong>de</strong> meest beken<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>nwaarbij gebruik werd gemaakt van subliminalestimulatie is een Amerikaans experimentuit 1957, uitgevoerd in een bioscoop.Hierbij werd er tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> filmonzichtbaar “Drink Coca-Cola” en “Eetpopcorn” geflitst en vervolgens werd erdie avond meer Coca-Cola en popcornverkocht dan an<strong>de</strong>rs. Dit on<strong>de</strong>rzoekbeschrijft een groots effect van subliminalestimulatie: blijkbaar kunnen we zogemanipuleerd wor<strong>de</strong>n dat we op commandodorst en honger krijgen, zon<strong>de</strong>rdat we ons daarvan bewust zijn. Sinds dietijd is er dan ook grote bezorgheid on<strong>de</strong>r<strong>de</strong> bevolking over <strong>de</strong> effecten van subliminalestimulatie. Immers, als ons gedragbeïnvloed kan wor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r dat we datin <strong>de</strong> gaten hebben, dan kunnen we erdus ook niets tegen doen. Met an<strong>de</strong>rewoor<strong>de</strong>n, dat is inbreuk op onze privacy!Fabrikanten speel<strong>de</strong>n slim in op het gegevendat een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mensheidovertuigd was van <strong>de</strong> kracht van subliminalestimulatie. Zij gingen zogenaam<strong>de</strong>‘zelf-hulp bandjes’ op <strong>de</strong> markt brengen.Zelf-hulp bandjes zijn cassettebandjesmet rustgeven<strong>de</strong> muziek (of het geluidvan een kabbelend beekje) waar subliminalezinnen tussen zijn gezet. Deze zinnenzijn van het soort “Je zult vandaag ergsuccesvol zijn”. Volgens <strong>de</strong> fabrikantenzou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze tapes bij allerlei moeilijkhe<strong>de</strong>nbehulpzaam zijn, zoals bij het afvallen,bij seksuele stoornissen en bij hetverbeteren van het geheugen.Een an<strong>de</strong>r belangrijk ‘topic’ waar onbewusteboodschappen een re<strong>de</strong>n warentot grote ongerustheid van het publiek,betrof <strong>de</strong> muziek. In <strong>de</strong> jaren tachtigwaren er opeens <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ‘backwardmessages’ die een ophef veroorzakten.Verschillen<strong>de</strong> rockgroepen had<strong>de</strong>nop hun platen bepaal<strong>de</strong> zinnen opgenomendie, als je die achterstevoren afspeel<strong>de</strong>,dui<strong>de</strong>lijk hoorbaar waren, maar als je


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1<strong>de</strong> plaat gewoon afspeel<strong>de</strong> niet bewusthoorbaar waren. Volgens sommigen had<strong>de</strong>n<strong>de</strong>ze zinnen een duivelse inhoud endie zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> jonge, naïeve luisteraars ophet slechte pad brengen. Het schijnt zelfsdat in die beginjaren er in Arkansas in <strong>de</strong>Verenig<strong>de</strong> Staten <strong>de</strong> verplichting werdgesteld aan platendistributeurs om stickerste plakken op rockplaten met <strong>de</strong>me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling dat het mogelijk was dat <strong>de</strong>plaat backward messages bevatte. Tevensverscheen er in Californië een wetsontwerpwaarin het mogelijk werd <strong>de</strong> distributeursvan platen met backward messageste vervolgen, omdat het versprei<strong>de</strong>nvan backward messages zon<strong>de</strong>r dat hetpubliek daarvan op <strong>de</strong> hoogte is eenschending zou zijn van <strong>de</strong> privacy. Hetmoge dui<strong>de</strong>lijk zijn dat <strong>de</strong> bezorgdheidgroot was. Deze culmineer<strong>de</strong> toen aan heteind van <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>de</strong> rockgroepJudas Priest werd aangeklaagd voor hetaanzetten tot zelfmoord. De band zoudoor het subliminale zinnetje “do it” inéén van hun liedjes twee tieners hebbenaangezet tot het plegen van zelfmoord.Het begon nu echt belangrijk te wor<strong>de</strong>nom eens goed uit te zoeken of <strong>de</strong> ongerustheidvan het grote publiek terechtwas. De afgelopen twee <strong>de</strong>cennia is erdaarom veel wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoekverricht naar <strong>de</strong> effecten van subliminalestimulatie. Zo zijn bijvoorbeeld <strong>de</strong> zelfhulpbandjes on<strong>de</strong>rzocht. Mensen die <strong>de</strong>bandjes gebruikten, gaven aan er daadwerkelijkbaat bij te hebben. Maar uitsommige on<strong>de</strong>rzoeken bleek dat een <strong>de</strong>elvan die bandjes niet eens subliminaleboodschappen bevatten. Hoewel ditnatuurlijk nog steeds niets zegt over heteffect van subliminale boodschappen,geeft het wel aan dat het placebo-effecteen grote rol speelt. (Het placebo-effect ishet therapeutische effect dat optreedtzon<strong>de</strong>r dat het werkzame bestand<strong>de</strong>el erin zit; met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, een effect van<strong>de</strong> suggestie dat je iets werkzaams krijgt.)Een voorbeeld van een gecontroleer<strong>de</strong>studie waarbij zelf-hulp bandjes kritischon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loep wor<strong>de</strong>n genomen, is <strong>de</strong>volgen<strong>de</strong>. Greenwald en me<strong>de</strong>werkershad<strong>de</strong>n twee soorten bandjes: een zogenaamd“verbeter uw geheugen” bandje eneen “verbeter uw eigenwaar<strong>de</strong>” bandje.Van bei<strong>de</strong> soorten bandjes verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong>nzij <strong>de</strong> etiketten en plakten die vervolgenswillekeurig terug op <strong>de</strong> bandjes. Hierdoorkregen zij ‘geheugenverbeteren<strong>de</strong>’ bandjesmet een “verbeter uw geheugen” etiket,maar ook ‘geheugenverbeteren<strong>de</strong>’bandjes met een “verbeter uw eigenwaar<strong>de</strong>”etiket. Hetzelf<strong>de</strong> gold voor <strong>de</strong>zogenaam<strong>de</strong> ‘eigenwaar<strong>de</strong>verbeteren<strong>de</strong>’bandjes. Vervolgens lieten zij proefpersoneneen maand lang ie<strong>de</strong>re dag naar zo’nbandje luisteren. De proefpersonen wer<strong>de</strong>nvoor en na die maand getest metbetrekking tot hun eigenwaar<strong>de</strong> engeheugen. Uit <strong>de</strong>ze tests bleek dat na eenmaand het geheugen en <strong>de</strong> eigenwaar<strong>de</strong>niet waren verbeterd. Dus, objectiefgezien had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bandjes geen enkeleffect gehad. Subjectief bleek echter dathet overgrote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> proefpersonenhet gevoel had verbeterd te zijn op hetgebied dat correspon<strong>de</strong>er<strong>de</strong> met het etiket,terwijl slechts een klein percentagevan <strong>de</strong> mensen dat ook vond met betrekkingtot het an<strong>de</strong>re gebied. Dus ook hierweer blijkt geen daadwerkelijk effect opte tre<strong>de</strong>n, maar wel weer een sterk placebo-effect.Ook het effect van subliminale boodschappenin reclame is veelvuldig on<strong>de</strong>rzocht.Zo kreeg bijvoorbeeld in een Britsexperiment een aantal proefpersonen hetwoord ‘beef’ geflitst terwijl ze naar eenfilm zaten te kijken. Een evengroot aantalkreeg <strong>de</strong> film zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze subliminale flitsen;dat is <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> controlegroep.Na <strong>de</strong> film moesten <strong>de</strong> proefpersonenaangeven hoeveel trek ze had<strong>de</strong>n in etenen vervolgens mochten ze een sandwichpakken uit een grote verschei<strong>de</strong>nheid aansandwiches. Het bleek dat <strong>de</strong> groep diesubliminaal het woord ‘beef’ aangebo<strong>de</strong>nhad gekregen, aangaf meer trek te hebbendan <strong>de</strong> controlegroep. Het had echtergeen consequenties voor hun keuze: zenamen niet vaker een ‘beef’sandwich dan<strong>de</strong> controlepersonen.Een an<strong>de</strong>re manier van subliminale beïnvloedingdie gehanteerd wordt in <strong>de</strong>reclame is het subliminaal presenterenvan seksgerelateer<strong>de</strong> stimuli; meestalgewoon door aanbieding van het woord‘seks’. Hierdoor zou men zich een beetjeopgewon<strong>de</strong>n voelen (‘arousal’), waardoormen letterlijk ‘wel iets voelt’ voor dat product.Er zijn in<strong>de</strong>rdaad resultaten gevon<strong>de</strong>ndie wijzen op een verhoging van <strong>de</strong>arousal, maar het bleek geen invloed tehebben op <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke voorkeur ofhet koopgedrag van <strong>de</strong> consumenten.Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, ondanks dat in sommigeexperimenten wel aanwijzingenwer<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n dat subliminale stimuliiets kunnen uitlokken (namelijk trek ineten of seksuele opwinding), bleek ingeen enkel geval dat <strong>de</strong>ze stimuli ookenige veran<strong>de</strong>ring in het uitein<strong>de</strong>lijkekoopgedrag kon<strong>de</strong>n uitlokken. Maar, zultu misschien <strong>de</strong>nken, waar komt dan datCoca-Cola verhaal vandaan? Is dat danniet waar? Jazeker is het waar, tenminstein zoverre dat het echt is uitgevoerd en erook echt meer cola en popcorn werd verkocht.Er is alleen een heel belangrijkmankement aan dat on<strong>de</strong>rzoek: er wasgeen controlegroep. Dat betekent dat eralleen gekeken is naar <strong>de</strong> groep waarbijiets is geprobeerd uit te lokken, maar er isgeen vergelijkingsgroep om te zien wat ergebeurd zou zijn als <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> manipulatieniet was uitgevoerd. Hierdoorweet je niet of het effect dat gevon<strong>de</strong>n iswel te wijten is aan <strong>de</strong> manipulatie (in ditgeval <strong>de</strong> subliminale presentaties). Zo ishet mogelijk dat er die avond gewoonveel meer bezoekers waren dan an<strong>de</strong>rswaardoor er ook meer cola is verkochtdan an<strong>de</strong>rs. Of het was een erg heteavond waardoor mensen meer dorst had<strong>de</strong>n.Of het was een kin<strong>de</strong>rfilm waardoorer meer cola, maar min<strong>de</strong>r bier is verkocht.Nou ja, u kunt zich voorstellen dater allerlei factoren zijn die een rol kunnenhebben gespeeld.Uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken blijkt dus dat het allemaalniet zo’n vaart loopt met subliminalemanipulatie in zelf-hulp bandjes en inreclameboodschappen. Maar hoe zit hetmet die aanklacht tegen Judas Priest?Bestaat er wetenschappelijk bewijs datsubliminale zinnen (backward messages)zelfmoordgedrag zou<strong>de</strong>n kunnen uitlokken?Er zijn verschillen<strong>de</strong> manieren omdit uit te zoeken. Een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekenwaarop <strong>de</strong> rechterlijke uitspraak me<strong>de</strong> isgebaseerd, is <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>. On<strong>de</strong>rzoekershebben proefpersonen verschillen<strong>de</strong> sortenbackward messages laten horen en31


SWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 132beoor<strong>de</strong>len. Het bleek dat proefpersonenwel boven kansniveau het verschil kon<strong>de</strong>naangeven tussen backward messagesgesproken door mannen of door vrouwen,dat ze ook het verschil kon<strong>de</strong>n aangeventussen verschillen<strong>de</strong> mannelijkesprekers en ook tussen verschillen<strong>de</strong>talen. De proefpersonen waren echter nietin staat om boven kansniveau aan tegeven of <strong>de</strong> backward message een kin<strong>de</strong>rliedjewas of een godsdienstige boodschap,of een satanische boodschap, ofreclameboodschap. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n,men lijkt in staat om <strong>de</strong> fysieke karakteristiekenvan een backward message teherkennen, maar van <strong>de</strong> inhoud krijgtmen niets mee. Men trok <strong>de</strong> conclusie datals je niets van <strong>de</strong> positiviteit of negativiteitvan een boodschap kan oppikken,het ook niet waarschijnlijk lijkt dat het jetot zelfmoord zou uitlokken.Gecontroleer<strong>de</strong> studies wijzen dus uit datsubliminale stimuli niet zo’n krachtigeinvloed hebben op motivatie en gedragals veelal wordt gedacht en gevreesd.Maar hebben subliminale stimuli danhelemaal geen effect? Jawel. Met nameemotioneel-gela<strong>de</strong>n subliminale stimulilokken reactie uit. Een goed voorbeeldhiervan zijn <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ‘priming’studiesvan Murphy en Zajonc. (Priming ishet proces waarbij je een bepaald <strong>de</strong>elvan het cognitieve netwerk ‘activeert’door een bepaal<strong>de</strong> stimulus aan te bie<strong>de</strong>n,waardoor een daaropvolgen<strong>de</strong> stimulussneller (of juist langzamer) ofan<strong>de</strong>rs kan wor<strong>de</strong>n waargenomen. Het iseigenlijk een soort ‘voorbehan<strong>de</strong>ling’. Eenvoorbeeld: Het blijkt dat mensen snellerhet woord ‘boter’ kunnen uitspreken alsze daarvoor het woord ‘brood’ hebbengezien, dan als ze daarvoor het