Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn
Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn
Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3. Methode<br />
In dit hoofdstuk wordt getracht inzicht te geven in de methodiek die binnen dit onderzoek is gebruikt voor<br />
de beantwoording <strong>van</strong> de onderzoeksvraag. Zoals ook in de introductie en het theoretisch kader naar<br />
voren is gekomen, bestaat de onderzoeksvraag uit twee delen, waardoor het overzichtelijker is om deze<br />
tweedeling ook in de methodiek aan te houden. Paragraaf 3.1 zal de methodiek voor de delictanalyse<br />
bespreken, die dient voor de beantwoording <strong>van</strong> het eerste deel <strong>van</strong> de onderzoeksvraag, namelijk in<br />
hoeverre opsporingsberichtgeving in Nederland een vertekende weergave <strong>van</strong> delicttypes geeft.<br />
Voor de beantwoording <strong>van</strong> het tweede deel <strong>van</strong> de onderzoeksvraag, namelijk wat het effect is <strong>van</strong> het<br />
kijken naar opsporingsberichtgeving op ‘fear of crime’, is binnen dit onderzoek een experimentele opzet<br />
gebruikt. De opzet <strong>van</strong> dit experiment zal in de subparagrafen 3.2.1 tot en met 3.2.5 uiteengezet worden.<br />
3.1. Delictanalyse<br />
Zoals in paragraaf 2.1 <strong>van</strong> het theoretisch kader naar voren is gekomen, wordt het eerste deel <strong>van</strong> de<br />
onderzoeksvraag beantwoord door het opsporingsprogramma Opsporing Verzocht aan een analyse te<br />
onderwerpen. Gezien conclusies <strong>van</strong> buitenlandse studies betreffende beeldvorming <strong>van</strong> criminaliteit in<br />
criminaliteitsgerelateerde programma’s, wordt er een analyse uitgevoerd op het type misdrijven die<br />
worden behandeld in Opsporing verzocht.<br />
De gegevens voor deze analyse binnen dit onderzoek zijn verkregen door deelname aan de<br />
dataverzameling <strong>van</strong> het onderzoek ‘Gezocht, maar ook gevonden?’ (Van Erp, 2011). Binnen dit<br />
onderzoek stond een quasi-experimentele studie centraal, die het effect <strong>van</strong> opsporingsberichtgeving via<br />
landelijke en regionale televisieprogramma’s op de pakkans en de opsporingsduur zou onderzoeken. De<br />
rol <strong>van</strong> de auteur <strong>van</strong> deze <strong>scriptie</strong>, was het bekijken en scoren <strong>van</strong> meerdere afleveringen <strong>van</strong> Opsporing<br />
Verzocht in een checklist die binnen het onderzoek werd gehanteerd. In ruil voor de werkzaamheden voor<br />
dit onderzoek, mocht een deel <strong>van</strong> het databestand in gebruik worden genomen voor deze <strong>scriptie</strong>. Voor<br />
het data bestand dat voor deze <strong>scriptie</strong> is gebruikt, zijn alle afleveringen <strong>van</strong> de seizoenen 2009 en 2010<br />
gescoord op verschillende variabelen. In totaal zijn hierbij 563 zaken opgenomen in het bestand, die<br />
allemaal in de seizoenen 2009 en 2010 naar voren zijn gekomen in het programma Opsporing Verzocht.<br />
Van al deze afzonderlijke zaken, is gekeken onder welke delictsoort deze vielen. Hierbij is een<br />
classificatie (zie bijlage 1, variabele 9) gebruikt die door de auteurs <strong>van</strong> het onderzoek ‘Gezocht, maar<br />
ook gevonden’ (Van Erp, 2011) is geconstrueerd. Aan de hand <strong>van</strong> het statistische analyse programma<br />
SPSS 18.0.3, is een overzicht gemaakt dat aangeeft in hoeverre verschillende delicttypes deel uitmaken<br />
<strong>van</strong> het geheel <strong>van</strong> zaken die getoond zijn in het programma Opsporing Verzocht in de seizoenen 2009 en<br />
2010. Hierdoor konden de door Opsporing Verzocht getoonde delicten die betrekking hadden op een<br />
delicttype bij elkaar worden opgeteld en gedeeld door het totaal aantal getoonde zaken in Opsporing<br />
Verzocht in 2009 en 2010 (563). Vervolgens is het totaal aantal misdaden <strong>van</strong> een bepaald delicttype <strong>van</strong><br />
zowel 2009 als 2010 bij elkaar opgeteld en gedeeld door het totaal aantal geregistreerde delicten <strong>van</strong> 2009<br />
en 2010 bij het CBS (2.066.304). Hierna is gekeken in hoeverre deze weergave <strong>van</strong> delictsoorten,<br />
overeenkomt of verschilt met de door Opsporing Verzocht getoonde delicten in Nederland. Bovendien<br />
wordt de vertegenwoordiging <strong>van</strong> de verschillende delicttypes binnen deze cijfers <strong>van</strong> het CBS naast de<br />
vertegenwoordiging <strong>van</strong> verschillende delicttypes binnen de uitzendingen <strong>van</strong> Opsporing Verzocht<br />
gelegd. Hierna kunnen er uitspraken gedaan worden over een mogelijk vertekende weergave <strong>van</strong><br />
delicttypes door opsporingsberichtgeving in Nederland.<br />
17