14.12.2012 Views

CO2 Overdrachten onder het Europese systeem van emissiehandel

CO2 Overdrachten onder het Europese systeem van emissiehandel

CO2 Overdrachten onder het Europese systeem van emissiehandel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>emissiehandel</strong><br />

Onderzoek naar belemmeringen,<br />

om<strong>van</strong>g en mogelijkheden om<br />

projecten op korte en lange termijn<br />

veilig te stellen<br />

Eindrapportage<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM<br />

maart 2010<br />

definitief<br />

Shell<br />

ETS bedrijf<br />

<strong>CO2</strong> Opslag<br />

Barendrecht<br />

Distributie<br />

Geen ETS bedrijven<br />

Linde Gas<br />

Pijpleiding OCAP<br />

Abengoa<br />

Geen ETS<br />

<strong>CO2</strong> levering<br />

Tuinders<br />

Wel/geen ETS<br />

<strong>CO2</strong> + NOx emissie<br />

CO 2 + NO x emissie<br />

CO 2 + NO x emissie<br />

Heaters voor<br />

kasverwarming winter<br />

CO 2<br />

CO 2<br />

CO 2


<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>emissiehandel</strong><br />

Onderzoek naar belemmeringen,<br />

om<strong>van</strong>g en mogelijkheden om<br />

projecten op korte en lange termijn<br />

veilig te stellen<br />

Eindrapportage<br />

dossier : C5782-01.001<br />

registratienummer : MD-MV20100129<br />

versie : definitief<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM<br />

maart 2010<br />

definitief<br />

© DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, z<strong>onder</strong> voorafgaande<br />

schriftelijke toestemming <strong>van</strong> DHV B.V., noch mag <strong>het</strong> z<strong>onder</strong> een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor <strong>het</strong> is vervaardigd.<br />

Het kwaliteits<strong>systeem</strong> <strong>van</strong> DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.


DHV B.V.<br />

INHOUD BLAD<br />

VOORWOORD 3<br />

SAMENVATTING 4<br />

1 INLEIDING 9<br />

1.1 Aanleiding <strong>van</strong> de studie 9<br />

1.2 Doel en reikwijdte <strong>van</strong> de studie 9<br />

1.3 Aanpak en informatiebronnen 10<br />

1.4 Probleemsc<strong>het</strong>s 11<br />

2 <strong>CO2</strong> OVERDRACHT IN HET ETS 13<br />

2.1 <strong>CO2</strong>: emissie of product? 13<br />

2.2 MRG: Binnen ETS is overdracht administratief aangescherpt 13<br />

2.3 Nederland: overdracht wordt niet genoemd 14<br />

2.4 Situatie in de praktijk: <strong>CO2</strong> voor bemesting is product, overdracht echter niet sluitend 14<br />

2.5 <strong>CO2</strong> overdrachtsituaties in de glastuinbouw 15<br />

3 ONTWIKKELINGEN IN DE GLASTUINBOUW 16<br />

3.1 Inleiding 16<br />

3.2 Afspraken t.a.v. <strong>CO2</strong> uitstoot glastuinbouw 16<br />

3.3 Kostenverevening<strong>systeem</strong> glastuinbouw 16<br />

3.4 WKK 17<br />

3.5 Duurzame kassen 19<br />

4 ONDERZOEK CASES 20<br />

4.1 Vergelijking cases 20<br />

4.2 Energiebesparing ten opzichte <strong>van</strong> referentie 21<br />

4.3 Algemeen conclusie cases 22<br />

5 POTENTIE VAN <strong>CO2</strong>-LEVERING 24<br />

5.1 Leveranciers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> 24<br />

5.2 Afnemers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> 26<br />

5.3 Conclusies 28<br />

6 RELEVANTE ONTWIKKELINGEN ETS VOOR <strong>CO2</strong> OVERDRACHTSPROJECTEN 30<br />

6.1 Veilen <strong>van</strong> ETS rechten 30<br />

6.2 Carbon Capture and Storage 30<br />

6.3 Domestic offset projects (DOP) 31<br />

6.4 Conclusies rele<strong>van</strong>te ontwikkelingen 31<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 1 -


DHV B.V.<br />

7 MOGELIJKHEDEN WAARDERING/STIMULERING MILIEUVOORDEEL 32<br />

7.1 Inleiding 32<br />

7.2 Oplossingsrichtingen 2013 - 2020 32<br />

7.3 Referentie en besparing 33<br />

7.4 Toepassing overheidscriteria op oplossingsrichtingen 33<br />

7.5 Uitwerking overgebleven oplossingsrichtingen 33<br />

7.6 Conclusies oplossingsrichtingen 38<br />

8 COLOFON 41<br />

BIJLAGEN<br />

1 Tekst MRG (2007) met betrekking tot overdacht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong><br />

2 Voorstel (2009) voor de aanpassing <strong>van</strong> MRG(2007) aan CCS<br />

3 <strong>CO2</strong> afspraken glastuinbouwsector<br />

4 Uitwerking cases<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 2 - MD-MV20100129


VOORWOORD<br />

DHV B.V.<br />

Deze rapportage is deels gebaseerd op een drietal discussies met een klankbordgroep, die plaats vonden<br />

gedurende <strong>het</strong> jaar 2009. Deze klankbordgroep bestond uit vertegenwoordigers <strong>van</strong> industriële bedrijven<br />

en producenten <strong>van</strong> elektriciteit, betrokken distributeurs <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> en vertegenwoordigers <strong>van</strong> tuinders.<br />

De volgende deelnemers waren, in wisselende samenstelling, bij deze bijeenkomsten betrokken.<br />

Wij danken de deelnemers hartelijk voor hun bijdrage aan deze discussies.<br />

Anne <strong>van</strong> de Marel Eon-Benelux<br />

Barend <strong>van</strong> Engelenburg DCMR<br />

Cyril Dumoulin Shell<br />

Evert <strong>van</strong> Velzen Shell<br />

Guus Meis Glaskracht<br />

Jacob Limbeek OCAP<br />

Jos Cozijnsen Emissierechten/ Warm<strong>CO2</strong><br />

Kees <strong>van</strong> der Zalm Warm<strong>CO2</strong><br />

Piet Broekharst Productschap Tuinbouw<br />

Rob <strong>van</strong> de Valk Glaskracht<br />

Edwin Valkenburg Eneco<br />

Fred Hage Linde<br />

Rik Lambotte Yara<br />

Michel Groeneveld EON<br />

Ferdi <strong>van</strong> Elswijk Prominent Telersvereniging<br />

Piet de Looff Essent<br />

Arjan <strong>van</strong> der Spek Arjanet BV<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 3 -


DHV B.V.<br />

SAMENVATTING<br />

<strong>CO2</strong> belangrijke productiefactor in de glastuinbouw<br />

In een aantal projecten in Nederland wordt <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> industriële bronnen via pijpleidingen<br />

geleverd aan glastuinbouwbedrijven voor <strong>CO2</strong>-bemesting. De reden voor <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> deze <strong>CO2</strong> is<br />

bedrijfseconomisch: de planten groeien harder. Het gebruik <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> externe bronnen heeft<br />

ook een milieuvoordeel: de glastuinbouwbedrijven verstoken in de zomer geen aardgas, om uitsluitend<br />

<strong>CO2</strong> te maken.<br />

Geen administratieve overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> ETS- naar niet ETS bedrijven<br />

De industriële bronnen vallen <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS, de overgrote meerderheid <strong>van</strong> glastuinbouwbedrijven niet.<br />

Door de levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> industriële partijen aan glastuinbouwbedrijven wordt <strong>CO2</strong> die valt <strong>onder</strong> ETS<br />

overgedragen aan niet-ETS partijen. Hierdoor ‘verdwijnt’ als <strong>het</strong> ware <strong>CO2</strong> uit <strong>het</strong> ETS. De <strong>Europese</strong><br />

monitoringregels (MRG 1 ) <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS houden rekening met overdracht (‘transfer’) <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> voor nuttige<br />

toepassingen <strong>onder</strong> bepaalde voorwaarden.<br />

Economische basis voor <strong>CO2</strong> levering is in 2008 veranderd<br />

Door de verandering in MRG is sinds 2008 de economische basis voor <strong>CO2</strong> levering( bekeken <strong>van</strong>uit de<br />

optiek <strong>van</strong> de <strong>CO2</strong> producent) veranderd. De <strong>CO2</strong> producenten in de twee operationele cases, Shell en<br />

Eon, hebben in de periode 2005- 2007 overgedragen <strong>CO2</strong> ten behoeve <strong>van</strong> bemesting in de glastuinbouw<br />

kunnen aftrekken <strong>van</strong> hun totale <strong>CO2</strong>-emissie en konden de <strong>CO2</strong> emissierechten zelf behouden. Door de<br />

aangescherpte regels voor overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> wordt deze aftrek door de Nederlands Emissieautoriteit<br />

(NEa) voor de periode 2008 – 2012 echter niet meer geaccepteerd. De reden hiervoor is dat <strong>het</strong> niet lukt<br />

de overdracht boekhoudkundig sluitend te maken.<br />

– De glastuinbouwsector accepteert deze overdracht niet als emissies voor hun eigen sector, omdat<br />

deze emissiedoelstellingen <strong>van</strong> de sector in gevaar brengt. Ook bestaat er een toezegging <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Ministerie <strong>van</strong> LNV dat een dergelijke overdracht niet voor rekening komt <strong>van</strong> de<br />

glastuinbouwsector.<br />

– De overheid accepteert opname in de nationale emissieboekhouding als PM post niet omdat dit<br />

betekent dat de overheid de emissies in deze PM post zal moeten compenseren (bijvoorbeeld door<br />

rechten in <strong>het</strong> buitenland te kopen) om aan de Kyoto doelstellingen te voldoen.<br />

Business cases rondom <strong>CO2</strong>-levering zijn (deels) gebaseerd op <strong>het</strong> verwachte financiële voordeel door de<br />

aftrek <strong>van</strong> overgedragen <strong>CO2</strong>. Betrokken partijen geven aan dat hierdoor de continuïteit <strong>van</strong> deze<br />

projecten mogelijk in gevaar komt.<br />

Nieuwe regels hebben merkwaardige uitwerking<br />

De eisen uit de <strong>Europese</strong> monitoring richtlijn (MRG) zijn op nationaal niveau niet direct werkend. In<br />

Nederland zijn deze eisen opgenomen in de ‘Regeling monitoring handel in emissierechten’, die<br />

grotendeels gebaseerd is op de MRG. Vanaf 2008 is door VROM deze Regeling zo opgesteld dat <strong>CO2</strong>overdracht<br />

feitelijk niet meer genoemd wordt en daarmee niet meer toegestaan is. De uitwerking <strong>van</strong> deze<br />

verandering in de praktijk is merkwaardig. In 2008 kon Shell de <strong>CO2</strong> , geleverd aan OCAP (t.b.v levering<br />

via pijpleiding aan glastuinbouw), niet meer aftrekken, maar <strong>CO2</strong> geleverd aan Linde (t.b.v. vloeibare<br />

levering aan <strong>onder</strong>meer glastuinbouw en voedingsmiddelenindustrie) mocht wél afgetrokken worden.<br />

1<br />

Guidelines for the monitoring and reporting of greenhouse gas emissions pursuant to Directive<br />

2003/87/EC of the European Parliament and of the Council (18 July 2007)<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 4 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

Voorzetting en uitbreiding <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> levering aan tuinders levert een netto <strong>CO2</strong> emissiereductie op<br />

voor Nederland als geheel<br />

<strong>CO2</strong> levering aan tuinders levert een milieuvoordeel op, in de vorm <strong>van</strong> vermeden <strong>CO2</strong>-emissies. Het<br />

milieuvoordeel ontstaat doordat door afname <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> door tuinders die hun eigen warmteopwekking<br />

verzorgen wordt vermeden dat tuinders in de zomer zelf <strong>CO2</strong> produceren z<strong>onder</strong> dat de daarbij opgewekte<br />

warmte kan worden gebruikt. Het potentieel voor <strong>CO2</strong>-reductie door overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> is groter dan<br />

alleen de drie cases beschreven in dit rapport. De bestaande cases kunnen in om<strong>van</strong>g groeien en de<br />

haalbaarheid <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> overdracht <strong>van</strong>uit de industrie of elektriciteitscentrales in enkele andere situaties<br />

wordt <strong>onder</strong>zocht. Voor de overheid is voorzetting <strong>van</strong> de huidige cases en opstart <strong>van</strong> nieuwe <strong>CO2</strong><br />

overdrachtproject <strong>van</strong> belang omdat deze bijdragen aan <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

klimaatdoelstelling.<br />

Verdere groei binnen staande en nieuwe projecten mogelijk<br />

In dit project zijn de drie bestaande overdrachtscases <strong>onder</strong>zocht.<br />

– Eon: Levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> en warmte <strong>van</strong>uit de RoCa–centrale via Eneco aan tuinders in de<br />

B-driehoek .<br />

– Shell: Levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> via OCAP aan tuinders in <strong>het</strong> Westland.<br />

– Yara: levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> en warmte via Warm<strong>CO2</strong> aan tuinders in Terneuzen. Dit project wordt nu<br />

gerealiseerd, glastuinbouwgebied en pijpleiding zijn aangelegd en levering is in december 2009<br />

gestart.<br />

Er is groei mogelijk <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> overdrachten binnen de bestaande projecten. Groei <strong>van</strong> OCAP wordt<br />

gelimiteerd door de hoeveelheid <strong>CO2</strong> die zij <strong>van</strong> industriële bronnen kunnen afnemen. Aanbod <strong>van</strong> <strong>CO2</strong><br />

kan op termijn echter toenemen. Naast Abengoa, een nieuwe <strong>CO2</strong>-bron waar al afspraken mee bestaan,<br />

komen er waarschijnlijk nieuwe producenten <strong>van</strong> waterstof in <strong>het</strong> Rijnmondgebied met geconcentreerde<br />

emissies <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>. Voor RoCa is verdere groei <strong>van</strong>wege bedrijfseconomische redenen niet waarschijnlijk.<br />

Warm<strong>CO2</strong> ziet mogelijkheden voor een tweede project, na de ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> eerste gebied.<br />

Potentieel is er een groeiende vraag naar <strong>CO2</strong>-levering in de glastuinbouw, <strong>onder</strong>meer door de gewenste<br />

transitie naar duurzame glastuinbouw. Daarbij wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt <strong>van</strong> restwarmte of<br />

geothermie. Het aantal bronnen <strong>van</strong> geconcentreerde <strong>CO2</strong> is echter beperkt. Alleen bij DSM Agro is er nog<br />

een substantiële stroom pure <strong>CO2</strong> (0,7 Mton) beschikbaar die op dit moment niet wordt gebruikt. Nieuwe<br />

bronnen <strong>van</strong> geconcentreerde <strong>CO2</strong> zijn wel in ontwikkeling (Bio-ethanolproduktie, waterstofproduktie,<br />

CCS).<br />

<strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> rookgassen <strong>van</strong> elektriciteitscentrales is veel minder geconcentreerd (circa 10%)<br />

waardoor <strong>het</strong> minder interessant is deze gasstroom op commerciële basis te gebruiken voor<br />

<strong>CO2</strong> bemesting.<br />

Bestaande cases lopen op korte termijn geen gevaar<br />

Uit ons <strong>onder</strong>zoek blijkt dat op korte termijn (tot 2012) de voortzetting <strong>van</strong> de bestaande cases rond Shell<br />

en Yara geen gevaar loopt. Voortgang <strong>van</strong> de case rond de RoCa centrale is onzeker.<br />

– Volgens Shell ont<strong>van</strong>gt zij <strong>onder</strong> de huidige contractuele afspraken weinig inkomsten uit de<br />

overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> via OCAP aan de tuinders en is voortzetting op langere termijn <strong>van</strong> de OCAP<br />

case <strong>onder</strong> de huidige voorwaarden voor Shell commercieel niet interessant.<br />

– Warm<strong>CO2</strong> verkeert in een opstartfase. Op korte termijn is er voldoende belangstelling <strong>van</strong>uit de<br />

glastuinbouwsector voor de gronden die kunnen worden uitgegeven. Op langere termijn is <strong>het</strong> wel<br />

noodzakelijk dat meer duidelijkheid wordt geboden over de wijze waarop <strong>CO2</strong>-overdracht<br />

behandeld/verrekend gaan worden ten einde de ontwikkeling <strong>van</strong> een tweede glastuinbouwgebied<br />

niet in gevaar te brengen.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 5 -


DHV B.V.<br />

– Voortzetting <strong>van</strong> de RoCA case is wel in gevaar. Dit is echter niet (alleen) te wijten aan verandering<br />

in regels voor de overdracht. Door grote veranderingen in de energiesector sinds de start <strong>van</strong><br />

warmte- en <strong>CO2</strong>-levering (1996) door EOn is de commerciële basis voor warmte en <strong>CO2</strong>- levering<br />

ongunstiger geworden. Veranderingen in <strong>het</strong> ETS ten aanzien <strong>van</strong> overdracht en <strong>het</strong> op termijn<br />

veilen <strong>van</strong> de rechten zorgen voor een verdere verslechtering <strong>van</strong> de financiële vooruitzichten.<br />

Groot aantal ontwikkelingen zijn <strong>van</strong> invloed op <strong>het</strong> voortbestaan en de verdere uitbreiding <strong>van</strong><br />

<strong>CO2</strong> overdracht.<br />

Op lange termijn zijn de volgende ontwikkelingen <strong>van</strong> belang die gunstig (+) of ongunstig (-) zijn voor <strong>het</strong><br />

voortbestaan <strong>van</strong> de huidige projecten, dan wel de uitbreiding naar nieuwe <strong>CO2</strong> overdrachtsprojecten:<br />

(-) Veiling <strong>van</strong> ETS rechten: veiling <strong>van</strong> emissierechten pakt mogelijk gunstig uit voor WKK’s bij<br />

tuinders die (net) <strong>onder</strong> de ETS grens blijven (20MW). Dit kan de levering <strong>van</strong> warmte in<br />

combinatie <strong>CO2</strong> levering door de elektriciteitssector aan tuinders in gevaar brengen.<br />

(-) ETS/CCS: CCS is op lange termijn (na 2020) mogelijk een concurrent <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> overdrachten naar<br />

de glastuinbouw omdat deze overgedragen <strong>CO2</strong> wel afgetrokken mag worden. Kosten <strong>van</strong> CCS<br />

zijn vooralsnog erg hoog waardoor er op korte termijn geen concurrentie is te verwachten.<br />

(-/+) Emissieplafond voor de glastuinbouwsector: <strong>CO2</strong> overdrachten vallen momenteel niet <strong>onder</strong> <strong>het</strong><br />

emissieplafond voor de glastuinbouwsector. Dit zou in de toekomst mogelijk kunnen gaan<br />

veranderen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> streven <strong>van</strong> de overheid zoveel mogelijk emissies <strong>onder</strong> plafonds<br />

te brengen. Het is nu niet te zeggen of dit positief dan wel negatief uitpakt voor <strong>CO2</strong><br />

overdrachtsprojecten.<br />

(-/+) Nieuwe NOx emissiewetgeving (BEMS): Kosten voor WKK worden hoger (gunstig voor externe<br />

<strong>CO2</strong>- en warmtelevering). Daarentegen worden rookgassen afkomstig <strong>van</strong> WKK’s zuiverder en<br />

kunnen daardoor z<strong>onder</strong> verdere behandeling in de kas worden gebruikt voor <strong>CO2</strong> bemesting.<br />

(+) Duurzame kassen: In de trend naar verduurzaming <strong>van</strong> glastuinbouw wordt warmte steeds meer<br />

betrokken <strong>van</strong> duurzame bronnen en is beschikbaarheid <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong>-cruciaal.<br />

(+) Systeem <strong>van</strong> kostenverevening: Z<strong>onder</strong> aanpassing <strong>van</strong> de regels t.a.v. overdracht is de<br />

introductie <strong>van</strong> <strong>het</strong> kostenverevenings<strong>systeem</strong> in de glastuinbouwsector gunstig voor <strong>CO2</strong>overdracht.<br />

De overdracht levert een emissiereductie op die nu volledig op conto <strong>van</strong> de sector<br />

komt.<br />

Randvoorwaarden bij <strong>het</strong> zoeken naar oplossingen om <strong>CO2</strong> overdrachtprojecten verder te<br />

stimuleren<br />

Bij <strong>het</strong> zoeken naar oplossingen zijn de volgende randvoorwaarden gehanteerd:<br />

– Oplossing moet er toe bijdragen dat huidige projecten zich kunnen handhaven en dat nieuwe<br />

projecten opgestart kunnen worden.<br />

– Oplossing mag niet leiden tot een verhoging <strong>van</strong> aan Nederland toegewezen emissies.<br />

– Oplossing mag niet leiden tot inzet <strong>van</strong> extra overheidmiddelen voor <strong>het</strong> stimuleren <strong>van</strong> projecten.<br />

Drietal mogelijke oplossingrichtingen<br />

In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> dit project is een aantal alternatieven <strong>onder</strong>zocht om de overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> ook<br />

administratief sluitend te organiseren. Daarbij kwamen drie oplossingrichtingen naar voren die met de<br />

klankbordgroep op een aantal aspecten zijn doorgesproken. Vanwege uiteenlopende belangen is <strong>het</strong><br />

echter niet mogelijk gebleken om in samenspraak met de klankbordgroep <strong>van</strong> dit project een voorkeur te<br />

bepalen voor één <strong>van</strong> de alternatieven. Een keuze is mede afhankelijk <strong>van</strong> de wijze waarop Nederland in<br />

de toekomst met sectorale plafonds, naast <strong>het</strong> ETS, wil omgaan.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 6 - MD-MV20100129


De drie beschouwde oplossingsrichtingen zijn:<br />

DHV B.V.<br />

1) Producent blijft verantwoordelijk (status quo): <strong>CO2</strong> producent levert <strong>CO2</strong> aan tuinders, maar blijft<br />

(binnen ETS) verantwoordelijk voor geleverde <strong>CO2</strong> en mag deze niet aftrekken in zijn<br />

emissierapportage (in feite voortzetting <strong>van</strong> huidige situatie in Nederland). Deze oplossingsrichting<br />

levert een transparante, goed te monitoren situatie op die nadelig is voor de producenten die op dit<br />

moment reeds <strong>CO2</strong> leveren (in vergelijking met de zeer voordelige situatie vóór 2008 ). De bal ligt<br />

dan bij de markt om de veranderde kostenstructuur voor de producenten ook in de prijs tot uiting te<br />

laten komen. Van tuinderszijde is aangegeven dat daar ruimte voor is.<br />

2) Tuinders nemen overgedragen <strong>CO2</strong> mee in kostenverevenings<strong>systeem</strong>. In dit alternatief wordt een<br />

extra hoeveelheid <strong>CO2</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> emissieplafond <strong>van</strong> <strong>het</strong> kostenverevenings<strong>systeem</strong> <strong>van</strong> de<br />

tuinders gebracht. Deze oplossing legt de milieukosten voor de ingekochte <strong>CO2</strong> in eerste instantie<br />

bij de tuinders, waardoor tuinders mogelijk minder gebruik <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong> zullen maken of op<br />

zoek zullen gaan naar andere (niet ETS) bronnen <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>. De financiële gevolgen voor de tuinders<br />

zijn afhankelijk <strong>van</strong> òf en hoeveel extra emissieruimte wordt gecreëerd <strong>onder</strong> <strong>het</strong><br />

kostenverevenings<strong>systeem</strong>. Is dit minder dan de hoeveelheid <strong>CO2</strong> die wordt overgedragen dan kan<br />

dit nadelige financiële gevolgen hebben voor de tuinders (dit is echter weer afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

marktevenwicht dat gaat ontstaan waarbij producenten en afnemers opnieuw gaan <strong>onder</strong>handelen<br />

over de <strong>CO2</strong>-prijs). Het nadelig effect voor de tuinders kan worden beperkt door <strong>het</strong> emissieplafond<br />

voor de sector op te rekken, òf door financiële afspraken te maken over compensatie tussen<br />

industrie en tuinders over <strong>het</strong> leveren <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> in combinatie met emissierechten. Deze rechten<br />

kunnen de tuinders vervolgens inleveren om overschrijding <strong>van</strong> <strong>het</strong> sectorplafond te compenseren.<br />

