12.07.2015 Views

Hoe archiveer je digitale kantoordocumenten?

Hoe archiveer je digitale kantoordocumenten?

Hoe archiveer je digitale kantoordocumenten?

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1-15 april 2003 | 7Lokale werkgelegen-Gevraagd: eenArchiveren vanGelukkige werknemersheid en de federalekrachtig lokaal<strong>digitale</strong> kantoor-zijn gemotiveerdeverkiezingenwoonbeleiddocumentenwerknemersMagazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Aarlenstraat 53/4 - 1040 Brussel | verschijnt halfmaandelijks (niet op 15 juli en 1 augustus) | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746dynamiek in cultuur


LOKAALLokaal is het magazine en ledenblad van de Verenigingvan Vlaamse Steden en Gemeenten vzw.Lokaal verschijnt twee maal per maand.Aarlenstraat 53 bus 4, 1040 Brusseltel. 02/233.20.02 - fax 02/233.31.52lokaal@vvsg.be - www.vvsg.beVerantwoordelijk uitgeverMark Suykens, directeur VVSGHoofdredactieLeen Van LindtBladmanagementJan Van AlsenoyKernredactieLeen Van Lindt, Bart Van Moerkerke,VVSG-stafmedewerkersRedactiesecretariaatNicole Van WichelenRedactienetwerkJohan Ackaert, Anne-Marie Baetslé, Bart Biesemans,Ivo Bollen, Kaat Boon, Jan Boulogne, Eddie Brebels,Walter De Brouwer, Philippe De Coene, Miek De Kepper,Guy De Pauw, Marijke De Roeck, Guido Decoster,Filip D’Haene, Marc Konings, Rob Lenaers, Josiane Lowie,Staf Mariën, Jan Peumans, Guy Redig, Frank Remy,Ilse Renard, Peter Sommen, Kathleen van der Hooft,Martin Vandebuerie, Johan Vandenbussche,Dieter Vankeirsbilck, Guy Vloebergh, Miek VosColumnFilip De Rynck, Pieter BosIllustratiesBart Lasuy, Stefaan Dewickere (fotografie), Nix (cartoon)EindredactieMarleen CapelleVormgevingvisueel denken (Gent), tel. 09/233.56.13DrukwerkSchaubroeck (Nazareth)AbonnementVVSG-leden: 72,50 euro, vanaf 10 ex. 60,50 euro;niet-leden: 139 euro - tel. 02/233.20.77ReclameregieVVSG, Nicole Van Wichelen, tel. 02/233.20.77Leanthe, Leen Antheunis, tel. 0495/68.18.31VVSG-bestuurJef Gabriels (voorzitter VVSG), Sas Van Rouveroij(voorzitter VVSG-raad van beheer), Monica De Coninck(voorzitter VVSG-afdeling OCMW’s), Herman De Loor(ondervoorzitter), Etienne Van Vaerenbergh (ondervoorzitter),Walter De Brouwer (ondervoorzitter)Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reactieszijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan nietopnemen, inkorten of er melding van maken.Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaargemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronischedrager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijketoestemming van de uitgever.Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier CyclusMet de steun van Dexia en OMOB, partners van de VVSGMark SuykensVerkiezing burgemeesteropinieOnlangs bracht de Raad van Europa een rapport uit waarin de gemeentelijkeinrichtingssystemen in dertig Europese landen werden vergeleken. Voor de verkiezingvan de burgemeester bestaan er drie methodes:- in dertien Europese landen wordt de burgemeester rechtstreeks verkozen doorde bevolking;- in elf landen verkiest de gemeenteraad de burgemeester;- een zestal landen kent het systeem van aanduiding door de centrale overheid(al of niet via voordracht door gemeenteraad).Het laatste systeem, dat ook geldt in België, verliest steeds meer aanhang tenvoordele van de twee andere. De Vlaamse regering wil nu overstappen naar derechtstreekse verkiezing door de bevolking volgens modaliteiten die deEuropese toets niet kunnen doorstaan.Vooreerst het gevaar van de ‘cohabitation’: een burgemeester die moet werken meteen meerderheid waartoe hij niet behoort. In buitenlandse voorbeelden wordt ditvermeden. In Italië (ingevoerd in 1993) krijgt de partij van de rechtstreeks verkozenburgemeester automatisch 2/3 van de gemeenteraadszetels (in gemeenten metminder dan 15.000 inwoners zelfs 75% van de raadszetels). In de Duitse Länderkrijgt de rechtstreeks verkozen burgemeester zeer grote uitvoerende bevoegdheden(hij blijft trouwens voorzitter van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies):het is in feite een eenhoofdig uitvoerend bestuur, zodat ook geen cohabitationmogelijk is in het uitvoerende orgaan. Wel kan er een andere meerderheid zijnin de gemeenteraad. Ondertussen is bewezen dat dit kan leiden tot onbestuurbaarheid.In 2000 was Frankfurt een tijd in deze situatie. Ook andere Duitse stedenhebben hierdoor moeilijkheden ondervonden. Bij ons wordt dit gevaar door devoorstanders van de rechtstreekse verkiezing geminimaliseerd. Onterecht.Ten tweede is het tegen het principe van de rechtstreekse verkiezing dat de rechtstreeksverkozen burgemeester ’s anderendaags de mogelijkheid heeft zich alsverhinderd aan te dienen en bijvoorbeeld minister of parlementair te blijven. Eendergelijk systeem van opvolging is in het buitenland zeker niet de gewoonte enkomt over als kiezersmisleiding.Naast de modaliteiten is er het principe van de rechtstreekse verkiezing.Voorstanders beweren dat de bevolking dit vraagt. Geen enkele studie of enquêteringheeft dit (of het tegendeel) aangetoond. In Wallonië wordt een volksraadplegingover de rechtstreekse verkiezing overwogen.Is Vlaanderen bereid volgende vragen aan de burger voor te leggen:- wil men de burgemeester rechtstreeks door de bevolking of door de gemeenteraadlaten verkiezen (twee duidelijke alternatieven)?- wil de bevolking hiervoor twee zondagen na elkaar gaan stemmen?- wil de burger het risico van onbestuurbaarheid aanvaarden door de mogelijkheidvan ‘cohabitation’ in het college?- aanvaardt de burger dat een rechtstreeks verkozen burgemeester dezeopdracht na de verkiezing niet opneemt?Duidelijke antwoorden hierop zouden het gemeentedecreet meer draagvlak geven!1-15 april 2003 LOKAAL 3


inhoud 1-15 april 2003 | 7interview8 ‘Ook zonder Vlaamse centen hadden we eencultuurbeleidsplan opgesteld’Het decreet integraal lokaal cultuurbeleid is ruim een jaar oud. Lokaal vroeg drieschepenen van cultuur wat het in hun gemeente heeft losgeweekt. SchepenAnnemie Wauman van Sint-Niklaas nodigde haar collega’s Carlos Vloebergs vanHemiksem en Eddie Brebels van Bocholt uit in haar kantoor op het stadhuis.interview8 ‘Ook zonder Vlaamse centenhadden we een cultuurbeleidsplanopgesteld’politiek12 Riolering dreigt onbetaalbaarte wordencultuur & vri<strong>je</strong> tijd14 Integraal cultuurbeleid in degemeente: uitdagingenaangegaanmanagement17 <strong>Hoe</strong> <strong>archiveer</strong> <strong>je</strong> <strong>digitale</strong><strong>kantoordocumenten</strong>?management20 Gelukkige werknemers zijngemotiveerde werknemersomgeving22 Gevraagd: een krachtig lokaalwoonbeleideconomie & werk24 Het werk is nog niet afrubrieken3 Opinie6 Nieuwe praktijk26 Netwerk29 Tribune30 Column & cartoon1217Riolering dreigt onbetaalbaar te wordenEuropa verplicht ons land om in sneltempo werk te maken van afvalwaterzuivering.Maar niemand blijkt daarvoor over het nodige budgette beschikken. Er hangt de financieel zwaar geplaagde lokale bestureneen hoge factuur boven het hoofd. Is de toestand enkel ernstig ofook hopeloos?<strong>Hoe</strong> <strong>archiveer</strong> <strong>je</strong> <strong>digitale</strong> <strong>kantoordocumenten</strong>?Heel wat documenten binnen de administratie hebben archiefwaardeen moeten een tijdlang worden bewaard. Dat geldt eveneens voor<strong>digitale</strong> documenten. Maar hard- en software verouderen snel enraken na verloop van tijd in onbruik. U kan dus beter tijdig nadenkenhoe u dit gaat aanpakken.Katern Lokaal BestuurVVSG-nieuws voorgemeente en OCMWFOTO COVER BART LASUY; FOTO P14 FILIP VAN LOOCK,ALLE ANDERE FOTO’S STEFAN DEWICKERE22Gevraagd: een krachtig lokaal woonbeleidHuisvesting en wonen zou een prioriteit moeten zijn voor het beleid.Dat beweerden zowel Pascal De Decker als burgemeester Vic Laureys(Lokaal 4 en 6). Wij bieden u alvast een drieluik over lokaal woonbeleid.In dit nummer staat het algemene lokale woonbeleid centraal. Inde volgende nummers besteden we aandacht aan de relatie wonen &welzijn en bekijken we de praktijk van het lokale woonoverleg.1-15 april 2003 LOKAAL 5


nieuwe praktijkGenk start immodatabank opGenk is begin maart een grote campagnegestart om wonen in de stad te promoten.Met advertenties in kranten worden dekwaliteiten van Genk in de verf gezet. Eenander facet van de campagne is de lanceringvan de immodatabank met informatieover huizen, appartementen, handelspandenen bouwgronden die te koop staan. Dewebsite is een primeur voor Limburg.‘Immobiliënkantoren, notarissen en particulierenkunnen eigendommen te koopaanbieden op de site. Die dienstverleningis gratis,’ zegt Ganaël Vanlokeren van dedienst ruimtelijke ordening en woonbeleid.‘Woningen en handelspanden die tehuur zijn, komen voorlopig niet in dedatabank. Het verloop is daar veel groteren we zijn er nog niet uit hoe we dat hetbest kunnen aanpakken.’Op de website staan momenteel, enkeleweken na de lancering, een honderdtalpanden en gronden. De interesse bij immobiliënkantorenen notarissen is behoorlijkgroot. ‘Zij kunnen een wachtwoord aanvragenwaarmee ze toegang krijgen tot de siteen de gegevens van panden kunnen ingeven.Het is ook zeer makkelijk om foto’s ofingescande plannentoe te voegen. De verkopersmoeten huninformatie zelf actueelhouden en van de sitehalen. Ook particulierenkunnen hun eigendomaanbieden op desite. Voor hen is de procedureiets ingewikkelder.Ze moeten ondermeer een formulier ondertekenenwaarin ze de juistheid van deverstrekte gegevens bevestigen. Zo vermijdenwe dat iemand bijvoorbeeld andermanshuis te koop aanbiedt.’De website werd aangekondigd op grotereclamepanelen aan de invalswegen en op deimmo-pagina’s van Het Belang van Limburg.Ze haalde ook het nieuws op de regionaletelevisie en lokale radiostations. Dagelijksheeft ze een kleine 100 bezoekers. GanaëlVanlokeren: ‘Als bezoeker kun <strong>je</strong> een aantalcriteria ingeven om interessante woningenen gronden te selecteren. Is er op dat ogenblikniets beschikbaar dat aan die criteriavoldoet dan worden jouw gegevens opgeslagen.Zodra er een geschikt pand ofgrond wordt toegevoegd, krijg <strong>je</strong> automatischeen mailt<strong>je</strong> toegestuurd met een linknaar het nieuwe aanbod.’De eigendommen van particulieren blijvenvoorlopig één maand op de site, een periodedie verlengd kan worden, het aanbodvan makelaars en notarissen zes maanden.Er is een rechtstreekse link van de websitevan de stad naar de immodatabank.Meer info:dienst ruimtelijke ordening en woonbeleid089/30.98.39 of ruimtelijke.ordening@genk.be;de immodatabank vindtu op www.woneningenk.beMerchtemse vrijwilligers steken een hand<strong>je</strong> toe bij noodDe natte decembermaand van 2002 leidde in Vlaanderen tot ernstigeproblemen. Zo ook in Merchtem. Beken overstroomden entientallen bewoners kampten met de gevolgen van de watersnood.Na een oproep via radio en televisie kreeg het technisch gemeentepersoneelsteun van vrijwilligers maar toch bleven er handentekort. Daarnaast waren er ramptoeristen die de werkzaamhedenbemoeilijkten. Het gemeentebestuur wil deze situatie in de toekomstvermijden en kiest voor een tweesporenbeleid. BurgemeesterEddie De Block: ‘Het college bereidt structurele maatregelenvoor. Zo wordt momenteel de mogelijkheid van een tweedewachtbekken onderzocht. Daarnaast hebben we een Merchtemsnoodcomité van vrijwilligers opgericht. Ons bestuur heeft debevolking opgeroepen om zich hiervoor kandidaat te stellen. Ruim70 burgers hebben hierop schriftelijk gereageerd. De gemeenteraadkeurde het principe van een noodcomité goed. Dit maakt hetmogelijk deze mensen te verzekeren en van beschermkledij tevoorzien. De vrijwilligers krijgen elk een legitimatiebadge zodatze door de hulpdiensten worden herkend.’De burgemeester staat aan het hoofd van de vrijwilligers. Hij roepthen op en coördineert hun optreden. Alle kandidaten werden intussenuitgenodigd op het gemeentehuis waar de burgemeester hetrampenplan uitlegde en de vrijwilligers wees op de rol die het noodcomitékan spelen. De opkomst was groot en achteraf konden devrijwilligers vragen stellen aan de burgemeester, de brandweercommandanten een vertegenwoordiger van de lokale politie.Wat is nu de meerwaarde van dit noodcomité? Burgemeester DeBlock: ‘Het gemeentebestuur kan, indien nodig, op korte termijnextra mankrachten inschakelen. Het beschikt daartoe over eenbestand van telefoonnummers die het gemeentesecretariaatsteeds up-to-date zal houden. Dit bestand vermeldt ook eventuelebijzondere kwaliteiten waarover de vrijwilligers beschikken: houdervan een rijbewijs C of D, lassers. De vrijwilligers zijn gemotiveerden kennen de situatie ter plaatse. Een efficiëntere reactie bijrampen hoort zo tot de mogelijkheden. Bovendien versterkt dezemaatregel het gemeenschapsgevoel en de burgerzin. En de burgersondervinden dat hun lokale overheid werkelijk begaan is methun problemen. Er ontstaat immers te vaak de indruk dat er nietsgebeurt.’Meer info:Wendy Eeraerts, tel. 052/38.11.88, wendy.eeraerts@merchtem.been burgemeester Eddie De Block tel. 052/38.11.89 ofeddie.deblock@merchtem.be6 LOKAAL 1-15 april 2003


nieuwe praktijkVri<strong>je</strong>tijdspas Turnhoutbreidt regionaal uitInwoners van Turnhout kunnen sedert 1999 gebruikmaken van een vri<strong>je</strong>tijdspas. Dat is een kaart waarmeemensen die op de een of andere manier minderkansen hebben in de samenleving, verminderingkrijgen bij deelname aan diverse vri<strong>je</strong>tijdsinitiatieven.Eind 2002 waren er in Turnhout een 800-tal in omloop.Inmiddels werkte het sectoroverleg ‘vri<strong>je</strong> tijd’ vanhet SIF-Turnhout de vri<strong>je</strong>tijdspas als regionaal pro<strong>je</strong>ctuit, onder coördinatie van het SamenwerkingsverbandRegionaal Stedelijk Gebied Turnhout. IlsePiedfort van het Samenwerkingsverband: ‘Begin2002 startte het overleg om te zoeken naar een mogelijkeuitbreiding van de vri<strong>je</strong>tijdspas naar de heleregio. De gemeenten en OCMW’s van Beerse, Oud-Turnhout, Vosselaar en Turnhout werkten samen hetidee uit. Een vri<strong>je</strong>tijdspasgebruiker kan sinds 1 januari2003 in de vier gemeenten terecht om deel tenemen aan het ruime aanbod aan activiteiten.’Wie komt hiervoor in aanmerking en wat kan <strong>je</strong>ermee doen? Ilse Piedfort: ‘Het kan gaan om diversevormen van vri<strong>je</strong> tijd: van avontuur, cultuur, <strong>je</strong>ugden sport over een bezoek aan het theater tot deelnameaan het verenigingsleven. De houders van eenvri<strong>je</strong>tijdspas kunnen zo aan een verminderd tariefnaar een concert in een cultuurcentrum of een voorstellingvan de plaatselijke toneelgroep, ze kunnenaansluiten bij een sportvereniging of creatief bezigzijn met muziek. Ook met de schaatsbaan, het voetbal,de filmzaal en het zwembad werden afsprakengemaakt. Niet iedereen komt in aanmerking voorzo’n pas. De vermindering geldt voor inwoners dieminder kansen krijgen in onze samenleving, bijvoorbeeldmensen met een beperkt inkomen, eenlage opleiding, gezondheidsproblemen, schuldenlast,moeilijke gezinstoestand, mensen zonderwerk. De vri<strong>je</strong>tijdspas wil die inwoners een extraduwt<strong>je</strong> in de rug geven om deel te nemen aan delokale activiteiten.’Meer info:Ilse Piedfort, tel. 014/68.94.47 ofvia ilse.piedfort@turnhout.beBredene brengt kunst aan huisHet gemeentebestuur van Bredene brengt kunst aan huis door werk van lokalebeeldende kunstenaars af te drukken op de voorpagina van het gemeentelijkinfoblad. Cultuurschepen Steve Vandenberghe: ‘We willen onze inwoners confronterenmet kunst. We stellen echter vast dat slechts een zeer beperkt aantalinwoners een bezoek brengt aan tentoonstellingen. Vandaar dat we nu, met hetgemeentelijk informatieblad als medium, de kunstwerken als het ware aan huisbrengen.’Daarmee wil het bestuur een zo breed mogelijke laag van de bevolking latenparticiperen aan cultuur en kunstbeleving. En bovendien krijgen kunstenaarsvia het informatieblad een kans om hun werk bekend te maken. Het gemeentelijkinformatieblad wordt gedrukt op 8000 exemplaren en valt in de bus van elkvan de nagenoeg 7000 Bredense gezinnen. Het idee om werk van lokale kunstenaarste gebruiken als cover van het gemeentelijk infoblad kwam van burgemeesterWilly Vanhooren.‘In Kortrijk wordt metgedichten op huisvuilzakkende poëzie op straatgezet. Met ons initiatiefwillen we nog beter doenen kunst tot op de eet- ofsalontafel brengen,’ aldusburgemeester WillyVanhooren.Op het Bredense infobladvan maart prijkt eenwerk, met niet toevalligde Bredense watertorenals centraal gegeven, vantekenaar en ontwerperRoger Meert. RogerMeert geeft ook les aande Bredense kunstacademie.Bredene wil zich ondermeer met SMAK-aan-zeesteeds meer profileren alseen ku(n)stgemeente. Sedert vorig jaar organiseert de gemeente onder de noemer‘Arnoevoo’ ook een wedstrijd voor Vlaamse jonge kunstenaars. Deze actieis alvast een originele manier om mensen te laten kennismaken met kunst en delokale kunstenaars.Meer info:Infodienst Bredene, tel. 059/33.91.94 of infodienst@bredene.benieuwe praktijkbiedt een forum aan lokale besturen. Zette uw bestuur een pro<strong>je</strong>ct op dat inspirerend en nuttig is voor andere besturen? Hebt u eenpraktijkvoorbeeld, een maatregel of werkwijze die een aanzet geeft tot vernieuwing? Meld het bij lokaal@vvsg.be of tel. 02/233.20.831-15 april 2003 LOKAAL 7