woord‘fiets’ hebben gezien. En stelt u zich voordat u een A te zien krijgt en daarna I3,dan zult u dat waarschijnlijk an<strong>de</strong>rs waarnemendan als u eerst 12 had gezien endan I3.)Murphy en Zajonc stel<strong>de</strong>n proefpersonenbloot aan subliminale dia’s van boze enblije gezichten (dat waren in dit geval <strong>de</strong>primes). Na elk gezicht kregen <strong>de</strong> proefpersonendui<strong>de</strong>lijk zichtbaar een dia meteen Chinees letterteken te zien. Dit lettertekenmoesten zij telkens beoor<strong>de</strong>len opaantrekkelijkheid. Het bleek dat <strong>de</strong> lettertekensdie vooraf waren gegaan doorsubliminale positieve stimuli (<strong>de</strong> blijegezichten) als aangenamer wer<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>elddan <strong>de</strong> lettertekens die voorafwaren gegaan door subliminale negatievestimuli (<strong>de</strong> boze gezichten). Dus, zon<strong>de</strong>rdat <strong>de</strong> proefpersonen <strong>de</strong> gezichtenbewust had<strong>de</strong>n waargenomen, hebben<strong>de</strong>ze stimuli wel <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong>daaropvolgen<strong>de</strong> stimulus veran<strong>de</strong>rd. Eensoortgelijk experiment hebben zij nogmaalsuitgevoerd, echter nu met kleine engrote geometrische figuren (cirkels, vierkanten)als prime in plaats van gezichten.Opnieuw moesten proefpersonen <strong>de</strong>Chinese lettertekens beoor<strong>de</strong>len, nu op ofze een groot object (bijvoorbeeld een olifant)of een klein object (bijvoorbeeld eenmuis) representeer<strong>de</strong>n. Nu bleek dat <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> primes geen verschillen<strong>de</strong>beoor<strong>de</strong>lingen uitlokten. Dus, emotioneelgela<strong>de</strong>nsubliminale stimuli lijken <strong>de</strong>beoor<strong>de</strong>ling/waarneming van daaropvolgen<strong>de</strong>stimuli wel te kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n,maar neutrale subliminale stimuli lijkendat niet te kunnen.Subliminale priming blijkt dus in staat <strong>de</strong>evaluatie van dingen te veran<strong>de</strong>ren.Merken we hier ook iets van in <strong>de</strong> praktijk?Ja, dat zou kunnen. Het blijkt bijvoorbeelddat proefpersonen die subliminaalwer<strong>de</strong>n geprimed met woor<strong>de</strong>n die temaken had<strong>de</strong>n met agressie, een oppapier beschreven persoon als agressieverbeoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n dan proefpersonen diemet neutrale woor<strong>de</strong>n waren geprimed.Dus, sociale stimuli waarvan mensen zichniet bewust zijn, kunnen wel <strong>de</strong> bewustebeoor<strong>de</strong>ling van iemand beïnvloe<strong>de</strong>n. Eenan<strong>de</strong>r voorbeeld is ook een experimentwaarbij proefpersonen wer<strong>de</strong>n geprimedmet subliminale agressiegerelateer<strong>de</strong>woor<strong>de</strong>n. Vervolgens moesten <strong>de</strong>ze proefpersonen(in een naar hun i<strong>de</strong>e an<strong>de</strong>rexperiment) een ‘leraar’ spelen waarbij zijeen stu<strong>de</strong>nt (mil<strong>de</strong>) elektrische schokkenmoesten toedienen op het moment datdie stu<strong>de</strong>nt een verkeerd antwoord gaf opeen vraag. Het bleek dat <strong>de</strong> proefpersonendie geprimed waren met agressiegerelateer<strong>de</strong>woor<strong>de</strong>n langere schokkentoedien<strong>de</strong>n dan proefpersonen die geprimedwaren met neutrale woor<strong>de</strong>n. Hetblijkt dus dat subliminale emotioneelgela<strong>de</strong>nstimuli wel <strong>de</strong>gelijk invloed kunnenhebben op het gedrag van mensen.De vraag rijst of we ons dan toch zorgenmoeten maken? Niet echt. Be<strong>de</strong>nk dat <strong>de</strong>mensen in <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken steedswaren gevraagd dat specifieke gedrag tevertonen; dit gedrag werd slechts versterktdoor priming. Nieuw gedrag, zoalsbijvoorbeeld spontaan koopgedrag, blijktniet op te tre<strong>de</strong>n na subliminale stimulatie.Het is dus niet zo dat subliminale stimulions zodanig kunnen manipulerendat we opeens heel an<strong>de</strong>r gedrag gaanvertonen dan we zou<strong>de</strong>n willen. Kortom,subliminale stimulatie heeft niet zoveeleffect op gedrag als waarvoor gevreesdwordt.


