13.07.2015 Views

Industriële wetenschappen: bouwkunde Industriële ... - Vlhora

Industriële wetenschappen: bouwkunde Industriële ... - Vlhora

Industriële wetenschappen: bouwkunde Industriële ... - Vlhora

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Aanbevelingen ter verbetering:De commissie raadt de opleiding aan om de evaluatie van de stage en de masterproef nader te bekijken, alnaargelang beide activiteiten al dan niet gekoppeld zijn.Facet 2.8MasterproefBeoordelingscriteriaDe masteropleiding wordt afgesloten met een masterproef waarmee de student blijk geeft van een analytischvermogen of van een zelfstandig probleemoplossend vermogen op academisch niveau of het vermogen totkunstzinnige schepping. Het werkstuk weerspiegelt de algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid of deonderzoeksingesteldheid van de student.De masterproef heeft een omvang van tenminste één vijfde van het totale aantal studiepunten met een minimumvan 15 en een maximum van 30 studiepunten.Oordeel van de visitatiecommissie:ABA: n.v.t.MA: voldoendeDe commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:Het opleidingsonderdeel masterproef omvat 20 studiepunten, gespreid over twee onderwijsleeractiviteiten: demasterproef (door de opleiding ‘eindwerk’ genoemd) voor 15 studiepunten en het bedrijfscontact (‘stage’genoemd) voor 5 studiepunten. Voor alle masteropleidingen Industriële <strong>wetenschappen</strong> en hunafstudeerrichtingen, behalve de opleiding Bouwkunde, is het bedrijfscontact ingekapseld in de masterproef. Voorde opleiding Bouwkunde staan beide activiteiten dus los van elkaar. Indien ze uitzonderlijk toch gekoppeld zijn,wordt een andere verdeling van de studiepunten gehanteerd: respectievelijk 17 studiepunten voor het eindwerken 3 studiepunten voor de stage. Tijdens de gesprekken met de commissie kwamen respectievelijk 17 en 3studiepunten ter sprake, wat in tegenspraak lijkt met de schriftelijke informatie die de opleiding bezorgde. In ditfacet wordt het eigenlijke eindwerk onder de loep genomen, dat in alle opleidingsrapporten als masterproef wordtaangeduid. De commissie drukt haar bezorgdheid uit over de gelijke behandeling van de studenten indieneindwerk en stage al dan niet met elkaar gekoppeld zijn.In het derde bachelorjaar gaan de studenten op zoek naar een geschikt masterproefonderwerp en/of eenrelevante onderzoeksvraag. Hiertoe kunnen ze zelf contact opnemen met bedrijven, zelf eenonderzoeksonderwerp voordragen of kiezen uit een lijst met mogelijke onderwerpen voor een eindwerk,opgesteld door de docenten. Indien een onderzoeksvraag aan de basis ligt, kan ook een technisch ontwerpwaarbij mogelijke oplossingsstrategieën onderling worden afgewogen, als onderwerp in aanmerking komen. Delijst van mogelijke onderwerpen is veel groter dan het aantal studenten, zodat er een echte keuzemogelijkheid is.Er zijn doorgaans 30 tot 35 onderwerpen voor 20 tot 25 studenten. Bij elk onderwerp – dat ook kan wordenaangeleverd door een bedrijf of een universiteit – wordt een docent opgegeven die bijkomende informatie kangeven. Het betreft een onderzoeksactieve docent, die vaak ook het opleidingsonderdeel verzorgt dat met hetonderwerp samenhangt, zodat de nodige expertise van de begeleider verzekerd is. De masterproeven zijn somsingebed in het eigen lopende onderzoek van docenten, of in het wetenschappelijke onderzoek in samenwerkingmet de K.U.Leuven, maar de opleiding erkent dat dit proces zou kunnen worden verbeterd. Vaak zijn deonderwerpen gerelateerd aan de onderzoeksspeerpunten van de afdeling Bouwkunde van de eigen hogeschool,of van de twee zusterhogescholen Lessius Mechelen en KaHo St-Lieven. De commissie vraagt zich af of hetoprichten van een pool met onderwerpen voor eindwerken met deze hogescholen uit de eigen associatie teoverwegen valt. Een kleine helft van de masterproeven wordt uitgevoerd in opdracht van of in samenwerking meteen bedrijf. In bepaalde gevallen is het nodig dat de student een stage in het bedrijf kan lopen, zodat hij zich kaninwerken in de gestelde problematiek.150 | opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Brugge- O o s t e n d e

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!