Februari - Historische Kring Haaksbergen
Februari - Historische Kring Haaksbergen
Februari - Historische Kring Haaksbergen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
l Ie jaargang no. l - februari 1978 - verschijnt 4 keer per jaar<br />
ORGAAN VAN DE<br />
HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN
REDAKTIE:<br />
ADMINISTRATIE:<br />
W. E. ten Asbroek<br />
J. Overbeeke J.<br />
Vredenberg<br />
Aold Hoksebarge<br />
A. J. Temmink, Eibergsestraat 108, <strong>Haaksbergen</strong>,<br />
Postrek. 2547699 t.n.v. Penningmeester <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />
„Aold Hoksebarge" wordt toegezonden aan de leden van de „<strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong>".<br />
Zij betalen voor lidmaatschap en abonnement ƒ 12,50 per jaar.<br />
Publikatie of overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, alleen toegestaan met schriftelijke<br />
toestemming van de auteurs.<br />
Bestuur van de <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong> <strong>Haaksbergen</strong><br />
D. Jordaan J. G. H. zn., „Bleekhuisje", <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 1248, Voorzitter J.<br />
Overbeeke, Fazantstraat 13, <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 1634, Secretaris<br />
A. J. Temmink, Eibergsestraat 108, <strong>Haaksbergen</strong>, Postrek. 2547699, Penningmeester<br />
B. E. Asbreuk, Erve „Meyerinkbroek", <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 05405-214<br />
W. E. ten Asbroek, Boerhaavelaan 144, Hengelo O., tel. 05400-14576<br />
Mej. R. Brummelhuis, Dr. Ariënsstraat 8, <strong>Haaksbergen</strong><br />
H. J. J. ten Hagen, Mozartstraat 46, <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 3509 A.<br />
Molenveld, Reggestraat 30, Enter, tel. 05478-853 J. B. A.<br />
Leusink, Nachtegaalstraat 13, <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 2023 J. F.<br />
Overbeek, Bevertstraat 14, <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 1564 J.<br />
Vredenberg, Weverstraat 16, <strong>Haaksbergen</strong>, tel. 2348
VERENIGINGSNIEUWS<br />
Ruim 100 leden van onze <strong>Kring</strong> waren op 16 januari j.l. verzameld in de<br />
nieuwe zaal van Hotel Morsinkhof te <strong>Haaksbergen</strong> om te luisteren naar Johan<br />
Buursink, de bekende schrijver van de Regio-Br ie venbus in de Twentsche<br />
Courant. Zijn causerie had als titel "Lach'n en huul'n in éénen buul".<br />
Voor de pauze vertelde de spreker vele aspecten van het lachen en huilen,<br />
maar haalde daarbij allerlei andere zaken aan, waaruit zijn grote liefde<br />
voor de "Twentsche spraoke" bleek. Na de pauze vroeg de heer Buursink<br />
aandacht voor publicaties in het Twents, die gelukkig in de laatste jaren<br />
steeds talrijker werden. Enkele reeds uitgegeven stukken werden door hem<br />
voorgedragen waarbij de "Zoeker Brulft" van de onlangs zo jammerlijk om<br />
het leven gekomen Bernard Plegt. Een dankbaar publiek beloonde de spreker<br />
met een gul applaus.<br />
Nu tien jaargangen van Aold Hoksebarge verschenen zijn, willen wij nog<br />
graag even de aandacht vestigen op de mogelijkheid om deze door de heer<br />
M.H.A. Mali, Beethovenstraat 25 te <strong>Haaksbergen</strong> te laten inbinden.<br />
Leden, die hun contributie 1978 nog niet betaald hebben, worden verzocht,<br />
dit thans omgaand te doen door storting of overschrijving van ƒ 12, 50 op girorekening<br />
nr. 2547699 ten name van de penningmeester <strong>Historische</strong> <strong>Kring</strong><br />
<strong>Haaksbergen</strong>. U bespaart hem een hoop extra werk en U zelf ƒ 2,50 incassokosten.<br />
Het bestuur<br />
EEN VRAAG ZONDER ANTWOORD?<br />
In het Oud-archief van de gemeente Deventer bevindt zich o. a. het<br />
Leenregister van de Proostdij van Deventer. Deze Proostdij voerde<br />
ondermeer het bewind over het Kapittel van Sint Lebuihus. De proosten<br />
waren stadhouders van de bisschop van Utrecht. Zij hielden de administratie<br />
bij van de leenkamer, die mede aan de Proostdij verbonden was.<br />
In 1411 waren er liefst 121 leenmannen, die beleend waren met goederen en<br />
tienden in Overijssel en op de Veluwe. De Proostdij bezat vier hoven nl. de<br />
hof te Zwolle, de Eesterhof te Deventer, de hof te Wormingen onder Apeldoorn<br />
en de hof Lederen of Lieren onder Beekbergen. Nu komt onder de<br />
leengoederen van de Proostdij ook voor het "Lutke en lamanshuys te<br />
Haexbergen" met als leenman Bernt van Bervorden. We hebben al<br />
meermalen gevraagd en gezocht naar nadere bijzonderheden over dit<br />
leengoed, maar zelfs de meest ingewijden in de historie van <strong>Haaksbergen</strong><br />
hebben ons niet uit de droom kunnen helpen. Daarom stellen we deze vraag<br />
hier nogmaals, al zal het moeilijk zijn het antwoord te vinden. In het<br />
leenregister wordt niet vermeld, onder welke hof het goed ressorteerde; we<br />
vermoeden echter<br />
653
654 .<br />
onder de Eesterhof.<br />
Er bestaat ook een register van 1408, waarin de lenen naar de hoven zijn<br />
gerangschikt, maar daarin komt het Lutke en lamanshuis helaas niet voor.<br />
Misschien dat de naam van de leenman ons op weg kan helpen, als we veronderstellen,<br />
dat "Bervorden" hetzelfde is als "Bevervoorde". En kan Laman<br />
soms staan voor Loman, net als Averbeeke voor Overbeeke" ? Het zijn<br />
slechts gissingen, die ons weinig of niets nader brengen tot de oplossing<br />
van dit historisch raadsel. Tot slot vermelden we nog, dat het voornoemde<br />
Leenregister in druk verschenen is in de jaargang 1878 van de "Verslagen en<br />
Mededelingen" van de "Vereeniging tot Beoefening van Over-ijsselsch Regt<br />
en Geschiedenis" of kortweg VMORG.<br />
J. Vredenberg<br />
DE TAAL VAN HAAKSBERGEN (XXXVII)<br />
DE GEDICHTEN VAN BERGHEGE (6)<br />
Het moet haast als vanzelfsprekend beschouwd worden, dat Berghege in zijn<br />
gedichten ook zijn geboorteplaats heeft bezongen. Op blz. 11 van zijn bundel<br />
treffen we het lied "Mien Hoksebarge" aan, waarin hij de lof zingt van veel,<br />
wat hem in <strong>Haaksbergen</strong> dierbaar is en dat volgens hem bijdraagt tot de<br />
roem van onze gemeente. Ook dit gedicht is weer voortreffelijk gescandeerd;<br />
maat en rijm lopen als vanzelf en het zou zich uitstekend lenen om<br />
er een zangwijze op te componeren. Hier volgt het gedicht:<br />
"Now laot ow leedjen vreulik zoezen,<br />
Laow' zingen van ons Towmerland,<br />
Waor bie de duftige eekne koezen<br />
De danne wil in 't schraole zand.<br />
Waor vriej in 't veld de rooë bleumkes<br />
Van 't heed zo naerig scheet en bleuit,<br />
En in de bekke as kleine beumkes<br />
Et reet en peuke wellig greuit.<br />
De pikröske in de leege stukke En an<br />
de gravens volle staot, M er ok - en<br />
dat is één gelukke -De loch in hoge de<br />
aoren gaot, En d'eerple laot zik ok<br />
neet wochten, Zo min as heui veur<br />
peerd en koo. Ie vonden nargens,<br />
waor daj' zochten, Bie 't slechte en<br />
schraole 't vette zo.
