12.07.2015 Views

KNGF-richtlijn Beroerte (V-12/2004) - Kennisnetwerk CVA NL

KNGF-richtlijn Beroerte (V-12/2004) - Kennisnetwerk CVA NL

KNGF-richtlijn Beroerte (V-12/2004) - Kennisnetwerk CVA NL

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>KNGF</strong>-<strong>richtlijn</strong> <strong>Beroerte</strong>dat de kwaliteit van de RCT’s de laatste jaren binnende fysiotherapie duidelijk verbetert. Het streven naargecontroleerd onderzoek van methodologisch hogekwaliteit dient dan ook binnen het werkveld eenblijvend punt van aandacht te zijn bij hetonderbouwen fysiotherapie bij patiënten met een <strong>CVA</strong>.Ten slotte dient vermeld te worden dat behandel<strong>richtlijn</strong>enbeperkt houdbaar zijn, slechts enkelejaren. Nieuw gepubliceerd effectonderzoek zalbestaande aanbevelingen in de <strong>richtlijn</strong> ontkrachten,dan wel versterken. De werkgroep adviseert om deze<strong>richtlijn</strong> uiterlijk in 2008 te actualiseren.ResultatenNa identificatie van de literatuur zijn 25 systematischereviews, 16 critical reviews, 153 RCT’s, 49 quasiexperimentelestudies (CCT’s) en 41 pre-experimentelestudies in de <strong>richtlijn</strong> geïncludeerd. Op basis van dezeonderzoeken zijn in de <strong>KNGF</strong>-<strong>richtlijn</strong> <strong>CVA</strong> 46 verschillendefysiotherapeutische interventies beschreven,waaruit 72 aanbevelingen zijn voortgekomen: 24 vanniveau 1; 18 van niveau 2 en 24 van niveau 3. Tenslotte zijn 6 aanbevelingen van niveau 3 geformuleerddie betrekking hebben op prognostische determinantenvan loop- en arm/handvaardigheid envaardigheden van ADL. Alle aanbevelingen zijn opgenomenin de overzichts-tabel in Bijlage 3.De 46 fysiotherapeutische interventies zijn elk in eenaparte paragraaf beschreven. In iedere paragraafwordt eerst aandacht besteed aan de achtergrond vande interventie. Daarna volgt een beschrijving van:1) de wetenschappelijke evidentie, met daarin aandachtvoor de geïdentificeerde studies, de karakteristiekenvan de interventie, de patiëntenkarakteristiekenen de vanuit de trials geclaimde effecten; 2) de evaluatiedie bestaat uit een analyse van de methodologischekwaliteit en een kwantitatieve analyse van heteffect (indien van toepassing); 3) de conclusie;4) implicaties voor de behandeling met daarin tevensde aanbeveling(en) voor de praktijk en 5) de geadviseerde(evaluerende) basis- en aanbevolen meetinstrumenten,ondergebracht in een overzichtelijk schema.Met deze informatie zal de lezer in staat zijn te beoordelenin hoeverre bevindingen uit de wetenschappelijkeliteratuur te vertalen zijn naar de patiënt onderbehandeling.Algemene behandelprincipes [map C]Organisatie van de revalidatie binnen een strokeserviceSystematisch literatuuronderzoek toont aan datpatiënten baat hebben bij een snelle opname in eenziekenhuis met een afdeling die gespecialiseerd is inhet behandelen van patiënten met een <strong>CVA</strong> (een zogehetenziekenhuis stroke unit). Behandelen in eenstroke unit heeft ten opzichte van behandelen inconventionele behandelcentra een belangrijke meerwaardewat betreft reductie van overlijden en een verminderingvan ADL-afhankelijkheid. Zo leidt opnamein een (ziekenhuis) stroke unit tot een verminderingvan het risico op overlijden van 18 procent, een afgenomenopnameduur van gemiddeld 8 procent en eentoegenomen kans van 20 procent op het weer zelfstandigthuis kunnen wonen.Bij voorkeur dient de stroke unit ingebed te zijn in eenzogeheten stroke service. Een stroke service kan wordengedefinieerd als ‘een regionale zorgketen vansamenwerkende zorginstellingen’. Hiertoe kunnengerekend worden: 1) ziekenhuis stroke units; 2) revalidatiecentra(revalidatie stroke units); 3) verpleeghuizen(verpleeghuis stroke units), al dan niet met specialevoorzieningen voor intensieve revalidatie en 4) instellingenin de eerstelijnsgezondheidszorg.De meerwaarde van de behandeling in stroke units isonafhankelijk van geslacht, leeftijd en ernst van het<strong>CVA</strong> wat impliceert dat elke patiënt met een <strong>CVA</strong> inprincipe in aanmerking moet komen voor opname ineen stroke unit en gebruik moet kunnen maken vande bijbehorende stroke service. Welke factoren danwel een rol spelen is nog onbekend. Momenteelwordt aangenomen met name de combinatie vanenerzijds de multidisciplinaire samenwerking enanderzijds het gemeenschappelijk stellen van functionelebehandeldoelen bepalend is. Daarnaast is aangetoonddat de volgende factoren bijdragen tot dekwalitatief betere zorg in een stroke service:1 het standaard uitvoeren van een onderzoek bijopname (intake);2 het gebruik van een gemeenschappelijk (multidisciplinair)behandelplan;3 regelmatig interdisciplinair overleg;4 een intensief revalidatiebeleid dat is afgestemd opde wensen en belastbaarheid van de patiënt;5 een zorgbeleid dat gericht is op het voorkomenvan complicaties;8 V-<strong>12</strong>/<strong>2004</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!