12.07.2015 Views

KNGF-richtlijn Beroerte (V-12/2004) - Kennisnetwerk CVA NL

KNGF-richtlijn Beroerte (V-12/2004) - Kennisnetwerk CVA NL

KNGF-richtlijn Beroerte (V-12/2004) - Kennisnetwerk CVA NL

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>KNGF</strong>-<strong>richtlijn</strong> <strong>Beroerte</strong>EMG/Biofeedback van de paretische arm(niveau 1) [F.11]Bij het toepassen van EMG/Biofeedback (EMG/BF) op deparetische arm wordt door middel van auditieve ofvisuele feedback getracht functies en vaardighedenvan de paretische arm te beïnvloeden. Het is aangetoonddat behandeling met EMG/BF bij patiënten meteen <strong>CVA</strong> geen meerwaarde heeft voor het vergrotenvan bewegingsuitslag en spierkracht van de paretischearm en evenmin voor het verbeteren van arm- enhandvaardigheid.De werkgroep adviseert om bij patiënten met een <strong>CVA</strong>geen gebruik te maken van EMG/BF-apparatuur.Oefentherapie bij hemiplegische schouderpijn(niveau 1) [F.14]Hemiplegische schouderpijn (HSP) lijkt het meest frequentop te treden in de eerste 3 maanden na hetontstaan van het <strong>CVA</strong>. In onderzoek naar oefentherapievan de schouder is geen differentieel effect aangetoondvan hemiplegische schouderpijn en functionaliteitvan de arm. In dit onderzoek werden passieveen/of geassisteerd actieve bewegingen met de paretischearm vergeleken met andere vormen van fysiotherapie(zoals cryotherapie en ultrageluidbehandeling).Er zijn wel aanwijzingen dat het oefenen meteen pulley-apparaat (katrol) waarbij de paretische armboven de 90 graden wordt geëleveerd, de kans opschouderklachten vergroot.De werkgroep ontraadt om in de revalidatie dit soortelevatieoefeningen voor de paretische arm te geven.Therapeutisch positioneren van de paretischezijde (niveau 2) [F.2]Positionering van de paretische zijde is een belangrijken veelgebruikt onderdeel van de therapie tijdens deimmobilisatiefase. Patiënten met een <strong>CVA</strong> wordendoor fysiotherapeuten tijdens het liggen vaak in eenbepaalde houding gepositioneerd om contractuurvormingtegen te gaan, stress op spieren en gewrichten tevermijden, puntbelasting te voorkomen, pulmonaleventilatie te stimuleren en/of sputumlozing te vergemakkelijken.Er bestaat echter geen consensus in hetwerkveld over de juiste positionering van het lichaamen/of de extremiteit. De juiste positie wordt veelalingegeven door de vigerende assumpties van achterliggendeneurologische behandelconcepten rondomtonusontwikkeling en het ontstaan van contracturen.Uit onderzoek is gebleken dat het positioneren van deparetische schouder uit het synergistisch patroongeen meerwaarde heeft voor pijnbeleving en passiefgemeten stijfheid over de schouder. Onduidelijk is inhoeverre een juiste positionering van invloed is ophet voorkomen van contractuur- en/of oedeemvorming.De werkgroep adviseert om het lichaam in een voorde patiënt comfortabele en stabiele uitgangshoudingte positioneren.EMG-triggered neuromusculaire elektrostimulatievan de paretische onderarm (niveau 2) [F.10]EMG-triggered neuromusculaire elektrostimulatie iseen combinatie van elektromyografie (EMG) met neuromusculairestimulatie (NMS). Deze stimulatie wordttoegediend via huidelektroden met een speciaal ontworpen,draagbaar apparaat. In de beoordeelde literatuurwordt geen evidentie gevonden dat de toevoegingvan EMG-triggered feedback met behulp van eenAutomove-stimulator tijdens NMS van de paretischeonderarm een meerwaarde heeft voor het verbeterenvan arm- en handvaardigheid.De werkgroep adviseert om bij patiënten met een <strong>CVA</strong>geen EMG-triggered neuromusculaire elektrostimulatiete gebruiken om de arm- en handvaardigheid te verbeteren.Fysiotherapeutische applicaties tegen handoedeem(niveau 2) [F.15]Het mechanisme achter het ontstaan van handoedeembij patiënten met een <strong>CVA</strong> is nog onduidelijk.Vooralsnog wordt handoedeem toegeschreven aaneen combinatie van inactiviteit en immobilisatie vande paretische arm. Gedacht wordt aan een gestoordeveneuze terugstroom en het ontbreken van de sympathischecontrole van de vaatmusculatuur van deparetische arm. Fysiotherapeutische methoden diegebruikt worden om handoedeem te beïnvloedenzijn: 1) cryotherapie van de hand; 2) eleveren van dehand in bed of (rol)stoel; 3) externe compressie doormiddel van wrapping (kort omwikkelen van vingersmet een dun koordje) of intermitterende pneumatischecompressie (IPC); 4) massage van (onder)arm,hand en vingers; 5) geassisteerd actieve of passieveoefeningen waarbij manueel of mechanisch (continuouspassive motion) de pols- en/of vingergewrichtengemobiliseerd worden; of 6) het preventief voor-28 V-<strong>12</strong>/<strong>2004</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!