pleidooi

concrete berekeningen opgenomen van een willekeurig aantal deelnemers. In (productie 32) is van de
79.360 deelnemers de samengevatte berekening overgelegd. Eisers bieden uitdrukkelijk aan alle
berekeningen te overleggen, even afgezien van het feit dat de bewijslast reeds andersom ligt. Min de
gewonnen prijzen van circa maximaal 35% = een schadeclaim van zo rond de € 395.217.346 ,- exclusief
de gevorderde kosten. Uit het jaarverslag 2015 blijkt het eigen vermogen van Staatsloterij 82 miljoen
euro te zijn, dus Staatsloterij heeft veel te kort geld in kas tenzij de overheid garant staat.
De gemiddelde berekende claim op basis van de overwegingen van de Hoge Raad ligt zo rond de 2000
euro. Ingevolge overwegingen uit het World Online arrest dient een collectieve 305a uitspraak in
beginsel gevolgd te worden.
Nu Staatsloterij geenszins bereid is gebleken met enig aanbod te komen zijn er 2 nieuwe bodemzaken
gestart.1 met als inzet: geld terug en de ander tegenover 14 gedaagden met als doelstelling alle schade
op te verhalen. Er worden namelijk door de Staatsloterij geen voorzieningen getroffen, daar waar
bijvoorbeeld Aegeas dat wel deed naar aanleiding van een collectieve uitspraak. Verder is door
Staatsloterij met de fusie:
In mijn beoordeling van de business case heb ik ook geconcludeerd dat een
fusie een eventuele toekomstige privatisering van de Staatsloterij niet in de
weg staat. De verwachting is dat een fusie juist bijdraagt aan de financiële
aantrekkelijkheid van de staatsdeelneming.
Over het moment waarop een eventuele privatisering zal plaatsvinden kan ik
nu geen duidelijkheid geven. Een dergelijk besluit kan pas worden genomen op
het moment dat de nadere visie op de toekomst van de loterijmarkt door het
ministerie van Veiligheid en Justitie is geformuleerd. Dit is thans in 2017
voorzien.
De visie van het kabinet is nog steeds dat het aanbieden van gokspellen niet
langer als taak van de overheid moet worden gezien. Het kabinet ziet de
Staatsloterij dan ook, conform de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid als
een deelneming die niet permanent in staatshanden hoeft te blijven. Het
kabinet zal, indien daartoe besloten is, de Kamer langs de lijnen van het
4