Bie ons daor wil van alles wassen,<br />
Bie ons hef alles schik en aard,<br />
Veur alles wat mer op wil passen<br />
Hef Hoksebarge plaase en baat.<br />
Mer 't beste waw' hebt an te wiezen,<br />
Dat bunt de deerntjes fris en blie,<br />
De vrouwleu, dee'k et hardst wil priezen<br />
- En dee 't verdeent - dee hebbe wie.<br />
We hebben al eens eerder opgemerkt, dat het woord "vreulik" geen Neder -<br />
saksisch is. Men zegt hier plezeerig of blie; maar dit terzijde. Berghege<br />
noemt <strong>Haaksbergen</strong> het "Towmerland". Waarschijnlijk bedoelt hij hiermee,<br />
dat een Haaksberger, en een Nedersaks in 't algemeen, graag een slag om<br />
de arm houdt, als het er om gaat, duidelijk ja of nee te zeggen. Hij ontwijkt<br />
deze beslissing door "tow mer" of "too meer" te zeggen, wat zowel ja als<br />
nee kan betekenen. "Et zal wal zo waen, ie kont wal geliek hebben, mer ik<br />
daenke, 't miene der van". Het woord "naerig" (regel 6) wil zeggen: vlijtig.<br />
Vrij vertaald bedoelt Berghege dus, dat dé heidebloempjes overvloedig<br />
bloeien. Met de peuke (regel 8) zullen wel de bruine cilindervormige aren<br />
van het riet bedoeld worden, die de jeugd vroeger (en nu nog?) "lampenpoetsers"<br />
noemde. Met de pikröske worden groene biezen of russen bedoeld,<br />
die vroeger langs sloten en in vochtige weiden veel voorkwamen, maar door<br />
kalkbemesting thans grotendeels verdwenen zijn. Kinderen gebruikten deze<br />
russen om te vlechten en de gedroogde ondereinden deden dienst als pit in<br />
een olielampje. De rest van het gedicht spreekt menen we voor zichzelf.<br />
Ter afwisseling laten we nog een gedichtje volgen, dat weer een andere kant<br />
van Bergheges oeuvre doet kennen. Het is getiteld "Albumblaeken":<br />
A'k zo nao veuren kieke,<br />
Dan vind ik daor zo wat<br />
Een zaegen groot en rieke<br />
Veur ow, op ieder blad.<br />
Wat ow in al dee stukke Veur<br />
goods wordt op-ebrach, Dat<br />
wordt, met völl gelukke, Ow<br />
deur mie j too-edach.<br />
Meer as ik ow kan zeggen<br />
Of schrieven wens ik too'.<br />
. . . De penne dale leggen<br />
Kan 'k now en laoten 't zo.<br />
Wie niet weet, wat hij of zij in het poëzie-album van een klein meisje moet<br />
schrijven, kan dus ook bij Berghege terecht.<br />
J. Vredenberg<br />
655
656<br />
WONINGEN ROND DE PIEPENBRINK (I)<br />
Het miniscule pleintje, dat op de kadasterkaart van ca. 1825 getekend is<br />
tussen de achterzijde van het huidige hotel Centraal en de toenmalige ingang<br />
van de Braak, heeft enkele eeuwen de naam Piepenbrink gedragen. Zelfs in<br />
het begin van deze eeuw werd de naam nog gebruikt, zoals oudere Haaksbergers<br />
zich nog herinneren. Het straatje van de Spoorstraat naar de Piepenbrink<br />
heette Kattenstraat, wat mogelijk een verbastering was van Karte-of<br />
Kortestraat, zoals een enkele keer geschreven werd, maar ook wel een min<br />
of meer denigrerende uitdrukking voor het smalle straatje geweest kan zijn.<br />
Na de bouw van het postkantoor aan de Spoorstraat in 1892 werd de officiële<br />
naam Poststeeg. Als we goed geïnformeerd zijn, is de naam nu Hibbertstraat,<br />
wat vroeger alleen de naam was voor de weg van Poststeeg naar<br />
Eibergsestraat. Waarom zijn toch zoveel oude namen in <strong>Haaksbergen</strong> gedoemd<br />
om te verdwijnen? Waarom vindt men "weg, steeg en dijk" toch niet<br />
meer passen in de huidige tijd? Hoe het zij, toen de schrijvers een titel zochten<br />
voor een nieuwe artikelenserie over Haaksbergse woningen, dachten zij<br />
aan de Piepenbrink. De bedoeling is om uitvoeriger dan in de "Historie van<br />
<strong>Haaksbergen</strong>" in te gaan op de geschiedenis van de woningen nrs. 88-104 zoals<br />
ze op bijgaande kaart aangegeven zijn met de nummers van 1830. Om ook<br />
de ter plaatse niet zo bekenden te verduidelijken, welke woningen bedoeld<br />
zijn, volgt hier een overzicht van de tegenwoordige toestand: Nrs. 88, 89, 93<br />
en 93a thans hotel Centraal, Markt 23,<br />
Nrs. 90 en 91 thans bar de Blokhut en Twentsche Courant, Spoorstraat 1-3,<br />
Nr. 92, tot 1964 postkantoor, nu open ruimte zuidhoek Spoorstraat/Hibbertstraat,<br />
Nr. 94, thans achtertuin R.K. pastorie, Markt 20,<br />
Nrs. 95, 96 en 97, nu de Bron, Hibbertstraat 8, Nr.<br />
98, thans ingang van de Braak,<br />
Nr. 99, thans parkeerplaats noordhoek Hibbertstraat/de Braak,<br />
Nr. 100, nu achtertuin firma Dijkhuis, Spoorstraat 13,<br />
Nrs. 101 en 102. nu parkeerplaats noordwesthoek Spoorstraat/Hibbertstraat,<br />
Nr. 103, thans boetiek Pinky van de firma Dijkhuis, Nr. 104, thans firma<br />
Dijkhuis, Spoorstraat 13.<br />
HUIS NR. 88<br />
Ondanks alle nasporingen is het niet gelukt om de bewoners van dit huis in of<br />
vóór 1600 te achterhalen, het jaar waarvan het verpondingsregister bewaard<br />
gebleven is. Omstreeks 1620 werd Hendrik ter Horst alias Hendrik Luikens<br />
er eigenaar en bewoner. Diens voorvader Luiken van de Horst, gehuwd<br />
omstreeks 1510, woonde in de Blankenborg. Zijn dochter betaalde in 1544 een<br />
tins van een halve schepel rogge en een halve schepel gerst aan "de keizerlijke<br />
majesteit" Karel V, heer van het Oversticht, zoals in een
staat van domeingoederen \ van dat jaar vermeld werd. In de rentmeesters -<br />
rekening 1547/48 werd Rutgher Horstinck als bewoner van deze huisstede in<br />
de Blankenborg genoteerd. Waarschijnlijk was hij kort daarvoor getrouwd.<br />
Hij weigerde toen pacht te betalen, vermoedelijk omdat tins en pacht niet<br />
geheel hetzelfde waren. In latere jaren werd hij Rutgher Luikens genoemd,<br />
zodat men moet aannemen, dat hij een zoon van Luiken was. In 1560 pachtte<br />
hij ook een gaarden op de geslechte wallen en gerooide hagen van de Blankenborg,<br />
waarvoor hij 10 stuiver betaalde. Rutgher Luikens' naam werd<br />
voor het laatst in 1605/06 door de Spaanse rentmeester vermeld, hoewel hij<br />
