zitting van de gemeenteraad van 14 juli 2008 - Stad Harelbeke

Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:
- het besluit van de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen d.d. 26 mei
2005 houdende goedkeuring van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan,
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 juni 2005;
- artikel 42 van het gemeentedecreet;
- de artikelen 49 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van
de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd bij decreet van 21 november 2003;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Na beraadslaging in openbare zitting;
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen;
BESLUIT:
Artikel 1:
Het ontwerp van het gemeentelijke Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) “Harelbeekse
Houtzagerij/Omniplex” wordt voorlopig vastgesteld.
Artikel 2:
De plannen worden onderworpen aan de formaliteiten voorgeschreven door artikel 49 §
2, 3 en 4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke
ordening, zoals gewijzigd bij decreet van 21 november 2003.
10. Evaluatie mobiliteitsplan. Principiële beslissing tot opstart, uitbreiden
toegekende exclusiviteiten ten voordele van Intercommunale Leiedal,
principiële goedkeuring van de aanstelling van de Intercommunale Leiedal
voor de opmaak van een sneltoets en goedkeuring raming (2 500 euro vrij
van BTW).
Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijke als juridisch:
De stad tekende op 20 februari 1998 haar ‘moeder’mobiliteitsconvenant met het Vlaamse
Gewest. Bedoeling was om mobiliteitsproblemen integraal aan te pakken en om
‘duurzame mobiliteit’ te bevorderen via maatregelen op te nemen in een mobiliteitsplan.
Het Harelbeeks mobiliteitsplan, uitgewerkt door het Studiebureau Planning uit Brugge,
werd door de Provinciale Auditcommissie conform verklaard op 16 juni 2003 en
goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 september 2003. Sindsdien sloot de stad met
het Gewest diverse modules (soort deelcontracten binnen het convenant) af en bekwam
aldus subsidies voor zware infrastructuurinvesteringen (bijv. herinrichting
stationsomgeving, wegverlichting langs gewestwegen…).
De opdracht van Planning, ontwerper van het eerste plan, werd afgerond bij het
goedkeuren in januari 2006 door het college van de eindafrekening.
Het mobiliteitsbeleid blijft in evolutie waardoor het past -zoals toegelicht in de
omzendbrief MOW/2007/3 van Minister Van Brempt- om de bestaande mobiliteitsplannen
te evalueren, optimaliseren, actualiseren en mogelijks aan te scherpen. Daartoe is het
systeem van een “sneltoets” ontwikkeld als evaluatietool voor het bestaand plan. Die
sneltoets kan resulteren in drie sporen ofwel 1) een nieuw plan (d.i. het meest vergaand)
ofwel 2) een verbreding en verdieping van het mobiliteitsplan ofwel 3) een beperkte
actualisatie van de actieplannen.
Aangezien het Harelbeeks mobiliteitsplan reeds in 2003 conform werd verklaard en
aangezien men uitgaat van een noodzakelijke vijfjaarlijkse bijsturing, stelde de
Raadscommissie Mobiliteit&Milieu op 11 juni 2008 voor om -via de omschreven sneltoets-
het bestaande plan te evalueren waarna kan geopteerd worden voor het volgen van één
der drie mogelijke sporen.