Deze oplossingsrichting past in een lange termijn visie waarbij alle emissies in Nederland <strong>onder</strong><br />

sectorale plafonds komen (en wellicht <strong>onder</strong> ETS).<br />

3) Afnemers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> binnen <strong>het</strong> ETS brengen. Het is ook mogelijk om tuinders die <strong>CO2</strong> afnemen<br />

<strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS te brengen. Binnen de nieuwe MRG regels zijn afnemers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> dan verplicht de<br />

overgenomen <strong>CO2</strong> te rapporteren en er emissierechten voor af te dragen. Ook deze<br />

oplossingsrichting legt de milieukosten voor de ingekochte <strong>CO2</strong> in eerste instantie bij de tuinders,<br />

waardoor tuinders mogelijk minder gebruik <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong> zullen maken of op zoek zullen gaan<br />

naar andere (niet ETS) bronnen <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>. Door nieuwe <strong>onder</strong>handelingen over de <strong>CO2</strong>-prijs zal een<br />

nieuw marktevenwicht ontstaan waarbij de producenten mogelijk een deel <strong>van</strong> deze milieukosten<br />

zullen overnemen Belangrijk nadeel is dat hierdoor de glastuinbouwsector uit elkaar wordt<br />

getrokken tussen bedrijven die wel en niet <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS vallen. In samenhang met ideeën over<br />

<strong>het</strong> <strong>onder</strong>brengen <strong>van</strong> alle glastuinbouw WKK’s <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS, zou <strong>het</strong> een logische ontwikkeling<br />

zijn. Deze oplossingsrichting past in een lange termijn visie waarbij <strong>het</strong> ETS steeds meer sectoren<br />

‘opslokt’.<br />

Voorkeur voor de eerste oplossingsrichting<br />

Met de klankbordgroep zijn per oplossingsrichting de volgende aspecten besproken.<br />

– Monitoring, administratieve lasten.<br />

– Uitwerking op <strong>het</strong> nationaal emissieplafond.<br />

– Rechtvaardigheid, ongewenste neveneffecten.<br />

– Marktwerking.<br />

– Fasering, wijze <strong>van</strong> invoering.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 7 -


DHV B.V.<br />

Met de klankbordgroep is géén keuze gemaakt voor een <strong>van</strong> de genoemde oplossingsrichtingen. Op basis<br />

<strong>van</strong> een beschouwing <strong>van</strong> bovenstaande aspecten hebben we als adviseurs wel een voorkeur voor de<br />

eerste oplossingsrichting, <strong>het</strong> handhaven <strong>van</strong> de situatie waarbij de producent verantwoordelijk blijft voor<br />

de overgedragen <strong>CO2</strong>, de voorkeur. Deze oplossing brengt de minste administratieve lasten met zich mee<br />

en laat ten aanzien <strong>van</strong> rechtvaardigheid en marktwerking de incentive om <strong>CO2</strong> te reduceren( los <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

feit of deze nog elders nuttig wordt toegepast) liggen bij de partij die daar <strong>het</strong> meeste invloed op heeft.<br />

De tweede oplossingsrichting (overgedragen <strong>CO2</strong> meenemen in kostenverevenings<strong>systeem</strong>) heeft <strong>het</strong><br />

nadeel dat de incentive om aan emissiereductie te doen primair bij de glastuinbouwbedrijven komt te<br />

liggen. De enige reductiemogelijkheid t.a.v de overgedragen <strong>CO2</strong> voor tuinders is minder <strong>CO2</strong> afnemen.<br />

Daarmee vindt er echter geen werkelijke reductie plaats; de emissie bij de oorspronkelijke bron blijft<br />

dezelfde.<br />

De derde oplossingsrichting heeft als belangrijk nadeel dat er wel een erg grote groep <strong>van</strong> bedrijven aan<br />

<strong>het</strong> ETS wordt toegevoegd.<br />

Levering <strong>van</strong> externe warmte én <strong>CO2</strong> vraagt om een andere benadering<br />

Voor projecten waar sprake is <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>- en warmtelevering is <strong>het</strong> milieuvoordeel <strong>van</strong> de gecombineerde<br />

levering groter. Binnen <strong>het</strong> ETS is er echter geen mogelijkheid om overdracht <strong>van</strong> warmte op één of<br />

andere manier te compenseren. Dit gaat mogelijk veranderen na 2013 als gratis rechten worden<br />

gealloceerd voor warmteproductie. De regels <strong>van</strong> <strong>het</strong> ETS zijn wat dit betreft duidelijk: de installatie waar<br />

de emissie plaats vindt moet daarvoor emissierechten inleveren. Stimulering <strong>van</strong> dit soort projecten zal<br />

buiten <strong>het</strong> ETS om plaats moeten vinden, wellicht door subsidies of door gebruik te maken <strong>van</strong> Domestic<br />

Offset Credits (DOC).<br />

Juridische situatie overdracht (periode 2008-2012) blijft onduidelijk<br />

Bovenstaand advies staat los <strong>van</strong> de huidige juridische situatie voor <strong>CO2</strong>-overdracht en de mogelijkheid tot<br />

aftrek. Voor de periode 2008 – 2012 zijn er onduidelijkheden of deze aftrek wel of niet doorgezet mag<br />

worden. Het is voor DHV in de context <strong>van</strong> dit project niet mogelijk een uitspraak te doen over deze<br />

juridische situatie.<br />

Lange termijn zekerheid <strong>van</strong> groot belang<br />

Los <strong>van</strong> de oplossingsrichting die uiteindelijk gekozen wordt blijkt uit de contacten in dit project dat <strong>het</strong><br />

geven <strong>van</strong> lange termijn zekerheid voor iedereen <strong>van</strong> groot belang is. Elke oplossing die gekozen wordt<br />

kent winnaars en verliezers en zal gevolgen hebben voor de marktverhoudingen tussen aanbieders en<br />

afnemers. Als de oplossingsrichting eenmaal gekozen is kunnen de projecten zich daarop instellen en de<br />

consequenties daar<strong>van</strong> bepalen.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 8 - MD-MV20100129


1 INLEIDING<br />

DHV B.V.<br />

Het ministerie <strong>van</strong> VROM heeft aan DHV opdracht gegeven een studie te doen naar overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong><br />

<strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong>. Deze studie is een vervolg op een expertmeeting in februari 2008.<br />

1.1 Aanleiding <strong>van</strong> de studie<br />

Bemesting met <strong>CO2</strong> in de glastuinbouwsector heeft de afgelopen jaren een grote vlucht genomen. <strong>CO2</strong> is<br />

een belangrijke productiefactor geworden. Daarom wordt, naast of in plaats <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> die beschikbaar komt<br />

door gebruik <strong>van</strong> een ketel of WKK, <strong>CO2</strong> via een pijpleiding geleverd aan glastuinbouwbedrijven. Dit betreft<br />

grootschalige <strong>CO2</strong>-leveringen afkomstig <strong>van</strong> industriële partijen: een raffinaderij (Shell), een<br />

elektriciteitscentrale (EOn) en een kunstmestfabriek (Yara). Een derde <strong>systeem</strong> wordt nu aangelegd<br />

(Warm<strong>CO2</strong>), waarbij levering <strong>van</strong> warmte eind 2009 <strong>van</strong> start is gegaan. Ook in enkele andere<br />

glastuinbouwgebieden (o.a Made, Erica, Klazienaveen) wordt <strong>CO2</strong> per pijpleiding aangeboden. In deze<br />

gebieden wordt <strong>CO2</strong> geleverd <strong>van</strong>uit een centrale tank die met vloeibare <strong>CO2</strong> wordt gevuld. Daarnaast<br />

nemen veel tuinders op individuele basis vloeibare <strong>CO2</strong> af. De industriële partijen waar de <strong>CO2</strong> <strong>van</strong><br />

afkomstig is vallen (of gaan vallen) <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> (ETS) met een strak<br />

vastgesteld plafond voor <strong>CO2</strong>-emissie. De ont<strong>van</strong>gende partijen (glastuinbouwbedrijven) vallen voor <strong>het</strong><br />

grootste deel niet <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS.<br />

Aanleiding voor dit project is de verandering in de wijze waarop overdracht <strong>van</strong> deze emissies binnen <strong>het</strong><br />

ETS verantwoord moet worden. Hiermee is <strong>het</strong> financiële voordeel <strong>van</strong> de overdracht voor producenten<br />

komen te vervallen, wat effect heeft op de rentabiliteit <strong>van</strong> de projecten. Stakeholders geven aan dat dit<br />

effect heeft op de huidige projecten en mogelijke uitbreidingen. Voor de overheid is voortzetting en<br />

uitbreiding <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> overdrachtsprojecten <strong>van</strong> belang omdat dit één <strong>van</strong> de mogelijkheden is om <strong>CO2</strong> -<br />

reductie te realiseren. De vraag aan DHV is om mogelijkheden te <strong>onder</strong>zoeken om overdrachtsprojecten<br />

op korte en lange termijn veilig te stellen.<br />

1.2 Doel en reikwijdte <strong>van</strong> de studie<br />

Het doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>onder</strong>zoek is tweeledig<br />

– In kaart brengen <strong>van</strong> de mogelijkheden om <strong>CO2</strong> overdrachtsprojecten op korte termijn en lange<br />

termijn zeker te stellen.<br />

– Inzicht verkrijgen in <strong>het</strong> <strong>CO2</strong> reductiepotentieel in Nederland door implementatie <strong>van</strong> de<br />

mogelijkheden <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> overdracht.<br />

– In <strong>het</strong> eindresultaat wordt gestreefd naar een advies aan de opdrachtgever met praktische<br />

oplossingsrichtingen. Specifiek advies wordt gegeven over de mogelijke interventies om de<br />

continuïteit <strong>van</strong> de levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> door industriële installaties aan tuinders zeker te stellen. Dit<br />

streven is niet volledig gerealiseerd; er is door de adviseurs een voorkeur bepaald voor een <strong>van</strong> de<br />

oplossingsrichtingen. Door <strong>het</strong> verschil in belangen in de klankbordgroep wordt deze voorkeur niet<br />

door alle betrokkenen gedeeld.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 9 -


DHV B.V.<br />

– In <strong>het</strong> project is de focus vooral gelegd op de 3 actuele cases <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> overdracht en<br />

ontwikkelingen waarmee deze projecten de komende jaren te maken krijgen. De projecten<br />

opereren in een dynamische omgeving, waarbij zowel <strong>het</strong> ETS als de glastuinbouw aan <strong>het</strong><br />

veranderen zijn. Rele<strong>van</strong>te ontwikkelingen zijn <strong>onder</strong> andere:<br />

◊ Start <strong>van</strong> een ‘kostenverevenings<strong>systeem</strong>’ in de glastuinbouw, waarmee de <strong>CO2</strong><br />

uitstoot <strong>van</strong> deze sector beheerst gaat worden.<br />

◊ Toenemend gebruik <strong>van</strong> WKK’s in de glastuinbouw sector.<br />

◊ Ontwikkeling naar meer gebruik <strong>van</strong> duurzame warmte en ‘<strong>het</strong> Nieuwe Telen’, zijn<br />

niet mogelijk z<strong>onder</strong> externe <strong>CO2</strong>. Het ‘Nieuwe Telen’ richt zich op energiebesparing<br />

door beter in te spelen op klimaatomstandigheden en op productieverhoging door<br />

meet <strong>CO2</strong> bemesting.<br />

◊ Overgang <strong>van</strong> ‘gratis’ allocatie naar veiling binnen <strong>het</strong> ETS.<br />

◊ Gebruik <strong>van</strong> benchmarking als allocatiemethode binnen ETS voor specifieke<br />

sectoren.<br />

◊ Introductie <strong>van</strong> CCS 2 met specifieke aanpassing <strong>van</strong> de monitoringregels binnen <strong>het</strong><br />

ETS.<br />

Daarnaast wordt ook gekeken naar andere <strong>CO2</strong> overdrachtsituaties om daarmee inzicht te krijgen in<br />

toekomstig reductiepotentieel <strong>van</strong> overdracht én inspiratie op te doen voor mogelijke interventies.<br />

1.3 Aanpak en informatiebronnen<br />

In <strong>het</strong> <strong>onder</strong>staande kader is de projectaanpak weergegeven:<br />

Fase 1 Generieke probleemanalyse gemaakt op basis <strong>van</strong> beschikbare literatuur. In kaart brengen belangen <strong>van</strong> de<br />

diverse partijen (leveranciers, transporteurs, afnemers en de overheid) nauwkeurig in kaart gebracht.<br />

Fase 2 Beschrijven drie cases, belangen <strong>van</strong> partijen, technisch, financieel, beleidsmatige en juridische aspecten<br />

– Eon: Levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> en warmte via RoCa aan tuinders B-driehoek<br />

– Shell: Levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> via OCAP aan tuinders Westland<br />

– Yara: levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> en warmte via Warm<strong>CO2</strong> aan tuinders Terneuzen<br />

Fase 3 Potentie <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> overdracht in Nederland:<br />

– Overzicht <strong>van</strong> mogelijke overdrachtssituaties<br />

– Inschatting <strong>van</strong> potentie <strong>van</strong> deze overdrachtssituaties (vraag en aanbod)<br />

– Inschatting <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>CO2</strong> reductiepotentieel <strong>van</strong> deze overdracht<br />

Fase 4 Interventies: Welke interventies zijn mogelijk en realistisch, rekening houdend met de belangen <strong>van</strong> de<br />

verschillende partijen en de juridische mogelijkheden om <strong>CO2</strong> overdracht, waarbij emissiereductie plaats<br />

vindt, te <strong>onder</strong>steunen. Hierbij zal een <strong>onder</strong>scheid gemaakt worden naar oplossingen op de korte en lange<br />

termijn.<br />

Informatiebronnen:<br />

Gesprekken met betrokken producenten, leveranciers en afnemers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>, brancheorganisaties, LEI en VROM.<br />

Voorgaande studies:<br />

- DCMR<br />

- verslag expertmeeting<br />

- evaluatie <strong>emissiehandel</strong><br />

- Review <strong>emissiehandel</strong><br />

Workshops:<br />

- 3 Workshops met klankbordgroep als <strong>onder</strong>deel <strong>van</strong> fase 1 en fase 4<br />

2 Carbon Capture and Storage<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 10 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

Om inzicht te krijgen in de verschillende cases, zijn een aantal gesprekken met betrokken partijen<br />

gevoerd. Deze gesprekken hebben inzicht opgeleverd in om<strong>van</strong>g, organisatie en randvoorwaarden <strong>van</strong> de<br />

verschillende situaties. Ook hebben we inzicht gekregen in kostenstructuren en afhankelijkheden. Het is<br />

echter niet gelukt om goed inzicht te krijgen in kosten, prijzen en investeringen. Voor de betrokken partijen<br />

is dit commercieel te gevoelige informatie. Op basis <strong>van</strong> de verstrekte informatie en eigen aannames is <strong>het</strong><br />

wel mogelijk om kwalitatieve uitspraken te doen over de cases.<br />

1.4 Probleemsc<strong>het</strong>s<br />

Geen administratieve overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> ETS- naar niet- ETS- bedrijven<br />

Door de levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> industriële partijen aan glastuinbouwbedrijven wordt <strong>CO2</strong> die valt <strong>onder</strong> ETS<br />

overgedragen aan niet-ETS partijen. Hierdoor ‘verdwijnt’ als <strong>het</strong> ware <strong>CO2</strong> uit <strong>het</strong> ETS. De<br />

monitoringregels (MRG 3 ) <strong>van</strong> <strong>het</strong> ETS maken overdracht (‘transfer’) <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> voor nuttige toepassingen<br />

mogelijk <strong>onder</strong> bepaalde voorwaarden. De regels op dit punt zijn recent aangescherpt. De veranderende<br />

regels voor overdracht zijn toegelicht in paragraaf 2.2.<br />

De <strong>CO2</strong> producenten in de twee operationele cases, Shell en Eon, hebben in de periode 2005- 2007<br />

overgedragen <strong>CO2</strong> ten behoeve <strong>van</strong> bemesting in de glastuinbouw kunnen aftrekken <strong>van</strong> hun totale <strong>CO2</strong>emissie<br />

en konden de <strong>CO2</strong> emissierechten zelf behouden. Door de aangescherpte regels voor overdracht<br />

<strong>van</strong> <strong>CO2</strong> wordt deze aftrek door de NEa 4 voor de periode 2008 – 2012 echter niet meer geaccepteerd. De<br />

reden hiervoor is dat <strong>het</strong> niet lukt de overdracht boekhoudkundig sluitend te maken. De<br />

glastuinbouwsector accepteert deze overdracht niet als emissies voor hun eigen sector, omdat deze<br />

emissiedoelstellingen <strong>van</strong> de sector in gevaar brengt. Ook bestaat er een toezegging <strong>van</strong> <strong>het</strong> Ministerie<br />

<strong>van</strong> LNV dat een dergelijke overdracht niet voor rekening komt <strong>van</strong> de glastuinbouwsector 5 .<br />

De overheid accepteert opname in de nationale emissieboekhouding als PM post niet omdat dit betekent<br />

dat de overheid de emissies in deze PM post zal moeten compenseren (bijvoorbeeld door rechten in <strong>het</strong><br />

buitenland te kopen) om aan de Kyoto doelstellingen te voldoen.<br />

Economische basis voor <strong>CO2</strong> levering is in 2008 veranderd<br />

Door de verandering in regelgeving in 2008 is de economische basis voor <strong>CO2</strong> levering bekeken <strong>van</strong>uit de<br />

optiek <strong>van</strong> de <strong>CO2</strong> producent veranderd. In plaats <strong>van</strong> een financieel voordeel door <strong>het</strong> kunnen aftrekken<br />

<strong>van</strong> overgedragen <strong>CO2</strong> maakt <strong>het</strong> voor de emissierapportage nu niet meer uit of <strong>CO2</strong> wordt overgedragen<br />

of niet. Business cases rondom <strong>CO2</strong>-levering zijn echter (deels) gebaseerd op <strong>het</strong> verwachte financiële<br />

voordeel door de aftrek <strong>van</strong> overgedragen <strong>CO2</strong>. Betrokken partijen geven aan dat hierdoor de continuïteit<br />

<strong>van</strong> deze projecten mogelijk in gevaar komt.<br />

– Het potentieel voor <strong>CO2</strong>-reductie door overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> is groter dan alleen de huidige drie<br />

cases. De bestaande cases kunnen in om<strong>van</strong>g groeien en de haalbaarheid <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> overdracht<br />

<strong>van</strong>uit de industrie of elektriciteitscentrales in enkele andere situaties wordt <strong>onder</strong>zocht (zie<br />

paragraaf 5.1).<br />

– In de huidige situaties rondom de overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> wordt de <strong>CO2</strong>-besparing die de overdracht<br />

oplevert niet gewaardeerd. In de afwegingen t.a.v. de business cases <strong>van</strong> de bestaande cases<br />

speelt dit milieuvoordeel geen rol. Groei <strong>van</strong> de huidige cases, of ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe<br />

projecten, wordt nu niet gestimuleerd.<br />

3<br />

Guidelines for the monitoring and reporting of greenhouse gas emissions pursuant to Directive<br />

2003/87/EC of the European Parliament and of the Council (18 July 2007)<br />

4<br />

Nederlandse emissieautoriteit, vergunningverlener en toezichthouder voor <strong>het</strong> ETS in Nederland<br />

5<br />

brief <strong>van</strong> LNV aan Productschap Tuinbouw en Glaskracht (27 Maart 2007)<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 11 -


DHV B.V.<br />

Overgedragen <strong>CO2</strong> maakt geen <strong>onder</strong>deel uit <strong>van</strong> de afspraken over de <strong>CO2</strong> reductiedoelstelling<br />

<strong>van</strong> de glastuinbouwsector<br />

<strong>CO2</strong>-uitstoot in de glastuinbouwsector is niet strikt gereguleerd. Wel zijn er afspraken gemaakt met de<br />

sector over de totale uitstoot <strong>van</strong> de sector, in 2012 en 2020. Het gaat hierbij om de emissies <strong>van</strong><br />

verwarmingsinstallaties en WKK’s, al dan niet in combinatie met eventuele zomerstook. Om aan deze<br />

doelstellingen te kunnen voldoen wil de sector een <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> kostenverevening introduceren. Met dit<br />

<strong>systeem</strong> wordt op bedrijfsniveau de uitstoot gemonitoord en zijn er afspraken gemaakt om overschrijding<br />

<strong>van</strong> de sectorale emissiedoelstelling door aankoop <strong>van</strong> ETS emissierechten te compenseren.<br />

Overgedragen <strong>CO2</strong> voor bemesting is echter uitdrukkelijk buiten deze afspraken gelaten. Wel wordt er<br />

nagedacht over een mogelijkheid om <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> derden te waarderen, voor zover dit de uitstoot<br />

<strong>van</strong> fossiele <strong>CO2</strong> voorkomt.<br />

<strong>CO2</strong> levering aan tuinders levert een netto <strong>CO2</strong> emissiereductie op voor Nederland als geheel<br />

<strong>CO2</strong> levering aan tuinders levert een milieuvoordeel op, in de vorm <strong>van</strong> vermeden <strong>CO2</strong>-emissies. Het<br />

milieuvoordeel ontstaat als volgt:<br />

– Door afname <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> door tuinders die hun eigen warmteopwekking verzorgen wordt vermeden<br />

dat tuinders in de zomer zelf <strong>CO2</strong> produceren z<strong>onder</strong> dat de daarbij opgewekte warmte kan worden<br />

gebruikt.<br />

– Voor tuinders die gebruik maken <strong>van</strong> restwarmte of geothermie is beschikbaarheid <strong>van</strong> externe<br />

<strong>CO2</strong> een noodzaak. Z<strong>onder</strong> deze beschikbaarheid <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> voor bemesting zal de potentiële inzet<br />

<strong>van</strong> duurzame warmte bij glastuinbouwbedrijven beperkt blijven. Een belangrijk deel <strong>van</strong> de <strong>CO2</strong><br />

reductie in de sector moet <strong>van</strong> toepassing <strong>van</strong> duurzame warmte komen.<br />

– De om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> milieuvoordeel dat ontstaat door gebruik <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong> is lastig te bepalen<br />

en verschilt <strong>van</strong> situatie tot situatie. De meest eenvoudig te berekenen referentiesituatie is de <strong>CO2</strong><br />

uitstoot bepalen op basis <strong>van</strong> zomerstook door middel <strong>van</strong> een verwarmingsketel en afname <strong>van</strong><br />

elektriciteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbare net. Daarbij moet echter worden aangemerkt dat:<br />

◊ Bij beschikbaarheid <strong>van</strong> (goedkope) <strong>CO2</strong> per pijpleiding met veel meer <strong>CO2</strong> bemest<br />

wordt dan in situatie waar tuinders zelf <strong>CO2</strong> opwekken.<br />

◊ Steeds meer tuinders gebruik maken <strong>van</strong> een WKK. Deze levert zowel warmte, <strong>CO2</strong><br />

als elektriciteit.<br />

◊ Gemiddelde gasprijzen de laatste jaren sterk zijn gestegen, waardoor zomerstook<br />

minder aantrekkelijk is geworden.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 12 - MD-MV20100129


2 <strong>CO2</strong> OVERDRACHT IN HET ETS<br />

2.1 <strong>CO2</strong>: emissie of product?<br />

DHV B.V.<br />

Binnen <strong>het</strong> ETS wordt <strong>CO2</strong> primair als een emissie beschouwd. Het <strong>systeem</strong> is immers gericht op <strong>het</strong><br />

beperken <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>-emissies. Tegelijkertijd is <strong>CO2</strong> in een aantal toepassingen een waardevol product. Het<br />

ETS laat toepassing <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> als product toe, maar de uitwerking hier<strong>van</strong> in de praktijk leidt tot<br />

onduidelijkheden en ongelijke situaties.<br />

Voor <strong>het</strong> ETS is <strong>het</strong> rele<strong>van</strong>t waar de <strong>CO2</strong> ontstaat. De <strong>CO2</strong> wordt toegerekend aan de inrichting waar<br />

deze ontstaat, tenzij <strong>CO2</strong> als product wordt overgedragen. Voor glastuinbouwbedrijven is <strong>CO2</strong>, ten<br />

behoeve <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>-bemesting, primair een nuttig product. Direct na toepassing verdwijnt de <strong>CO2</strong> echter, als<br />

emissie uit <strong>het</strong> raam. Ook de <strong>CO2</strong> die door planten wordt opgenomen komt in relatief korte tijd weer als<br />

emissie vrij.<br />

De principiële vraag is of de <strong>CO2</strong> toegerekend kan blijven worden aan de oorspronkelijke <strong>CO2</strong> producent<br />

ook als deze de <strong>CO2</strong> als product overdraagt aan een afnemer.<br />