toen wel niet meer in leven geweest zal zijn. De Staatse rentmeester vermeldde<br />
in het jaar 1609/10 weer de toen juiste naam: Luiken ter Horst<br />
(waarschijnlijk zoon van Rutgher), die in de Blankenborg een huisstede van l<br />
spint had, waarvoor hij 10 stuiver per jaar betaalde, en een gaarden op de<br />
wal voor 15 stuiver. In 1619 werden beide stukken opnieuw verpacht. Vermeld<br />
werd Luiken ter Horst, nu Henrick Luikens. De pacht van de huisstede<br />
657
658<br />
bleef 10 stuiver, die van de gaarden werd 16 stuiver. In 1637 werd de pacht<br />
verhoogd tot 12 resp. 18 stuiver. Cornelis ter Horst loco Luiken ter Horst<br />
vermeldde de rentmeester in het pachtjaar 1667/68. Deze betaalde voor de<br />
huisstede en gaarden samen 3 gulden. Hoewel Cornelis al in 1681 overleed,<br />
bleef de aanduiding Cornelis loco Luiken ter Horst in gebruik tot de<br />
Blankenborggaardens en huissteden in 1716 openbaar verkocht werden. Ter<br />
verduidelijking deelde richter Joan van der Sluys in 1716 aan de provinciale<br />
overheid mee, dat de huisstede "Luiken ter Horst" in dat jaar bewoond werd<br />
door Geert Lansink. Dank zij deze aanwijzing is het mogelijk de huisstede te<br />
localiseren als woning nr. 134 in de Blankenborg (zie Woningen Blankenborg<br />
A.H. blz. 525). Op deze plaats heeft dan ook de Luiken van de Horst van<br />
vóór 1544 gewoond. Vermoedelijk woonde ook zijn kleinzoon Luiken ter Horst<br />
er nog, maar de na hem genoemde pachters Hendrik en Cornelis ter Horst<br />
woonden er niet meer, zij hadden hun huis in de Blankenborg verpacht.<br />
Luiken ter Horst Jr. is volgens de genealogie "Jordaan" omstreeks 1580 gehuwd<br />
met Geertje Smit Albertsdochter. Zij hadden twee zoons: Albert, die<br />
omstreeks 1620 huwde met Johan Smits dochter F enne en daardoor bewoner<br />
werd van huis nr. 139 in de Blankenborg en Hendrik ter Horst, die verhuisde<br />
naar huis nr. 88 "aan den Kerkhof". Met hem beginnen wij de achtereenvolgende<br />
generaties in dit huis te beschrijven:<br />
A. HENDRIK TER HORST alias Luikens, die omstreeks 1610 huwde met<br />
N.N. en omstreeks 1620 hertrouwde met HILLE VOSZ, zoals zij in de gerichtsprotocollen<br />
van mei/juni 1652 genoemd werd. Mogelijk werd Hendrik<br />
ter Horst door zijn tweede huwelijk eigenaar van pand nr. 88, omdat de kinderen<br />
uit het tweede huwelijk later de eigendom verwierven. Kinderen uit het<br />
eerste huwelijk:<br />
1) Hendrik ter Horst, 2) Jenneke ter Horst en anderen, van wie de voornamen<br />
niet bekend zijn. Kinderen uit het tweede huwelijk:<br />
1) CORNELIS TER HORST, zie B, 2) Derk ter Horst en 3) Geesken ter Horst,<br />
in 1650 gehuwd met timmerman Reint van Lochem, die in 1674 hertrouwde<br />
met Geert jen Sickinck Jansdochter uit Geesteren (Gld.). Op 28 juni 1650 was<br />
Hendrik ter Horst ziek en maakten hij en zijn vrouw Hille hun testament.<br />
Zoon Cornelis kreeg het huis met de plaats erachter en de gaarden. Als<br />
Cornelis en zijn moeder elkaar niet konden verdragen, zou moeder de<br />
voorkamer met de zijde van het huis naar Berndt Smits huis (vermoedelijk<br />
dus de achterzijde omdat de "niendeur" aan de kerkhof was) krijgen. Zoon<br />
Derk moest bij Cornelis "huisbest" meewerken en verzorgd worden (hij was<br />
dus invalide). De huwelijksvoorwaarden van dochter Geesken moesten<br />
nagekomen worden. De voorkinderen hadden moeders erfenis gehad, alleen<br />
moesten Hendrik en Jenneke t.z.t. nog een bruidschat hebben. In het<br />
testament werd vermeld, dat in het huis gebakken werd. Hendrik was dus<br />
bakker. Op 13 juli 1661 voelde ook Hille haar einde naderen. In
659<br />
haar wilsbeschikking bepaalde zij, dat haar zoon Derk Lucassen ter Horst het<br />
achterhuisje in eigendom mocht houden. Dit huisje was de voorganger van<br />
huis nr. 93a in 1830. Zie aldaar.<br />
B. CORNELIS TER HORST, omstreeks 1650 gehuwd met ANNA TER HOE<br />
VE als vermeld in de protocollen van 23 november 1663. Cornelis overleed<br />
tussen 10 maart en 11 mei 1681. In de vuurstedenregisters van 1675 en 1682<br />
werd hij aangeslagen voor 2 vuursteden, l eest en l ketel. Hij was dus bier<br />
brouwer. Vermoedelijk was Cornelis de grondlegger van de brouwerij "De<br />
Zwaan", die in pand nr. 88 tot ca. 1810 gevestigd was.<br />
Kinderen:<br />
1) HENDRIK TER HORST, zie C, 2) Geertje ter Horst, N.H. Lidmaat in 1667<br />
met latere aantekening "dood", 3) Geesken ter Horst, N.H. Lidmaat in 1676,<br />
in 1681 gehuwd met Herman te Lintelo, zoon van Derk en Lysken te Lintelo,<br />
4) Jacob ter Horst, N.H. Lidmaat in 1679, in 1691 gehuwd met Geertrui<br />
Werners, dochter van Frederik en Fenneke te Lintelo en 5) Anna ter Horst,<br />
N.H. Lidmaat in 1683, in 1691 gehuwd met Bernard ter Horst, zoon van<br />
Derk en Jenneke Smits (van huis nr. 139).<br />
C. HENDRIK TER HORST, gehuwd 22 augustus 1691 met GRIETJE LANK-<br />
HEET, dochter van kerkmeester Jan en Eva Wargerink. Hendrik overleed<br />
tussen 13 januari en 10 februari 1726. Hij was bierbrouwer in de Zwaan,<br />
maar daarnaast ook diaken en provisor van de N.H. diaconie. Hij fungeerde<br />
ook regelmatig als keurnoot en verwalter-richter.<br />
Kinderen:<br />
1) Cornelia ter Horst, N.H. lidmaat in 1712, gehuwd in 1722 met Jan Arent<br />
Roelofs op de Schuilenborgh te Hellendoorn, weduwnaar van Aaltje Wissink.<br />
2) JAN HENDRIK TER HORST, zie D, 3) Anna Geertrui ter Horst, N.H. lid<br />
maat in 1721, gehuwd in 1735 met Egbert Scholten te Enschede, weduwnaar<br />
van Herberdina Elshof, 4) Eva Margaretha ter Horst, N.H. lidmaat in 1722 ,<br />
gehuwd in 1737 met Herman Rattinck, commissaris der licenten op de Braam.<br />
D. JAN HENDRIK TER HORST, N.H. lidmaat in 1718, op l februari 1731 ge<br />
huwd met ELISABETH JUDITH TE LINTELO, dochter van Berent en Eva<br />
Steenberg. Jan Hendrik overleed in 1761. Hij was brouwer in de Zwaan en<br />
kerkmeester en diaken van de N.H. kerk. Op l juli 1739 werd hij benoemd<br />
