2021 10 23 Monsieur Sweelinck - Doulce Mémoire
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Toelichting<br />
Jan Pieterszoon <strong>Sweelinck</strong> vergaarde in de eerste plaats roem als organist,<br />
improvisator en pedagoog. Naast een aanzienlijk aantal orgelwerken liet hij ook Franse<br />
psalmen, Latijnse motetten en Italiaanse madrigalen na. Binnen zijn levenswerk nemen<br />
zijn chansons een bijzondere en opvallende plek in.<br />
De bundel Chansons à cinq parties,<br />
accommodées tant aux instruments qu’à la<br />
voix (1594), uitgegeven bij Petrus Phalesius<br />
en Johannes Bellerus in Antwerpen,<br />
vertegenwoordigt samen met Rimes<br />
françaises et italiennes (1621) zijn volledige<br />
chansonoeuvre. Phalesius prees de<br />
‘uitzonderlijke zachtheid en harmonische<br />
taal’ van deze chansons en gaf aan dat een<br />
persoonlijke aanbeveling door een heer van<br />
stand hem bemoedigde om de werken op<br />
de markt te brengen.<br />
Franse poëzie<br />
<strong>Sweelinck</strong> was niet de enige componist<br />
uit de Lage Landen die zich waagde<br />
aan Franse poëzie. In 1576 verscheen in<br />
Antwerpen een uitgave met sonnetten<br />
van Pierre de Ronsard op muziek<br />
van Jean de Castro. In diezelfde stad<br />
werden in 1590 door Christoffel Plantijn<br />
ook verzamelbundels uitgebracht met<br />
composities van Andries Pevernage op<br />
teksten van Ronsard, Clément Marot<br />
en Joachim Du Bellay. En bij Phalesius<br />
verschenen chansons van de hand van<br />
Hubert Waelrant. Hekkensluiter van dit<br />
(onvolledige) lijstje is Cornelis Verdonck,<br />
die in 1599 een Franse liedbundel<br />
voorstelde. Verdonck, een exacte<br />
tijdgenoot van <strong>Sweelinck</strong>, duikt overigens<br />
ook op in de eerder vermelde collectie<br />
Chansons à cinq parties.<br />
<strong>Sweelinck</strong>s tekstkeuze is vaak verrassend<br />
en origineel. Hij beperkte zich namelijk<br />
niet tot auteurs op wie componisten zich<br />
wel vaker beriepen. Denk aan Clément<br />
Marot en zijn puntdichten Quand je voy<br />
ma maistresse, Au mois de May en Je<br />
sens en moi une flamme nouvelle. In ons<br />
concertprogramma komen ook schrijvers<br />
aan bod die toentertijd weliswaar hoog<br />
stonden aangeschreven maar vandaag<br />
nauwelijks nog bekend zijn. Neem<br />
bijvoorbeeld Jacques Grévin, een dichterdokter<br />
uit de kringen van Ronsard en<br />
auteur van Depuis le jour que je vous vei.<br />
Nog verbazingwekkender is het chanson<br />
Face donques qui voudra: een tekst uit<br />
een verzameling verhalen (Parijs 1572),<br />
opgetekend door de illustere onbekende<br />
Jacques Yver, heer van Poitou. Olivier de<br />
Magny, ook een Ronsardien, voerde de<br />
pen in Elle est à vous, douce maistresse<br />
(uit de bundel Les Amours, 1553). La belle<br />
que je sers stamt dan weer uit Le recueil<br />
des chansons, tant musicales que rurales,<br />
anciennes et modernes, gedrukt in 1572 bij<br />
Bonfons in Parijs.<br />
Cornelis Verdonck laafde zich aan de<br />
beroemde verzen van Guarini’s Il pastor<br />
fido in een Franse vertaling door Roland<br />
Brisset. Uit de tekst, gepubliceerd in Tours<br />
als Le berger fidèle (1592), koos hij de<br />
beroemde passage Tirsi morir volea, die<br />
4