Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn
Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn
Master-scriptie-criminologie-van-Reinard-van-Duijn
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
esteden ook verschillende onderzoeksbureaus relatief veel aandacht aan dit onderwerp en verwante<br />
zaken. Zo onderzoeken de opiniepeilingen <strong>van</strong> het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) onder<br />
Nederlanders welke politieke doelen de meeste prioriteit dienen te krijgen. In de enquêtes <strong>van</strong> 1992 tot en<br />
met 2002 komt naar voren dat het aanpakken <strong>van</strong> de criminaliteit de meeste prioriteit verkrijgt onder de<br />
bevolking (Vanderveen, 2006). Hieruit kan worden opgemaakt dat ‘fear of crime’ en de gedachtes<br />
rondom de aanpak <strong>van</strong> criminaliteit <strong>van</strong> belang zijn in het dagelijks bestaan.<br />
De maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> dit onderzoek kan ook gevonden worden binnen het<br />
onderzoeksspectrum <strong>van</strong> opsporingsberichtgeving. De mate waarin de politie zijn toevlucht zoekt in het<br />
gebruiken <strong>van</strong> opsporingsberichtgeving is de laatste decennia toegenomen. Allereerst met de komst <strong>van</strong><br />
de televisie, waarbij programma’s als Opsporing Verzocht als eerste te zien waren, maar later ook via<br />
andere kanalen als bijvoorbeeld internet. Niet te vergeten zijn er de verschillende regionale omroepen die<br />
hun eigen opsporingsprogramma, zoals Team West, hebben gekregen in de loop der jaren. Deze<br />
ontwikkeling, waarbij de politie hulp zoekt bij de burger voor het oplossen <strong>van</strong> zaken, valt te bezien in het<br />
licht <strong>van</strong> een term die Garland (1996) formuleerde, namelijk het zogenaamde ‘responsibilization of<br />
society’. Deze term houdt in dat de burger verantwoordelijk wordt gemaakt voor taken waarvoor<br />
aan<strong>van</strong>kelijk alleen de politie was aangesteld. De burger zorgt hierbij mede voor de veiligheid <strong>van</strong> de<br />
maatschappij, een taak die de politie niet meer alleen kan volbrengen (Garland, 1996). De opkomst <strong>van</strong> de<br />
opsporingsprogramma’s, waarbij de burger gevraagd wordt te helpen met het oplossen <strong>van</strong> misdrijven,<br />
valt te zien binnen het licht <strong>van</strong> deze ontwikkeling die Garland (1996) beschrijft. Verschillende<br />
wetenschappelijke publicaties (Garland, 2000; Crawford, 2003) wijzen erop dat deze ontwikkeling,<br />
waarbij de burger zij aan zij staat met de politie, enkel zal toenemen en versterken. Te verwachten valt<br />
dus dat het inzetten <strong>van</strong> bijvoorbeeld opsporingsprogramma’s zal toenemen, waardoor onderzoek naar de<br />
gevolgen <strong>van</strong> deze opsporingsprogramma’s op percepties en angstgevoelens gebied wint aan<br />
maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie.<br />
Het fenomeen ‘fear of crime’ is veelvuldig onderzocht. (Hale, 1996). Dit onderzoek bouwt verder<br />
op deze onderzoeken en gaat specifiek in op de conclusies <strong>van</strong> deze onderzoeken. De geformuleerde<br />
hypothesen, die aan bod komen in het theoretisch kader, vinden allen een basis in wetenschappelijk<br />
onderzoek. De koppeling <strong>van</strong> de mogelijke effecten <strong>van</strong> opsporingsberichtgeving op ‘fear of crime’ maakt<br />
dit onderzoek echter uniek, zeker in Nederland. Soortgelijke onderzoeken zijn namelijk wel uitgevoerd in<br />
het buitenland, maar nog niet in Nederland. De wetenschappelijke rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> dit onderzoek vindt men<br />
ook in de gebruikte onderzoeksmethode. Met name het onderzoeksgedeelte naar ‘fear of crime’, wat<br />
gebaseerd is op het extensieve werk <strong>van</strong> Vanderveen (2006), die een autoriteit is binnen het<br />
onderzoeksveld <strong>van</strong> ‘fear of crime’. Verdere wetenschappelijke rele<strong>van</strong>tie komt aan bod in de discussie,<br />
waar ook de resultaten <strong>van</strong> het onderzoek bekend zijn en worden besproken. De centrale onderzoeksvraag<br />
binnen deze studie betreft:<br />
RQ: In hoeverre geeft opsporingsberichtgeving in Nederland een vertekende weergave <strong>van</strong><br />
delicttypes en wat is het effect <strong>van</strong> het kijken naar opsporingsberichtgeving op ‘fear of crime’?<br />
5