Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Kwb-nieuws<br />
De dienst rijbewijs van kwb<br />
De juiste bandenspanning,<br />
van levensbelang<br />
Met een te lage of te hoge bandenspanning rijden is nadelig voor je veiligheid én je<br />
auto. Wat zijn de gevolgen van een verkeerde bandenspanning?<br />
Tekst: Siegmund Hermans<br />
Verbruik: wanneer je bandenspanning 25 procent minder<br />
bedraagt dan de ideale waarde, verhoogt de rolweerstand met 10<br />
procent. Je verbruik zal hierdoor toenemen met zo’n 7 procent.<br />
Voor wie 15.000 kilometer per jaar rijdt met een auto die zo’n 6<br />
liter per tien kilometer verbruikt, komt dit neer op bijna 100 euro.<br />
Bovendien neemt ook je bandenslijtage hierdoor in grote mate<br />
toe, waardoor je sneller een nieuwe set zal nodig hebben. En dat<br />
kost al snel enkele honderden euro’s …<br />
Milieu: bovendien wegen verbruik én nieuwe banden ook op ons<br />
milieu: uit onderzoek is gebleken dat het Belgisch wagenpark<br />
80 miljoen liter brandstof minder zou verbruiken als we allemaal<br />
met een correcte bandenspanning zouden rijden. Goed voor een<br />
flinke afname in de uitstoot van schadelijke stoffen.<br />
En ook het ontginnen van rubber, het fabriceren en recycleren<br />
van banden belast ons milieu. Hoe vaker we de banden vervangen,<br />
hoe meer vervuiling dus. En alle kleine beetjes helpen!<br />
Stabiliteit: een te lage bandendruk zorgt ervoor dat het loopvlak<br />
van je banden niet volledig op het asfalt wordt gedrukt. Je hebt<br />
met andere woorden minder contact met de weg, waardoor er<br />
minder grip is. Er is een hogere kans op slippen en ook je remafstand<br />
wordt beduidend langer. Bij een te hoge bandendruk<br />
daarentegen komt het loopvlak van je banden ‘bol’ te staan, maar<br />
met dezelfde gevolgen.<br />
Vooral in omstandigheden waarbij de banden het zwaar te<br />
verduren krijgen (regen, sneeuw en ijs) is het dus een absolute<br />
noodzaak ervoor te zorgen dat ze optimaal kunnen presteren.<br />
Risico op klapband: een te hoge of te lage bandendruk zorgt er<br />
eveneens voor dat de temperatuur van je banden (en die van de<br />
lucht in de banden) sneller en hoger oploopt. Hierdoor stijgt de<br />
kans op een klapband.<br />
Extra tips<br />
a Verhoog in de winter je spanning met 0,2 bar.<br />
a Heb je bredere of grotere banden dan standaard zijn voor je<br />
auto? Hou dan de hoog belaste bandenspanning op de sticker<br />
aan.<br />
Hoe controleer je je bandenspanning?<br />
Een autoband presteert optimaal als hij voor voldoende stabiliteit<br />
en draagkracht kan zorgen. Controleer daarom je bandenspanning<br />
minstens maandelijks! De juiste bandenspanning voor jouw<br />
auto vind je in het instructieboekje van je wagen of op een vignet<br />
in je deur of de brandstofklep.<br />
Controleer de spanning steeds als je banden koud zijn. Dat<br />
betekent dat je er minder dan drie kilometer mee hebt afgelegd<br />
bij gematigde snelheid of dat je auto al minstens twee uur heeft<br />
stilgestaan sinds je vorige rit. Kun je je niet aan deze regel<br />
houden en zijn je banden dus warm? Voeg dan 0,3 bar toe aan de<br />
aanbevolen spanning. Vergeet tot slot niet om ook de spanning<br />
van je reservewiel te controleren.<br />
Alle sinds 1 november 2014 nieuw verkochte auto’s zijn voorzien<br />
van een automatisch bandendrukcontrolesysteem (TMPS). Er<br />
bestaan twee verschillende systemen:<br />
Indirect: hierbij wordt de bandendruk zelf niet gemeten. Wel<br />
wordt via de ABS-sensoren de draaisnelheid van de vier wielen<br />
geregistreerd: omdat een te lage bandendruk automatisch leidt<br />
tot een kleinere diameter, zal het wiel met een te lage bandendruk<br />
meer omwentelingen maken dan de andere wielen. Dit<br />
systeem vertelt echter niet welk wiel te kampen heeft met een te<br />
lage bandendruk. Bij de indirecte TPMS van de tweede generatie<br />
wordt in het besturingssysteem een ideale draaisnelheid van de<br />
wielen tegenover een bepaalde rijsnelheid opgenomen. Die<br />
waarde geldt als een referentie, waardoor een te lage bandendruk<br />
bij elk wiel kan worden vastgesteld.<br />
Bij een indirect systeem is het noodzakelijk ook zelf geregeld<br />
manueel de bandenspanning te controleren.<br />
Direct: hierbij heeft elk wiel in de band of op de velg een sensor.<br />
Die meet de reële bandendruk en houdt ook rekening met de<br />
temperatuur. De meetwaarden worden met een zender doorgegeven<br />
aan de elektronische bewaking van het systeem. Deze<br />
directe systemen zijn dus gevoeliger en accurater, maar ook<br />
complexer en duurder.<br />
34