2.2 MRG: Binnen ETS is overdracht administratief aangescherpt<br />

De <strong>Europese</strong> Commissie heeft richtlijnen opgesteld voor de monitoring <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> ETS,<br />

de ‘Monitoring and Reporting Guidelines’ (MRG)s. Lidstaten hebben deze MRG in eigen wetgeving<br />

overgenomen, maar kunnen er<strong>van</strong> afwijken.<br />

De MRG geeft geen duidelijke criteria waaraan <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> als product moet voldoen. Wel geeft<br />

de MRG een aantal voorbeelden zoals <strong>het</strong> toepassen <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> voor koolzuurhoudende dranken en als<br />

middel voor koeling. De regels voor de overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> zijn voor de periode 2008-2012 aangepast.<br />

Deze aanpassingen betreffen in <strong>het</strong> bijz<strong>onder</strong> een aanscherping <strong>van</strong> de omschrijving waarop de<br />

overdracht administratief verantwoord moet worden. De genoemde voorbeelden <strong>van</strong> overdrachtssituaties<br />

zijn niet wezenlijk veranderd. Voor de situatie na 2012 worden nieuwe aanpassingen voorzien.<br />

Samengevat betreffen de aanscherpingen de volgende punten:<br />

– Situatie 2005-2007: geen eisen aan de administratieve verwerking <strong>van</strong> de overgedragen <strong>CO2</strong> aan<br />

de ont<strong>van</strong>gende kant. Producent kan in wezen voor elke nuttige toepassing <strong>CO2</strong> aftrekken.<br />

– Situatie 2008 – 2012: geen eisen aan de administratieve verwerking <strong>van</strong> de overgedragen <strong>CO2</strong> aan<br />

de ont<strong>van</strong>gende kant. Wel moet overdracht verwerkt worden in de nationale emission inventory die<br />

elk land jaarlijks bij de UNFCCC indient. Dit betekent dat, indien <strong>CO2</strong> buiten <strong>het</strong> ETS wordt gebruikt,<br />

de overgedragen <strong>CO2</strong> niet meer valt <strong>onder</strong> de ETS doelstellingen, maar in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de Kyoto<br />

afspraken wel meetelt voor de nationale emissiedoelstelling. (zie tekst in bijlage 1)<br />

– Verwachte situatie 2013 – 2020. Bij overdracht tussen twee ETS partijen moeten zowel de<br />

overdragende partij, als de ont<strong>van</strong>gende partij de overdracht in hun emissierapportages opnemen.<br />

(zie tekst in bijlage 2).<br />

– Verwachte situatie 2013 – 2020 bij overdracht <strong>van</strong> ETS naar niet-ETS. Verantwoording in de<br />

nationale emission inventory is niet veranderd ten opzichte <strong>van</strong> de situatie in 2008 – 2012.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 13 -


DHV B.V.<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> de principiële vraag of overgedragen <strong>CO2</strong> toegerekend moet worden aan de<br />

oorspronkelijke <strong>CO2</strong> producent of aan de afnemer, leiden deze aanscherpingen <strong>van</strong> de MRG ertoe dat de<br />

<strong>CO2</strong> toegerekend moet worden aan de oorspronkelijke producent, tenzij een andere partij deze<br />

toerekening expliciet overneemt. Het verschil tussen periode 2008-2012 en de periode na 2013 is vooral<br />

rele<strong>van</strong>t voor overdrachten tussen ETS partijen. De ont<strong>van</strong>gende partij zal de overgedragen <strong>CO2</strong> moeten<br />

rapporteren.<br />

2.3 Nederland: overdracht wordt niet genoemd<br />

Nederland heeft op basis <strong>van</strong> de MRG een ‘Regeling monitoring handel in emissierechten’ vastgesteld.<br />

Tot 2008 gold hierbij voor overdracht dezelfde tekst als in de MRG, de nu geldende regeling laat<br />

overdracht echter geheel buiten beschouwing.<br />

2.4 Situatie in de praktijk: <strong>CO2</strong> voor bemesting is product, overdracht echter niet<br />

sluitend<br />

De huidige praktijk t.a.v. <strong>CO2</strong> overdracht is <strong>het</strong> meest zichtbaar bij Shell in Pernis. Daar verlaat <strong>CO2</strong> in één<br />

pijpleiding <strong>het</strong> Shell terrein naar OCAP en Linde (en op termijn naar OCAP Transport ten behoeve <strong>van</strong><br />

CCS):<br />

– OCAP koopt <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> Shell en transporteert deze via een pijpleiding voor gebruik naar<br />

glastuinbouwbedrijven.<br />

– Linde koopt <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> Shell, maakt deze vloeibaar en transporteert deze via vrachtwagens naar o.a.<br />

frisdrankindustrie, glastuinbouwbedrijven en ziekenhuizen.<br />

– OCAP Transport gaat voor Shell <strong>CO2</strong> transporteren naar Barendrecht ten behoeve <strong>van</strong> opslag. De<br />

<strong>CO2</strong> blijft in dit geval eigendom <strong>van</strong> Shell.<br />

In de periode 2005-2007 kon Shell alle <strong>CO2</strong> die via deze pijleiding aan OCAP en aan Linde geleverd werd,<br />

aftrekken in zijn emissierapportage. Hieruit blijkt dat <strong>CO2</strong>-levering voor bemesting in principe als product<br />

werd beschouwd. In 2008 kon Shell de <strong>CO2</strong> geleverd aan Linde, in zijn emissierapport aftrekken <strong>van</strong> de<br />

totale emissie, overdracht aan OCAP mocht Shell niet (meer) aftrekken <strong>van</strong> de totale emissie.<br />

Deze praktijk bij Shell rondom <strong>het</strong> wel of niet aftrekken <strong>van</strong> emissies is merkwaardig te noemen. Het<br />

verschil tussen <strong>CO2</strong> geleverd aan Linde en aan OCAP lijkt niet consequent en de huidige Nederlandse<br />

‘Regeling monitoring handel in emissierechten’ geeft helemaal geen basis meer voor de aftrek <strong>van</strong><br />

overgedragen <strong>CO2</strong>, waarmee ook de aftrek voor de <strong>CO2</strong> , die aan Linde wordt geleverd, ter discussie<br />

staat.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 14 - MD-MV20100129


2.5 <strong>CO2</strong> overdrachtsituaties in de glastuinbouw<br />

DHV B.V.<br />

Overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> ETS bedrijven aan niet ETS glastuinbouwbedrijven is de meest concrete en veel<br />

voorkomende vorm <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> overdracht. Er komen echter meer overdrachtsvarianten voor. Daarom is <strong>het</strong><br />

is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang om bij de oplossingsrichtingen rekening te houden met de verschillende varianten.<br />

Mogelijk zijn niet alle oplossingsrichtingen voldoende algemeen toepasbaar.<br />

<strong>Overdrachten</strong> <strong>CO2</strong> glastuinbouw<br />

Van naar <strong>CO2</strong> <strong>CO2</strong> en warmte<br />

ETS ETS Shell/OCAP/ ‘ETS’ tuinders<br />

ETS niet ETS<br />

niet ETS niet ETS<br />

Shell/OCAP/ tuinders<br />

Levering vloeibare <strong>CO2</strong><br />

Abengoa/OCAP/ Tuinders;<br />

Tuinders <strong>onder</strong>ling<br />

Levering vloeibare <strong>CO2</strong><br />

EOn (RoCa)/ Eneco/ tuinders<br />

Yara/Warm<strong>CO2</strong> / tuinders (tot<br />

2012)<br />

Tuinders <strong>onder</strong>ling<br />

– Van ETS naar ETS. De meeste glastuinbouwbedrijven met eigen warmteopwekking blijven met hun<br />

ketel of WKK <strong>onder</strong> de <strong>onder</strong>grens <strong>van</strong> 20 MW voor (verplichte) deelname aan <strong>het</strong> ETS. De<br />

grootste glastuinbouwbedrijven aan wie OCAP <strong>CO2</strong> levert komen echter boven deze grens. Deze<br />

<strong>CO2</strong> blijft dus in <strong>het</strong> ETS. Volgens de MRG die gaat gelden na 2012 moet de ont<strong>van</strong>gende partij<br />

deze <strong>CO2</strong> toevoegen aan zijn emissierapportage.<br />

– De cases rond Shell en EOn worden verderop uitgewerkt. Naast levering via pijpleidingen wordt<br />

<strong>CO2</strong> ook vloeibaar gemaakt en via vrachtwagens geleverd. Deze <strong>CO2</strong> kan zowel afkomstig zijn <strong>van</strong><br />

een ETS-partij (Shell) als <strong>van</strong> een niet ETS-partij (Yara).<br />

– Niet ETS naar niet ETS. Warm<strong>CO2</strong> gaat <strong>CO2</strong> leveren die afkomstig is <strong>van</strong> procesemissies <strong>van</strong> Yara<br />

die nog niet <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS <strong>systeem</strong> vallen (case wordt verderop uitgewerkt). Na 2012 zullen deze<br />

emissies (waarschijnlijk) wel <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS <strong>systeem</strong> gaan vallen. Daarnaast bestaan er situaties<br />

waarbij glastuinbouwbedrijven elkaar <strong>onder</strong>ling <strong>CO2</strong> , al dan niet in combinatie met warmte, leveren.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 15 -


DHV B.V.<br />

3 ONTWIKKELINGEN IN DE GLASTUINBOUW<br />

3.1 Inleiding<br />

De glastuinbouw is in Nederland een belangrijke economische sector verantwoordelijk voor een<br />

significante hoeveelheid <strong>CO2</strong> uitstoot. Een deel <strong>van</strong> de door de sector geproduceerde <strong>CO2</strong> wordt gebruikt<br />

als meststof. Deze <strong>CO2</strong> is soms afkomstig <strong>van</strong> de eigen verbrandingsinstallatie of er wordt extern <strong>CO2</strong><br />

aangeleverd (via een pijpleiding of vloeibaar). In alle gevallen verdwijnt de <strong>CO2</strong> , gebruikt voor bemesting,<br />

snel door <strong>het</strong> raam naar buiten of wordt opgenomen door de planten en komt op korte termijn elders vrij.<br />

De glastuinbouwsector wil zelf de <strong>CO2</strong> emissies <strong>van</strong> de sector gaan reguleren door middel <strong>van</strong> een<br />

kostenverevening<strong>systeem</strong>, een soort vereenvoudigd <strong>emissiehandel</strong><strong>systeem</strong>. <strong>CO2</strong> die gebruikt wordt voor<br />

bemesting valt vooralsnog buiten deze afspraken.<br />

3.2 Afspraken t.a.v. <strong>CO2</strong> uitstoot glastuinbouw<br />

In 2008 heeft de glastuinbouw een convenant afgesloten met de overheid met betrekking tot <strong>het</strong> bijdragen<br />

aan klimaatdoelstellingen. De meest recente afspraken met betrekking tot <strong>het</strong> sectorplafond tuinbouw 6 zijn<br />

in bijlage 3 weergegeven. Aankoop <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> voor bemesting zijn expliciet buiten de streefwaarde<br />

gehouden evenals de methaanemissies door slip bij gasmotoren.<br />

3.3 Kostenverevening<strong>systeem</strong> glastuinbouw<br />

Om de <strong>CO2</strong>-reductiedoelstellingen te realiseren gaat de glastuinbouwsector een kostenverevening<strong>systeem</strong><br />

invoeren. Door monitoring <strong>van</strong> <strong>het</strong> aardgasgebruik <strong>van</strong> individuele tuinders kan op sectorniveau worden<br />

aangetoond of de sector boven of <strong>onder</strong> de afgesproken doelstelling zit. Het <strong>systeem</strong> wordt <strong>van</strong>af 2011<br />

operationeel Vanaf 2013 gaat de sector betalen aan, cq geld ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> de overheid voor<br />

overschrijding of <strong>onder</strong>schrijding <strong>van</strong> de doelstelling. De kosten c.q. opbrengsten worden bepaald door de<br />

hoeveelheid <strong>CO2</strong> en de prijs <strong>van</strong> broeikasgasemissierechten op dat moment 7 . In <strong>onder</strong>staande figuur zijn<br />

de <strong>CO2</strong> emissies en de reductiedoelstelling weergegeven 8 .<br />

6<br />

Convenant Schone en zuinige agrosector (2008)<br />

7<br />

CONCEPT Verordening PT inzake <strong>CO2</strong>-sector<strong>systeem</strong>, versie 11-09-2009, artikel 2.6<br />

8<br />

“Energiemonitor <strong>van</strong> de Nederlandse Glastuinbouw 2000- 2006”, LEI, 2007.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 16 - MD-MV20100129


<strong>CO2</strong> emissie [Mton/jaar]<br />

3.4 WKK<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

1990 2000 2002 2004 2006 2012 doel 2020 doel 2020 -<br />

ambitie<br />

Jaar<br />

DHV B.V.<br />

Figuur 1: Gerealiseerde <strong>CO2</strong> emissies en doelstelling voor de uitstoot voor de land- en tuinbouwsector. Bij<br />

de berekening <strong>van</strong> de emissies zijn de <strong>CO2</strong> emissiereductie op landelijk niveau, door inzet <strong>van</strong> WKK in de<br />

glastuinbouw t.b.v. netlevering <strong>van</strong> elektriciteit, verdisconteerd.<br />

Het voorgenomen kostenverevening<strong>systeem</strong> voor de glastuinbouw wordt een sectoraal <strong>systeem</strong> dat buiten<br />

<strong>het</strong> ETS staat. Wel wordt <strong>het</strong> collectieve resultaat (dus werkelijke emissies ten opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

afgesproken emissieplafond) afgerekend met de overheid. Overgedragen <strong>CO2</strong> voor bemesting telt niet<br />

mee voor <strong>het</strong> vaststellen <strong>van</strong> de sectorale emissies. Het is nog onduidelijk of de glastuinbouwbedrijven die<br />

op basis <strong>van</strong> hun om<strong>van</strong>g op dit moment als individuele bedrijven meedoen aan <strong>het</strong> ETS (circa 60<br />

bedrijven) uit <strong>het</strong> ETS kunnen stappen om aan <strong>het</strong> collectieve sector<strong>systeem</strong> mee te gaan doen. In totaal<br />

worden circa 6000 glastuinbouwbedrijven geregistreerd voor <strong>het</strong> kostenverevening<strong>systeem</strong>, waar<strong>van</strong> er<br />

3000 actief zullen gaan monitoren. Het <strong>systeem</strong> moet in 2010 <strong>van</strong> start gaan met een opstartperiode<br />

waarin alleen monitoring <strong>van</strong> emissies plaatsvindt maar nog geen afrekening. In 2011 en 2012 zal op<br />

basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>systeem</strong>, op sectorniveau met de overheid worden afgerekend. In 2013 zal <strong>het</strong> <strong>systeem</strong><br />

volledig operationeel moeten zijn en zullen er ook <strong>onder</strong>linge verrekeningen op basis <strong>van</strong> energieefficiency<br />

plaatsvinden.<br />

Gebruik <strong>van</strong> WKK’s in de glastuinbouwsector is sterk aan <strong>het</strong> stijgen. Lag tot 2004 <strong>het</strong> geïnstalleerd<br />

vermogen voor de sector op 1000 MWe, in 2007 was <strong>het</strong> geïnstalleerd vermogen 2500 MWe (CBS). De<br />

verwachting is (LEI, Monitor 2008 9 ) dat tot en met 2014 er nog een maximale groei plaats kan vinden tot<br />

3800 MWe,afhankelijk <strong>van</strong> diverse factoren, zoals de concurrentieverhoudingen <strong>van</strong> elektriciteitsproductie<br />

door WKK’s ten opzichte <strong>van</strong> centrale E-productie. Deze verhoudingen zijn afhankelijk <strong>van</strong> de<br />

ontwikkelingen <strong>van</strong> de gasprijs en de elektriciteitsprijs. Ook <strong>het</strong> ETS en de <strong>CO2</strong> prijs zijn factoren die hierin<br />

meespelen:<br />

– De verwachting is dat de gasprijs langzaam zal blijven stijgen; de gasprijs is gekoppeld aan de<br />

olieprijs. In figuur 2 is de verwachte prijs <strong>van</strong> een barrel olie op de wereldmarkt uitgezet.<br />

– Over de ontwikkeling <strong>van</strong> de elektriciteitsprijs valt weinig te zeggen. Door realisatie <strong>van</strong> geplande<br />

nieuwbouw <strong>van</strong> kolencentrales in Nederland zijn zelfs scenario’s denkbaar met een dalende<br />

elektriciteitsprijs.<br />

9 Energiemonitor <strong>van</strong> de Nederlandse glastuinbouw 2008, LEI, december 2009<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 17 -


DHV B.V.<br />

– De meeste WKK’s in de glastuinbouwsector blijven <strong>onder</strong> de minimumgrens voor deelname aan <strong>het</strong><br />

ETS. Dit levert in principe een concurrentievoordeel op voor elektriciteit afkomstig <strong>van</strong> deze WKK’s,<br />

ten opzichte <strong>van</strong> elektriciteit afkomstig <strong>van</strong> grote centrales die wel <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS vallen. Dit<br />

concurrentievoordeel wordt nog vergroot als na 2012 de grote centrales emissierechten niet meer<br />

gratis krijgen, maar deze moeten kopen op een veiling (zie ook paragraaf 7.1).<br />

– Deze ontwikkelingen betekenen dat concurrentieverhoudingen <strong>van</strong> elektriciteitsproductie door<br />

(tuinder-) WKK’s in vergelijking met centrale E-productie continu veranderen.<br />

Olieprijs [$/barrel]<br />

200,00<br />

150,00<br />

100,00<br />

50,00<br />

Verwachting Ontwikkeling wereld olie prijs<br />

Reference<br />

Hoge prijs<br />

Lage prijs<br />

0,00<br />

1980 1990 2000 2010 2020 2030<br />

Jaar<br />

Figuur 2. Verwachte ontwikkeling wereld olieprijs 10<br />

De <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> een WKK is niet z<strong>onder</strong> meer toe te passen voor <strong>CO2</strong> bemesting; daarvoor<br />

bevatten de afgassen te veel verontreinigingen, met name NOx.. Op 2 december 2008 is echter nieuwe<br />

regelgeving voor de emissies naar lucht door middelgrote stookinstallaties gepubliceerd waardoor de<br />

rookgassen <strong>van</strong> WKK’s verder gezuiverd moeten worden. De emissie-eisen voor NOx, SO2,<br />

koolwaterstoffen en stof zijn gereguleerd in <strong>het</strong> Bems (Besluit emissie eisen middelgrote stookinstallaties).<br />

Het Bems volgt <strong>het</strong> Bees B op (Besluit emissie eisen stookinstallaties B) en treedt per 1 april 2010 in<br />

werking.<br />

Als gevolg <strong>van</strong> aangescherpte eisen t.a.v NOx uitstoot in <strong>het</strong> Bems wordt <strong>het</strong> verplicht rookgassen<br />

afkomstig <strong>van</strong> een WKK te zuiveren, waardoor ze ook goed bruikbaar worden voor <strong>CO2</strong> bemesting. Het<br />

Bems kent een overgangstermijn <strong>van</strong> 7 jaar (bestaande WKK) en 9 jaar (<strong>CO2</strong> leveringsprojecten). Door<br />

deze ontwikkelingen worden de kosten <strong>van</strong> een WKK hoger. Voor nieuwe WKK’s is nu reeds toepassing<br />

<strong>van</strong> een DeNOx installatie verplicht. Uit de ervaringen <strong>van</strong> OCAP blijkt dat door tuinders met een WKK met<br />

DeNOx beduidend minder <strong>CO2</strong> wordt afgenomen.<br />

10 Bron:Annual Energy Outlook 2009, Energy Information Administration, US Government<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 18 - MD-MV20100129


3.5 Duurzame kassen<br />

DHV B.V.<br />

Gebruik <strong>van</strong> restwarmte, warmte/koude opslag en gebruik <strong>van</strong> aardwarmte (geothermie) maakt <strong>het</strong><br />

mogelijk kassen te gebruiken met zeer beperkte inzet <strong>van</strong> fossiele energie. Er zijn zelfs kassen die netto<br />

energie leveren. De glastuinbouwsector wil een substantieel deel <strong>van</strong> de afgesproken emissiereducties tot<br />

2020 realiseren door een transitie naar duurzame kassen. Gebruik <strong>van</strong> restwarmte is niet nieuw en vindt al<br />

in veel situaties plaats (o.a in de 2 hier beschreven cases – RoCa en binnenkort bij Warm<strong>CO2</strong>). Er zijn een<br />

aantal praktijkvoorbeelden <strong>van</strong> kassen met warmte/koude opslag of gebruik <strong>van</strong> aardwarmte. Deze<br />

technieken zijn, voor glastuinbouw, echter nog zeker niet algemeen toepasbaar. Niet alle gewassen zijn er<br />

geschikt voor en de risico’s <strong>van</strong> dergelijke projecten zijn relatief groot. Belangrijk voor de ontwikkeling naar<br />

duurzame kassen is de beschikbaarheid <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong> voor bemesting, omdat deze niet beschikbaar<br />

komt door de eigen installaties <strong>van</strong> de kas.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 19 -


DHV B.V.<br />

4 ONDERZOEK CASES<br />

In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> dit project zijn 3 cases <strong>van</strong> overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> industriële partijen naar de<br />

glastuinbouw <strong>onder</strong>zocht. Dit betreft de volgende situaties:<br />

– Eon: Levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> en warmte via Eneco aan tuinders B-driehoek:<br />

Sinds 1995 – 1996 worden warmte en rookgassen <strong>van</strong>uit de E.On Roca 3 gasgestookte<br />

elektriciteitcentrale gedistribueerd naar tuinders in Bleiswijk en Bergschenhoek. De rookgassen <strong>van</strong><br />

deze centrales bevatten circa 10% <strong>CO2</strong>, waardoor er relatief grote volumes getransporteerd<br />

worden. Eneco is als distributeur verantwoordelijk voor de doorvoer en levering <strong>van</strong> warmte en <strong>CO2</strong><br />

naar de afnemers.<br />

– Shell: Levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> via OCAP aan tuinders Westland.<br />

Shell verkoopt vrijwel zuivere <strong>CO2</strong> <strong>van</strong>uit haar productieproces aan OCAP, welke <strong>het</strong> transporteert<br />

via de OCAP pijpleiding naar tuinders in <strong>het</strong> Westland. Er wordt geen warmte geleverd. Het project<br />

is opgezet in de periode dat de emissierechten voor de <strong>CO2</strong> die wordt geleverd aan derden, konden<br />

worden afgetrokken.<br />

– Yara: levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> en warmte via Warm<strong>CO2</strong> aan tuinders Terneuzen.<br />

In de buurt <strong>van</strong> de kunstmestfabriek Yara is een nieuw glastuinbouwgebied ‘Glastuinbouw<br />

Terneuzen’ in ontwikkeling. Sinds december 2009 wordt aan de eerste drie tuinders in <strong>het</strong> gebied<br />

warmte en <strong>CO2</strong> geleverd, afkomstig <strong>van</strong> Yara, waar vrijwel pure <strong>CO2</strong> als reststroom beschikbaar<br />

komt. De levering wordt verzorgd door Warm<strong>CO2</strong>, een samenwerkingsverband <strong>van</strong> Zeeland<br />

Seaports, Yara en Visser & Smit Hanab. Het gaat om een ontwikkeling <strong>van</strong> 250 hectare<br />

glastuinbouw (netto glas), waar<strong>van</strong> nu in de eerste fase circa 170 hectare (netto glas) gerealiseerd<br />

wordt.<br />

Een uitwerking <strong>van</strong> elke case is opgenomen in bijlage 4.<br />

4.1 Vergelijking cases<br />

In <strong>onder</strong>staande tabel zijn de kerngegevens <strong>van</strong> de drie <strong>onder</strong>zochte cases naast elkaar gezet<br />