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 1Even voorstellen ...33Ik ben Francine Dehue, sinds 1 juni universitair docent bij Sociale wetenschappen. Ik hebin Amsterdam aan <strong>de</strong> UvA <strong>de</strong> studie psychologie gevolgd. Mijn afstu<strong>de</strong>errichting wassociale psychologie.Francine DehueDaarna ben ik naar Groningen verhuisdom daar aan <strong>de</strong> universiteit als on<strong>de</strong>rzoekerin opleiding (OIO) aan mijn proefschriftte werken. Ik heb daar vier on<strong>de</strong>rzoekenverricht, waarvan een in <strong>de</strong> VS.Deze on<strong>de</strong>rzoeken had<strong>de</strong>n betrekking op<strong>de</strong> sociale waar<strong>de</strong>n van mensen, die vaninvloed zijn op <strong>de</strong> beslissingen die zijnemen in situaties waarin zij van elkaarafhankelijk zijn, zoals in sociale dilemma’s.Individualisme, coöperatie en competitiezijn <strong>de</strong> meest voorkomen<strong>de</strong> socialewaar<strong>de</strong>n.Toen <strong>de</strong>ze vier jaar voorbij waren, heb ikkorte tijd als gebruikerson<strong>de</strong>rsteunerparttime gewerkt bij ProGamma inGroningen, een expertisecentrum op hetgebied van software voor <strong>de</strong> wetenschappen.Daar heb ik vooral adviezen gegevenbij het gebruik van software voor <strong>de</strong>experimentele psychologie. Daarnaasthad ik als methodoloog een baan bij hetCentraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek inHeerlen. Toen ik daar arbeidstijdverlengingkreeg, heb ik mijn baan in Groningenopgezegd. Bij het CBS heb ik het eerstejaar kwantitatief on<strong>de</strong>rzoek verricht naar<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> veldwerkstrategieënvan interviewers. Daarna ben ik voornamelijkkwalitatief on<strong>de</strong>rzoek gaan doen.Mijn taak bestond uit het ver<strong>nieuwe</strong>n vanbestaan<strong>de</strong> en ontwikkelen van <strong>nieuwe</strong>meetinstrumenten en metho<strong>de</strong>n vandataverzameling, zoals bijvoorbeeld vragenlijsten,en het vali<strong>de</strong>ren daarvan. Inhet laatste jaar heb ik mij daar ook beziggehou<strong>de</strong>nmet <strong>de</strong> opzet van monitoringsystemenvoor interviewers. Na zes jaarwil<strong>de</strong> ik graag even iets an<strong>de</strong>rs doen, enwerken aan <strong>de</strong> OUNL leek mij erg leuk.Bij <strong>de</strong> OUNL ben ik verantwoor<strong>de</strong>lijk voor<strong>de</strong> cursus Functieleer en psychofysiologie,ga ik het experimenteel practicum meehelpen opzetten, begeleid ik scriptiestu<strong>de</strong>ntenen ben ik voorzitter van <strong>de</strong> scriptiecommissie,die <strong>de</strong> kwaliteit van scriptiesbewaakt. Vooralsnog ben ik hier voortwee jaar. Na die twee jaar ga ik in principeweer terug naar het CBS.


