Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BEKNOPTE GESCHIEDENIS VAN<br />
TROU MOET BLYCKEN.<br />
Grootendeels aan de hand <strong>van</strong> hetgeen Dr. E. H. von Baumhauer ons hierover mededeelt,<br />
slechts hier en daar gewijzigd op grond <strong>van</strong> nadere onderzoekingen, moge het volgende dienen:<br />
De Kamer der Pelikanisten werd vóór of in den jare <strong>1503</strong> opgericht, ten minste zij werd in<br />
<strong>1503</strong> door de Regeering <strong>van</strong> Haarlem gereglementeerd, terwijl later, toen in Haarlem meerdere<br />
rederijkerskamers ontstonden, zooals de kamer: de Wijngaardranken met de spreuk: Liefde boven<br />
al en de kamer: het Wit Angierken of de Vlaamsche Kamer <strong>van</strong> Haarlem onder de zin-spreuk: In<br />
Liefde getrouw, onze Kamer bekend stond onder den naam <strong>van</strong> de Oude Kamer. Zij schijnt dus de<br />
oudste Kamer in Haarlem geweest te zijn; ook is zij, hoewel geheel <strong>van</strong> aard veranderd, de eenige<br />
in Haarlem, die tot op den huidigen dag in leven is gebleven.<br />
Het jaar <strong>1503</strong> mogen wij dus als het stichtingsjaar onzer Kamer beschouwen; zoo dachten er<br />
ook over onze voorgangers, die in 1803 het driehonderdjarig eeuwfeest der Kamer wilden vieren en<br />
over die viering op den 25 sten November, als zijnde de gala-dag der Kamer, een commissie<br />
benoemd en vele vergaderingen hebben gehouden, totdat in de Algemeene Comparitie <strong>van</strong> 29<br />
October 1803 unaniem besloten werd uithoofde <strong>van</strong> diverse omstandigheeden, inzonderheid <strong>van</strong> de<br />
voortduring des oorlogs en 't vermenigvuldigen der belastingen en extraordinaire heffingen,<br />
gemelde feest althans provisioneel tot gunstiger omstandigheeden uit te stellen.<br />
Gedurende de 16 de en de 17 de eeuwen schijnt T. M. B. zich, zooals de andere<br />
rederijkerskamers, te hebben toegelegd op de ,beoefening der poëzy 1) , zoowel door het<br />
uitschrijven <strong>van</strong>, als door het deelnemen aan door andere Kamers uitgeschreven landjuweelen, dat<br />
is wedstrijden in het vervaardigen <strong>van</strong> gedichten en het ten tooneele brengen <strong>van</strong> door hare leden<br />
vervaardigde zoogenaamde spelen <strong>van</strong> sinne; deze vertooningen hadden vooral plaats op de kerst-<br />
en andere feestdagen, hier te Haarlem op het Zandt (het Marktplein) of op de Krocht, op een<br />
daartoe opzettelijk vervaardigd schavot of tooneel door de broeders opgericht, tot recréacie ende<br />
vermakelijckheyt <strong>van</strong> den gemeenen volcke; ook de Stedelijke Regeering <strong>van</strong> Haarlem heeft hare<br />
Rederijkerskamer in then tijd zeer in eere gehouden, en in de Thesaurie-Rekening <strong>van</strong> Haarlem<br />
vinden wij in de 16 de en ook in het begin der I7 de eeuw herhaaldelijk melding gemaakt <strong>van</strong> giften in<br />
geld, uit de stedelijke kas verstrekt tot goedmaking der kosten voor tooneel, of ook voor reiskosten<br />
naar andere Kamers waar landjuweelen werden gehouden.<br />
Bij feestelijke gelegenheden, bij intochten <strong>van</strong> vorstelijke personen, waren het de<br />
rederijkerskamers die door gecostumeerde optochten, vertooningen, aanspraken den noodigen<br />
luister moesten bijbrengen en het volk moesten vermaken; geen wonder dus dat de Stedelijke<br />
Regeering in de door de Kamers gemaakte kosten het hare bijdroeg.<br />
Onze Pelikanisten hebben in die wedstrijden menigmaal de overwinning behaald, zooals<br />
oude bescheiden uitwijzen. De behaalde prijzen daarin genoemd zijn echter helaas verloren<br />
gegaan. 2)<br />
De vijftien oude Blazoenen of Schilden, die onze societeit versieren, zijn afkomstig <strong>van</strong><br />
vroeger bestaan hebbende Rederijkerskamers hier te lande,- welke bij het Rederijkersfeest in<br />
October <strong>van</strong> het jaar 1606, hetwelk op uitnoodiging der Kamer T. M. B. en op verzoek der<br />
Stedelijke Regeering <strong>van</strong> Haarlem plaats had, zich hadden doen vertegenwoordigen. Behalve het<br />
hoofddoel <strong>van</strong> dit feest, een onderlingen wedstrijd in poëzij, meestal over bijbelsche onderwerpen,<br />
was het bijoogmerk om uit de bijdragen der toegestroomde menigte, door middel eener loterij, het<br />
Oude Mannenhuis te stichten, dat drie jaren later reeds geopend werd. <strong>Trou</strong>w <strong>moet</strong> blijken heeft<br />
dus voor een groot deel tot de stichting <strong>van</strong> het Oude Mannenhuls bijgedragen. Ten gevolge dezer<br />
oproeping verschenen op den 22 sten October 1606 twaalf Rederijkerskamers <strong>van</strong> buiten Haarlem,<br />
4