interview Annemie Wauman, Carlos Vloebergs en Eddie Brebels‘Ook zonder Vlaamse centen haddenwe een cultuurbeleidsplan opgesteld’De meerwaarde van hetcultuurdecreet is dat het eenoverkoepelende planningvraagt. Tot nu toe haddenalle verenigingen en instellingeneen eigen beleid en een eigenwerking. Nu moeten ze samenmet de gemeente een globalevisie uittekenen en de grotelijnen uitzetten. Dat looptzeker nog niet overal perfectmaar de bereidheid omsamen aan de tafel te zittenis groot.Interview: Leen Van Lindt, Bart Van MoerkerkeTekst: Bart Van Moerkerke8 LOKAAL 1-15 april 2003Het decreet integraal lokaal cultuurbeleidis ruim een jaar oud. Lokaal vroeg drie schepenenvan cultuur wat het in hun gemeenteheeft losgeweekt. Schepen AnnemieWauman van Sint-Niklaas nodigde haarcollega’s Carlos Vloebergs van Hemiksemen Eddie Brebels van Bocholt uit in haarkantoor op het stadhuis. De drie politicischetsten bij wijze van inleiding de standvan zaken in hun gemeente.Carlos Vloebergs: ‘Vlak na de coalitievormingsprak ik de burgemeester van onzebuurgemeente Schelle aan. Ik stelde hemvoor samen een nieuwe bibliotheek op terichten in onze grote, gerestaureerde abdij.Onze bieb was namelijk te klein geworden,die van Schelle was niet meer van deze tijd.Drie maanden na dat gesprek was desamenwerking een feit en richtten we éénbeheersorgaan op. Toen dan het nieuwecultuurdecreet er kwam, rees de vraag ofwe voor cultuur in zijn geheel geen soortgelijkesamenwerking konden opzetten.Een overlegorgaan bestaande uit de tweeburgemeesters, de twee schepenen vancultuur, onze schepen van financiën en detwee gemeentesecretarissen bereidde deintergemeentelijke samenwerking voor.Inmiddels zijn de statuten van de intergemeentelijkevereniging voor bibliotheekwerkingen cultuur rond en naar ik vernam,worden ze eerstdaags door de ministergoedgekeurd. De gemeenschappelijkecultuurbeleidscoördinator voor Schelleen Hemiksem is al sinds 1 februari aan deslag.’Eddie Brebels: ‘Als parlementair medewerkervan Chokri Mahassine maakte ikde voorgeschiedenis van het nieuwedecreet van dichtbij mee. Toen ik schepenwerd, wist ik dat we de erkenning voorons cultuurcentrum De Kroon in Kaulillezouden verliezen. Ik vond en vind dateigenlijk niet zo erg. Een erkend centrummoet aan allerlei normen voldoen, nukunnen we doen wat we zelf willen en hetgemeenschapscentrum uitbouwen opmaat van onze gemeente. Bovendien krijgenwe bij wijze van compensatie meermiddelen.’‘Met de voorbereiding van ons cultuurbeleidsplanzijn we al in het voorjaar van2001 begonnen, nog voordat het decreeter was. We hebben de meer dan tachtigsocio-culturele verenigingen in de gemeenteuitgebreid bevraagd en we brachtenalle technische zaken in orde. Zo droegenwe het beheer van het cultuurcentrumover van een vzw naar de gemeente. Infebruari 2002 stelden we een cultuurbeleidscoördinatoraan, iemand die binnende gemeente ook met toerisme bezig was.Voor de opmaak van het cultuurbeleids-Eddie Brebels (rechts op de foto): ‘Inspraakvan burgers is belangrijk maar slechtsweing mensen denken beleidsmatig mee.’


1-15 april 2003 LOKAAL 9


interview Annemie Wauman, Carlos Vloebergs en Eddie Brebelsplan werkten we met een visiegroep en eenambtelijke werkgroep. In de visiegroepzetelden een 15-tal mensen, leden van decultuurraad en een drietal individuele geïnteresseerden.Van de werkgroep maaktende cultuurbeambte, de bibliothecaris, decultuurbeleidscoördinator, de <strong>je</strong>ugdconsulenten ikzelf deel uit. Ons plan was klaarop 1 december 2002, we kregen net vandaagde goedkeuring van de minister binnen.’Annemie Wauman: ‘Bij het begin van debestuursperiode schreven we een witboekmet een heel brede beschrijving van dedoelstellingen van het stadsbestuur voorde komende twaalf jaar. Dat witboekvormde de basis voor ons cultuurbeleidsplan.De cultuurraad, die heel actief is engediversifieerd is samengesteld, hebbenwe uitvoerig betrokken bij het uittekenenvan het plan. Enkele dagen geleden kregenwe het bericht dat ons cultuurbeleidsplanwerd goedgekeurd en dat weeen extra subsidie krijgen voor specifiekevernieuwende pro<strong>je</strong>cten. Onze cultuurbeleidscoördinatoris sinds de zomer vanvorig jaar aan het werk.’Wat is nu de sterkte van het decreet, waarinligt zijn meerwaarde?Annemie Wauman: ‘De grote instellingenhebben ieder een eigen werking, hetdecreet wil hen op één lijn krijgen. Dat iseen enorme uitdaging want de cultuursectorheeft niet echt een planningstraditieen zeker een overkoepelende planningis volledig nieuw. Dat is iets dat moetgroeien, dat loopt nu nog niet perfect. Desector van de tentoonstellingen is de eerstedie een serieuze poging doet om tecoördineren. Vroeger openden soms drie,vier tentoonstellingen tegelijkertijd dedeuren. Of rond hetzelfde thema werdenop twee plaatsen tentoonstellingen georganiseerdmet een tussenperiode van nauwelijksenkele maanden.’‘Ook de cultuurraad is in beweging enstelt zichzelf in vraag. <strong>Hoe</strong> moeten wewerken? Hebben we voldoende deskundigheidin huis of moeten we uitbreiden?Mogen enkel culturele verenigingen zetelenzoals nu of moeten we ruimer gaan?In heel dat proces is de cultuurbeleidscoördinatorzeer belangrijk. Hij kaart dedelicate zaken aan.’Eddie Brebels: ‘Het cultuurcentrum, debibliotheek, de verenigingen: allemaalwaren ze tot nu toe bezig met hun eigenbeleid, met hun eigen initiatieven. Hetnieuwe decreet verplicht ons het heleplaat<strong>je</strong> te bekijken en na te denken overvisie en grote lijnen. Natuurlijk moet <strong>je</strong> hetEddie Brebels: ‘Beleidsmatig denken is een goede zaak. Zodra<strong>je</strong> de discussie over de visie achter de rug hebt, komt er veeltijd en energie vrij voor de uitvoering.’eerste jaar wat puin ruimen maar iedereenzit nu toch ongeveer op dezelfde lijn. Datbeleidsmatig denken is een zeer goedezaak. Zodra <strong>je</strong> de discussie over de visieachter de rug hebt, komt er veel tijd enenergie vrij voor de uitvoering.’Carlos Vloebergs: ‘Wij staan nog niet zover als Bocholt of Sint-Niklaas. Onze cultuurbeleidscoördinatoris pas aangesteld,het cultuurbeleidsplan uitwerken wordtzijn eerste opdracht. Tot nu toe hebben weons vooral toegespitst op de samenwerkingmet Schelle. En dat loopt, ondanksde verschillende meerderheden in beidegemeenten, prima.’<strong>Hoe</strong> krijgt u de verschillende instellingen enverenigingen mee in dat globale denken?Annemie Wauman: ‘De meeste mensenzijn bereid mee te werken, zo eenvoudigis het. Als er vroeger nauwelijks geplandwerd, was dat niet omdat ze daar tegenwaren maar omdat ze het nooit andersgeweten hadden. Alles liep zoals het liep,de werking werd niet in vraag gesteld.’Eddie Brebels: ‘Voor ons was de omvormingvan cultuurcentrum naar gemeenschapscentrumhet moeilijkste punt.Bocholt is een kleine gemeente, omringddoor steden en gemeenten met erkendecultuurcentra. De liefhebbers van experimenteeltheater komen aan hun trekkenin Bree, Neerpelt, Hasselt, Heusden-Zolder en noem maar op. Het was eenzware opdracht iedereen ervan te overtuigendat wij niet de ambitie hebben noglanger experimentele voorstellingen teprogrammeren. Wij moeten ons concentrerenop de zaken waarvoor in onzegemeente voldoende interesse bestaat enwe moeten de eigen verenigingen ondersteunen.In plaats van theater dat hooguithonderd toeschouwers lokt, steunen weliever de eigen toneelvereniging die vierkeer speelt voor een uitverkochte zaal. Metde centen die we zo uitsparen kunnen weonze vereniging de mogelijkheid biedeneen goede regisseur aan te trekken, kunnenwe zorgen voor meer en betere belichtingenzovoort. We programmeren elk jaarwel nog een tiental voorstellingen met uitstralingbuiten onze grenzen. Maar ookdan kiezen we bij voorkeur voor productiesdie een groot publiek aansprekenzoals De Nieuwe Snaar of Geert Hoste.’‘Daarbij aansluitend willen we ook deactieve cultuurbeoefening stimuleren. Totvoor kort kreeg elke klas bijvoorbeeldtwee schoolvoorstellingen per jaar.Meestal waren dat dure producties. Descholen vonden dat prima maar, zo bleekuit een rondvraag, eigenlijk hadden zeveel liever meer ondersteuning voor eigenpro<strong>je</strong>cten. Het gevolg is dat alle klassennu nog één keer per jaar naar een schoolvoorstellinggaan en dat we de vrijgekomenmiddelen investeren in bijvoorbeeldeen kindermusical van een van deBocholtse scholen.’Carlos Vloebergs: ‘In Hemiksem volgenwe diezelfde lijn. We willen cultuur dichterbij de mensen brengen. Het mag allemaalbest wat minder hoogdravend.Tegelijkertijd hebben we veel aandacht10 LOKAAL 1-15 april 2003


voor de <strong>je</strong>ugd. We proberen de kinderenvanaf het basisonderwijs cultuur-mindedte maken. Later kunnen we de lat danmisschien weer iets hoger leggen.’Heeft een centrumstad evenveel aandacht voorde eigen inwoners?Annemie Wauman: ‘De schouwburg isvoor 60% bezet door onze eigen verenigingenen scholen. De rest van de tijd gaatnaar onze eigen programmatie, met ruimtevoor experimentele en minder toegankelijkevoorstellingen. We ondersteunende plaatselijke verenigingen ook op anderemanieren: onze afdeling decorbouwbijvoorbeeld werkt voor hen tegen kostprijs.’<strong>Hoe</strong> moeilijk is het de burgers te betrekken bijde opmaak van het cultuurbeleidsplan, zoalshet decreet vraagt?Eddie Brebels: ‘We hebben een enquêtegehouden bij 500 inwoners en we kregen230 formulieren terug. De betrokkenheidvan de bevolking was dus wel groot, maarik stel vast dat maar weinigen beleidsmatigmeedenken. De meesten brengen tochheel concrete zaken of knelpunten aan.Zelfs in de cultuurraad zijn de mensen dieecht aan een beleidsvisie kunnen werkenin de minderheid. Eigenlijk gebeurde deverwerking van alle informatie in eenbeleidsplan vooral in de ambtelijke werkgroep.Dat betekent niet dat inspraak niethoeft, integendeel. Ik vind dat <strong>je</strong> burgersmoet bevragen maar daarna moet <strong>je</strong> dieinformatie nog vertalen in beleid.’Annemie Wauman: ‘In Sint-Niklaas verliepde inspraak vooral via de verenigingenen de culturele raad. We hebbengeprobeerd om ook de niet georganiseerdeburgers erbij te betrekken, via enquêteformulierenop openbare plaatsen envia de website, maar de respons was teleurstellendklein. Ook tijdens de inspraakrondebij het begin van de bestuursperiodeviel het op hoe weinig vragen of opmerkingener waren over cultuur of <strong>je</strong>ugd. Ikdenk niet dat inwoners bezig zijn hetbeleid mee te helpen uitstippelen. Ze zijnvooral geïnteresseerd in een goed aanbod.’Welke hindernissen moeten we de komendemaanden en jaren nog nemen? Welke knelpuntendienen zich aan?Carlos Vloebergs: ‘De onzekerheid overde Vlaamse subsidiëring in de toekomstboezemt me toch wat schrik in.’Annemie Wauman: ‘We kregen als cultuurcentrumuit de A-categorie subsidiesom het personeel te betalen. Voor de aanvullendevariabele subsidies vielen we totonze grote ontgoocheling uit de boot, endat terwijl centra die enkel voor cultuur meteen hoofdletter gaan wel rijkelijk beloondwerden. Dat staat toch lijnrecht tegenoverde doelstelling van het decreet om te werkenaan gemeenschapsvorming en cultuurdichter bij de mensen te brengen.’Eddie Brebels: ‘Over de verdeling van dievariabele subsidies zijn duidelijk vragente stellen, dat bleek ook tijdens discussiesin de commissie cultuur van het Vlaamseparlement. Meer algemeen vind ik dat <strong>je</strong>Carlos Vloebergs: ‘We willen cultuur dichter bij de mensenbrengen. Het mag allemaal best wat minder hoogdravend.Tegelijkertijd proberen we de kinderen vanaf hetbasisonderwijs cultuur-minded te maken.’Annemie Wauman: ‘Als er vroeger nauwelijks gepland werd,was dat geen onwil maar veeleer een gewoonte. Alles liepzoals het liep, de werking werd niet in vraag gesteld.’als gemeente zelf keuzes moet maken endie mogen niet afhangen van het feit of <strong>je</strong>er Vlaams geld voor krijgt of niet. ZonderVlaamse middelen zouden wij in Bocholtook plannen. Als <strong>je</strong> iets zelf doet, heb <strong>je</strong>bovendien meer vrijheid. Neem het voorbeeldvan ons gemeenschapscentrum datniet afhankelijk is van variabele subsidies.Vroeger moesten we als erkend cultuurcentrumeen cultuurfunctionaris in diensthebben, we hebben nu een cultuurbeleidscoördinatordie een veel ruimereopdracht heeft en de activiteiten in onsgemeenschapscentrum zijn alleen maartoegenomen.’‘Ik pleit ervoor in het eerste jaar van eenbestuursperiode plannen op te makenvoor alle beleidsdomeinen. Op basis daarvankrijg <strong>je</strong> dan een globaal bedrag, bijvoorbeeldvia het Gemeentefonds. Metdie envelop kun <strong>je</strong> daarna vijf jaar aan deuitvoering van <strong>je</strong> plannen werken. Danben <strong>je</strong> als gemeente verplicht zelf verantwoordelijkheidop te nemen. Vind <strong>je</strong> bijvoorbeeldeen cultuurcentrum overbodig,dan is het aan de kiezer om <strong>je</strong> daar eventueelvoor af te straffen. Nu vragen alleplannen te veel administratief werk vande gemeenten en te veel personeel opVlaams niveau om ze te controleren.Gelukkig is het cultuurbeleidsplan er eent<strong>je</strong>voor zes jaar en niet voor drie jaar zoalsin de <strong>je</strong>ugdsector. Trouwens, de vrees datgemeenten niets meer zouden doen als deVlaamse verplichtingen wegvallen isonterecht. Dat hebben we gezien in de<strong>je</strong>ugdsector. We hebben nog nooit zoveel<strong>je</strong>ugdhuizen gehad als nu.’Leen Van Lindt is hoofdredacteur van Lokaalen Bart Van Moerkerke is freelance journalist.1-15 april 2003 LOKAAL 11


politiekEuropa verplicht ons land om in sneltempo werk te maken van afvalwaterzuivering. Maar niemand blijktdaarvoor over het nodige budget te beschikken. Er hangt de financieel zwaar geplaagde lokale bestureneen hoge factuur boven het hoofd. Is de toestand enkel ernstig of ook hopeloos?door Leen Van LindtRiolering dreigt onbetaalbaarte wordenDe ‘waterzuivering’ omvat drie taken: het huis-aan-huis verzamelenvan afvalwater, het transporteren ervan naar een waterzuiveringsinstallatieen ten slotte de waterzuivering zelf. In Vlaanderen zijn degemeenten verantwoordelijk voor de inzameling, het gewest(Aquafin) zorgt voor transport en zuivering.Als Vlaanderen de deadlines van de Europese richtlijn stedelijk afvalwateren de kaderrichtlijn water wil halen, zijn grote inspanningennodig. Om de gemeenten te stimuleren hun rioolstelsel sneller uitte bouwen, lanceerde het Vlaams gewest in 1996 het RIO-pro<strong>je</strong>ct.Dat voorziet in financiële en technische ondersteuning voor degemeenten. Maar de jongste jaren overstijgt de vraag het aanbod.22 miljoen euro per gemeenteAquafin maakt zich ernstige zorgen over de verdere evolutie en trektaan de alarmbel. Luc Bossyns, gedelegeerd bestuurder van Aquafin:‘De Europese kaderrichtlijn bepaalt dat we tegen 2015 voor de rivierbekkenseen zekere graad van properheid moeten bereiken.Gemeenten spelen hierbij de belangrijkste rol. Vandaag is ons netredelijk uitgebouwd: 85% van de burgers heeft een verbinding meteen riool (85% heeft een riool voor de deur, maar ondanks een verplichtingis niet iedereen aangesloten, nvdr), maar slechts 57% vanhet water komt in een zuiveringsinstallatie terecht. Om dat verschilte overbruggen is de actie van de gemeenten doorslaggevend. Deaanleg van bijkomende riolen en de verdere uitbouw van kleine zuiveringsinstallatieszijn noodzakelijk.’Aquafin schat dat er gecumuleerd tot 2015 een investering nodigis van 7,5 miljard euro voor heel Vlaanderen. Daarvan neemtAquafin 0,7 miljard euro voor zijn rekening, 6,8 miljard euro zalvoor de gemeenten zijn. Dat betekent ruw geschat gemiddeld 22miljoen euro per Vlaamse gemeente.Luc Bossyns: ‘Nu investeren de gemeenten jaarlijks 120 miljoeneuro. Aan dit tempo hebben we 50 à 60 jaar nodig, maar we hebbenmaar 12 jaar. En dan praten we niet eens over het onderhouden de exploitatiekosten van bestaande rioleringen. Dit kunnengemeenten onmogelijk alleen dragen en de beschikbare middelenzijn totaal ontoereikend om de Europese richtlijn te halen. MinisterDua voorziet op jaarbasis steun voor de gemeenten maar het geldvan de volgende twee jaar ligt nu al vast. Zo’n 200 pro<strong>je</strong>cten dreigenstil te vallen, meestal pro<strong>je</strong>cten die reeds gestart zijn. Aquafinheeft de minister voorgesteld om die pro<strong>je</strong>cten te financieren tot erterug geld is. Bij de oprichting van Aquafin in 1991 hebben we eeninhaaloefening gedaan ten aanzien van Europa. Ik denk dat er dringendeenzelfde beweging nodig is voor de gemeenten.’Aquafin schat dat er tot 2015 een investering nodig is van7,5 miljard euro. Daarvan neemt Aquafin 0,7 miljard euro voorzijn rekening, 6,8 miljard euro zal voor de gemeenten zijn.Legaal maar niet correctHeel wat gemeenten maken zich dus terecht zorgen over de ingediendepro<strong>je</strong>cten die geblokkeerd zijn. Zo ook Evergem. Peter Vande Veire, diensthoofd gemeentewerken: ‘In opdracht van de administratieWegen en Verkeer doen we een heraanleg van de gewestwegdoor Ertvelde. Gelijktijdig leggen we rioleringen aan waarvoorwe rekenen op een Vlaamse subsidie. Het is echter onmogelijk omde strikte procedure te volgen omdat het een gecombineerd pro<strong>je</strong>ctis. Wij moeten meehuppelen in het schema van AWV. De vorige12 LOKAAL 1-15 april 2003


