Olympische & paralympische special - Sport FM

Tekst & beeld: BSNC
Oud-voorzitter Cees Haaksman
ademt BSNC
“Platform bieden
binnen de sport
en cultuurtechnische
branche”
Cees Haaksman was tien jaar geleden de eerste
die de voorzittershamer van de BSNC ter hand
nam. Onder zijn leiding maakte de branchevereniging
na een turbulente start een explosieve
groei door. Haaksman kijkt met veel plezier en gepaste
trots terug op deze periode. “We wilden
pertinent geen aannemersclubje worden.”
Daarin is de BSNC in ieder geval ruim geslaagd.
“Als cultuurtechnische sector misten we tien jaar geleden de invloed
op het onderzoek dat voor onze branche plaatsvond. Uit die onvrede
verenigden we ons met zo’n twaalf bedrijven in een nieuwe koepel
met als doelstelling eigen onderzoeken te initiëren, maar zeker ook
om een ontmoetingsplaats te creëren voor de branche. Ik had als
voordeel dat ik vanuit een wat kleinere partij kwam en dus diplomatiek
tussen de grote spelers kon staan. Daardoor kon ik goed als voorzitter
functioneren.”
Waardevol element
De eerste jaren groeide de vereniging hard en dat bracht vaak
scherpe discussies met zich mee. “Dat is logisch”, stelt Haaksman.
“Als we alleen bedrijven uit dezelfde sector toe zouden laten, konden
we op een gegeven moment misschien in een conflictsituatie met
de NMA komen. Na verloop van tijd gingen dan ook stemmen op om
ook de overheid toe te laten. Later volgden ook onderzoeksinstituten
en andere bedrijven. Iedereen die op professioneel vlak bezig is
met sportvloeren, werd welkom. Daarmee legden we de basis voor
de huidige vereniging: een waardevol element in de maatschappij,
die een platform biedt aan alle betrokken partijen binnen de sport en
cultuurtechnische branche. Daarnaast initiëren we zelf onderzoek
dat gedragen wordt door een breed kader en dat niet gekleurd is.”
www.meerdansport.nl
SPORT & SAMENLEVING
Betrokkenheid is groot
De grootste uitdaging voor Haaksman was om de zich uitdijende organisatie
één geheel en gestructureerd te laten blijven. “Vergeet
niet dat we voor het overgrote deel alleen op vrijwilligers draaiden.
We maakten het dan ook een verplichting voor leden om eens in de
twee jaar zitting te nemen in één van de deelcommissies. Daarmee
blijft voor iedereen de betrokkenheid groot. Wel stelden we na
een jaar of drie een secretaris aan, Ben Moonen. Voor ons een gouden
man, die zorgt dat alles blijft reilen en zeilen én die contact
houdt met verschillende instanties om bijvoorbeeld subsidies te
realiseren.”
Toekomstmuziek
Na vijf jaar hield Haaksman het voor gezien. “Elke periode vraagt
om zijn eigen leiderschap. Ik wilde er ook voor waken dat het teveel
mijn vereniging werd. Het was tijd voor een rustigere wind. Dat betekent
overigens niet dat ik geen perspectieven meer zag bij de
BSNC. Die zie ik nog altijd. Mijn ideaalbeeld zou zijn om brancheverenigingen
over heel Europa met elkaar in verbinding te stellen
via een grote koepelorganisatie. Dat is voorlopig nog toekomstmuziek.
Waar we wel goed mee aan de slag zijn, is om de organisatie
nog verder te profileren. Dat kan al een eerste stap zijn.”
53