Kuipplantenvereniging 5094 De Parel 1 2021 WEB
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>De</strong><strong>Parel</strong><br />
Jaargang 37 | Nummer 1 | Februari <strong>2021</strong><br />
Pittige thee | Citrus aurantium 'Bizzarra' | Wollemia nobilis | Dasymalla terminalis en<br />
Nemantolepis phebalioides | Taxodium mucronantum | Homoranthus | Adenium | Stekken
Colofon<br />
Jaargang 37 - nummer 1, februari <strong>2021</strong><br />
<strong>De</strong> <strong>Parel</strong> is het verenigingsblad van de Nederlandse<br />
<strong>Kuipplantenvereniging</strong>. <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> verschijnt tweemaandelijks<br />
en wordt toegezonden aan leden.<br />
Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de regio’s en<br />
kasteel Twickel.<br />
• Ledenadministratie<br />
D.A. Cladder, Ten Harmsenstraat 2,<br />
2406 TV Alphen a/d Rijn<br />
leden@kuipplantenvereniging.nl<br />
Tel. 06-24433602<br />
Betaling na ontvangst contributienota.<br />
• Financiële administratie<br />
L. Hilberts, NL71 INGB 0003 9781 67,<br />
t.n.v. Nederlandse <strong>Kuipplantenvereniging</strong>.<br />
penningmeester@kuipplantenvereniging.nl<br />
• Contributie<br />
<strong>De</strong> contributie voor <strong>2021</strong> bedraagt € 34,00.<br />
Het lidmaatschap loopt van 1 januari t/m<br />
31 december. Aanmelding dient schriftelijk of telefonisch<br />
te gebeuren bij de ledenadministratie of via onze website:<br />
www.kuipplantenvereniging.nl<br />
• Opzegging lidmaatschap<br />
Het opzeggen dient schriftelijk te gebeuren en<br />
wel uiterlijk een maand voor het einde van het<br />
verenigingsjaar bij de ledenadministratie.<br />
• Kopij<br />
Bijdragen aan <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> sturen naar het redactieadres vóór<br />
de 10e van de oneven maanden. Aanlevering van foto’s en<br />
tekst als e-mailbijlage. Afbeeldingen in zo hoog mogelijke<br />
resolutie s.v.p. en niet opgenomen in het tekstbestand<br />
maar als aparte bijlagen!<br />
• Verschijningsdatum<br />
U ontvangt <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> in de derde volle week van de<br />
maanden februari, april, juni, augustus, oktober en<br />
december.<br />
• Advertenties en PR<br />
L. Hilberts, Hoofdweg 111,<br />
9422 AM Smilde<br />
Tel. 0592 - 413847<br />
penningmeester@kuipplantenvereniging.nl<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/<br />
of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaande<br />
schriftelijke toestemming van de betrokken auteurs en<br />
de redactie van <strong>De</strong> <strong>Parel</strong>.<br />
• Redactie<br />
M. Oppe-de Pagter, Hellevoetsluis<br />
E. de Rue, Noordwolde<br />
C. Flikweert, Amsterdam<br />
P. Melis, Rosmalen<br />
I. van den Berg, Alphen aan den Rijn<br />
• Redactieadres<br />
P. Melis, Vincent van Goghlaan 31,<br />
5246 GA Rosmalen<br />
073 649 9080<br />
melispeter@hotmail.com<br />
• Vormgeving en realisatie<br />
MEO, Alkmaar<br />
Omslagfoto: Homoranthus darwinioides<br />
Foto: Liesbeth Uijtewaal- de Vries<br />
Redactioneel<br />
Bij het verschijnen van de eerste <strong>Parel</strong> van <strong>2021</strong> moeten we constateren<br />
dat de greep van het Coronavirus op ons bestaan nog een groot deel van<br />
het jaar onverminderd krachtig zal zijn. Inmiddels is bekend geworden<br />
dat het virus zich ook nestelt in bepaalde diersoorten, bijvoorbeeld nertsen en<br />
apen. Gelukkig laat het, voor zover wij weten, de plantenwereld ongemoeid.<br />
Kuipplantenliefhebbers hoeven zich in deze periode geen zorgen te maken over<br />
een gebrek aan bezigheden: het is tijd voor zaaien en stekken. An Klerks en<br />
Marijke Oppe-de Pagter hebben, dankzij de inzendingen van leden, weer een<br />
spannende zadenlijst kunnen samenstellen; er zit veel moois tussen.<br />
U vindt de lijst in deze <strong>Parel</strong>. <strong>De</strong> spelregels voor het aanvragen van de zaden<br />
staan op pagina 10.<br />
Wij roepen leden op hun ervaringen daarmee, successen én mislukkingen, te<br />
delen in een artikel(tje) in <strong>De</strong> <strong>Parel</strong>.<br />
Goed nieuws is dat Liesbeth Uijtewaal-de Vries en Lute Hilberts de rubriek “Da’s<br />
ook een mooi plantje” voortzetten. Liesbeth trapt af; haar eerste bijdrage staat<br />
op pagina 7.<br />
<strong>De</strong>ze <strong>Parel</strong> is met kunst- en vliegwerk en dankzij extra inspanningen van<br />
Liesbeth Uijtewaal-de Vries en Peter Melis tot stand gekomen.<br />
Wij zijn dus helemaal door de voorraad kopij heen.<br />
Onder de leden bestaat heel veel kennis over planten en hun specifieke<br />
kenmerken voor verzorging en kweek. <strong>De</strong>el die kennis. Wanneer u meent geen<br />
schrijver te zijn bestaat de mogelijkheid van een interview; de interviewer<br />
zorgt dan voor de vastlegging van uw wetenswaardigheden in een artikel.<br />
Wij rekenen op uw bijdrage!<br />
Inhoudsopgave<br />
4Historische Citrus<br />
aurantium 'Bizzarria'<br />
Ben Buynsters<br />
2 Redactioneel<br />
3 Pittige thee • Ina Gelling<br />
6<br />
8<strong>De</strong> dikste boom<br />
ter wereld?<br />
Peter Melis<br />
Homoranthus<br />
Liesbeth Uijtewaal-de<br />
11Vries<br />
Wollemi Pine in<br />
Diergaarde Blijdorp • Louwerens-Jan Nerderlof<br />
7 Da's ook een mooi plantje • Liesbeth Uijtewaal-de Vries<br />
10 Bericht van de zadenlijst<br />
14 Adenium bestuiven • Peter Melis<br />
16<br />
18<br />
Artikelen uit de oude uitgaven<br />
Wie weet<br />
2 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> 2020 | nr. 6
Pittige thee<br />
Tekst en foto’s: Ina Gelling<br />
"Waarom staat de théédoos in de koelkast?”<br />
Er komt een wat vorsende blik mijn kant op met de<br />
suggestie of verder alles nog wel ok is. Een moment van<br />
verstandsverbijstering mogen we allemaal hebben maar dit<br />
moet niet te vaak gebeuren.<br />
Mijn antwoord: “daar zit geen thee in, dat zijn<br />
plantenzaden“ oogst niet direct het gewenste vertrouwen.<br />
Ik had al een compleet rek in de koelkast in beslag genomen<br />
met allerlei preparaten zoals maceraten, tincturen en andere<br />
kruidenmengsels die ook koel en donker bewaard moeten<br />
worden. Een betere plaats in een geïsoleerd huis zonder<br />
kelder is er bijna niet. Daar ben ik tot nu toe aardig mee<br />
weggekomen.<br />
En de vensterbank staat eeuwig vol met zaailingen en<br />
stekjes en plantenpotjes van de raarste herkomst.<br />
In elke doorzichtige salade beker met een deksel zie ik een<br />
minikasje. Elk leuk theebusje is een buitenpotje. En dozen<br />
met vakjes zijn fantastisch. Vooral theedozen!<br />
Zo vond ik ooit op internet een prachtig minikasje van<br />
10x15x15 cm. Klein bodempje met sponge plugjes en<br />
led lampjes in het deksel voor het benodigde licht bij de<br />
lichtkiemers en voor de piepjonge zaailingen. Super handig.<br />
Kwam discreet verpakt door de brievenbus. <strong>De</strong> zaden bij<br />
dezelfde webshop waren niet aan mij besteed. Maar als het<br />
gaat om excellent kweekmateriaal dan is een growshop een<br />
fantastische leverancier.<br />
Er wordt vaak gedacht dat je voor kweekmateriaal bij een<br />
tuincentrum moet zijn. Echter, wij hebben in ons land een<br />
enorm goed ontwikkelde sector als het gaat om het kweken<br />
van planten met een hallucinerende werking. Het is een van<br />