minister van leefmilieu liet weten dat dit geen grond kon zijn omgeen subsidie te krijgen. Deze versoepeling wordt nu volledig genegeerden dit zonder waarschuwing. Dus dreigen we niet in aanmerkingte komen voor subsidies. Dat is heel erg vervelend als <strong>je</strong> datvier maanden na de aanbesteding verneemt.Voor het pro<strong>je</strong>ct inErtvelde zullen we 1 miljoen euro extra moeten ophoesten.’‘De subsidie dient als een lokmiddel voor gemeenten om versneldte investeren in riolering en nu heeft ze voor gevolg dat gemeentenhun investeringen zullen uitstellen. Van een aannemer hoorde ikdat er in West-Vlaanderen zes aanbestede pro<strong>je</strong>cten worden afgeblazen.Het strenger hanteren van de procedure om minder pro<strong>je</strong>ctentoe te kennen is op zich legaal maar de wijze waarop ditgebeurt, is niet correct’, aldus Van de Veire.Schepen van leefmilieu Hunfred Schoeters van Sint-Niklaas laateen heel ander geluid horen. ‘Wij hebben niet zo’n problemen alsde meeste gemeenten, maar dat is eerder toevallig. Omwille van devrij grote overstromingsproblematiek in onze stad hebben we eenhydronautstudie laten doen. Op basis daarvan hebben we samenmet Aquafin een gescheiden stelsel aangelegd. Daar hebben weserieus wat subsidies van de Vlaamse gemeenschap voor gekregenen er zijn nog heel wat pro<strong>je</strong>cten die lopen. Al onze voorstellen zijngeprogrammeerd. Wij investeren vooral in gescheiden rioleringsstelselen dat vindt Vlaanderen belangrijk. Wij hebben ook geengecombineerde pro<strong>je</strong>cten’, aldus schepen Schoeters.Geen recht maar een gunstVlaams minister van leefmilieu Vera Dua bekijkt de zaak enigszinsanders. ‘Gemeenten gaan er te veel van uit dat het gewest alle rioleringenzal subsidiëren. Dat kan echter niet de bedoeling zijn. Hetverlenen van een subsidie is geen recht maar een gunst. Toch stelik vast dat gemeenten weinig rioleringen aanleggen zonder tussenkomstvan het gewest. Ik besef wel dat het beschikbare budgetniet volstaat om aan de grote vraag naar rioleringen te kunnen voldoen.We beschikken over 65 miljoen euro die we jaarlijks vastleggen.Eind 2002 hadden we voor 230 pro<strong>je</strong>cten, die technisch degoedkeuring hebben doorlopen, geen middelen meer om ze te subsidiëren.Deze vertegenwoordigen een totaal bedrag van 100 miljoeneuro. Ik weet dat de gemeenten de budgettaire last niet alleenkunnen dragen. Daarom zal ik het probleem bij de nakende begrotingsbesprekingenaankaarten met de bedoeling meer middelenvrij te maken voor het aanleggen van riolering. Dit is belangrijkomdat Europa nauwlettend toekijkt op het zuiveringsbeleid.’‘Gemeenten gaan ervan uit dat het gewest alle rioleringenzal subsidiëren. Het verlenen van een subsidie is echtergeen recht maar een gunst.’‘Toch zullen naast het gewest ook de gemeenten een extra inspanningmoeten leveren inzake waterzuivering en inzameling vanafvalwater. De Europese richtlijn bepaalt dat alle gebruikers eenredelijke bijdrage moeten leveren in alle kosten voor de waterdiensten.Dit omvat dus ook rioleringen en de gemeenten zullen hunverantwoordelijkheid moeten nemen. Dit hangt natuurlijk nauwsamen met het opmaken van de zoneringsplannen door Aquafinwaarbij ook gemeenten inspraak hebben. We moeten ons dusafvragen welke woning we nog willen aansluiten op het rioolstelsel.Daarover willen we in de toekomst praten met de gemeenten.’Vlaams geld broodnodigDe stad Leuven heeft de afgelopen jaren goed geïnvesteerd in haarriolen. Dirk Robbeets, schepen openbare werken: ‘Zeven jaar geledenbesteedde de stad 2,5 miljoen euro aan een rioolinformatiesysteem.Daardoor hebben we een goed zicht op waar de riolen liggenen in welke toestand ze zijn. We stelden toen vast dat we 120 kilometermeer riolen hebben dan we dachten. Samen met Knokke zijnwij de enige gemeente in Vlaanderen die zo’n onderzoek liet uitvoeren.Heel veel andere gemeenten weten dus nog niet waar ze preciesvoor staan. Een jaar geleden zat ik met een buurgemeente rondde tafel. Aan de hand van onze gegevens moest zij vaststellen dathaar kaarten helemaal niet overeenstemden met de reële situatie.’<strong>Hoe</strong> kijkt de universiteitsstad naar de toekomst? Schepen Robbeets:‘Als we ons rioolstelsel op peil willen houden kost ons dat al snel 5tot 7 miljoen euro per jaar. Wij investeren sterk in straten en pleinenen als we die heraanleggen dan maken we daar gebruik van om ookhet rioolstelsel aan te pakken. De Vlaamse subsidies zijn broodnodigom dit haalbaar te maken, maar ik stel vast dat die volkomentekort schieten. Leuven staat ver inzake riolenbeleid, maar ook voorons zal het een moeilijke opgave worden. Voor andere gemeentenis dit onmogelijk te realiseren. Als we zuiver water willen inVlaanderen zal er nog zeer veel moeten worden geïnvesteerd.Europa tikt ons op de vingers als dat niet gebeurt. Het percentagegezuiverd water is heel laag vergeleken met de ons omringende landen.België zal meer dan een inhaalbeweging moeten doen.’Leen Van Lindt is hoofdredacteur van Lokaal1-15 april 2003 LOKAAL 13


cultuur & vri<strong>je</strong> tijdIntegraal cultuurbeleid in de gemeente:uitdagingen aangegaan!Eén jaar geleden verscheen in De Gemeente een uitgebreide toelichtingbij de inhoud en de kansen van het nieuwe decreet integraal lokaalcultuurbeleid. Eén jaar later is het overduidelijk dat de belangstellingvan de gemeenten zo groot is dat er een voorlopige stop is ingevoerd.Ook blijkt dat er extra dynamiek in het gemeentelijke cultuurbeleid isingezet. In dit artikel blikken we terug op het afgelopen jaar. Om hetverteerbaar te houden spreiden we dit over twee nummers van Lokaal.Eind 2002 hebben 198 Vlaamse steden engemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissieeen aanvraagdossier ter ondersteuningvan het integrale cultuurbeleidingediend. Twee aanvragen werden afgekeurdomdat de infrastructuur niet aanwezigwas. 164 gemeenten hebben een goedgekeurddossier en kunnen beginnen plannen;het overgrote deel is hier trouwens almee bezig.Tijdens de informatierondes in de aanloopfasevan het decreet bleek al dat erveel belangstelling was. Uiteraard is er deaantrekkelijke financiële stimulans voorde opmaak van een cultuurbeleidsplan,begeleid door de cultuurbeleidscoördinator.De uitvoeringssubsidie van één europer inwoner is niet verwaarloosbaar, zekerin grotere steden en gemeenten. Maar er iswellicht meer. Vele gemeenten gaan in opde uitdaging om het cultuurbeleid in zijntotaliteit te benaderen. Vooral de schepenenvan cultuur zijn gevoelig voor de voordelenvan deze benadering. Via de nieuwefunctie van cultuurbeleidscoördinator kunnenze cultuur als globaal beleidsdomeinop gemeentelijk niveau versterken. Dathiervoor extra middelen voorhanden zijn,is uiteraard mooi meegenomen maar maggerelativeerd. Voor wat grotere steden engemeenten weegt die financiële prikkelimmers niet zo zwaar door, zeker niet wanneerer een cultuurbeleidscoördinatorwordt aangeworven met een stevig profiel,hoge vereisten en een dito loonlast. Dezegemeenten investeren meer dan de beschikbaretoelage, nog los van de extra werkingskostenwanneer de nieuwe medewerkeraan de slag gaat!Vele gemeenten gaan in op de uitdagingom het cultuurbeleid in zijn totaliteit te benaderen.door Miek De KepperBeleidsplanning: een leerproces59 gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissiehebben vóór 1 december2002 zelfs al hun cultuurbeleidsplan ingediend.Inmiddels zijn 52 plannen goedgekeurd.Voor een grondige evaluatie is hetnog te vroeg. Wat volgt zijn voorzichtige eersteindrukken, gebaseerd op fragmentarischelezing, gesprekken met de ambtenarenen met de cultuurbeleidscoördinatoren.Cultuurbeleidsplanning is voor de meestegemeenten en ook voor veel betrokkenen(zoals de bibliotheken en in minderemate de cultuurcentra) een nieuw gegeven.Het is een proces dat tijd en beleidsaandachtvergt. De kwaliteit van de plannenis meestal recht evenredig met de tijden de energie die eraan besteed zijn.Ondanks dit nieuwe gegeven en de tijdsdrukwerd het planningsproces als een zinvolledenkoefening ervaren, waaraan menmeestal niet uit vri<strong>je</strong> wil begonnen zou zijn.Het denkproces leidt overal tot nieuwedynamiek. Daarenboven biedt een goedplan, gebaseerd op overleg met verenigingen,organisaties en bevolking, een extralegitimering voor het culturele veld. Hetstrategisch denken versterkt visieontwikkelingbij alle betrokkenen en plaatst cultuurbeleidhoger op de politieke agenda, alis dat uiteraard niet of nog niet het geval inal die gemeenten. Cultuurbeleidsplanningis vooral een leerproces.Uit de meeste reacties blijken de positieveeffecten in elk geval groter dan denadelen. Het expliciet maken van de doelstellingenén van de bijhorende acties enmiddelen, roept soms weerstand en enigevrees op. Zal men ook afgerekend wordenop het effectief realiseren van al die doelstellingen?Kan het bundelen van allemiddelen – financiën en personeel – diein de gemeente aan cultuur besteed worden,leiden tot gemakkelijke besparingen?Kortom, heeft cultuurbeleidsplanning,hoe degelijk ook uitgevoerd, ongewensteneveneffecten? Een open vraag.Communicatie en participatie?De betrokkenheid van zowel organisatiesals individuele belangstellenden is een rodedraad doorheen het decreet. Voor de cultuurcentraen de bibliotheken, die meerinstellingsgericht werkten, was het inbrengenvan de gemeentelijke context en vooralhet bevragen vanuit de (niet-)gebruikersniet altijd evident, maar het leverde wel eenmeerwaarde op. Een intense communica-14 LOKAAL 1-15 april 2003


Cultuurspreiding:cijfers en commentarenProvincie (# gemeenten) Ingediende % OntvangenaanvragenbeleidsplannenAntwerpen (70) 46 66 15Limburg (43) 33 77 16Vlaams-Brabant (65) 40 62 8West-Vlaanderen (64) 43 67 15Oost-Vlaanderen (65) 25 39 5Brussel (19 + VGC) 9+ VGC 50 1TOTAAL 197 60‘Kulturama’: een mooi resultaat van de samenwerkingvan de stad Leuven met professioneleculturele spelers.tie had er eerder beperkt plaats, wegenstijdsgebrek, omwille van de timing of onvoldoendevertrouwdheid met dit aspect. Bij hetplanningsproces van het globale gemeentelijkcultuurbeleid is de participatie een verhaalmet wisselend succes. Soms is er maargeringe publieke belangstelling; soms levertzelfs een grote opkomst niet meteen nieuweinzichten op. In vele gemeenten zijn hierernstige inspanningen gebeurd, niet steedsmet evenveel resultaat. Ook hier is men terplaatse op zoek naar de optimale methodieken.In de gemeenten die vrij laat startten entoch vóór 1 december hun beleidsplan wildenindienen, stond de cultuurbeleidscoördinatorzeker onder druk en heeft vooral hetparticipatieaspect, dat het meest tijdrovendeis, hieronder geleden.Niet alleen de noodzaak van degelijke communicatiemet de bevolking maar vooral deonderlinge communicatie tussen al wie metcultuur bezig is in de gemeente, van professioneleorganisaties tot kleine clubs,drijft trouwens steeds boven als prioritairaandachtspunt. De planningsprocessenhebben wel duidelijk gemaakt dat er inVlaanderen heel veel mensen op heel uiteenlopendemanieren met heel diverse vormenvan cultuur actief bezig zijn.De inhoudInhoudelijk wordt een breed cultuurbegripgehanteerd. Opvallend is de aandacht voorerfgoed en daarmee verbonden cultuurtoerisme.De besteding van de extra subsidievoor de uitvoering van het cultuurbeleidsplan(één euro per inwoner) is erg uiteenlopendmaar erfgoed en pro<strong>je</strong>ctwerkingin samenwerking met het verenigingslevenkomen geregeld voor.Gemeenschapsvorming wordt overwegendingevuld via steun aan allerlei initiatievenonder meer door infrastructuur en doorzorg voor het verenigingsleven. In die contextkomen ook animatie en ‘cultuur alsfeest’ naar voor. Afhankelijk van de gemeentewordt gemeenschapsvorming ingevuldvia initiatieven voor specifieke doelgroepenen/of in deelgemeenten en wijken.<strong>Hoe</strong> specifieke thema’s zoals culturele diversiteiten aandacht voor moeilijker bereikbaredoelgroepen worden benaderd is(uiteraard) erg afhankelijk van de lokalesituatie. Er is zeker schroom om in dit verbandte ‘problematiseren’ en men zoektpositieve benaderingen via laagdrempeligeactiviteiten enzovoort. Maar soms is het feitdat enige duiding hierover ontbreekt ookveelzeggend. Gemeenschapsvorming, culturelediversiteit en het betrekken voormoeilijk bereikbare groepen verdienen inde nabi<strong>je</strong> toekomst in elk geval extra aandachten ondersteuning.In Lokaal 8 bespreken we nog een aantal evolutiesvan het vernieuwde lokale cultuurbeleid.Miek De Kepper is directeur van SteunpuntLokaal CultuurbeleidWe zien een behoorlijke spreiding over Vlaanderen, met uitzonderingvan de provincie Oost-Vlaanderen. Dit beeldwerd voorheen ook al vastgesteld bij de spreiding van deculturele centra en recent nog bevestigd in het ruimereonderzoek over cultuurspreiding en cultuurregio’s. De ‘historische’voorsprong speelt hier beslist een rol. Gemeentendie vroeger al veel aandacht besteedden aan cultuur, gaanermee door. De aanwezigheid van cultureel deskundig personeel(ambtelijk en politiek) bevordert de belangstellingen dus ook de dossiervorming en in dit geval een snelle aanvraag.In Limburg speelt mee dat nogal wat culturele centrageëvolueerd zijn naar gemeenschapscentrum. Toch is ditzeker niet de enige verklaring. In Oost-Vlaanderen zijn erimmers ook veel gemeenten met cultureel personeel.Anderzijds is er veel belangstelling vanuit Vlaams-Brabant,dat nochtans het hoogste aantal kleine gemeenten telt dieaan het begin van hun tra<strong>je</strong>ct staan en die deze kans welgrijpen. Dit decreet – althans in aanzet – werkt dus corrigerendin vergelijking met het vroegere plaat<strong>je</strong> van de culturelecentra.aantal inwoners % per categorie< 10.000 4510.000-20.000 6020.000-30.000 7930.000-40.000 76> 40.000 68Bij de start was het een open vraag welke gemeenten eenberoep zouden doen op het decreet. Die bezorgdheid goldzeker voor kleinere gemeenten. Wanneer we de gemeentensamenbrengen volgens inwonersaantal en per categorienagaan hoeveel gemeenten een aanvraag hebben ingediend,levert dit bovenstaande cijfers op.De gemeenten met minder dan 10.000 inwoners scoren hetlaagst. Zij kunnen subsidie krijgen voor een halftijds cultuurbeleidscoördinator,maar twijfelen soms of er een voldoendestevig takenpakket voorhanden is. Toch is 45%kleine gemeenten een behoorlijk percentage. Voor hen isde stap vaak het grootst. Bovendien mag verwacht wordendat de nieuwe in<strong>je</strong>ctie hier ook het meest zichtbaar zal zijn.Kleinere gemeenten die de voorbi<strong>je</strong> jaren inspanningenhebben geleverd voor degelijke maar kleinschalige infrastructuur,komen nu in beeld. De intergemeentelijke aanpakis trouwens een bijkomend interessant spoor. Schelleen Hemiksem hebben als eerste resoluut gekozen voor eenstevig gefundeerde gezamenlijke aanpak van hun cultuurbeleid.Daarover leest u meer in het interview in ditnummer van Lokaal.1-15 april 2003 LOKAAL 15


