<strong>Lokaal</strong> MondiaalIn 2006: elk kwartaal een brief van Carel Weeber,architect te Curaçao. Dit is zijn laatste bijdrage.In 2007 doet Tracy Metz verslag vanuit Boston.4Curaçaose les 4Uitreiking van deMaaskantprijs doorburgemeester Opsteltenaan Carel WeeberDe toekenning van de Maaskantprijs betekende eenomslag in mijn relatie met deze stad. Van mijn 50-jarigbestaan in Nederland bracht ik er 25 jaar als Rotterdammerdoor. Voldoende aanleiding om vanuit Curaçaonaar Rotterdam terug te kijken. Sinds de bouw in 1980van het beroemd geworden wooncomplex de Peperklipin Feijenoord, is mij in die stad slechts hoon ten deelgevallen. Dit leek even doorbroken te worden door deuitnodiging van Pim Fortuyn aan mij om wethouder vanStadsontwikkeling en Ruimtelijke Ordening te worden.Ik had daar best wethouder willen zijn, maar ging er nietop in, het werd Marco Pastors. Bouwkundig ingenieurPim Vermeulen, die ik als student in Delft had gekendwerd ooit eerder wel PvdA wethouder. Hij wist toen niethoe snel hij mij als dank voor de Peperklip de grond inmoest te boren. Ik kon het in Rotterdam voortaanschudden.Inmiddels stonden in de stad, dankzij een aantalgemeenteambtenaren die bij mij waren afgestudeerd,alle acht van mijn wooncomplexen: in Delfshaven, inFeijenoord, in de Vlinderbuurt, op Katendrecht, aan hetPompenburg, aan het Vaste Land, aan het Slaak en inAlexanderpolder. Bovendien ontwierp ik daar driemetrostations voor Spijkenisse, een eigen woonhuis inHillegersberg en voor de staat de gevangenis De Schietegenover de Van Nelle fabriek. Maar belangrijker voorRotterdam werd mijn voorzitterschap van de Sectie<strong>Architectuur</strong> van de Kunststichting. Deze sectie is devoorloper van wat later ARCAM in Amsterdam enandere architectuurcentra zouden worden. Ik denk datzelfs <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> zijn bestaan aan ons te dankenheeft. Als een geheim genootschap werd er ’s nachtsvergaderd en begonnen en eindigden wij met derondvraag. Rotterdam werd in korte tijd dé Nederlandsearchitectuurstad. AIR (Architecture InternationalRotterdam) kwam van de grond en daarmee de Kopvan Zuid als woongebied, het initiatief voor het DurandInstituut ontstond (later Berlage Instituut), buitenlandsearchitecten werden aan het werk gezet, het Nederlands<strong>Architectuur</strong> instituut (NAi) werd naar Rotterdam gelokten het publiek vertrouwd gemaakt met de cultureledimensies van het bouwen. Kortom, men werdarchitectuurbewust en zelfs woningbouw betekendevanaf toen meer dan alleen het realiseren van lagehuren. De jonge architectengeneratie kreeg, mededoor een voorspoedige economie, in het onvermijdelijkkielzog van OMA de gelegenheid deze bevochtenruimte te benutten. Wie nu door Rotterdam rijdt ziet hieren daar de gevolgen.Als iemand anders voorzitter was geweest, had dezeSectie in 1988 zeker de Maaskantprijs gekregen. Geenjury die toen zijn vingers aan mij wilde branden. Daarmoest eerst 18 jaar overheen. Als het er écht op aankomt,is Nederland te klein.Carel WeeberKerststal, 2005DelftToelichting bij de foto:‘Deze foto bevalt me vanwege het licht, de geometrieen de kleuren. Het effect van natriumdamp in de straatverlichting,waardoor de lucht oranje kleurt. Hetcontrast tussen de oranje hemel en het groene gras.Het hemelse licht dat uit de deuropening straalt, zoetherisch, zo mysterieus, dat je wilt weten wat daarbinnen daadwerkelijk gebeurt. De lichtstralen uit hetkegelvormige volume op het dak, als een echo van hetverblindende licht daaronder, maar nu met een subtieleblauwe glans. De geometrie van al die verschillendedriehoeken, rechthoeken, trapezoïden en parallellogrammen.Het heeft iets wiskundigs, dat het enigszinsverontrustende effect van het mystieke licht zowelondersteunt als afzwakt. Tot slot het pad dat naar hetlicht leidt. Vanaf de onderkant van het beeld vormt hetsamen met de taluds van de toegangspoort een pijl.Net onder de punt van de pijl de weerspiegeling vangoud licht op de kruising met het andere pad. Als Godeen architect had gehad, had de kerststal er ongeveerzo uitgezien.’John Lewis MarshallHaarlemmer Houttuinen 401013 DC Amsterdam020 626 48 62john@johnlewismarshall.comwww.johnlewismarshall.comVoor de cover van <strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> stelttelkens een andere architectuurfotograaf zijnmooiste archieffoto ter beschikking.<strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> #56