SWSWetenswaardighe<strong>de</strong>n, april 2000, 9e jaargang, nummer 134 InternetmargeIe<strong>de</strong>r z’n homepage. De surfhype over het WWW is voorbij. Internet is niet nieuw meer.Urenlang met verwon<strong>de</strong>ring kijken naar wat er allemaal op het Internet staat is verle<strong>de</strong>ntijd. Internet was daarachter ergens, dat waren grote bedrijven en organisaties en wijsurfers waren slechts in vervoering geraakte, vrijblijven<strong>de</strong> bezoekers. Nu is Internetdichtbij en wordt steeds meer plaats ingeruimd voor <strong>de</strong> kleine, actieve webbuil<strong>de</strong>r.Albert KampermannIn 2000 is eenrichtingsverkeer niet meervoldoen<strong>de</strong>. Alleen maar schermen met‘het hebben van een Internetaansluiting’is ver on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> maat. U hebt een e-mailadres?Wat heet? Waar blijft uw homepage, uweigen plek op het Internet?Voorbeel<strong>de</strong>n zijn er genoeg. In <strong>de</strong> tallozedirectories bij provi<strong>de</strong>rs wemelt het van<strong>de</strong> acroniemen waarin <strong>de</strong> persoonlijkehomepages van gebruikers te vin<strong>de</strong>n zijn.Een bezoek aan die pagina’s kan best <strong>de</strong>moeite waard zijn, mits het ergens overgaat. En juist daar zit <strong>de</strong> bottleneck; hethebben van een homepage is één, hetvullen en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n ervan is twee.Veel pagina’s komen niet ver<strong>de</strong>r dan eendigitaal visitekaartje van <strong>de</strong> gebruiker, zijngezin en <strong>de</strong> hond. Datum laatste update: 6juni 1997. De hond is inmid<strong>de</strong>ls dood. Opan<strong>de</strong>re pagina’s is het gelukkig levendigeren wordt <strong>de</strong> hobby van <strong>de</strong> gebruiker uitvoerigin het daglicht geplaatst. Zie <strong>de</strong>enthousiaste legobouwers, zweefvliegers,bloemschikkers, origamisten, MP3-fanatenen spelletjesfreaks. Talloze tips en linksmaken een bezoekje aan hun site meerdan <strong>de</strong> moeite waard. Vaak hebben zezich zelfs al gevon<strong>de</strong>n in een webring:een aaneenschakeling van homepages dieover hetzelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp gaan.Met homepages komt <strong>de</strong> vrijheid vanInternet (van-ons-allen-voor-ons-allen)goed tot uitdrukking, ook in negatievezin. Net als in <strong>de</strong> maatschappij zijn zakenals criminaliteit, seksueel wangedrag,geweld en bedrog ook in digitale vormterug te vin<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> homepages. Bij<strong>de</strong>ze pagina’s is bovendien meer inventiviteitgebo<strong>de</strong>n om door <strong>de</strong> mazen van hetnet te glippen. Geen enkele provi<strong>de</strong>r staatformeel offensive homepages toe, maartoch groeien ze als onkruid over het web.En het succes van <strong>de</strong> pagina’s blijkt weluit <strong>de</strong> gigantische bezoekersaantallen.Wat dat betreft is het Internet een realistischespiegel van diepe en geheime wensendie blijkbaar vele mensen koesteren.Wat voegt daar een eigen homepage aantoe? Ga in <strong>de</strong> eerste plaats na wat u an<strong>de</strong>renzou willen vertellen of laten zien. Eenhomepage kan heel constructief zijn inuw dagelijkse beroep om tot uitwisselingvan kennis te komen. Maar u kunt ookvoor <strong>de</strong> plaatselijke vereniging een pageopzetten of uw eigen hobby ten volle presenteren.En wat te <strong>de</strong>nken van stu<strong>de</strong>ntenmet scripties en werkstukken. Hoe meermensen op die wijze kennis met elkaar<strong>de</strong>len, hoe leuker het kan wor<strong>de</strong>n op hetNet, en vooral leerzamer. Een gigantischarchief waaruit ein<strong>de</strong>loos en actueelgetapt kan wor<strong>de</strong>n en waaraan ie<strong>de</strong>reeniets heeft.Moeilijk? Nee, tenzij u <strong>de</strong> tekstverwerkerniet kunt hanteren. Allerlei programma’skunnen tekstbestan<strong>de</strong>n automatisch inhtml wegschrijven en <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> browsersleveren standaard al een editor meeom homepages te maken. Alleen nogmaar uploa<strong>de</strong>n en voila, u heeft uw eigenplek op Internet. Praten we volgend jaarver<strong>de</strong>r over <strong>de</strong> live webcam die bezoekerseen blik gunt in uw eigen domicilie. Als<strong>de</strong> hond niet toevallig voor het beeldloopt.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!