Winkelen in het internettijdperk - RIVM
Winkelen in het internettijdperk - RIVM
Winkelen in het internettijdperk - RIVM
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Modificatie betekent dat <strong>het</strong> gebruik van een bepaalde modaliteit <strong>het</strong> gebruik<br />
van een andere modaliteit verandert (Mokhtarian 2002). Het gebruik van<br />
<strong>in</strong>ternet kan zowel <strong>het</strong> tijdstip, de duur en de bestemm<strong>in</strong>g veranderen, als<br />
<strong>het</strong> vervoermiddel waarmee een fysieke w<strong>in</strong>kelverplaats<strong>in</strong>g wordt gemaakt.<br />
Waneer consumenten als gevolg van <strong>het</strong> onl<strong>in</strong>e zoeken beter geïnformeerd<br />
zijn over een product, zijn zij wellicht m<strong>in</strong>der tijd kwijt aan fysiek w<strong>in</strong>kelen<br />
of kiezen ze voor een andere w<strong>in</strong>kelbestemm<strong>in</strong>g.<br />
Tot slot kan er sprake zijn van neutraliteit. In dit geval heeft <strong>het</strong> gebruik van<br />
een bepaalde modaliteit geen effect op <strong>het</strong> gebruik van een andere modaliteit<br />
(Mokhtarian 2002). Niet elke aankoop via <strong>in</strong>ternet zou bijvoorbeeld ook<br />
hebben plaatsgevonden als <strong>het</strong> <strong>in</strong>ternet niet voorhanden was geweest.<br />
Ruimtelijke verschillen <strong>in</strong> b2c ecommerce<br />
In zowel wetenschappelijke als beleidsdiscussies wordt verondersteld<br />
dat er ruimtelijke verschillen bestaan <strong>in</strong> de adoptie en de effecten van<br />
b2c e-commerce. Met name zouden de gevolgen van b2c e-commerce<br />
verschillen tussen stedelijke en landelijke gebieden en tussen typen w<strong>in</strong>kelgebieden.<br />
Hieronder worden de belangrijkste hypothesen ten aanzien van<br />
deze ruimtelijke verschillen beschreven.<br />
Stedelijke versus landelijke gebieden<br />
De uiteenlopende effecten van b2c e-commerce tussen stedelijke en landelijke<br />
gebieden hebben te maken met ruimtelijke verschillen <strong>in</strong> de adoptie van<br />
b2c e-commerce door consumenten en bedrijven <strong>in</strong> die gebieden. Anderson<br />
e.a. (2003) onderscheiden twee hypothesen. In de eerste plaats hebben<br />
consumenten <strong>in</strong> de stedelijke gebieden een grotere kans om te e-shoppen,<br />
doordat hun demografische kenmerken en levensstijl beter aansluiten bij<br />
deze activiteit (Kolko 1999, Anderson e.a. 2003). Consumenten <strong>in</strong> (grote)<br />
steden zijn namelijk over <strong>het</strong> algemeen beter opgeleid en hebben een hoger<br />
<strong>in</strong>komen dan die <strong>in</strong> <strong>het</strong> landelijk gebied, en computerbezit en -gebruik zijn<br />
direct gecorreleerd aan opleid<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>komen (Kolko 1999, Fructuoso van<br />
der Veen 2003). Deze hypothese wordt ook wel de <strong>in</strong>novatiediffusiehypothese<br />
genoemd (Farag e.a. 2006a).<br />
De tweede hypothese stelt dat juist de consumenten <strong>in</strong> de landelijke<br />
gebieden een grotere kans hebben op e-shoppen, omdat zij verder moeten<br />
reizen om bepaalde w<strong>in</strong>kels te bereiken dan stedel<strong>in</strong>gen; w<strong>in</strong>kelen via <strong>het</strong><br />
<strong>in</strong>ternet kan dan uitkomst bieden (Anderson e.a. 2003). Deze hypothese<br />
staat ook wel bekend als de efficiëntiehypothese (Farag e.a. 2006a).<br />
Beide hypothesen zijn ook terug te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> studies over de ruimtelijke<br />
diffusie van <strong>in</strong>ternetadoptie onder bedrijven. Foreman e.a. (2005a, 2005b)<br />
spreken <strong>in</strong> dit geval van respectievelijk de urbandensity en globalvillagehypothese.<br />
De urbandensityhypothese gaat ervan uit dat de kosten van <strong>in</strong>ternetadoptie<br />
afnemen naarmate de bevolk<strong>in</strong>gsomvang en de bevolk<strong>in</strong>gsdichtheid toenemen.<br />
Drie factoren zorgen ervoor dat de adoptiekosten van <strong>in</strong>ternet <strong>in</strong><br />
de stedelijke gebieden lager zijn dan <strong>in</strong> de landelijke gebieden (Kolko 1999,<br />