OCAP Warm<strong>CO2</strong> RoCa<br />

<strong>CO2</strong><br />

Type bron Zuiver <strong>CO2</strong> Zuiver <strong>CO2</strong> Rookgas<br />

Leveringszekerheid Middel Hoog (95%) Hoog<br />

Capaciteit Circa 40 ton/uur Ca. 25 ton/uur<br />

Jaarvracht 380 kton/jaar 67 kton/jaar 40 kton/jaar<br />

Vraagpatroon<br />

Warmte<br />

Piekvraag zomer Piekvraag zomer Piekvraag zomer<br />

Type bron Eigen opwekking<br />

tuinders<br />

90% restwarmte Yara E-derving E.On<br />

Leveringszekerheid Hoog Hoog Hoog<br />

Capaciteit n.v.t. 130 MW Geen gegevens<br />

Jaarvracht Geen gegevens Geen gegevens 780 GWh = 2.800 TJ<br />

Vraagpatroon n.v.t. Piekvraag winter Piekvraag winter<br />

Afnemers<br />

Afnemers Tuinders Tuinders Tuinders<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 20 - MD-MV20100129


OCAP Warm<strong>CO2</strong> RoCa<br />

Teelt Groenteteelt, sierteelt Aubergine, paprika,<br />

tomaat<br />

Netto glasopp. Tuinders 1700 ha. 168 ha 280 ha<br />

Gasaansluiting<br />

afnemers<br />

bij Ja Nee Ja<br />

Potentiële <strong>CO2</strong> levering<br />

2012 [kton/jaar]<br />

Potentiële <strong>CO2</strong> levering<br />

2020 [kton/jaar]<br />

Contactueel<br />

Contractduur<br />

transporteur – tuinder<br />

ETS verrekend in prijs Nee, wel afspraak over<br />

beschikbaar stellen<br />

rechten door Shell<br />

indien tuinders rechten<br />

moeten afrekenen<br />

800 67-71 0 / 40<br />

1000 ca. 140 0 / 40<br />

4.2 Energiebesparing ten opzichte <strong>van</strong> referentie<br />

5 – 10 jaar 10 – 15 jaar 2 – 3 jaar<br />

Nee, wel principe<br />

afspraak<br />

DHV B.V.<br />

Potplanten, paprika,<br />

orchidee<br />

Volgens inschatting <strong>van</strong> Glaskracht bedraagt de energiebesparing als gevolg <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>-overdracht circa<br />

10% <strong>van</strong> de geleverde <strong>CO2</strong>. Deze inschatting is echter niet met een berekening <strong>onder</strong>bouwd. Eerdere<br />

berekeningen door OPP 11 (WUR, 2004), op basis <strong>van</strong> een vergelijking met ‘zomerstook’ met een<br />

warmwaterketel of WKK, wezen op een energiebesparing, toegekend aan <strong>CO2</strong>-overdracht <strong>van</strong> circa<br />

7 m 3 gas per m 2 kas per jaar. In de case <strong>van</strong> Shell/OCAP levert dit een hoeveelheid vermeden <strong>CO2</strong> op <strong>van</strong><br />

211 kton, ten opzichte <strong>van</strong> een totale jaarlijkse overdracht <strong>van</strong> 380 kton <strong>CO2</strong> en daarmee een <strong>CO2</strong><br />

voordeel <strong>van</strong> meer dan 50%. Deze referentiesituatie is echter om twee redenen achterhaald:<br />

– Door de sterke groei <strong>van</strong> de WKK de laatste jaren is deze referentie veranderd. De situatie <strong>van</strong><br />

zomerstook met een ketel komt steeds minder voor. Een WKK zal altijd elektriciteit produceren<br />

naast <strong>CO2</strong> en warmte. Zomerstook, alléén voor <strong>CO2</strong> productie komt bij WKK’s eigenlijk niet voor.<br />

– Gemiddelde gasprijzen zijn sindsdien sterk gestegen, waardoor zomerstook voor <strong>CO2</strong> productie<br />

minder aantrekkelijk is geworden. De berekening is gebaseerd op een aardgasprijs <strong>van</strong> 11<br />

eurocent per m3. Eind 2009 ligt de prijs rond 20 cent per m3. Bij een hogere gasprijs zal de tuinder<br />

in de referentiesituatie minder <strong>CO2</strong> bemesten, waardoor de energiebesparing ten opzichte <strong>van</strong><br />

deze referentie kleiner wordt.<br />

Door deze ontwikkelingen is <strong>het</strong> aannemelijk dat <strong>het</strong> milieuvoordeel kleiner geworden is dan 50% (ten<br />

opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> totaal aan overgedragen <strong>CO2</strong>).<br />

11 Praktijk<strong>onder</strong>zoek Plant & Omgeving, kennisinstituut <strong>van</strong> Wageningen Universiteit<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 21 -<br />

Nee


DHV B.V.<br />

Om een aantal redenen is <strong>het</strong> echter vooraf noch achteraf mogelijk de (vermeden) zomerstook echt te<br />

bepalen:<br />

– In de praktijk varieert <strong>het</strong> energieverbruik <strong>van</strong> teelt tot teelt (en zelfs binnen de teelt) en op jaarbasis<br />

door klimatologische invloeden.<br />

– Ook de opbrengst varieert: als gevolg <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> dosering neemt de opbrengst toe en daarmee <strong>het</strong><br />

energiegebruik per eenheid product.<br />

– De actuele gasprijs is <strong>van</strong> invloed op de hoeveelheid vermeden zomerstook. Deze gasprijs varieert<br />

<strong>van</strong> jaar op jaar maar ook binnen <strong>het</strong> jaar <strong>van</strong> tuinder tot tuinder.<br />

– Bij toepassing met WKK is de sparkspread <strong>van</strong> invloed op de vermeden zomerstook. De<br />

sparkspread varieert binnen <strong>het</strong> jaar <strong>van</strong> tuinder tot tuinder omdat de sparkspread per tuinder op<br />

een ander moment en dus tegen een andere prijs is vastgelegd. Tussenhandel in sparkspread<br />

heeft die verschillen nog eens doen toenemen.<br />

In de beschreven cases wordt op verschillende manieren inschattingen gemaakt <strong>van</strong> de emissiereducties<br />

die gepaard gaan met levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>:.<br />

– Inschatting emissiereductie waarbij wordt vermeden dat in de zomer een traditionele ketel wordt<br />

aangezet voor <strong>CO2</strong> productie (warmte verdwijnt in de lucht).<br />

– Inschatting emissiereductie waarbij wordt vermeden dat in de zomer een WKK wordt gebruikt voor<br />

<strong>CO2</strong> productie. In dat geval wordt ook elektriciteit geproduceerd en is de <strong>CO2</strong> reductie deels<br />

afhankelijk <strong>van</strong> de wijze <strong>van</strong> toerekening <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> aan de elektriciteitsproductie.<br />

– Inschatting <strong>van</strong> emissiereductie aan de hand <strong>van</strong> een vergelijking tussen een ‘standaard’<br />

energieverbruik per type gewas (z<strong>onder</strong> externe <strong>CO2</strong> levering) en <strong>het</strong> werkelijk energiegebruik (met<br />

<strong>CO2</strong>-levering).<br />

4.3 Algemene conclusie cases<br />

1. Het voortbestaan <strong>van</strong> de OCAP en Warm<strong>CO2</strong> cases staan op korte termijn niet <strong>onder</strong> druk door <strong>het</strong><br />

wegvallen <strong>van</strong> de mogelijkheid om <strong>CO2</strong> af te trekken. De RoCa case staat wel <strong>onder</strong> druk, maar dit<br />

is niet alleen te wijten aan de situatie rondom <strong>CO2</strong>-overdracht.<br />

Case Shell / OCAP / Tuinders.<br />

Shell mag geleverde <strong>CO2</strong> niet (meer) aftrekken. Shell heeft kosten gemaakt om <strong>systeem</strong> te<br />

realiseren. Die zijn in de eerste fase (deels) terugverdiend door de mogelijkheid om overgedragen<br />

emissies af te trekken. Op dit moment brengt levering volgens Shell geen enkel financieel of<br />

operationeel voordeel, behalve een basisfee die OCAP betaalt voor de ont<strong>van</strong>gen <strong>CO2</strong>. Volgens<br />

Shell is deze fee substantieel lager dan de <strong>CO2</strong> prijs binnen <strong>het</strong> ETS <strong>systeem</strong>. Er is voor Shell geen<br />

directe reden om levering op korte termijn te beëindigen, er is echter ook geen (commerciële) reden<br />

om <strong>systeem</strong> op lange termijn voort te zetten.<br />

Eon/Eneco/Tuinders.<br />

Door grote veranderingen in de energiesector sinds de start <strong>van</strong> warmtelevering (1996) door EOn is<br />

de financiële situatie voor warmte en <strong>CO2</strong> levering verslechterd. Veranderingen in <strong>het</strong> ETS ten<br />

aanzien <strong>van</strong> overdracht en veiling zorgen voor een verdere verslechtering <strong>van</strong> de financiële situatie.<br />

Voor EOn dreigt <strong>het</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> warmte en <strong>CO2</strong> levering binnen enkele jaren niet meer<br />

kostendekkend te zijn. Hierdoor dreigt warmte/ <strong>CO2</strong>-levering aan de groep tuinders (op termijn) te<br />

worden beëindigd. EOn heeft contractuele verplichtingen voor levering tot 2018, maar kan<br />

overwegen deze verplichtingen af te kopen of over te dragen.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 22 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

Yara/Warm<strong>CO2</strong>/Tuinders.<br />

Yara valt nu niet <strong>onder</strong> ETS, maar na 2012 wel. Situatie na 2012 t.a.v. <strong>CO2</strong> overdracht is<br />

onduidelijk. Er is een principe afspraak gemaakt over verdeling <strong>van</strong> kosten of opbrengsten tussen<br />

Warm<strong>CO2</strong> en tuinders. Probleem in deze case is vooral de onzekerheid na 2012: Hoe wordt de<br />

overdracht geregeld? Hoe is de samenhang tussen ETS en kostenverevening<strong>systeem</strong><br />

glastuinbouw? Indien zekerheid groter is kan Warm<strong>CO2</strong> concurrerender aanbieden en is <strong>het</strong> snel<br />

volstromen <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebied en eventuele ontwikkeling <strong>van</strong> een tweede project waarschijnlijker.<br />

2. De <strong>CO2</strong> overdracht levert de tuinders een <strong>CO2</strong>-voordeel op, dat voor de individuele tuinders tot nu<br />

toe echter (z<strong>onder</strong> kostenverevenings<strong>systeem</strong> of deelname aan <strong>emissiehandel</strong>) <strong>van</strong> weinig<br />

betekenis is. Dit voordeel wordt mogelijk gemaakt door de <strong>CO2</strong> producenten, die er zelf echter geen<br />

baat (meer) bij hebben. Het milieuvoordeel voor de tuinders is niet betrokken in de huidige<br />

contractuele afspraken over <strong>CO2</strong>-levering.<br />

3. Op de lange termijn (na 2020) kan CCS een mogelijke concurrent vormen <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>-levering. Bij<br />

CCS is er geen twijfel over de mogelijkheid om de opgeslagen <strong>CO2</strong> af te kunnen trekken. Wel blijft<br />

CCS relatief erg duur ten opzichte <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>levering aan tuinders, die (potentieel) geld oplevert.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 23 -


DHV B.V.<br />

5 POTENTIE VAN <strong>CO2</strong>-LEVERING<br />

5.1 Leveranciers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong><br />

Onder de leveranciers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> kan een <strong>onder</strong>scheid worden gemaakt tussen (1) bedrijven die zeer<br />

geconcentreerde <strong>CO2</strong> leveren (gehalte 90% of hoger), bedrijven met procesemissies met relatief hoge<br />

<strong>CO2</strong> concentraties (10% of meer) en bedrijven die <strong>CO2</strong> in de vorm <strong>van</strong> rookgas kunnen leveren. Het<br />

gehalte <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> in rookgas ligt in <strong>het</strong> algemeen <strong>onder</strong> de 10%.<br />

Geconcentreerde <strong>CO2</strong><br />

In Nederland zijn een beperkt aantal bedrijven met afgassen, bestaande uit een geconcentreerde <strong>CO2</strong><br />

stroom, namelijk kunstmestfabrikanten en raffinaderijen.<br />

Nederland kent twee kunstmest fabrikanten: DSM Agro en Yara Sluiskil. Tot 2012 vallen deze bedrijven<br />

buiten <strong>het</strong> ETS, daarna (naar verwachting) binnen <strong>het</strong> ETS.<br />

Van de zes Nederlandse raffinaderijen zijn er twee die een geconcentreerde <strong>CO2</strong> stroom als bijproduct<br />

produceren, namelijk Esso en Shell Pernis. Daarnaast produceert de ethyleen oxide fabriek <strong>van</strong> Shell te<br />

Moerdijk ook zuivere <strong>CO2</strong>, welke voor 100% wordt afgenomen door de calcium carbonaat fabrikant Omya.<br />

In <strong>het</strong> Rijnmond gebied zijn enkele nieuwe ontwikkelingen te verwachten waardoor er in deze regio méér<br />

<strong>CO2</strong> beschikbaar zal komen:<br />

– start <strong>van</strong> een fabriek voor de productie <strong>van</strong> (bio-) ethanol uit Biomassa (Abengoa), met een<br />

geconcentreerde reststroom <strong>CO2</strong> (2011).<br />

– plannen voor twee waterstoffabrieken met een geconcentreerde emissie <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> (2015?).<br />

In <strong>onder</strong>staande tabel 12 zijn deze Nederlandse bronnen <strong>van</strong> geconcentreerde <strong>CO2</strong> opgenomen, met daarin<br />

aangegeven waar de <strong>CO2</strong> momenteel naar toe gaat.<br />

[in Mton/jaar] Shell<br />

Pernis<br />

Abengoa Shell<br />

Moerdijk<br />

Esso Waterstofproductie<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 24 - MD-MV20100129<br />

Yara<br />

DSM<br />

Agro<br />

ETS tot 2012 Ja Nee Ja Ja nvt Nee Nee<br />

ETS<br />

2012<br />

<strong>van</strong>af Ja Nee Ja Ja ? Ja Ja<br />

<strong>CO2</strong> productie 1 0,3<br />

(2011)<br />

<strong>CO2</strong> eigen<br />

gebruik<br />

<strong>CO2</strong> verkoop<br />

Potentieel<br />

Warm<strong>CO2</strong><br />

<strong>CO2</strong><br />

resterend<br />

0,04 0,1 1,0<br />

(2015<br />

inschatting)<br />

2,2 1,2<br />

0 0 0 0 0 0,93 0,17<br />

0,38<br />

(max.)<br />

0.18 0,04 0 1,0 0,35 0,3<br />

0,067<br />

0,62 0,12 0 0,1 1,0 0,85 0,7<br />

12<br />

Grotendeels afkomstig uit “Transfers of <strong>CO2</strong> under the EU emissions trading scheme”, Ecofys, 2005;<br />

aangevuld met informatie over Abengoa en waterstofproduktie


DHV B.V.<br />

Andere toekomstige bronnen <strong>van</strong> geconcentreerde <strong>CO2</strong> zijn de <strong>CO2</strong> af<strong>van</strong>ginstallaties die in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />

CCS zullen worden ontwikkeld. Deze af<strong>van</strong>ginstallaties zullen worden geplaatst bij grote <strong>CO2</strong> bronnen<br />

zoals kolencentrales en CORUS IJmuiden.<br />

Op dit moment worden er door <strong>het</strong> Rotterdam Climate Initiative en <strong>het</strong> Noord Nederland initiatief Koers<br />

Noord verschillende business cases ontwikkeld om CCS <strong>van</strong> de grond te krijgen. Het jaarlijkse CCS<br />

potentieel voor 2025 wordt in deze cases globaal ingeschat op: Rotterdam (20 Mton [13] ), IJmuiden (10<br />

Mton) en Eemshaven (10 - 15 Mton [14] ). Deze hoeveelheden liggen factoren hoger dan <strong>het</strong> verwachte<br />

potentieel voor nuttige toepassing <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>.<br />

Naar verwachting zullen tussen 2015 en 2020 één of meerdere CCS demonstratie projecten worden<br />

gerealiseerd; welke dat zijn is op dit moment onzeker.<br />

Overige <strong>CO2</strong> uit procesemissies<br />

In de procesindustrie zijn nog een aantal kleinere bronnen met afgassen met een relatief hoge <strong>CO2</strong><br />

concentratie. Vaak zijn dit wat kleinere installaties zodat <strong>het</strong> potentieel hier<strong>van</strong> beperkt is tot een maximum<br />

<strong>van</strong> een paar 100 kton/jaar. Processen die hier (mogelijk) <strong>onder</strong> vallen zijn bijvoorbeeld:<br />

– Syngasfabrieken (Exxon, Air Products, Air liquide, DSM).<br />

– Glas productie (mn. Oxy fuel process).<br />

– Carbon Black productie.<br />

– Actief kool productie.<br />

– Cement en aluminium productie (nog in research fase).<br />

– Verbrandingseenheden bij vergistingsinstallaties (waterzuiveringsslib, mest vergisting).<br />

– Basismetaal (o.a. pelletfabriek).<br />

– Aardgaswinning.<br />

Bij de productie <strong>van</strong> carbon black en actief kool worden met een sterke <strong>onder</strong>maat zuurstof<br />

koolstofverbindingen verbrand, wat leidt tot een afgasstroom met een relatief hoge <strong>CO2</strong> inhoud. Bij<br />

Glasproductie met <strong>het</strong> Oxyfuelproces ontstaat ook een relatief hoge <strong>CO2</strong> concentratie.<br />

Bij alle bovenstaande processen geldt dat de <strong>CO2</strong> stromen minder zuiver zullen zijn dan de <strong>CO2</strong> stromen<br />

die nu worden toegepast door de tuinders. De <strong>CO2</strong> stromen kunnen in bovenstaande gevallen<br />

verontreinigd zijn met (sporen <strong>van</strong>) bijvoorbeeld roet, PAKs, metaaldeeltjes, glaszouten etc., waardoor ze<br />

minder geschikt zullen zijn om nuttig toegepast te worden. Verdere zuivering <strong>van</strong> de afgasstromen is<br />

daarom meestal noodzakelijk.<br />

Waterstofproductie<br />

In <strong>het</strong> Rijnmondgebied zijn plannen voor grootschalige waterstofproduktie, zoals bijvoorbeeld <strong>het</strong> initiatief<br />

<strong>van</strong> C-Gen in de Europoort. Hierbij zal ook geconcentreerde <strong>CO2</strong> vrij gaan komen.<br />

Verbrandingsemissies<br />

Voor <strong>het</strong> toepassen <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> uit elektriciteitscentrales zijn met name kolencentrales interessant aangezien<br />

deze een constantere belasting kennen (en dus een betere continuïteit <strong>van</strong> de levering) en een relatief<br />

hoge <strong>CO2</strong> concentratie in de rookgassen hebben. Daarnaast zijn de voorgestelde CCS projecten<br />

voornamelijk gericht op kolencentrales. De huidige 8 Nederlandse kolengestookte energiecentrales<br />

produceren gezamenlijk 22 Mton <strong>CO2</strong>/jaar.<br />

13 <strong>CO2</strong> Capture, Transport and Storage in Rotterdam, Report 2009; RCI<br />

14 DHV / Kernteam CCS Noord Nederland, “Carbon capture and Storage, Plan <strong>van</strong> aanpak Noord-<br />

Nederland”, 2009<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 25 -


DHV B.V.<br />

Daarnaast zijn er nog plannen voor 5 nieuwe kolencentrales welke nog een additionele emissie <strong>van</strong> 24,1<br />

Mton/jaar opleveren 15 . Hiermee is dus een enorm potentieel <strong>CO2</strong> beschikbaar. Echter aan deze <strong>CO2</strong> hangt<br />

wel een prijskaartje omdat <strong>het</strong> zuiveren, af<strong>van</strong>gen en comprimeren <strong>van</strong> de rookgassen tot zuivere <strong>CO2</strong> erg<br />

kapitaal- en energie-intensief is.<br />

Op dit moment wordt <strong>van</strong>uit de E.On Roca 3 elektriciteitcentrale warmte en <strong>CO2</strong> gedistribueerd naar<br />

tuinders in <strong>het</strong> tuindergebied in Bleiswijk en Bergschenhoek (zie uitwerking cases). Vanuit de<br />

Amercentrale wordt warmte geleverd aan tuinders in Plukmade. Hier wordt <strong>CO2</strong> aangevoerd per<br />

vrachtwagen.<br />

Initiatieven <strong>CO2</strong>-levering<br />

Er zijn een aantal initiatieven waar <strong>onder</strong>zocht wordt of levering <strong>van</strong>uit de industrie of elektriciteitscentrales<br />

aan glastuinbouw haalbaar is. Dit betreft:<br />

– DOW Terneuzen. DOW is aan <strong>het</strong> <strong>onder</strong>zoeken of, en hoeveel <strong>CO2</strong> zij beschikbaar zouden kunnen<br />

maken voor levering ten behoeve <strong>van</strong> glastuinbouw 16 .<br />

– Glastuinbouw Dinteloord: <strong>onder</strong>zoek naar <strong>CO2</strong> <strong>van</strong>uit SuikerUnie of <strong>van</strong>uit Moerdijk.<br />

– Connecting <strong>CO2</strong>: <strong>onder</strong>zoek naar af<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> bij industrie in Moerdijk en Vlissingen en levering<br />

aan de tuinbouw.<br />

– Lelystad: <strong>onder</strong>zoek naar af<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> bij elektriciteitscentrale voor levering aan o.a.<br />

Koekoekspolder in combinatie met aardwarmte.<br />

– Alkmaar: <strong>onder</strong>zoek naar af<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> bij vuilverbranding en levering aan AgriPort.<br />

5.2 Afnemers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong><br />

5.2.1 Huidige situatie<br />

Er kan een <strong>onder</strong>scheid worden gemaakt in drie typen afnemers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> :<br />

– Leveranciers die <strong>CO2</strong> via een pijpleiding leveren aan tuinders (OCAP, Warm<strong>CO2</strong>).<br />

– Gasdistributiebedrijven die vloeibaar <strong>CO2</strong> leveren (Linde gas, Air Liquide, Yara Gas, Messcher en<br />

ACP).<br />

– Industrieën die direct afnemen (bijvoorbeeld Carbolim <strong>van</strong>uit DSM Agro).<br />

Uit <strong>het</strong> <strong>onder</strong>zoek <strong>van</strong> Ecofys blijkt dat de gasdistributiebedrijven circa 637 kton/jaar <strong>CO2</strong> afnemen <strong>van</strong><br />

Yara Sluiskil en Shell. Hier<strong>van</strong> wordt circa 230 kton/jaar geëxporteerd. De resterende 400 kton wordt in<br />

Nederland gebruikt als:<br />

- conserveringsmiddel in de voedingsmiddelenindustrie<br />

- bescherming gelaste verbindingen<br />

- droogijs<br />

- blusinstallaties<br />

- koelmiddel<br />

- laboratoriumgas<br />

- desinfectant <strong>van</strong> granen<br />

- oplosmiddel in de voedingsmiddelenindustrie of chemie.<br />

- bemesting voor tuinders (geleverd aan tuinders via vrachtwagens in tanks).<br />

Momenteel zijn er drie projecten in Nederland voor de directe levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> aan tuinders via een<br />

pijpleiding. De drie projecten zijn in dit <strong>onder</strong>zoek bekeken.<br />

15 “Making large-scale CCS in the Netherlands work”, EnergieNed VROM en EZ, Ecofys 2007<br />

16 Transitie naar een duurzame Zeeuwse procesindustrie, december 2009, Van der Kolk Advies<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 26 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

Gebruik in frisdrank en conservering <strong>van</strong> voedingsmiddelen<br />

In de frisdrankenindustrie en voor conservering <strong>van</strong> voedingsmiddelen wordt circa 200 kton <strong>CO2</strong> gebruikt<br />

Deze wordt in vloeibare vorm gedistribueerd naar de gebruikers. De <strong>CO2</strong> is afkomstig uit industriële<br />

bronnen waar nagenoeg zuivere <strong>CO2</strong> vrij komt (DSM (Carbolim), Shell (Linde Gas)). Geen grote groei<br />

verwacht.<br />

5.2.2 Potentieel voor de toekomst<br />

Tuinders<br />

Bij levering aan glastuinbouw is volgens de ervaring <strong>van</strong> OCAP 70% <strong>van</strong> de tuinders (zowel sierteelt als<br />

groenteteelt) geïnteresseerd in additionele <strong>CO2</strong> bemesting indien ze zelf al voorzieningen hebben voor<br />