onze grootste exportsectoren! En de kennis omtrent het<br />
kweken is fenomenaal. ‘Health care’ voor planten. Jaren van<br />
research heeft een enorm arsenaal aan bijzonder effectieve<br />
kweekmiddelen én gewasbeschermingsmiddelen (het meest<br />
misbruikte woord van de laatste jaren) in de goede zin<br />
van het woord voortgebracht. Daarmee vergeleken zijn de<br />
producten in het tuincentrum slappe thee zou je kunnen<br />
zeggen. In ieder geval vond ik dat het proberen wel eens<br />
waard en ik ben vast niet de<br />
enige onder ons!<br />
Yellow Fatalii<br />
Foto 6: in mijn collectie<br />
Jaren geleden trok ik de stoute schoenen aan en ging<br />
op mijn fiets naar de plaatselijke growshop. “Ik kweek<br />
gewoon tomaten en pepers hoor waar ik de Clonex voor wil<br />
gebruiken”. “Ja hoor mevrouw, is goed”, vergezeld van een<br />
vette knipoog. “Daar kunt u ook het guano mengsel voor<br />
gebruiken natuurlijk en de fishforce”.<br />
Gelukkig had ik thuis mijn wensenlijstje al gemaakt want<br />
in de winkel begon het te duizelen. Het voelde aan als<br />
een snoepwinkel voor mijn planten! Alleen het allerbeste<br />
is goed genoeg en dit was een walhalla. Eindelijk super<br />
plantenvoeding, kleurrijke flessen, exotische namen en<br />
jammer genoeg bijbehorende speciale prijzen. <strong>De</strong> reden<br />
dat ik meestal op de fiets naar een tuincentrum ga: pure<br />
zelfbegrenzing. En met contant geld. Schoenenzaken loop<br />
ik uit met lege handen maar planten en bijbehorende<br />
accessoires hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht.<br />
Thuis gekomen staat de buit uitgestald op het aanrecht.<br />
Maar niet voor lang. “Wat stinkt hier zo?” Uh,<br />
plantenvoeding zeg ik besmuikt. “Maar dit verkopen ze<br />
toch niet bij Tuinland?” Nee, dat klopt, dit komt uit de<br />
growshop. “Wáár ben……. “. Ik bespaar u de rest van<br />
de conversatie maar het vertrouwen in mijn geestelijke<br />
vermogen kreeg weer een deuk. Eigenwijsheid wordt echter<br />
uitermate gewaardeerd maar sindsdien bestel ik de exotische<br />
preparaten toch maar online.<br />
Nou houden we van chilipepers (in vooral uiterst pittige<br />
varianten) en die gedijen uitstekend op deze preparaten.<br />
Laten we nuchter zijn, chili pepers zijn ook gewoon struikjes<br />
in verschillende vormen en groeiwijzen. Niet winterhard<br />
maar daarom is het nog geen hogere wiskunde. (Toevallig<br />
had ik daar ook geen probleem mee.) <strong>De</strong> pepers zelf nemen<br />
al jaren een lade in de diepvries in beslag. En de zaden: die<br />
staan nu al jaren in de koelkast. In een heel klein doosje,<br />
dat wel.<br />
Oh ja, zin in spicy thee? Zaadjes Yellow Fatalii toevoegen<br />
doet wonderen.<br />
nr. 1 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | 3
Historische Citrus aurantium<br />
‘Bizzarria’, een bizarre verschijning<br />
binnen de citrusfamilie.<br />
Tekst en foto’s: Ben Buynsters<br />
<strong>De</strong> Citrus aurantium ‘Bizzarria’ vind ik wel de meest<br />
ongewone en interessantste binnen de citrusfamilie. Je<br />
komt hem ook niet vaak tegen. Hij zou volgens Pietro<br />
Nati (1625-1685), directeur van de botanische tuin van Pisa,<br />
in 1644 ontdekt zijn in Florence in de tuin van Villa Torre<br />
degli Agli in de hedendaags dichtbevolkte wijk Novoli, waar<br />
nog steeds een straat is met de naam “Via del Giardino della<br />
Bizzarria”. Men neemt aan dat hij een variëteit is van de<br />
bittersinaasappel (Citrus aurantium) en dat het dan bovendien<br />
nog om een chimaera gaat tussen een bittersinaasappel<br />
en een sukade (Citrus medica). <strong>De</strong>ze chimaera is<br />
hoogstwaarschijnlijk ontstaan bij het veredelen van een ent<br />
van de sukade (C. medica) op een bittersinaasappelonderstam.<br />
Precies op de veredelingsplaats verscheen spontaan een<br />
scheut die de eigenschappen van beide planten liet zien.<br />
Zoiets komt maar sporadisch voor. Zelf heb ik nog maar één<br />
keer meegemaakt dat daar een afwijkende scheut ontstond,<br />
terwijl ik in 50 jaar toch al heel wat veredeld heb. En die<br />
scheut was ook nog eens te zwak om tot een volwaardige<br />
plant uit te groeien. Bij de veredeling van destijds was het<br />
enthout afgestorven, maar vanuit het gevormde callus kwam<br />
wel een nieuwe scheut met de nu aparte ‘Bizzarria’.<br />
Latere botanici waren soms van mening dat het om<br />
een natuurlijke geslachtelijke vermeerdering tussen<br />
bittersinaasappel en sukade zou gaan. Tegenwoordig gaat men<br />
toch voor de hierboven genoemde chimaera.<br />
Tot zo’n 40 jaar geleden dacht men nog dat de ‘Bizzarria’<br />
uitgestorven was. Tijdens de eerste wereldoorlog in Italië<br />
(1915-1918) hebben veel citrusplanten het daar niet<br />
overleefd. Zo werden de oranjerieën van Villa Castello gebruikt<br />
als kazerne voor de militairen en moest de zeer omvangrijke<br />
citruscollectie gedurende drie winters buiten blijven. En<br />
ook de Boboli-tuin waar Nati veel aparte citrussen had<br />
geïntroduceerd, kreeg met tegenslag te maken. In 1966 had<br />
men daar last van flinke overstromingen. Sinds die tijd kende<br />
men de ‘Bizzarria’ alleen nog van historische tekeningen<br />
en beschrijvingen zoals bij Ferrari (1646, twee jaar na<br />
ontdekking!) onder de naam Aurantium callosum multiforme<br />
(foto 1). Volkamer (deel 1-1708) gebruikt de naam ‘Bizzarria’<br />
en beschrijft hem heel uitvoerig vanuit drie voorkomende<br />
vruchtvormen: bittersinaasappel, citroen (trihybride van<br />
sukade) en sukade. Hij laat die zien op vier verschillende<br />
prenten; foto 2 toont zo’n variant. Risso en Poiteau (1818)<br />
benoemen hem als Bigaradier bizarrerie (foto 3).<br />
Gelukkig werd rond 1980 een exemplaar “herontdekt” door<br />
Paulo Galleoti in de Medici-tuin van Villa Castello en kan men<br />
hem bewonderen in de Botanische tuin van Florence en de<br />
beroemde tuin Boboli (foto 4). Het waren de bladeren die<br />
Galleoti op het goede spoor zetten dat het om ‘Bizzarria’ ging.<br />
‘Bizzarria’ heeft namelijk veel verschillende bladvormen: soms<br />
ovaal-elliptisch, soms langwerpig, aan het eind afgerond of<br />
Foto 1: Ferrarius aurantium<br />
Callosum<br />
Foto 2: 'Bizzarria' de<br />
medica-vorm<br />
Foto 3: Risso et Poiteau<br />
-Bigaradier Bizarrerie<br />
4 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | nr. 1
Foto 5: verschil in vorm,<br />
kleur en bladvleugel<br />
gekruld; bovendien zie je “gewoon” groen blad, maar ook bont<br />
gekleurd blad. Regelmatig kom je de typisch grote bladvleugel<br />
tegen zoals bij de gewone aurantium en dan weer een heel<br />
smalle bladvleugel zoals bij de citroen of van elk een gedeelte<br />
(foto 5).<br />
<strong>De</strong> bloemknoppen zijn kort rond of langwerpig met een witte<br />
of lila kleur, ook weer tegelijkertijd aan dezelfde plant.<br />
Ook de vruchten hebben heel veel verschillende<br />
verschijningsvormen: ze lijken op die van de<br />
bittersinaasappel, citroen of sukade en laten bovendien<br />
allerlei tussenvormen daarvan zien. En die verschillende<br />
verschijningsvormen kunnen allemaal aan dezelfde plant, ja<br />
zelfs aan één tak voorkomen.<br />
Hij is een middelmatig sterke groeier en vrij rechtop gaand. In<br />
mijn collectie heb ik enkele exemplaren met “gewoon” groen<br />
