Symposium ‘ Ervaringsdeskundigheid’Week van de Psychiatrie, 30 maart 2009Het is en blijft een schitterend uitzicht vanaf de 11e verdiepingvan de Hogeschool Rotterdam. Het uitzicht lijkt symboolte staan voor wat het Basisberaad Rijnmond in dewereld zet: een wijds uitzicht op (schijnbaar) individueleproblemen. Hier vond op maandag 30 maart het symposiumplaats in het kader van de Week van de Psychiatrie. Een symposiumdat de Hogeschool Rotterdam, samen met het BasisberaadRijnmond en Bavo Europoort organiseerde.De Hogeschool Rotterdam faciliteerde debijeenkomst, Bavo Europoort leverde dedagvoorzitter. Het Basisberaad wasbehalve met de voorbereiding, waarinMarrig, en in mindere mate ondergetekende,een belangrijke rol speelde, ookpresent met het geven van lezingen, eensketch en workshops. Het voorstel vanondergetekende om ervaringsdeskundigheidals leidraad voor het symposium tenemen werd overgenomen.Astrid van Bruggen ging in haar lezingin op de vraag ‘Wat maakt je ervaringsdeskundig?’.Ze gaf helder het verschilweer tussen het hebben van ervaring,van ervaringskennis en van ervaringsdeskundigheiden vertelde over de ontwikkelingvan het HEE team.Angelique Meijlink maakte indruk methaar persoonlijke ervaringsverhaal. Zesprak duidelijk, had humor en het wasmooi te zien hoe zij het applaus kon ontvangen.Het toch vrij zware programma van vierlezingen waarmee het symposium aanving,werd verluchtigd door de sketchvan Marrig van de Werf met MaaikeKipp. De hilarische hulpvragen van declient werden versterkt door de wijzehoe droog en onschuldig Maaike deze rolspeelde. Naast humor gaf de sketch ookpijnlijk duidelijk wat dilemma’s weervoor hulpverleners, overigens kennelijkgeen eenvoudige rol voor de daadwerkelijkehulpverleners uit de zaal die zichbeschikbaar stelden.Vervolgens de lezing van Aart Pool, getiteldBelevingsgerichte zorg, waarin hijzich kritisch opstelde naar de zorg. Voorde standpunten die hij innam is hij, naareigen zeggen, in zijn professionele levenlange tijd verguisd. In zijn lezing gaf hijscherp weer dat de afstand tussen cliënten hulpverleners afhangt van de ruimtedie cliënten krijgen: wordt er een diagnoseop hen losgelaten of krijgen deverhalen van de mensen zelf de ruimte.Enkele steekwoorden die centraal staanin zijn pleidooi voor belevingsgerichtezorg zijn de waardigheid en identiteitvan mensen, gepastheid, gelijkwaardigheiden autonomie. Een prikkelend voorbeeldhiervan is dat hij stelt dat bij patiëntenbesprekingende patiënten aanwezigdienen te zijn. Daarnaast veegde hijde vloer aan met ‘evidence based’ verhalen,die volgens Pool niet bestaan maarvooral voorbeelden zijn van doorgeslagenbureaucratie.De lezing van Joke de Vries, over de ‘Professionaliteitvan het hart’ was eveneenskritisch over de reguliere hulpverlening.Cruciaal in de ontmoeting tussen hulpverleneren hulpvrager staat voor haarde kwaliteit van de relatie, en of hulpverlener‘op ervaringsniveau in relatie gaat’.Terecht geeft de Vries aan, dat een hulpverlenereerst de eigen wonden moettoelaten, beleven en helen, wil dezeanderen kunnen bijstaan. ‘Je moet detaal van het innerlijk spreken, door bij jeeigen ervaring stil te staan van hetgewond zijn. Iedereen is gewond, in hetklein en in het groot’. De spreker steldedat een hulpverlener die niet zelf deeigen wonden heeft geheeld, zelfsgewelddadig is, niet alleen naar de ervaringvan de cliënt, maar ook naar de[symposium][10]
eigen ervaring. Ook uitdagend was haarstelling dat een hulpverlener die deeigen wonden heeft geheeld, net zo ervaringsdeskundigis, als de cliënten diehij/zij bijstaat.Voor haar is derhalve de ervaring vanheling belangrijker is dan de letterlijke,fysieke, inhoudelijke ervaring van wat jehebt meegemaakt. Opvallend wastevens dat zij meende nog veel boosheidop te merken bij cliëntenorganisaties,als teken dat men nog niet geheeld is.Na de pauze volgde een keuze programma,waaronder de workshops die doorhet Basisberaad werden verzorgd. Zowerd er een workshop verzorgd doorMarrig van der Werf, Astrid van Bruggenen Andre Leetz met als titel: ‘Levenservaringbewust inzetten’. De beschrijvingvan de workshop in het kort: Iedereenbeschikt over eigen levenservaring.De vraag binnen de workshop waaropeen antwoord moet komen is: Kun je dieinzetten binnen je professie en watlevert dat dan op?Ondergetekende gaf een workshop metals titel: ‘Weten, weten en weten... ?!’ Eris een intellectueel weten, maar er zijnook andere lagen van weten. Ervaringsdeskundigheiden inleven zijn zulkelagen van weten. In deze workshop werdgekeken naar verschillende niveaus vanweten, die we (on)bewust hanteren. Eenworkshop in bewustzijn. De evaluatiesvan deze workshop gaven aan dat diewerd gewaardeerd; de eerste workshopwerd voor zover bekend niet geevalueerd.Helaas miste ik de afsluitende plenaire,door het napraten met enkeledeelnemers bij mijn workshop. De inleidingenalleen al smaakten Inhoudelijk alnaar meer.In hun lezingen gingen Pool en de Vriesweliswaar minder in op het thema vanervaringsdeskundigheid, maar zij gavenduidelijke aanzetten tot een andere,meer gelijkwaardige hulpverlening. Deafstandelijke professionele houding vanhulpverleners naar hun clienten werdkritisch ter discussie gesteld. Misschieneen goed onderwerp voor een volgendsymposium?Sylvia I. Saakes