<strong>CO2</strong> bemesting (WKK, ketels).<br />

Vertaald naar <strong>het</strong> totale Nederlandse areaal (10.000 ha [17] )betekent dit een potentieel <strong>van</strong> circa 7000 ha.<br />

voor <strong>CO2</strong> levering. Op basis <strong>van</strong> de huidige afzet <strong>van</strong> OCAP (380 kton <strong>CO2</strong>/jaar wordt geleverd aan 1700<br />

ha glas, 0,22 kton <strong>CO2</strong> per hectare) is de totale <strong>CO2</strong> afzetmarkt in Nederland in te schatten op circa 1,6<br />

Mton/jaar.<br />

In de glastuinbouw sector is een proces <strong>van</strong> herstructurering gaande. Terwijl bestaande gebieden<br />

inkrimpen worden er nieuwe gebieden ontwikkeld. Deze zijn beschreven in <strong>het</strong> herstructureringsplan<br />

glastuinbouw. De <strong>onder</strong>staande gebieden worden ontwikkeld:<br />

1. Bergerden - Lingewaard (voorheen Bemmel en Huissen) – Gelderland - 212 ha netto.<br />

2. Berlikum - Menaldumadeel –Friesland – 90 ha.<br />

3. Californië / Siberië - Horst aan de Maas/ Maasbree- Limburg – 400 ha.<br />

4. Wervershoof -Noord-Holland - 250 ha netto.<br />

5. 't Rundedal - Klazienaveen, gemeente Emmen – Drenthe – 280 tot 500 ha (eerste fase wordt nu<br />

uitgegeven).<br />

6. Koekoekspolder - IJsselmuiden, gemeente Kampen – Overijssel – tot 600 ha bruto.<br />

7. Zuidplaspolder – 200 ha uitbreiding.<br />

Daarnaast zijn nog andere gebieden in ontwikkeling zoals Terneuzen, Rijsenhout, Dinteloord, Sexbierum,<br />

Wieringermeer en Luttelgeest.<br />

De wijze waarop per gebied de energievraag wordt ingevuld varieert sterk (centrale en decentrale<br />

levering). <strong>CO2</strong> wordt in veel gevallen lokaal opgewekt. Er is echter wel een trend om de kassen steeds<br />

duurzamer in te richten, o.a. door gebruik te maken <strong>van</strong> WKO installaties of geothermie. Hierdoor neemt<br />

<strong>het</strong> potentieel voor extern geproduceerd <strong>CO2</strong> nog verder toe. Daarnaast is er in de provincie Groningen<br />

nog een ontwikkeling <strong>van</strong> 450 ha glas (bron: DHV rapport CCS NN). De indruk is echter dat de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> deze glastuinbouwgebieden wat achter blijft bij de prognoses.<br />

Voor de nieuw geplande glastuinbouwgebieden (totaal netto opp. geschat op 2500 ha.) is de potentiële<br />

<strong>CO2</strong> afname op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemiddelde <strong>CO2</strong> gebruik per hectare bij OCAP 0,4 Mton /jaar (0,22 kton *<br />

2500 ha * 0.7 = 0,4 Mton/jaar).<br />

17 Bron: www.tuinbouw.nl<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 27 -


DHV B.V.<br />

Algenkwekerijen<br />

Het potentiële <strong>CO2</strong> -gebruik door algenkwekerijen is als groot ingeschat. Vergelijkbaar met de<br />

glastuinbouw wordt <strong>CO2</strong> hier als meststof ingezet. Hoewel de technologie nog in de kinderschoenen staat,<br />

hebben bij een toenemende vraag aan fossiele brandstoffen en afnemende voorraden alternatieven voor<br />

fossiele brandstoffen een potentieel hoge groeiverwachting. De algenkwekerijen hebben gelijktijdige<br />

behoefte aan laagwaardige warmte en <strong>CO2</strong> en nutriënten. Locaties nabij energiecentrales zijn daarom te<br />

verwachten. In persberichten <strong>van</strong> Ingepro wordt gesteld dat 1 ha algenkweek circa 100 ton <strong>CO2</strong> per jaar<br />

kan opnemen. Gezien de beperkte beschikbare ruimte in Nederland is <strong>het</strong> potentieel <strong>van</strong> algenkwekerijen<br />

voor <strong>het</strong> overdragen <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> vooralsnog beperkt. Een grootschalige uitrol <strong>van</strong> algenkwekerijen,<br />

bijvoorbeeld offshore, wordt niet op korte termijn verwacht .<br />

Momenteel heeft Ingepro 3 kwekerijen <strong>van</strong> algen en heeft Akzo Nobel een pilot in Noord Nederland met<br />

algenbassins voor verfproductie. Daarnaast voeren olie producenten <strong>onder</strong>zoeken uit naar een verdere<br />

inzet <strong>van</strong> algen als basis voor biodiesels. Een nieuwe techniek voor <strong>het</strong> onttrekken <strong>van</strong> de vetten uit de<br />

algen gebruikt ook <strong>CO2</strong>.<br />

Oplosmiddel in voedingsmiddelenindustrie en chemie<br />

– BioMCN – Noord Nederland: 0,2 - 0,3 Mton/jaar voor productie <strong>van</strong> methanol uit glycol. Tijdfasering<br />

onbekend. Potentieel grote afnamecapaciteit omdat de vraag naar methanol toeneemt. Methanol<br />

heeft een potentieel grote afname door innovaties als:<br />

o toepassing methanol in brandstofcellen voor handheld toepassingen en voor transport;<br />

o toepassing methanol als toevoeging in standaard brandstoffen voor auto’s;<br />

o toepassing methanol als brandstof voor auto’s;<br />

o toepassing in de chemie.<br />

– Brunner Mond – Noord Nederland : Productie <strong>van</strong> soda, <strong>CO2</strong> wordt nu gemaakt uit cokes.<br />

50 kton/jaar. Ombouw kost circa 20 miljoen euro. Project gaat vooralsnog niet door.<br />

5.3 Conclusies<br />

De totale potentiële <strong>CO2</strong>-afzetmarkt in Nederland wordt ingeschat op circa 1,6 Mton/jaar. Door verwachte<br />

groei <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> duurzame warmte neemt <strong>het</strong> potentieel voor extern geproduceerde <strong>CO2</strong> nog<br />

verder toe. Door de beschreven cases wordt circa 500 kton/jaar geleverd. Er is dus behoefte aan meer<br />

<strong>CO2</strong>. Er is echter slechts een beperkte groei mogelijk doordat er weinig nieuw aanbod <strong>van</strong> grootschalige<br />

<strong>CO2</strong> bronnen verwacht wordt. Alleen binnen <strong>het</strong> Rijnmond gebied ontstaat nieuw aanbod <strong>van</strong><br />

geconcentreerd <strong>CO2</strong> , afkomstig <strong>van</strong> de productie <strong>van</strong> bio-ethanol en waterstof.<br />

– Voor rendabele toepassing <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> is de beschikbaarheid <strong>van</strong> zuivere en geconcentreerde <strong>CO2</strong><br />

gewenst. In Nederland zijn er een beperkt aantal processen waarbij zuivere en geconcentreerde<br />

<strong>CO2</strong> vrijkomt. In <strong>het</strong> Rijnmond gebied zijn plannen voor fabricage <strong>van</strong> (bio-)ethanol en waterstof<br />

waarbij geconcentreerde <strong>CO2</strong> beschikbaar komt.<br />

– Met de nieuwe <strong>emissiehandel</strong>speriode <strong>van</strong>af 2012 is <strong>het</strong> aantal verhandelbare emissierechten<br />

wederom minder. Bij een aantrekkende economie is <strong>het</strong> waarschijnlijk dat de prijs <strong>van</strong><br />

emissierechten zal toenemen. Hierdoor wordt op de lange termijn CCS (na 2020) als optie om<br />

emissies te reduceren aantrekkelijker. Dit zal vooral <strong>het</strong> geval zijn voor de bronnen met zuivere en<br />

geconcentreerde <strong>CO2</strong>. Voor bronnen met niet geconcentreerde <strong>CO2</strong> emissies, zoals kolencentrales,<br />

zullen op termijn (dwz na 2015) af<strong>van</strong>ginstallaties worden gerealiseerd. Daardoor zullen er meer<br />

bronnen komen met zuivere en geconcentreerde <strong>CO2</strong> emissies. Echter deze <strong>CO2</strong> zal relatief duur<br />

zijn door de kosten <strong>van</strong> af<strong>van</strong>g en compressie (ordegrootte 30- 50 Euro/ton).<br />

– De <strong>CO2</strong> die <strong>onder</strong>gronds worden opgeslagen mag wel in mindering worden gebracht op de<br />

emissies, de <strong>CO2</strong> die geleverd wordt aan tuinders niet. Door mogelijke subsidies op <strong>CO2</strong>-opslag<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 28 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

projecten en kostendaling <strong>van</strong> CCS op langere termijn kan CCS een concurrent worden, Gezien de<br />

planning <strong>van</strong> CCS projecten is de verwachting dat pas <strong>van</strong>af 2020 echt met CCS rekening hoeft te<br />

worden gehouden.<br />

– WKK’s blijven een interessant alternatief ten opzichte <strong>van</strong> externe warmte en <strong>CO2</strong> levering. In<br />

paragraaf 6.1.1. is al ingegaan op de verwachte inzetbaarheid <strong>van</strong> WKK’s. Ondanks dat <strong>het</strong><br />

installeren <strong>van</strong> een SCR extra investeringen vergt, zal een WKK nog steeds een interessante optie<br />

blijven. Bijkomend voordeel <strong>van</strong> een SCR is dat de emissies schoner zijn, en dus beter toepasbaar<br />

in de glastuinbouw.<br />

– WKK’s kunnen voor een groot deel voldoende bemesting leveren; circa 30% <strong>van</strong> de tijd zal dat<br />

echter niet <strong>het</strong> geval zijn omdat in <strong>het</strong> weekend teruglevering <strong>van</strong> elektriciteit minder rendabel is.<br />

– Potentieel grote afnemers <strong>van</strong> (zuivere) <strong>CO2</strong> zijn de glastuinbouw, algenindustrie en<br />

methanolindustrie. Ontwikkelingen en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>-toepassingen in de algenindustrie en voor<br />

methanolproductie zijn echter nog onzeker.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 29 -


DHV B.V.<br />

6 RELEVANTE ONTWIKKELINGEN ETS VOOR <strong>CO2</strong> OVERDRACHTSPROJECTEN<br />

6.1 Veilen <strong>van</strong> ETS rechten<br />

Binnen <strong>het</strong> ETS worden tot en met 2012 de emissierechten gratis weggegeven aan de ETS deelnemers<br />

op basis <strong>van</strong> landelijke allocatieplannen. Deze plannen zijn gebaseerd op de werkelijke emissies <strong>van</strong> de<br />

ETS deelnemers in voorgaande jaren, minus een jaarlijks toenemende korting. Na 2012 zullen de<br />

emissierechten gedeeltelijk geveild worden en gedeeltelijk via benchmarking verdeeld worden. De EC<br />

streeft naar een totale veiling <strong>van</strong> rechten na 2020, uitgez<strong>onder</strong>d voor industriële sectoren die concurreren<br />

op de wereldmarkt. Voor de elektriciteitssector is afgesproken dat de rechten voor deze sector al <strong>van</strong>af<br />

2012 volledig geveild zullen worden. Voor de cases betekent dit dat EOn voor de RoCa-centrale <strong>van</strong>af<br />

2012 alle emissierechten zal moeten kopen op een veiling (en dus voor alle emissies zal moeten betalen).<br />

Shell zal waarschijnlijk grotendeels als ‘concurrerend op de wereldmarkt’ worden aangewezen, waardoor<br />

de kans groot is dat zij, ook na 2020, op basis <strong>van</strong> een benchmark rechten gratis zullen blijven ont<strong>van</strong>gen.<br />

Door veiling <strong>van</strong> emissierechten in de elektriciteitssector krijgt deze sector emissierechten niet meer gratis<br />

maar moet er (deels) voor gaan betalen. Elektriciteitsproductie in de glastuinbouwsector op basis <strong>van</strong><br />

WKK’s valt echter grotendeels buiten <strong>het</strong> ETS. Hierdoor verandert mogelijk de concurrentieverhouding met<br />

WKK’s bij tuinders die (net) <strong>onder</strong> de ETS grens blijven (20MW) in <strong>het</strong> nadeel <strong>van</strong> de elektriciteitsector.<br />

6.2 Carbon Capture and Storage<br />

Het ziet er naar uit dat CCS (Carbon Capture and Storage) in Nederland zal worden geïntroduceerd. Bij<br />

koppeling <strong>van</strong> een <strong>CO2</strong> transportnetwerk ten behoeve <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> opslag, met bijvoorbeeld <strong>het</strong> OCAP<br />

netwerk ontstaat voor de <strong>CO2</strong> producent de keuze tussen levering aan tuinders en/of opslag.<br />

CCS wordt volledig in <strong>het</strong> ETS opgenomen. Dit betekent dat af<strong>van</strong>g, transport en opslag officiële<br />

activiteiten binnen <strong>het</strong> ETS worden, inclusief vergunning en monitoring verplichtingen. Voor opgeslagen<br />

<strong>CO2</strong> hoeft de oorspronkelijke emittent géén emissierechten in te leveren. De financiering <strong>van</strong> CCS zal (op<br />

termijn) uit dit voordeel moeten komen; <strong>het</strong> geld dat de emittent uitspaart doordat er géén rechten<br />

ingeleverd hoeven te worden kan beschikbaar komen voor de financiering <strong>van</strong> CCS. Op korte termijn zal<br />

de financiering <strong>van</strong> CCS voor een belangrijk deel leunen op subsidies en garantstellingen door de<br />

overheid.<br />

<strong>CO2</strong> opslag door Shell bij Barendrecht is <strong>het</strong> CCS project dat mogelijk <strong>het</strong> eerst operationeel wordt. Hierbij<br />

wordt <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> Shell in Pernis via een OCAP transportleiding naar een leeg gasveld <strong>onder</strong><br />

Barendrecht geleid. De bron voor deze <strong>CO2</strong> is dezelfde als de <strong>CO2</strong> die OCAP naar glastuinbouwbedrijven<br />

transporteert. Doordat er ‘s winters minder vraag is <strong>van</strong>uit de glastuinbouw kan de resterende <strong>CO2</strong> worden<br />

opgeslagen. Andere CCS initiatieven zijn <strong>CO2</strong> af<strong>van</strong>g bij nieuwe centrales op de Maasvlakte en in de<br />

Eemshaven. In principe is <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> af<strong>van</strong>g installaties ook goed bruikbaar voor <strong>CO2</strong><br />

bemesting.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 30 - MD-MV20100129


6.3 Domestic offset projects (DOP)<br />

DHV B.V.<br />

Via Joint Implementation (JI) en Clean Development Mechanism (CDM) is <strong>het</strong> mogelijk om, via goed<br />

gedefiniëerde en gecontroleerde emissiereductieprojecten in <strong>het</strong> buitenland,overdraagbare emissierechten<br />

te creëren die binnen Europa in <strong>het</strong> ETS ingezet kunnen worden. In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> aanpassingen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

ETS na 2012 is ook de mogelijkheid ingebouwd om binnenlandse emissiereductieprojecten te ontwikkelen,<br />

specifiek voor sectoren die niet <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS vallen. Ook deze rechten zouden dan gebruikt kunnen<br />

worden binnen <strong>het</strong> ETS.<br />

De <strong>Europese</strong> Commissie laat de verdere invulling <strong>van</strong> dit instrument vooral aan de lidstaten zelf. De<br />

Nederlandse overheid werkt niet actief aan de vormgeving <strong>van</strong> dit instrument in Nederland. Het<br />

belangrijkste probleem voor de Nederlandse overheid is dat met alle sectoren in Nederland reeds<br />

reductiedoelstellingen afgesproken zijn. Toepassing <strong>van</strong> Domestic Offset Projects doorkruist als <strong>het</strong> ware<br />

deze doelstellingen en hevelt emissiereducties over naar de ETS sector, waardoor <strong>het</strong> voor Nederland als<br />

geheel geen extra reducties oplevert. Alleen als door DOP expliciet reducties gerealiseerd worden die<br />

additioneel zijn ten opzichte <strong>van</strong> de afgesproken sectorale doelstellingen kan dit instrument een zinvolle<br />

aanvulling vormen.<br />

6.4 Conclusies rele<strong>van</strong>te ontwikkelingen<br />

– ETS Veiling. De veiling <strong>van</strong> emissierechten levert mogelijk een concurrentievoordeel op voor<br />

WKK’s bij tuinders die (net) <strong>onder</strong> de ETS grens blijven (20 MW). Dit kan de levering <strong>van</strong> warmte in<br />

combinatie met <strong>CO2</strong> levering door de elektriciteitssector aan tuinders in gevaar brengen.<br />

– ETS/CCS: Zeker in de situatie <strong>van</strong> Shell is CCS op termijn een concurrent <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> - overdrachten<br />

naar de glastuinbouw omdat deze overgedragen <strong>CO2</strong> wel afgetrokken mag worden en de kosten<br />

voor CCS in dit specifieke geval relatief laag zijn.<br />

– <strong>CO2</strong>-af<strong>van</strong>g. Door de ontwikkeling <strong>van</strong> CCS worden op termijn bij een aantal grote<br />

elektriciteitscentrales <strong>CO2</strong>-af<strong>van</strong>g installaties geplaatst, waardoor er ook bij deze centrales een<br />

geconcentreerde stroom <strong>CO2</strong> beschikbaar komt die ook voor <strong>CO2</strong> bemesting ingezet kan worden.<br />

Gezien de grote hoeveelheid energie die nodig is voor <strong>het</strong> af<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> is <strong>het</strong> belangrijk om<br />

vast te stellen in hoeverre dit <strong>van</strong>uit een oogpunt <strong>van</strong> energie-efficiency een gewenste situatie is.<br />

– Domestic Offset Projects Deze projecten kunnen alleen ingezet worden als door DOP expliciet<br />

reducties gerealiseerd worden die additioneel zijn ten opzichte <strong>van</strong> de afgesproken sectorale<br />

doelstellingen. Alleen dan kan dit instrument een zinvolle aanvulling vormen.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 31 -


DHV B.V.<br />

7 MOGELIJKHEDEN WAARDERING/STIMULERING MILIEUVOORDEEL<br />

7.1 Inleiding<br />

In <strong>onder</strong>staande paragraaf zijn een zestal alternatieven gesc<strong>het</strong>st voor de wijze waarop overdracht <strong>van</strong><br />

<strong>CO2</strong> naar de tuinders georganiseerd kan worden. Deze alternatieven zijn daarna beoordeeld in <strong>het</strong> licht<br />

<strong>van</strong> twee randvoorwaarden die <strong>het</strong> Ministerie <strong>van</strong> VROM heeft gesteld aan acceptabele<br />

oplossingsrichtingen:<br />

– Emissies moeten binnen <strong>het</strong> emissieplafond voor Nederland worden <strong>onder</strong>gebracht. Een oplossing<br />

die een verruiming <strong>van</strong> <strong>het</strong> emissieplafond betekent is niet acceptabel.<br />

– Oplossingen mogen niet leiden tot een forse verhoging <strong>van</strong> de overheidsuitgaven (subsidies).<br />

De overgebleven oplossingsrichtingen zijn vervolgens met de klankbordgroep besproken. Hierbij is<br />

ingegaan op een 5-tal aspecten.<br />

1. Monitoring, meetbaarheid, administratieve lasten.<br />

2. Nationaal plafond – sectorplafonds.<br />

3. Effecten wel / niet <strong>onder</strong> <strong>systeem</strong>, rechtvaardigheid.<br />

4. Marktwerking, levensvatbaarheid.<br />

5. Fasering, wijze <strong>van</strong> invoering, aansluiting op bestaande afspraken.<br />

Uit de bespreking met de klankbordgroep kwam niet één duidelijk voorkeursalternatief. Wel is er inzicht<br />

ontstaan in de voor- en nadelen <strong>van</strong> de verschillende alternatieven. Een uiteindelijke keuze voor een<br />

alternatief is afhankelijk <strong>van</strong> voorkeuren <strong>van</strong> de betrokken sectoren, andere ontwikkelingen in <strong>het</strong> kader<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> ETS (met name positie <strong>van</strong> WKK’s) én de visie op de verdere ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> ETS in relatie<br />

tot andere sectoren: op welke wijze zal in de toekomst met plafonds in andere sectoren omgegaan<br />

worden.<br />

Bij <strong>het</strong> bespreken <strong>van</strong> de oplossingsrichtingen is vooral gekeken naar de situatie na 2012. Afhankelijk <strong>van</strong><br />

de voorkeur voor een oplossing nà 2012 kunnen er afspraken gemaakt worden voor de periode tot en met<br />

2012.<br />

7.2 Oplossingsrichtingen 2013 - 2020<br />

A. <strong>CO2</strong> producent levert <strong>CO2</strong> aan tuinders, maar blijft (binnen ETS) verantwoordelijk voor geleverde <strong>CO2</strong><br />

en mag deze niet aftrekken in zijn emissierapportage (in feite voortzetting <strong>van</strong> huidige situatie in<br />

Nederland).<br />

B. <strong>CO2</strong> producent levert <strong>CO2</strong> aan tuinders, maar blijft (binnen ETS) verantwoordelijk voor geleverde <strong>CO2</strong><br />

aan tuinders. Daarbij mag de <strong>CO2</strong> producent een hoeveelheid <strong>CO2</strong> aftrekken gelijk aan de <strong>CO2</strong>reductie<br />

als gevolg <strong>van</strong> de overdracht, bepaald ten opzichte <strong>van</strong> referentie (zie <strong>onder</strong>staande kader<br />

voor mogelijke berekeningen <strong>CO2</strong> -besparing ten opzichte <strong>van</strong> referentie). In combinatie met<br />

warmtelevering zal de hoeveelheid uitgespaarde en af te trekken <strong>CO2</strong> emissie groter zijn (omdat ook<br />

winterstook achterwege kan blijven).<br />

C. Verdere uitwerking <strong>van</strong> alternatief B waarbij <strong>CO2</strong> levering al dan niet in combinatie met<br />

warmtelevering geformaliseerd wordt als domestic offset project.<br />

D. Tuinders <strong>onder</strong> kostenverevenings<strong>systeem</strong>: <strong>CO2</strong> producent draagt verantwoordelijkheid voor<br />

geleverde <strong>CO2</strong> (volledig) over aan tuinders en mag deze aftrekken in zijn emissierapportage.<br />

Overgedragen <strong>CO2</strong> telt mee in realisatie <strong>van</strong> de streefwaarde voor de glastuinbouwsector.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 32 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

E. Tuinders <strong>onder</strong> ETS: <strong>CO2</strong> producent draagt verantwoordelijkheid voor geleverde <strong>CO2</strong> (volledig) over<br />

aan tuinders. Overgedragen <strong>CO2</strong> blijft binnen ETS <strong>systeem</strong>; volgens de MRG regels zullen de<br />

tuinders de overgedragen <strong>CO2</strong> in hun emissierapportage moeten meenemen.<br />

F. Stimuleringsregeling <strong>CO2</strong> + duurzame warmte. Los <strong>van</strong> ETS en <strong>CO2</strong> -overdracht problematiek is <strong>het</strong><br />

ten volle benutten (voor glastuinbouw) <strong>van</strong> situaties waar kwalitatief goed <strong>CO2</strong> en warmte beschikbaar<br />

zijn, energetisch zeer voordelig. Situatie voor huidige <strong>CO2</strong> producenten blijft zoals deze op dit<br />

moment is. Het gaat hier om specifieke stimulering door de overheid om <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> warmte en<br />

<strong>CO2</strong> in energetisch voordelige situaties, waar beide beschikbaar zijn, tot realisatie te laten komen.<br />

7.3 Referentie en besparing<br />

Bij alternatief B en C is <strong>het</strong> noodzakelijk een emissiereductie vast te stellen op basis <strong>van</strong> een referentie.<br />

