Wagner, Adolph, Adolph Wagner (1835-1917). Briefe, Dokumente, Augenzeugenberichte(1851-1917) Heinrich Rubner (Berlijn 1978).Willers, J.F.C.A., Rijksoverheid en leningsfinanciering 1870-1914 (Voorburg 1979;niet uitgegeven scriptie economische geschie<strong>den</strong>is Rijksuniversiteit lei<strong>den</strong>).Wolfson, D.J., ‘Efficiency als motief voor overheidshandelen’ (hoofdstuk 3 uit desyllabus voor het doctoraal college openbare financiën Erasmus Universiteit)(Rotterdam 198?)Wysocki, Josef, Infrastruktur und wachsende Staatsausgaben. Das Fallbeispiel Österreich1868-1913 (Stuttgart 1975).7. NOTEN1. C. Goedhart, Hoofdlijnen <strong>van</strong> de leer der openbare financiën (3de druk;Lei<strong>den</strong> 1975) 2. 2. C.A. Hazeu, De groei <strong>van</strong> de collectieve sector in Nederland,achtergron<strong>den</strong> en verklaringen (Rotterdam 1979) Uitgave <strong>van</strong> het Fiscaal-Economisch Instituut <strong>van</strong> de Erasmus Universiteit Rotterdam, 16.3. F. Hartog, Toegepaste welvaartstheorie (3de druk; Lei<strong>den</strong> 1981) J. <strong>van</strong> <strong>den</strong>Doel, Demokratie en welvaartstheorie (2de druk; Alphen <strong>aan</strong> de Rijn 1978).4. Anders: Goedhart, Hoofdlijnen, 2, 42.5. Goedhart, Hoofdlijnen, 44. W. Drees jr. en F.TH. Gubbi, Overheidsuitgavenin theorie en praktijk (Groningen 1968) 277.6. C. Goedhart, ‘Hoe collectief is de collectieve sector?’ (Rede 10-1-1977 t.g.v.dies natalis Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam) Openbare uitgaven 9 (februari 1977)10-13. Goedhart, Hoofdlijnen, 54-64. Hazeu, Groei collectieve sector, 14-18.7. Goedhart, Hoofdlijnen, 131-136. E.J. Oort, De infrastructuur <strong>van</strong> het vervoer(‘s-Gravenhage 1966) 24-27. G. Hogesteeger, Concentratie en centralisatie bijde openbare telefonie in Nederland 1881-1940 (Den Haag 1984) 7-13.8. Oort, Infrastructuur, 9~10. Drees en Gubbi, Overheidsuitgaven, 162: ‘semicollectievevoorzieningen’.9. Evelyn A. Clark, ‘Adolph Wagner: From national economist to NationalSocialist’ Political Science Quarterly 55(september 1940) 378-411. AdolphWagner, Grundlegung der politischen Oekonomie (3de druk; Leipzig 1892,1894)2 ban<strong>den</strong>. Dit werk is onderdeel <strong>van</strong> Wagner’s opus magnus Lehr- und Handbuchder politischen Oekonomie.10. Wagner, Grundlegung, band 1,131. Wagner spreekt afwisselend <strong>van</strong> Individualismusen Liberalismus. Hij bedoelt daarmee hetzelfde: band 1, 6.11. Wagner, Grundlegung, band 1, 59-61.12. Wagner, Grundlegung, band 1, 730, 801.13. Wagner, Grundlegung, band 1, 827.14. Wagner, Grundlegung, band 1, 14-15.15. Goedhart, Hoofdlijnen, 39. Wagner, Grundlegung, 877-878: NaastKapital, Arbeit, Natur en Unternehmung noemt Wagner de Staat eenproduktiefactor.16. Goedhart, Hoofdlijnen 16, 19, 35. Anders: C.G.M. Sterks, Begrotingsnormen(Groningen 1982) 53.40 41
17. Goedhart, Hoofdlijnen, 34-37.18. Wagner, Grundlegung, band 1, 888 (parafrase) Voor de relatie met de achttiendeeeuwse‘Wohlfahrtstaatstheorie’ Wagner, Grundlegung, band 1, 857.19. Goedhart, Hoofdlijnen, 275.20. Wagner, Grundlegung, band 1, 87, 772-778.21. Wagner, Grundlegung, band 1, 778-783.22. Wagner, Grundlegung, band 1, 852-856.23. Wagner, Grundlegung, band 1, 856-869.24. Wagner, Grundlegung, band 1, 879-884, 916-921.25. Wagner, Grundlegung, band 1, 892: In 1863 al geformuleerd.26. Wagner, Grundlegung, band 1, 892-894, 90427. Wagner, Grundlegung, band 1, 896-900, 886-887.28. Wagner, Grundlegung, band 1,900-906, 887, 840-841.29. Richard M. Bird, ‘Wagner’s “law” of expanding state activity’. Public Finance/Finances Publiques 26(1971) 1-26. Richard M. Bird, Growth of governmentspending in Canada (Toronto 1970) 81.30. Ved. P. Gandhi, ‘Wagner’s law of public expenditure: do recent cross-sectionstudies confirm it?’ Public Finance/Finances Publigues 26(1971) 44-56. Aldaar44-46. Richard S. Thorn, ‘The evolution of public finances during economicdevelopment’, The Manchester School of Economic and Social Studies 35(1967-1) 19-53.31. Herbert Timm, ‘Das Gesetz der wachsen<strong>den</strong> Staatsausgaben’ Finanzarchiv 21(1961-2}201-247. aldaar 225-229.32. Timm, ‘Das Gesetz der wachsen<strong>den</strong> Staatsausgaben’, 207-208.33. Timm spreekt wel <strong>van</strong> ‘lags', Timm, ‘Das Gesetz der wachsen<strong>den</strong> Staatsausgaben’,234-236.34. <strong>Een</strong> eerste <strong>aan</strong>zet tot die studie werd gegeven door Jens Jessen, ‘Das Gesetzder wachsen<strong>den</strong> Ausdehnung des Finanzbedarfs’ Schmollers Jahrbuch 67(1943)155-174.35. Alan T. Peacock en Jack Wiseman, The growth of public expenditure in theUnited Kingdom (Princeton 1961). 21-24.36. Peacock en Wiseman, Growth of public expenditure, 24-30.37. Peacock en Wiseman, Growth of public expenditure, 26-27.38. Peacock en Wiseman, Growth of public expenditure, 44-46.39. Peacock en Wiseman, Growth of public expenditure, 46-49.40. Peacock en Wiseman, Growth of public expenditure, 49-51.41. Peacock en Wiseman, Growth of public expenditure, 52-61.42. Peacock en Wiseman, Growth of public expenditure, XXVIII.43. Th.A. Stevers, ‘Welke factoren bepalen de veranderingen in het niveau en destructuur <strong>van</strong> de belastingen in de 19e en 20e eeuw?’ in: Smeetsbundel (Deventer1967) 327-358. Ronald W. Crowley, ‘Long swings in the role of government:an analysis of war and government expenditure in Western Europe since theeleventh century.’ Public Finance/ Finances Publiques 26(1971) 27-43. Crowleycombineert onbetrouwbaar historisch materiaal met de plateautheorie om deideeën <strong>van</strong> de historicus Pirenne te toetsen. Irving J. Goffmann en DennisJ. Mahar, ‘The growth of public expenditures in selected developing nations:six Caribbean countries 1940-1965.’ Public Finance/Finances Publiques26(1971) 57-74. J. Diamond, ‘Econometric testing of the “displacementeffect”: A reconsideration.’ Finanzarchiv 35(1976/77 Heft 3) 387-404. AlanT. Peacock en Jack Wiseman, ‘Approaches to the analysis of governmentexpenditure growth’ Public Finance Quarterly 7(1979-1) 3-23. Robert Higgskopieert het ‘displacement effect’ zonder de namen <strong>van</strong> Peacock en Wiseman tevermel<strong>den</strong>: Robert Higgs, ‘Crisis, bigger government, and ideological change:Two hypothesis on the ratchet phenomenon.’ Explorations in Economic History22(1985) 1-28. Bird, Growth of government spending in Canada, 189.44. Wagner, Grundlegung, band 1,906-908.45. Peacock en Wiseman, Growth of public expenditure, 28. Peacock en Wisemansloten dit laatste niet uit.46. N.W. Posthumus, Nederlandse prijsgeschie<strong>den</strong>is (Lei<strong>den</strong> 1943) Deel 1, CV.47. J.A. Verduin, ‘Bevolking, de natuurlijke <strong>aan</strong>was in historisch entoekomstperspectief’ in: A.C.M. <strong>Jan</strong>sen e.a., Aspekten <strong>van</strong> Europa sociaalgeografischebeschouwingen over bevolking en bedrijvigheid (Bussum 1978)11-55. Aldaar 18-19.48. Er is dan sprake <strong>van</strong> ‘incrementele groei’. C.E. Lindblom, ‘The science ofmuddling through’ Public Administration Review (1959) 79-88.49. Peacock en Wiseman, Growth of public expenditure, 35-40: De Britseoverheidsuitgaven vóór 1890. 117-118: Concentratie-proces.50. Peacock en Wiseman, Growth of public expenditure, XXIII. In de afzonderlijkecase-studies zal wor<strong>den</strong> verduidelijkt welke rol de tarieven <strong>van</strong> overheidsbedrijvenkunnen spelen in de totstandkoming <strong>van</strong> dit compromis.42 43