blad en ook enkele met alleen bont blad (foto 6), allemaal<br />
veredeld op Citrus aurantium. Daarop doet hij het het best.<br />
Voor mij is het het hele jaar rond telkens een verrassing wat<br />
deze planten weer te bieden hebben.<br />
Literatuur:<br />
Societa Toscana di Orticultura 2013<br />
Volkamer deel I 1708<br />
Risso en Poiteau 1808<br />
Foto 6: in mijn collectie<br />
Foto 4: Citrus aurantium 'Bizzarria' in Bobolituin<br />
in Florence<br />
nr. 1 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | 5
Wollemi Pine<br />
in Diergaarde Blijdorp<br />
Tekst en foto: Louwerens-Jan Nerderlof,<br />
Collectiebeheerder Botanische afdeling Diergaarde Blijdorp<br />
Op de kwekerij van Diergaarde Blijdorp zijn zeker<br />
40 plantensoorten die in kuipen. Sommige soorten<br />
als de Wollemi Pine zijn zeer zeldzaam in de natuur<br />
en danken hun grote aantallen aan het feit dat ze door<br />
kwekerijen van botanische tuinen zijn vermeerderd.<br />
Wollemia nobilis is een groenblijvende, eenhuizige boom,<br />
die 40m hoog kan worden. <strong>De</strong> doorsnede van de stam kan<br />
1,2m bedragen. <strong>De</strong> boom is gewoonlijk meerstammig. Bij<br />
oudere bomen is de schors donkerbruin en knobbelig. Aan<br />
horizontale takken van ongeveer acht jaar vormen zich de<br />
vrouwelijke of mannelijke kegels. <strong>De</strong> kegels groeien aan het<br />
uiteinde van de tak. Als de kegel volgroeid is of als de kegel<br />
reeds is afgevallen, sterft de tak af en wordt deze vervangen<br />
door een nieuwe, die vanuit de stam groeit.<br />
<strong>De</strong> boom is in september 1994 door David Noble (vandaar de<br />
soortaanduiding nobilis) ontdekt tijdens een trektocht die<br />
hij ondernam met twee vrienden. In een kloof in het Wollemi<br />
National Park in Nieuw-Zuid-Wales, 150 km ten noordwesten<br />
van Sydney, trof hij enkele opvallende bomen aan die hij<br />
niet kon thuisbrengen. Noble nam een afgevallen tak mee<br />
zodat iemand de soort later kon determineren. Noble toonde<br />
het specimen aan Wyn Jones, een van de wetenschappers<br />
verbonden aan het nationaal park, maar ook Jones kon de<br />
soort niet thuisbrengen. Dus raadpleegde hij de botanicus<br />
Ken Hill, verbonden aan de Royal Botanic Gardens in Sydney,<br />
maar ook Hill kon de soort niet identificeren, dus haalden<br />
ze Jan Allen erbij, verbonden aan de Mount Tomah Botanic<br />
Garden. Samen kwamen ze uiteindelijk tot de conclusie dat<br />
het om een nieuwe soort moest gaan, die Wollemia nobilis<br />
werd gedoopt. <strong>De</strong> soort werd in het nieuwe geslacht Wollemia<br />
geplaatst binnen de slangendenfamilie. Binnen deze<br />
plantenfamilie worden daarnaast de geslachten Araucaria en<br />
Agathis onderscheiden. Wollemia nobilis vertoont kenmerken<br />
van beide geslachten, maar heeft ook kenmerken die uniek<br />
zijn voor deze soort.<br />
In het wild groeien er ongeveer veertig volwassen<br />
exemplaren en een tweehonderdtal jongere bomen op drie<br />
dicht bijeen liggende plaatsen. Onderzoek heeft aangetoond<br />
dat alle exemplaren genetisch identiek zijn, wat suggereert<br />
dat ze door een genetische bottleneck zijn gegaan, waarbij<br />
de populatie zo klein werd -van misschien slechts een of<br />
twee exemplaren- dat alle genetische diversiteit verloren is<br />
gegaan (Woodford, 2000).<br />
Om de wollemia's te beschermen tegen ziektes en<br />
verzamelaars wordt hun precieze locatie binnen het Wollemi<br />
National Park tot op heden strikt geheim gehouden en wordt<br />
de menselijke activiteit in hun leefgebied tot het minimum<br />
beperkt. Er staan hoge boetes en zelfs gevangenisstraffen op<br />
het beschadigen van een in het wild groeiende boom.<br />
<strong>De</strong> Australische ambassadeur in Nederland heeft in 2006<br />
enkele exemplaren uitgereikt aan Nederlandse Botanische<br />
tuinen. Ook Diergaarde Blijdorp ontving een jonge boom,<br />
in eerste instantie in een kooi tegen diefstal. <strong>De</strong> boom<br />
is oorspronkelijk een stek van één van de nog in het wild<br />
levende exemplaren.<br />
Sinds 1 juni 2006 wordt Wollemia in België en Nederland ook<br />
te koop aangeboden. Het Arboretum Kalmthout en de Hortus<br />
Botanicus Amsterdam kregen als enige de licentie voor de<br />
verkoop. Ze verkochten oorspronkelijk exemplaren voor<br />
€ 450,- per stuk. <strong>De</strong> prijs is ondertussen gedaald naar € 75,-.<br />
In 2020 heeft Blijdorp meegedaan aan een internationale<br />
inventarisatie van de University of Sydney, om de aantallen<br />
en groeiomstandigheden van de wereldwijd verspreide<br />
Wollemi Pines te onderzoeken in samenwerking met de<br />
Universiteit van Sydney, Australië.<br />
6 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | nr. 1
Nematolepis phebalioides<br />
Dasymalla terminalis<br />
Da’s ook een<br />
mooi plantje<br />
Tekst en foto’s: Liesbeth Uijtewaal-de Vries<br />
Dasymalla terminalis<br />
Dasymalla terminalis vormt een klein struikje van<br />
maximaal een meter en wordt ook wel Native Foxglove<br />
(inheems vingerhoedskruid) genoemd. In tegenstelling<br />
tot vingerhoedskruid - die er naar mijn idee helemaal niet<br />
op lijkt maar wie ben ik - behoort deze schoonheid tot de<br />
Lamiaceae, de lipbloemigen. Hij komt uit het zuidwesten van<br />
de staat West Australië.<br />
Dasymalla is een klein geslacht met maar vijf soorten. Alle<br />
soorten hebben eivormige bladeren die twee aan twee aan<br />
de stengels staan en dicht behaard zijn.<br />
Het geslacht is voor het eerst beschreven in 1839 door<br />
Stephan Endlicher (1804-1849). In 1979 is Dasymalla bij het<br />
geslacht Pityrodia gestopt waarna het er in 2011 weer uit<br />
gehaald is. Wat een gesleep met zo’n mooi plantje!<br />
Gezien zijn behaarde blaadjes - deze beharing biedt<br />
bescherming tegen de felle zon op zijn natuurlijke droge<br />
groeiplaats - had ik mijn twijfels of de plant onze vochtige<br />
condities in de winterkas zou overleven maar het gaat tot<br />
dusver goed. In het voorjaar heeft hij knalroze bloemen,<br />
een mooi contrast met het grijze blad. Er bestaan ook<br />
soortgenoten met rode, zachtroze of haast witte bloemen.<br />
<strong>De</strong> plant houdt van goed doorlatende matig vochtige grond<br />
en een zonnige standplaats. Hoewel hij het hier op eigen<br />
wortels goed doet schijnt hij ook te enten te zijn, het is de<br />
moeite waard me daar eens in te verdiepen. Waarschijnlijk<br />
is een Westringia of Prostanthera als onderstam een goede<br />
optie.<br />
Zaaien kan lastig zijn, dat is bij de meeste Australische<br />
lipbloemigen het geval, maar stekken gaat goed. Bloemen<br />
verschijnen al op jonge leeftijd dus dit mooie plantje is<br />
zeker een aanwinst!<br />
Betekenis van de naam: Dasys=dik met haar, mallos=wol dus<br />
Dasymalla zal zoiets betekenen als ‘sterk wollig behaard’.<br />
Terminalis=van het einde, begrensd.<br />
Nematolepis phebalioides wordt ook wel West-Australische<br />
correa genoemd. Ze behoort tot de Rutaceae (citrusfamilie)<br />
en in tegenstelling tot Correa is Nematolepis maar een klein<br />
geslacht met zeven soorten.<br />
Hoewel ik jarenlang diverse correa’s in mijn verzameling<br />
heb gehad werd ik er nooit heel erg blij van. Steeds keek<br />
ik verlekkerd naar plaatjes van hun West-Australische<br />