VVSG-nieuws voor gemeente & ocmwWijzigingen decreet lokaal cultuurbeleidDe Commissie Cultuur besprak op 25 februari 2003 de voorgesteldewijzigingen van het decreet houdende het lokaal cultuurbeleid en keurdedeze goed. De wijzigingen omvatten de ombuiging van de geldstroomvan het streekgerichte bibliotheekbeleid: de 0,6 euro wordt in 2003 en2004 rechtstreeks aan het VCOB gestort in plaats van aan de gemeenten.Het VCOB stelt zich in ruil borg voor de realisatie van de <strong>digitale</strong>centrale catalogus (Vlacc2). Alle parti<strong>je</strong>n zijn het erover eens dat denieuwe beheersovereenkomst van het VCOB op dat vlak een resultaatsverbintenismoet zijn. De Commissie Cultuur gaf dus geen gehooraan het VVSG-pleidooi wat de middelenstroom voor het streekgerichtbibliotheekbeleid betreft. De VVSG zal de besteding van die middelenten dienste van de bibliotheekgebruiker en de lokale bibliotheekwerkingdes te intenser opvolgen, onder meer via haar vertegenwoordigersin de Raad van Bestuur van het VCOB. De gemeentelijke vertegenwoordigersin de provinciale overlegplatforms kunnen die aandacht enalertheid versterken.Naast de wijziging van artikel 74 belangen ook de andere amendementende gemeenten aan:- De feitelijke situatie wordt gelegitimeerd. Daardoor wordt de 1eurosubsidie,berekend vanaf 1 januari 2003, toegekend aan gemeenten diehun cultuurbeleidsplan indienden voor 1 december 2002 en waarvanhet plan is goedgekeurd.- Een gemeente die in 2002 een subsidieaanvraag indiende voor deopmaak van een cultuurbeleidsplan waaraan een intentieverklaring isgekoppeld, hoeft deze verklaring niet opnieuw in te dienen.- Als de gemeente over een gesubsidieerde cultuurbeleidscoördinatorbeschikt moet zij haar cultuurbeleidsplan indienen ten vroegste zes maandenna de aanvraag en uiterlijk binnen een jaar na de datum vanaf wanneerde subsidie bedoeld in art 21§1, krachtens artikel 23§1 wordt berekend.- De indiening van het cultuurbeleidsplan is voortaan gekoppeld aan hetin dienst zijn van de cultuurbeleidscoördinator. Daardoor vervalt determijn van drie maanden om na goedkeuring van de aanvraag eencoördinator in dienst te hebben.De wijzigingen van het decreet zijn op 12 maart 2003 goedgekeurd doorhet Vlaamse parlement.Hilde PlasVVSG - weekElke dinsdag kort nieuwsvoor het lokaal bestuurGratis elektronische nieuwsbriefop uw e-mailEen abonnement neemt u langs http://www.vvsg.beAanzienlijke verlichting aansprakelijkheidstatutaire personeelsledenVanaf 9 maart 2003 is de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van statutairepersoneelsleden aanzienlijk lichter geworden. Voortaan kunnen zenog aangesproken worden door de schadelijder of door hun werkgeverbestuurbij bedrog, zware schuld en lichte schuld die eerder gewoonlijkdan toevallig voorkomt. Contractuele en statutaire personeelsleden wordenvoortaan dus op dezelfde voet behandeld. Met deze wet komt defederale overheid tegemoet aan een aantal arresten van het Arbitragehof.De nieuwe regeling vindt u in de wet van 10.02.2003 betreffende deaansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbarerechtspersonen, B.S. 27.02.2003, met een bespreking op de www.vvsg.be.(Inforumnr. 183136)Marijke De LangeVlaamse regering betaaltsociaal vangnet onthaaloudersOp 1 april treedt het sociale vangnet voor opvanggezinnen in werking.Het geeft onthaalouders die aangesloten zijn bij een erkende dienst,sociale rechten zoals de opbouw van een eigen pensioen, een uitkeringbij ziekte en arbeidsongeval en het recht op kinderbijslag. Ook krijgenze een vergoeding indien een kind, buiten hun wil om, niet naar deopvang komt. Het sociale vangnet is een belangrijke stap vooruit in hetwaarderen van de onthaalouder, die maatschappelijk een belangrijketaak vervult. Zowel op federaal als op Vlaams niveau is er de jongsteweken hard gewerkt om alles klaar te krijgen. De Vlaamse regering heeftnu, op voorstel van minister van Welzijn Mieke Vogels, beslist de vollemeerkost voor het sociale vangnet op zich te nemen. Concreet gaat hetvooral om de werkgevers- en werknemersbijdragen om het nieuwe systeemte realiseren. De werknemersbijdrage die opvanggezinnen moetenbetalen, zal gecompenseerd worden door een verhoging van de kostenvergoeding.Op die manier zal de sociale bescherming hun niets kosten.Ook de diensten krijgen een extra vergoeding voor de bijkomendeadministratieve taken. Deze administratiekost zal gerealiseerd wordenvia een verhoging van het basisbedrag per subsidiale schijf van minimaal7 opvanggezinnen dat geldt bij het realiseren van een minimumaantalplaatsingsdagen. Concreet gaat het om ongeveer 170 euro perjaar per opvanggezin dat vergoed zal worden aan de dienst. (Zie:Inforumnummer 181700)Ann Lobijn1-15 april 2003 LOKAALBESTUUR 1


gemeente & ocmwGemeentefinanciën in Zuid-AfrikaDe VVSG kreeg onlangs een vraag uit Canada, waar men op zoek is naar mensendie hun expertise over gemeentefinanciën ter beschikking willen stellenvoor een pro<strong>je</strong>ct in Zuid-Afrika. Het zou de bedoeling zijn gedurende twee jaardeel uit te maken van een groep van tien consultants die opdrachten uitvoerenin verschillende Zuid-Afrikaanse gemeenten. Advies verlenen en plaatselijkecapaciteit inzake financieel management opbouwen zijn de opdrachten.Geïnteresseerden moeten minimaal tien jaar ervaring hebben in lokale financiën:planning, budgetteren en rapporteren. Ook kennis van overheidsopdrachten,schuldfinanciering en systeembeheer is vereist. Verder moeten de kandidatenervaring hebben in het opleiden van personeel.Wie interesse heeft kan contact opnemen met Alan Wilson, Cowater InternationalInc., Ottawa Canada (tel. 613-722-6434; fax 613-722-5893; awilson@cowater.com).Jan LeroyGecoördineerde wettekst arbeidsreglementenop www.vvsg.beOp algemeen verzoek vindt u opwww.vvsg.be een officieuze coördinatievan de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen,zoals het laatst gewijzigd bij wet van 18 december2002. Belangrijk om te weten is dat werkgevers-lokalebesturen die vanaf 1 juli 2003 een arbeidsreglement moetenhebben, de (bij artikel 6 van de wet bepaalde) vermeldingen inhet arbeidsreglement kunnen opnemen zonder hierbij deonderhandelings- en overlegprocedures (regels vakbondsstatuut)te volgen, wanneer het teksten betreft die al van krachtzijn op 1 juli 2003.Marijke De Langeuw personeelsadvertentie in deze nieuwsbrief én in VVSG-week én op www.vvsg.betel. 02/233.20.77, nicole.vanwichelen@vvsg.beOCMW MaasmechelenHet OCMW van Maasmechelen organiseert eenselectieproef, met het oog op de benoeming in vastverband, voormaatschappelijkwerk(st)ervoor het rusthuis St.Jan(m/v), niveau B, voltijdse functieDiplomavereisten:Diploma van maatschappelijk werk(st)erDiploma van sociaal verpleegkundigedeskundige coördinatieparamedicusvoor het dagverzorgingscentrum ‘De Linde”(m/v), niveau BV, voltijdse functieDiplomavereisten:Diploma van- gegradueerde in de ergotherapie- gegradueerde in de kinesitherapie- gegradueerde in de logopedieIndien u meer informatie wenst over deze functies,kunt u contact opnemen met Giel Vranken, secretarisOCMW, tel. 089/76.17.32Stuur uw sollicitatiebrief met CV en kopie van uwdiploma aangetekend naar OCMW Maasmechelen,personeelsdienst, Langstraat 31, 3630 Maasmechelen.Uiterste inschrijvingsdatum: woensdag 30 april 2003.Beslissingsprocedure afwijkingsmogelijkheidvoor daklozenDe sociale huurwet regelt het aanvragen van een afwijkingsmogelijkheid voor daklozen.De VVSG krijgt soms vragen van OCMW’s over de beroepsprocedure die de socialehuisvestingsmaatschappij (SHM) kan instellen bij een negatieve beslissing. We zettenhier kort de beslissingsprocedure op een rij.Wanneer de SHM wenst in te gaan op de vraag tot afwijking op basis van dakloosheid,moet zij hiervoor toestemming vragen aan de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM).Het advies van de opdrachthouder (VHM-commissaris) wordt bij de vraag tot toestemminggevoegd. De VHM geeft binnen acht werkdagen na ontvangst van het dossier haarbeslissing aan de SHM en aan de VHM-commissaris/opdrachthouder. Bij akkoord van deVHM kan de afwijking worden toegepast. Als de VHM niet akkoord gaat, is er weinig aante doen. (Theoretisch is het mogelijk hiertegen in beroep te gaan bij de Raad van State.)Als de VHM binnen de termijn van acht dagen geen kennisgeving doet, is de beslissing vande SHM goedgekeurd.Wanneer de SHM niet wenst in te gaan op de vraag tot afwijking op basis van dakloosheid,zijn er twee mogelijkheden. Ofwel neemt de SHM een negatieve beslissingbinnen tien werkdagen na ontvangst van het verzoek en brengt ze dit ter kennis vande verzoeker. Ofwel neemt ze geen beslissing binnen tien werkdagen.In beide gevallen kan een beroepsprocedure worden ingezet bij de VHM. Deze verlooptals volgt:- de verzoeker-dakloze richt een gemotiveerd verzoek tot de VHM,- de VHM wint advies in van de SHM en van de VHM-commissaris/opdrachthouder enbrengt binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek haar beslissing ter kennisvan de verzoeker en de opdrachthouder.Indien de beslissing van de VHM positief is, zal de afwijkingsmogelijkheid moetenworden toegepast door de SHM. Indien de beslissing van de VHM negatief is, wordt deafwijkingsmogelijkheid niet toegepast. Indien men hiertegen verdere stappen wilondernemen, moet men zich voldoende gemotiveerd tot de Raad van State richtenmet een verzoek tot schorsing of vernietiging van de beslissing van de VHM. Indien deVHM niet binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek haar beslissing betekent,wordt het verzoek geacht aanvaard te zijn en zal de SHM bijgevolg de afwijkingsmogelijkheidmoeten toepassen.Lut Verbeeck2 LOKAALBESTUUR 1-15 april 2003


Maak vrijmaking energiemarkt verteerbaar voor de burgerEind deze maand krijgen alle inwoners van uw gemeente een brief van de intercommunale in de bus met de melding dat ze vanaf juli hun leveranciervan elektriciteit en eventueel aardgas vrij kunnen kiezen. Alleen, de vrijmaking van de energiemarkt is een zo complex geheel dat wat bijkomendetoelichting door gemeente of OCMW zeker gewenst is. De VREG kan daarbij inspiratie leveren.Advies geven aan uw burgers over welke leverancierze moeten kiezen voor hun elektriciteitof aardgas mag natuurlijk niet. Als gemeenteof OCMW mag u zelfs geen voorkeur laten blijkenvoor de standaardleverancier met wie uwintercommunale in zee gaat. Netbeheerderszijn immers wettelijk verplicht alle aanbiedersstrikt gelijk te behandelen. Uiteraard geldt datook voor de aandeelhouders van die intercommunales,de gemeenten zelf.Gemeente en OCMW hebben wel de opdrachthun inwoners correct te informeren. Die moetenin de eerste plaats gerustgesteld worden dat zein elk geval ook na 30 juni stroom en gas zullenblijven krijgen. Daarnaast is een minimaal zichtop het onderscheid tussen de leverancier (eencommercieel bedrijf dat de gebruiker moet kiezen)en de netbeheerder (de intercommunale)belangrijk. Bij de burgers kunnen ook vragenopduiken over groene stroom: hoe kan ik diekopen en hoe komt die bij mij terecht? En deOCMW-cliënteel wil misschien weten of deregeling over minimale elektriciteitsleveringenook na de vrijmaking van kracht blijft.Al deze vragen (en een pak andere) komen aanbod in een document dat de VlaamseReguleringsinstantie voor de Elektriciteits- enGasmarkt (VREG) heeft samengesteld. Het isbeschikbaar via www.vvsg.be (kies financiën). Opwww.vreg.be is ook allerlei achtergrondinformatiebeschikbaar. We raden de gemeenten enOCMW’s aan deze teksten te gebruiken voorhet lokale informatieblad of voor andere communicatie-initiatieven.Een link leggen op degemeentelijke webstek is een ander idee.Jan LeroyStad NinoveWerft aan en gaat over tot de aanleg van eenwerfreserve (3 jaar) van een (m/v)stadssecretarisNinove is een stad gelegen in het zuiden vanOost-Vlaanderen en is opgenomen in de klassevan gemeenten tussen 35.001 en 50.000inwoners (klasse 19).Uw functieU wordt belast met de algemene leiding vande stedelijke administratie en beschikt overleidinggevende capaciteiten op strategisch enmenselijk vlak. U staat met raad en daad hetCollege van Burgemeester en Schepenen bij.U weet mensen te motiveren en te stimulerenen werkt samen met de diensthoofden aanverbeteringen en vernieuwingen in de stedelijkeadministratie.In uw communicatie maakt U gebruik van denieuwe technologieën.Informatie en kandidaatstellingU kan de volledige functiebeschrijving enaanwervingsvoorwaarden bekomen bij destad Ninove, Personeelsdienst, Centrumlaan100 te 9400 Ninove (tel. 054-31.32.33) ofwelvia e-mail: personeelsdienst@ninove.beKandidaturen dienen per aangetekende briefen op straffe van uitsluiting samen met eenvoor eensluidend afschrift van het (de) diploma(‘s)te worden toegestuurd aan hetCollege van Burgemeester en Schepenen,Centrumlaan, 100 te 9400 Ninove, uiterlijkop 30 april 2003.Ondernemers, welkom!Test klantvriendelijkheid gemeentelijke dienstverleningUnizo Regio Mechelen heeft in het najaar van2002 dertien gemeenten uit de regio getest ophun klantvriendelijkheid voor gemeentelijkedienstverlening, specifiek voor zelfstandigeondernemers. Het globale rapport met debelangrijkste conclusies werd op 25 februarivoorgesteld aan de burgemeesters en schepenenvoor lokale economie. Weldra bespreektmen de individuele rapporten ook met degemeentebesturen. Doel is tot een constructiefoverleg te komen over hoe de gemeentenop een KMO-vriendelijke manier hun dienstverleningkunnen uitbouwen.De test werd op drie verschillende manierenuitgevoerd:1. via bezoek aan de gemeentelijke website,2. via telefonisch contact met de gemeentedoor een anonieme ondernemer en3. via bezoek aan gemeenten door een anoniemeondernemer.Brandkasten15% kortingvoor meer informatie:Viviane Arents & Ingrid Vankelecom02/233.20.47-67 - fax 02/230.91.91Een belangrijke conclusie is dat lokale economieweliswaar in elke gemeente op de beleidsagendastaat (elke gemeente heeft een schepenvoor lokale economie) maar dat degemeenten weinig dergelijke ondernemersvragenkrijgen en er dus niet altijd goed opvoorbereid zijn. Zij vertonen wel een grotebereidheid om te helpen. Vragen met betrekkingtot milieu en ruimtelijke ordening zijnmeestal het makkelijkst op te lossen omdatlokale besturen voor deze beleidsdomeinenover de nodige expertise beschikken. Verdereconclusies vindt u in de perstekst opwww.vvsg.be/werkgelegenheid.Meer info: UNIZO Regio Mechelen, OudeBrusselsestraat 14, 2800 Mechelen of via tel.014/414371 en marleen.goossens@unizo-mechelen.be.Een uitvoeriger bespreking verschijnt in Lokaalnummer 8.Stefan Thomasscherpe prijzen & snelle serviceVVSG-aankoopdienst1-15 april 2003 LOKAALBESTUUR 3