Forman e.a. 2005a). Ten eerste beschikken stedelijke gebieden <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
algemeen over een betere ict-<strong>in</strong>frastructuur, zoals de aanwezigheid van<br />
breedband- en glasvezelnetwerken (Kolko 1999, Foreman e.a. 2005a). Ten<br />
tweede vergt de adoptie van <strong>in</strong>ternet specifieke kennis en competenties die<br />
veel bedrijven niet <strong>in</strong> huis hebben; <strong>in</strong> de stedelijke gebieden is <strong>het</strong> aanbod<br />
aan specialisten, zoals webdesigners, die bedrijven kunnen <strong>in</strong>huren, groter<br />
dan <strong>in</strong> de landelijke gebieden (Moss 1998, Kolko 1999). Ten derde zijn de<br />
adoptiekosten <strong>in</strong> de steden lager, omdat hier de kans op kennisspillovers<br />
groter is dan <strong>in</strong> de landelijke gebieden (Brown 1981, Kolko 1999, Foreman<br />
e.a. 2005a).<br />
Volgens de globalvillagehypothese nemen de voordelen van <strong>in</strong>ternetadoptie<br />
af naarmate de stedelijke dichtheid en omvang toenemen. Nieuwe<br />
<strong>in</strong>ternettechnologieën helpen de communicatiebarrières tussen <strong>in</strong>dividuen<br />
en organisaties te beslechten. Deze barrières zijn <strong>het</strong> grootst onder bedrijven<br />
<strong>in</strong> de landelijke gebieden, aangezien hun klanten en afnemers relatief verder<br />
weg gevestigd zijn (Foreman e.a. 2005a).<br />
Indien de <strong>in</strong>novatiediffusiehypothese wordt bevestigd, zijn <strong>het</strong> de w<strong>in</strong>keliers<br />
<strong>in</strong> de stedelijke gebieden die de nadelige gevolgen van <strong>het</strong> e-shoppen onderv<strong>in</strong>den.<br />
Omgekeerd zullen de dorpen en steden <strong>in</strong> de landelijke gebieden <strong>het</strong><br />
meest te lijden hebben van e-shoppen als de efficiëntiehypothese klopt<br />
(Anderson e.a. 2003). Volgt de adoptie van b2c e-commerce door w<strong>in</strong>keliers<br />
echter <strong>het</strong>zelfde ruimtelijke diffusiepatroon als die door consumenten, dan<br />
zijn de gevolgen van e-shoppen voor w<strong>in</strong>keliers wellicht m<strong>in</strong>der nadelig.<br />
Zij kunnen dan een mogelijke omzetdal<strong>in</strong>g als gevolg van e-shoppen<br />
compenseren door zelf via <strong>het</strong> <strong>in</strong>ternet te gaan verkopen.<br />
W<strong>in</strong>kelgebieden<br />
Ook op een lager schaalniveau worden ruimtelijke verschillen <strong>in</strong> de effecten<br />
van b2c e-commerce verondersteld. Zo zou b2c e-commerce kunnen leiden<br />
tot verdr<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsverschijnselen tussen w<strong>in</strong>kelgebieden (Stec Groep 2000,<br />
tnO Inro 2002, Van Oort e.a. 2003, Dixon & Marston 2002, Dixon e.a. 2005).<br />
In 2000 heeft de Verenig<strong>in</strong>g van Institutionele Beleggers <strong>in</strong> Vastgoed<br />
Nederland (iVbn) de potentiële gevolgen van b2c e-commerce voor verschillende<br />
typen w<strong>in</strong>kelgebieden <strong>in</strong> kaart laten brengen (Stec Groep 2000).<br />
Uit <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat de Nederlandse b<strong>in</strong>nensteden naar verwacht<strong>in</strong>g<br />
we<strong>in</strong>ig h<strong>in</strong>der zullen onderv<strong>in</strong>den van b2c e-commerce. Hoewel de b<strong>in</strong>nensteden<br />
een groot aantal w<strong>in</strong>keliers herbergen met e-commercegevoelige<br />
producten (vakantiereizen, boeken, cd’s en dergelijke), zal een mogelijke<br />
afname van deze sectoren ten gevolge van b2c e-commerce worden gecompenseerd<br />
door de opkomst van recreatief w<strong>in</strong>kelen. Een groot en divers<br />
w<strong>in</strong>kelaanbod, <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met vele culturele en horecavoorzien<strong>in</strong>gen en<br />
een aantrekkelijke (vaak historische) w<strong>in</strong>kelomgev<strong>in</strong>g, maakt b<strong>in</strong>nensteden<br />
uitermate geschikte locaties voor recreatief w<strong>in</strong>kelen. Tevens zijn deze<br />
locaties door hun brede w<strong>in</strong>kelaanbod <strong>in</strong>teressant voor consumenten die<br />
w i n k elen i n h e t i n t er ne t t ijdper k De ruimtelijke consequenties van b2c e-commerce 24 • 25