Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn
Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn
Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
echter de regressiecoëfficiënt <strong>van</strong> de analyse. Deze is .293 (SE = .122), een waarde die significant is (p =<br />
.017). Aan de eerste voorwaarde <strong>van</strong> mediatie volgens de methode <strong>van</strong> Baron & Kenny (1986) is dus<br />
voldaan, aangezien de variabele opsporingsberichtgeving een significant effect heeft op risicoperceptie.<br />
Figuur 5.6 illustreert deze eerste stap <strong>van</strong> de analyse.<br />
Figuur 5.6. Regressiecoëfficiënt <strong>van</strong> de variabelen opsporingsberichtgeving en risicoperceptie.<br />
Opsporingsberichtgeving<br />
*significant op .05 niveau.<br />
De regressieanalyse heeft aangetoond dat het kijken naar opsporingsberichtgeving als voorspeller<br />
dient voor een hoger risicoperceptie. Vervolgens moet, volgens Baron & Kenny (1986) een stapsgewijze<br />
regressieanalyse uitgevoerd worden om te kijken wat de voorspellende waarde is <strong>van</strong> de variabele<br />
opsporingsberichtgeving, en daarna <strong>van</strong> de variabele risicoperceptie op de afhankelijke variabele ‘fear of<br />
victimization’. De uitkomst <strong>van</strong> deze stapsgewijze regressieanalyse laat zien dat de correlatie tussen<br />
opsporingsberichtgeving en ‘fear of victimization’ .181 is. Hierbij verklaart de variabele<br />
opsporingsberichtgeving .030 <strong>van</strong> de variantie in de scores <strong>van</strong> de variabele ‘fear for victimization’. De<br />
multiple correlatie tussen de variabelen opsporingsberichtgeving, risicoperceptie en ‘fear for<br />
victimization’ bedraagt .771 en risicoperceptie verklaart samen met opsporingsberichtgeving .592 <strong>van</strong> de<br />
variantie in de scores <strong>van</strong> de variabele ‘fear of victimization’. Het belangrijkste <strong>van</strong> deze stappen voor<br />
wat betreft de mediatie vinden we weer bij de coëfficiënten. Hieruit blijkt een regressiecoëfficiënt <strong>van</strong><br />
.438 (SD = 1.27) voor het directe effect <strong>van</strong> de variabele opsporingsberichtgeving op de variabele ‘fear of<br />
victimization’. Deze is significant met p = .001. Figuur 5.7 illustreert deze tweede stap <strong>van</strong> de analyse.<br />
Figuur 5.7. Regressiecoëfficiënt <strong>van</strong> de variabelen opsporingsberichtgeving en ‘fear of victimization’.<br />
**significant op .01 niveau.<br />
.293*<br />
‘Perception of Risk’<br />
Opsporingsberichtgeving ‘Fear of Victimization’<br />
.438**<br />
Verder blijkt een regressiecoëfficiënt <strong>van</strong> .206 (SD = .083) voor effect <strong>van</strong> de variabele<br />
opsporingsberichtgeving op de variabele ‘fear of victimization’, wanneer de variabele risicoperceptie aan<br />
33