12.07.2015 Views

KNGF-richtlijn Beroerte (V-12/2004) - Kennisnetwerk CVA NL

KNGF-richtlijn Beroerte (V-12/2004) - Kennisnetwerk CVA NL

KNGF-richtlijn Beroerte (V-12/2004) - Kennisnetwerk CVA NL

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>KNGF</strong>-<strong>richtlijn</strong> <strong>Beroerte</strong>Opbouw van de <strong>richtlijn</strong> [Map A]Indeling in tijdIn de opbouw van de <strong>KNGF</strong> <strong>richtlijn</strong> ‘<strong>Beroerte</strong>’ iszoveel mogelijk rekening gehouden met de wetmatighedendie binnen het natuurlijk herstel van patiëntenmet een <strong>CVA</strong> te onderscheiden zijn. Omdat elke fasetijdens deze aandoening een ander zorgbeleid vraagt,met andere prioriteiten, wordt in de <strong>KNGF</strong>-<strong>richtlijn</strong><strong>Beroerte</strong>, conform prospectief observationeel cohortonderzoek,onderscheid gemaakt tussen patiënten diezich in verschillende (tijds)fasen na ontstaan van het<strong>CVA</strong> bevinden. Deze indeling in de tijd kent de volgendefasen: acute fase (1e week na het ontstaan van het <strong>CVA</strong>); subacute fase (2e tot en met de 4e week na hetontstaan van het <strong>CVA</strong>); postacute fase (2e tot en met de 6e maand na hetontstaan van het <strong>CVA</strong>); chronische fase (vanaf een half jaar na het ontstaanvan het <strong>CVA</strong>).Binnen de fysiotherapeutische zorgverlening wordternaar gestreefd om patiënten zo snel mogelijk(binnen 72 uur na het ontstaan van het <strong>CVA</strong>) te mobiliseren,en om zo snel mogelijk te starten met eenreac-tiveringsprogramma. Wanneer patiënten noggebonden zijn aan bed (fase van immobilisatie)kent de fysiotherapie andere prioriteiten, en daarmeeeen ander zorgbeleid, dan wanneer patiëntengemobiliseerd kunnen en mogen worden (fase vanmobilisatie).Indeling naar functionele mijlpalenHerstel van loopvaardigheid en ADL in de tijd is geenwillekeurig proces, maar een proces dat min of meervolgens een vast patroon verloopt. Wanneer patiëntenherstellen, blijkt bijvoorbeeld eerst het vermogentot zelfstandig zitten terug te keren, vervolgens hetopstaan en gaan zitten, het veilig leren staan en daarnapas het lopen. Bovendien is aangetoond dat desnelheid waarmee patiënten zogeheten functionelemijlpalen (mobility milestones) bereiken, door de tijdwordt bepaald en afhankelijk is van lokalisatie en uitgebreidheidvan het <strong>CVA</strong>. Belangrijk is dat fysiotherapeutenbij het stellen van functionele doelen (functioneleprognose) rekening proberen te houden metdeze mobility milestones.Ook ten aanzien van herstel van persoonlijkeverzorging kent het functionele herstel na een <strong>CVA</strong>een min of meer vaste volgorde. Onderzoek naar dehiërarchische schaalconstructie van de items van deBarthel Index laat zien dat de vaardigheid ‘uiterlijkeverzorging’ het eerst terugkomt, gevolgd door eten,trans-fers, toiletgebruik, mobiliteit, uit- en aankledenen baden (of douchen). Veilig traplopen blijkt in demeeste gevallen pas het laatst te herstellen.Kennis van deze min of meer vaste natuurlijkesequenties in het beloop van loopvaardigheid envaardigheden van ADL hebben een belangrijke betekenisvoor het inschatten van de functionele prognoseop de korte en lange termijn en daarmee voor dehaalbaarheid van gestelde fysiotherapeutisch doelen.Epidemiologie van het <strong>CVA</strong>Epidemiologisch onderzoek in Nederland toont aandat jaarlijks ongeveer 30.000 patiënten in een ziekenhuisworden opgenomen met een <strong>CVA</strong>, van wie ongeveer20 tot 25 procent binnen 4 weken overlijdt.Patiënten die het <strong>CVA</strong> overleven, ervaren in verrewegde meeste gevallen een verminderde kwaliteit vanleven op basis van aanwezige stoornissen en beperkingen.Momenteel leven ruim <strong>12</strong>0.000 patiënten inNederland met de gevolgen van een <strong>CVA</strong> en dit aantalzal in 2015 met 30 tot 45 procent zijn toegenomentot ongeveer 165.000 patiënten. De kosten van zorgverleningvoor de samenleving van deze patiëntengroepwordt momenteel geschat op ongeveer 1 miljardeuro per jaar.De risicofactoren voor het krijgen van een (recidief-)<strong>CVA</strong> zijn doorgaans identiek aan die voor hartziektenen omvatten onder andere hypertensie, cardiaal lijden,diabetes, hyperlipidemie, roken en overgewicht.Tegenwoordig wordt weinig lichaamsbeweging ookals een op zich zelf staande risicofactor beschouwd.Zo laat een recente meta-analyse zien dat regelmatigbewegen bij ouderen de kans op het krijgen van eenprimair of recidief-<strong>CVA</strong> met gemiddeld 27 procent verlaagd.Werkwijze van de werkgroep [Map B]Samenstelling van de werkgroepen [B.1]In de periode maart 2002 tot en met maart <strong>2004</strong> is opbasis van een subsidie van het <strong>KNGF</strong> aan het VrijeUniversiteit medisch centrum (VUmc) de <strong>richtlijn</strong><strong>Beroerte</strong> ontwikkeld. De projectgroep werd hierbij4 V-<strong>12</strong>/<strong>2004</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!