gemeente & ocmwMilieuconvenant (1): beoordeling eerste jaarplanningEind februari ontvingen de gemeenten dedefinitieve beoordeling van het milieujaarprogramma(MJP) 2002. De 227 gemeenten die desamenwerkingsovereenkomst tussen gewesten gemeenten ‘milieu als opstap naar duurzameontwikkeling’ (opvolger van het milieuconvenant)ondertekenden, weten nu of hunplanning voor 2002 is goedgekeurd en of zeaanspraak kunnen maken op de convenantsubsidiesvoor dat jaar. De voorlopige beoordelingeind vorig jaar was voor geen enkelegemeente globaal positief uitgevallen; degemeenten mochten daarna nog aanvullendeinformatie doorsturen.Van de 227 gemeenten (74%) die willen instappenin de samenwerkingsovereenkomst, zijner maar zes volledig afgekeurd. Daarnaast werden23 gemeenten globaal goedgekeurd,maar afgekeurd voor instrumentarium, vastestoffen (afval en productbeleid) en/of water.Volgens de letter van de overeenkomst had deafkeuring van een van deze verplichte onderdelentot een afkeuring van de hele overeenkomstmoeten leiden. Het aantal afkeuringenvoor de andere clusters valt mee: naast de zesgemeenten die voor de hele overeenkomstwerden afgekeurd, gaat het om negen afkeuringenvoor natuur, vier voor hinder, drie voormobiliteit en drie voor energie.Voor het overstappen van niveau 1 naar niveau2 werden zeven gemeenten globaal afgekeurden 66 gemeenten (21%) goedgekeurd, waarvanvaste stoffen (53 goedkeuringen op 68intekeningen) en energie (50 goedkeuringenop 58 intekeningen) de populairste clustersniveau 2 blijven. Negentig gemeenten krijgeneen gedeeltelijke loonsubsidie voor een duurzaamheidsambtenaar.Het cluster doelgroepenbeleid was het minstpopulair: minder dan de helft van de gemeentendie de overeenkomst tekenen, kiezenervoor (111 intekeningen, waarvan 20 opniveau 2, tegen 116 gemeenten die niet tekenen).Ook bij de beoordeling springt dit clusterer tussenuit: minder dan de helft van degemeenten die het tekenen, krijgen een goedkeuring(51 goedkeuringen of 17% , waarvanvijf op niveau 2, tegen 60 afkeuringen).Honderd gemeenten zijn goedgekeurd vooralle aangevraagde onderdelen van de overeenkomst.Een paritair samengestelde arbitragecommissieheeft zich eind januari uitgesproken overdeze beoordelingen. In de arbitragecommissieheeft de VVSG zich gefocust op de afbakeningvan criteria die een globale deliberatietoelaten van gemeenten bij wie een onvoldoendeop één of enkele onderdelen zou leidentot verlies van alle subsidie voor de heleovereenkomst of voor de duurzaamheidsambtenaar.Een regelmatig terugkerende bemerkingwas de mate van detaillering van de vereisteplanning ter uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst.De VVSG heeft erzoveel mogelijk voor gepleit er rekening meete houden dat de rapportering over 2002 uitsluitselzal geven over wat de gemeente effectiefuitgevoerd heeft. Er is inderdaad van enige‘deliberatie’ sprake geweest op basis van welomlijndecriteria, zodat in nogal wat gevallengemeenten ondanks één of enkele minderbelangrijke ‘onvoldoendes’ toch globaal eenpositieve beoordeling kregen. Dit vermeed datde hele overeenkomst of de subsidie voor eenduurzaamheidsambtenaar zou vervallen. Eendergelijke deliberatie is niet gebeurd bij devoorlopige beoordeling in september 2002.Daardoor kwam deze zo schokkend over.Deliberatie bij deze eerste evaluatie betekentechter niet noodzakelijk dat zij automatischook zo zal gebeuren bij latere evaluaties, metandere woorden: er wordt van de gemeenteverwacht dat ze inspanningen doet om bij tebenen.Steven VerbanckMilieuconvenant (2): eerste betalingen en tweede jaarprogrammaOp basis van de beoordeling van het milieujaarprogramma(MJP) 2002 wordt voor degoedgekeurde clusters het subsidiebedragvastgelegd op de Vlaamse begroting en wordende ‘voorschotten’ voor 2002 uitbetaald.Maar zodra er één cluster afgekeurd is (121gemeenten zijn in dat geval), zal de gemeenteeerst de overeenkomst opnieuw moetenondertekenen zonder het afgekeurde cluster.Gemeenten die het afgekeurde cluster in 2003-2004 opnieuw willen proberen, moeten deovereenkomst een derde keer tekenen voor dejaren 2003-2004 met de afgekeurde clusters eropnieuw bij. Het kabinet-Dua erkent dat dezeherondertekening nogal kafkaiaans overkomt.Daarom zoekt het een andere manier om aande eigen Vlaamse begrotingstechnische eisente voldoen, maar daarover is er nog geen duidelijkheid.4 LOKAALBESTUUR 1-15 april 2003Nu het MJP 2002 (planning 2002) is beoordeeld,nadert de deadline voor het MJP 2003(rapportering 2002 en planning 2003). Hetaanspreekpunt heeft toegezegd dat gemeententegen 1 april alleen het ontwerp van MJP2003, goedgekeurd door het schepencollege,hoeven in te sturen. Als ze dat inderdaadgedaan hebben, moeten ze nadien wel meldenof er wijzigingen zijn aangebracht aan het MJPnaar aanleiding van de besprekingen in demilieuraad en/of de gemeenteraad (en zo ja,welke). Een algemeen uitstel van een maandvragen we liever niet. Dat leidt immers tot eenonoverzichtelijk sneeuwbaleffect van deopeenvolgende termijnverlengingen. Alsgemeenten hun MJP later insturen, dan vraagthet gewest namelijk ook hun termijn (voor devoorlopige beoordeling van het MJP, namelijk1 juli 2003) te verplaatsen en hebben gemeentennog minder tijd om hun MJP bij te sturen.Ondertussen is er weinig vooruitgang geboektbij de beoordeling en uitbetaling van de afgelopenmilieuconvenants. Blijkbaar hanteert menhier het LIFO-principe (last in first out): desamenwerkingsovereenkomst met haar dwingendetermijnen gaat voor op de afgelopen convenants.Op een totaal van 37,4 miljoen euroaan subsidies voor het milieuconvenant 2000-2001 zijn de uitbetalingen gestegen van 9 miljoeneuro (24%) in februari 2002 (waarvan dehelft voorschot op de basisovereenkomst) tot12,4 miljoen euro (33%) in februari 2003. Datblijkt uit de cijfers die periodiek moeten wordenvoorgelegd aan het MILO, het geregelde overlegtussen gemeenten, gewest en provincies.Meer info: www.vvsg.be/omgeving of www.samenwerkingsovereenkomst.beSteven Verbanck


Huurders op de zwarte lijstSinds 1 januari 2003 is op initiatief van het Algemeen Eigenaarssyndicaat(AES) een zwarte lijst voor huurders operationeel. Een huurder die driemaanden of meer zijn huurgeld niet heeft betaald, kan daar door deverhuurder op worden gezet. Eerst moet hij de huurder wel een aangetekendebrief sturen met de aanmaning om binnen twintig dagen deschuld te vereffenen of een redelijk afbetalingsplan voor te stellen.Reageert de huurder hier niet op, dan kan de verhuurder hem op dezwarte lijst laten plaatsen. Andere eigenaars/verhuurders kunnen tegenbetaling de databank raadplegen.Op 20 december 2002 heeft de Commissie voor de Bescherming van dePersoonlijke Levenssfeer bekend gemaakt dat de lijst onwettig is. Het iseen vorm van buitengerechtelijke geschillenbeslechting zonder garantiesop transparantie (het informaticabedrijf Checkpoint is enkel bereikbaarvia een postbus), onpartijdigheid en betrouwbaarheid van de opgeslagengegevens. (Men rekent op de ‘verklaring op eer’ van de verhuurder.) Dekans dat de huurders ten onrechte als wanbetaler worden opgeslagen, iszeker niet uit te sluiten. Daarom vindt ook de VVSG de lijst onaanvaardbaar.De huurdersbonden en het Vlaams Overleg Bewonersbelangen zijnvolop bezig het juridisch verweer te organiseren. Ook de OCMW’s kunneneen bijdrage leveren. Vooral helpen vermijden dat cliënten op de lijstterechtkomen, lijkt ons een uitgesproken taak voor de OCMW’s.Op www.vvsg.be (knop ‘Welzijn’ onder ‘huurachterstallen’) vindt u eenpamflet (hadoc2) waarmee OCMW’s hun cliënten op de hoogte kunnenbrengen van het bestaan van de zwarte lijst en hen ook actief uitnodigenom een regeling te treffen voor eventuele huurachterstallenzodat de verhuurder hen er niet op kán zetten. Cliënten met een huurachterstalvan drie maanden of meer worden extra aangespoord omcontact te nemen met de sociale dienst. Als hun verhuurder per aangetekendschrijven al gedreigd heeft met opname op de zwarte lijst, moetenze onmiddellijk contact opnemen met het OCMW. Als ze niet binnentwintig dagen reageren kan de verhuurder hen immers op de lijstplaatsen. Maatschappelijk werkers met dergelijke cliënten wordt aangeradenbinnen twintig dagen in naam van de huurder een brief naarde verhuurder te sturen met een afbetalingsvoorstel of de mededelingdat binnen afzienbare tijd een afbetalingsvoorstel zal worden gedaan.Tevens doet men er goed aan zijn verzet tegen opname op de zwarte lijstkenbaar te maken. Indien de huurder niet heeft betaald omdat hij eengeschil heeft met de verhuurder, wordt daar in dit schrijven naar verwezen.Bij akkoord van de cliënt is het aangewezen de huurdersbond opde hoogte te brengen van de correspondentie, zodat die de zaak juridischkan opvolgen. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk of een reactie binnentwintig dagen voldoende is om niet op de lijst te komen. Wie cliëntenkent die al langer dan twintig dagen geleden een schrijven hebbengekregen van de verhuurder maar hier niet op reageerden, kan hen hetbest onmiddellijk doorverwijzen naar de huurdersbond voor juridischeopvolging. Ondertussen kan het OCMW met de cliënt aan de betalingsachterstandwerken.Ten slotte onderstrepen we dat sinds 1 januari 2003 elke gerechtelijkevordering voor de vrederechter tot inning van huurachterstal of tot uithuiszettingvoorafgegaan moet worden door een uitnodiging tot minnelijkeschikking. Huurders worden dus best aangemoedigd deze verzoeningsprocedurete benutten en bij huurachterstal in samenwerkingmet het OCMW een afbetalingsplan uit te werken.Lut VerbeeckWelke tarieven kan een dienst schuldbemiddeling vragen?De wet collectieve schuldenregeling voorzietin een globale regeling voor alle schulden vanpersonen met een overmatige schuldenlast.Vorig jaar werden 7200 berichten van collectieveschuldenregeling geregistreerd. De procedurewordt voor de beslagrechter gevoerd.Indien deze het verzoekschrift aanvaardt, zalhij een schuldbemiddelaar aanduiden. Dat kaneen advocaat, een gerechtsdeurwaarder of eennotaris zijn ofwel een erkende dienst schuldbemiddelingvan een OCMW of een CAW. Hijzal een aanzuiveringsregeling uitwerken opbasis van het principe dat de regeling de schuldenaarin staat moet stellen in de mate van hetmogelijke zijn schulden te betalen en eenmenswaardig bestaan te leiden. Dezelfde wetvoorziet in de oprichting van een Fonds terbestrijding van Overmatige Schuldenlast(inwerkingtreding januari 2003) dat gefinancierdwordt door de kredietsector (inkomstenvan het Fonds 2.500.000 euro). Het Fondsmoet het onbetaald gebleven saldo van hetereloon en de kosten van de schuldbemiddelaarvergoeden. Schuldenaars met een overmatigeschuldenlast zijn immers niet altijd instaat om ook nog de schuldbemiddelaar tebetalen.Fonds en diensten schuldbemiddelingHet ereloon en de kosten van de schuldbemiddelaarbestaan uit forfaitaire vergoedingen(KB van 18 december 1998 houdende vaststellingvan de regels en de barema’s tot bepalingvan het ereloon, de emolumenten en de kostenvan de schuldbemiddelaar). De dienstenschuldbemiddeling die optreden in het kadervan de wet collectieve schuldenregeling hebbendit KB tot op heden verschillend toegepast.Elementen die hierbij een rol spelen, zijnhet beleid van het OCMW of CAW waartoe dedienst behoort, de specifieke positie van decliënt met een overmatige schuldenlast en deadministratieve verwerking van de verschillendetarieven. Sommige diensten passen het KBgedeeltelijk toe, enkele vragen een forfait, nogandere brengen geen kosten in rekening. Debeleidsgroep schuldbemiddeling heeft dezeproblematiek al meermaals besproken.Rekening houdend met het feit dat enerzijdssteeds meer diensten een erkenning schuldbemiddelingkrijgen en er dus meer dienstende collectieve schuldenregeling zullen kunnenaanbieden en dat anderzijds het Fonds begindit jaar in werking is getreden, werd de noodzaakingezien om een eenvormiger beleid voorde tarifering te voeren.Richtlijn directiecomité VVSGHet directiecomité van de VVSG heeft tijdenshaar vergadering van 21 februari voor duidelijkheidgekozen. De VVSG stelt voor dat dienstenschuldbemiddeling die optreden in hetkader van de wet collectieve schuldenregelingde tarifering hanteren zoals uiteengezet invoormeld KB.Indien de cliënt deze tarieven niet (volledig)kan betalen, zal de dienst schuldbemiddelingeen aanvraag tot betaling van de vergoedingindienen bij het Fonds ter bestrijding vanOvermatige Schuldenlast.Ella Neirinck1-15 april 2003 LOKAALBESTUUR 5


gemeente & ocmwNieuwe omzendbrief wachtregister - attesten Raad van StateAsielzoekers van wie de asielaanvraag werd afgewezen kunnen bij de Raad van State beroep indienen. Zolang dat hangende is, hebben zij recht opsteun van het toegewezen OCMW. Dat moet zijn informatie halen uit het wachtregister. Die was echter niet steeds actueel. Daarom leverde de griffievan de Raad van State aan het OCMW of aan de asielzoeker maandelijkse attesten af. Vanaf 1 juni 2003 zal dat niet meer gebeuren. Het OCMWkan het bewijs dat het beroep nog hangende is, enkel nog uit het wachtregister halen.Wanneer een asielzoeker wordt afgewezen,moet het OCMW de steunverlening in principestopzetten. Zodra het wachtregister vermeldtdat er een beroep bij de Raad van State werdingediend, kan het de steun heropstarten. Hetmoet dan een uittreksel uit het wachtregisternaar de Dienst Illegalen sturen om terugbetalingmogelijk te maken. Vervolgens moet hetbij elke steunverlening het wachtregister consulterenom na te gaan of het beroep nog hangendeis. Dit betekent dat het OCMW hetregister minstens maandelijks moet consulteren.De maandelijkse uittreksels moeten nietworden opgestuurd maar als bewijs in het dossierbijgehouden.Wanneer het wachtregister vermeldt dat deRaad van State een eindarrest heeft geveld,moet het OCMW dit aan de asielzoeker vragenzodat het kan bepalen of er nog recht op steunis. De inhoud van het arrest wordt niet meer inhet wachtregister vermeld. Wanneer de Raadvan State de bestreden beslissing niet vernietigt,zet het OCMW de steunverlening stopvanaf de datum vermeld in het wachtregisterplus één dag. Wanneer de Raad van State debeslissing vernietigt of vaststelt dat ze werdingetrokken, zet het OCMW de steunverleningvoort en stuurt het een voor eensluidend verklaardafschrift van het arrest op naar deDienst Illegalen. Wanneer de asielzoeker hetarrest niet kan voorleggen, moet de steunverleninggestopt worden.De nieuwe regeling werkt een belangrijk oudknelpunt weg. Wanneer het OCMW het wachtregisterminstens maandelijks consulteert ende asielzoeker volgens de informatie in hetwachtregister op de dag waarop de steun werdtoegekend nog recht had op steun, dan wordtdeze steun terugbetaald. Dit staat niet metzoveel woorden in de omzendbrief maar werdbevestigd door de administratie.Veel OCMW’s hebben echter door onvoldoendeautomatisering nog geen rechtstreekse toegangtot het wachtregister. Zij kunnen telkenseen uittreksel aan de gemeente vragen, maardat is tijdrovend en inefficiënt. De VVSG vraagtdaarom nogmaals dat de minister maatregelenneemt om de versnelde automatisering vande OCMW’s te ondersteunen.Daarnaast zijn er een paar minpunten enonduidelijkheden. Volgens de omzendbriefmoet het OCMW het eindarrest bij de asielzoekeropvragen. Waarom kan de Raad vanState de inhoud niet in het wachtregister vermelden?Hij is immers de bron van deze informatie.En wanneer moet het OCMW de steun stopzettenals de asielzoeker het eindarrest nietmeteen voorlegt? Uit de omzendbrief en detoelichting van de administratie leiden wij afdat de steun en de terugbetaling in ieder gevalstoppen één dag na de datum vermeld in hetwachtregister. In de praktijk zullen de OCMW’shet wachtregister maandelijks consulteren.Deze termijn kan dus al verstreken zijn wanneerhet OCMW vaststelt dat er een eindarrestis. Krijgt de asielzoeker dan nog de kans datvoor te leggen of wordt de steun meteengestopt? En wat als achteraf uit het voorgelegdeeindarrest blijkt dat de asielzoeker nogrecht heeft op steun? Wat doet een OCMW datduidelijke bewijsstukken krijgt dat er beroepwerd ingediend terwijl het wachtregister ditniet vermeldt? Om discussies voor de arbeidsrechtbankente vermijden zou er een vangnetproceduremoeten zijn waardoor een foutieveof laattijdige inbreng meteen kan wordenrechtgezet.Het indienen van een schorsingsberoep wordtniet meer vermeld in het wachtregister.Nochtans opent ook dat recht op steun enheeft de asielzoeker nog een maand de tijd omzijn vernietigingsberoep in te dienen.Wij hebben onze opmerkingen en vragen aande minister bezorgd en hopen snel meer informatiete kunnen geven.Fabienne CrauwelsTechnische fiche- Omzendbrief van 9 december 1998 - artikel 65 vande wet van 15 juli 1996. Wijzigingen aangebracht bijhet arrest van het Arbitragehof van 22 april 1998,BS 12 december 1998, Inforumnummer 141814.- Omzendbrief van 10 maart 2003 - Uitgeprocedeerdeasielzoekers in beroep bij de Raad van State:aflevering van attesten door de Raad van State,Inforumnummer 183469.Inforum ook voor mandatarissenUw bestuur heeft waarschijnlijk al een abonnement op inforum via PubliLink.Dan kunnen wij u een uitbreiding van het abonnement van uw bestuur voorstellen- ofwel voor het totale Schepencollege of Vast Bureau,- ofwel voor de totale gemeenteraad of OCMW-raad.Dit biedt u de mogelijkheid inforum te raadplegen via internet.Opgelet!Naar gelang van de delegatieregeling die in uw gemeente geldt, moet ofwel de Gemeenteraad of het Collegeofwel het Vast Bureau of de Raad voor Maatschappelijk Welzijn deze uitbreiding eerst goedkeuren.Aangezien de voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van deze organen een bevoegdheid van de secretaris is,raden wij u aan hem daarvan op de hoogte te stellen.Bijkomende inlichtingen: Inforum, tel. 02/233.20.196 LOKAALBESTUUR 1-15 april 2003