tot verwalter-richter van de pas benoemde richter Dr. Conrad Muntz.<br />
Het echtpaar had maar één kind: 1)<br />
HENDRIK TER HORST, zie E.<br />
E. HENDRIK TER HORST, geboren 24 november.1731, overleden 21 juli<br />
1810, gehuwd te Markelo op 21 augustus 1769 met Maria Dlthaar, dochter van<br />
de uit Neede afkomstige papiermaker Gerrit Jan Olthaar te Deventer. Ook<br />
Hendrik was diaken, kerkmeester en verwalterrichter van <strong>Haaksbergen</strong> en
660<br />
bierbrouwer in de Zwaan.<br />
Kinderen:<br />
1) Elisabeth Judith ter Horst, gedoopt 5 augustus 1770 en jong overleden,<br />
2) Gerrit Jan ter Horst, gedoopt 28 juni 1772 en jong overleden,<br />
3) ELISABETH JUDITH TER HORST, zie F.<br />
F. ELISABETH JUDITH TER HORST, gedoopt 21 februari 1774, overleden<br />
28 oktober 1835, op 7 februari 1796 gehuwd met Jan Hendrik Jordaan, ge<br />
boren 3 november 1773, overleden l juli 1834, zoon van Jan Jordaan en An<br />
na Geertrui ter Horst, kleindochter van de onder B vermelde Berend en An<br />
na ter Horst. Jan Hendrik Jordaan werd op 30 januari 1793 door Ridderschap<br />
en Steden als procureur-toegelaten. In 1795 was hij korte tijd verwalter-<br />
richter maar wegens Oranje-gezindheid werd hij al spoedig afgezet. In 1797<br />
kocht hij voor ƒ 500, - het erfmarkerichterschap van <strong>Haaksbergen</strong> en Hones.<br />
Op 11 mei 1803 werd hij verwalter-drost en op 20 februari 1813 de eerste<br />
notaris van <strong>Haaksbergen</strong>. Hij was bovendien assessor of wethouder van de<br />
eerste gemeenteraad.<br />
Kinderen:<br />
1) Maria Gerharda Hendrika Jordaan, geboren 10 juli 1800, gehuwd met<br />
Frederik Hendrik Stüve in Westfalen, 2) JAN DINANT JORDAAN, zie G, 3)<br />
Alberdina Hendrika Maria Jordaan, geboren 6 januari 1806, overleden 14<br />
maart 1886, gehuwd met Johan Frederik Wilhelm Schuiten, spinner in<br />
"Schulten-spinnerie", 4) De tweeling Hendrik en Anna Geertrui Jordaan,<br />
geboren 7 september 1808 en jong overleden, 5) Gerhardus Cornerus Martinus<br />
Jordaan, geboren 20 september 1810, ongehuwd overleden 8 mei 1906,<br />
6) Hendrika Johanna Berendina Jordaan, geboren 6 maart 1812, gehuwd met<br />
Jan Kerkhoven.<br />
G. JAN DINANT JORDAAN, geboren 9 december 1802, overleden 7 maart<br />
1860, op 15 november 1839 te Barneveld gehuwd met WOUTERA HERMINA<br />
VAN DEN HAM, dochter van Mr. Aricus van den Ham en Gerharda Hen-<br />
riëtte Coops. Na het overlijden van zijn vader werd Jan Dinant notaris van<br />
<strong>Haaksbergen</strong> en erfmarkerichter van <strong>Haaksbergen</strong> en Hones.<br />
Kinderen:<br />
1) Jan Elizeus Julius Jordaan, geboren 27 september 1840, overleden l sep<br />
tember 1898, gehuwd Almelo l september 1870 met Grietje Engberts. In<br />
specteur van de registratie en domeinen te Den Haag.<br />
2) Henriëtte Gerharda Jordaan, geboren 14 december 1842, ongehuwd over<br />
leden 11 juni 1879,<br />
3) Maurits Aricus Wouterus Jordaan, geboren 15 april 1845, overleden 25<br />
juli 1911, farmer te Larned in Kansas, gehuwd te St. Louis op 28 november<br />
1878 met Julia Cramer,<br />
4) Albert Frederik Wilhelm Jordaan, geboren 4 februari 1848, overleden 6<br />
jü*ni 1906, gehuwd te Assen 6 september 1879 met Eskelina Hinke Bakker.
661<br />
Bewaarder van het kadaster te Zwolle.<br />
5) Antje Jordaan, geboren 6 februari 1849, gehuwd 10 oktober 1872 met do<br />
minee Joachimus Hermanus Geselschap, predikant te Barneveld,<br />
6) Wilhelmina Petronella Jordaan, geboren 19 augustus 1857, gehuwd 19<br />
april 1894 met Warmold Prins, arts te <strong>Haaksbergen</strong>.<br />
De laatstgenoemde mevrouw W. P. Prins-Jordaan was in 1915 eigenaresse<br />
van huis nr. 88. Het werd toen bewoond door Derk Jordaan Frederik Johanszoon,<br />
boom en fruitkweker te <strong>Haaksbergen</strong> en achterneef van de eigenaresse.<br />
Het huis diende daarna als woning voor de zusters van St. Joseph, die als<br />
verpleegsters aan het in 1913 gebouwde Antoniusgesticht verbonden waren.<br />
Op 7 oktober 1925 vestigde Dr. Lodewijk Johannes Geselschap, zoon van de<br />
hierboven vermelde J.H. Geselschap en A. Jordaan, zich als arts te Haaks -<br />
bergen. Hij werd toen bewoner van huis nr. 88. Nadat deze in de dertiger<br />
jaren een nieuwe woning aan de Enschedesestraat gebouwd had, waren fotograaf<br />
Hans Sprenger en kapper Jan ter Welle bewoners van 88. Na de tweede<br />
wereldoorlog werd het pand bij hotel Centraal gevoegd.<br />
W.E. ten Asbroek<br />
J. B.A. Leusink J.<br />
G. L. Overbeeke
662<br />
HET ERVE ERNSTINK TE BUURSE<br />
Wargerinksweg 4 te Buurse is het adres van het landbouwbedrijf van de familie<br />
Hesselink. Het is de plaats waar eeuwen geleden het erve Ernstink<br />
ontstond. In 1188 werd in het goederenregister van graai Hendrik van Dalen<br />
en Diepenheim het "domus Ernestinc" in de "parochia Hockesberghe" vermeld.<br />
In het diversorium van de Utrechtse bisschop Rudolph van Diepholt<br />
werd omstreeks 1449 genoteerd, dat de "Schulte to Eernstinck in de buerscap<br />
Buerze" tot de lieden van Munster hoorde, wat betekende dat Ernstink<br />
horig was aan de bisschop van Munster. De eerste vermelding wijst erop, dat<br />
Ernstink eens feodaal bezit was van Diepenheim, waarvan bekend is, dat deze<br />
eigendom via de bisschop van Utrecht en keizer Karel V in de 16e eeuw aan<br />
de provincie Overijssel kwam. De tweede vermelding doet vermoeden, dat<br />
Ernstink tot het feodaal bezit van de heer van Ahaus behoorde, dat in 1406 aan<br />
het bisdom Munster verkocht werd. De Haaksbergse boerderijen van dit<br />
bisdom zijn in de 17e eeuw allen eigendom van de bewoners, vermoedelijk<br />
min of meer door confiscatie in de 80-jarige oorlog. Zeker is, dat Ernstink<br />
al in 1600 eigendom van de bewoner was, wat dus wijst op Munsterse afkomst.<br />
Mogelijk is het, dat Ernstink in voortijden tot de gemeenschappelijke<br />
