10.07.2015 Views

IST236R01.4851 Rev00 OX4T:Layout 1 - Nice-service.com

IST236R01.4851 Rev00 OX4T:Layout 1 - Nice-service.com

IST236R01.4851 Rev00 OX4T:Layout 1 - Nice-service.com

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

NL65 – PROGRAMMERINGAanbevelingen:Bij enkele van de programmeerfuncties die in dit hoofdstukworden beschreven, worden de toets P1 en de led L1 (afb. 3-G/H) van de ontvanger gebruikt.Tijdens het programmeren zal de led een bepaald aantal maalknipperen, met een specifieke tijdsduur en lichtkleur (groen,rood of oranje), om de status van de programmeeroperatiesaan te duiden. De betekenis van deze knippersignaleringenkunt u opzoeken in Tabel B achter in deze handleiding.Andere functies kunnen uitsluitend geprogrammeerd wordenmet de inrichtingen Obox of Oview die tot het systeem <strong>Nice</strong>Operabehoren.5.1 - IN HET GEHEUGEN OPSLAAN VAN DEZENDERSDe ontvanger kan maximaal 1024 zenders opslaan. Hij is<strong>com</strong>patibel met de radiocoderingen “O-Code” / “FloR” /“TTS”, of “Smilo”, of “Flo”.Let op! – deze drie coderingsgroepen zijn onderling niet <strong>com</strong>patibel;de eerste ontvanger die in het geheugen van de zenderwordt opgeslagen, bepaalt daarom ook de coderingwaartoe de volgende zenders moeten behoren.Om te controleren of er reeds zenders in de ontvanger zijnopgeslagen en tot welk coderingstype deze behoren,destroomtoevoer naar de ontvanger uitschakelen, de stroomtoevoerweer inschakelen en het aantal groene knipperingenvan de led L1 tellen:1 knippering = codering Flo2 knipperingen = codering O-Code / FloR / TTS3 knipperingen = codering Smilo5 knipperingen = geen zender opgeslagenDe zenders kunnen worden opgeslagen aan de hand van éénvan de volgende procedures:• Procedure Werkwijze I: programmeert alle toetsen(*) vande zender in één keer, en wijst elke toets toe aan een relais,volgens het volgende schema: toets 1 = relais 1 / toets 2 =relais 2 / toets 3 = relais 3 / toets 4 = relais 4.De “Werkwijze I” programmeert iedere toets om, bij aanwezigheidvan een persoon, op het betreffende relais te werken.(*) Opmerking – Als de zender meerdere coderingen heeft, –zoals bijvoorbeeld de modellen ON9, WM009C etc. die eentoetsenblok hebben dat onderverdeeld is in groepen met toetsen,waarbij iedere groep een eigen codering heeft, alsof hetom verschillende zenders gaat, – worden bij het uitvoeren vande procedure “Werkwijze I” alleen de toetsen opgeslagen dietot een bepaalde groep behoren, om een andere groep op teslaan moet de procedure herhaald worden.• Procedure Werkwijze II: programmeert één enkele toetsvan de zender en kent deze toe aan de gewenste functie, diegeselecteerd kan worden uit de functies uit Tabel A.Opslaan van een zendervolgens “Werkwijze I”01. Op de ontvanger houdt u de toets P1 ingedrukt tot degroene led L1 gaat branden (na circa 4 seconden),waarna u de toets weer los laat;02. binnen 10 seconden houdt u een willekeurige toets vande zender, die moet worden opgeslagen, ingedrukt, totde groene led L1 van de ontvanger de eerste van 3 knipperingenlaat zien die aangegeven dat de zender in hetgeheugen werd opgeslagen.Wanneer de led klaar is met knipperen dient u, als u een

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!