gemeente & ocmwjurist(e)voltijds in statutair verbandFunctieomschrijving:- U begeleidt en ondersteunt de maatschappelijkwerkers rond de juridische aspecten vansociale dienstverlening, budgetbegeleiding &schuldbemiddeling;- U staat in voor het verzekeren van eerstelijnsrechtshulpaan het cliënteel sociale dienst;- U vertegenwoordigt het OCMW bij de arbeidsrechtbankinzake geschillen m.b.t. socialedienstverlening;- U geeft juridische ondersteuning aan verschillendediensten binnen het OCMW.Aanwervingsvoorwaarden:- U bent houder van een diploma van doctor oflicentiaat in de rechten;- U heeft minimum 5 jaar nuttige ervaring alsjurist(e);- U slaagt in een bekwaamheidsexamen;- U voldoet aan de wettelijke nationaliteitsvereisten.maatschappelijkwerk(st)ervoltijds in statutair verbandTaakinhoud:Algemeen maatschappelijk werk inclusief budgetbegeleiding,thuiszorg en vluchtelingen.Aanwervingsvoorwaarden:- U bent houder van het diploma A1 maatschappelijkassistent(e) of A1 sociaal verpleegkundige;- U slaagt in een bekwaamheidsexamen;- U beschikt over een rijbewijs B;- U bent bereid, indien noodzakelijk, werk teverrichten buiten de normale kantooruren.OCMW Bilzengaat over tot de aanleg van werfreserves, geldig voor de duur van drie jaren, voor volgendevacatures (m/v) in statutair / contractueel dienstverbandhoofdverpleegkundigevoltijds in statutair verband (m/v)Functieomschrijving:- U geeft leiding aan een team van verpleegkundig,verzorgend en paramedisch personeelvan 25 personen;- U staat in voor het creëren van een volwaardigthuismilieu voor residenten, waar optimale hulpen verzorging, gekoppeld kan worden aan eenzo comfortabel en aangenaam mogelijk verblijf;- U staat in nauw contact en werkt samen met derusthuisverantwoordelijke en collega hoofdverpleegkundige;- U bent verantwoordelijk voor de algemeneorganisatie van de verpleegkundige zorgen, deplanning en de continuïteit van een afdeling.Aanwervingsvoorwaarden:- U bent houder van het diploma van gegradueerdeverpleegkundige;- U slaagt in een bekwaamheidsexamen;- U heeft aanvullende kaderopleiding gevolgd(min. 2 jaar);- U heeft 4 jaar relevante ervaring.onderhoudstechniekergebouwenvoltijds in contractueel verbandFunctieomschrijving:- U onderhoudt de gebouwen van het OCMWin nauwe samenwerking met de gespecialiseerdearbeider technische dienst,- U werkt mee bij de uitvoering van de takendie ressorteren onder de technische dienst,o.m. schilderwerken, laswerk, tuinonderhoud,verzorgen van intern transport;- U staat in voor het onderhoud alsook voor deherstellingen inzake de technische installatiesvan de OCMW-gebouwen voornamelijkmet betrekking tot verwarming, sanitair enelektriciteit.Aanwervingsvoorwaarden:- U bent houder van het diploma lager secundairtechnisch onderwijs;- U bent in het bezit van een rijbewijs B;- U slaagt in een bekwaamheidsexamen.Geïnteresseerd?Aarzel dan niet en neem contact op met de personeelsdienst op het nummer 089/51.91.38 ofe-mail: mj.raskin@publilink.be. Je ontvangt dan een uitgebreide profielbeschrijving eneen verplicht inschrijvingsformulier. Je kan deze formulieren ook persoonlijk afhalen bijde personeelsdienst van het OCMW, Hospitaalstraat 15, 3740 BilzenUw kandidatuurstelling, samen met het verplicht inschrijvingsformulier, uw curriculumvitae en een kopie van uw diploma moet uiterlijk op 16 april 2003 bij aangetekend schrijventoekomen bij Nico Bijnens, voorzitter van het OCMW Bilzen, Hospitaalstraat 15, 3740Bilzen (datum poststempel is beslissend voor de geldigheid van uw kandidatuur).Voorlopige oplossing voor bevoegdheidsconflictentussen OCMW’s in de maakIngevolge de laatste programmawet verschijntbinnenkort een KB in het Belgisch Staatsblad dat eensnelle en voorlopige oplossing wil bieden voorbevoegdheidsconflicten tussen OCMW’s. Doel isde cliënt een vlotte hulpverlening verschaffen. Nuheeft een cliënt immers meer dan eens het gevoelvan het kast<strong>je</strong> naar de muur te worden gestuurddoordat de bevoegdheidsregels voor interpretatievatbaar zijn. Wanneer OCMW’s er zelf niet uitgeraken, worden ze verplicht een verzoek terichten tot de minister van Maatschappelijke Integratie.Die zal binnen vijf dagen de knoop doorhakkenen in een voorlopige beslissing een OCMWaanduiden dat zich over de hulpvraag moet buigen.In afwachting van de publicatie van het KB ende verzending van een ministeriële omzendbriefmet meer praktische informatie, kunt u de principesal lezen op www.vvsg.be. De OCMW’s hebbenin het federale memorandum aan de nieuw tevormen regering de eis opgenomen om de wet diede territoriale bevoegdheid van de OCMW’s regelt(wet van 2 april 1965) grondig te moderniseren.Nathalie DebastPolitiezones:dossier gebouwen nog muurvastDe problemen rond de overdracht van de voormaligerijkswachtgebouwen aan de lokale politiezonesblijven aanslepen. Veel politiezones vragenzich terecht af wat de financiële gevolgen zijn vandeze overdracht: moeten ze hiervoor nog bijbetalenof ontvangen ze net nog bijkomende middelen?Het blijkt dat voor sommige zones tijdens detegensprekelijke debatten nog een mooi eindsaldovan het gebouwendossier in het vooruitzicht isgesteld. Bovendien worden herstellingswerkenniet meer uitgevoerd totdat er zekerheid is over dedefinitieve eigendomsoverdracht. De vele vragenvan de politiezones tonen aan dat deze problematiekdag na dag prangender wordt. De drie ontwerpenvan Koninklijk Besluit die uitvoering moetengeven aan deze problematiek zijn al goedgekeurddoor de Ministerraad, maar nog niet gepubliceerd.In een antwoord op een parlementairevraag stelde minister Daems dat er nog problemenzijn met het beheer van het Fonds maar dat de KB’sbinnenkort gepubliceerd worden. Tevens rijzen ernog vragen over de schattingswaarde van de overgedragengebouwen. In afwachting van een definitieveregeling raden wij de politiezones aan noggeen definitieve beslissingen over de gebouwen tenemen. De VVSG vraagt de regering de zones hieroverniet langer in het ongewisse te laten.Koen Van Heddeghem8 LOKAALBESTUUR 1-15 april 2003


management<strong>Hoe</strong> <strong>archiveer</strong> <strong>je</strong> <strong>digitale</strong> <strong>kantoordocumenten</strong>?Om <strong>digitale</strong> documenten gemakkelijk terug te vinden is een goed doordachten logisch klassement van groot belang. Ook de keuze van hetbestandsformaat waarin het document met archiefwaarde wordtbewaard, verdient veel aandacht. Hard- en software verouderenimmers snel en raken na verloop van tijd in onbruik.Veel documenten binnen de administratiehebben archiefwaarde en moeten een tijdlangworden bewaard. Ze hebben eenadministratief of juridisch belang of wordenals geheugensteun gebruikt. Voor eenaantal categorieën is de archivering zelfswettelijk verplicht en is er een minimalebewaartermijn vastgelegd. Voor lokaleopenbare instellingen geldt bovendiendat nagenoeg alle documenten bestuursdocumentenzijn en onder de wet op deopenbaarheid van bestuur vallen. De wetgeververplicht lokale openbare overhedenhun archief in een goede, geordendeen toegankelijke staat bij te houden.Overigens is, krachtens de archiefwet,voor de vernietiging van archiefbescheidenvan gemeente en OCMW de goedkeuringvan de Algemene Rijksarchivarisof diens gemachtigde vereist.Deze wettelijke verplichtingen zijn vantoepassing op papieren en <strong>digitale</strong> documenten.Beide kunnen de status vanbestuurs- of archiefdocument hebben.Het speelt geen rol of het een gewonebrief, een e-mail, een website of een databankbetreft. Voor <strong>digitale</strong> archiefdocumentenhoudt de archiveringsplichtonder meer in dat ze vindbaar en leesbaarmoeten zijn.Vanuit archiefstandpunt worden archiefdocumentenin hun originele vormbewaard. Wat digitaal (op papier) ontstaat,wordt digitaal (op papier) ge<strong>archiveer</strong>d.E-mails en websites zijn voorbeeldenvan archiefdocumenten die digitaalworden ge<strong>archiveer</strong>d. Wanneer eenzelfdearchiefdocument zowel op papier alsdoor Filip Boudrezdigitaal bestaat, dan wordt in principe deoriginele versie ge<strong>archiveer</strong>d. In het gevalvan een ingescande brief wordt dus depapieren versie in het archief opgeborgen.Er kan hier wel van worden afgeweken,maar dan moet de digitalisering aanbepaalde kwaliteitsvereisten voldoen envoor de vernietiging van de originelen isde goedkeuring van de Algemene Rijksarchivarisnodig.Het <strong>digitale</strong> kantoorOm <strong>digitale</strong> documenten na hun creatieen gebruik achteraf gemakkelijk terug tevinden is het belangrijk goed na te denkenover de wijze waarop de <strong>digitale</strong>documenten worden geklasseerd. Netzoals bij papieren documenten is eengoed doordacht en logisch klassementvan groot belang. Bij <strong>digitale</strong> documentenzijn weliswaar geautomatiseerde (fulltext) zoekopdrachten mogelijk, maar dezezijn niet altijd effectief.In een <strong>digitale</strong> context wordt het klassementin de vorm van een mappenstructuuraangelegd. Een dergelijke mappenstructuuris vergelijkbaar met een boomstructuurdie zich vertakt. Het is aanbevolen(per dienst) een logische en overzichtelijkemappenstructuur uit te bouwenwaarin de documenten per dossier ofper onderwerp worden gegroepeerd. Opdie manier worden als het ware <strong>digitale</strong>dossiers gecreëerd en tekstverwerkingsbestanden,spreadsheets, enz. die bi<strong>je</strong>lkaar horen gegroepeerd. Ook e-mailsworden bij voorkeur op de gemeenschappelijkeserverschijf bewaard. E-mailsbewaar <strong>je</strong> het best niet in het e-mailsysteem,maar exporteer <strong>je</strong> na ontvangst ofverzending naar de overeenstemmendemap. Zo vermijd <strong>je</strong> dat <strong>digitale</strong> informatieverspreid zit over een e-mailsysteem eneen mappenstructuur. De ‘archiverings’-mogelijkheden van e-mailsystemen wordenbeter niet gebruikt.Bij archivering moet <strong>je</strong> streven naar een zo groot mogelijkeonafhankelijkheid van specifieke computerprogramma’s.Een aantal vuistregels zijn:- Maak binnen de organisatie duidelijkeafspraken over welke bestanden op degedeelde serverschijf, de persoonlijkemap en eventueel op de lokale harde schijfworden bewaard.- Vermijd de opslag van belangrijke documentenop lokale harde schijven. Bestandenop gemeenschappelijke serverschijvenzijn beter beveiligd, wordengebackupt en zijn beschikbaar voor collega’senzovoort.- Baseer de indeling van de mappenstructuurop de taken en activiteiten van dedienst.- Geef de mappen een duidelijke en uniekenaam.- Neem in de mapnaam een klassementscodeop. Door de klassementscode vooraanin de mapnaam te plaatsen vermijd <strong>je</strong>de nadelen van alfabetische sortering enkun <strong>je</strong> de structuur van algemeen naar bijzonderopbouwen. De klassementscodekun <strong>je</strong> bovendien gebruiken om te refererenaan een dossier of onderwerp.1-15 april 2003 LOKAAL 17


managementVeel documenten binnen de administratiehebben archiefwaarde en moeten een tijdlangworden bewaard.- Baseer indien mogelijk de indeling ophet klassement voor papieren documenten.Gebruik dezelfde klassementscodevoor het papieren en <strong>digitale</strong> dossierzodat de samenhang duidelijk is.Deze regels zijn gemakkelijk toe te passenbinnen courante besturingssystemen.Dit zijn de eerste stappen naar een georganiseerddocument- en informatiebeheer.Voor bepaalde categorieën documentenzijn de mogelijkheden van eencourant computerbesturingssysteem echterte beperkt. Gesofistikeerde documentbeheersystemenkunnen aangewezen zijnvoor belangrijke of gevoelige documentenvanwege de betere beveiliging, hetversiebeheer of de automatische logging.Binnen documentbeheersystemen kaneen gelijkaardige documentorganisatieworden toegepast.Binnen een organisatie van <strong>digitale</strong> <strong>kantoordocumenten</strong>in mappen is de toekenningvan duidelijke bestandsnamen belangrijk.De bestandsnamen identificerende <strong>digitale</strong> <strong>kantoordocumenten</strong> en moetende gebruiker leiden tot de gewenste informatie.Binnen de organisatie worden bijvoorkeur een aantal regels gehanteerd bijhet toekennen van bestandsnamen, zoals:- Herhaal de mapnaam niet in de bestandsnaam.- Geef bestanden een unieke naam meteen duidelijke betekenis. Duid aan omwelk soort document het gaat, welkonderwerp het betreft, wie de afzender/geadresseerde is, de datering, het versienummerenzovoort.- Zorg ervoor dat de bestandsnaam en deGeschikte archiveringsformatentekst:afbeelding:vector:geluid:video:Unicode (ASCII), XML en PDF(/A)raster: standaard TIFF voor moederkopieën(compressieloos, hoge resolutie),JPEG voor werkkopieënCGM, EPS, DXF, SVGcompressieloze WAV (PCM-codering)MPEG18 LOKAAL 1-15 april 2003documentnaam of -titel overeenstemmen.- Behoud de extensie van de applicatie inde bestandsnaam.Duurzame bestandsformatenDe keuze van het bestandsformaat waarbinnenhet document met archiefwaardewordt bewaard, is belangrijk. Immers,hard- en software verouderen snel enraken na verloop van tijd in onbruik. Debewaringstermijn van <strong>digitale</strong> documentenoverschrijdt in veel gevallen de levensduurvan specifieke hard- en software.Om die reden is het aanbevolen voor <strong>digitale</strong>archiefdocumenten met een langebewaringstermijn zoveel mogelijk standaardente hanteren en opslag in applicatieformatente vermijden.De specifieke applicatieformaten zijnmeestal gebonden aan één welbepaaldeproducent, computertoepassing of zelfsversie. Bij veranderingen in de beschikbaresoftware of ondersteuning moetende bestanden omgezet worden naar hetgangbare computerprogramma van datogenblik. Zulke omzettingsoperaties zijnduur, vergen tijd en moeten regelmatigherhaald worden. Het is bijgevolg niet aangewezenom documenten in een bestandsformaatvan bijvoorbeeld het MS-Officepakkette archiveren. Een uitzondering isPDF van Adobe. De specificatie van het


PDF-formaat is vrij beschikbaar zodat elkeontwikkelaar een PDF-compatibel programmakan schrijven. Bij de bestandsformatenvan MS-Office is dit niet het geval.Momenteel wordt gewerkt aan de officiëlestandaardisatie van een PDF-subset voorarchiveringsdoeleinden (PDF/A). Verwachtwordt dat deze standaard tegen eind 2003definitief wordt vastgelegd.Voor archivering is het aangeraden te strevennaar een zo groot mogelijke onafhankelijkheidvan specifieke computerprogramma’sen te opteren voor bestandsformatendie door meerdere applicatieskunnen worden ingelezen. Voorbeeldenhiervan zijn Unicode/ASCII, XML, TIFF enMPEG. Documenten opgeslagen in eengestandaardiseerd bestandsformaat hoevenniet omgezet te worden wanneer eencomputertoepassing niet meer beschikbaaris. De samenstelling van deze formaten isgedocumenteerd in de standaard en hetbeheer ervan is niet in handen van één commercieelbedrijf, maar van een standaardiseringsinstantie.Het verdient aanbeveling <strong>kantoordocumenten</strong>zo vroeg mogelijk in een geschiktarchiveringsformaat te bewaren, indienmogelijk zelfs vanaf de creatie. OpenOffice,het opensource alternatief voor MS-Office,bewaart de documenten rechtstreeks alsXML-bestanden die met om het even welkeandere applicatie kunnen worden geopend(bv. een webbrowser of teksteditor). Dit isechter niet altijd haalbaar. Bij de keuze vaneen opslagformaat moet men immers ookrekening houden met hergebruik in de toekomst.Bij de Antwerpse stadsadministratieworden e-mails tijdelijk als msg-bestandenbewaard, zodat de geëxporteerde e-mailnog kan worden beantwoord of doorgestuurd.Alvorens de e-mails te archiverenworden ze naar XML omgezet.Wegschrijven op tape of cdOm harde schijven en netwerken vlot toegankelijkte houden is het noodzakelijkafgesloten dossiers te verwijderen en optape of optische schijf te stockeren. Nietelk type tape of optische schijf is echtergeschikt voor archiveringsdoeleinden.Voor <strong>digitale</strong> archiefdocumenten houdt de archiveringsplichtonder meer in dat ze vindbaar en leesbaar moeten zijn.Ook hier worden het best standaardentoegepast. Back-uptapes maken voorarchivering is geen optie, want back-upszijn hard- en software gebonden.Een aantal vuistregels voor het archiverenop tape zijn:- Gebruik cartridges (1 spoel) of cassettes(2 spoelen). Vermijd open haspels.- Kies een uitwisselbaar, niet aan een producentgebonden fysiek cassette- of cartridgeformaat.Gebruik enkel gestandaardiseerdecassettes of cartridges. Gaop voorhand na hoeveel keer de dragerbruikbaar is (hoeveel insert & e<strong>je</strong>ct-cyclesof passes?)- Kies een tape met MP (metal particulate)of barium ferrietpartikels op een basislaagvan polyester.- Kies een technologie gebaseerd op delineaire opnamemethode (longutidunal ofserpentine): bijv. DLT of LTO.- Maak labeled tapes. Pas de standaardenANSI INCITS 27-1987 (R1998) of ISO-1001 toe.- Vul het volumelabel van de tape in.- Documenteer de tape. Houd informatiebij over: fixed-length of variable-lengthblocks, blocksgrootte en records lengte,densiteit, bestandssysteem, gebruiktesoftwaretoepassing (+ versie), encoding.De cd-rom is wellicht de bekendste optischedrager van <strong>digitale</strong> informatie. Cd-r’szijn goedkoop en de meeste computerszijn uitgerust met een cd-romstation.Binnenkort wordt het wellicht mogelijkDVD’s te gebruiken, maar momenteel isMeer infode standaardisatie van de beschrijfbareDVD nog niet volledig afgerond. In afwachtingbiedt archivering op cd de meestezekerheid.Maak cd’s van goede kwaliteit:- Maak eerst een image van de cd-rom opde lokale harde schijf van de computer uitgerustmet de cd-brander. Brand geen cd’sover een netwerkverbinding.- Zorg voor voldoende vri<strong>je</strong> geheugen- enschijfruimte. Sluit andere computerprogramma’s(o.a. viruscontrole en schermbeveiliging)af.- Pas de schrijfmethode disk-at-once (‘cdineens’)toe.- Maak geen multisessie cd’s en sluit de cdonmiddellijk af.- Gebruik voor de moeder- en veiligheidskopieblanco cd’s van verschillende merken.- Gebruik cd’s van 650 MB en plaats maximaal630 MB op de schijf (geen ‘overburn’toepassen).Pas de officiële standaard ISO-9660 level 1of level 2 toe:- Mapnamen mogen niet meer dan 31karakters bevatten, bestandsnamen 8 (level1) of 30 (level 2).- Gebruik enkel de karakters A-Z, 0-9,_ .- Maak niet meer dan 8 niveaus.- Maak geen gebruik van de Joliet (Windows)of Rock Ridge (Unix) uitbreidingen.Pas de officiële standaard ISO-10149 toe:kies ‘cd mode 1’.Filip Boudrez is consulent wetenschappelijk werkStadsarchief AntwerpenOp de website van het onderzoekspro<strong>je</strong>ct DAVID is meer informatie beschikbaar: http://www.antwerpen.be/david. DAVID(‘Digitale Archivering in Vlaamse Instellingen en Diensten’) is het eerste Vlaamse onderzoekspro<strong>je</strong>ct over <strong>digitale</strong> archivering.Met de reeks Digitaal ArchiVeren: rIchtlijn & aDvies probeert het pro<strong>je</strong>ct te beantwoorden aan concrete vrageninzake digitaal documentbeheer. Op de website is ook praktische informatie beschikbaar over het digitaal archiverenvan het kiezersregister, het bevolkingsregister, e-mails, websites en GIS. Het pro<strong>je</strong>ct plant tegen eind 2003 een vademecumvoor <strong>digitale</strong> archivering.1-15 april 2003 LOKAAL 19