Droom en daadEen opdrachtgever vertelt over zijn verwachtingen,cruciale momenten en het eindresultaatBouwen op stortafvalNauernaHet nieuwe hoofdkantoorNV Afvalzorg Holding,‘De Vouw’Opdrachtgever:NV Afvalzorg HoldingOntwerp: architectenbureauKerste-Meijer5Jorda ZuurendonkInformatieJorda ZuurendonkNV Afvalzorg HoldingPostbus 21566 ZG Assendelft088 801 08 01info@afvalzorg.nlwww.afvalzorg.nlAfvalzorg exploiteert enbeheert stortlocaties in Nederland.Wanneer stortlocatiesvol zijn zoekt Afvalzorg ooknaar nieuwe, nuttige bestemmingenvoor deze terreinen.Stortlocaties worden ingerichtals bijvoorbeeld natuurpark ofgolfterreinen of gebruikt voorevenementen.foto: John Lewis MarshallEind 2005 heeft NV Afvalzorg Holding haar nieuwehoofdkantoor in gebruik genomen. De Vouw, zoals hetpand wordt genoemd, is gebouwd op stortlocatieNauerna, gelegen aan het Noordzeekanaal, in degemeente Zaanstad. Voor zover bekend is De Vouwhet eerste permanente gebouw dat op een modernestortlocatie, dus voorzien van afdichtingsconstructies,is gerealiseerd.‘Op een moderne stortlocatie kunnen we recreëren,bouwen, werken en in de toekomst zelfs wonen’, zegtBert Krom, directeur van Afvalzorg. ‘Grond in Nederlandwordt steeds schaarser en juist stortlocaties bevindenzich vaak op interessante plaatsen in het landschap.Het begint met van het slechten van een emotioneledrempel: leven op afval. Ons gebouw toont aan datbouwen op stortlocaties mogelijk is, ook woningbouw.’Brainwave op SardiniëHet idee voor het kantoor ontstond tijdens een congresin Sardinië. Een Japanse spreker vertelde over de bouwvan een school op een stortlocatie. ‘Heel erg veilig engecontroleerd gebeurde dat niet, maar het principezette me aan het denken. Het kan, dacht ik, en beter’,aldus Bert Krom. Om de maatschappelijke mogelijkhedenvan bouwen op afval te benadrukken, moest De Vouwniet alleen een opvallend gebouw worden, maar ookeen duurzaam gebouw, passend bij de nutsfunctie dieAfvalzorg heeft. Zo wordt de energie die nodig is voorverwarming en koeling van het kantoor gewonnen uitde stortlocatie. Het bouwen op een stortlocatie steltbovendien bijzondere eisen aan de funderingstechniek,er kan immers vanwege de aanwezige bovenafdichtingniet worden geheid. Hierin ligt mede de keuze voor hettoepassen van een staalconstructie en lichte materialen.De Vouw is voorzien van een hydraulisch nastelbareconstructie, verwerkt in de V-vormige kolommen waarophet gebouw staat. Hiermee kunnen eventuele zettingenin het niet homogene afval worden gecorrigeerd.Uitbundig applaus‘Zoals zo vaak met bijzondere gebouwen, is ook De Vouwniet zonder slag of stoot tot stand gekomen. In 1995vonden de eerste gesprekken met de gemeenteZaanstad plaats over het bouwen van een nieuw kantoorvoor Afvalzorg op haar eigen stortlocatie. De jarenerna stonden in het teken van procedures en bestemmingsplannen.’Het bleek vooral lastig om bestuurdersen ambtenaren te overtuigen. Het plan paste niet in hetvestigingsbeleid voor kantoren van de gemeente en delocatie zelf had vanzelfsprekend geen kantoorbestemming.‘De doorbraak kwam met de presentatie van hetontwerp van architectenbureau Kerste-Meijer in 2003, dieeindigde in een uitbundig applaus van de aanwezigen.Ineens raakte iedereen enthousiast. Iemand van dewelstandscommissie zei: “Dit is zo’n ontwerp dat werkenin de welstandscommissie zo leuk maakt.” In 2004 werdde bouwvergunning verleend.’Je doet het maar één keerMaar tijdens de realisatie liep niet alles op rolletjes.‘Momenteel lijkt het gebruikelijk dat de hoofdaannemerzoveel mogelijk uitbesteedt aan (kleine) onderaannemers.Er is weinig verantwoordelijkheidsgevoel voor dekwaliteit en ook niet voor de benodigde communicatieom zaken goed op elkaar aan te laten sluiten. Ik hebandere ervaring in de civiele bouw, maar met de utiliteitsbouwgaat het kwalitatief bijzonder slecht. Het lijkter op dat mijn mening breed wordt gedragen en datmaakt de situatie er niet beter op. Ondanks onze buitengewoonzorgvuldige voorbereiding, alles was tot in hetkleinste detail uitgewerkt, hebben we ons wel eensafgevraagd of het niet beter zou zijn geweest om derealisatie van het gebouw geheel uit handen te gevenaan een professionele ontwikkelaar. Afvalzorg is voorde bouwwereld een éénmalige opdrachtgever; eeneigen hoofdkantoor zet je maar één keer neer. Wellichthebben aannemers meer belang bij het leveren vankwaliteit bij zo’n grote en structurele opdrachtgever.’Desondanks heeft Krom zijn droom waargemaakt. DeVouw is een duurzaam gebouw met allure, met eenmagnifiek uitzicht op het Noordzeekanaal en gebouwdop een stortlocatie. Het gebouw onderstreept de overtuigingvan Bert Krom dat bouwen en werken op afvalheel goed en vooral veilig mogelijk is. ‘Het is het beginvan het verbeteren van het imago van het storten vanafval’, stelt Bert Krom tevreden. Inmiddels is het gebouwin diverse bladen besproken en heeft het diverse prijzengewonnen. ‘Een betere manier om onze boodschapaan de maatschappij te vertellen is er niet!’<strong>Architectuur</strong> <strong>Lokaal</strong> #56