12.07.2015 Views

Jan van den Noort, Ongemerkt aan zijne financiën ontwassen, Een ...

Jan van den Noort, Ongemerkt aan zijne financiën ontwassen, Een ...

Jan van den Noort, Ongemerkt aan zijne financiën ontwassen, Een ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

een gebrek <strong>aan</strong> voldoende financiële middelen. Hij legde er de nadruk op,dat steeds: sprake is <strong>van</strong> een tijdelijke stabilisering, die daarna weer plaatsmaakt voor een ‘um so rastlosern Ausdehnung’. Gebrek <strong>aan</strong> financiëlemiddelen kon naar Wagner’s opvatting nooit tot een meer permanenteafvlakking <strong>van</strong> de curve lei<strong>den</strong>. 44Uit het voorbeeld, dat Wagner noemde, de periode 1815-1848,respectievelijk de jaren na 1848, blijkt hoe ruim Wagner het woord‘tijdelijke’ opvatte. Zo bezien vertoont het concept ‘tijdelijke stabilisering’veel overeenkomst met het concept ‘plateau’, dat Peacock en Wisemanhanteer<strong>den</strong>, alhoewel Wagner als uitzondering formuleerde, wat Peacocken Wiseman als regel zagen.Peacock en Wiseman dichtten een grotere invloed toe <strong>aan</strong> debeschikbaarheid <strong>van</strong> geldmiddelen. De vlakke gedeelten in de curve <strong>van</strong>het niveau <strong>van</strong> de overheidsuitgaven (‘plateaus’) zijn daar<strong>van</strong> de weergave.De groei <strong>van</strong> de overheidsuitgaven heeft niet geleidelijk plaats, maar blijftbeperkt tot een <strong>aan</strong>tal korte perio<strong>den</strong> en wordt veroorzaakt door ‘socialdisturbances’. Peacock en Wiseman had<strong>den</strong> daarbij met name de tweewereldoorlogen op het oog. In tegenstelling tot Wagner, die in 1917 stierf,kon<strong>den</strong> zij beide wereldoorlogen overzien en het extreme uitgaven-effecter<strong>van</strong> vaststellen.Uit de derde grafiek, die <strong>van</strong> de empirisch-statistische resultaten <strong>van</strong> hetonderzoek <strong>van</strong> Peacock en Wiseman blijkt, dat zowel de ‘wet <strong>van</strong> Wagner’als de ‘plateautheorie’ slechts gedeeltelijk juist zijn. Zowel de geleidelijkstijgende curve <strong>van</strong> Wagner als het door Peacock en Wiseman gesignaleerdeeffect <strong>van</strong> de oorlogen is terug te vin<strong>den</strong> in deze curve. Anderzijds kanwor<strong>den</strong> gezegd, dat de plateaus ontbreken en dat de geleidelijk stijgendecurve <strong>van</strong> Wagner onderbroken wordt door korte perio<strong>den</strong> met hogereuitgaven. Waar de ‘wet <strong>van</strong> Wagner’ niet opgaat levert de plateautheorie’de verklaring. De eerste houdt geen rekening met het uitgaveneffect <strong>van</strong>oorlogen, de tweede negeert de geleidelijke groei <strong>van</strong> de uitgaven tussende oorlogen. Het hogere uitgavenniveau na de oorlogen kan door beidetheorieën wor<strong>den</strong> verklaard. Het kan op Wagneri<strong>aan</strong>se wijze wor<strong>den</strong> geduiddoor projectie <strong>van</strong> de geleidelijk stijgende curve. 45 Peacock en Wisemanwezen ter verklaring op veranderingen in de belastingopbrengsten tengevolge ven de oorlogen.Mijn onderzoek richt zich op het achterhalen ven de oorzaken <strong>van</strong> hetontst<strong>aan</strong> <strong>van</strong> gemeentebedrijven. Bovenst<strong>aan</strong>de theorieën kunnen daarbijbehulpzaam zijn. Anderzijds kan dergelijk onderzoek nieuw licht werpenop de gang ven zaken en mogelijk de theorie <strong>aan</strong>vullen.In de leer der openbare financiën werd en wordt <strong>aan</strong>zienlijk meer <strong>aan</strong>dachtbesteed <strong>aan</strong> de financiën <strong>van</strong> de centrale overheid dan <strong>aan</strong> die <strong>van</strong> de lagereoverhe<strong>den</strong>. De gemeentefinanciën zijn in de theorie wat stiefmoederlijkbedeeld. Zoals in paragraaf 1 is uiteengezet, nemen de overheidsbedrijven inde theorie eveneens een wat marginale positie in. Hoewel ze een belangrijkeinvloed kunnen hebben op het budget - winst en verlies wor<strong>den</strong> hiermeeimmers verrekend - vallen ze buiten de collectieve sector. Onderzoek naargemeentebedrijven doet recht <strong>aan</strong> beide veronachtzaamde aspecten.Veel <strong>van</strong> het tot nog toe verrichte onderzoek naar de groei <strong>van</strong> deoverheidsuitgaven is sterk kwantificerend <strong>van</strong> aard en beperkt zich tot destatistische analyse <strong>van</strong> geaggregeerde begrotingsposten. Dergelijk onderzoekkan correlaties en verban<strong>den</strong> opsporen <strong>van</strong> feitelijke ontwikkelingen, maaris slecht in staat tot het traceren <strong>van</strong> de toenmaals gewenste ontwikkelingen,motieven en oorzaken. In mijn onderzoek kies ik daarom voor een meerkwalificerende benadering, waarbij het besluitvormingsproces op microniveauzal wor<strong>den</strong> bestudeerd.Uiteraard heeft dit ook consequenties voor de toepassing <strong>van</strong> de ‘wet<strong>van</strong> Wagner’ en de ‘plateautheorie’. Beide theorieën zijn veel gebruikt voorkwantificerend onderzoek, maar moeten voor kwalificerend onderzoekopnieuw wor<strong>den</strong> ingevuld. Om vast te kunnen stellen welk deel <strong>van</strong> deuitbreidingen <strong>van</strong> de gemeentetaken door de ‘wet <strong>van</strong> Wagner’ wordtbeheerst en welk deel door de ‘plateautheorie’, moeten eerst de kwalitatievecriteria <strong>van</strong> beide theorieën wor<strong>den</strong> <strong>aan</strong>gegeven. Daartoe dient <strong>den</strong>avolgende algemene beschouwing. De details zullen per case-studiewor<strong>den</strong> uitgewerkt.24 25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!