Ook bij de alternatieven A, D en E zullen <strong>CO2</strong>-producenten, distributeurs of tuinders mogelijk afspraken<br />

willen maken met elkaar over vergoeding <strong>van</strong> de overgedragen <strong>CO2</strong>, mede op basis <strong>van</strong> een inschatting<br />

<strong>van</strong> de emissiereductie. Een dergelijke berekening zou op verschillende manieren uitgevoerd kunnen<br />

worden (zie paragraaf 4.2), maar uit de discussie met de klankbordgroep en eigen <strong>onder</strong>zoek blijkt dat <strong>het</strong><br />

eenduidig en verifieerbaar bepalen <strong>van</strong> een emissiereductie als gevolg <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> overdracht erg lastig zal<br />

blijven.<br />

7.4 Toepassing overheidscriteria op oplossingsrichtingen<br />

In paragraaf 7.1 zijn de volgende knock out criteria genoemd:<br />

– Oplossingen mogen niet leiden tot een verruiming <strong>van</strong> <strong>het</strong> emissieplafond voor Nederland.<br />

– Oplossingen mogen niet leiden tot een verhoging <strong>van</strong> de overheidsuitgaven (subsidies).<br />

Op basis <strong>van</strong> deze criteria vallen oplossingsrichtingen B, C en F af:<br />

– De oplossingsrichtingen B, C vallen om twee belangrijke redenen af: (1) Het niet sluitend kunnen<br />

krijgen <strong>van</strong> de nationale <strong>CO2</strong> boekhouding (belangrijke randvoorwaarde voor VROM) en (2) de<br />

complexiteit om bespaarde <strong>CO2</strong> emissies (reducties) – als gevolg <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> levering - op een<br />

eenduidige manier te kunnen vaststellen en monitoren.<br />

– Oplossing F betekent financiële <strong>onder</strong>steuning door de overheid.<br />

7.5 Uitwerking overgebleven oplossingsrichtingen<br />

De overgebleven oplossingsrichtingen zijn met de klankbordgroep besproken en vervolgens verder<br />

uitgewerkt. Hierbij is ingegaan op een 5-tal aspecten.<br />

1.Monitoring en meetbaarheid.<br />

Is een transparante monitoring mogelijk?<br />

Hierin zijn ook de administratieve lasten betrokken en de vraag of betrokken bedrijven en overheden niet<br />

onevenredig belast worden door administratieve verplichtingen.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 33 -


DHV B.V.<br />

2.Nationaal plafond – sectorplafonds.<br />

Op welke wijze worden eventuele verschuivingen <strong>van</strong> emissies of emissieplafonds verwerkt. Belangrijk is<br />

dat rekening gehouden wordt met de beperkte bewegingsvrijheid binnen <strong>het</strong> ETS. Het ETS plafond is star.<br />

Ook als de streefwaarde voor de glastuinbouw wordt opgerekt zou worden om overgedragen <strong>CO2</strong> te<br />

accommoderen, is <strong>het</strong> niet mogelijk <strong>het</strong> ETS plafond voor de industrie binnen de <strong>Europese</strong> afspraken te<br />

verlagen.<br />

ETS<br />

GLT<br />

3.Rechtvaardigheid, neveneffecten.<br />

Rechtvaardige behandeling partijen binnen en buiten ETS. Oplossingsrichting moet geen onevenredige<br />

verschillen ten aanzien <strong>van</strong> overdrachtsituaties (binnen ETS, ETS – niet ETS, buiten ETS) laten ontstaan<br />

Consequente behandeling <strong>van</strong> de partijen (op basis <strong>van</strong> principe ‘Vervuiler Betaalt’) staat voorop.<br />

4.Marktwerking, levensvatbaarheid: hoe zal de markt reageren? Wordt overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> voor partijen<br />

duurder of juist aantrekkelijker?<br />

5.Fasering, wijze <strong>van</strong> invoering en aansluiting op bestaande afspraken. Past de oplossing binnen de<br />

huidige en toekomstige ETS regelgeving.<br />

7.5.1 Oplossingsrichting A. Producent blijft verantwoordelijk (status quo)<br />

<strong>CO2</strong> producent levert <strong>CO2</strong> aan tuinders, maar blijft (binnen ETS) verantwoordelijk voor geleverde <strong>CO2</strong> en<br />

mag deze niet aftrekken in zijn emissierapportage (in feite voortzetting <strong>van</strong> huidige situatie in Nederland).<br />

Monitoring, meetbaar<br />

– Monitoring binnen huidige ETS praktijk is geen probleem.<br />

– Monitoring vermeden <strong>CO2</strong> is voor <strong>het</strong> <strong>systeem</strong> niet rele<strong>van</strong>t, beleidsmatig echter wel interessant:<br />

ook voor individuele tuinders is inzicht in vermeden <strong>CO2</strong> zinvol om een kostenafweging te kunnen<br />

maken.<br />

Nationaal plafond - sectorplafonds<br />

– Overgedragen <strong>CO2</strong> blijft binnen ETS plafond. Streefwaarde en afspraken GTB hoeven niet<br />

aangepast te worden.<br />

– Past in de lange termijn visie om <strong>CO2</strong> emissies <strong>onder</strong> te brengen in sectorale plafonds.<br />

Effecten wel / niet <strong>onder</strong> <strong>systeem</strong>, rechtvaardigheid<br />

– Voordeel <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> -overdracht (vermeden <strong>CO2</strong>) komt op conto <strong>van</strong> de tuinders; nadeel<br />

(overgedragen <strong>CO2</strong>) blijft op conto <strong>van</strong> producent.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 34 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

Marktwerking, levensvatbaarheid<br />

– Som <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> voordeel (vermeden <strong>CO2</strong> door minder aardgasgebruik) en <strong>CO2</strong> nadeel (overgedragen<br />

<strong>CO2</strong>) wordt op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> de individuele de tuinder niet gemaakt. De tuinder heeft wel <strong>het</strong><br />

voordeel <strong>van</strong> minder aardgasgebruik maar neemt de extra <strong>CO2</strong> uitstoot niet in zijn afweging mee. Er<br />

is geen incentive bij tuinders om de uitstoot <strong>van</strong> overgedragen <strong>CO2</strong> te beperken, omdat deze<br />

uitstoot niet meetelt bij <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> de streefwaarde <strong>van</strong> de glastuinbouwsector.<br />

– Indirect heeft <strong>CO2</strong> voordeel wel een waarde voor de tuinder <strong>van</strong>wege de bijdrage aan de realisatie<br />

<strong>van</strong> de sectordoelstellingen. Deze waarde komt in de huidige contracten nog niet tot uiting. Volgens<br />

LTO is er financiële ruimte bij de tuinders om deze waarde te verdisconteren. Dit zal echter zeker<br />

niet de ETS prijs <strong>van</strong> alle overgedragen <strong>CO2</strong> dekken.<br />

– De markt kan zelf deze waarde bepalen en hierover afspraken maken. <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong><br />

biomassa, of <strong>van</strong> buiten <strong>het</strong> ETS, zal daarbij een concurrentievoordeel hebben.<br />

– Er worden nu projecten ontwikkeld, maar onzekerheid over de wijze waarop overdracht behandeld<br />

gaat worden maakt opzetten <strong>van</strong> nieuwe projecten wel erg lastig en belemmert verdere groei <strong>van</strong><br />

projecten.<br />

– Er is weinig prikkel bij producenten om actief naar nuttige toepassingen te zoeken.<br />

– De wijze waarop overdracht geregeld zal gaan worden zal niet doorslaggevend zijn voor nieuwe<br />

projecten omdat er <strong>van</strong>zelf een nieuw marktevenwicht zal ontstaan. Voor bestaande projecten kan<br />

<strong>het</strong> zeker wel invloed hebben op de hoeveelheid die afgenomen wordt en <strong>het</strong> kan daarmee een<br />

project financieel minder aantrekkelijk maken.<br />

Fasering, wijze <strong>van</strong> invoering, aansluiting op bestaande afspraken<br />

– Status quo: fasering, invoering is geen issue.<br />

7.5.2 Oplossingsrichting D. Tuinders nemen overgedragen <strong>CO2</strong> mee in<br />

kostenverevenings<strong>systeem</strong><br />

De <strong>CO2</strong> producent draagt verantwoordelijkheid voor geleverde <strong>CO2</strong> (volledig) over aan tuinders en mag<br />

deze aftrekken in zijn emissierapportage. Overgedragen <strong>CO2</strong> telt mee in realisatie <strong>van</strong> de streefwaarde<br />

voor de glastuinbouwsector. In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> kostenverevenings<strong>systeem</strong> verantwoorden tuinders,<br />

naast de <strong>CO2</strong> die gekoppeld is aan <strong>het</strong> aardgasgebruik, ook de emissies <strong>van</strong> extern aangeleverde <strong>CO2</strong>.<br />

Ten opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> sectorplafond kan deze verantwoording op twee manieren plaatsvinden.<br />

– D1: verantwoording <strong>van</strong> de overgedragen <strong>CO2</strong> binnen kostenverevening én binnen sectorplafond:<br />

afspraken m.b.t sectorplafond zullen dan opengebroken moeten worden om [een deel <strong>van</strong> ] de<br />

hoeveelheid overgedragen <strong>CO2</strong> te accommoderen.<br />

– D2: verantwoording <strong>van</strong> de overgedragen <strong>CO2</strong> binnen kostenverevening, maar buiten <strong>het</strong><br />

sectorplafond om: sectorplafond wordt niet gewijzigd. Tuinders zullen door overdracht <strong>het</strong><br />

sectorplafond overschrijden en zullen daarvoor emissierechten bij de overheid moeten inleveren.<br />

Dit kunnen (waarschijnlijk) zowel ETS als CDM rechten zijn.<br />

Monitoring, meetbaar<br />

– Meetbaar: ja, info over hoeveelheid geleverde <strong>CO2</strong> is voorhanden. <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> biomassa<br />

zal apart gemonitord moeten worden.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 35 -


DHV B.V.<br />

Nationaal plafond - sectorplafonds<br />

– D1. ETS plafond is star, VROM ziet echter wel mogelijkheden om sectorplafond GTB beperkt op te<br />

rekken om overgedragen <strong>CO2</strong> te accommoderen.<br />

– D2: ETS en GTB plafond blijven beide <strong>het</strong>zelfde.<br />

– Past in lange termijn visie om <strong>CO2</strong> emissies <strong>onder</strong> te brengen in sectorale plafonds.<br />

Effecten wel / niet <strong>onder</strong> <strong>systeem</strong>, rechtvaardigheid<br />

– Tuinder maakt binnen kostenverevening afweging tussen afname <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong> en vermeden<br />

aardgasgebruik.<br />

– Gehele GTB sector valt dan <strong>onder</strong> één <strong>systeem</strong> (behalve de grootste tuinders die <strong>onder</strong> ETS<br />

vallen).<br />

– D1. Oprekken plafond voor de glastuinbouw, z<strong>onder</strong> aanpassing <strong>van</strong> <strong>het</strong> ETS plafond lijkt niet te<br />

rijmen met randvoorwaarde dat <strong>het</strong> emissieplafond voor Nederland als geheel niet mag worden<br />

verruimd.<br />

– D2. Lijkt rechtvaardig. Tuinders verantwoorden overgedragen <strong>CO2</strong> <strong>onder</strong><br />

kostenverevening<strong>systeem</strong>. In <strong>onder</strong>handeling met industrie over overdracht kan eventueel<br />

compensatie (geld, rechten) voor overschrijding sectorplafond worden afgesproken.<br />

– Gebruik <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> biomassa, of <strong>van</strong> buiten ETS zal buiten <strong>systeem</strong> blijven en zal<br />

concurrentievoordeel hebben t.o.v. ‘fossiele’ <strong>CO2</strong> binnen ETS.<br />

Marktwerking, levensvatbaarheid<br />

– Tuinders zullen bij D2 en eventueel bij D1 (afhankelijk <strong>van</strong> afspraken over extra volume binnen <strong>het</strong><br />

sectorplafond) <strong>het</strong> sectorplafond overschrijden en extra emissierechten nodig hebben als gevolg<br />

<strong>van</strong> overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>. Partijen kunnen afspraken maken om de levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> te koppelen<br />

aan de levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> rechten. Deze koppeling hoeft niet 1-op-1 te zijn en zal tussen D1 en D2<br />

anders uitvallen. GTB sector zal rechten inleveren bij de overheid als compensatie voor de<br />

overschrijding <strong>van</strong> <strong>het</strong> sectorplafond. Overheid zal rechten vervolgens cancellen.<br />

– Een ander alternatief is dat de leverende industrie in een convenant afspreekt om emissierechten<br />

te cancellen, naar rato <strong>van</strong> de hoeveelheid overgedragen <strong>CO2</strong>.<br />

– In beide varianten ligt een prikkel bij de tuinder om zuinig met <strong>CO2</strong> te zijn.<br />

Fasering, wijze <strong>van</strong> invoering, aansluiting op bestaande afspraken<br />

– D1. VROM ziet mogelijkheden voor een beperkte aanpassing <strong>van</strong> <strong>het</strong> sectorplafond voor de GTB.<br />

Hiervoor moeten afspraken met de sector opengebroken worden. Er is echter een grote mate <strong>van</strong><br />

onzekerheid of dit binnen ETS afspraken ook daadwerkelijk te realiseren is.<br />

– D1. Door overdracht slechts deels te accommoderen <strong>onder</strong> <strong>het</strong> GTB plafond is de markt voor<br />

overgedragen <strong>CO2</strong> te reguleren (veel ruimte maakt overgedragen <strong>CO2</strong> relatief goedkoop; weinig<br />

ruimte maakt <strong>het</strong> relatief duur).<br />

– D2. Overdracht <strong>van</strong> rechten gekoppeld aan <strong>CO2</strong> levering is binnen ETS niet hard af te spreken,<br />

wellicht wel via een convenant?<br />

– D2. Indien er niets wordt afgesproken over <strong>het</strong> cancellen <strong>van</strong> rechten blijft met deze variant de<br />

emissieruimte <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS <strong>het</strong>zelfde en kan de industrie door overdracht dus méér <strong>CO2</strong><br />

emitteren.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 36 - MD-MV20100129


7.5.3 Oplossingrichting E. Afnemers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> binnen ETS brengen<br />

DHV B.V.<br />

Tuinders <strong>onder</strong> ETS: <strong>CO2</strong> producent draagt verantwoordelijkheid voor geleverde <strong>CO2</strong> (volledig) over aan<br />

tuinders. De tuinders zijn toegetreden tot <strong>het</strong> ETS, waardoor de overgedragen <strong>CO2</strong> binnen ETS <strong>systeem</strong><br />

blijft. Volgens de MRG regels zullen de tuinders de overgedragen <strong>CO2</strong> in hun emissierapportage moeten<br />

verantwoorden.<br />

Met betrekking tot wat er <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS wordt gebracht zijn een aantal varianten mogelijk:<br />

1) gehele sector;<br />

2) inrichtingen met een WKK en/of afname <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong>;<br />

3) alleen afnemers <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong>.<br />

Uitgangspunt in deze notitie is dat alléén glastuinbouwbedrijven die <strong>CO2</strong> afnemen <strong>van</strong> bronnen die reeds<br />

<strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS vallen, zelf ook <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS worden gebracht. Voor de andere tuinders zal <strong>het</strong><br />

kostenverevening<strong>systeem</strong> gelden. Als tuinders <strong>onder</strong> ETS komen geldt dit voor de gehele inrichting<br />

(uitgangspunt ETS), dus ook voor de verbrandingsemissies.<br />

Monitoring, meetbaar<br />

– Goed meetbaar, echter de groep <strong>van</strong> tuinder met afname <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong> is al enkele h<strong>onder</strong>den<br />

tuinders groot. Naar verwachting zal dit aantal de komende jaren nog gestaag toenemen.<br />

Administratieve lasten zijn dus groot.<br />

– <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> biomassa apart monitoren.<br />

– Als er ook <strong>CO2</strong> per pijpleiding beschikbaar komt <strong>van</strong> niet ETS partijen (Abengoa, afvalverbranding)<br />

worden monitoring en <strong>het</strong> bepalen wie er <strong>onder</strong> ETS deel moeten nemen, lastig.<br />

Nationaal plafond - sectorplafonds<br />

– Plafond: overdracht is naadloos afgedekt omdat deze plaatsvindt tussen installaties die beide <strong>onder</strong><br />

ETS vallen.<br />

– Deze oplossingsrichting past in een lange termijn visie waarbij <strong>het</strong> ETS steeds meer sectoren<br />

‘opslokt’.<br />

Effecten wel / niet <strong>onder</strong> <strong>systeem</strong>, rechtvaardigheid<br />

– Scheve behandeling <strong>van</strong> GTB sector. Afhankelijk <strong>van</strong> verschillen in uitwerking tussen<br />

kostenverevenings<strong>systeem</strong> en ETS zal dit grensproblemen opleveren en kan ‘keuze gedrag’<br />

ontstaan. De inschatting <strong>van</strong> de sector is echter dat dit niet doorslaggevend zal zijn in<br />

bedrijfsmatige keuzes <strong>van</strong> tuinders.<br />

– Inschatting sector is dat <strong>onder</strong>scheid (<strong>CO2</strong> afname, niet <strong>CO2</strong> afname) voor deelname aan ETS niet<br />

lang houdbaar is, <strong>van</strong>wege de scheve behandeling.<br />

– Gebruik <strong>CO2</strong> afkomstig <strong>van</strong> biomassa, of <strong>van</strong> buiten ETS zal buiten <strong>systeem</strong> blijven en zal<br />

concurrentievoordeel hebben t.o.v. ‘fossiele’ <strong>CO2</strong> binnen ETS.<br />

Marktwerking, levensvatbaarheid<br />

– Tuinder maakt binnen kostenverevening afweging tussen <strong>CO2</strong> afname en vermeden <strong>CO2</strong>.<br />

– In <strong>onder</strong>handeling tussen de industrie en de tuinder met betrekking tot de prijsvorming <strong>van</strong><br />

overgedragen <strong>CO2</strong> zal overdracht <strong>van</strong> rechten een issue zijn. Veiling na 2012 zal <strong>onder</strong>handelingen<br />

verscherpen.<br />

Fasering, wijze <strong>van</strong> invoering,aansluiting op bestaande afspraken<br />

– Afspraken met de glastuinbouwsector zullen hiervoor opengebroken moeten worden om <strong>het</strong><br />

plafond voor de sector aan te passen, omdat de groep die meedoet aan kostenverevenings<strong>systeem</strong><br />

kleiner wordt.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 37 -


DHV B.V.<br />

7.6 Conclusies oplossingsrichtingen<br />

Vanwege uiteenlopende belangen is <strong>het</strong> niet mogelijk gebleken om gezamenlijk, in samenspraak met de<br />

klankbordgroep <strong>van</strong> dit project, een definitieve voorkeur te bepalen voor één <strong>van</strong> de alternatieven. Een<br />

keuze is mede afhankelijk <strong>van</strong> de visie op de wijze waarop er in de toekomst in Nederland met sectorale<br />

plafonds, naast <strong>het</strong> ETS, omgegaan zal worden. De drie oplossingsrichtingen hebben ieder hun eigen<br />

voor- en nadelen die hier<strong>onder</strong> worden samengevat.<br />

1) Producent blijft verantwoordelijk (status quo): <strong>CO2</strong> producent levert <strong>CO2</strong> aan tuinders, maar blijft<br />

(binnen ETS) verantwoordelijk voor geleverde <strong>CO2</strong> en mag deze niet aftrekken in zijn<br />

emissierapportage (in feite voortzetting <strong>van</strong> huidige situatie in Nederland). Deze oplossingsrichting<br />

levert een transparante, goed te monitoren situatie op die nadelig is voor de producenten die op dit<br />

moment reeds <strong>CO2</strong> leveren (in vergelijking met de zeer voordelige situatie vóór 2008). De bal ligt<br />

dan bij de markt om de veranderde kostenstructuur voor de producenten ook in de prijs tot uiting te<br />

laten komen. Van tuinderszijde is aangegeven dat daar ruimte voor is. Oplossing past in een lange<br />

termijn visie om <strong>CO2</strong> emissies <strong>onder</strong> te brengen in sectorale plafonds.<br />

2) Tuinders nemen overgedragen <strong>CO2</strong> mee in kostenverevenings<strong>systeem</strong>. In dit alternatief wordt een<br />

extra hoeveelheid emissies <strong>onder</strong> <strong>het</strong> emissieplafond <strong>van</strong> <strong>het</strong> kostenverevenings<strong>systeem</strong> <strong>van</strong> de<br />

tuinders gebracht. Deze oplossing legt de milieukosten voor de ingekochte <strong>CO2</strong> in eerste instantie<br />

bij de tuinders, waardoor tuinders mogelijk minder gebruik <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong> zullen maken of op<br />

zoek zullen gaan naar andere (niet-ETS) bronnen <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>. De financiële gevolgen voor de<br />

tuinders zijn afhankelijk <strong>van</strong> òf en hoeveel extra emissieruimte wordt gecreëerd <strong>onder</strong> <strong>het</strong><br />

kostenverevenings<strong>systeem</strong>. Is dit minder dan de hoeveelheid <strong>CO2</strong> die wordt overgedragen dan kan<br />

dit nadelige financiële gevolgen hebben voor de tuinders (dit is echter weer afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

marktevenwicht dat gaat ontstaan waarbij producenten en afnemers opnieuw gaan <strong>onder</strong>handelen<br />

over de <strong>CO2</strong>-prijs). Het nadelig effect voor de tuinders kan worden beperkt door <strong>het</strong> emissieplafond<br />

voor de sector op te rekken, òf door compensatieafspraken te maken tussen industrie en tuinders<br />

over <strong>het</strong> leveren <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> in combinatie met emissierechten. Deze rechten kunnen de tuinders<br />

vervolgens inleveren om overschrijding <strong>van</strong> <strong>het</strong> sectorplafond te compenseren. Deze<br />

oplossingsrichting past in een lange termijn visie waarbij alle emissies in Nederland <strong>onder</strong> sectorale<br />

plafonds komen (en wellicht <strong>onder</strong> ETS).<br />

3) Afnemers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> binnen <strong>het</strong> ETS brengen. Het is ook mogelijk om tuinders die <strong>CO2</strong> afnemen <strong>van</strong><br />

bronnen die <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS vallen, zelf ook <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS te brengen. Binnen de nieuwe MRG<br />

regels zijn afnemers <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> dan verplicht de overgenomen <strong>CO2</strong> te rapporteren en er<br />

emissierechten voor af te dragen. Ook deze oplossingsrichting legt de milieukosten voor de<br />

ingekochte <strong>CO2</strong> in eerste instantie bij de tuinders, waardoor tuinders mogelijk minder gebruik <strong>van</strong><br />

externe <strong>CO2</strong> zullen maken of op zoek zullen gaan naar andere (niet ETS) bronnen <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>. Door<br />

nieuwe <strong>onder</strong>handelingen over de <strong>CO2</strong>-prijs zal een nieuw marktevenwicht ontstaan waarbij de<br />

producenten mogelijk een deel <strong>van</strong> deze milieukosten zullen overnemen Belangrijk nadeel is dat<br />

hierdoor de glastuinbouwsector uit elkaar wordt getrokken tussen bedrijven die wel en niet <strong>onder</strong><br />

<strong>het</strong> ETS vallen. In samenhang met ideeën over <strong>het</strong> <strong>onder</strong>brengen <strong>van</strong> alle glastuinbouw WKK’s<br />

<strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS, zou <strong>het</strong> een logische ontwikkeling zijn. Deze oplossingsrichting past in een lange<br />

termijn visie waarbij <strong>het</strong> ETS steeds meer sectoren ‘opslokt’.<br />

15 maart 2010, versie definitief Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 38 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

Met de klankbordgroep is géén keuze gemaakt voor een <strong>van</strong> bovenstaande oplossingsrichtingen. Op basis<br />

<strong>van</strong> een beschouwing <strong>van</strong> genoemde aspecten (monitoring, uitwerking op <strong>het</strong> nationaal emissieplafond,<br />

rechtvaardigheid, marktwerking,fasering) geven wij de voorkeur aan de eerste oplossingsrichting: <strong>het</strong><br />

handhaven <strong>van</strong> de situatie waarbij de producent verantwoordelijk blijft voor de overgedragen <strong>CO2</strong>. Deze<br />

oplossing brengt de minste administratieve lasten met zich mee en laat (ten aanzien <strong>van</strong> rechtvaardigheid<br />

en marktwerking), de incentive om <strong>CO2</strong> te reduceren - los <strong>van</strong> <strong>het</strong> feit of deze nog elders nuttig wordt<br />

toegepast- liggen bij de partij die daar <strong>het</strong> meeste invloed op heeft.<br />