managementGelukkige werknemers zijngemotiveerde werknemersEen mensvriendelijk personeelsbeleid houdt niet in dat de werkgevermoet ingaan op gelijk welke vraag van de werknemers. Het gaat er nietom onbezonnen cadeaus uit te delen in een het-kan-niet-op sfeer. Eenmensvriendelijk personeelsbeleid zoekt naar een evenwicht tussenrechten en plichten van werknemer en werkgever. Dat is de opdracht,ook voor lokale besturen.Klein of groot bedrijf, profit of social profit,elke organisatie kan werk maken vaneen harmonischer combinatie van arbeid,zorg, gezin en vri<strong>je</strong> tijd, rekening houdendmet gelijke kansen voor mannen en vrouwenop de werkvloer. De eisen van de organisatieen de wensen van de medewerkersvoortdurend op elkaar afstemmen is nietgemakkelijk. Nochtans kan een werkgever– en dus ook een lokaal bestuur – er alleenmaar bij winnen. Gelukkige werknemerszijn betrokken werknemers, gemotiveerdom hard en goed te werken.WedstrijdVoor de derde keer organiseert Vlaamsminister Vogels de wedstrijd MensvriendelijkBedrijf. Ook lokale besturen kunnendeelnemen. Lokaal ging een kijk<strong>je</strong>nemen bij de Stad Gent, in 2002 nog genomineerdals laureaat openbare besturen.Een goed begin van een mensvriendelijkpersoneelsbeleid is meestal een uitgeschrevenmissie, met vastgelegde principesen waarden, met vastgelegde verantwoordelijkhedenook. De Stad Gentformuleert haar (toekomst)visie als volgt:door Ann Lobijn‘Een administratie die een open, toegankelijkeen succesvolle organisatie is diemensen rekruteert en behoudt die zeer verscheidenen getalenteerd zijn, goed presterenen elkaar helpen ontwikkelen. Eenadministratie die luistert naar en rekeninghoudt met de inbreng van alle groepen inde samenleving bij het formuleren van haarbeleid. Ter ondersteuning van deze visiewordt binnen de stad een cultuur gecreëerddie diversiteit valoriseert. Deze cultuurbepaalt de stijl en aanpak van de stadsambtenaren.Vanuit deze visie moet eveneensactie ondernomen worden om te verzekerendat mensen, van wie de talentenmogelijk niet optimaal benut zijn om welkereden dan ook, aangemoedigd worden enelke kans krijgen om volledig mee te werken.Om dit te kunnen realiseren wordtuiteraard rekening gehouden met verschillendesamenlevingsvormen en met decombinatie arbeid-gezin.’De dienst veranderingsbeleid van de stadvoert om de twee jaar een wetenschappelijkonderbouwde tevredenheidsenquête.Die resulteert in actieplannen om ook ophet niveau van de diverse diensten tegemoetEen mensvriendelijk personeelsbeleid heeft in de eerste plaatste maken met welzijn op het werk en aandacht voorgezondheidsondersteuning, stressbestrijding, veiligheid en preventie.te komen aan de grieven van het personeel.Onderdelen van de enquête zijn: werkomgeving,publieksvriendelijkheid, veranderingenin organisatie en personeelsbeleid,informatie en communicatie, veranderingenen verbeteringen voor efficiënter werken.De enquête per dienst laat toe de resultatenterug te koppelen naar de dienstchef.Gezondheid en welzijnEen mensvriendelijk personeelsbeleidheeft in de eerste plaats te maken met welzijnop het werk en aandacht voor gezondheidsondersteuning,stressbestrijding, veiligheiden preventie. Personeelsleden vande Stad Gent kunnen een beroep doen opde afdeling Welzijn van de interne dienstPreventie, onder meer voor:- opvang en ondersteunende gesprekkenbij de verwerking van een ernstige diagnose,een complexe gezondheidsproblematiekin het gezin, depressie en traumatischeervaringen;- zoeken naar de geschikte vorm van eerstelijnszorgof het inschakelen van gespecialiseerdehulpverlening;- hulpverlening bij alcoholmisbruik;- financiële hulpverlening;- een permanent aanbod van themafoldersrond gezondheidszorg.Verder organiseert deze dienst rookstopcursussenen lunchgesprekken rond gezondheidsvoorlichtingen -opvoeding.Voor personeelsleden die om medischeredenen hun taak niet meer kunnen uitoefenenis er een procedure uitgewerkt om inoverleg met de arbeidsgeneesheer te zoekennaar een passende functie. Indiennodig zorgt de dienst loopbaanbegeleidingniet alleen voor een intensief vormingsprogrammamaar ook voor een stageplaatswaar de nieuwe kennis en vaardighedenworden uitgetest. De afdeling Welzijn vande interne dienst Preventie begeleidt ookmensen die kiezen voor een vervroegde uittredingof voor wie geen passende functiebinnen de stad gevonden wordt.ArbeidsorganisatieDe combinatie gezin, arbeid en vri<strong>je</strong> tijdversoepelen kan door een flexibeler werkorganisatie.Dit is onder meer mogelijk intijd (met bijvoorbeeld deeltijds werk, glij-20 LOKAAL 1-15 april 2003


dende werkuren) en plaats (door bijvoorbeeldtelewerk).Rekening houdend met woon-werkverkeeren de opvang van kinderen koos de StadGent voor gunstige stamtijden: in de voormiddagvan 9 uur tot 11.30 uur en in denamiddag van 14 tot 16 uur. Voor de personeelsledendie door hun functie niet van deglijdende uurregeling genieten, werd eencompenserende regeling uitgewerkt.Dit artikel is gebaseerd op teksten uit (Gids)Kwaliteit van werk, kwaliteit van leven. Eenpraktische handleiding voor een mensvriendelijkerbedrijf, uitgave van de Vlaamseminister van Welzijn, Gezondheid en GelijkeKansen. Brochure te verkrijgen bij Gelijke Kansenin Vlaanderen, tel. 02/533.58.46 ofgelijkekansen@vlaanderen.beAnn Lobijn is stafmedewerker kinderopvang engelijke kansenVier vragen voor Marina Hoornaert, Gents schepen voor personeelsbeleidWaarom stelde de Stad Gent zich kandidaat voor de wedstrijd Mensvriendelijk Bedrijf 2002?Marina Hoornaert: ‘Deelnemen aan de wedstrijd was een gelegenheid om eens een inventaris op te maken van alle regelingendie bestaan en die kunnen kaderen binnen een emancipatorisch beleid. De regelingen waren immers meestal nietvanuit de invalshoek mensvriendelijkheid ingevoerd. De meeste personeelsleden waren zich ook niet altijd bewust vande vele mogelijkheden die de stad als werkgever biedt. Wie weinig ervaring had met andere werkgevers beschouwde demogelijkheden bij de stad als vanzelfsprekend en besefte niet dat de meeste bedrijven, zowel in de privé- als de openbaresector, nog een lange weg af te leggen hebben.’‘De deelname was ook een signaal dat <strong>je</strong> als bestuur mensvriendelijkheid ernstig neemt, dat <strong>je</strong> achter de principes vandiversiteit en gelijke kansen staat en daarop beoordeeld wenst te worden.’Waarom verdiende de Stad Gent deze nominatie?Marina Hoornaert: ‘Omwille van de vele combinatiemogelijkheden arbeid en gezin, het actieve diversiteitsbeleid, deconstante aandacht voor interne communicatie, de ernst waarmee het sociaal overleg gevoerd wordt en de kansen onderandere via opleiding en doorstroming.’Wat heeft de nominatie als een van de mensvriendelijkste bedrijven de Stad Gent opgeleverd?Marina Hoornaert: ‘Ze is belangrijk voor het imago van de Stad als werkgever. Het zorgt voor een aantal spontane sollicitatieswaardoor de kans groter wordt gemotiveerde kandidaten te vinden die passen binnen de organisatiecultuur.Voor onze personeelsleden versterkt het nog eens hun fierheid om bij een toonaangevende werkgever te werken die opallerlei terreinen prijzen wegkaapt. Voor mij als schepen betekent deze nominatie dat de vertrouwenssfeer, als basis voornieuwe initiatieven, hersteld is. Het oordeel van de jury was immers niet enkel gebaseerd op de gegevens van het dossiermaar ook op gesprekken met personeelsleden en met de drie vakbonden.’Wat kan andere lokale besturen motiveren om zich kandidaat te stellen? Welke tips kunt u andere lokale besturen geven?Marina Hoornaert: ‘Zorgen voor een duidelijke visie en concrete maatregelen die een samenhangend geheel vormen endie kaderen binnen deze visie.’Kwaliteit van werk, kwaliteit van levenZet uw onderneming in de kijker!Neem deel aan de wedstrijd Mensvriendelijk bedrijf 2003Oproep aan personeelsverantwoordelijkenHeeft uw organisatie aandacht voor de combinatievan arbeid, gezin, zorg en vri<strong>je</strong> tijd?Maakt u mee werk van gelijke kansen voormannen en vrouwen en van een evenwichtigereverhouding tussen werktijd en vri<strong>je</strong> tijd?Neem dan deel aan de wedstrijdMensvriendelijk bedrijf 2003. En win eencorporate advertentie in Vacature.com vooruw bedrijf en een deelname aan een buitenlandscongres van HR Square voor uzelf.Einde juni 2003 worden zes laureatenbekendgemaakt binnen de categorieën profiten social profit; 5-50 werknemers; 51-250werknemers en meer dan 250 werknemers.Eén van deze zes laureaten treedt als winnaarin de voetsporen vanDu Pont de Nemours -Mensvriendelijk bedrijf 2001enBorealis Polymers -Mensvriendelijk bedrijf 2002.Uiterste datum voor deelname: 28 april 2003.Het volledige wedstrijdreglement en deelnemingsformuliervindt u opwww.gelijkekansen.be, www.hrsquare.be enwww.vacature.com.Geef uw personeel de kans om deelte nemen aan de Werknemersscore ennomineer samen met de werknemers vanuw organisatie een Trendsetter met betrekkingtot de combinatie werk en gezin.U kan de informatiefolder met betrekkingtot dit initiatief aanvragen bijgelijkekansen@vlaanderen.be.NieuwInformatie van deVlaamse overheid1-15 april 2003 LOKAAL 21


omgevingGevraagd: een krachtiglokaal woonbeleidIn Lokaal nr 4 riep Pascal De Decker de gemeenten op meer aandachtte hebben voor lokaal woonbeleid. Er blijft immers een schrijnendtekort aan sociale huurwoningen in Vlaanderen. Bovendien is de kwaliteitvan de particuliere woningsector, en dan vooral de particuliereverhuursector, bedroevend laag. Huisvesting en wonen zou dus eenprioriteit moeten zijn in de gemeente.Het is niet zo dat er op dit moment nietsgebeurt op het vlak van huisvesting.Vooral de grote steden hebben hun woonbeleidvaak goed uitgebouwd. In middelgroteen kleine gemeenten is dit minderhet geval en worden vaak maar delen vanhet woonbeleid opgepakt. Veel gemeentendoen ‘iets’ rond wonen, maar eentotaalvisie ontbreekt. Dat is jammer, wanthet is hard nodig.Een reden waarom huisvesting laag op deagenda staat haalt Pascal De Decker inzijn artikel zelf al aan: gemeenten hebbengewoonweg de middelen niet om hetwoonbeleid goed in de verf te zetten. Indeze bijdrage willen we echter laten ziendat een gemeente ondanks de beperktemiddelen wel degelijk stappen kan zettenom een lokaal woonbeleid uit te bouwen.Daar wint zowel de bewoner als de ruimtebij. In dit nummer staat het algemenelokale woonbeleid centraal. In de volgendenummers van Lokaal besteden we aandachtaan de relatie wonen en welzijn enbespreken we de praktijk van het lokalewoonbeleid (ervaringen, knelpunten en‘goede aanpak’).Het lokale woonbeleidLokaal woonbeleid gaat van mee zorg dragenvoor voldoende woningen voor alleinwoners tot kwaliteitsbewaking van dewoningvoorraad. Niet alleen zorgt de gemeentedat er via de ruimtelijke ordeningvoldoende bouwgrond beschikbaar is,maar ook dat die daadwerkelijk op de marktkomt, bijvoorbeeld via een heffing op onbebouwdepercelen. Een knelpunt nu is immersvaak dat er wel gronden aan een uitgerusteweg liggen, maar dat die om speculatieveredenen niet te koop zijn. Voorminder kapitaalkrachtige groepen draagtGemiddeld zijn nog geen 7% van de woningen in Vlaanderensociale huurwoningen, terwijl de wachtlijsten lang zijn.door Xavier Buijsde gemeente een belangrijke medeverantwoordelijkheidin de zorg voor een goedaanbod van sociale bouwkavels, koop- enhuurwoningen. Vooral het aanbod aansociale huurwoningen zorgt nog wel eensvoor problemen. Gemiddeld zijn nog geen7% van de woningen in Vlaanderen socialehuurwoningen, terwijl de wachtlijsten langzijn. Er zijn nog steeds gemeenten zondersociale huurwoningen. De gemeente kande sociale woningvoorraad echter nietalleen realiseren en hoeft dat ook niet tedoen. Diverse andere organisaties, in deeerste plaats de sociale bouwmaatschappi<strong>je</strong>nen het OCMW, zijn belangrijke partners.Ook kwaliteit van de woningvoorraad is eenbelangrijk aandachtspunt voor gemeenten.Natuurlijk moet de burgemeester bij vergaandeverkrotting via de onbewoonbaarenongeschiktheidsverklaring een oplossingvinden. Ook moet het lokale bestuurvoorkomen dat de kwaliteit van de woningvoorraaddaalt, bijvoorbeeld via promotievoor Vlaamse en provinciale premies. Totslot kan het een goede woonomgeving stimulerenvia de bestemmingsplannen. Ookop het kwalitatieve vlak hangt het woonbeleiddus nauw samen met ruimtelijke ordeningen welzijn.Op drie sporen kan een gemeente concreteaanzetten maken om een lokaal woonbeleidvorm te geven: door een woonplan teschrijven, een woonoverleg te starten engoede dienstverlening te bieden.Een woonplan schrijvenGeen beleid zonder dat op papier de prioriteitenworden vastgelegd. Voor huisvestingkunnen we met een zwaar woord van een‘woonplan’ spreken, maar dat mag zekerniet afschrikken. Waar het om gaat is voorafeen aantal heldere beleidsdoelstellingenen een fasering te formuleren aan de handvan een visie. Voorbeelden van dergelijkedoelstellingen zijn ‘het sociale huurpatrimoniummet 20 woningen per jaar uitbreiden’,‘het sociale huurpatrimonium in vierjaar tot het Vlaamse gemiddelde verhogen’of ‘bijzondere gebieden afbakenen waar hetvoorkooprecht geldt’. Basisgegevens omeen dergelijk woonplan te formuleren zijnvaak te halen uit andere gemeentelijkeplannen, zoals het gemeentelijk ruimtelijkstructuurplan. De provincies maken bovendienper gemeente ‘woondossiers’ op. Zijleveren al een groot deel van het basismateriaal.Ook deelnemers aan het woonoverlegkunnen de gemeente een schat aan informatiebezorgen. Het zal bovendien hunbetrokkenheid bij de latere uitvoering vanhet plan vergroten.Een woonoverleg startenOverleg met andere parti<strong>je</strong>n is uiteraardeen voorwaarde om tot een succesvolwoonbeleid te komen. De expertise en22 LOKAAL 1-15 april 2003


evoegdheden liggen er immers zeer verspreid.In de Vlaamse Wooncode krijgt degemeente een coördinerende taak in devorm van de organisatie van het lokalewoonoverleg. Dit is een minimale taak,waarvan de bedoeling natuurlijk ook isdat gemeenten ze echt opnemen. In hetkerntakendebat stond de VVSG op hetstandpunt dat alleen de gemeente dit kandoen, een andere organisatie of een anderoverheidsniveau (provincie, bouwmaatschappijof woonwinkel) kan dit niet. Ditschept natuurlijk wel verantwoordelijkhedenvoor de lokale besturen. Hetwoonoverleg heeft in se twee doelstellingen.Enerzijds zijn er praktische afsprakennodig bij concrete sociale woonpro<strong>je</strong>cten.Anderzijds kan het een bijdrageleveren aan het uittekenen van een visieop het woonbeleid. Het woonoverleg kanklein starten met alleen vertegenwoordigersvan de bouwmaatschappij, hetOCMW en de gemeente over een beperktaantal concrete thema’s. Ad hoc kunnengroepen worden uitgenodigd om meer teweten te komen over bepaalde aspectenvan het woonbeleid in de gemeente. Ineen later stadium kan het woonoverlegdan verder groeien door de doelstellingenLokaal woonbeleid omvat een breed spectrum:van mee zorg dragen voor voldoende woningentot kwaliteitsbewaking van de woningvoorraad.uit te breiden en het overleg te verruimenmet bijkomende partners zoals welzijnsorganisaties,sociale verhuurkantoren enhuurdersbonden.Goede dienstverleningInwoners komen met allerlei vragen overwonen naar de gemeente. Ze vragen bijvoorbeeldnaar Vlaamse of provincialepremies bij aankoop of renovatie van eenwoning of wensen informatie over de stedenbouwkundigevergunning. Degemeente weet soms niet op alle vrageneen antwoord. Dat hoeft ook niet altijd.Ze kan immers doorverwijzen naar andereinstanties, zoals huurdersbonden.Belangrijk is wel dat de inwoners met alhun vragen over wonen bij de gemeenteterecht kunnen. De wijze waarop die voorde antwoorden zorgt, via een specifiekehuisvestingsambtenaar, via afzonderlijkediensten of een doorverwijzing naar hetjuiste adres, is daarbij van ondergeschiktbelang en sterk afhankelijk van de plaatselijkecultuur, behoeften en middelen.Actieve voorlichting vanuit de gemeenteover alle aspecten van huisvesting enwonen via de lokale informatiekanalen iseen volgende stap.Voor de toekomstHet is duidelijk dat gemeenten op ditmoment te weinig financiële middelenhebben om het lokale woonbeleid in allefacetten stevig uit te werken. De VlaamseWooncode biedt dus wel de instrumenten,maar er zijn onvoldoende middelenom die ook daadwerkelijk te gebruiken.Dit is de grote frustratie van veel gemeenten.De VVSG pleit daarom voor meermiddelen voor gemeentelijk woonbeleid.Daartoe zouden de Vlaamse overheid ende gemeente bijvoorbeeld een woonconvenantkunnen afsluiten. De gemeenteengageert zich dan om tot bepaalde resultatenop het vlak van huisvesting tekomen. De Vlaamse overheid geeft in ruileen financiële tegemoetkoming. De wijzewaarop de gemeente haar engagementrealiseert, is van ondergeschikt belang.Zo zou de aanstelling van een eigen huisvestingsambtenaarniet moeten wordengesubsidieerd. Het is immers maar eenmiddel om tot een goed woonbeleid tekomen, geen doel op zich. Gemeentenkunnen zelf uitmaken hoe ze de resultatenwaartoe zij zich hebben geëngageerdin het woonconvenant denken te bereiken.Een woonconvenant kan middelenbieden op maat van de gemeente. Hetbestaat echter nog niet.Daarnaast hebben de gemeenten verdereondersteuning nodig. Volgens de VVSGzou een Steunpunt Lokaal Woonbeleiddaarvoor zijn nut bewijzen. Het moet zichrichten op sensibilisering, deskundigheidsbevordering,advisering en netwerkvorming.Het moet zich dan ookfysiek dicht bij de gemeenten bevinden.Tegelijkertijd is het belangrijk dat de knelpuntendie het lokale niveau ondervindt,meer dan nu op de agenda van de Vlaamseoverheid worden gebracht. Vandaar dateen centrale, Vlaamse aansturing van zo’nSteunpunt wenselijk wordt geacht, vergelijkbaarmet de organisatie van deVlaamse Wooninspectie op dit moment.Ook daar werken een aantal Vlaamseambtenaren in de buitendiensten, maarzij worden centraal aangestuurd.Onafhankelijk van deze wensen voor detoekomst kunnen gemeenten ook nu alstap<strong>je</strong>s en stappen zetten om het lokalewoonbeleid samen met andere partnersvorm te geven.Xavier Buijs is VVSG-stafmedewerker ruimtelijkeordening & huisvestingWenst u met lokaal woonbeleid te beginnen, maar hebtu een praktische handleiding nodig waarin alles op eenrijt<strong>je</strong> staat?Bestel dan de handige pocket Draaiboek Lokaal Woonbeleid(Bauwens, M., G. Dekeyser, J. Eeckhout), 2000, 112 p,via www.politeia.be.De afdeling Woonbeleid van de Vlaamse gemeenschapstelt momenteel in samenwerking met de VVSG enandere partners een ‘handleiding lokaal woonbeleid’op. Onder meer die van het woonplan is al klaar.U kunt de brochure gratis downloaden via www.vvsg.be,klikken op ‘omgevingsbeleid’ en ‘publicaties’.1-15 april 2003 LOKAAL 23


