09.02.2013 Views

Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn

Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn

Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

nametingsvraag volgde. De nametingsvraag kwam qua vraagstelling bijna overeen met de<br />

voormetingsvraag, echter bij de nametingsvraag werd er gevraagd naar onveiligheidsgevoelens<br />

betreffende de buurt waarin men woonde. Zie bijlage 2 voor de volledige enquêtes <strong>van</strong> elke<br />

onderzoeksgroep waaraan de deelnemers aan zijn onderworpen.<br />

3.2.5. Metingen<br />

Het tweede deel <strong>van</strong> de onderzoeksvraag beschrijft de vraag wat de mogelijke effecten zijn <strong>van</strong> het kijken<br />

naar opsporingsberichtgeving op de ‘fear of crime’. Hierbij geldt dat opsporingsberichtgeving de<br />

onafhankelijke variabele is, en ‘fear of crime’ de afhankelijke variabele. Zoals in het theoretisch kader<br />

naar voren is gekomen en ook is onderbouwd, worden binnen dit onderzoek opsporingsberichten <strong>van</strong> het<br />

opsporingsprogramma Opsporing Verzocht gebruikt voor de totstandkoming <strong>van</strong> de onafhankelijke<br />

variabele. In paragraaf 3.2.3. is aangegeven dat er drie, zowel gevarieerde als representatieve,<br />

opsporingsberichten gebruikt zijn binnen dit onderzoek om de effecten <strong>van</strong> het kijken naar<br />

opsporingsberichtgeving op de ‘fear of crime’ te onderzoeken.<br />

Bij de uiteenzetting <strong>van</strong> het begrip ‘fear of crime’ in het theoretisch kader, zijn er verschillende<br />

constructen naar voren gekomen, die of direct onderdeel zijn <strong>van</strong> ‘fear of crime’ of een mediërende rol<br />

vervullen. Over het kiezen <strong>van</strong> de te meten constructen binnen het onderzoek naar ‘fear of crime’ zegt<br />

Vanderveen (2006) het volgende:<br />

“Fear of crime’ is an umbrella label that actually embraces several distinct constructs. The<br />

measurement of only one of these constructs does not equal the measurement of another construct, nor<br />

does it equal the measurement of the whole concept. The researcher has to choose between the different<br />

constructs and select the construct or constructs of interest, while bearing in mind that it is better to<br />

measure one construct reliably than a bunch of constructs unreliably.’<br />

In het theoretisch kader <strong>van</strong> dit onderzoek is uiteengezet wat de wetenschappelijke ondergrond is<br />

voor het gebruiken <strong>van</strong> de constructen ‘fear of victimization’ en ‘fear of victimization of others’ bij het<br />

meten <strong>van</strong> ‘fear of crime’. Verder bleek dat het construct ‘riskperception’ een mediërende ofwel<br />

voorspellende rol heeft binnen onderzoek naar ‘fear of crime’. Over het meten <strong>van</strong> de gekozen<br />

constructen binnen onderzoek naar ‘fear of crime’ zegt Vanderveen (2006) het volgende:<br />

‘Once the construct or constructs of interest have been selected, the instrument, i.e. a series of<br />

items that measures a particular construct, needs to be chosen. The series should consist of a set of at<br />

least three items to enhance reliability.’<br />

Naast het gebruiken <strong>van</strong> ten minste drie items per construct, geven verschillende auteurs<br />

(Vanderveen, 2006; Ferraro, 1995; Warr & Stafford, 1983) aan dat de vragen, ofwel items, die gebruikt<br />

worden voor het meten <strong>van</strong> ‘fear of crime’ crime specific moeten zijn. Wanneer meerdere constructen<br />

worden gemeten, dan is het beter om hetzelfde type delict in de verschillende items <strong>van</strong> de constructen<br />

naar voren te laten komen (Vanderveen, 2006). Daarnaast geeft Vanderveen (2006) aan dat de<br />

antwoordcategorieën <strong>van</strong> de verschillende items symmetrisch moeten zijn. Als laatste moeten deze<br />

antwoordcategorieën minstens vijf keuzemogelijkheden bezitten (Vanderveen, 2006).<br />

De metingen binnen dit onderzoek hebben aan al deze voorwaarden voldaan. Voor ieder<br />

construct, ‘fear of victimization’, ‘fear of victimization of others’ en ‘riskperception’, zijn drie items<br />

gebruikt, welke alle drie crime specific waren. De delicten die in de items naar voren kwamen, waren<br />

overigens hetzelfde als de delicten in de getoonde opsporingsberichten. Zo waren er drie items<br />

geformuleerd rondom het construct ‘fear of victimization’, die ieder een <strong>van</strong> de delicten straatroof,<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!