31.07.2015 Views

Eindevaluatie Kraaijenbergse Plassen - Provincie Noord-Brabant

Eindevaluatie Kraaijenbergse Plassen - Provincie Noord-Brabant

Eindevaluatie Kraaijenbergse Plassen - Provincie Noord-Brabant

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Linkerpagina: Amerikaanse rivierkreeft.Rechts: Lantaarntje.11513.4 ConclusiesDe <strong>Kraaijenbergse</strong> <strong>Plassen</strong> kunnen niet alsbijzonder waardevol voor vleermuizenworden aangemerkt. Vleermuizen zullen ervoorheen weinig zijn geweest en dat is nogaltijd zo.Uitzondering is de watervleermuis;die was er voorheen waarschijnlijk niet, nuwel. De westelijke plas is voor deze soorthet geschiktst. De overige plassen zijnrelatief kaal en daarmee ongunstig voor dejacht. Omdat er in het gebied meerbegroeiing komt, wordt het voor vleermuizengeleidelijk aan makkelijker om zich erdoorheen te bewegen, al blijft de beperktehoeveelheid oude bomen met holten - alspotentiële nestgelegenheid - een factor.Wat de dagvlinders betreft hielden descores van 2002 en 2008 elkaar in evenwicht:achttien soorten in beide jaren, watbinnen het rivierengebied rijk genoemdmag worden. Wel werd een enkele soortingewisseld voor een ander. Het bruinblauwtje werd in 2008 niet waargenomen,wel in 2007. De sleedoornpage heeft de<strong>Kraaijenbergse</strong> <strong>Plassen</strong> als een van zijnweinige leefgebieden in <strong>Noord</strong>-<strong>Brabant</strong>.Voor beide soorten zou beheer in hetgebied rond de A73 meer variatie in degraslanden moeten brengen, metstruwelen die zich blijven vernieuwen.En specifiek voor de sleedoornpage zou‘Maaskampen’ zich moeten ontwikkelentot verbindingszone. Vermoedelijk is ingrote lijnen gesproken 2008 beter geweestdan 2002, maar was het weer tijdens hetonderzoek te slecht om veel vlinders aan tetreffen. Hier past ook de opmerking datzowel het beperkte aantal meetmomentenals de geringe hoeveelheid vlinders al testevige conclusies in de weg staat. Beter ismisschien de vondsten van 2002 en 2008bij elkaar op te nemen en vast te stellen dathet om een soortenrijk gebied gaat.Hoewel er geen cijfers over hetverleden zijn, moet de komst van plassenen poelen positief hebben uitgewerkt ophet aantal libellen, ook een landelijketrend trouwens. In 2008 werden weinigbijzondere soorten gevonden, maar uitander onderzoek blijkt dat het een van derijkste libellengebieden langs de Maas is.Om het gebied geschikter te maken,dienen de oevers van de zandwinplassen,poelen en andere watertjes wat meerbegroeid te raken.Volgens het rapport Maas in Beeld isde diversiteit aan sprinkhanen in hetgebied gering. Dat zal vroeger, toen ermeer droge graslanden waren, beter zijngeweest. De ontwikkeling van zulkestukken natuur zal deze soortengroepmeer kansen bieden.En ten slotte: soortenrijke levensgemeenschappenonderwater zullen zichzeker gaan ontwikkelen, wanneer de zandwinningeenmaal gestopt is.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!