tegenhanger die wat verfijnder is. Ik was dan ook erg<br />
enthousiast toen ik op een Australische plantenmarkt in<br />
2017 kleine plantjes te koop zag. Het plantje ging naar een<br />
vriendin, een paar stekjes gingen mee naar huis. Een van de<br />
halfverhoute stekjes maakte na twee maanden wortels en<br />
bloeide anderhalf jaar later. <strong>De</strong> hoofdbloei is in het voorjaar<br />
maar ook in de zomer zijn er nog vaak bloemen te zien. <strong>De</strong><br />
buisvormige bloemen worden bestoven door vogels.<br />
Zoals gezegd is hij te vermeerderen uit stekken, zaaien is erg<br />
lastig. Ze houden van goed doorlatende vochtige grond en een<br />
plekje in de zon of halfschaduw. <strong>De</strong> soort is in 1852 officieel<br />
beschreven door Nikolai Turczaninow (1796-1863) maar ook,<br />
waarschijnlijk rond die tijd, door James Drummond (1788-<br />
1863). Dit was een Schotse plantkundige die veel onderzoek<br />
heeft gedaan naar de Australische flora en om hem te eren<br />
zijn er ongeveer 80 West-Australische plantensoorten naar<br />
hem vernoemd. Hij heeft ook zelf veel planten een naam<br />
gegeven, o.a. dus deze Nematolepis die hij Symphyopetalon<br />
corraeoides noemde (vrij vertaald: samengegroeide<br />
kroonbladen, lijkend op correa). Waarschijnlijk heeft<br />
Turczaninow de plant net iets eerder beschreven waardoor we<br />
zijn naamgeving nu gebruiken.<br />
Betekenis van de naam: nematos=draad, lepis=schub. Het slaat<br />
op de schubben aan de basis van de meeldraden. Phebalioides<br />
betekent lijkend op Phebalium, een ander Australisch geslacht<br />
behorend tot de Rutaceae.<br />
Nematolepis phebalioides<br />
nr. 1 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | 7
Arbol el Tule<br />
<strong>De</strong> dikste boom ter wereld?<br />
Tekst en foto’s: Peter Melis<br />
Tijdens een van mijn reizen met nog drie vrienden in<br />
Mexico op zoek naar bijzondere planten hadden we<br />
besloten om ook de “dikste boom ter wereld” te gaan<br />
bewonderen. Op maandag 3 februari 2014 was het dan zover.<br />
Die nacht hadden we geslapen in een hotel in Mitla, provincie<br />
Oaxaca. Onze dag was niet al te best begonnen met een<br />
bij uitzondering slecht hotel. Zeg nu zelf, een kokend hete<br />
douche, kapotte wc en geen ontbijt is niet de beste manier<br />
om de dag te beginnen, maar de handdoek was niet slecht,<br />
dat moet gezegd worden. Het weer was stralend en dat maakt<br />
veel goed natuurlijk. Voordat we naar de dikste boom gingen<br />
lagen er nog een paar andere bezienswaardigheden op onze<br />
route die we wilden zien. Hierve al Agua, dat op 2500mtr<br />
Miereneieren en agavemotlarven<br />
hoogte ligt, staat bekend om zijn versteende watervallen die<br />
zijn gevormd door calciumcarbonaat en andere mineralen<br />
bevattend water dat opborrelt uit de berg. Voor we aan een<br />
wandeling door het gebied begonnen aten we eerst nog de<br />
stukken pizza op die we, gelukkig, hadden bewaard van de<br />
vorige avond. Wie wat bewaart heeft wat, ook in Mexico.<br />
Daarna een lange wandeling door het uitgestrekte, prachtig<br />
gekleurde landschap met wonderschone vergezichten over het<br />
berglandschap.<br />
Tijdens onze wandeling bewonderden we natuurlijk ook de<br />
plantengroei, waaronder prachtige agaves zoals<br />
A. ghiesbrechtii, A. potatorum en A. marmorata, sommige<br />
met een bloemstengel tot wel 12 meter hoog. Er stonden ook<br />
mooie exemplaren van Pittocaulon praecox, Ficus petiolaris en<br />
Ipomoea arborescens. Na een kopje koffie met kaneel, toch<br />
even wennen vond ik, reden we verder naar onze volgende<br />
bezienswaardigheid, de Mescal- en Tequilastokerij Beneva.<br />
Tijdens een rondleiding werd uitgelegd hoe uit stronken van<br />
de agave een zoet sap wordt gewonnen dat na fermentatie<br />
en destilleren de bekende tequila oplevert. Hier gebeurde<br />
dat nog op de traditionele wijze met een oude kollergang<br />
die werd aangedreven met één ezelkracht. We kregen hier<br />
een traditionele lunch met miereneieren en larven van de<br />
agavemot voorgeschoteld. Dat viel niet tegen, integendeel,<br />
het was erg lekker. Onze volgende bezienswaardigheid<br />
voor die dag was een oude Azteekruïne bij Yagul. Nou ben<br />
ik persoonlijk niet zo’n liefhebber van oude stenen, maar<br />
8 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | nr. 1
ondlopend over zo’n oud complex word je je er<br />
toch wel van bewust dat wij Europeanen echt niet<br />
de enigen zijn die vroeger iets fatsoenlijks konden<br />
bouwen. Het complex stond boven op een heuvel<br />
en door de droogte was er weinig plantengroei, maar<br />
we vonden toch Mammillaria confusa, M. nejapensis,<br />
Myrtillocactus schenckii en ook hier Pittocaulon preacox<br />
en een mij onbekende klimplant met roze bloemen.<br />
Inmiddels was het erg warm geworden en omdat er geen<br />
drinken te koop was reden we snel verder richting de<br />
hoofdstad Oaxaca en namen de afslag naar Santa Maria del<br />
Tule. <strong>De</strong> plaats Santa Maria del Tule dankt haar naam aan de<br />
lokaal veel voorkomende biezen uit de familie Schoenoplectus,<br />
lokaal Tule genoemd. <strong>De</strong>ze plant heeft overigens ook<br />
een belangrijke rol gespeeld in de landbouwtechniek van<br />
de Azteken. Zie: https://www.biopasos.com/biblioteca/<br />
Chinampa-agricultural-system-mexicocity.pdf<br />
In Tule aangekomen hebben we de auto geparkeerd in de<br />
buurt van het centrum. El Tule is maar een klein plaatsje dus<br />
was het maar een klein stukje lopen naar DE BOOM die daar<br />
El Arbol <strong>De</strong>l Tule genoemd wordt. Eerlijk is eerlijk, deze boom<br />
verdient het om met hoofdletters te worden geschreven.<br />
Toen we een hoek omsloegen en op het kerkplein uitkwamen<br />
werd ik volledig verrast door de werkelijk gigantische boom<br />
die daar naast de kerk stond. Dit kan niet waar zijn dacht<br />
ik, zo groot kan een boom niet worden. Maar het kan wel:<br />
volgens het informatiebord was deze Taxodium mucronatum<br />
42 meter hoog met, op de dikste plek, een stamdoorsnede<br />
van 14 meter. Met een geschatte leeftijd van 2000 jaar<br />
niet de oudste of de hoogste, maar waarschijnlijk wel de<br />
dikste boom ter wereld. Die dikte wordt overigens wel een<br />
beetje overdreven omdat de stam niet rond is maar ovaal<br />
en nogal grillig gevormd. Meer informatie over de vorm van<br />
de stam vind je op: https://www.conifers.org/cu/Taxodium<br />
mucronatum.php<br />
Hoe zij het zolang op dat droge kerkplein heeft uitgehouden<br />
is mij een raadsel, maar waarschijnlijk is er ondergronds<br />
toch voldoende water. Ook hebben de mensen lokaal wel wat<br />
aanpassingen gepleegd, zoals de weg verlegd om de boom<br />
te sparen. <strong>De</strong>ze Taxodium houdt van vochtige grond; in de<br />
hele omgeving zie je deze bomen langs riviertjes staan waar<br />
ze het blijkbaar goed naar hun zin hebben. Aan de andere<br />
Pittocaulon praecox<br />
kant van het kerkje staat nog zo’n reus, al is die “maar”<br />
1000 jaar oud en dus zal deze locatie toch wel iets speciaals<br />
hebben. Volgens bronnen op het internet staan er in de<br />
omgeving van Tule nog een aantal van deze reuzen. Het is<br />
dus waarschijnlijk een combinatie van het lokale klimaat met<br />