De tweede oplossingsrichting (overgedragen <strong>CO2</strong> meenemen in kostenverevenings<strong>systeem</strong>) heeft <strong>het</strong><br />

nadeel dat de incentive om aan emissiereductie te doen primair bij de glastuinbouwbedrijven komt te<br />

liggen. De enige reductiemogelijkheid t.a.v de overgedragen <strong>CO2</strong> voor tuinders is minder <strong>CO2</strong> afnemen.<br />

Daarmee vindt er echter geen werkelijke reductie plaats: de emissie bij de oorspronkelijke bron blijft<br />

dezelfde.<br />

De derde oplossingsrichting heeft als belangrijk nadeel dat er wel een erg grote groep <strong>van</strong> bedrijven aan<br />

<strong>het</strong> ETS wordt toegevoegd<br />

Levering <strong>van</strong> externe warmte én <strong>CO2</strong> vraagt om een andere benadering<br />

Voor projecten waar sprake is <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>- en warmtelevering is <strong>het</strong> milieuvoordeel <strong>van</strong> de gecombineerde<br />

levering vele malen groter. Binnen <strong>het</strong> ETS is er echter geen mogelijkheid om overdracht <strong>van</strong> warmte op<br />

een of andere manier te compenseren, maar dit kan mogelijk veranderen na 2013 als aan warmte gratis<br />

rechten worden toegewezen. De regels <strong>van</strong> <strong>het</strong> ETS zijn wat dit betreft duidelijk: de installatie waar de<br />

emissie plaats vindt moet daarvoor emissierechten inleveren. Stimulering <strong>van</strong> dit soort projecten zal buiten<br />

<strong>het</strong> ETS om plaats moeten vinden, wellicht door subsidies of door gebruik te maken <strong>van</strong> Domestic Offset<br />

Credits (DOC).<br />

Juridische situatie overdracht (periode 2008-2012) blijft onduidelijk<br />

Bovenstaand advies staat los <strong>van</strong> de huidige juridische situatie voor <strong>CO2</strong>-overdracht en de mogelijkheid tot<br />

aftrek. Voor de periode 2008 – 2012 zijn er onduidelijkheden of deze aftrek wel of niet doorgezet mag<br />

worden. Het is voor DHV in de context <strong>van</strong> dit project niet mogelijk een uitspraak te doen over deze<br />

juridische situatie.<br />

Lange termijn zekerheid <strong>van</strong> groot belang<br />

Los <strong>van</strong> de oplossingsrichting die uiteindelijk gekozen wordt blijkt uit de contacten in dit project dat <strong>het</strong><br />

geven <strong>van</strong> lange termijn zekerheid voor iedereen <strong>van</strong> groot belang is. Elke oplossing die gekozen wordt<br />

kent winnaars en verliezers, en zal gevolgen hebben voor de marktverhoudingen tussen aanbieders en<br />

afnemers. Als de oplossingsrichting eenmaal gekozen is kunnen de projecten zich daarop instellen en de<br />

consequenties daar<strong>van</strong> bepalen.<br />

Realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> milieuvoordeel doordat er <strong>CO2</strong> emissie vermeden wordt als gevolg <strong>van</strong> gebruik <strong>van</strong><br />

externe <strong>CO2</strong> staat daar los <strong>van</strong>.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 39 -


8 COLOFON<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

MD-MV20100129<br />

DHV B.V.<br />

Opdrachtgever : Ministerie <strong>van</strong> VROM<br />

Project : <strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

Dossier : C5782-01.001<br />

Om<strong>van</strong>g rapport : 41 pagina's<br />

Auteur : Vincent Swinkels<br />

Bijdrage : Juriaan Mieog/Carel Cronenberg<br />

Projectleider : Carel Cronenberg<br />

Projectmanager : Ard Slomp<br />

Datum : 15 maart 2010<br />

Naam/Paraaf : ir. A.J. Slomp<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> 15 maart 2010, versie definitief<br />

MD-MV20100129 - 41 -


DHV B.V.<br />

Ruimte en Mobiliteit<br />

Korte Hogendijk 4<br />

1506 MA Zaandam<br />

Postbus 2081<br />

1500 GB Zaandam<br />

T (075) 653 03 00<br />

F (075) 653 03 99<br />

E zaandam@dhv.com<br />

www.dhv.nl


BIJLAGE 1 Tekst MRG (2007) met betrekking tot overdacht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong><br />

DHV B.V.<br />

De nu geldende <strong>Europese</strong> monitoring richtlijn (MRG 2007 18 bevat de volgende tekst over overdracht <strong>van</strong><br />

<strong>CO2</strong> :<br />

5.7 TRANSFERRED <strong>CO2</strong><br />

Subject to approval by the competent authority, the operator may subtract from the calculated level of<br />

emissions of the installation any <strong>CO2</strong> which is not emitted from the installation but transferred out of the<br />

installation as pure substance, or directly used and bound in products or as feedstock, provided the<br />

subtraction is mirrored by a respective reduction for the activity and installation which the respective<br />

Member State reports in its national inventory submission to the Secretariat of the United Nations<br />

Framework Convention on Climate Change. The respective amount of <strong>CO2</strong> shall be reported as a memo<br />

item. Respective installations are to be notified by Member States to the EU Commission under the<br />

obligations of Article 21 of Directive 2003/87/EC. Potential cases of ‘transferred <strong>CO2</strong>’ out of an installation<br />

include, inter alia:<br />

— pure <strong>CO2</strong> used for the carbonation of beverages,<br />

— pure <strong>CO2</strong> used as dry ice for cooling purposes,<br />

— pure <strong>CO2</strong> used as fire extinguishing agent, refrigerant or as laboratory gas,<br />

— pure <strong>CO2</strong> used for grains disinfestations,<br />

— pure <strong>CO2</strong> used as solvent in the food or chemical industry,<br />

— <strong>CO2</strong> used and bound in products or feedstocks in the chemical, pulp industry (e.g. for urea or<br />

precipitated carbonates),<br />

— carbonates bound in spray-dried absorption product (SDAP) from semi-dry scrubbing of flue gases.<br />

The mass of annually transferred <strong>CO2</strong> or carbonate shall be determined with a maximum uncertainty of<br />

less than 1,5 % either directly by using volume or mass flow meters, weighing or indirectly from the mass<br />

of the respective product (e.g. carbonates or urea) where rele<strong>van</strong>t and if appropriate.<br />

In instances, in which part of the transferred <strong>CO2</strong> was generated from biomass, or whenever an<br />

installation is only partially covered by Directive 2003/87/EC, the operator shall subtract only the respective<br />

fraction of mass of transferred <strong>CO2</strong> which originates from fossil fuels and materials in activities covered by<br />

the Directive. Respective attribution methods shall be conservative and are subject to approval by the<br />

competent authority.<br />

18<br />

Guidelines for the monitoring and reporting of greenhouse gas emissions pursuant to Directive<br />

2003/87/EC of the European Parliament and of the Council (18 July 2007)<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> bijlage 1<br />

MD-MV20100129 - 1 -


BIJLAGE 2 Voorstel (2009) voor de aanpassing <strong>van</strong> MRG(2007) aan CCS<br />

DHV B.V.<br />

Voorstel (2009) voor de aanpassing <strong>van</strong> MRG(2007) aan CCS (gearceerd de belangrijkste<br />

toevoegingen)<br />

(draft) COMMISSION DECISION<br />

amending Decision 2007/589/EC as regards the inclusion of monitoring and reporting<br />

guidelines for greenhouse gas emissions from the capture, transport and geological<br />

storage of carbon dioxide<br />

Section 5.7 is replaced by the following:<br />

“Transferred <strong>CO2</strong><br />

Subject to approval by the competent authority, the operator may subtract from<br />

the calculated level of emissions of the installation any <strong>CO2</strong> which is not<br />

emitted from the installation, but transferred out of the installation:<br />

— as pure substance, or directly used and bound in products or as feedstock, or<br />

— to another installation holding a greenhouse gas emissions permit, unless<br />

other requirements as set out in Annexes XVII or XVIII apply,<br />

provided the subtraction is mirrored by a respective reduction for the activity<br />

and installation, which the respective Member State reports in its national<br />

inventory submission to the Secretariat of the United Nations Framework<br />

Convention on Climate Change. The respective amounts of <strong>CO2</strong> shall be<br />

reported for each installation <strong>CO2</strong> has been transferred to or received from as a<br />

memo item in the annual emission report of the transferring as well as the<br />

receiving installation.<br />

In the case of transfer to another installation, the receiving installation must<br />

add to its calculated level of emissions the received <strong>CO2</strong>, unless other<br />

requirements as set out in Annexes XVII or XVIII apply.<br />

Respective transferring as well as receiving installations shall be notified by<br />

Member States to the Commission pursuant to Article 21 of Directive<br />

2003/87/EC. In case of transfer to an installation falling under that Directive,<br />

the transferring installation shall identify the receiving installation in its annual<br />

emission report by stating the receiving installation’s installation identification<br />

code as defined by the Regulation pursuant to Article 19 of that Directive. The<br />

receiving installation shall identify the transferring installation through the<br />

same approach.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> bijlage 2<br />

MD-MV20100129 - 1 -


DHV B.V.<br />

Potential cases of transferred <strong>CO2</strong> out of an installation include, inter alia:<br />

– pure <strong>CO2</strong> used for the carbonation of beverages;<br />

– pure <strong>CO2</strong> used as dry ice for cooling purposes;<br />

– pure <strong>CO2</strong> used as fire extinguishing agent, refrigerant or as laboratory<br />

gas;<br />

– pure <strong>CO2</strong> used for grains disinfestations;<br />

– pure <strong>CO2</strong> used as solvent in the food or chemical industry;<br />

– <strong>CO2</strong> used and bound in products or feedstocks in the chemical, pulp<br />

industry (e.g. for urea or precipitated carbonates);<br />

– carbonates bound in spray-dried absorption product (SDAP) from semidry<br />

scrubbing of flue gases;<br />

– <strong>CO2</strong> transferred to capture installations;<br />

– <strong>CO2</strong> from capture installations transferred to transport networks;<br />

– <strong>CO2</strong> from transport networks transferred to storage sites.<br />

Unless other requirements in the activity specific Annexes apply, the mass of<br />

annually transferred <strong>CO2</strong> or carbonate shall be determined with a maximum<br />

uncertainty of less than 1,5 % either directly by using volume or mass flow<br />

meters, weighing or indirectly from the mass of the respective product (e.g.<br />

carbonates or urea) where rele<strong>van</strong>t and if appropriate.<br />

In case the amounts of transferred <strong>CO2</strong> are measured both at the transferring<br />

and at the receiving installation, the amounts of respectively transferred and<br />

received <strong>CO2</strong> shall be identical. If the deviation between measured values is in<br />

a range, which can be explained by the uncertainty of the measurement<br />

systems, the arithmetic average of both measured values shall be used in both<br />

the transferring and receiving installations’ emission reports. The emission<br />

report shall include a statement that this value has been aligned with the value<br />

of the respectively transferring or receiving installation. The measured value<br />

shall be included as memo item.<br />

In case the deviation between the measured values cannot be explained by the<br />

uncertainty range of the measurement systems, the operators of the installations<br />

involved shall align the measured values by applying conservative adjustments<br />

(i.e. avoiding under-estimation of emissions). This alignment shall be verified<br />

bijlage 2 Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 2 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

by the verifiers of the transferring and receiving installations, and be subject to<br />

approval by the competent authority.<br />

In instances, in which part of the transferred <strong>CO2</strong> was generated from biomass,<br />

or whenever an installation is only partially covered by Directive 2003/87/EC,<br />

the operator shall subtract only the respective fraction of mass of transferred<br />

<strong>CO2</strong> which originates from fossil fuels and materials in activities covered by<br />

the Directive. Respective attribution methods shall be conservative and are<br />

subject to approval by the competent authority.<br />

In case a measurement approach is applied at the transferring installation, the<br />

total amount of transferred/received <strong>CO2</strong> resulting from biomass use shall be<br />

reported as a memo-item by both the transferring and receiving installation.<br />

The receiving installation shall not be required to conduct its own<br />

measurements for this purpose, but report the amount of biomass <strong>CO2</strong> as<br />

obtained by the transferring installation."<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> bijlage 2<br />

MD-MV20100129 - 3 -


BIJLAGE 3 <strong>CO2</strong> afspraken glastuinbouwsector<br />

<strong>CO2</strong> afspraken glastuinbouwsector<br />

DHV B.V.<br />

In 2008 heeft de glastuinbouw een convenant afgesloten met de overheid met betrekking tot <strong>het</strong> bijdragen<br />

aan klimaatdoelstellingen. De meest recente afspraken met betrekking tot <strong>het</strong> sectorplafond tuinbouw 19<br />

zijn als volgt geformuleerd:<br />

Paragraaf 6.2 (Convenant Schone en zuinige agrosector 2008):<br />

“4.De glastuinbouwsector realiseert in 2020 een totale emissiereductie (inclusief de inzet <strong>van</strong> WKK) <strong>van</strong><br />

minimaal 3.3 Mton <strong>CO2</strong>-emissiereductie per jaar ten opzichte <strong>van</strong> 1990. Hier<strong>van</strong> wordt door de inzet <strong>van</strong><br />

WKK zo’n 2.3 Mton door de glastuinbouw op nationaal niveau gerealiseerd en circa 1 Mton gerelateerd<br />

aan de teelt.<br />

5. De ambitie is een totale emissiereductie (inclusief de inzet <strong>van</strong> WKK) <strong>van</strong> minimaal 4.3. Mton <strong>CO2</strong>emissiereductie<br />

per jaar in 2020 ten opzichte <strong>van</strong> 1990. Hier<strong>van</strong> wordt door inzet <strong>van</strong> WKK zo’n 2.3 Mton<br />

door de glastuinbouw op nationaal niveau gerealiseerd. De andere 2 Mton wordt binnen de sector zelf<br />

gerealiseerd.<br />

6. De glastuinbouwsector streeft naar gemiddeld 2% energie-efficiëntieverbetering per jaar tot aan 2020.<br />

7. De glastuinbouwsector streeft naar een aandeel duurzame energie <strong>van</strong> 4% in 2010 en een aandeel<br />

duurzame energie <strong>van</strong> 20% in 2020. Dit kan afhankelijk <strong>van</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> energiegebruik<br />

neerkomen op ca. 5 PJ in 2010 en ca. 25 PJ in 2020 uitgaande <strong>van</strong> <strong>het</strong> energiegebruik in 2006.”<br />

Deze doelstelling is nog nader uitgewerkt in een ‘Sideletter’:<br />

In een eerdere brief <strong>van</strong> LNV aan Productschap Tuinbouw en Glaskracht (27 Maart 2007) zijn de<br />

afspraken tot en met 2012 vastgelegd. Hierbij wordt aankoop <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> voor bemesting buiten de<br />

streefwaarde gehouden evenals de methaanemissies door slib bij gasmotoren.<br />

19 Convenant Schone en zuinige agrosector (2008)<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> bijlage 3<br />

MD-MV20100129 - 1 -


DHV B.V.<br />

“De emissieruimte voor <strong>het</strong> eigen handels<strong>systeem</strong> binnen de glastuinbouw bestaat voor de periode tot en<br />

met 2012 uit 6,6 Mton plus maximaal 0,6 Mton bij areaaluitbreiding en minus 1,3 Mton voor EU-ETS<br />

deelname. Deze emissieruimte wordt uitgebreid met een mee-ademende <strong>CO2</strong>-module voor de netlevering<br />

<strong>van</strong> WKK’s, waardoor de <strong>CO2</strong> die afkomstig is <strong>van</strong> de netlevering door WKK’s niet wordt afgetrokken <strong>van</strong><br />

de streefwaarde.<br />

De aankoop <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> voor bemesting (bv OCAP) zal niet ten laste worden gebracht <strong>van</strong> de streefwaarde<br />

<strong>van</strong> de sector.”<br />

bijlage 3 Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 2 - MD-MV20100129


BIJLAGE 4 Uitwerking cases<br />

1. Shell/OCAP/tuinders<br />

DHV B.V.<br />

Context<br />

Shell verkoopt vrijwel zuivere <strong>CO2</strong> <strong>van</strong>uit haar productieproces aan OCAP en aan Linde Gas. OCAP zorgt<br />

voor <strong>het</strong> transport en levering aan tuinders. Er wordt geen warmte geleverd. Het project is opgezet in de<br />

periode dat de emissierechten voor de <strong>CO2</strong> die wordt geleverd aan derden konden worden afgetrokken.<br />

Met de geplande komst <strong>van</strong> de Carbon Storage Barendrecht zal Shell ook hieraan <strong>CO2</strong> gaan leveren via<br />

OCAP Transport als transporteur.<br />

Casebeschrijving<br />

a) Opzet <strong>CO2</strong> levering<br />

De SGHP plant bij Shell produceert H2 waarbij vrijwel zuivere <strong>CO2</strong> vrijkomt. Na veel <strong>onder</strong>zoek en testen<br />

bleek duidelijk dat <strong>het</strong> <strong>CO2</strong> kon worden uitgekoppeld en worden verkocht als grondstof. Ook zijn er veel<br />

testen aan <strong>het</strong> <strong>CO2</strong> zelf gedaan om aan te tonen dat <strong>het</strong> geen negatieve effecten heeft op plantengroei,<br />

om eventuele reputatieschade te voorkomen. De <strong>CO2</strong> wordt contractueel geleverd aan OCAP en aan<br />

Linde Gas op lichte overdruk bij een T ≈ 10ºC. OCAP brengt de <strong>CO2</strong> op transportdruk en levert <strong>het</strong> <strong>CO2</strong><br />

aan de tuinders. Linde gas levert vloeibaar <strong>CO2</strong> gas aan o.a. de frisdrankenindustrie en tuinders via<br />

vrachtwagens.<br />

OCAP levert <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> Shell aan circa 550 tuinders, met een diverse teeltsamenstelling. Het netto<br />

glasoppervlak <strong>van</strong> de tuinders tezamen is circa 1700 ha. OCAP heeft bij deze tuinders voor 380 kton <strong>CO2</strong><br />

gecontracteerd. Momenteel kan slechts 2/3 <strong>van</strong> deze hoeveelheid geleverd omdat Shell niet aan deze<br />

vraag kan voldoen als gevolg <strong>van</strong> problemen aan de installaties. Bij normale omstandigheden produceert<br />

Shell 1 Mton <strong>CO2</strong> per jaar, waar<strong>van</strong> er circa 380 kton naar OCAP gaat, circa 400 kton naar Barendrecht en<br />

de resterende hoeveelheid naar Linde Gas.<br />

Tuinders nemen <strong>het</strong> <strong>CO2</strong> af :<br />

– Ter voorkoming <strong>van</strong> zomerstook wat resulteert (volgens berekening PPO (WUR)) in een<br />

gasbesparing <strong>van</strong> circa 7 m 3 /m 2 . Voor <strong>het</strong> volledige areaal <strong>van</strong> 1700 ha betekent dat een<br />

gasbesparing <strong>van</strong> 119 miljoen m 3 aardgas. Dit komt overeen met een emissiereductie <strong>van</strong> 211 kton<br />

<strong>CO2</strong>.<br />

– Aanvullende bemesting voor de planten (energiebesparing niet gekwantificeerd);<br />

– Het realiseren <strong>van</strong> een duurzame kas (volledig afhankelijk <strong>van</strong> externe <strong>CO2</strong>);<br />

– <strong>CO2</strong> bemesting <strong>van</strong> een kas waarbij alleen de warmte wordt betrokken <strong>van</strong>uit een wkk z<strong>onder</strong><br />

rookgasreiniging.<br />

De penetratie <strong>van</strong> OCAP in <strong>het</strong> gebied waar ze kunnen leveren ligt tussen de 60 en 90 %.<br />

In 2008 is er 100 kton <strong>CO2</strong> aan Linde Gas geleverd en 282 kton aan de OCAP. Verwacht wordt dat dit nog<br />

zal oplopen tot circa 150 kton <strong>CO2</strong>/jaar aan Linde Gas en 380 kton <strong>CO2</strong>/jaar aan OCAP. De OCAP leiding<br />

fungeert daarbij tevens als <strong>CO2</strong> buffer. De tuinbouw heeft de grootste <strong>CO2</strong> vraag tijdens de zomer periode,<br />

Linde Gas heeft een constante vraag gedurende <strong>het</strong> jaar.<br />

Doordat (gepland) <strong>onder</strong>houd en door onverwachte technische problemen in <strong>het</strong> productieproces <strong>van</strong><br />

Shell is leveringszekerheid <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> niet constant. Daardoor is OCAP niet te allen tijde in staat de <strong>CO2</strong><br />

vraag <strong>van</strong> de tuinders in te vullen.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> bijlage 4<br />

MD-MV20100129 - 1 -


DHV B.V.<br />

Toekomstige ontwikkelingen die spelen zijn:<br />

– Komst <strong>van</strong> Abengoa als aanvullende leverancier <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> aan de OCAP pijpleiding. Dit bedrijf gaat<br />

(bio-)ethanol produceren uit biomassa waarbij <strong>CO2</strong> vrijkomt.<br />

– Omdat uitsluitend met biomassa wordt gewerkt valt <strong>het</strong> bedrijf niet <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS. De geleverde<br />

<strong>CO2</strong> zal dus vrij zijn <strong>van</strong> emissierechten. In vergelijking met Shell vraagt de <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> Abengoa een<br />

extra bewerkingsstap. Deze <strong>CO2</strong> moet eerst worden gedroogd, voordat <strong>het</strong> geschikt is voor levering<br />

aan de tuinders.<br />

– Levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> door Shell aan de Carbon Storage Barendrecht. Er zal (waarschijnlijk) <strong>CO2</strong><br />

worden geleverd aan Barendrecht als er geen <strong>CO2</strong> vraag is <strong>van</strong>uit Linde Gas of OCAP. <strong>CO2</strong> wordt<br />

getransporteerd via de OCAP pijpleiding. De opgeslagen <strong>CO2</strong> zal Shell wel in de emissierapportage<br />

kunnen aftrekken.<br />

– Er wordt met RCI gesproken over <strong>het</strong> aanleggen <strong>van</strong> leidingen voor CCS en leveranties aan<br />

tuinders.<br />

– De behoefte aan extern geleverde <strong>CO2</strong> bij tuinders in <strong>het</strong> gebied dat door de bestaande OCAP<br />

transportleiding bereikt wordt, is circa 800 – 1000 kton/jaar. OCAP heeft de ambitie om te groeien<br />

richting 2020 om in die behoefte te voorzien. Naarmate meer tuinders in duurzame kassen<br />

investeren, die volledig extern afhankelijk zijn <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> zal de vraag naar <strong>CO2</strong> groeien, ook voor de<br />

winterperiode.<br />

In <strong>onder</strong>staande figuur is de situatie schematisch weergegeven. In de figuur zijn al de mogelijke<br />

toekomstige situaties voor de <strong>CO2</strong> opslag te Barendrecht en de <strong>CO2</strong> levering door Abengoa aangegeven.<br />

Figuur 2 Schematisch overzicht <strong>van</strong> de Shell - OCAP - tuinders case<br />

bijlage 4 Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 2 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

b) Businesscase<br />

Shell heeft contracten met Linde Gas en OCAP voor de levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>. Voor Linde gas mag de<br />

geleverde <strong>CO2</strong> worden afgetrokken <strong>van</strong> de <strong>CO2</strong> emissie waardoor er geen emissierechten nodig zijn voor<br />

deze geleverde <strong>CO2</strong>. Dat blijft ook zo in de volgende <strong>emissiehandel</strong>speriode. De <strong>CO2</strong> geleverd aan OCAP<br />

mocht tot vorig jaar ook worden afgetrokken, echter <strong>van</strong>af 2008 moeten emissierechten over deze <strong>CO2</strong><br />

betaald worden. Opmerkelijk is wel dat indien Linde Gas (vloeibaar) <strong>CO2</strong> levert aan tuinders er geen<br />

rechten over deze <strong>CO2</strong> betaald hoeft te worden, terwijl er wel rechten betaald moeten worden voor de <strong>CO2</strong><br />

die via de OCAP leiding wordt getransporteerd.<br />

OCAP heeft met de individuele tuinders contracten afgesloten. Het contract is voor alle tuinders op<br />

hoofdlijnen gelijk en is <strong>onder</strong>handeld met LTO en een klankbordgroep. Alle tuinders betalen dezelfde prijs,<br />

gebaseerd op capaciteit en <strong>het</strong> aantal vollasturen dat <strong>van</strong> deze maximale capaciteit gebruik wordt<br />

gemaakt. De contracten worden voor 5 tot 10 jaar afgesloten.<br />

Voor OCAP is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang voldoende doorzet <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> te houden om rendabel te blijven. Voor WKKs is<br />

nu een DeNOx installatie verplicht. Voor bestaande WKKs is een overgangsregeling tot 2020 <strong>van</strong> kracht.<br />

