STUK verbouwt
STUK sluit vanaf 15 november 2021 voor een grondige renovatie. Hoe die het STUK gebouw voor iedereen beter zal maken, vertellen Carl Meeusen van Neutelings Riedijck Architecten en Willem Vanderhoydonks, infrastructuurbeheerder bij STUK. Meer info : www.stuk.be/verbouwing
STUK sluit vanaf 15 november 2021 voor een grondige renovatie. Hoe die het STUK gebouw voor iedereen beter zal maken, vertellen Carl Meeusen van Neutelings Riedijck Architecten en Willem Vanderhoydonks, infrastructuurbeheerder bij STUK.
Meer info : www.stuk.be/verbouwing
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Na de renovaties zal het beter
en comfortabeler worden,
maar het blijft het gebouw
zoals je dat kende.
— Carl Meeusen
Twintig jaar. Zo lang al dienen de ‘Laboratoires
de chimie générale’ aan de Naamsestraat in
Leuven als kunstencentrum STUK. De site kreeg
ondertussen een vanzelfsprekende plaats in
het Leuvense stadsbeeld, maar in 2002 was
het wel een reuzensprong: van zaaltjes in de
voormalige ‘Cercle des étudiants étrangers’
aan de van Evenstraat en een gebouw aan de
Vlamingenstraat naar een complex dat door zijn
opvatting geschiedenis schreef. De nakende verbouwing
voegt daar een nieuw hoofdstuk aan toe,
maar blijft trouw aan het oorspronkelijke opzet.
verbouwingen
Een cadeau was het gebouw aan de
Naamsestraat niet, ondanks het prachtige auditorium
achterin. Het terrein alleen al: de gebouwen
overwinnen een hoogteverschil van 17 m tussen de
Naamsestraat en de Schapenstraat. Vandaar ook
dat een brede en diepe put het complex al van
bij de oprichting afsneed van de Naamsestraat
om licht binnen te brengen in een kelder die aan
de achterzijde doorliep in een binnenplein. Toch
merkte je die put nauwelijks, omdat een glazen
vloer, die diende als fietsenstalling, ze onttrok aan
het gezicht.
↑ STUK Ensemblezaal © Sarah Blee
Die put is er nog altijd, maar werd in 2002 opgewaardeerd
tot de hoofdtoegang van de site.
Dat lag niet voor de hand, maar het had toch
een goede reden. Het complex was het resultaat
van verschillende bouwcampagnes van ongelijke
kwaliteit, met veel ongelukkige knopen in het
circuit tot gevolg. Als je de gelijkvloerse toegang
aan de Naamsestraat neemt, stoot je bijvoorbeeld
op zo’n wirwar aan trappen en gangen dat
je het noorden snel kwijt bent. Integrale toegankelijkheid
was hier zelfs een ware uitdaging. Als
je echter aan de Naamsestraat afdaalt naar -1
dan krijg je via het huidige onthaal meteen zicht
op het binnenplein en het hele gebouw. Dat binnenplein
zou ook om andere redenen de belangrijkste
troef blijken te zijn.
Huizen aan een plein
Er stelde zich immers nog een probleem.
Nagenoeg alle lokalen, zowel aan de
Naamsestraat als aan de Schapenstraat, stonden
vol zuilen. In mooi gietijzer, dat wel, met prachtige
parketvloeren toe, maar het zijn wel onhandige
dingen als je er theater wil spelen. Dat merkte
Willem-Jan Neutelings van Neutelings Riedijk
Architecten (NRA) meteen op toen hij met Carl
Meeusen, die toen de dagelijkse leiding van STUK
waarnam, het gebouw bezocht.
44 45
De oplossing zou er komen door een combinatie
van een sterk concept van NRA en een vondst van
Meeusen. NRA herdacht het hele complex als een
verzameling ‘huizen’ die allemaal hun ‘voordeur’
hebben op dat binnenplein. Daartoe werden de
vleugels aan de linkerzijkant en de achterkant van
het binnenplein vervangen door nieuwbouw zonder
zuilen. Een deel ervan, STUK Soetezaal’, werd
van de grond opgetild, zodat het eerst gesloten
binnenplein zich nu opende naar de helling naar
de Schapenstraat.
Dat concept verleende het STUK-gebouw een
sterke identiteit. De figuur sloot ook wonderwel
aan bij die van andere oude colleges aan de
Naamsestraat, die haast allen via binnenpleinen
en doorgangen een semipublieke doorsteek in
het stadsweefsel vormen. Door goed gekozen
openingen in de ‘gevels’ van de ‘huizen’ werd het
binnenplein bovendien zelf een soort podium, met
rondom balkons of grote ramen, zodat de spelers
van overal konden opduiken.
Alleen loste dat het probleem van de toegankelijkheid
voor mensen met een beperking niet op. Carl
Meeusen herinnert zich dat de architecten op
een bepaald moment dachten aan wel vier liften,
en dat er even ook sprake was van een rondgang
over de daken. Geen van die plannen bleek
haalbaar door het krappe budget van de verbouwing.
Hij vond zelf het ei van Columbus: vanuit
één enkele lift, in de oksel van het gebouw aan de
Naamsestraat en de nieuwe linkervleugel bleken
alle publieke delen van het gebouw te bereiken.
Slachtoffer van eigen succes
Het gebouw werd een succes, al sakkerde er wel
eens iemand als je via het binnenplein naar de
toiletten moest bij regenweer. Enkele theatermakers
maakten ook stennis over de uitgesproken
vormgeving van de theaterzaal: de strakke
bruggen in beton in het plafond, de reliëfs in de
betonwanden, het grote raam naar het binnenplein
en de loggia aan de ingang die daglicht binnenlaat,
ze vonden het allemaal heel storend. De
mogelijkheden van de loggia, een balkonnetje aan
de podiumzijde of het raam naar het binnenplein
werden uiteindelijk ook zelden benut. Toch was
deze zaal het koninginnenstuk van de verbouwing:
ze was de stenen expressie van de overtuiging van
NRA dat theater niet thuishoort in ‘zwarte dozen’
zonder geur of smaak, maar in een ruimte met
STUK Onthaal © Sarah Blee →
II.2