de waterhuishouding en grondsoort die deze Taxodium zo oud<br />
laat worden.<br />
In Amerika wordt deze boom ook wel de Montezuma Cypress<br />
genoemd. Daar is hij, mits op leeftijd, redelijk tegen droogte<br />
bestand; jong heeft hij ruim water nodig en verder verdraagt<br />
hij tot -4°C maar verliest dan meestal al zijn naalden. Het<br />
verspreidingsgebied is het zuidwesten van Amerika en Mexico.<br />
Het hout van deze Taxodium kan worden gebruikt voor<br />
doeleinden waarbij de levensduur en weerstand tegen rot<br />
belangrijker zijn dan de sterkte.<br />
Na de boom en de omgeving te hebben bekeken (zoals<br />
gewoonlijk in Mexico was er weer van alles te doen, inclusief<br />
een harmonie met vrolijke muziek), zijn we weer vertrokken<br />
richting Oaxaca. Aangekomen in Oaxaca hebben we kamers<br />
geboekt in een hotel waar we eerder deze reis ook al een keer<br />
hadden overnacht. Oaxaca is de hoofdstad van de provincie<br />
Oaxaca, dus was het geen probleem om een gezellig terras te<br />
vinden voor een koel biertje en een restaurant met heerlijke<br />
lokale gerechten. Aan iemand die van gezelligheid en lekker<br />
eten houdt kan ik Mexico aanbevelen. En wat de natuur<br />
betreft is het een paradijs.<br />
Ipomoea arborescens<br />
Arbol de Tule stam<br />
nr. 1 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | 9
Bericht van de zadenlijst<br />
Na de oproepen in de <strong>Parel</strong>s van oktober en december<br />
zijn er diverse inzendingen binnengekomen. Dank<br />
hiervoor aan de inzenders! We hebben weer een<br />
mooie zadenlijst; er zitten bijzondere soorten tussen die<br />
het proberen meer dan waard zijn. Ik wens u veel plezier<br />
met het uitkiezen van de zaden en succes met het zaaien.<br />
Vergeet u niet foto’s en uw ervaringen met het zaaien door<br />
te geven, dan kunnen we die in <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> zetten.<br />
Op de zadenlijst staan onder de kolom ‘Bijzonderheden’<br />
verschillende zaaitips, hieronder een korte uitleg.<br />
Lichtkiemer: het zaad kiemt alleen als het in het licht<br />
ligt; na het zaaien zachtjes aandrukken en niet met grond<br />
bedekken.<br />
Stratificeren: een bakje met de zaden in vochtige zaaigrond<br />
of tussen vochtig keukenpapier in de koelkast zetten<br />
gedurende 4 tot 6 weken.<br />
Greyia flanaganii<br />
Voorweken: zaden 12-24 uur (soms langer) in lauw tot heet<br />
water leggen, tot ze gezwollen zijn. Het is handig om hiervoor<br />
een thermoskan te gebruiken. Zo blijft het water langer op<br />
temperatuur.<br />
Vijlen en voorweken: met schuurpapier, vijltje of nagelknipper<br />
wordt de harde zaadhuid beschadigd zodat vocht<br />
sneller wordt opgenomen. Natuurlijk mag het embryo (de<br />
kiem) niet beschadigd worden. Na deze behandeling is het<br />
alsnog nodig het zaad voor te weken in lauw tot heet water<br />
totdat het duidelijk gezwollen is.<br />
Hoe kunt u de zaden aanvragen? Een zakje zaad kost € 0,70.<br />
Betaal het verschuldigde bedrag aan de penningmeester;<br />
vermeld ook uw lidmaatschapsnummer. Als u zelf zakjes<br />
zaad heeft ingestuurd kunt u voor elk zakje € 0,70 van het<br />
verschuldigde bedrag aftrekken.<br />
Vergeet niet om € 0,96 extra voor een postzegel over te<br />
maken. Mocht u veel soorten zaden bestellen dan graag<br />
2x € 0,96 (€ 1,92) extra over te maken.<br />
Vergeet vooral niet uw adres te vermelden bij uw aanvraag!<br />
N.B.: het kan zijn dat het door u aangevraagde zaad niet<br />
meer voorradig is. Zorg er daarom voor altijd een aantal<br />
alternatieven op uw lijstje te zetten.<br />
Pericallis papyracea<br />
Rekeningnummer penningmeester: NL71INGB0003978167<br />
t.n.v. Nederlandse <strong>Kuipplantenvereniging</strong>. Stuur uw lijst met<br />
gevraagde zaden per e-mail of per post aan<br />
An Klerks, Wolfshoek 84a, 5154AD Elshout. Ook hier uw<br />
lidmaatschapsnummer vermelden.<br />
E-mail: anenwimklerks@gmail.com.<br />
Zij stuurt u de zaden toe zodra zij bericht van de<br />
penningmeester heeft gekregen dat de zaden betaald zijn.<br />
Podranea ricasolianana<br />
10 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | nr. 1
Homoranthus<br />
Homoranthus darwinioides<br />
Tekst en foto’s: Liesbeth Uijtewaal<br />
Aan het eind van mijn artikel over Darwinia in <strong>Parel</strong> 3 2020<br />
was de titel van het boekje onder het kopje ‘Literatuur’:<br />
‘A guide to Darwinia and Homoranthus’. U bent ongetwijfeld<br />
benieuwd geworden naar wat dat nu weer is, Homoranthus.<br />
Vandaar deze nieuwe bijdrage.<br />
Naamgeving<br />
Homoranthus is nauw verwant aan Darwinia, de naam betekent<br />
‘gelijkmatige bloem’.<br />
Het was volgens het bovengenoemde boekje een veel kleiner<br />
geslacht dan Darwinia want in de tijd dat het geschreven werd,<br />
1981, waren er slechts zeven soorten bekend. Inmiddels wordt<br />
er gesproken van ruim 28 soorten die alle afkomstig zijn van de<br />
oostkust van Australië.<br />
Het kan zijn dat die toename in aantal soorten komt doordat er<br />
steeds meer soorten ontdekt worden maar het is waarschijnlijker<br />
dat een aantal darwinia’s naar de homoranthus-afdeling<br />
geschoven is. Als je bijvoorbeeld de soortenlijst online goed<br />
bekijkt kom je o.a. Homoranthus porteri tegen. Hee, in het<br />
Darwinia-artikel van vorig jaar is een Darwinia porteri genoemd.<br />
Dat is ook toevallig, dezelfde soortnaam!? Nou, nee, in 1991 is<br />
besloten dat die Darwinia eigenlijk een Homoranthus genoemd<br />
zou moeten worden. Gelukkig behoudt een plant in zo’n geval<br />
wel dezelfde soortnaam, alleen de geslachtsnaam verandert zodat<br />
alles tenminste nog een beetje overzichtelijk blijft. Weer een<br />
voorbeeld van hoe moeilijk het is planten in onze kunstmatige<br />
hokjes te proppen.<br />
<strong>De</strong>ze steeds veranderende naamgeving geeft echter wel een hoop<br />
verwarring en frustratie bij plantenliefhebbers!<br />
Een van de verschillen tussen Darwinia en Homoranthus is dat<br />
het laatste geslacht uitsteeksels aan zijn kelkbladen heeft. Dat<br />
Homoranthus darwinioides<br />
nr. 1 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | 11
is gelukkig zonder DNA-kit te zien. Het kan best zijn dat in de<br />
toekomst, aan de hand van DNA-onderzoek, opnieuw geschoven<br />
gaat worden met deze soorten: Homoranthus zit botanisch gezien<br />
tussen Darwinia en Verticordia (een heel groot West-Australisch<br />
geslacht) in en soms is het onderscheid lastig te maken. Dat<br />
wordt nog wat.<br />
Historie<br />
Homoranthus is voor het eerst officieel beschreven in 1836 door<br />
Johannes Conrad Schauer (1813-1848). <strong>De</strong>ze Duitse plantkundige<br />
is nooit in Australië geweest maar heeft zich wel sterk verdiept<br />
in de planten uit dat werelddeel, vooral in eucalyptussen<br />
en andere Myrtaceae. Veel Australische plantkundigen en<br />
plantenverzamelaars stuurden planten naar hem op om te<br />
bestuderen. Zijn naam en roem leeft voort in onder andere<br />
Calothamnus schaueri en Beaufortia schaueri (beide behorend<br />
tot de Myrtaceae) maar het is jammer dat er geen Australisch<br />
geslacht uit deze familie naar hem vernoemd is. Slechts een<br />
Braziliaans lid van de Acanthaceae, Schaueria, draagt zijn naam.<br />
Hoe ze daar nou op zijn gekomen in 1838???<br />
Uiterlijk<br />