eigendom van Diepenheim en Ahaus behoorde en bij een magescheiding aan<br />
Ahaus gekomen is.<br />
In het schattingsregister van 1475 werd "Ernsting" vermeld als verarmde<br />
katerstede. In 1495 was de boerderij verbrand, maar in 1499 werd hij zonder<br />
verdere bijzonderheid genoteerd. In 1602 was het erve volgewaard. Herman<br />
Ernstink, één der "veertiene van <strong>Haaksbergen</strong>" (kerspelbestuur) had toen 8<br />
rnud bouwland en 3 voer hooiland. Het markeboek van Buurse vermeldde<br />
Ernstink in 1643 als volgewaard zgn. eigen erve, waarvan de bewoner "zelfs<br />
eigenaar" was. Er zijn over Ernstink vrij veel historische gegevens<br />
bewaard. waardoor het mogelijk is al vrij vroeg met de genealogie Ernstink<br />
te beginnen. Hieronder zijn achtereenvolgens de verschillende generaties op<br />
Ernstink opgegeven. Eerst de ouders met hun kinderen. De ouders en de<br />
erfopvolger in hoofdletters, de anderen in kleine letters. Daarna zijn in<br />
regest de akten e.d. genoteerd uit de gerichtsprotocollen (GP) en het<br />
markeboek (MB), waarmee de opgaven bewezen worden.<br />
A. JOHAN ERNSTINK, geboren ca. 1520<br />
gehuwd ca. 1550 met<br />
N.N. Landbouwer op Ernstink, één der veertiene<br />
van <strong>Haaksbergen</strong><br />
Kinderen:<br />
1. HERMAN ERNSTINK, zie B<br />
2. Luiken Ernstink, geboren ca. 1560 te Buurse, overleden 1626-1630,<br />
gehuwd ca. 1585 met<br />
Trijne Roelvink. Landbouwer op de Heege in Broekheurne
MB Usselo: 1601 Luiken in die Heege, 1607 idem<br />
1632 Jan in die Heege (Haarmolle, schoonzoon van Luiken)<br />
Acte Oudheidkamer Twente:<br />
1618 28/8 Wijlen Johan Ernstink was één der veertiene, zie B.<br />
GP Enschede:<br />
1618 24/3-14/4 Luiken Ernstinck x Trine drage'n de Heege in Broekheurne<br />
over aan dochter Berndtken, die trouwt met Jan Haarmolle.<br />
1624 J./4 Luiken Ernstinck verkoopt erfdeel van Gerrit Roelvink, overleden<br />
broer van zijn vrouw, aan de broers Geert en Hendrik Besselink.<br />
1625 12/8 Luiken in die Heege of Eernstinck en vrouw Trijne uit het kerspel<br />
Enschede zijn "byzitters des guedes gênant die Heege".<br />
1626 24/2 Luiken Ernstinck contra Hendrick Besselinck inzake betaling van<br />
verkocht aandeel in de nalatenschap van Gerrit Roelvinck, overleden broer<br />
van zijn vrouw.<br />
GP <strong>Haaksbergen</strong>:<br />
1630 26/4 Trine in die Hege en Claes in de Mars x Stine mede optredende<br />
voor hun (schoon)zoon. dochter, zwager en zuster Herman Schaaps x Grete<br />
verkopen de Nienkamp aan de Buurser Heege aan Johan ter Heege (Haarmolle)<br />
x Berndtken (Johan woont op de Broekheurner Heege).<br />
B. HERMAN ERNSTINK, overleden voor 1618<br />
gehuwd ca. 1580 met CATHARINA<br />
HERMANS hertrouwd ca, 1585 met<br />
HERMKEN TER HAAR, geboren ca. 1557 dochter van Roelof x Cathari-<br />
na Harckfordt (geb. ca. 1538). Roelof was mulder op de Haarmühle.<br />
Kinderen uit het eerste huwelijk:<br />
1. JOHAN ERNSTINK, zie C<br />
2. Herman Ernstink, overleden ca. 1650<br />
gehuwd ca. 1620 met<br />
Trine N.N. overleden 1664-1667<br />
Trine hertrouwde ca. 1652 met<br />
Herman Haarmolle, zoon van Engelbert x Eefse Wolterink<br />
Deze hertrouwde N. H.. <strong>Haaksbergen</strong> 1667 23/6 - 21/7 met<br />
Hilleke Geerligs, dochter van Jan.<br />
Beide mannen waren "weerd" op de Braam. Hilleke hertrouwde nog 1681<br />
20/11 met Geert Garverdink, zoon van wijlen Tonnis.<br />
Kinderen uit het tweede huwelijk:<br />
3. Roelof Ernstink<br />
gehuwd ca. 1615 met<br />
Jenneke N.N. Landbouwers en herbergiers op de Helle, Braam<br />
4. Aalke Ernstink, overleden ca. 1670<br />
gehuwd ca. 1625 met<br />
663
664<br />
Johan te Lintelo,. overleden 1645-1650. Bewoners van huis 86 B in het<br />
dorp <strong>Haaksbergen</strong>.<br />
MB Buurse:<br />
1603 14/4 Herman Ernstinck gezworene van Buurse.<br />
Acte Oudheidkamer Enschede:<br />
1618 28/8 Acte van Rosier van Bronckhorst, richter van <strong>Haaksbergen</strong>.<br />
Vijf mede-geërfden van Buurse onder wie Johan Ernstinck spreken aan:<br />
1. Luiken Ernstinck, zoon van wijlen Johan Ernstinck, over de 50 jaar oud,<br />
wonend in het gericht Enschede,<br />
2. Catharina de oude Mullerse te Alstede (Haarmühle) ca. 80 jaar en doch<br />
ter<br />
3. Hermken, weduwe Ernstinck, ca. 61 jaar.<br />
4. Herman op de Braam over de 60 jaar (Braam Herman in 1602) en<br />
5. Gerdt Grubbinck ca. 60 jaar.<br />
Catharina haar wijlen man was Roelof ter Haar. Zij was geboren op boer<br />
Harckfordt (onder Alstatte). Het proces betreft een grensgeschil bij de Weertenpaal<br />
tussen Buurse, Esmarke, Usselo en Alstede en bij de Haarmühle<br />
tussen Buurse en Alstede. Bij de Roolvink-landweer was in de 16e eeuw door<br />
Alstätte een galg geplaatst. Die van <strong>Haaksbergen</strong> hadden deze willen "daal<br />
houwen" omdat hij "te nahe gezet" was.<br />
GP <strong>Haaksbergen</strong>:<br />
1629 1/9 Tonnis Ernstinck (niet te plaatsen).<br />
1629 5/10 Roelof Ernstinck<br />
1630 25/1 Herman Ernstinck<br />
1630 26/4 Johan Ernstinck<br />
1630 31/5 Hille weduwe van Herman Hulshoff bekent door haar wijlen man 60<br />
daalder schuldig te zijn aan wijlen Catharina Hermans, moeder van Herman<br />
Ernstinck, waarbij Herman Ernstinck x Catharina haar 22 daalder rente ge<br />
geven hebben. Totale schuld nu 82 daalder. Onderpand land de halve huis-<br />
stede in Buurse aan Ernstings bliek. De schuld van 60 daalder was vastge-<br />
legd bij protocol van 15 september 1617.<br />
1631 5/10 Herman Ernstinck x Trine waren op het kinderbier van Johan te<br />
Lintelo.<br />
1653 16/5 De drost bespreekt Jan Ernstinck en de weduwe en erfgenamen van<br />
wijlen Roelof Ernstinck als erfgenamen ab intestato et ex collatorale linea<br />
van wijlen Herman Ernstinck. Betreft 50e penning.<br />
1657 23/2 Jan Ernstinck bespreekt Trine Ernstinck weduwe Herman Ernstinck,<br />
