Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
Beknopte geschiedenis van "Trou moet Blycken" 1503 - 1922
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
8) Notulen der Ordinaire Hoofden-comparitie <strong>van</strong> 9 Maart I791.<br />
De Heer VAN DER POOR'I'EN communiceerd dat Zijn Ed. is geïnformeerd geworden, dat op<br />
Dingsdag den eersten deezer door twee Gerechtsdienaaren (quasi uyt naam <strong>van</strong> Mijne<br />
Heeren <strong>van</strong> den Gerechte deezer Stad) aan deeze Kamer was gebragt, en aan den Knegt<br />
derzelve Kaamer ter handen gesteld een zeekere Publicatie, in substantie behelzende een<br />
verbod aan alle Boekdrukkers, Boekverkoopers, Boekbinders, Koffijschenkers,<br />
Logementshouders, Societeithouders, Herbergiers, Tappers of andere diergelijke<br />
neeringdoende Lieden binnen deeze Stad en deszelfs Jurisdictie, eenige Couranten of andere<br />
nieuwstijdingen of geschriften, dan die bij mijn Heeren <strong>van</strong> den Gerechte zouden zijn<br />
gepermitteerd, voor te hangen, nog ter leezing te leggen of te geeven; dat zulks bij de<br />
Broederschap eene merkelijke sentatie veroorzaakt bebbende, alzoo daardoor deeze Kamer<br />
gelijk gesteld werd aan Herbergiers, Tappers, of andere neeringdoende Lieden, dermaaten<br />
dat hij in zijne qualitelt als Keyzer reeds door verscheyden Broederen was geïnterpelleerd<br />
geworden, om over deeze materie eene algemeene convocatie der Broederschap aan te<br />
leggen, doch dat hij Heer VAN DER POORTEN neevens de overige Heeren Hoofden teffens<br />
met blijdschap had gehoord, dat zulks <strong>van</strong> ter zijde ter kennisse <strong>van</strong> Heeren Burgemeesteren<br />
was gebragt en dat Heeren Burgem. op gepasseerde Vrijdag een der Gerechtsboden hadden<br />
gelast, onder anderen te gaan na de Kamer <strong>van</strong> <strong>Trou</strong>w <strong>moet</strong> blijken, en aldaar uyt naam <strong>van</strong><br />
Heeren Burgemeesteren te verzoeken de voorsm. Publicatie terug te moogen hebben (als<br />
zijnde bij abuis aldaar besteld), welke dan ook door de knegt aan voorn. Bode is ter hand<br />
gesteld geworden, waardoor dan alle verdere maatregelen ter deezer zaake waren overbodig<br />
geworden, en is bij de Hoofden geresolveerd het desweegens voorgevallene in 't gewoone<br />
resolutieboek deezer Kamer te registreeren.<br />
9) Generale comparitle <strong>van</strong> 6 October 1792.<br />
De Broederschap <strong>van</strong> de Rhetoryk-Kamer de Pellicanisten onder de zinspreuk: <strong>Trou</strong>w <strong>moet</strong><br />
blijken biniien deeze Stad, <strong>van</strong> den Heer Hoofdgaarder over de beschreeven middelen onder<br />
het ressort <strong>van</strong> Haarlem MATTHEUS GUEPIN, ont<strong>van</strong>gen hebbende een Billiet geadresseerd<br />
aan de Heeren Leden <strong>van</strong> de Societeit <strong>Trou</strong>w <strong>moet</strong> blijken, dienende om opgaave te doen<br />
<strong>van</strong> hunne bediendens, om verder volgens 's Lands Ordonnantie beschreeven te worden,<br />
hebben gemeend in de bestelling <strong>van</strong> dit Billiet off ten minsten in den tytel, waarmeede zij<br />
in hetzelve gequalificeerd worden, abuis te zijn begaan, vermits zij nimmer den tytel<br />
gevoerd hebben off daaronder zijn bekend geweest <strong>van</strong> de Societeit <strong>Trou</strong>w <strong>moet</strong> blijken,<br />
maar altoos zeederd den jaare <strong>1503</strong> de benaaming hebben gevoerd in het Hoofd deezes<br />
gemeld, en daarom geoordeeld hetzelve Billiet, als aan hun niet behoorende, aan den Heere<br />
Hoofdgaarder te mocten renvoijeeren.<br />
Haarlem, 6 October 1792.<br />
Uit naam der Broederschap,<br />
PIETER JACOB VAN EYBERGEN,<br />
Secretaris.<br />
10) Generale comparitie <strong>van</strong> 26 December 1792.<br />
De Broederschap <strong>van</strong> de Rhetoryk-Kamer onder de zinspreuk: <strong>Trou</strong>w <strong>moet</strong> blijken binnen<br />
Haarlem, <strong>van</strong> den Heer Hoofdgaarder MATTHEUS GUEPIN ont<strong>van</strong>gen hebbende een<br />
declaratoir in blanco, om daarop in te vullen die posten, waarop zij zig ten aanzien der<br />
Impost op de beschreeven middelen zoude taxabel reckenen, heeft zig niet willen onttrekken<br />
om hunnen bedienden (schoon zeederd de oprigting hunner Kamer, bijna drie eeuwen<br />
geleeden, niets dergelijks <strong>van</strong> haar was gevorderd) onder de Werkboden op te geeven.<br />
Zij heeft zig ook niet willen onttrekken aan de Impositie op de Coffij en Thee, omdat dit<br />
middel zeeder dat de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden ook hen onder de<br />
63