Alle soorten van Homoranthus (laten we het aantal maar in het<br />
midden houden) vormen kleine struikjes met kleine ongedeelde<br />
blaadjes. <strong>De</strong> bloemen zijn 1-2 cm groot. Ze ontstaan in de<br />
bladoksels, normaal gesproken in paren maar ook wel in dichte<br />
bloemhoofdjes. <strong>De</strong> stampers steken meestal ver naar buiten, de<br />
meeldraden zijn kort en minder goed zichtbaar.<br />
Enkele soorten<br />
Homoranthus darwinioides<br />
Al in 1995 keek ik verlekkerd naar een plaatje van deze soort<br />
in mijn eerste boek over Australische planten: Australian Plants<br />
Identified, geschreven door Gwen Elliott. Als ik toch eens zo’n<br />
plantje in het echt kon zien…… Tien jaar later stuurde een<br />
Engelse plantenvriend er een stekje van op en na een jaar zag<br />
ik de bloemen eindelijk in het echt. Geweldig! Helaas<br />
ging de plant in 2009 dood toen de kachel uitviel in de<br />
koude winter die we toen hadden.<br />
Een paar jaar geleden zag ik echter een plantje in de<br />
tuin van een Australische vriend, mocht er een paar<br />
stekjes van af halen en ik heb hem weer. Hoezee!<br />
<strong>De</strong> plant bloeit voornamelijk in het voorjaar<br />
maar ook in de rest van het jaar zit er altijd wel<br />
een bloemetje aan. <strong>De</strong> knopjes hebben rode<br />
schutblaadjes, de bloemen verkleuren naar rood als<br />
ze ouder worden en op het hoogtepunt van de bloei<br />
staan de bloemen prachtig te zijn in het crème-wit,<br />
steeds met twee bij elkaar. Hoe ze het klaarspelen<br />
weet ik niet maar de stampers staan altijd mooi naar<br />
elkaar toe gebogen. Kleine kunstwerkjes zijn het en de<br />
gefranjerde kelkblaadjes maken het feest compleet. <strong>De</strong><br />
plant vormt uiteindelijk een kleine struik van 1x1 meter.<br />
Zoals uit het voorgaande duidelijk zal zijn is H. darwinioides<br />
goed uit stek te vermeerderen. Zaad is nauwelijks verkrijgbaar.<br />
<strong>De</strong> grond moet goed doorlatend zijn, aan de zure kant<br />
en liefst niet te nat. Een overdosis fosfor zullen<br />
ze niet waarderen al heb ik het zelf nog<br />
niet uitgeprobeerd. Standplaats: zon of<br />
halfschaduw.<br />
Darwinioides betekent: lijkend op<br />
Darwinia. Overigens, een leuk<br />
weetje: er bestaat ook een Darwinia<br />
homoranthoides (=op Homoranthus<br />
lijkende Darwinia) waaruit wel<br />
blijkt dat soorten uit de twee<br />
geslachten erg op elkaar kunnen<br />
lijken.<br />
Homoranthus flavenscen<br />
bloemen met veel necta<br />
Homoranthus flavescens<br />
12 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | nr. 1
Homoranthus darwinioides<br />
s:<br />
r<br />
Homoranthus flavescens<br />
H. flavescens bloeit in het<br />
late voorjaar en de zomer. In<br />
tegenstelling tot bij de vorige<br />
soort staan hier de bloemetjes<br />
rechtop. <strong>De</strong> plant blijft laag<br />
en heeft een prachtig gelaagde<br />
groeivorm en kleine blauwgrijze<br />
blaadjes van 10-15 mm. In<br />
Australië wordt de soort ‘Mouse<br />
Bush’ genoemd. Ik vroeg me altijd af<br />
waarom dat was, favoriet bij muizen<br />
misschien?? Ik zag in elk geval geen<br />
gelijkenis met een muis. Totdat ik eens<br />
foto’s aan het maken was van de plant en<br />
dacht “raar, het ruikt hier naar hamsterhok, hoe<br />
kan dat”? Dat bleek te komen door de geur van de<br />
bloemen die ik fotografeerde. <strong>De</strong> close-up foto laat zien dat ze<br />
een grote hoeveelheid nectar produceren die verantwoordelijk<br />
is voor de vreemde geur. Ik heb niet kunnen vinden welke<br />
bestuivers hierdoor specifiek aangetrokken worden in Australië,<br />
waarschijnlijk insecten<br />
maar misschien ook kleine buideldieren of zelfs vogels.<br />
Gelukkig ruikt de plant zelf, bij kneuzing, lekkerder:<br />
een frisse menthol-achtige geur.<br />
Ook deze soort is goed uit stek te vermeerderen, hij kan iets<br />
vorst hebben en heeft goed gedraineerde grond nodig. Liefst<br />
halfschaduw, geen volle zon. Flavescens betekent geel, wat slaat<br />
op de bloemkleur.<br />
Literatuur:<br />
-A guide to Darwinia and Homoranthus, Trevor L. Blake, Gardner<br />
Printing Co. (Vic) 1981, ISBN 0 909830 15 0<br />
- internet sites<br />
Homoranthus flavescens<br />
nr. 1 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | 13
Adenium<br />
bestuiven<br />
Tekst en foto’s: Peter Melis<br />
Ik ben al heel wat jaren in planten geïnteresseerd<br />
maar nog steeds blijf ik mij verbazen over de<br />
ongelofelijk grote verscheidenheid aan manieren<br />
waarmee planten zich van hun voortbestaan hebben<br />
verzekerd. Terwijl het goed beschouwd slechts om twee<br />
problemen gaat, te weten hoe blijf ik in leven en hoe krijg<br />
ik mijn stuifmeel naar die andere bloem. Vooral de soms<br />
bijzondere oplossingen die planten hebben ontwikkeld voor<br />
hun voortplanting zijn voor mij een bron van verbazing. Het<br />
merendeel is redelijk goed te begrijpen, als je tenminste iets<br />
verder kijkt dan je neus lang is. Maar een aantal families<br />
heeft een systeem ontwikkeld waarbij je je afvraagt: was dat<br />
nou echt wel allemaal nodig? Blijkbaar wel, denk ik, want<br />
anders was het wel iets anders geworden. Als het niet deugt<br />
verdwijnt het vanzelf in de natuur.<br />
Neem nou het probleem van zelfbestuiving. Gezien vanuit<br />
evolutionair oogpunt is zelfbestuiving natuurlijk niet<br />
bevorderlijk voor de diversiteit van de nakomelingen.<br />
Om zelfbevruchting uit te sluiten hebben sommige<br />
planten echter wel heel ingenieuze bloemen ontwikkeld.<br />
Zo ingenieus, of ingewikkeld, dat bevruchting van deze<br />
planten buiten hun leefgebied een probleem kan zijn. Ze<br />
zijn namelijk vaak afhankelijk geworden van één of meer<br />
specifieke insecten, vleermuizen, of vogels die voor de<br />
bestuiving moeten zorgen. Als die insecten niet voorhanden<br />
zijn worden de bloemen dus niet of alleen nog bij puur<br />
toeval bestoven. Bij veel planten is die techniek redelijk<br />
eenvoudig te ontdekken omdat hun voortplantingsorganen,<br />
de stamper en de meeldraden, goed herkenbaar zijn. Mocht<br />
je van deze planten zaden willen dan is een<br />
kwastje voldoende om wat stuifmeel<br />
van de ene bloem naar de andere<br />
over te brengen. Planten die<br />
zelfsteriel zijn maken het wat<br />
ingewikkelder omdat je dan<br />
minimaal twee planten van<br />
die soort nodig hebt. Al<br />
weer wat ingewikkelder<br />
wordt het als planten<br />
eenslachtig zijn, oftewel<br />
alleen mannelijke of<br />
alleen vrouwelijk bloemen<br />
hebben. Niet alleen moet je<br />
dan minstens twee planten<br />
hebben, maar moet het ook nog<br />
één plant met vrouwelijke en één<br />
plant met mannelijke bloemen zijn.<br />
Gelukkig valt slechts 6% van alle planten<br />
binnen die categorie, maar in de 94% zitten genoeg<br />
soorten die ook niet zo eenvoudig te bestuiven zijn.<br />
Orchideeën zijn zo’n groep van planten die allerlei<br />
wonderlijke mechanismen hebben ontwikkeld voor<br />
hun bestuiving. Maar ook de planten uit de familie<br />
van de Apocynaceae, ook wel de Maagdenpalmen<br />
Adenium obesum met vruchten<br />
genoemd, hebben het zichzelf best lastig gemaakt. Het is<br />
een familie die ongeveer 4500 soorten telt en die verdeeld is<br />
in meer dan 400 geslachten.<br />