Door tuinders met een WKK met DeNOx wordt beduidend minder <strong>CO2</strong> afgenomen.<br />

Shell heeft een leveringsverplichting als de SGHP in bedrijf staat en de <strong>CO2</strong> de juiste specificatie heeft.<br />

Linde heeft <strong>het</strong> eerste recht <strong>van</strong> levering. De economie <strong>van</strong> de SGHP binnen de raffinaderij is altijd leidend<br />

(de SGHP wordt niet geopereerd om <strong>CO2</strong> te produceren). OCAP heeft een ‘take or pay’ voor de afname<br />

<strong>van</strong> <strong>CO2</strong> bij Shell. Shell en OCAP hebben een contact voor 20 jaar (start 2005). Totale investering <strong>van</strong><br />

Shell tbv <strong>van</strong> <strong>CO2</strong>pijpleiding tot aan OCAP/Linde installatie en <strong>onder</strong>zoek tbv <strong>van</strong> gebruik <strong>CO2</strong> is circa €5<br />

miljoen.<br />

c) Gevolgen ETS<br />

De business case <strong>van</strong> Shell ging er <strong>van</strong> uit dat er geen emissierechten betaald moeten worden over de<br />

<strong>CO2</strong> die aan de OCAP wordt geleverd. Nu Shell <strong>van</strong>af 2008 de <strong>CO2</strong> levering aan OCAP niet mag aftrekken<br />

<strong>van</strong> de <strong>CO2</strong> emissies, zijn de inkomsten voor Shell aanzienlijk verminderd. Omdat Shell en OCAP een<br />

langlopende contractuele afspraak hebben over levering (tot 2025) en voor OCAP de situatie financieel<br />

niet veranderd is (door aanpassing <strong>van</strong> de MRG) komt <strong>het</strong> <strong>systeem</strong> op korte termijn niet in gevaar. OCAP<br />

is leveringen en aansluitingen nog steeds aan <strong>het</strong> uitbreiden. Er is in de contracten alleen een voorziening<br />

opgenomen m.b.t. ETS voor <strong>het</strong> geval tuinders ook <strong>onder</strong> <strong>het</strong> emissierechten <strong>systeem</strong> zouden gaan<br />

vallen.<br />

De <strong>CO2</strong> die geleverd gaat worden aan Barendrecht (voor CCS) mag wel worden afgetrokken. Opslag bij<br />

Barendrecht is voor Shell relatief goedkoop (geen extra kosten voor af<strong>van</strong>g), waardoor opslag in deze<br />

situatie voor Shell relatief aantrekkelijk wordt, zeker bij hogere <strong>CO2</strong> prijzen.<br />

Aandachtspunt is ook dat de <strong>CO2</strong> emissierechten die Shell levert aan gasdistributiebedrijven zoals Linde<br />

Gas nog wel worden afgetrokken. Echter ook deze <strong>CO2</strong> wordt <strong>onder</strong> andere geleverd aan tuinders. Dit<br />

levert een ongelijke situatie op.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> bijlage 4<br />

MD-MV20100129 - 3 -


DHV B.V.<br />

2. Eon/Eneco/tuinders<br />

Context<br />

Sinds 1995 – 1996 wordt warmte en <strong>CO2</strong> <strong>van</strong>uit de E.On Roca 3 gasgestookte elektriciteitcentrale<br />

gedistribueerd naar tuinders in <strong>het</strong> tuindergebied in Bleiswijk en Bergschenhoek. Eneco is als distributeur<br />

verantwoordelijk voor de doorvoer en levering <strong>van</strong> warmte en <strong>CO2</strong> naar de afnemers. De warmte en <strong>CO2</strong><br />

wordt afgenomen door glastuinders.<br />

Case beschrijving<br />

a. Algemeen<br />

Warmte en <strong>CO2</strong> wordt aan een tuindergebied met een netto glasoppervlak <strong>van</strong> 280 ha geleverd. Op <strong>het</strong><br />

areaal wordt weinig kunstbelichting toegepast. De tuinders hebben ook een gasaansluiting. In<br />

<strong>onder</strong>staande figuur wordt de case schematisch weergegeven.<br />

b. Warmtelevering<br />

De warmte uit de STEG wordt via een pijpleiding naar de glastuinbouwgebieden getransporteerd. De<br />

pijpleiding (hoofdleiding) is eigendom <strong>van</strong> E.On. Het distributienetwerk binnen <strong>het</strong> glastuinbouwgebied is<br />

eigendom <strong>van</strong> Eneco. Sommige tuinders hebben individuele warmtebuffers waarmee warmte gebufferd<br />

kan worden. Daarnaast hebben de tuinders individuele gasstookinstallaties waarmee bijgestookt kan<br />

worden. Per jaar wordt er circa 2.800 TJ ( = 780 GWh) warmte geleverd. Verwacht dat dit rond 2012 –<br />

2020 circa 2.500 TJ is. (Mogelijk wordt levering eerder gestopt, zie verderop).<br />

c. <strong>CO2</strong> levering<br />

De <strong>CO2</strong> wordt geleverd als rookgas. De <strong>CO2</strong> concentratie <strong>van</strong> <strong>het</strong> rookgas is 10,3%, hierdoor is een forse<br />

pijpleiding vereist. De concentraties <strong>van</strong> de gassen in <strong>het</strong> rookgas zijn contractueel vastgelegd. De kwaliteit<br />

wordt continue gemonitored. Ook de hoofdleiding waardoor de rookgassen worden getransporteerd is<br />

eigendom <strong>van</strong> E.On. Er wordt circa 40 kton <strong>CO2</strong> per jaar geleverd. Maximum capaciteit dat E.On kan leveren<br />

is 25 ton <strong>CO2</strong>/uur. De tuinders hebben een leveringsmaximum <strong>van</strong> 100 - 130 kg <strong>CO2</strong>/ha.uur. Contractueel<br />

heeft E.On geen leveringverplichting en Eneco dus ook niet, in de praktijk doen zij wel hun best aan de vraag<br />

te voldoen. In de praktijk wordt hierdoor een relatief hoge leveringszekerheid bereikt.<br />

De tuinders zouden liever een hogere <strong>CO2</strong> dosering willen (factor 2 groter). Dit kan echter niet geleverd<br />

worden. De capaciteit <strong>van</strong> de compressor op RoCa3 is hier de beperkende factor.<br />

De aardgasbesparing ten gevolge <strong>van</strong> de warmtelevering is circa 80 miljoen m 3 (CHECK ) vergeleken met<br />

warmteopwekking met behulp <strong>van</strong> eigen ketels. Meer realistisch is een vergelijking met gebruik <strong>van</strong> warmte<br />

afkomstig <strong>van</strong> WKK’s. De besparing gaat dan aanzienlijk naar beneden.<br />

Een berekening <strong>van</strong> de besparing als gevolg <strong>van</strong> alléén de <strong>CO2</strong>-levering is niet zinvol. Z<strong>onder</strong> <strong>CO2</strong>-levering<br />

zal er veel minder warmte geleverd worden en daardoor ook minder energie bespaard worden.<br />

bijlage 4 Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 4 - MD-MV20100129


DHV B.V.<br />

d. Business case<br />

Wamte en <strong>CO2</strong> worden gezamenlijk verkocht. Het is ook mogelijk alleen warmte af te nemen, alleen <strong>CO2</strong> is<br />

niet mogelijk.<br />

<strong>CO2</strong>: E.On verkoopt warmte en <strong>CO2</strong> aan Eneco. Voor <strong>CO2</strong> wordt de prijs bepaald door een formule<br />

gebaseerd op de commodity prijs <strong>van</strong> aardgas vermenigvuldigd met een factor. Deze formule is zeker niet<br />

gebaseerd op de kostprijs <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> voor E.ON. Dit resulteert in een relatief lage <strong>CO2</strong> prijs rond de 10 – 15<br />

EUR/ton. Eneco levert de <strong>CO2</strong> aan de tuinders voor dezelfde prijs, er wordt dus geen marge gemaakt op <strong>het</strong><br />

verkochte <strong>CO2</strong>.<br />

Warmte: De prijs die E.On rekent aan Eneco voor de levering <strong>van</strong> warmte is gebaseerd op de commodity<br />

prijs <strong>van</strong> aardgas (o.b.v. door Eneco gekozen inkoopmomenten) verminderd met een marge. De prijs die<br />

Eneco vraagt aan de tuinders is in drie delen op te splitsen:<br />

– Vaste kosten capaciteit (conform gas, Gasterra);<br />

– Vaste kosten transport (conform gas, Gasterra);<br />

– Variabele kosten gebaseerd op commodity prijs aardgas – korting.<br />

Eneco <strong>onder</strong>handeld met de tuinders over de prijs, waarbij ieder tuinder een eigen referentiesituatie kent. De<br />

referentie situatie wordt vastgesteld a.h.v. welke alternatief de tuinder heeft voor de warmte en <strong>CO2</strong> levering.<br />

Op basis hier<strong>van</strong> doet Eneco een aanbieding aan de tuinder.<br />

De tuinders hebben ook nog gasketels staan, de rekening <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruikte gas gaat rechtsreeks naar<br />

Eneco, die vervolgens de afrekening regelt met de tuinders.<br />

De kosten die E.On maakt voor de levering zijn opgebouwd uit o.a. afschrijving <strong>van</strong> de investeringen<br />

(uitkoppeling, pijpleiding) en operationele kosten (niet optimale benutting <strong>van</strong> de STEG (E-derving),<br />

bijstook ketel voor verkrijgen <strong>van</strong> hogere <strong>CO2</strong> concentratie en energieverbruik <strong>van</strong> de rookgas<br />

compressoren (14MWe)). E.On heeft tot 2018 een contact met Eneco voor de levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> en<br />

warmte.<br />

Tariefstelling <strong>van</strong>uit EOn is vooral op warmtelevering gebaseerd. <strong>CO2</strong>-levering speelt een beperkte rol in<br />

<strong>het</strong> resultaat. Warmtelevering bij RoCa aan glastuinbouw vindt al plaats sinds 1996. Omstandigheden zijn<br />

echter sterk veranderd t.o.v. start <strong>van</strong> <strong>het</strong> RoCA <strong>systeem</strong>. Prijsrisico’s voor brandstoffen werden toen<br />

gedragen door SEP, als gevolg <strong>van</strong> de OEPS 20 regeling valt per 2011 financiële <strong>onder</strong>steuning <strong>van</strong>uit <strong>het</strong><br />

rijk weg voor warmtelevering (stadswarmtenet). De financiële basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>systeem</strong> wordt verder bedreigd<br />

door concurrentie met WKK’s, <strong>het</strong> moeten kopen <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> rechten op een veiling <strong>van</strong>af 2012 en de wijze<br />

waarop overdracht <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> emissies nu is geregeld. Door deze ontwikkelingen is de situatie voor E.On<br />

financieel niet gunstig. Overwogen wordt <strong>het</strong> contract met Eneco te beëindigen.<br />

e).Gevolgen ETS<br />

E.On heeft tot 2008 geen emissierechten aan de NEa hoeven af te dragen voor de geleverde <strong>CO2</strong>. Nu is dat<br />

wel <strong>het</strong> geval. Voor de allocatie tot 2012 is geen rekening gehouden met overdracht <strong>van</strong> emissierechten,<br />

waardoor de balans (<strong>van</strong> emissierechten) netto op nul uitkomt. Na 2012 zal EOn, als energiebedrijf, ETS<br />

rechten op een veiling moeten kopen. Hierdoor gaat elke ton <strong>CO2</strong> voor EOn direct geld kosten. Eneco zoekt<br />

wel naar een andere tariefstructuur maar weet nog niet hoe dat gaat uitpakken. Ook hoe vervolgens met ETS<br />

rechten omgegaan moet worden is nog niet duidelijk.<br />

Er is één tuinders binnen <strong>het</strong> RoCa project die (vrijwillig) <strong>onder</strong> <strong>het</strong> ETS valt.<br />

20 Overgangswet Electriciteitsproductiesector<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> bijlage 4<br />

MD-MV20100129 - 5 -


DHV B.V.<br />

Toekomstige ontwikkelingen<br />

Momenteel is de vraag naar <strong>CO2</strong> eigenlijk groter dan wat er geleverd kan worden. Er kan 25 ton/ha.h<br />

geleverd worden, gewenst is circa 40ton/ha.h. E.On kan dit echter niet leveren.<br />

EOn overweegt op termijn (2016) levering <strong>van</strong> warmte en <strong>CO2</strong> te beëindigen. Voorwaarde hierbij is wel dat er<br />

voor de afnemers een alternatief voor <strong>CO2</strong>-levering geboden kan worden. Onderzocht wordt of <strong>het</strong> als<br />

alternatief mogelijk is een aftakking te maken <strong>van</strong>uit de OCAP leiding naar dit kassengebied. De OCAP<br />

leiding loopt relatief dicht langs deze kassen. Momenteel kan de OCAP de vraag echter ook niet aan, de<br />

mogelijke komst <strong>van</strong> Abengoa voor de levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> kan uitkomst bieden. Dit vergt echter extra<br />

investeringen (reductiestation, Tie-in, nieuwe regelapparatuur bij tuinders (kleppen etc)).<br />

3. Yara/Warm<strong>CO2</strong>/tuinders<br />

Context<br />

In de buurt <strong>van</strong> de kunstmestfabriek Yara is een nieuw glastuinbouwgebied ‘Glastuinbouw Terneuzen’ in<br />

ontwikkeling. Sinds december 2009 wordt aan de eerste drie tuinders in <strong>het</strong> gebied warmte en <strong>CO2</strong><br />

geleverd, afkomstig <strong>van</strong> Yara. De levering wordt verzorgd door Warm<strong>CO2</strong>, een samenwerkingsverband<br />

<strong>van</strong> Zeeland Seaports, Yara en Visser & Smit Hanab. Het gaat om een ontwikkeling <strong>van</strong> 250 hectare<br />

glastuinbouw (netto glas), waar<strong>van</strong> nu in de eerste fase circa 170 hectare (netto glas) gerealiseerd wordt.<br />

Beschrijving<br />

a. Algemeen<br />

Warm<strong>CO2</strong> levert warmte en <strong>CO2</strong> <strong>van</strong> de kunstmestfabrikant Yara naar tuinders. Naast Yara en de tuinders<br />

is ook <strong>het</strong> havenbedrijf Zeeland Seaports als stakeholder betrokken. Er gaat geleverd worden aan 168 ha<br />

glas netto. Momenteel hebben 3 tuinders een contract gesloten met Warm<strong>CO2</strong> en zijn er 3<br />

geïnteresseerde partijen. Deze zes tuinders geven een bezetting <strong>van</strong> circa 50% <strong>van</strong> <strong>het</strong> areaal. Verwacht<br />

wordt dat over circa 4 jaar <strong>het</strong> areaal (fase 1) volledig bezet is. De producten <strong>van</strong> de tuinders komen uit de<br />

onbelichte groenteteelt (aubergine, paprika en tomaten).<br />

In <strong>onder</strong>staande figuur wordt de case schematisch weergegeven.<br />

X ton <strong>CO2</strong><br />

Yara<br />

ETS bedrijf<br />

(leverancier)<br />

-<strong>CO2</strong><br />

-Restwarmte<br />

- E-optimised WKK<br />

Warm<strong>CO2</strong><br />

Geen ETS<br />

<strong>CO2</strong><br />

Warmtebuffer<br />

+ Gasketels<br />

Warmte pijpleiding<br />

<strong>CO2</strong> Pijpleiding<br />

Warmte,<br />

<strong>CO2</strong><br />

Tuinders<br />

Wel / geen ETS<br />

<strong>CO2</strong> emissie<br />

<strong>CO2</strong> emissie<br />

<strong>CO2</strong> emissie<br />

Olieketels als backup<br />

bijlage 4 Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 6 - MD-MV20100129<br />

<strong>CO2</strong><br />

<strong>CO2</strong><br />

<strong>CO2</strong>


DHV B.V.<br />

b. Warmtelevering<br />

Yara levert de warmte aan Warm<strong>CO2</strong> uit vier restwarmtebronnen uit de kunstmestproductie. Hierdoor<br />

wordt een hoge mate <strong>van</strong> leveringszekerheid bereikt. Circa 90% <strong>van</strong> de warmte is restwarmte uit <strong>het</strong><br />

proces <strong>van</strong> Yara. Circa 8% <strong>van</strong> de warmte wordt geleverd door een WKK <strong>van</strong> Yara die is geoptimaliseerd<br />

voor elektralevering (E-derving). Circa 1,5 % <strong>van</strong> de warmte wordt geleverd door gasketels circa 1,5% <strong>van</strong><br />

de warmte wordt,geleverd door Yara door gas te verbranden en als warmte aan te leveren aan Warm<strong>CO2</strong><br />

zodat gasleidingen achterwege konden blijven. De resterende 0,5% wordt door de tuinders zelf opgewekt<br />

door locale olieketels. Er is geen gasaansluiting bij de tuinders aanwezig. Voor warmte is de<br />

leveringszekerheid circa 99,5%. Warm<strong>CO2</strong> heeft een warmtebuffer <strong>van</strong> circa 4000 m 3 waarin restwarmte<br />

wordt gebufferd als de vraag laag is. Bij grote warmtevraag (meer dan beschikbare restwarmte) wordt<br />

warmte uit de buffer geleverd. Hiervoor wordt <strong>het</strong> tarief <strong>van</strong> E-derving warmte gerekend (zie paragraaf<br />

Kostenstructuur).<br />

c. <strong>CO2</strong> levering<br />

Levering <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> is voornamelijk nodig in de periode maart – oktober, gemiddeld 11 uur per dag. Als<br />

vuistregel kun je stellen dat er <strong>CO2</strong> wordt geleverd als de zon schijnt.Warm<strong>CO2</strong> koopt de <strong>CO2</strong> in bij Yara<br />

en transporteert dat via een pijpleiding naar de individuele afnemers. De <strong>CO2</strong> dat in <strong>het</strong> proces <strong>van</strong> Yara<br />

ontstaat is dermate zuiver dat deze niet meer gezuiverd hoeft te worden. De <strong>CO2</strong> kwaliteit wordt online<br />

gemonitored. De leveringszekerheid <strong>van</strong> <strong>CO2</strong> is circa 95% op basis <strong>van</strong> 5-jarig gemiddelde per jaar. Voor<br />

de resterende 5% zullen de tuinders zelf vloeibare <strong>CO2</strong> inkopen. De verwachte piekvraag is circa 40 ton/h<br />

zodra <strong>het</strong> gehele areaal is volgebouwd. De tuinders sluiten meestal een contract af voor circa 200 – 250<br />

kg/h.ha, wat overeenkomt met circa 35 – 40 kg/m 2 .jaar. De levering voor 168 ha is dan per jaar circa 67-71<br />

kton <strong>CO2</strong>.<br />

d. Business model<br />

De tuinders zijn verplicht zowel warmte als <strong>CO2</strong> af te nemen. Voor de contracttermijn kan gekozen worden<br />

tussen 10 en 15 jaar; in de praktijk kiezen de tuinders voor 15 jaar. De investering <strong>van</strong> Warm<strong>CO2</strong> liggen<br />

voor circa 2/3 bij de warmtelevering en 1/3 bij de <strong>CO2</strong> levering.<br />

Voor warmte wordt de <strong>onder</strong>staande tariefstructuur toegepast:<br />

– Voor vermogens tot 0,5 MW/ha een vaste prijs. Deze energie wordt geleverd uit de restwarmte <strong>van</strong><br />

Yara.<br />

– Voor vermogens tussen 0,5 – 0,61 MW/ha additionele kosten (nog verder gesplitst in off-peak en<br />

peak afname)<br />

– Voor vermogens groter dan 0,61 MW/ha nog meer additionele kosten<br />

Volgens Warm<strong>CO2</strong> wordt bij een traditioneel kasontwerp waarbij de warmte en <strong>CO2</strong> wordt geleverd door<br />

een gasketel circa 40 m 3 a.e./m 2 verstookt. Hierbij wordt echter een lagere <strong>CO2</strong> dosering bereikt (circa 10<br />

kg/m 2 .jaar 21 ).<br />

Een meerwaarde <strong>van</strong> de warmte + <strong>CO2</strong> voor de tuinders is dat ze hierdoor aanspraak kunnen maken op<br />

<strong>het</strong> Groenlabel, waardoor ze in aanmerking komen voor groenfinanciering.<br />

Warm<strong>CO2</strong> geeft aan dat <strong>het</strong> kiezen <strong>van</strong> een goede referentie om de verschillende opties met elkaar te<br />

vergelijken problematisch is. Er zijn twee mogelijke referentiesituaties te geven:<br />

– Toepassing traditionele gasgestookte ketels met warmtebuffer. Bij deze referentiesituatie wordt<br />

echter niet dezelfde concentratie <strong>CO2</strong> in de kas bereikt (typisch circa 10 kg/m 2 .jaar 22 t.o.v. circa 40<br />

kg/m 2 .jaar bij Warm<strong>CO2</strong>).<br />

21 Dit is de hoeveelheid <strong>CO2</strong> is die in een benchmark situatie nuttig gebruikt wordt tijdens zonuren<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong> bijlage 4<br />

MD-MV20100129 - 7 -


DHV B.V.<br />

– Toepassing WKK met teruglevering elektra aan <strong>het</strong> net en warmtebuffering. In dit geval kan wel<br />

een vergelijkbare <strong>CO2</strong> concentratie worden bereikt maar bij een beperkt aantal uren per week<br />

(ongeveer 5/7 e deel omdat in <strong>het</strong> weekend e-teruglevering door de wkk niet rendabel is).. Het is<br />

echter lastig vast te stellen wanneer de WKK zal worden ingezet omdat de terugleverprijs <strong>van</strong><br />

elektra ook bepalend zal zijn voor de inzet <strong>van</strong> de WKK<br />

– Referentieberekening op basis <strong>van</strong> een standaard warmtegebruik per gewas.<br />

Warm<strong>CO2</strong> heeft DHV een berekening meegegeven waarbij de eerste referentiesituatie wordt toegelicht.<br />

De referentiesituatie waarbij de WKK alle elektra toepast voor eigen gebruik is door Warm<strong>CO2</strong> niet<br />

uitgewerkt omdat deze alleen <strong>van</strong> toepassing is bij situaties waarbij veel kunstmatige belichting wordt<br />

toegepast (bv bloemen).<br />

e. Gevolgen ETS<br />

Tot 2012 is Yara nog vrijgesteld <strong>van</strong> <strong>het</strong> ETS. Nog onduidelijk is hoe na 2012 <strong>het</strong> ETS moet worden<br />

geïnterpreteerd m.b.t. de leveranties aan de tuinders.<br />

In de contracten met de tuinders is rekening gehouden met <strong>het</strong> <strong>emissiehandel</strong>s<strong>systeem</strong>. In <strong>het</strong> geval <strong>het</strong><br />

ETS extra kosten of opbrengsten oplevert wordt dit volgens een verdeelsleutel verrekend. De tuinders<br />

hebben <strong>het</strong> idee dat dit realistisch is, immers indien <strong>CO2</strong> na 2012 ook voor tuinders beprijsd zou worden<br />

dan krijgen ze ook te maken met de effecten <strong>van</strong> ETS.<br />

22 idem<br />

bijlage 4 Ministerie <strong>van</strong> VROM/<strong>CO2</strong> <strong>Overdrachten</strong> <strong>onder</strong> <strong>het</strong> <strong>Europese</strong> <strong>systeem</strong> <strong>van</strong> <strong>emissiehandel</strong><br />

- 8 - MD-MV20100129

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!