netwerkVorming & OpleidingInfonamiddag over brownfields op 2 en 24 aprilUw gemeente heeft reeds heel wat geïnvesteerd in milieuzorg, maar u hebt weetvan gronden die mogelijk te kampen hebben met bodemverontreiniging en waarvande ontwikkeling niet zo maar voor de hand ligt: een brownfield. Gemeentenzien zich bij brownfields geconfronteerd met specifieke milieuproblemen waarvoorniet langer eenvoudige oplossingen te vinden zijn. Er is sprake van een complexeprobleemsituatie waarbij meerdere parti<strong>je</strong>n en meerdere instrumentenbetrokken zijn.AMINAL en OVAM hebben samen een pro<strong>je</strong>ct opgezet om de gemeenten daarininhoudelijk en financieel te ondersteunen met een gebiedsgerichte en integrerendemilieustrategie. Deze aanpak is een oplossing waar andere milieu-instrumententekortschieten. Om mandatarissen en ambtenaren ruimtelijke ordening en milieute informeren over de mogelijkheden en instrumenten waarover de gemeentenbeschikken om brownfields aan te pakken, organiseert de VVSG in samenwerkingmet de OVAM twee informatienamiddagen.Waar en wanneerTelkens van 13u tot 16u30De Pinte:woensdag 2 april, OC Polderbos,Polderbos 20, De PinteDiest:donderdag 24 april, CC Begijnhof,Kerkstraat 4, DiestInfowww.vvsg.be (knop vorming /VVSG-Congrescentrum)Collectieve cultuurmarketingOp 8 januari 2003 organiseerde CultuurNetVlaanderen een studiereis ‘collectieve cultuurmarketing’naar Rotterdam. Deze studiereis wouVlaamse steden inspireren en vooral de praktijklaten spreken. Met een maximaal aantal deelnemersen bevlogen discussies met de topmensenvan o.a. Rotterdam Festivals en het AmsterdamsUit Buro was deze eerste studiereis alvast een grootsucces. Het complete verslag is beschikbaar viawww.cultuurnet.be: de interventies van de sprekers, depresentaties die werden gegeven, de coördinatenvan deelnemers en sprekers, en handige links naarde verschillende pro<strong>je</strong>cten.Vanaf 22 april: zes regionale ondersteuningspunten kinderopvangvoorzieningenNet als vorig jaar organiseert de VVSG voor iedereen betrokken bij kinderopvang én kwaliteitszorg regionale ondersteuningspuntenkwaliteitszorg voor kinderopvangvoorzieningen. Binnen deze ondersteuningspunten komen de verschillendeonderdelen van het kwaliteitshandboek van elke kinderopvangvoorziening aan bod. Nieuw is dat telkens deklemtoon zal komen te liggen op een specifieke kinderopvangvoorziening. Bij voorkeur kan u dus aansluiten bij eenregionaal ondersteuningspunt waarvan de klemtoon ligt op uw opvangvoorziening.Een cyclus regionale ondersteuningspunten omvat zes sessies. Deze vinden plaats telkens van 9u tot 16u. De ondersteuningspuntenworden begeleid door Lieve Van den Fonteyne, VVSG-pro<strong>je</strong>ctmedewerker en ervaringsdeskundigekwaliteitszorg.InfoData, plaatsen, prijzen en inschrijvingsformulier op www.vvsg.be of aanvragen bij Johanna De Clippel, tel. 02/233.31.01 ofLieve Van den Fonteyne, tel. 02/235.12.13.Affligem, 23 april: V-ICT-OR shopt ITOp 23 april gaat de eerste kennisdag van V-ICT-OR vzw door onder de noemer: ‘V-ICT-OR SHOPT IT’. We brengen eenhele dag boordevol workshops en seminaries rond praktische en nuttige IT-kennis en technologie voor IT-ers uitgemeente, OCMW en politiezone. Er is zeker en vast veel aandacht voor ‘vri<strong>je</strong> software’ met info over Linux, Openoffice,maar ook voor beveiliging, consolidatie, intranet, XML, .NET...De plaats is vrij centraal gelegen (De Montil in Affligem). Voor leden van V-ICT-OR vzw biedt de kennisdag in ieder gevalde mogelijkheid om tegen een gunstprijs op snelle wijze veel concrete informatie op te doen én om tussen de sessiesdoor informeel overleg te kunnen voeren met collega’s uit andere besturen.InfoHet volledig programma en inschrijven via www.v-ict-or.be.24 en 30 april: Infosessies Lokaal ErfgoedbeleidDe zorg voor het cultureel erfgoed komt in al zijn diversiteit hoog op de agenda te staan van lokale besturen. Daaromorganiseert de VVSG in samenwerking met de bevoegde Vlaamse administratie en Steunpunten een studiedag overlokaal erfgoedbeleid. De studiedag reikt informatie aan om lokaal met erfgoed aan de slag te gaan. Er is daarbij zowelaandacht voor monumenten-, landschaps- en archeologiezorg als voor erfgoedconvenants, museum- en archiefwerking,volkscultuur en lokaal cultuurbeleid. De studiedag richt zich tot de brede groep van mandatarissen en ambtenarendie op lokaal niveau betrokken zijn bij de zorg voor het cultureel erfgoed. Vanuit een inspirerende visie over de lokalecontext voor erfgoedbeleid surfen we met de deelnemers door de regelgeving voor het onroerend en het roerend erfgoednaar de praktijk. Die praktijkverhalen belichten diverse invalshoeken en benaderingen om het lokaal erfgoedbeleiddynamisch en creatief in te vullen.De sessies vinden plaats op 24 april in CC De Spil te Roeselare en op 30 april in het CC Het Loo te Tessenderlo, telkensvan 9u tot 13u.InfoEen infofolder met inschrijvingsstrook is beschikbaar op www.vvsg.be en is aan alle gemeente- en ocmw-besturen bezorgd.Urban planning in AmsterdamUrban Planning 2003 vindt plaats van 15 tot 17 april en dit in Amsterdam RAI. Urban Planning 2003 is het evenementdat de verschillende fases en aspecten van de inrichting van de stedelijke omgeving en openbare ruimte op beleidsniveauaan bod laat komen. Het bestaat uit de volgende drie deelevenementen: Urban Design (het ontwerp en de veiligheidvan het straatbeeld), Urban Infrastructure (de uitvoering en het onderhoud op infrastructureel niveau) enUrban Seminar (seminar over de afstemming van stedelijke vernieuwing in de planningsfase).Infowww.urban-planning.nlNieuwsKapelle-op-den-Bos genomineerdals gelijkekansengemeenteHet gemeentebestuur van Kapelle-op-den-Boskoos bij het begin van de legislatuur voor een gelijkekansenbeleid.Zo wordt in ieder beleidsdomeinoptimaal aandacht besteed aan het gelijkekansenprincipeen dit voor diverse doelgroepen (mindermobiele mensen, holebi’s, andersvaliden, kansarmen).Met het initiatief ‘sociale toelagen voor basisrechtenvoor de laagste inkomensgroepen’ kreegKapelle-op-den-Bos van de provincie Vlaams-Brabant een nominatie als gelijkekansengemeente.Dit initiatief werd uitgewerkt in een gemeentelijkreglement waardoor alle inwoners die benedeneen bepaalde inkomensgrens gesitueerd zijn, vanuitde gemeente een gedeeltelijke terugbetalingkrijgen van hun kosten voor elektriciteits-, waterengasverbruik voor een totaal bedrag van 105 euro(35 euro voor elektriciteit, 35 euro voor water, 35euro voor gas). Een tweede belangrijk pro<strong>je</strong>ct in ditkader heeft betrekking op de gemeentelijke toelageaan andersvaliden. Het gaat hier om een reglementeringwaarbij iedere andersvalide (ongeachtzijn inkomen) via een toelage gecompenseerdwordt voor de ongemakken waarmee hij of zij inonze maatschappij geconfronteerd wordt.Info over beide reglementen: Kapelle-op-den-Bos,Dienst Burger- en Welzijnszaken, tel. 015/71.32.71PKF, Walkiers & C°Public Sector -CPC 862, 865, 866Controle, boekhouding, bedrijfsadvisering,interne audit, vzw, btw, aanverwante dienstenPotvlietlaan 6, 2600 Antwerpentel. 03/235.66.66, fax 03/235.22.22,e-mail: er@pkf.be • www.pkf.be • www.walkiers.be26 LOKAAL 1-15 april 2003


OproepCampagne Esperanza:vluchtelingen met een eigen verhaalNaar aanleiding van de federale verkiezingen van 18 mei 2003 verspreidthet Overlegcentrum Integratie Vluchtelingen (OCIV) informatieen vraagt het begrip voor de situatie van vluchtelingen.Samen met Vaka/Hand in Hand, Wereldsolidariteit, Caritas IH en11.11.11 voert het daarom vanaf eind maart campagne onder hetmotto ‘Esperanza’ (Hoop). Vluchtelingen en migranten staan centraal,maar wel elk met hun eigen verhaal.Greet Habraken, OCIV, tel. 02/274.00.24 of greet@ociv.orgWie wil onze containers overnemen?De gemeente Zoersel voerde onlangs actie om het composteren tepromoten. Als burgers hun GFT-container inleverden, kregen zein ruil een compostvat. Bovendien krijgen ze dan ook 50% kortingop de huisvuilbelasting. De actie werd een echt succes. In eenmaand tijd werden er ongeveer 1000 GFT-containers ingeleverd.Een echte overrompeling dus. Nu zitten we echter met een massaongebruikte containers. Zijn er soms geïnteresseerde gemeentendie een deel van deze containers willen overnemen tegen een voordeligeprijs? Het betreft groene GFT-containers van 80 liter.Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Kris Ryckaert,tel. 03/380.13.46 of leefmilieu@zoersel.be.Laureaat ondernemende gemeente 2003Na een eerste succesvolle editie in 2002 bekronen UNIZO en deVVSG opnieuw de ‘Laureaat Ondernemende Gemeente’. Dezetitel wordt jaarlijks toegekend aan vijf provinciale en éénVlaamse laureaat voor een gemeentelijk pro<strong>je</strong>ct dat op een bijzonderemanier de lokale economie stimuleert en een inspirerendvoorbeeld is voor een actief, duurzaam en concreetgemeentelijk economisch beleid.De prijsuitreiking vindt plaats in oktober 2003 tijdens een grootsevenement met ruime mediabelangstelling. Bovendien wordende genomineerde pro<strong>je</strong>cten uitgebreid toegelicht in de brochure‘Laureaat Ondernemende Gemeente’ die verspreid wordt viaLokaal en ZO-magazine, het ledenblad van UNIZO.Gemeenten die met hun pro<strong>je</strong>ct willen deelnemen kunnen zichkandidaat stellen tot 30 juni via het kandidaatsdossier dat in bijlagebij de katern van deze Lokaal werd opgenomen. Een onafhankelijkeexpertjury, samengesteld door UNIZO en de VVSG,zal dan uit de genomineerde initiatieven vijf provinciale en éénVlaamse laureaat selecteren.Het kandidaatsdossier en nuttige info vindt u op www.unizo.be.De brochure ‘laureaat ondernemende gemeente 2002’ kan ubestellen via UNIZO-Vorming, Spastraat 8, 1000 Brussel,ondernemende.gemeente@unizo.be.Kost het beheer van uw foto’s en documenten u ook zoveel tijd en energie?Publiactief biedt u de betaalbare oplossing!Wordt u ook overspoeld met <strong>digitale</strong> foto’s, gescande documenten, Word, Excel, PowerPoint, enz…dan dringt een goed gestructureerd digitaal archief zich op. Publiactief kan, door zijn jarenlangeervaring, u hierbij helpen. Geïnteresseerd? Contacteer ons op 09/265.85.76 of info@publiactief.bePubliactief ªb.v.b.a.Automated PublicationsDIGITAAL ARCHIEF1-15 april 2003 LOKAAL 27


netwerkPublicatiesCodex Kinderopvang: nieuwe bijwerkingDe sector van de kinderopvang is een veld in beweging, de wetgevingrond dit onderwerp verandert dan ook voortdurend. De Codex Kinderopvangvolgt deze veranderingen op de voet. Met vier updates per jaarkan men steeds terugvallen op volledige en correcteinformatie. De Codex Kinderopvang bundeltde wetgeving voor àlle vormen van kinderopvang,met verwijzing naar mededelingen enregelgevende rondzendbrieven van Kind enGezin, en groepeert deze overzichtelijk perthema. Modeldocumenten en -aanvraagformulieren(o.a. voor financiële ondersteuning of voorde verklaring van kinderdagverblijven inzakekwaliteitszorg) vormen een handige aanvullingbij de wetgeving. De recente bijwerking van de Codex Kinderopvangbevat onder andere aanbevelingen over brandveiligheid, toelichtingen bijde kwaliteitscontrole bij de inclusieve opvang, een verduidelijking bij denieuwe regeling voor de afgifte van een getuigschrift van goed zedelijkgedrag (met modelformulier), de geïndexeerde subsidiebedragen voor2003 enzovoort.www.politeia.be of tel. 02/289.26.10Tante Mariette en haar fiets -Handboek overheids- en verenigingencommunicatieOnlangs rolde de eerst Vlaamse publicatie over overheidscommunicatievan de persen. Tante Mariette en haar fiets is een basiswerk voor alle communicatiemedewerkersvan non-profit organisaties. (een overheidsinstelling,een dienstencentrum, een vereniging): informatieambtenaren,PR-verantwoordelijken, stafmedewerkerscommunicatie, maar ook de communicatiestudent,de welzijnswerker en demarketeer vinden er handige tips in vooreen doeltreffende overheids- en verenigingencommunicatie.Uitgangspunt van dit boek is de zoektochtnaar succesvol communiceren met weinigmiddelen.Auteur Eric Goubin is verbonden aan deKatholieke Hogeschool van Mechelen waarhij de onderzoeksgroep Memori leidt. Hij isruim 15 jaar actief op het vlak van non-profitcommunicatie.Het boek doorloopt de verschillende thema’s waar een communicatiemedewerkermee te maken heeft: communicatiebeleid, de organisatie van decommunicatiewerking, marktonderzoek, corporate communicatie, internecommunicatie, communicatiecampagnes, het media-instrumentarium,moeilijk bereikbare doelgroepen, crisiscommunicatie, sponsoring.In een volgend nummer van Lokaal verschijnt een uitgebreide boekbespreking.Het boek telt 300 bladzijden, kost 34 euro en kan worden besteld bijUitgeverij Vanden Broele in Brugge, tel. 050/64 28 00 ofwww.uitgeverij.vandenbroele.beFRISOMAT1/4 HZWTwee nieuwe publicaties ruimtelijke ordeningEind 2002 verschenen twee publicaties in de reeks Ruimtelijke ordeningen Stedenbouw bij uitgeverij Die Keure.De publicatie Recente evoluties en knelpunten in de ruimtelijke ordening en stedenbouwlicht de recente aanpassingen en uitbreidingen van het decreet houdendede organisatie van de ruimtelijke ordening (DRO) toe. Het vormt een aanvullingop het bestaande handboek Het nieuwe decreet ruimtelijke ordening. Deinformatie is nuttig voor wie vragen heeft over de interpretatie van de artikelsvan het DRO. Interessant is bovendien dat vooraan in het boek eenaantal auteurs zich waagt aan een voorzichtige reflectie over hoe de structuurplannenen de uitvoeringsplannen in de praktijk vorm krijgen.Daarnaast verscheen ook de publicatie Behoorlijk ruimtelijk ordenen die dealgemene beginselen van behoorlijk bestuur beschrijft en ze toetst aan huntoepassingsmogelijkheden binnen de ruimtelijke ordening en stedenbouw.Verschillende auteurs bespreken achtereenvolgens belangrijkebeginselen: redelijkheid, zorgvuldigheid en belangenafweging, motivering,vertrouwen, rechtszekerheid, gelijkheid, evenredigheid en onpartijdigheid.Zij kunnen houvast bieden op vragen waar het DRO geen explicietantwoord op biedt. <strong>Hoe</strong>wel de mate van concrete toepassing op hetdomein van de ruimtelijke ordening sterk verschilt per beginsel, is het eengoede manier om meer te weten over deze algemene principes. Dat geldtzeker voor de niet-juristen onder ons: aan het begin van ieder hoofdstukwordt het beginsel nog eens duidelijk uitgelegd.Recente evoluties en knelpunten in de ruimtelijke ordening en de stedenbouw(1998-2002), B. Hubeau (red.), Die Keure, Brugge, 2002, 307 p.Behoorlijk ruimtelijk ordenen, Algemene beginselen van behoorlijk bestuur inde ruimtelijke ordening en de stedenbouw, B. Hubeau en P. Populier (eds.),Die Keure, Brugge, 2002, 240 p. Zie ook www.diekeure.be28 LOKAAL 1-15 april 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!