Eindevaluatie Kraaijenbergse Plassen - Provincie Noord-Brabant

Links: De das.Rechterpagina: De das gebruikt de beschuttepaden in de hagen.De das was in Nederland bijna uitgestorven.In 1980 werden in het hele landslechts 1.200 individuen van de soortgeteld. Het groeiende autoverkeer hadvoor veel slachtoffers gezorgd en steedsmeer leefgebied van de soort wasverdwenen.Sindsdien is de das beschermdgeraakt door nationale en internationalewet- en regelgeving en heeft de schaarsvoorkomende soort een hoge prioriteitgekregen binnen het natuurbeleid.De aantallen zijn gestadig toegenomen.Dat geldt voor Brabant, en voor Nederlandals geheel, waar in 2006 zo’n 4.500 dassenvoorkwamen.De das komt van oudsher voor in hetplassengebied. Hij is er gehuisvest in eenaantal burchten - zelf gegraven holen in degrond -, en vindt zijn voedsel in omliggendewei- en akkerlanden, plaatselijkomzoomd door heggen en houtwallen.De wettelijke bescherming en geblekenkwetsbaarheid van de soort in de jarentachtig waren voldoende redenen om ookin het plassengebied zorgvuldig met debelangen van het dier om te springen.Sinds de jaren tachtig zijn bij de zandwinningdan ook geen burchten meer verlorengegaan; wel lager gelegen, vochtige weilanden,die de das als foerageergebiedgebruikt, jagend op de regenworm, zie:hiernaast ‘Wat heeft de das nodig?’.De voorgenomen uitbreiding van dezandwinning zou het foerageergebiedalleen maar kleiner maken, waarmee dedassenpopulaties in het gebied in hunvoortbestaan zouden worden bedreigd.Het is deze vrees die indertijd als effectvoorspeld werd in de Milieueffectrapportenvoor de winningen die tot de Plassen 7,8 en 9 zouden leiden. Daar kwam de voorspeldedaling van het grondwater in hetresterende gebied nog eens bij, waarmeede kans op regenwormen andermaal kleinerzou worden. Een en ander zou de dasnopen steeds vaker buiten het plassen -gebied naar voedsel op zoek te gaan endaarbij de provinciale weg Grave - Cuijkover te steken, wat weer tot meer verkeersslachtoffersonder dassen zou leiden.Ten slotte, zo voorspelden de opstellers vande rapporten, zouden de nieuwe plassenroutes afsnijden waarlangs de das contactWat heeft de das nodig?De das leeft doorgaans in familieverband,in een zelf gegraven hol in de grond: de‘burcht’, die vaak bestaat uit enkele‘kamers’ en een gangenstelsel van ‘pijpen’ernaartoe. In een gemiddelde burcht leven3 à 4 dieren.De das leeft bij voorkeur in een kleinschalig,extensief beheerd cultuurlandschap,met een afwisseling van akkerlanden begraasde weiland, bosjes, houtwallen,heggen en boomgaarden. De burcht ligtvaak in een helling of ‘steilrand’ op eenbeschutte plaats, de rand van het bos bijvoorbeeldof een houtwal of een bredeheg. Op de lager gelegen, vochtige wei -landen foerageert de das. Regenwormenvormen een belangrijk deel van zijn voedsel.Daarnaast eet hij andere wormen,insecten, slakken, amfibieën, kleine zoogdieren,maïs, granen, eikels en fruit.De das is het grootste roofdier dat inNederland voorkomt en hij staat aan heteind van de voedselketen. Met die laatstepositie is hij een belangrijke indicator voorde kwaliteit van het milieu in zijn leef -gebied.De das loopt het liefst langs lijn -vormige elementen in het landschap, zoalsheggen en houtwallen, waarbij hij zijnterritorium in principe niet verlaat.De grootte van het leefgebied van eenfamilie dassen varieert van minder dan 30hectare in zeer optimale omstandighedentot meer dan 400 hectare in marginalebiotopen.96Eindevaluatie Kraaijenbergse Plassen Dassen