Aelken Ernstinck weduwe Jan te Lintelo en de weduwe van Roelof<br />
Ernstinck voor 100 daalder, zo wijlen Herman Ernstinck hem vooraf uit zijn<br />
goed beloofd heeft. Trine ontkent. (Waarschijnlijk mag men hieruit concluderen,<br />
dat Jan en Herman Ernstink volle broers en dus uit het eerste huwelijk<br />
waren) . 1670 16/1 Testament van Aelken Ernstinck weduwe van Jan te<br />
Lintelo. Erf-
genamen zijn kinderen en kleinkinderen.<br />
C. JOHAN ERNSTINK, overleden ca. 1658<br />
gehuwd ca. 1615 met<br />
FENNE N.N. Aanvankelijk landbouwer op Ernstink, na 1634 op Hulshof<br />
of deel van Hulshof f.<br />
Kinderen:<br />
1. Trine Ernstink<br />
gehuwd in 1638 met<br />
Jan Hassink. Bouwlieden op deel Hassink in Eppenzolder.<br />
2. Herman Ernstink<br />
gehuwd ca. 1640 met<br />
N.N. Bouwlieden op Hulshof in Buurse.<br />
3. Fenne Ernstink<br />
gehuwd ca. 1643 met<br />
Herman Rengerink. Bouwlieden op de Plate in Graes.<br />
4. N.N. Ernstink<br />
gehuwd met<br />
Tonnis N.N.<br />
5. N.N. Ernstink<br />
gehuwd met<br />
Stoffer Klomper. Timmerman in woning Blankenborg nr. 149.<br />
M B Buurse:<br />
1610 19/7 Johan Ernstinck toegevoegd als gezworene.<br />
1616 23/4 Idem is gezworene. Archief Weerda of<br />
Veldhuis:<br />
1628 9/2 Huismerk van Johan Ernstinck: Weerds<br />
1634 3/11 Gerdt ter Steenborg x Gese verkopen aan Berent Tyasinck het van<br />
Johan Ernstinck x Fenne aangekochte Willykesland, gelegen langs Koepers en<br />
Westendorps gaardens en de Helweg in de Buurser Esch met één eind aan<br />
Roerinks stuk en andere eind aan Gleis' achtergaarden.<br />
1656 20/1 Jan Ernstinck x Fenne en zoon Herman verkopen de halve akker<br />
met het part in de Sympenberger gaarden aan Herman ter Haarmolle x Trijne<br />
voor ƒ 80, - en l daalder voor Fenne. Merk van Jan Ernstinck: Weerds<br />
GP <strong>Haaksbergen</strong>:<br />
1634 23/6 GERDT TER STEENBORG x GESE als kopers van het erve Ernstinck<br />
bespreken Jan Ernstinck om met hen in rekening en reliqua te treden.<br />
Het gericht beveelt dit op donderdag 26 juni te <strong>Haaksbergen</strong> ten huize van<br />
Johan te Lintelo.<br />
1647 29/11 Jan Hassink bespreekt zijn schoonvader Jan Ernstinck overeen<br />
komstig de huwelijksvoorwaarden van 23 maart 1638 voor 375 daalder.<br />
1648 3/6 Jan Hassinck x Trine Ernstinck verkopen deel Hassink.<br />
1649 29/10 Plaate Herman Rengerink in Graes.<br />
66
666 -<br />
1650 24/7 Engelbert Harmolle, Herman Rengerink en Jan Jaassinck hebben<br />
een katerstede in Graes gekocht.<br />
1650 11/11 Herman Rengerink x Fenneken Ernstinck.<br />
1651 7/4 Engelbert Harmolle contra Herman Plate Rengerink.<br />
1652 6/12 Herman de zoon van Jan Ernstinck.<br />
1656 28/1 Jan Ernstinck en vrouw zijn volgens rekenschap van 23 mei 1643<br />
40 daalder schuldig gebleven aan schoonzoon Herman Rengerink, nu in Graes<br />
wonende. Onderpand de halve Ernstinck-aam.<br />
1656 25/2 Herman Ernstinck dicto Hulshof nomine parentum contra Herman<br />
Rengerink.<br />
1658 15/2 Tonnis de schoonzoon van wijlen Jan Ernstinck.<br />
1659 18/4 Er is sprake van de huisvrouw van Herman Ernstinck, die voor ca.<br />
20 jaar beloofd had via Kamp Jacob geld aan de armen van <strong>Haaksbergen</strong> te<br />
geven,<br />
1660 9/5 Stoffer Klomper pro se en mede-erfgenamen van wijlen Jan Ernstinck<br />
doet aanpanding aan Haar Roelof (schoonzoon van Roelof Ernstinck).<br />
1659 13/6 Stoffer Klomper en Hulsz (Hulshof) Herman bespreken Haar Roelof<br />
voor 100 gulden.<br />
1675 1/2 Jan Hassink x Trine Ernstinck zijn van hoge ouderdom.<br />
De eerste familie Ernstink heeft omstreeks 1634 het erve Ernstink verlaten;<br />
Er komt dan een tweede familie, die naar de gewoonte van de tijd weer de<br />
naam Ernstink aanneemt:<br />
D. GERDT STEENBORG alias ERNSTINK, overleden voor 1645,<br />
gehuwd ca. 1620 met<br />
GESE BRUININCK, N.H. lidmaat 1668,<br />
hertrouwd ca. 1640 met<br />
KARST N.N. alias ERNSTINK, overleden 1671-1675.<br />
Landbouwer op Ernstink, Karst was kerkmeester van <strong>Haaksbergen</strong>.<br />
Kinderen uit Ie en 2e huwelijk, mogelijk het eerste kind uit het eerste huwelijk<br />
en de anderen uit het tweede:<br />
1. GERDT ERNSTINK, zie E<br />
2. Geesken Ernstink, N.H. Lidmaat ca. 1670,<br />
gehuwd vóór 1666 met<br />
Gerdt ten Dorenbos, zoon van Jacob. Bouwlieden op Doornbos in Buurse.<br />
3. Jenneken Ernstink, dochter van kerkmeester Karst, N.H. lidmaat ca.<br />
1670, gehuwd met N.N. <strong>Haaksbergen</strong> 1670 23/1 - 27/2 met<br />
Arend Wolterink, zoon van wijlen kerkmeester Geert. '<br />
4. Harmen Ernstink, zoon van kerkmeester Karst, N.H. lidmaat 1667,<br />
gehuwd met N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1670 6/11 (Neede 30/ll)met<br />
Judith ten Hengel. Deze was voordien op 21 juni 1668 te Neede als weduwe<br />
van Jan Harperink getrouwd met Egbert te Giffel.<br />
5. Aaltje Ernstink, dochter van wijlen kerkmeester Karst,
gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1675 21/2 (attestatie naar Rekken) met<br />
Jan Hemsink, zoon van wijlen Willem, Rekken.<br />
Vuurstedenregister: 1675 Karst nu Gerdt Ernstinck.<br />
GP <strong>Haaksbergen</strong>:<br />
1645 januari. Karst Ernstink en Heege Jan spreken Herman Rengerink aan<br />
voor op Martini 1644 verschenen pacht van 20 daalder.<br />
1645 januari. Jan Snoer bespreekt de weduwe van Gerdt Ernstink voor 3koop<br />
zout. die wijlen Gerdt Ernstink verborgd heeft voor wijlen Gerdt Rengerink en<br />
dit in presentie van Trine Ernstink.<br />
1645 10/2 Herman Rengerink deponeert 20 daalder voor rente, die hij tot nu<br />
toe aan Heege Jan betaalde.<br />
1645 17/2 Karst Ernstinck bespreekt de weduwe en zoon Herman Rengerink als<br />
erfgenamen van wijlen Gerdt Rengerink voor 3 koop zout. Herman Rengerink<br />
zegt van zijn ouders niets als "'t haal" geërfd te hebben.<br />
1650 18/3 Karst Ernstinck is successor van wijlen Gerdt Ernstinck.<br />