Lang geleden, toen mijn belangstelling nog voornamelijk<br />
bij de succulenten lag, was ik al geïnteresseerd in een<br />
aantal van deze families, zoals Adenium. Van deze planten<br />
vroeg ik mij af hoe je ze zou kunnen bestuiven. <strong>De</strong> truc<br />
met het kwastje bleek bij deze planten niet effectief. Als<br />
ze in de zomer buiten stonden kwam er een heel enkele<br />
keer de bekende tweehoornige vrucht in, maar wie of wat<br />
daarvoor had gezorgd was mij een raadsel. Uiteindelijk was<br />
het een artikel van Gordon Rowley over de bevruchting van<br />
Adenium dat mij op het goede spoor zette. Kort gezegd<br />
komt het er op neer dat het stuifmeel van de bloem van<br />
een Adenium zich boven in de bloem bevindt en de stamper<br />
helemaal onder in de bloem aan het eind van een lange<br />
nauwe buis die wordt afgesloten door een dun vlies met<br />
een aantal zeer smalle sleuven. Klaarblijkelijk zijn er lokaal<br />
pijlstaartvlinders die een tong hebben waarmee ze bij<br />
de nectar kunnen. Tijdens het terugtrekken van de tong<br />
blijft er ook wat stuifmeel achter op de tong die bij de<br />
volgende bloem wordt afgegeven op de stamper onder<br />
in de bloem. Raadsel opgelost, maar daarmee is de<br />
bloem nog niet bestoven. Op websites in Thailand<br />
wordt een, in mijn ogen nogal omslachtige,<br />
methode voorgesteld waarbij de bloem wordt<br />
opengesneden om zo bij de stamper te<br />
komen. Een betere oplossing is die waarbij<br />
we de tong van een pijlstaartvlinder<br />
nabootsen: een satéstokje met aan het<br />
einde een nylon (vis)draad van ongeveer<br />
0,3 mm dik die met wat schuurpapier is<br />
opgeruwd. Succes verzekerd.<br />
Satestokje met nylon draadje<br />
14 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | nr. 1
25-jarig lidmaatschap <strong>2021</strong><br />
Dhr. H. v.d. Beucken, Kessel-Eik<br />
Mevr. E.Th.M. de Block, Klimmen<br />
Dhr. R.A.G.M. Boers, Blerick<br />
Dhr. J.A.J. Hannink, Drunen<br />
Dhr. F. van Houts, <strong>De</strong>urne<br />
Dhr. K. Kingma, Midwoud<br />
Mevr. M. Klerks, Vlijmen<br />
Dhr. W.R. v.d. Loo, Drunen<br />
Dhr. J.T.M. Maessen, Maasbree<br />
Mevr. M.A. Muijrers-Nab, Beek<br />
Mevr. N. v.d. Pasch, Elshout<br />
Dhr. A.H.M. Peters, Heel<br />
Dhr. en Mevr. van Rooij, Elshout<br />
Mevr. M.G.J. Sanders, Munstergeleen<br />
Dhr. J. Soontiens, Eindhoven<br />
Mevr. J.C.H. v.d. Wiel - v.d. Meijden, Elshout<br />
Nieuwe ingeschreven leden<br />
Dhr. G. Achterstraat, WARNSVELD<br />
Dhr. P. van den Berg, NOORDWIJKERHOUT<br />
Dhr. J.F. Braks, SINT ANTHONIS<br />
Dhr. en Mevr. G.A.J. <strong>De</strong>rksen, BUINEN<br />
Mevr. V.E. den Dubbelden, AMSTERDAM<br />
Mevr. A. Duyvesteijn, NAALDWIJK<br />
Dhr. en Mevr. W.J. van Eck, OSPEL<br />
Dhr. W. Van Ekkendonk, MADE<br />
Mevr. I.J. Gorissen, BENEDEN-LEEUWEN<br />
Dhr. F. Harms, DORDRECHT<br />
Dhr. en Mevr. H.F. Heidekamp, WILDERVANK<br />
Dhr. S.V. van Heijst, FEERWERD<br />
Dhr. C.M. Hendriks, WEERT<br />
Mevr. S.M. van den Heuvel, HERKENBOSCH<br />
Mevr. J.H.G.H. Hijink, WINTERSWIJK MEDDO<br />
Mevr. M.F. Jansen, GRONINGEN<br />
Dhr. H. Jansma, ELBURG<br />
Dhr. J.W.J.M. Joosten, EGCHEL<br />
Dhr. G. Klijnsma, ELLECOM<br />
Dhr. en Mevr. Koedam, ITTERVOORT<br />
Dhr. F.J.G. van de Leur, WAALWIJK<br />
Dhr. K.J. Niks, NIEUW WEERDINGE<br />
Dhr. M.D. Oosterhoff, THESINGE, GRONINGEN<br />
Dhr. F.R. van der Plank, WOLFHEZE<br />
Dhr. L.R. Poelsma, DEVENTER<br />
Dhr. J.J.W. van de Sande, HILVARENBEEK<br />
Dhr. en Mevr. H.A.J. en C. Schellekens, VLIJMEN<br />
Mevr. A.C.E.M. Snacken-Duflou, NIEUWSTADT<br />
Mevr. E. Steenbruggen, DEVENTER<br />
Dhr. J. van Triest, NIJMEGEN<br />
Dhr H. van der Veen, EEXT<br />
Dhr. O. de Vries, HOENSBROEK<br />
Dhr. B. van Wichen, NIJMEGEN<br />
Dhr. P. Wijngaard, EMMEN<br />
Mevr. F. van der, Zwan, LEIDEN<br />
Advertentie <strong>De</strong> <strong>Parel</strong>,<br />
April 2019<br />
<br />
<br />
Tuingoed Foltz<br />
exoten<br />
nationale planten collecties<br />
Salvia & Echinacea<br />
verrassende tuinen<br />
tuinevenementen voor fijnproevers<br />
27/28 april: Noordelijke Kwekerijdagen<br />
8/9/10 juni: Rare-Planten-Dagen<br />
Hereweg 346, Meeden www.tuingoedfoltz.nl<br />
nr. 1 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | 15
Artikelen uit oude uitgaven<br />
<strong>De</strong>ze keer hebben we gekozen voor een artikel over het stekken van planten, een fijne bezigheid in het voorjaar. Heeft u<br />
opmerkingen en of aanvullingen op dit artikel dan hoort de redactie graag van u!<br />
16 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | nr. 1
nr. 1 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | 17
Informatie<br />
www.kuipplantenvereniging.nl<br />
Wie weet<br />
Voorzitter<br />
W.J.M. de Waal 0416-533685<br />
Kloosterweg 4<br />
5144 CB Waalwijk<br />
voorzitter@kuipplantenvereniging.nl<br />
Secretaris<br />
I. van den Berg 0172-47 53 70<br />
Ten Harmsenstraat 2<br />
2406 TV Alphen a/d Rijn<br />
secretariaat@kuipplantenvereniging.nl<br />
Penningmeester<br />
L. Hilberts 0592-41 38 47<br />
Hoofdweg 111, 9422 AM Smilde<br />
penningmeester@kuipplantenvereniging.nl<br />
Bestuursleden<br />
S. Hofman-Rookmaker Regio Noord<br />
J.J. Bos a.i. Regio Oost<br />
M. Oppe-de Pagter Regio West<br />
B. Wetzels Regio Zuidoost<br />
M. Mol a.i. Regio Zuidwest<br />
Peter Melis maakte deze foto van een klimplant in<br />
Mexico. Weet iemand de naam?<br />
Reacties graag naar Peter Melis e-mail:<br />
melispeter@hotmail.com<br />
Ledenadministratie<br />
D.A. Cladder 06-24433602<br />
Ten Harmsenstraat 2,<br />
2406 TV Alphen a/d Rijn<br />
leden@kuipplantenvereniging.nl<br />
Zadenlijst<br />
An Klerks 0416-37 53 81<br />
Wolfshoek 84a, 5154 AD Elshout.<br />
anenwimklerks@gmail.com<br />
Regio Noord (Groningen, Friesland en Drente)<br />
S. Hofman-Rookmaker<br />
0515-542212<br />
Begine 67, 8711 BH Workum<br />
j.s.c.hofman.rookmaker@gmail.com<br />
Regio Oost (Overijssel, Gelderland en<br />
Noord-Flevoland)<br />
Secretaris R. Soeteman<br />
r.soeteman4@upcmail.nl<br />
Regio West (Noord- en Zuid Holland,<br />
Utrecht en Zuid-Flevoland)<br />
Vacature. Secretaris<br />
Tijdelijk contacpersoon:<br />
R. Vrooman 075-6704076<br />
secretarisregiowest@gmail.com<br />
www.oranjerie-regio2.net<br />
Regio Zuidoost (Limburg, oostelijk<br />
deel van Noord-Brabant, België)<br />
P. Barten 0475-319518<br />
Napoleonsweg 59c, 6081AA Haelen<br />
pjjmbarten@home.nl<br />
Regio Zuidwest (Zeeland, westelijk<br />
deel van Noord-Brabant, België)<br />
B. Rijken<br />
Burg. v.d. Heijdenstraat 50<br />
5151 HM Drunen<br />
dekuipplant@live.nl<br />
Als kerstcadeau kreeg ik dit Bonsai boompje. Als<br />
naam stond er op het label Carmona Macrophylla. Een<br />
vreemde soortnaam macrophylla (met kleine letter)<br />
betekent groot bladig terwijl het plantje kleine blaadjes<br />
heeft. Op internet valt er weinig over te vinden.<br />
Wie kan me meer vertellen over deze plant.<br />
Uw reacties graag naar p.oppe1@upcmail.nl<br />
OPROEP AAN DE LEDEN<br />
Omdat wij elkaar ook dit jaar niet op de Nationale<br />
Kuipplantendag kunnen ontmoeten wil het bestuur u deze zomer<br />
een kleine verrassing bezorgen.<br />
Daarvoor zijn foto’s nodig van, uiteraard, kuipplanten; velen<br />
onder u zullen een prachtige verzameling bezitten.<br />
Vandaar onze oproep aan u om foto’s, vrij van rechten, ter<br />
