Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VOORBERICHT<br />
Door hoofden <strong>van</strong> de aloude Societeit <strong>Trou</strong> <strong>moet</strong> blijcken aangezocht de boeken en bescheiden, <strong>van</strong> het oude Archief te<br />
ordenen en de Catalogus te herzien, bleek mij de wenschelijkheid deze opdracht uit te breiden door het opmaken <strong>van</strong><br />
een beschrijvende Inventaris, niet alleen <strong>van</strong> de boeken doch ook <strong>van</strong> de verschillende preciosa die onze Societeit bezit,<br />
als blazoenen, schilden, bekers en lokalen enz., en daaraan een beknopte <strong>geschiedenis</strong> <strong>van</strong> <strong>Trou</strong> toe te voegen, om bij<br />
de opening <strong>van</strong> het nieuwe Clubgebouw der Pelicanisten aan de leden aan te bieden.<br />
Dit werk maakt geen aanspraak op oorspronkelijkheid. Reeds verschillende personen voor mij hebben of een<br />
of ander gebied een studie over een en ander gemaakt, o.a. de Heer Dr. E. H. von Baumhauer in 1880 Keizer, die ter<br />
gelegenheid <strong>van</strong> de feestelijke opening <strong>van</strong> ons voormalig gebouw een gedenkboek samenstelde, dat hier door mij<br />
opnieuw werd bewerkt en aangevuld.<br />
Door Dr. G. Kalff werden in een hoek, getiteld: ,,<strong>Trou</strong> <strong>moet</strong> blijcken'', de voornaamste Zinnespelen in het<br />
archief voorhanden, met de noodige toelichtingen uitgegeven en in een bijlage de inhoud der aanwezige Zinnespelen<br />
vermeld.<br />
Hier en daar werd dit uit eigen onderzoek aangevuld en getracht bij dezen inventaris de herkomst der<br />
verschillende precosia te vermelden of althans de inventaris aan te geven waarop deze reeds vermeld staan.<br />
In het archief komen n.l. vier inventarissen voor en wel een <strong>van</strong> 1610, een <strong>van</strong> 1734, een <strong>van</strong> 1739 en een <strong>van</strong><br />
1776, waaruit blijkt dat sedert dien vele kostbaarheden zijn verloren gegaan. Waar, zegt de Heer von Baumhauer, zijn<br />
de schepters gebleven <strong>van</strong> den Keizer en den Prins, die nog in 1776 bestonden? waar hunne noteboomen zetels die in<br />
den jare 1750 door den aankomenden Keizer Jacob Elout <strong>van</strong> der Vliet aan de Kamer zijn vereert, dienende voor den<br />
Keizer en Prins om op te zitten? waar de lijsten spiegelglas in den Jaare 1752 door Broeder Jacob Iwaas aan de<br />
Kamer vereert, waarin gevoegt is 't Portrait <strong>van</strong> onzen Factor Pieter Langendijk? Van de lokalen en bekers zijn eenige<br />
nog aanwezig; maar hoe onze zilveren beker is verloren gegaan, blijkt uit de notulen <strong>van</strong> 8 Julij 1795, waar wij lezen:<br />
Wijders wordt aan de Broederschap bekend gemaakt dat aan den Lande is opgebracht onze zilver vergulden Beeker<br />
weegende 3 M. 2 Onc. 18 E., beloopende V.Q. f 71, 11 à 54 S 't once, en in omvraag gebragt of men deze somme nog<br />
zoude suppleeren met f 28,9 zijnde dus samen f 100 , om daar<strong>van</strong> te genieten, volgens publicatie <strong>van</strong> 26 Maart ll. 5%,<br />
in 't jaar. Hoevele kunstschatten in edele metalen bewerkt, zijn op deze wijze in die ongelukkige tijden naar den<br />
smeltkroes gegaan!<br />
De houten blazoenen zijn echter bewaard gebleven die door de twaalf Rederijkerskamers <strong>van</strong> Holland, die<br />
deelnamen aan het Konstjuwiel <strong>van</strong> 1606 te Haarlem, aan <strong>Trou</strong> werden geschonken, evenals de zilveren schildjes aan<br />
de bandelier <strong>van</strong> de Knegt, waarmede deze nog steeds elke Nieuwjaarsavond ter vergadering verschijnt en waar<strong>van</strong> het<br />
eerste in 1604 door beminnaars <strong>van</strong> de konst aan Willem Jacobs, Knegt werd geschonken. (Zie bijlage 4).<br />
Moge het doorlezen <strong>van</strong> dit werkje konstlievende leden <strong>van</strong> <strong>Trou</strong> aanleiding geven een blik te slaan in de vele<br />
kostbare boeken en manuscripten die <strong>Trou</strong> rijk is.<br />
Ten slotte moge hier een woord <strong>van</strong> dankbare hulde gebracht worden aan onze leden, de Heeren Mr. H. J. D.<br />
D. Enschedé, Mr. Joh. Enschedé en B. F. Enschedé, die de uitgave <strong>van</strong> dit werkje hebben mogelijk gemaakt.<br />
Haarlem, Mei <strong>1922</strong><br />
2<br />
O. VAN LENNEP.