1656 3/3 Karst Ernstinck x Geesken kopen land op de Brug Esch van de kerkmeesters<br />
van <strong>Haaksbergen</strong>.<br />
1663 23/2 Karst Ernstinck is kerkmeester.<br />
1668 2/3 Karst' zoon Herman alias Karst' Herman alias Herman Ernstinck<br />
koopt het Heggestuk en de Kule in de Brug Esch van Haar Roelof.<br />
1666 3/9 Karst Ernstinck x Geesken Bruininck testeren op het langst leven.<br />
Na beider dood is het eigendommelijke halve erve Ernstink deelbaar onder<br />
de kinderen. (Andere helft eigendom van voorkind?)<br />
1669 21/12 Gerdt ten Doornbos x Geesken Ernstinck verkopen de Benenkamp<br />
bij de Ham aan Rijdt Gerdt en Rijdt Jan.<br />
1671 9/1 Gerdt ten Doornbos x Geesken Ernstink betalen de bruidschat van<br />
wijlen Griete ten Dorenbos, vrouw van Herman Meijerink.<br />
1690 26/6 Rotger Wolterink en Gerdt ten Doornbos zijn mombaren van Geertje<br />
Wolterink, minderjarig dochtertje van wijlen Arend Wolterink en wijlen<br />
Jenneken Ernstink. De ontvangst van hun nalatenschap wordt op 19 november<br />
1692 gequiteerd door Lucas Queckeboom als man van Geertje Wolterink.<br />
E. GERDT ERNSTINK, overleden 1693-1705, N.H. lidmaat 1679,<br />
gehuwd ca. 1655 met<br />
JENNEKEN N.N. overleden na 1711<br />
Kinderen:<br />
1. Geertje Ernstink, dochter van Geert, N.H. lidmaat 1681, overleden na<br />
1736, gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1680 14/3 - paasmaandag met<br />
Arend Wargerink zoon van Jan. Bouwlieden .op Groot Wargerink in Buurse.<br />
2. Aaltje Ernstink, dochter van Gerrit. overleden voor 1736,<br />
gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1694 2/9 (19/10 attestatie naar Enschede) met<br />
Harmen Elferink, zoon van Harmen, Usselo.<br />
667
668<br />
3. JAN ERNSTINK, zie F '<br />
4. Enneke Ernstink, dochter van Gerrit, overleden na 1736,<br />
gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1696 13/9 met<br />
Gerrit Lamberts, zoon van Jan, op de Ypkemeule onder Enschede.<br />
5. Jenneken Ernstink, dochter van wijlen Gerrit,<br />
ondertrouwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1705 19/12 met<br />
Hendrik Geesink, zoon van Tonnis, onder Diepenheim.<br />
De bruid overleed voor de derde proclamatie.<br />
6. Christiaan Ernstink, overleden in 1736.<br />
GP <strong>Haaksbergen</strong>:<br />
1662 27/1 Jan Hulshof is 20 daalder schuldig aan Gerdt Ernstinck x Jenneken.<br />
1736 23/4 Christiaan Ernstink testeert. Erfgenamen zijn broer Jan Ernstink,<br />
zuster Geertje op Wargerink, kinderen van wijlen zuster Aaltje vrouw van<br />
Herman Elferink en zuster Enneke gehuwd met Albert Lamberts te Enschede.<br />
(Mogelijk 2e huwelijk?) Aan de armen van Buurse ƒ 50, -.<br />
Vuurstedenregister:<br />
1675 Karst nu Gerdt Ernstinck.<br />
Hoofdgeld:<br />
1675 Geerdt Ernstinck.<br />
500e Penning:<br />
1675 Geerdt Ernstinck ƒ 2000, -<br />
1000e Penning:<br />
1693 Geerdt Ernstinck ƒ 500. -<br />
1711 Weduwe Ernstinck ƒ 1000, - en Jan Ernstink ƒ 1000, -<br />
1733 Ernstink ƒ 500, - en Karst Ernstink ƒ 500, -<br />
1738 Ernstink ƒ 500, -<br />
F. JAN ERNSTINK, zoon van Gerrit, N.H. lidmaat 1679, groeve 1749 1/8.<br />
gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1695 28/4 - 25/5 met<br />
JENNEKE ELFERINK, dochter van Harmen, Usselo, N.H. Iidmaatl697<br />
(attestatie van Enschede)<br />
Kinderen:<br />
1. Harmken Ernstink, dochter van Jan, N.H. lidmaat 1714,<br />
gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1729 3/12 met<br />
Jan Wenninkmeule. Deze was voordien te Neede gehuwd op 1723 23/1<br />
met Geertje ter Braak.<br />
2. Janna Ernstink, dochter van Jan, N.H. lidmaat 1723,<br />
gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1733 19/4 met<br />
Conrad Reimelink, zoon van wijlen Jan, Oldeneibergen.<br />
3. Aaltje Ernstink, dochter van Jan, N.H. lidmaat 1724.<br />
gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1737 7/4 - 28/4 met<br />
Gerrit Jaasink, zoon van Berend, Honesch.<br />
4. GERRIT ERNST ENK, zie G.
5. Enneke Ernstink, dochter van Jan, N.H. lidmaat 1735,<br />
gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1748 18/8 met<br />
Arend te Reef, zoon van Gerrit, onder Goor.<br />
6. Christiaan Ernstink, begraven 1802 2/6,<br />
gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1752 29/10 - 19/11 met<br />
Janna Westendorp, Buurse, overleden 1796 20/6.<br />
Bouwlieden op Ernstink -wönner.<br />
GP <strong>Haaksbergen</strong>:<br />
1729 20/4 Jan Eernstink x Jenneke deponeren hun testament, actum op het<br />
goed Ernstink.<br />
Volkstelling:<br />
1748 Gerrit Ernstink en vrouw, zijn vader en moeder, 3 knechten en l meid.<br />
Hoofdgeld:<br />
1764 Ernstink. 5 personen en Christiaan Ernstink, 3 personen.<br />
Brouwersboek de Zwaan (rekeninghoofd Ernstink-wönner): 1796<br />
20/6 Christiaan Ernstinks vrouw verluid. 1802 2/6 Groeve van<br />
Christiaan Ernstink.<br />
G. GERRIT ERNSTINK, zoon van Jan, N.H. lidmaat 1725, begraven 1775<br />
25/8, gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1747 15/10 - 26/11 met AALT JE<br />
JAASINK, dochter van wijlen Berend, Honesch, gewoond hebbend te<br />
Amsterdam, begraven 1771 4/2.<br />
Kind:<br />
1. Janna Ernstink, N.H. gedoopt 1749 16/3, begraven 1755 8/3.<br />
1000e Penning:<br />
1751 Gerrit Ernstink ƒ 1800, -1757 Gerrit<br />
Ernstink en moeder ƒ 2000, -50e Penning:<br />
1772 27/1 Door het overlijden van vrouw Aaltje Jaasink in 1771 is de halve<br />
plaats Ernstink aan Gerrit Ernstink vervallen. Hij meent geen recht schuldig<br />
te zijn, omdat hij buiten gemeenschap van goederen getrouwd was.<br />
1774 24/9 Gerrit Ernstink heeft op 23 september de plaats Ernstink in Buur<br />
se overgedragen aan zijn oomzegger HARMEN WENNINKMEULE (zoon van<br />
Jan en Harmken Ernstink Fl) compleet met inboedel, vee, gewas etc. voor<br />
ƒ 3000,-.<br />
Brouwersboek de Zwaan (rekeninghoofd Gerrit Ernstink):<br />
1749 1/8 Groeve van zijn vader.<br />