beschikking te stellen. <strong>De</strong> foto’s moeten staand kunnen<br />
worden afgedrukt en een zodanige resolutie hebben dat zij op<br />
A4-formaat goed weer te geven zijn. Stuur uw foto’s in op het<br />
e-mailadres van Ingrid van den Berg, onze secretaris:<br />
secretariaat@kuipplantenvereniging.nl<br />
Vergeet niet uw naam te vermelden en ook de naam van de<br />
plant(en) op de foto. <strong>De</strong> inzenders van de foto’s die voor de<br />
verrassing worden geselecteerd krijgen daarvan bericht.<br />
18 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | nr. 1
Verenigingnieuws<br />
Van het bestuur<br />
In de eindejaarsbespiegelingen van Wim de Waal, voorzitter van onze<br />
vereniging, toonde hij zich hoopvol over de viering van het 35-jarig bestaan<br />
tijdens de Nationale Kuipplantendag <strong>2021</strong>. Hij hield ons evenwel ook voor dat<br />
het goed was er rekening mee te houden dat het Coronavirus ook in <strong>2021</strong> nog<br />
niet voldoende bedwongen zou zijn om met een groot aantal mensen bij elkaar<br />
te kunnen komen. Het jaar was nog maar een paar dagen oud toen bleek dat die<br />
waarschuwing meer dan terecht was. Op 12 januari heeft het bestuur uitvoerig<br />
stilgestaan bij wat nu bekend is over de verspreiding van het Coronavirus en<br />
het vaccinatieplan dat het kabinet onlangs heeft gepresenteerd. Met name de<br />
verspreiding van de Engelse mutatie van het virus baart grote zorgen. Uit het<br />
vaccinatieplan heeft het bestuur opgemaakt dat het tot ver in het najaar kan<br />
duren voordat met enige zekerheid is vast te stellen dat onze leden voldoende<br />
beschermd zijn tegen besmetting met welke variant van het Coronavirus ook.<br />
<strong>De</strong> conclusie van het bestuur was dat het onder deze omstandigheden niet<br />
verantwoord is in <strong>2021</strong> een Nationale Kuipplantendag te organiseren. Er is<br />
dan ook met spijt besloten de reservering voor 9 mei <strong>2021</strong> in Burgers’ Zoo te<br />
cancelen. <strong>De</strong> datum voor de eerstvolgende Nationale Kuipplantendag is nu<br />
vastgesteld op zondag 15 mei 2022. Voor de Algemene Ledenvergadering die<br />
ook op 9 mei zou plaatsvinden wordt een schriftelijk alternatief uitgewerkt.<br />
Het bestuur hoopt dat het, ondanks de sombere vooruitzichten, regio’s lukt om<br />
op een verantwoorde manier activiteiten te organiseren. Veel leden zullen daar<br />
dankbaar voor zijn.<br />
Verenigingsnieuws Regio Noord<br />
Gelukkig hebben we in 2020 toch nog twee keer een tuinexcursiedag gehad.<br />
Dat houdt in dat er ook tuinen niet bezocht zijn. Enkele staan dit jaar opnieuw<br />
op het programma, aangevuld met nieuwe adressen. Omdat de omstandigheden<br />
onzeker blijven hebben we nog geen vaste afspraken gemaakt met de<br />
tuineigenaren. In het voorjaar volgt nadere informatie. We zijn erg blij met<br />
nieuwe leden en dat geeft ook weer nieuwe mogelijkheden voor tuinbezoeken<br />
in onze regio. Het is een leuke en inspirerende kennismaking met elkaars<br />
specialiteiten. We gaan het zien, hopen we.<br />
Verenigingsnieuws Regio West<br />
Met de ideeën op de laatste ledenbijeenkomst van 2020 en de 33 reacties<br />
op de enquête van de leden van Regio West heeft het regiobestuur een mooi<br />
programma voor <strong>2021</strong> opgesteld. Zodra de omstandigheden het toelaten is Regio<br />
West er klaar voor om interessante activiteiten te ondernemen. Op zaterdag<br />
27 februari is er, uiteraard onder voorbehoud, een ledenbijeenkomst in Alphen<br />
aan den Rijn gepland. Als gastspreker komt Jan M. Van Dijk vertellen over zijn<br />
ervaringen met kuipplanten, waarbij hij ook dieper in wil gaan op Zuid-Afrikaanse<br />
bolgewassen. Kern van zijn betoog is dat je met elkaar meer weet dan alleen.<br />
Wie niet komt, mist zeker wat. Er is enthousiast gereageerd op het door Frits van<br />
Melle geïnitieerde Pireco-project, dat wil onderzoeken hoe effectief dit middel,<br />
op preventief biologische wijze, bladinsecten bestrijdt. Voor de bijeenkomst<br />
is ook de vertegenwoordiger van Pireco uitgenodigd om aspecten toe te<br />
lichten en vragen te beantwoorden. <strong>De</strong>elnemers krijgen aldaar een fles van dit<br />
bestrijdingsmiddel mee. In elk geval is het plan dat eind februari met het project<br />
wordt begonnen. Meer hierover is te lezen in de Nieuwsbrieven van Regio West.<br />
<strong>De</strong> inventarisatie van kuipplanten die buiten kunnen overwinteren heeft<br />
weinig reacties opgeleverd. Blijkbaar zijn vele leden samen met hun planten in<br />
winterslaap gegaan. Maar… een lijstje kan nog altijd! Aan het eind van de winter<br />
inventariseren we dan wat de resultaten zijn. Dat is meer dan handig, zoals ook<br />
Thieu Korten in de vorige <strong>Parel</strong> terecht betoogde.<br />
Planteninfo<br />
<strong>De</strong>skundigen die bereid zijn uw vragen<br />
over planten te beantwoorden<br />
Australische flora<br />
E. Uijtewaal-de Vries<br />
Tel. 0475-49 48 81<br />
Dries 22,<br />
6086 AW Neer<br />
E-mail: l.uijtewaal@merrigum.com<br />
Botanische fuchsia’s<br />
G. Rosema<br />
Tel. 0348-44 29 65<br />
Harmelerwaard 17a,<br />
3481 LC Harmelen<br />
E-mail: grosema@planet.nl<br />
Citrus<br />
B. Buynsters<br />
Tel. 0411-62 18 13<br />
Lindelaan 23,<br />
5076 CW Haaren<br />
E-mail: benbuynsters@planet.nl<br />
B. Wetzels<br />
Tel. 045-531 07 14<br />
Achter <strong>De</strong> Heggen 14,<br />
6373 XC Landgraaf<br />
E-mail: baltwetzels@hotmail.com<br />
Kaapse flora<br />
H. Tromp<br />
Tel. 0412-63 80 21<br />
Heihoekstraat 1a,<br />
5345 HC Oss<br />
E-mail: hans-tromp@hetnet.nl<br />
Oleander<br />
A. en C. Keunen<br />
Tel. 077-477 26 31<br />
Hei 8a, 5991 PC Baarlo<br />
E-mail: info@hesperidenhof.nl<br />
Palmen<br />
W. Rutten<br />
Tel. 0475-53 34 46<br />
Exgaard 12, 6074 AA Melick<br />
E-mail: w.m.rutten@home.nl<br />
Ook in <strong>2021</strong> is het mogelijk om weer diverse grondstoffen voor je kuipplanten te<br />
bestellen. Geef je bestellingen zo snel mogelijk door aan Piet Keijzer<br />
(keijzberg@hetnet.nl) of bel hem via tel. 0174-514906).<br />
nr. 1 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2021</strong> | 19
Retouradres: Ten Harmsenstraat 2, 2406TV Alphen a.d. Rijn<br />
overwinteren<br />
Op onderstaande overwinteringsplaatsen kunt u met uw planten terecht van oktober tot mei.<br />
<strong>De</strong> planten krijgen de nodige verzorging en kunnen - indien gewenst - ook overgepot en gesnoeid worden.<br />
<strong>De</strong> kas van<br />
Regio Zuidoost<br />
<strong>De</strong> kas van<br />
Regio Zuidwest<br />
Zuid-Holland<br />
Flevoland<br />
Heythuysen<br />
Contact:<br />
Peter Barten<br />
Tel: 0475 - 319 518<br />
pjjmbarten@home.nl<br />
Ton Peters<br />
Tel: 0475 - 572 707<br />
tongerda8@hotmail.com<br />
Elshout (Gem. Heusden)<br />
Contact:<br />
Bert Rijken<br />
dekuipplant@live.nl<br />
Handelskwekerij<br />
Richard van der Zalm<br />
Waterlelie 25<br />
2671 WG Naaldwijk<br />
Tel: 0174 - 622 717<br />
info@rvdzalm.nl<br />
www.rvdzalm.nl<br />
Kwekerij Booij<br />
3 e Barendrechtseweg 555<br />
2991 SH Barendrecht<br />
Tel: 0180 - 618 988<br />
a.booij2@kpnplanet.nl<br />
Kwekerij Almere<br />
Linnaeusweg 7<br />
1331 AA Almere<br />
T 036-5328136<br />
info@kwekerijalmere.nl<br />
www.kwekerijalmere.nl