1755 8/3 Groeve van zijn kind.<br />
1769 4/11 Zijn moeder verluid.<br />
1771 4/2 Groeve van Ernstinks vrouw.<br />
1775 25/8 Groeve van Ernstink.<br />
Met Gerrit Ernstink is het tweede geslacht Ernstink op Ernstink uitgestor-<br />
669
670<br />
ven; er komt nu een oomzegger, die opnieuw de naam Ernstink aanneemt.<br />
H. HARMEN WENNINKMEULE, alias ERNSTINK, bij huwelijk wonend te<br />
Buurse, gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1769 22/10 - 19/11 met JANNA<br />
JAASSINK, wonend Buurse, overleden 1770 24/6, hertrouwd N.H.<br />
<strong>Haaksbergen</strong> 1773 16/5 - 20/6 met BERENDINA SCHOLTEN,<br />
begraven 1784 2/3.<br />
Kinderen uit het Ie huwelijk:<br />
1. Jan (tweeling) Wenninkmeule, N.H. gedoopt 1770 1/7, overleden 1770<br />
7/7.<br />
2. Janna (tweeling) Wenninkmeule, N.H. gedoopt 1770 1/7, overleden 1793<br />
9/11.<br />
Kinderen uit het 2e huwelijk:<br />
3. JANNA ERNSTINK, N.H. gedoopt 1774 23/5. zie J.<br />
4. Gerrit Ernstink, N.H. gedoopt 1776 3/3.<br />
5. Jan Harmen Ernstink, N.H. gedoopt 1779 2/4.<br />
6. Christina Ernstink, N.H. gedoopt 1781 7/10. overleden 1830,<br />
gehuwd <strong>Haaksbergen</strong> 1806 4/6 met<br />
Jan Harmen Bos, zoon van Jacob x Jenneke Schipholt, N.H. gedoopt<br />
1783 25/3,<br />
hertrouwd <strong>Haaksbergen</strong> 1853 22/1 met<br />
Liebe Scholten, weduwe van Jan Harmens broer Arend Bos.<br />
Bouwlieden op Doornbos te Buurse.<br />
•<br />
Brouwersboek De Zwaan (rekeninghoofd Harmen Ernstink):<br />
1770 24/6 De jonge vrouw verluid.<br />
1770 7/7 Kind verluid.<br />
1784 2/3 Groeve van zijn vrouw.<br />
1792 24/1 Groeve van zijn zoon.<br />
1793 9/11 Dochter verluid.<br />
Brief van burgemeester Schaepman aan de gouverneur van Overijssel:<br />
1836 14/4 Jan Harmen Bos wil hertrouwen met de weduwe van zijn broer<br />
genaamd Liebe Scholten. Zowel Jan Harmen als Liebe Scholten hebben 8<br />
kinderen, die zich samen met andere familieleden hiertegen verzetten. Het<br />
huwelijk wordt voorlopig gestuit, maar bij K.B. van 1852 18/12 krijgen<br />
beiden vergunning om te trouwen.<br />
J. GRADUS BOS, zoon van Jacob en Jenneke Schipholt, N.H. gedoopt 1774<br />
11/9, gehuwd N.H. <strong>Haaksbergen</strong> 1792 2/9 - 7/10 met JANNA<br />
ERNSTINK, dochter van Harmen en Berendina Scholten,<br />
Kinderen:<br />
1. Gerridina Bos, N.H. gedoopt 1793 6/10<br />
2. Gerritdina Bos, N.H. gedoopt 1794 11/10<br />
3. JAN WILLEM BOS. N.H. gedoopt 1797 12/12 - 15/12, zie K
4. Harmen Bos, N.H. gedoopt 1800 6/10 - 12/10<br />
5. Gerrit Jan Bos, N.H.' gedoopt 1803 17/4 - 24/4<br />
K. JAN WILLEM BOS,<br />
gehuwd <strong>Haaksbergen</strong> 1816 30/12 met<br />
HENDRINA NIJHUIS, dochter van Gerrit Jan en Aleida Goorhuis, Lonne-<br />
ker.<br />
Jan Willem was de eerste ouderling van de nieuwe N.H. gemeente te<br />
Buurse.<br />
Kinderen:<br />
1. GERHARDUS BOS. geboren 1819 22/5, zie L.<br />
2. Johanna Bos, geboren 1821.<br />
gehuwd <strong>Haaksbergen</strong> 1853 4/5 met<br />
Jacobus Bos, geboren te Lonneker, zoon van Jan en Janna Scholten,<br />
hertrouwd <strong>Haaksbergen</strong> 1868 25/1 met<br />
Gerrit Jan Bos, zoon van idem. geboren 1829 6/5.<br />
Landbouwers op de Koekoek te Buurse.<br />
3. Gerhardina Bos, geboren 1824,<br />
gehuwd <strong>Haaksbergen</strong> ] 855 20/4 met<br />
Hendrik Jan Bos, zoon van Jan Harmen en wijlen Christina Ernstink,<br />
geboren 1825 14/1<br />
Deze hertrouwde <strong>Haaksbergen</strong> 1860 8/11 met<br />
Alberdina Burgers, geboren te Eibergen 1839 12/4,<br />
hertrouwd <strong>Haaksbergen</strong> 1873 11/10 met<br />
Hendrik Jan Bos, geboren 1846 2/11.<br />
Caféhouders op de oude Kruisboer te Buurse, nu Alsteedseweg 28.<br />
4. Jan Bos, geboren in 1825<br />
5. Arend Jan Bos. geboren in 1829<br />
6. Gerrit Willem Bos, geboren 1832 22/9, overleden 1919 15/2<br />
7. Christina Bos, geboren 1835 26/3, overleden 1904 4/12<br />
gehuwd <strong>Haaksbergen</strong> 1860 9/3 met<br />
Jan Bos, zoon van Jan Harmen en wijlen Christina Ernstink, geboren<br />
1811 9/4, overleden 1891 30/5. Landbouwers op de Braam te<br />
Buurse.<br />
8. Berend Jan Bos, geboren 1840 15/3,<br />
gehuwd <strong>Haaksbergen</strong> 1880 31/7 met<br />
Janna Leusink, geboren te Lonneker 1835 6/4,<br />
L. GERHARDUS BOS. overleden 1910 28/9<br />
gehuwd <strong>Haaksbergen</strong> 1864 29/5 met<br />
JENNEKE KLOOSTERS, geboren Markelo 1835 30/5, overleden 1904<br />
12/12 Kinderen: 1. WILLEMINA HENDRINA BOS,<br />
geboren 1865 7/6, zie M<br />
671
672<br />
2. Harmina Johanna Bos, geboren 1867 12/7<br />
3. Gerridina Bos, geboren 1868 5/7, overleden 1948 2/11,<br />
gehuwd met<br />
Jan Willem Hesselink, geboren 1865 19/12 te Winterswijk, overleden<br />
1947 5/5. Landbouwer op de Braam, na 1918 secretaris van het markebestuur.<br />
4. Anna Bos. geboren 1873 4/1.<br />
M. JAN HENDRIK HESSELINK, geboren Winterswijk 1861 15/9, overleden<br />
1918 12/8,<br />
gehuwd met<br />
WILLEMINA HENDRINA BOS, overleden 1935 28/2<br />
Landbouwers op Ernstink, Jan Hendrik was lid van het markebestuur.<br />
Kinderen:<br />
1. Gradina Johanna Hesselink. geboren 1888 22/2. overleden 1957 11/7.<br />
gehuwd met<br />
Hendrik Jan Roerink, geboren 1886 4/10, overleden 1965 14/12.<br />
2. Anna Christina Hesselink, geboren 1890 1/12<br />
3. JAN HENDRIK HESSELINK, geboren 1893 12/4, zie N.<br />
4. Janna Geertruid Hesselink, geboren 1896 17/5<br />
5. Gerhardus Hesselink, geboren 1898 27/4<br />
N. JAN HENDRIK HESSELINK. overleden 1972 14/2.<br />
gehuwd met<br />
EVERDINA ROERINK, geboren 1892 26/5, overleden 1976 17/9<br />
Kinderen:<br />
1. Jan Hendrik Gerrit Hesselink. geboren 1917 27/8. landbouwer op de<br />
nieuwe Bosplaats te Buurse. Broekheurnerweg 33<br />
2. Gerrit Jan Hesselink. geboren 1919 3/11<br />
3. Hendrik Willem Hesselink, geboren 1921 15/7, op Ernstink<br />
4. Johan Hesselink. op Ernstink<br />
5. Gesina Hesselink.<br />
W. E. ten Asbroek -J. G. L. Overbeeke